DE moww
De Vrouw in de XXe eeuw.
linrveakad:
TEGENSTRIJDIGHEDEN.
ABR. MEIJER
x
HAARLEM'S DACBLAD
DONDERDAC 16 JUNI 1932
WhTE -pr^L-
Het gebeurde, dat ons werd aangekondigd:
„Kinderen, vanavond komt tante „Prul".
„Tante Prul" dat klonk in de ooren van de
familieleden even gewoon als tante Marie of
tante Mien. Maar wij, die den naam voor het
eerst hoorden, vonden hem nog al zonder
ling. Wie tante Prul zou wezen? Zeker nog
een heel Jong tantetje, een spring-in-'t-veld
van amper twintig. Waarschijnlijk hadden
haar nichtjes haar dit liefkoozende naam
pje gegeven.
Maar 's avonds arriveerde tante Prul
en we hadden groote moeite ons goed te
houden. Want tante Prul was den middel
baren leeftijd al gepasseerd, ze was vrij groot
en heel dik, ze droeg het haar in een voor
historisch knoetje. We durfden elkaar niet
aankijken als we haar met een dood-ernstig
gezicht ..Prul" hoorden noemen.
Toch was tante Prul een verstandige, ge
zellige vrouw en niemand zou haar ook maar
even belachelijk hebben gevonden, als ze bij
voorbeeld Clara of Jeanne geheeten had. Mis
schien heette ze ook wel zoo. Maar in haar
eerste levensjaren was haar een bijnaam
toegedacht. En dien bijnaam had ze behou
den, als jong meisje, als getrouwde vrouw,
als moeder. En als ze grootmoeder is
Stel je voor: een grootmoeder, die Prul heet!
Het is niet makkelijk iemand een passen
den naam te geven. We worden als kleine
wichtjes ten doop gehouden, niemand kent
nog ons karakter, niemand ons toekomstig
uiterlijk. Maar de gelukkige ouders denken
een heeleboel te weten. Het pas geboren
dochtertje is zoo'n prachtige baby.... ze moet
Bella heeten. Maar snoezige baby's worden
niet altijd mooie menschen. En het is niet
prettig je als Bella voor te stellen, als je verre
van mooi bent; Je weet. dat er grapjes over
gemaakt worden. En dan het kleine, nietige
jongetje, dat Rex heet! Zijn vader verwacht
te alles van hem, daarom gaf hij hem dien
koninklijken naam. De arme Rexje wordt er
door zijn vrienden flink mee geplaagd.
Nee, zoo'n bijzondere naam die bepaalde
eigenschappen aangeeft, is gevaarlijk. We
kunnen beter neutraal blijven: wat niet wil
zeggen, dat we ons tot Jan, Piet en Klaas
hoeven te beperken. Maar geen namen die
het kind later belachelijk kunnen maken!
Gelukkig bestaan er niet veel dergelijke
namen. Elke naam heeft wel zijn beteekenis
maar die beteekenis is niet zoo algemefn be
kend, dat wo er bij het hooren van den
naam dadelijk aan denken. We zien er een
„Greet" niet op aan, dat ze als Margaretha
een parel behoort te zijn en zelfs namen als
Maja en Flora doen niet direct aan hun her
komst denken.
Maar daar zijn de bijnamen! Zoo begrij
pelijk, dat ze gegeven worden. Kun je dien
kleinen rosen baby in de wieg nu maar ge
woon Karei of Anton of Louis noemen, net
of hij al een groot mensch is? Nee je zegt
Broertje of Puckie of Prulletje.Dat
klinkt veel liever. Maar ouders vergeten wel
eens op te merken, dat baby op een gegeven
moment geen babi,' meer is, dat hij uitgela
chen wordt om zijn „mallen naam". Soms
schaft „baby" dien naam dan zelf af. „Ik
heet geen Ven tie, ik heet Theo", verkon
digt hij resoluut. Maar andere babys zijn
minder doortastend en zoo ontstaan dan de
veertigjarige Broertjes en Zusjes, de Puckies
op leeftijd, de Oma's die Prul heeten. Voor
de naaste omgeving is dat niet gek. een naam
gaat nu eenmaal bij iemand hooren. Maar
op vreemden maakt het al een heel lach-
wekkenden indruk.
Een lief, speciaal naampje voor de baby,
goed. Maar dan ook alleen voor de baby,
later moest de bijnaam afgeschaft, worden,
tenzij hij werkelijk het uiterlijk of het ka
rakter van het kind buitengewoon typeert.
Dan kan het wel eens leuk zijn, als het ten
minste geen spot inhoudt.
Maar bewaar uw kinderen er voor om la
ter als „tante Prul" den lachlust op te wek
ken!
BEP OTTEN.
Leidraad voor Nederlandsche Meisjes.
„Het Is zoo moeilijk", zuchten de ouders,
„de meisjes weten zelf dikwijls niet wat ze
willen, en als ze iets kiezen, latèn ze zich
leiden door verkeerde beweegredenen, zoodat
ze later berouw, krijgen, en als er inspanning
wordt gevraagd veelal niet wordt afgemaakt,
wat zij begonnen".
En toch ontslaat dit de opvoeders niet van
den plicht al, wat in hun vermogen is te
doen, om het meisje in staat te stellen, zich
niet te vergissen, of terecht te komen op de
plaats, welke haar eenigszins kans biedt
levensbevrediging te vinden.
„Eenigszins" het volmaakte is niet voor
ons onvolmaakte menschen. Dit moet de op
voeding haar al vroeg doen begrijpen, maar
daarnaast beproeven haar de beste gelegen
heid te bieden tot ontplooiing van al haar
gaven, tot harmonische ontwikkeling, d.w.z.,
dat haar fysiek niet groeit ten koste van
haar geestelijk leven, dat haar verstand,
haar gemoedswezen niet overheerscht, dat
er niets in haar is. dat kunstmatig wordt
onderdrukt., niets dat wordt geforceerd. Het
is wel moeilijk en stelt den ouders wel hooge
eischen, maar zij hebben immers hun ver
antwoordelijkheid ten opzichte van hun
kind, zij moeten leiding geven, volgens hun
beste weten, met de inspanning van al hun
krachten.
Door steeds mee te leven, kunnen zij we
ten, wat er sluimert in het jonge meisje, of
de wensch verpleegster te worden voortkomt
uit het verlangen zich te offeren of uit de
stille verwachting met jonge dokters in aan
raking te komen; of de droom, tooneelspeel-
ster te worden te danken is aan een diepen
kunstzin of voortvloeit uit zucht naar roem;
of het meisje door modenavolging, voor
spiegelingen van een vriendin, avontuurlij
ken zin, ijdelheld of andere onbetrouwbare
motieven wordt bewogen, è,ls zij zich voor
stelt te studeeren, journaliste te worden, bij
het onderwijs te gaan, of eeni^en anderen
bekenden weg te volgen, waarvan zij intus-
schen maar een paar rustpunten ziet en
niet de bezwaren, niet de inspanning en vol
harding, welke worden verlangd, om het doel
te bereiken.
Zoo mislukken er zoovclen, en de twijfel
komt, of het niet beter is, dat. het meisje
haar geluk zoekt in werken bij kinderen of
in de huishouding, haar eigenlijke bestem
ming immers.
Inderdaad er zijn vele meisjes, die zich het
gelukkigst voelen, als zij met- kleuters mogen
spelen, en anderen, die graag 'iefhebberen in
koken, of fraaie handwerken. Maar lang
niet alle vrouwen zijn geboren moeders, al
ontwaakt bij zeer velen het moedergevoel,
als zij het eigen kindje in de armen koeste
ren; lang niet alle vrouwen zijn geboren
huisvrouwen, al redden zij zich, als zij voor
man en kind een home moeten scheppen.
Wat zij met meer of minder welbehagen
doen uit liefde voor haar naaste omgeving,
krijgt een anderen aanblik, als het moet ge
schieden in afhankelijkheid, bij vreemden,
waar zij wel de lasten van de huishoudelijke
taak, of van het moederschap mogen dra
gen. maar de lusten voor de eigen vrouw en
moeder zijn. En daarom kan men niet vol
houden, dat het beter zou zijn. als alle jonge
meisjes alleen werk zochten in het gezin.
Om "het meisje in den arbeid wezenlijk
levensbevrediging te schenken, moet die ar
beid met haar aanleg overeenstemmen, moet
zij de ruimst mogelijke keuze hebben uit alle
denkbare beroepen, waarvan vele ouders en
dochters het bestaan niet kennen, laat staan
de mogelijkheden. Vandaar de noodzakelijk
heid van voorlichting bij de beroepskeuze
door bevoegden, die op de hoogte zijn, van
al wat er vast zit aan een beroep en in alle
opzichten raad kunnen geven.
Toe te juichen valt in verband hiermede
een uitgave als de leidraad voor Nederland
sche meisjes bij de keuze van een beroep,
door Anna Polak, directrice van het Nat.
Bureau voor Vrouwenarbeid. Al zou naast
dit schriftelijk résumé van de voor meisjes
openstaande beroepen, met de vooruitzichten
en mogelijkheden van opleiding, een mon
delinge persoonlijke voorlichting altijd ge-
wenscht blijven, niet leder kan die in haar
stad vinden, en in elk geval geeft dit boekje
reeds de eerste aanwijzingen, welke de be
trokkene een beetje wegwijs maken, om uit
te maken, wat volstrekt ongeschikt is, wat in
aanmerking komt. om nadere inlichtingen
te vragen, bij de gestudeerde vrouwen: het
Nat. Bureau zelf, de bureaux van beroeps
keuze of comités der Soroptlmistclubs.
„In verschillende opzichten moesten we
wegens gebrek aan ruimte beknopter zijn,
dan we ten behoeve der belanghebbenden
wel hadden gcwenscht", lezen we in de inlei
ding bij de leidraad. Omtrent de werkzaam
heden aan het beroep verbonden moest men
kort zijn. Wie reeds gedeeltelijk heeft beslo
ten. wat haar het moest trekt, kan zich bij
een vrouw, die het beroep door en door kent,
door de Soroptimisten aan te wijzen, laten
vertellen, wat van haar kan worden geëischt.
Hoofdzaak is, dat zij meer inzicht krijgt in
de beroepen, de eischen van opleiding, den
duur daarvan, de kosten, de arbeidsvoor
waarden. Alles kan tegenvallen, maar wie
zoo degelijk mogelijk is voorgelicht zal eer
der juist kiezen, dan wie op goed geluk be
gint. Mislukking be teekent voor den mensch
een verlies aan zelfvertrouwen, waarover de
meesten niet of slechts langzaam heen
komen. In een tijd, dat de markt zoo overla
den is, mag dit zeker niet worden gewaagd
In de leidraad worden achtereenvolgens
behandeld; Beroepen van huishoudelljken
aard waaronder zoowel huishoudster, als
gezelschapsdame, directrice in een opvoe
dingstehuis, hotelhoudster, buffetjuffrouw,
etc. worden gerekend. Dan beroepen op het
gebied van Opvoeding en Onderwijs, waarbij
aan elk gebied van Onderwijs is gedacht. Ook
de directrice van een Volkshuis is hier bij op
genomen. Wij zouden dit eerder maatschap
pelijk werk achten, maar over verschil in
opvatting met betrekking tot de rubricee
ring zullen we hier niet spreken. Vervolgens
komen verpleging en verzorging; de beroepen
in den handel en op kantoor: dan 1n-
dustrieele beroepen: beroepen op het gebied
van de nijverheidskunst; technische beroe
pen; beroepen samenhangend met land- of
tuinbouw-ambtelijke betrekkingen; maat
schappelijke beroepen: beroepen waarvoor
wetenschappelijke vorming wordt verelscht;
beroepen op het gebied van letteren en kunst.
Elk dezer rubrieken heeft een zeer ruime
onderverdeeling, maar ook deze plaatsruimte
laat niet toe. hierop nader in te gaan. We
wilden slechts de aandacht vestigen op de
uitgave, waarvan thans de 5e druk is ver
schenen, welke tegen betal'ng bij het bureau
van Speykstraat. 30 ls te verkrijgen. De ken
nis van het. wijde arbeidsveld kan vele meis
jes helpen bij de moeilijke beroepskeuze.
EMMY J. B,
ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON.
Dit aardige strandjurkje is uit imprimé
mousseline Het patroon Ls a f 0.75 ver
krijgbaar In de maten 88, 86 en 104 cM- bij
de Ui tg. Mij. „De Mijlpaal", Postbox 175.
Amsterdam. Giro 41632. Lezeressen worden
vriendelijk verzocht, bij bestelling tegelijk
met het no. 7137, ook de maat op te geven.
Betaling kan ook in postzegels of per post
wissel geschieden.
LcJp voor de
Wie kent niet deze narigheid?nauwe
lijks heeft men zijn pasgewasschen en ge
streken ondergoed met moeite netjes op
stapeltjes in de kast gelegd, men neemt zoo
voorzichtig mogelijk een stuk van een sta
peltje af, alles glijdt weer door elkaar en
men kan van voren af aan beginnen. En al
deze narigheid is volmaakt overbodig.
Iedereen heeft wel een paar stukken oud
karton en gebloemde lappen of iets derge
lijks. Men snijdt uit het karton een aantal
stukken van 25 a 35 c.M en overtrekt die met
stof. De lappen knipt men dubbel, vouwt ze
aan een smalle kant en zoo. dat ze overal
3 a 4 c.M. oversteken. In het midden der
lengtekanten naait men bandjes of zijden
linten, die ongeveer 50 c.M. lang moeten zijn
Men legt het oude goed nu netjes soort, bij
soort op stapeltje en elk stapeltje krijgt zijn
eigen plankje, waarop het stevig vastge-
strikt wordt. De linnenkast zal er nu zeker
prettiger uitzien.
Elk leven bestaat uit tegenstrijdigheden,
die maken, dat het geheel in evenwicht blijft.
Dikwijls is dat lang niet prettig, maar men
kan toch meestal duidelijk opmerken, dat
een al te eenzijdige levensbeschouwing uit
zijn voegen raakt, omdat er te weinig wrij
ving in is.
Precies zoo is het met de verhouding van
de menschen onderling: men waagt zich
vaak af, hoe het mogelijk is. dat A met B
omgaat, terwijl er zoo n enorm verschil in
karakter en aanleg bestaat. Juist dat groote
verschil maakt die omgang echter mogelijk,
de karakters vullen elkander onwillekeurig
aan. terwijl menschen die vrijwel gelijk ge
stemd zijn (want iets verschillend is men
natuurlijk altfjd), op den duur niets meer
aan elkaar vinden omdat er al te weinig
wrijving is.
Zoo kunnen niet alleen goede bekenden
elkaar uitstekend aanvullen en in even
wicht houden, maar ook verschillende onder
vindingen, die men zelf dagelijks opdoet,
kunnen door hun tegenstrijdigheid opvallen,
zelfs al hebben de betrokken personen niets
met elkaar te maken.
Voor mij ligt een brief van een bekende
die aan een harer familieleden een cadeau
wil geven ter gelegenheid van een twintig
jarig huwelijksfeest. Maar ze is practisch. en
dus overweegt ze: bloemen zijn in den zo
mer gauw verlept, een taart wordt meestal
door de visite opgegeten, mijn familielid
heeft 't erg moeilijk in financieel opzich*.
ze doet de wasch heelemaal zelf., dus geef ik
haar een wringer. Maar een nieuwe is me te
duur. en zoo zal het dan een goede tweede-
li andsch worden.
Dat is een vorm van proza, die wel zoo ver
mogelijk van elke poëtische uiting staat, wel
ke men toch bij een geschenk ook in beschei
den vorm wel eenigszins verwachten mag.
Maar de tegenhanger daarvan vormt een
enthousiaste brief van een ander over een
bundeltje gedichten, die haar getroffen nad-
den, en zij meende nu, dat. alle menschen,
die tegenwoordig in moeilijkheden zijn, dit
bundeltje behoorden te lezen, om zich te ia-
ten opheffen uit den nood, waarin zij geraakt
waren.
Dit is een macht toekennen aan de poëzie
des levens, welke zij niet bezit, en het is een
veronderstelling, die zeker niet zal opgaan.
Een andere vrouw haalt, haar schouders op
over een kennis, die haar bericht heeft, dat
zij er eens „uit" moet voor een weekje, om
weer op haar verhaal te komen. Dat kan zij
zich niet begrijpen, de kennis is gelukkig
getrouwd, heeft een klein gezin, en zou over
vermoeid zijn? Waarvan. En zij schept wat
op over alles, wat zij zelf kan doen zonder er
iets noemenswaard van te bemerken, zij pro
beert de andere wat van haar eigen vitaliteit
te geven, je moet toch niet zoo gauw bU de
pakken neerzitten.
Totdat tenslotte blijkt, dat de zwakkere
niet alleen lichamelijk maar ook geestelijk
oververmoeid is. en door een enkele week vol
slagen rust geheel verfrischt weer kan begin
nen aan 1-1 aar dagtaak.
Ais die tegenstrijdigheid tusschen een
zwakke en een sterke er niet was. zou de
sterke al te zelfgenoegzaam en de zwakke al
te verslagen worden; juist doordat do sterke
de zwakheid ziet van een ander moet zU
zich in haar toestand van hulpeloosheid prc-
beeren te verplaatsen, terwijl de zwakke de
krachtige niet louter als opschepperige ma
terialist? mag beschouwen.
Zoo zijn er in deze moeilijke tijden opge
wekte en sombere vrouwen, en daarmee be
doel ik dan niet, do opgewekte Zondagskin
deren, wie nooit iets tegenloopt, noch de
sombere, zwaarmoedige en ongelukkige %tou-
wen, want voor haar is de opgewektheid aan
de eene zijde, en de somberheid aan de an
dere bijna een onontkoombaar iets. Maar
onder de velen, die met moeilijkheden te
kampen hebben ten wie zijn dat- niet) zijn
er ook nog opgewekte en sombere, zelfs meer
malen zijn de eerste in moeilijker omstandig
heden dan de tweede.
Zeker, ik ontmoet ook liever de eerste dan
de laatste, maar zouden er niet omstandig
heden kunnen zijn. die de buitenstaanders
niet kennen, waarmee zij ook niets te maken
hebben, en die toch een fatalen Invloed kun
nen uitoefenen.
Natuurlijk valt uit dit alles niet te 'conclu-
deeren: dus Ik kan met iede.reen bevriend
zijn, die een ander karakter heeft dan ikzelf;
voor vriendschap zijn nog massa s andere
eigenschappen en gevoelens noodig, die hier
mee niets te maken hebben.
Maar het kan ons wel leeren, om beter de
beweegreden van de daden van anderen te
doene begrijpen, en haar daardoor gemakke
lijker dingen te vergeven, die ons persoonlijk
onaangenaam zijn.
E. E. J.—P.
COSTUUMPJES VOOR
KOELE DAGEN.
In ons wisselvallig klimaat kunnen wc
niet steeds volgens den kalender gekleed
gaan en Juist voor die enkele koele dagen en
avonden, zijn de costuumpjes, die we hier
onder zien, wel bijzonder geschikt. Het eerste
figuurtje toont ons een cleganten mantel uit
soepele tweedstof met. hoocen afsta and en
kraag en groote, in het midden vastpehou
den manchetten. Op het middelste figuurtje
zien we een kort. manteltje met opstaar.dcn
kraag en een eenvoudig rokje me* twee voor-
plooien. De Sehotsehgeruite sjaal is rondom
door den kraag getrokken. Mutsje en hand
schoenen zijn uit hetaelfdc materiaal ver
vaardigd. Rechts zien wc eer eenvoud ieen
tweedmantel met opgestikte zakken en rui
me manchetten.
INGEZONDEN MEDEDEKLINGEN.
a 60 Cts. per regel.
WEEKNIEUWS
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
Eindelijk echt lekker zomerweer! En
de tijd voor het baden is dus toeer aan
gebroken. Hebt U onze bad-étalages al
eens bekeken?
Wat een keurcollcctie van kleuren
brengt ons dit seizoen.
De bekende Ribana badcostumes, de
badmantels, mutsen en schoenen zijn
fleuriger dan ooit. Daarbij hebben wij
in al deze artikelen een zeer uitge
breide sorteering.
Ook in strandpyjama's voor dames
en kinderen zult U bij ons uw keus
kunnen maken.
NIEUWE JURKJES.
We toonen U hier enkele alleraardigste
modelletjes. 7. Een mousselinen jurkje met
ondergewerkt, wit vestje. 2. Is wel typisch
landelijk. Rokje van dunne tweedstof en
manteltje met klein schootje. 3. Dit man
teltje is gemaakt van dunne wolcrêpe en
kraag, revers en onderkant zijn geboord
mete smal laklint. Ook op het hoedje dient
laklint als garneering. 4. Een namiddag
jurkje uit donkere, lichtgenopte stof, met
pofmouwtjes, een eenvoudig klokrokje, ge-
plooiden georgetten kraag. 5. Effen casa-
que-blouse met pofmouwtjes en lmprlmc-
rokje. Bijzonder aardig is hier het kraag-
modelletje. 6. Jurkje van crêpe de Chine.
De geplisseerde pelerine wordt door den
kleinen iets-afstaanden kraag, die aan dc
voorzijde tot een strik wordt geknoopt, vast
gehouden. 7. Origineel costuumpje uit ge-
nopje jersey. Groote revers aan de rechter
zijde en een knoopjesgarneering. die tot ver
onder de ceintuur doorloopt. Het rokje is
van de knie af geplisseerd.
Bij de veelzijdigheid, die dc zomermodc
ons biedt, zal het werkelijk niet moeilijk
zijn een keuze te doen.