De ansjovischvangst op de Zuiderzee ten doode opgeschreven. - De laatste vangst. OP SLOTENBURC IN EEN DER BIJGEBOUWTJES VAN DE INDISCHE TENTOONSTELLING cc Den Haag is Dinsdag brand uitgebroken. Dc brandweer had het vuur echter :oo vlug onder de knie. dat uit breiding volkomen uitgesloten was. Dc brand weer in actie. LORD BADEN-POWELL inspecteerde deze we ck in dc tuinen van Crystal Palace te Londen ongeveer 15.000 padvinders uit het Zuidelijk deel der Britsche hoofdstad. Lord Badcn-Powcll tijdens de rondwandeling door de tuinen. EVÊN TIJD VOOR EEN GOEDE SIGARET. BIJ GRAAFWERKEN TE HEERLEN is men op een geweldig grooten steen gestooten. Het gevaarte heeft een lengte van 4 meter, een breed te van 2 meter, een hoogte van 11 meter en weegt ongeveer 15.000 K.G. Dit is dus bijna tweemaal zoo zwaar als dc Amcrsfoortschc Kei. mimi fmi DE ANSJOVIS-VANGST BIJ ENKHUIZEN is door de aisluiting der Zuiderzee ten doode opgeschreven. De laatste vangst komt binnen, waarmede een veelbewogen geschiedenis in het leven der Ztiiderzeevisschcrs weder zal zijn afgesneden. De keerzijde der drooglegging van Neerlands twaalfde provincie. FEUILLETON door THéRèSE VAN ARENDSBEEG. 2» „Lieveling, ween niet", smeekt Edmond, den arm om haar middel slaande, „hoe kon- det ge ooit denken, dat ik een ander dan jou sou kunnen beminnen. Ge weet. toch wel. dat kleine Meta altijd mijne verklaarde vriendin ts geweest, van af onze eerste kennismaking. Zoo ik straks wat ruw tegen je was. werd ik alleen daartoe gedreven, door den angst, dat ge mij zoudt afwijzen". „Ik je afwijzen, oom?"' zegt Meta, en dan plotseling blozend. ,nu mag ik zeker ook wel Eddie zeggen? Maar ben ik nog niet te jong om mij te engageeren: wat zal papa zeggen, en mijn grootouders? Mama zal ons wel hel pen, omdat ze uwe zuster is". En dan plotse ling in een schaterlach uitbarstend, vervolgt ze: „Hoe dwaas, nu wordt uwe zuster uwe schoonmoeder, en uw zwager uw vader! O Eddie, wat een raren toestand zal dat ge ven". „Dat komt alles terecht", beweerde Edmond ..maar toch ben ik bang met mijn aanzoek voor den dag te komen. Meta, jij bent nog zoo jong. en je zult eenmaal zoo rijk worden, zouden ze mij niet afwijzen?" „Ik hoop van neen", zegt het jonge meisje weemoedig, en dan voegt ze er vastbesloten aan toe: .Als zc mij verbieden met Jou te trouwen, Edmond. dan neem ik toch nooit een ander. Mag ik geen Meta Howard worden, dan zal ik als Meta van Raven sterven, dat zweer ik je!" Lang nog zaten ze samen rustig ter neder op het geurige mostapijt. Ze herdachten met elkander hunne kinderjaren, die prettige va- canties, welke ze op Slotenburg hadden doorgebracht, en daarna de jaren van schei ding. „En onophoudelijk sprak ik over je", zcide Meta, „en noch papa. noch mijne grootouders hebben me ooit verboden om veel van je te houden, je zult zien Eddie, *t zal heusch mee vallen. Maar we zullen nog wel lang. heel lang moeten wachten, want grootma zegt altijd, dat mijn moeder veel te jong was, toen zij trouwde, en die was toch al negen tien". „In GodS naam, dan wachten we maar zoo lang". antwoordde Edmond; maar misschien zal je vader wel wat toegefelijker zijn, die heeft je moeder ook al jong genoeg gevraagd, dat. heeft hij me zelf meer dan eens verteld". Plotseling zag Edmond met schrik op zijn horloge, dat het al ruim vier uur was. en ze zich dus moesten haasten om terug te keeren wilden ze niet te laat aan tafel komen. Een groot punt van overweging was het nu nog of ze iets zouden zeggen of niet. Edmond vond het verstandiger te wachten tot den dag voor zijn vertrek, voor t geval men zijn aanzoek minder gunstig zou opnemen; Meta daarentegen beweerde, dat het eerijker was er dadelijk voor uit te komen, en vreesde te vens, dat zij zich toch onwillekeurig zou ver raden. Ze besloten daarom te zien hoe het loopen zou, en daarnaar te handelen, maar toch voelden geen van beiden zich op hun ge mak, toen zij de oprijlaan bijna ten einde waren en het huis in het gezicht kregen. De belde oudelui Van Sloten en de heer en mevrouw Van Raven waren reeds in de eet kamer vereenigd, toen Edmond en Meta haastig kwamen aangestapt: de eerste met doffen blik naar den grond ziende, het jonge' meisje mei hoogroode kleur en vroolijke. le vendige oogen. „Neemt u het ons, wat ik u bidden mag, niet kwallijk", zeide Edmond met haperen de stem: „we maakten een groote wandelng en zijn daarenboven nog even verdaald'. „Jullie zijt een paar ondeugende bengels en nooit ga je samen meer uit", zeide de ba ron schijnbaar barsch. .Maar grootpapa", begon Meta. doch da delijk daarop barstte ze in tranen uit. „Hoe nu", zeide de baron „jij huilen en Edmond ook al met een 'gezicht, alsof hij geen tien kan tellen. Wil ik jullie eens zeg gen, wat ik geloof? Die jonge dokter Howard hier heeft mijn kleindochtertje wat onzin in 't hoofd gepraat, haar gesproken van „eeuwi ge liefde", en van „niet zonder haar te kun nen leven" enz. enz. en Meta. die natuurlijk op haar zestiende jaar er niets van begrijpt, heeft hem geantwoord, dat- ze nog veel liever met de pop speelt dan naar liefdesverklarin gen te luisteren, nu zeg eens, heb ik geen gelijk?" ..Neen. grootpapa", zeide Meta. „u hebt geen gelijk, althans niet geheel en al. Ik be grijp best. wat. hij mij zeide, en ik weet ook wei. dat ik nog te jong ben, maar later, u weet allen toch wel. hoeveel ik mijn ge- heele leven van hem heb gehouden. Groot pa. u zijt altijd zoo goed voor uw stout klein dochtertje geweest, help me nu ook eens en maak. dat ze niet boos op Edik bedoel op oom Edmond zijn". „Jawel", viel nu de oude mevrouw in, „we begrijpen het best, het „oom" wordt al ver geten. Edmond, mijn jongen, waarom heb je het kind nu al het hoofd op hol gemaakt? Dat dit eens komen zou, daaraan geloof ik. twijfelde niemand, maar had haar eerst haar jeugd nog wat laten genieten: wat zegt gij er van Van Raven? en gij Ellen? Gij bei den hebt toch de beslissende stem!" „Moeder", zeide van Raven. „Emilie was zeventien, toen ik haar vToep dus slechts voor dat êéne jaar kan ik Edmond een ver wijt maken, maar verder heb ik van mijne zijden geen enkel bezwaar Aan niemand ter wereld sta ik mijn kleinood zoo gerust af als aan jou, mijn jongen, maar ik word dan je vader, inplaats van je zwager, respect dus hoor!" „Eddle", fluisterde Ellen, „laat mij de eer ste zijn. die je gelukwenscht met zulk een schat, die je keuze zegent uit naam onzer dierbare ouders; jongenlief, ge weet niet hoe ik gebeden heb, dat dit geluk je eenmaal mocht te beurt vallen, hoe angstvallig ik ge waakt heb over Meta's jeugd, ook grooten - deels om jou; en hoe zalig mij 't vorige jaar uw woorden klonken: „Als ik ooit trouw, en dat geve God. dan zal 't met iemand zijn, die ik van hare jeugd af ken". „Dus 't mag," riep Meta nog even kinder lijk. alsof het een pretje gold. ..Papa. mag ik Edmond zeggen, en mag hij mij een kus geven? ik heb straks gezegd: niet voor Pa en Ma 't goed vinden". „Dat was heel verstandig mijn klein meis je", zeide van Raven ernstig; „gij weet vol doende. dat wij goedvinden wat tot uw ge luk kan dienen, en als wij iets verbieden, meen dan zeker, dat uwe ouders voor uw welzijn handelen. Maar Edmond, geef haar nu in 't bijzijn van haTe grootouders en ouders den eersten kus, en beloof haar. dat ge haar nimmer zult vergeten, haar eeuwig trouw zult blijven en haar levep mooi en gelukkig zult maken". Terwijl Edmond opstond om deze voor hem zoo aangename opdracht te voldoen, riep Meta guitig: „Dat hebben we elkaar al acht Jaar geleden beloofd". „Ja, in 't bosch bij den vijver", vervolgde Edmond, „van af dat oogenblik. heb ik reik halzend naar dit uur uitgezien". «En ik was zoo bang", betuigde Meta. ..dat je in Leiden voor grootere dames, je school meisje zoudt vergeten". Terwijl allen zich vermaakten met deze naïeve bekentenissen, zeldc Van Raven fluis terend tot den ouden heer: „Papa. Meta zal éénmaal rijk. zeer rijk wor den. en Edmond bezit bijna niets. Dit is eene zaak. waarin u feitelijk meer recht van be slissen hebt dan ik; vindt u niet, dat Meta hare elschen hooger kon stellen? Door mijn zwager zijn geluk zoo van harte te gunnen, vindt u wellicht, dat ik Meta's belangen be nadeel". „Neen Willem", zeide de baron eveneens op gedompten toon: „Edmond neemt Meta uit liefde, dit weten we allen; later zou een an der haar wellicht uit berekening huwen, stel nog, dat uwe dochter, wat ik niet geloof, Edmond zou. willen opgeven. Ik eerbiedig uwe opvatting, en 't doet me ecnigszins leed. dat Slotenburg nu mettertijd of ledig zal staan, of in andere handen overgaan, maar enfin, dat ls van la'ere zorg; voorloopig ben ik maar in mijn schik, dat ik van mijn beide pupils zoo goed afkom!" Nog nooit was op Slotenburg aar. een diner zoo weinig eer aangedaan als heden. Bijna niemand had iets gebruikt, zoodat Hendrik, toer. hij de schotels, a'.len voor meer dan de helft gevuld, in de keuken terugbracht, de opmerking maakte: „Er is zeker iets niet in den haak binnen: de arme jonge dokter treit het niet voor zijn eersten dag hier". Doch toen de tafel afgenomen was. begon nen pas de eigenlijke beraadslagingen. In principe werd het engagement van Edmond en Meta goedgekeurd en toegestaan, zelfs werd kleine Koenraad even geroepen, om hem te vertellen, dat oom Edmond de toe stemming gevraagd had om Meta later van Slotenburg weg te halen en mede te nemen r.aar zijn huis. waarop het kleine kereltje. „Oom Edmond. heel stout'' noemde, want Meta was zijn afgod en had beloofd, dat zij. als zc van schooi af was, veel met hem zou spelen. t Wordt vervoèg<W

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9