FREDERIK VAN EEDEN.
HAARLEM'S DACBLAD VRIJDAC 17 JUNI 1932
VIERDE BLAD
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct*. per rejreL
LETTEREN EN KUNST.
Tn den ouderdom van 72 jaar is Donderdag1
middag om ruim half vijf op „Walden" te
Bussum na een zeer langdurig lijden over
leden de letterkundige dr. Frederik van Eeian.
Frederik van Eeden was Haarlemmer van
geboorte. Zijn vader was F. W. van Eeden,
een groot liefhebber van bloemen en planten
en verzamelaar van mooie en zeldzame din
gen.
V V i
De jonge Frederik van
Èèden hielp zijn vader in zijn jeugd met het
rangschikken van de verzamelingen.
Frederik van Eeden studeerde ook niet ln
de letteren, zooals dikwijls verondersteld
wordt, doch in een aan de natuurlijke historie
nauwer verwante wetenschap, de medicijnen.
Hij liep college te Amsterdam en promoveerde
op een verhandeling over de voeding van
lijders aan tuberculose. Ten zeerste trok on
middellijk daarop zijn aandacht dt nieuwe
wijze van psycho-therapeutische behandeling
van zieken, welke in Engeland en Frankrijk
toepassing vond en hij associeerde zich met
dr. A. W. van Renterghem te Amsterdam om
deze geneesmethode in practijk te brengen.
Na eenigen tijd trok hij zich evenwel terug
om zich met nog meer liefde dan tot dusver
aan de letterkunde te wijden. Met Kloos, Ver-
wey, v. d. Goes en Paap behoorde hij tot de
oprichters van de Nieuwe Gids. Zijn fel paro
distische gedichtjes, uitgegeven als ..Gras
sprietjes van Cornelis Paradijs" zijn van
groote bekendheid. Om der wille van de
billijkheid heeft hij later amende honorable
gemaakt ten opzichte van enkele daarin aan
gevallenen. zooals J. J. L. ten Kate.
De meeste roem heeft Van Eeden onge
twijfeld verworven door ,.De Kleine Johannes"
wijsgeerig sprookje, vol van een fijne sym
boliek.
Ven Eeden's tooneelwerk houdt het beste
repertoire bij dilettanten, „De Student Thuis"
ls het bekendste, wij noemen verder .De
Broeders", ..IJsbrand", ,,Don Torriblo". ,JH»
Heks van Haarlem" is uitgevoerd door het
gezelschap Roy aards, ter inwijding van onzen
Stadsschouwburg aan het Wilsonsplein.
De latere verzen van dezen dichter hebben
jKn weemoedigen klank. De schrijver van
..Lioba' en de „Nachtliedjes" £s geneigd tot
groote somberheid.
Een waarlijk groot mensch was Van Eeden.
Is er mooier uiting van zijn geloof ln de men-
schen denkbaar, dan de stichting van
..Walden", de landkolonie te Bussum, waar
voor hij zïch de grootste opofferingen getroost
heeft? Zeker lag de schuld niet. bij hem. toen
de onderneming op communistischen grond
slag een mislukking werd. De mislukking heeft
hij niet alleen eerlijk erkend, hij heeft er ook
de reden van opgegeven: zoo weinig men-
schen onder hen, die hij er mee had willen
dienen, kenden de grenzen hunner bekwaam
heden.
Toch liet hU zich door dit resultaat niet
ontmoedigen. In lateren tijd werkte hij met
evenveel ijver als vroeger voor Walden aan
een Amerikaansch kolonEsatieplain, dat de
bedoeling had om aan bekwame vaklui, tuin
ders en bloemisten, die zelf over een kapitaal
tje van duizend dollars beschikten ,een onaf
hankelijk bestaan te verschaffen te Wilming
ton in Zuid-Carolina.
In een interview, dat wijlen onze directeur
de heer J. C. Peereboom destijds met Van
Eeden had, getuigde de dichter van zijn opti
misme ten aanzien van het welslagen van
de onderneming. En zoo ook dit plan niet
verwezenlijkt is kunnen worden is dit te
wijten aan omstandigheden, die zelfs een
doortastende natuur als Van Eeden niet ten
zijnen gunste kon doen keeren. Want dat hij
zich geheel gegeven zal hebben om het te
doen slagen, is wel zeker.
Van de laatste tooneelwerken. welke Van
Eeden's hand deed verschijnen noemen wij
.Jsmea" een tooneelspel en „Kinderen Gods",
een. drama.
Op den 3den April 1930 vierde dr. Frede
rik van Eeden zijn 70ste verjaardag.
Onze tooneeimedewerker, de heer J. B.
Schuil, schrijft over Frederik van Eeden:
Van de tachtigers is Frederik van Eeden
voor het tooneel wel verreweg de belang
rijkste, ja eigenlijk de «enige belangrijke
figuur geweest. Terwijl alle tachtigers zich
afzijdig hielden van dc dramatische kunst,1
heeft Van Eeden reeds als jonge man voor
hettooneel geschreven en zijn dramatisch
oeuvre neemt een zeer voorname plaats in
onze tooneel litteratuur in. Ook door zijn
tooneelwerk heeft de nu gestorven dichter
de bewijzen gegeven van zijn groote veelzij
digheid.
De liefde voor het tooneel van Frederik
van Eeden was te merkwaardiger omdat die
bij zijn tijdgenooten vrijwel ontbrak, althans
zelden of nooit tot uiting kwam. De dra
matische kunst was voor de tachtigers wal
de stiefzuster onder de Kunsten. Wanneer
wij nagaan, wat er in die jaren aan oor
spronkelijke tooneelwerken geproduceerd
werd, is die geringschatting van het tooneel
te verklaren,~al zou hierin waarschijnlijk on
middellijk verandering zijn gekomen, wan
neer er onder de tachtigers eenige dramati
sche dichters waren geweest. Frederik van
Feden was echter de eenige onder hen met
dramatischen aanleg, al bezat hij dan ook
niet „le don du théatre" van een Heijer-
mans. Van Eeden heeft ongetwijfeld zeer
veel ook op dit gebied gepresteerd, maar hij
was als lyrisch dichter toch belangrijker dan
als dramaturg.
Om te bewijzen, dat Van Eeden ook als
dramaticus een vooraanstaande plaats in
ons land heeft Ingenomen, behoef ik hier
slechts een opsomming te geven van de door
hem gepubliceerde en gedeeltelijk ge
speelde dramatische werken. De klucht
..Frans Hals" was het eerste tooneelproduct
van dezen oud-Haarlemnier. Op ouderen
leeftijd zou Van Eeden nog eenmaal den
beroemden Haarlemmer tot een der hoofd
personen van een tooneelspel „De Heks
van Haarlem'' maken. Na Frans Hals
volgden Van Eeden was toen nog zeer
jong en de dichter van de Grassprietjes
kon nog lachen de blijspelen „Het
Poortje of De Duivel te Kruimelberg", „Het
Sonnet", „De Student thuis" o.a. gespeeld
door Royaards in 1912 en verreweg het
beste uit deze eerste periode „Don Torri-
bio". Al deze stukken verschenen tusschen
1882 en 1887.
Gedurende eenige jaren schrijft Van Eeden
dan niet meer voor het tooneel. Wel geloof
de hij in de kracht van het tooneel. zooals
duidelijk blijkt uit één van zijn brieven van
1890.
„In Johannes" zoo schreef hij „dat
niet anders is dan een reeks visioenen en
gedachten, verwaarloos ik al het reëele da-
gelijksche. In mijn comedies wil ik dat juist
brengen de botsing van het ideëele met
het werkelijke leven. Daardoor zullen die ook
komiek en potsierlijk worden. Dat ls nood
wendig.
Ik ben van plan nog verscheidene come
dies te maken, als 't lukken wil. Het komieke
is een groote kracht het is iets nood
wendigs voor wie groote dingen wil brengen
in een gewoon menschelijk wereldje. Tus
schen mijn lyrisch werk moeten de come
dies noodzakelijk komen als 't gevolg van de
botsing met de realiteit. De hoofdzaak voor
een schrijver ls, dat hij zijn eigen geest
onder de menschen doet gelden dat hij
hen laat zien, wat hij is en wat hij mooi
vindt. Ik stel echter romans niet hoog; ze
zijn niet direct, niet waar het zijn nooit
zuiver fantasieën, altijd bedenksels met op
sieringen, onnoodlge bijvoegsels, inklee
dingen. Verzen, brieven, memories, reizen,
dagboeken zijn mij liever. En het mooie van
karakterstrijd vind ik zuiverder in een
corriedie".
Dat hij desondanks ln dien tijd toch geen
komedies schreef, lag volgens zijn eigen
verklaring later, in het voorwoord bij „In
Kenterend Getij" gegeven in zijn gebrek
aan vertrouwen in het tooneel, zooals het
toen was. „Van 1889 tot 1905 bleef ik van
jineening, dat er van het bestaande tooneel
niets te wachten was en achtte ik het ver
loren moeite om voor zulk een instelling te
schrijven".
Toch kon hij zijn dramatischen aanleg
niet onderdrukken cn zoo schreef hij in 1894
„De Broeders", tragedie voor het recht, een
van zijn meest fantastische en grootsch op
gezette dramatische dichtwerken, dat hij
zelf echter nooit voor opvoering bestemd
heeft, waarom hij décor en mise-en-scène
verving door epische poezie, die zooals hij
zelf schreef „door geen technische
eischen in haar fantasie werd belemmerd".
Al heel spoedig daarop in 1896 ver
scheen „Lioba", drama van trouw, volgens
mij naar vorm en inhoud het mooiste, het
meest gave en dichterlijke tooneelwerk, dat
hij ons heeft nagelaten. Dan volgt er weer
een lange rustpoos, waarna hij met verdub
belden ijver na 1905 opnieuw voor het
tooneel gaat schrijven. Achtereenvolgens
verschijnen van zijn hand „De Zendeling",
„Minnestral" en „De Stamhouder", welke
stukken ..De Zendeling" en „De Stamhou
der" gaf hij uit onder den titel van „In
Kenterend Getij" geen van drieën ooit
zijn opgevoerd. En dan komt zijn grootste
eigenlijk zijn eenige werkelijke tooneel-
succes „IJsbrand" eveneens ln 1900 ge- i
schreven met onmiddellijk daarop de wel
gespeelde maar belde gevallen tooneel-
spelen „Het Beloofde Land" en „Het Palei*
van Clrcé". Weer volgt een rustpoos en dan
toont Van Eeden met zijn romantisch-
historische tooneelspelen „De Ileks van
Haarlem" en „De Bokkenrijder of Het
Skelet" een nieuwen kant van zijn rijk ta
lent. Het eerste en verreweg beste van
deze twee stukken mocht het in dc opvoe
ringen door Royaards in 1915 tot een aardig
succes brengen en heeft voor ons. Haarlem
mers, behalve het onderwerp ook nog in
ander opzicht historische waarde, omdat
met „De Heks" onze Stadsschouwburg in
September 1918 werd geopend
In 1922 ging Van Eeden over tot het
Roomsch-Katholieke Geloof. Uit deze laatste
levensperiode is mij slechts één tooneelwerk
bekend Ismea of De stervende Vlinder, dat
in 1923 door „Het Romantisch Tooneel" on
der leiding van Henri Brondgeest een enkele
maal werd opgevoerd. Met Ismea heeft Van
Eeden zijn dramatisch oeuvre afgesloten.
Zestien dramatische werkenmen zal
moeten toegeven dat Van Eeden onder de
Nederlandsche tooneelschrijvers der laatste
50 jaren een vooraanstaande plaats heeft
ingenomen. Maar zijn werk was zeer ongelijk
in waarde. In zijn beste tooneelwerken
Lioba, Minnestral, IJsbrand steeg hij soms
tot een hoogte, waar weinigen onzer drama
turgen hem hebben kunnen volgen, om dan
onmiddellijk daarop stukken te schrijven
zooals Het Paleis van Circe, De Bokkenrijder
en Ismea welke weer aan zijn dramati
schen aanleg deden twijfelen en alle reden
gaven tot afbrekende kritiek.
Over de kritiek heeft Van Eeden zich her
haaldelijk en niet ten onrechte be
klaagd. Ik meen. dat het Queriao is geweest-,
die eens in de felste bewoordingen te keer is
gegaan tegen de kleine criticasters, die nooit
iets van belang op litterair gebied hadden
gepresteerd en niet tot de knieën, ja zelfs
niet tot de enkels van een figuur als Van
Eeden reikten en die toch het recht meen
den te hebben dezen schrijver met de meeste
minachting te mogen behandelen en met
vuil te gooien, daarbij vergetend, dat Van
Eeden de dichter van De Kleine Johannes,
Ellen, Lioba en De Broeders was. Maar het
waren niet alleen de kleinen, die zich daar
aan schuldig maakten; de grooteren waren
er in voorgegaan. Het is waar, dat Van Eeden
maar al te vaak gemakkelijk vat op zich gaf
door de dikwijls valsche accenten in zijn
werk en zijn niet te ontkennen zelfvergoding,
die soms ook wel iets had van zelf-reclame.
Het persoonlijke element in Van Eeden's
werk heeft velen geirriteerd en men beant
woordde dit met kritiek, die al evenmin ob
jectief genoemd kon worden. Het is opmer
kelijk, dat een schrijver als Dr. J. L. Walcb
in zijn boek „Ons Heöendaagsch Tooneel".
waarin hij zoogenaamd alleen „indrukken"
wilde geven over ons tooneel, zijn rustig
qualificeerden toon onmiddellijk liet
schieten, zoodTa hij tot den dichter Van
Eeden kwam en plots fel persoonlijk en ha
telijk werd.
Nu de dichter gestorven is, zal men, zijn
werk overziende, tot de erkenning moeten
komen, dat hij ons ook op dramatisch ge
bied veel schoons heeft nagelaten. In zijn
jeugdwerken althans in Het Poortje en
Don Torriblo valt een fijne geest te on
derkennen, welke in dien tijd waarlijk op 't
tooneel maar zelden werd beluisterd. Van
Eeden was toen nog jong en kon jolig zijn
en van de wrangheid, welke zich later in zijn
IJsbrand openbaarde, was toen nog geen
sprake. Het waren stukken meestal van goed
aardlgen spot. met een zuiveren kijk op het
tooneel geschreven, en vooral Don Torribio.
dat den standenstrijd, van hoog standpunt
gezien, satiriek weergaf, verhief zich aan
merkelijk boven de stukken, welke in de ja
ren '80 in ons land op de planken werden
gebracht.
Zijn IJsbrand, waarin hij den strijd van
een droomer, een visionnair met de alledaag-
sche deels goedhartig-bekrompen, deels baat
zuchtige, egoïstische wereld geeft bereikt in
het laatste bedrijf in het gesprek tusschen
IJsbrand en den professor in de psychiatrie
een tragische hoogte als maar weinige
onzer Nederlandsche stukken en ls boven
dien in zijn weergeving van het Hollandsch-
burgerlijk milieu van een reallstisch-rake en
wrange teekenlng, zooals wU alleen maar
van een Heijermans kennen. IJsbrand dat
van al zijn werken het meest ook in
Duitschlar.d gespeeld werd. ls bovendien
zeer sterk tooneel.
Zijn Heks van Haarlem, waarin de zeker
heid van den schout Coussaert. die zijn
schoonzoon wegens landverraad aanklaagt,
evenzeer als waan voelbaar gemaakt wordt
als de zekerheid van den half waanzinnigen
Godsgezant Ds. Baltens, is een onderhoudend
stuk, dat in de sterke voorstellingen van
Royaards ook op het tooneel van krachtige
werking bleek te zijn en vooral indruk maakte
omdat Ven Eeden in een historisch stuk een
tijdsbeeld wist te geven, dat ook in het jaar
toen het werd gespeeld. 1914 actueel
was.
Maar boven al zijn dramatische werken
gaat volgens mij Lioba, zijn Drama van
Trouw, uit. In den dichterlijken vorm
vooral in de lyrische gedeelten herkennen
wij den teeren. naief-devoton schrijver van
De kleine Johannes en het geheel wordt
gedragen door den adel der hooce gedachte en
de distinctie van het dichterlijke woord, dat
in de hoogteounten van het drama van
sterk-dramatische kracht is.
Hoe mooi is soms de taal! Ik denk hier
bijvoorbeeld aan die prachtige regels, waarin
Harold zijn vertrouwen uitspreekt ln Lioba's
trouw;
Hong gansch mijn loodzwaar leven ln balans
tegen één zil'vren klank - drop van uw stem,
deze overwoog, 'k Vond dieper vastheid hiér.
'k Achtte eer al 't andre logen en een droom.
Het pleit waarlijk niet voor ons tooneel,
dat dit ontroerende en waarlijk dichterlijke
werk, behalve in een openluchtvoorstelling
door dilettanten op Duin en Kruldberg in
1914 en later ln een voorstelling door cadet
ten van de Koninklijke Militaire Academie te
Breda, nooit tot oovoering kwam. Wanneer
het tooneel in ons land op een zelfde hoogte
stond als bijvoorbeeld in Dultschland. zou
het niet denkbaar zijn geweest, dat de
zeventigste verjaardag van Frederik van
Eeden met een vertooning van een tooneel-
bewerking van de Kleine Johannes instede
van met een oovoering van zijn meest dich
terlijke tooneelwerk Lioba gevierd zou zijn
geworden.
Zou thans na den dood van Van Eeden de
fout niet kunnen worden goedgemaakt en
het werk nog niet ten tooneele kunnen
worden gebracht? Wij hooren te zelden de
stem van een dichter op ons tooneel en
dit zal toch zeker wel niemand kunnen ont
kennen een waarlijk dichter toonde Frede
rik van Eeden zich in zijn Lioba.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Concert der H. O. V.
Max Bruch 'heeft met zijn vioolconcert
op. 26 een gelukkigen greep gedaan: een
werk geschapen, dat niet alleen spoedig be
roemd werd, maar dat zich naast de concer
ten van Beethoven en Mendelssohn vermocht
te handhaven op het repertoire van alle
vicol-solisten. Met roden. Er zit vuur in en
gang en gratie; het ls brillant en bevat
mooie cantilenes; het geeft noch muzikale,
noch psychische problemen te ontraadselen.
Vergeleken met het dieper gedachte viool
concert van Brahms, heeft dat van Bruch
de beter aan de techniek van het soio-In
strument aangepaste schrijfwijze in zijn
voordeel.
De wijze waarop mevrouw Lida La neer vela
dit werk Donderdagavond vertolkte liet het
in vele opzichten recht weden'aren. Haar
spel bezit solistische eigenschappen; er zit
vuur, gang en gratie in en vindt dus in een
werk als dat van Bruch een geschikt object;
er zit eigen overtuiging en voldoende techni
sche beheerschlng in en overtuigt daardoor
den hoorder. Dat wil nog niet zeggen dat ik
in haar vertolking alles ideaal kon vinden.
Streekaanzet en positiewisseling kan ik me
nog mooier en gaver denken; haar instru
ment leek me voor de productie van een
groot toonvolume niet krachtig genoeg. In-
tusschen bleken de goede eigenschappen der
soliste verre te overwegen en mocht zij eer.
uitbundig succes boeken terwijl haar een
tweevoudige bloemenhulde aangeboden
werd.
Het orkest sloot zich op enkele minder ge
lukkige momenten na over het algemeen vol
doende bij de solopartij aan en voerde bo
vendien nog een drietal werken uit, die zon
der uitzondering van langen adem waren.
Smetanas symphonisch gedicht „In B: be
mens Wouden en Velden" is daarenboven
niet vrij van een inslag van populairen aard,
die licht tot platheid wordt: een voetangel,
waaraan de vertolking van Donderdagavond
niet geheel ontkwam. Het fugato liet aan
doorzichtigheid te wenschen over.
Van de „Slowaaksehe Suite" van Viterslav
Novak tevenals Smetana een Bohemer, van
wien we een mooi strijkkwartet hoorden^ is
het eerste deel vol stemming en goed geko
zen klank, het tweede deel bewegelijk, gees
tig en amusant, het derde schier eindeloos.
En ook het „Capriccio espagnol" van
Rimsky-Korsakow brengt de ontelbare her
halingen. die aan de Russische werken eigen
zijn. De frissche bries die na de nocturne van
Novak begon te waaien toen de Spaar.sche
gril z'n intrede deed voerde alras te vee', stof
met zich mede. zoodat we de oogen uit
moesten wrijven.
Hoewel Frits Schuurman als dirigent ver
meld was, stond dit concert onder leiding
van Mar Sn us Adam. Met was vrij goed be
zocht.
K. DE JONG.
BRIEF UIT EEN DOSSIER
WEGGENOMEN?
ADVOCAAT VOOR HET GERECHTSHOF.
Een gewezen Haagsch advocaat bevond
zich te Den Haag in het Huls van Bewaring
ingesloten, verdacht vait oplichting. HU
kreeg het dossier, op zijn zaak betrekking
hebbende in het Huis van Bewaring ter In
zage onder toezicht van twee veldwachters.
Toen de rechter-commissaris het dossier
terugkreeg bemerkte hij, dat een brief ont
brak.
De rechtbank te Den Haag sprak verd.
vrij van de oplichting doch veroordeelde hem
op 6 Augustus 1930 wegens het wegmaken
van stukken tot een gevangenisstraf van zes
maanden met aftrek van het voorarrest
Verd. ging van dit vonnis in hooger beroep
en het Hof veroordeelde hem wegens ver
duistering van het stuk tot een gevangenis
straf van één jaar met aftrek van voor
arrest. In cassatie verwees de Hooge Raad
de zaak op 20 December naar het Gerechts
hof te Amsterdam voor een nieuwe behan
deling.
De rechter-commissarls mr. Haga gaf eer.
uitvoerig relaas van het gebeurde met het
dossier. Het dossier was op een Zaterdag
ochtend aan verd. ter inzage gegeven. Te
ongeveer half één waren de stukken ln een
gesloten tasch geborgen en in den loop van
den middag bezorgd ten huize van getuige.
De verdediger mr. Kokosky: „Wie heeft
de tasch bU U thuis gebracht?"
Get. mr. Haga: „Dat weet ik niet".
Met klpm betoogt mr. Kokosky, dat he*
jammer is, dat daar niet direct, een onder
zoek naar is ingesteld. De tasch heeft „ge
zworven" van ongeveer half één tot half
negen.
Verdachte betoogt dat de stukken Vrijdag
en Zaterdagochtend waren opgeborgen ge
weest in de kamer van het Gerechtsgebouw
ln een kast met een zeer eenvoudig slot.
En. aldus verd., gedetineerden maken de
Kamer schoon.
Pres.: „Maar sporen van braak zijn ner
gens aangetroffen".
Verd.: ..Dat zegt niets, een valsche sleutel
Iaat meestal geen spoor achter".
De Rijksveldwachter J. W. Constandse ver
klaar'. dat hij op Vrijdag 4 April 1930 het
dossier van den rechter-commlssaris had
ontvangen, met opdracht dit aan verd. ter
inzage te geven, mits onder voortdurend
toezicht van den veldwachtor van Noort.
Tweemaal werd van Noort weggeroepen en
gedurende dien tijd had getuige zich me'
de bewaking belast. Vrijdagavond half zec
had get. het dossier weer in de kamer van
den rcchtor-commissaris teruggebracht en
aan Mr. Haga overhandigd.
Den volgenden dag Zaterdag had
get. opnieuw opdracht gekregen het dossier
ter beschikking van verd. te stollen. Om
streeks elf uur dien morgen heeft verd. zich
naar de W.C. begeven onder geleide van
van Noort. Getuige is er zeker van. dat nie
mand het dossier intusschen heeft kunnen
aanraken. Te ruim 12 uur dien Zaterdag
morgen had get. het dossier weer aan Mr.
Haga ter hand gestold.
De zaak werd verder geschorst, daar twee
getuigen a décharge niet waren verschenen.
Op 28 Juni a.s. zal de behandeling worden
voortgezet..
HEVIGE BOSCHBRAND.
IN HET LEUVENUMSCHE BOSCH.
Een hevige boschbrand heeft, zoo meldt
de N. R. Crt., Woensdagmiddag tusschen
Ermelo en Hulshorst gewoed in het bosch
van de Vereeniging tot behoud van natuur
monumenten. gelegen op 1 K.M. afstand
van dc boerderij Beekhuizen.
De oppervlakte van het terrein van den
brand besloeg ongeveer 3 K.M. ln de lengte
en circa 3-r0 meter in de breedte. Verbrand
zijn in hoofdzaak jonge dennen van 16 a 17
jaar; verder hooge dennen. De brand ls ont
staan aan het. fietspad dat loopt van de
boerderij Beekhuizen naar den Poolschen
weg.
WEER EEN OUDE STADSMOLEN WEG
OOK IN ROTTERDAM HET VUUR
MEEDOOGENLOOS.
Donderdagavond is te Rotterdam een oude
molen, dateerend uit het begin van de 18e
eeuw totaal afgebrand.
De molen was grootendeels van hout en
stond bij de Lange Kade. een opgespoten ter
rein ln de nabijheid van de Kralingsche Plas
dat een onderdeel vormt van het groote
boschplan. De molen behoorde toe aan de
Vereeniging „De Hollandsche Molen".
Tot voor kort stond er een wachtsman bij,
die echter uit bezuiniging was ontslagen.
Waarschijnlijk hebben kwajongens de molen
in brand gestoken.
De molen stond midden ln een moeras en
was zeer moeilijk te bereiken. Toen de brand
weer dan ook op behoorlijke wijze water kon
seven, was de molen reeds vernield-
800 VALSCHE BANKBILJETTEN IN
BESLAG GENOMEN.
Nog geen enkel in omloop.
DE ARRESTATIE TE AMSTERDAM.
(Zie ook elders ln dit nummer).
Omtrent'de arrestatie van een drietal val
sche munters to Amsterdam vernemen wij
ne< het volgende:
De politie was er reeds eenigen tijd van op
de hoogte gekomen, da; in de Stuyvesant-
straat 32 3 hoog vermoedelijk valsche bank
biljetten werden vervaardigd. Daarom werd
Donderdagmorgen te negen uur de reeds ge
melde inval in de woning gedaan. De bewo
ners lagen nog rustig te slapen. Er werden
aangetroffen een vroegere drukker van „Het
V. Ik" 32 jaar oud. een vroegere cafóhou tor
uit de Nic. Beet-sstraat, 28'jaar oud en diens
24-jarlge broeder.
In de woning heeft de Justitie beslag weten
te leggen op alle materialen en drukwerken.
Niet minder dan 800 bankbiljetten van f 10
werden in beslag genomen. Een aantal daar
van was goed nagemaakt-; andere exempla
ren evenwel waren door lichtheid van kleur
gemakkelijk van echte te onderscheiden en
van deze kon men onmiddellijk zien dat zij
niet afkomstig waren van dc Nederlandsche
Ba uk.
Een gedeelte van deze 800 bankbiljetten
was gevouwen, zooals men een bankbiljet van
f 10 in de portemonnaie draagt. Dit. was ge
daan vermoedelijk cm den schijn van echt
heid te vergrooten. Er was tot dusver nog
geen enkel valsch bankbiljet in omloop ge
bracht, omdat men eerst het. voorgenomen
aantal had gedrukt, om daarna, vóór de uit
gifte, de sporen van dc vervaardiging te la
ten verdwijnen. Hiermede was men reeds be
gonnen. want de clfché's waarvan de bank
biljetten waren gedrukt, waren reeds verdwe
nen. Deze cliches zijn vervaardigd door eea
te gceder naam en faam bekend staande fir
ma. Deze maakte de clichés omdat, zooals
was voorgegeven, deze moesten dienen voor
een reclame-object.
De drie gearresteerde personen zUn ter
beschikking van de Justitie gesteld.
NU DE ZUIDERZEE BINNEN-
WATER IS.
EEN ANDER VISCHRECHT GELDENDE.
Naar aan het Corr.-Bureau van bevoegde
zijde wordt medegedeeld, is door de afslui
ting van de Zuiderzee een algeheele vorande-
rLng in de bevoegdheid tot visschen tex
plaatse ontstaan.
Behoorde de Zuiderzee voortaan tot de
kustvisscherlj en mocht daarin een ieder
visschen, mits hij slechts voorzien was van
een consent voor kustvisscherlj. thans be
hoort zij als afgesloten water tot de blnnea-
visscherij en voor het visschen hierin Is noo-
dig. behalve een geldige vischakte. de ver
gunning van den rechthebbende op de vls-
scherij. in casu den Staat der Nederlanden.
Er is thans een regeling ln voorbereiding
voor de afgifte van deze vergunningen, zoo
lang in het IJselmcer nog geen zoetwater-
visscherij kan worden uitgeoefend.
Gedurende de maand Juni 1932 mag oen
ieder nog op het oude consent blijven vis
schen, doch met ingang van 1 Juli 1932
moet iedere Zulderzeevisscher voorzien zijn
van een nieuwe vischakte cn de visscherij-
vergunning van den Staat.
DE KONINGIN NAAR AMSTERDAMS
AUTOFF.EST.
De koningin beeft het voornemen te
kennen gegeven, het au torn obielfeest, dat de
K.N.AC, in het Vondelpark te Amsterdam
ton bate van het Crisis Comité Zaterdag
middag organiseert, bij tc wonen. Wegens
verblijf ln het buitenland zal prinses Juliana
verhinderd zijn 'net feest bij te wonen.
„TIKTEEKENINGENTENTOONSTELLING"
Donderdagmiddag ls in bet Carltonhotol
de officieele opening geschied van de inter
nationale tentoonstelling van teekrnlngen
op de schrijfmachne vervaardigd. De op
brengst van deze tentoonstelling is ten bate
van het Amsterdamsche Crisis Comité en dc
tentoonstelling staa:. onder patronaat van
het Initiatief Camité Amsterdam «I.C.A De
belangstelling was groot
VEERTIG JAAR SOUFFLEUR
Zaterdag 18 Juni zal het veertig Jaar gele
den zijn, dat dc heer G. Ritman. souffleur
bij het gezelschap Verkade zijn loopbaan
begon.
WEES VOORZICHTIG IN DE
BOSSCHEN
BRANDGEVAAR DREIGT.
De directies van het Staatsboschbehoer
en van de Nederiandsche Heidemaatschappij
verzoeken ons de aandacht te vestigen op het
groote brandgevaar van bosch en hoi. Thans
bij de heerschende Oostenwinden Ls dit go-
vaar bijzonder groot. Reeds zijn ernstige
bosch en heibranden gerapporteerd. Hot is
uiterst droog bulten en de grootst mogelijke
voorzichtigheid met vuur ls dus noodzake
lijk. Vertrouwd wordt op medewerking van
allen.
WIERINGERMEERONTGINNING
EEN MAAND VERLENGD.
MAAR TOCH GAAT HET TE SNEL.
De verkavelings- en cultivceringsarbeld
ln den Wleringermeerpolder zal nog onge
veer een maand langer duren dan algemeen
vermoed werd. Begin Juli zullen ongeveer 700
tewerkgestelden gedaan krijgen, lezen wij in
de N. R. Ct., voor de dan nog resteerende 1300
tewerkgestelden zal er begin Augustus geen
werk meer in den polder zijn-
Ter bestrijding van de groote werkloosheid
in vele Noord-Hollandschc gemeenten, als
gevolg van dit aanstaande ontslag zUn er be
sprekingen gaande tusschen de directie van
den Wieringermeerpolder en 't departement
van binncnlandsche zaken, om eenige duizen
den hectaren land ln den polder niet. met de
moderne machines te ploegen, maar te doen
.■pitten.