FREDERIK VAN EEDEN. HAARLEM'S DACBLAD VRIJDAC 17 JUNI 1932 VIERDE BLAD INGEZONDEN MEDEDEELINGEN k 60 Ct*. per rejreL LETTEREN EN KUNST. Tn den ouderdom van 72 jaar is Donderdag1 middag om ruim half vijf op „Walden" te Bussum na een zeer langdurig lijden over leden de letterkundige dr. Frederik van Eeian. Frederik van Eeden was Haarlemmer van geboorte. Zijn vader was F. W. van Eeden, een groot liefhebber van bloemen en planten en verzamelaar van mooie en zeldzame din gen. V V i De jonge Frederik van Èèden hielp zijn vader in zijn jeugd met het rangschikken van de verzamelingen. Frederik van Eeden studeerde ook niet ln de letteren, zooals dikwijls verondersteld wordt, doch in een aan de natuurlijke historie nauwer verwante wetenschap, de medicijnen. Hij liep college te Amsterdam en promoveerde op een verhandeling over de voeding van lijders aan tuberculose. Ten zeerste trok on middellijk daarop zijn aandacht dt nieuwe wijze van psycho-therapeutische behandeling van zieken, welke in Engeland en Frankrijk toepassing vond en hij associeerde zich met dr. A. W. van Renterghem te Amsterdam om deze geneesmethode in practijk te brengen. Na eenigen tijd trok hij zich evenwel terug om zich met nog meer liefde dan tot dusver aan de letterkunde te wijden. Met Kloos, Ver- wey, v. d. Goes en Paap behoorde hij tot de oprichters van de Nieuwe Gids. Zijn fel paro distische gedichtjes, uitgegeven als ..Gras sprietjes van Cornelis Paradijs" zijn van groote bekendheid. Om der wille van de billijkheid heeft hij later amende honorable gemaakt ten opzichte van enkele daarin aan gevallenen. zooals J. J. L. ten Kate. De meeste roem heeft Van Eeden onge twijfeld verworven door ,.De Kleine Johannes" wijsgeerig sprookje, vol van een fijne sym boliek. Ven Eeden's tooneelwerk houdt het beste repertoire bij dilettanten, „De Student Thuis" ls het bekendste, wij noemen verder .De Broeders", ..IJsbrand", ,,Don Torriblo". ,JH» Heks van Haarlem" is uitgevoerd door het gezelschap Roy aards, ter inwijding van onzen Stadsschouwburg aan het Wilsonsplein. De latere verzen van dezen dichter hebben jKn weemoedigen klank. De schrijver van ..Lioba' en de „Nachtliedjes" £s geneigd tot groote somberheid. Een waarlijk groot mensch was Van Eeden. Is er mooier uiting van zijn geloof ln de men- schen denkbaar, dan de stichting van ..Walden", de landkolonie te Bussum, waar voor hij zïch de grootste opofferingen getroost heeft? Zeker lag de schuld niet. bij hem. toen de onderneming op communistischen grond slag een mislukking werd. De mislukking heeft hij niet alleen eerlijk erkend, hij heeft er ook de reden van opgegeven: zoo weinig men- schen onder hen, die hij er mee had willen dienen, kenden de grenzen hunner bekwaam heden. Toch liet hU zich door dit resultaat niet ontmoedigen. In lateren tijd werkte hij met evenveel ijver als vroeger voor Walden aan een Amerikaansch kolonEsatieplain, dat de bedoeling had om aan bekwame vaklui, tuin ders en bloemisten, die zelf over een kapitaal tje van duizend dollars beschikten ,een onaf hankelijk bestaan te verschaffen te Wilming ton in Zuid-Carolina. In een interview, dat wijlen onze directeur de heer J. C. Peereboom destijds met Van Eeden had, getuigde de dichter van zijn opti misme ten aanzien van het welslagen van de onderneming. En zoo ook dit plan niet verwezenlijkt is kunnen worden is dit te wijten aan omstandigheden, die zelfs een doortastende natuur als Van Eeden niet ten zijnen gunste kon doen keeren. Want dat hij zich geheel gegeven zal hebben om het te doen slagen, is wel zeker. Van de laatste tooneelwerken. welke Van Eeden's hand deed verschijnen noemen wij .Jsmea" een tooneelspel en „Kinderen Gods", een. drama. Op den 3den April 1930 vierde dr. Frede rik van Eeden zijn 70ste verjaardag. Onze tooneeimedewerker, de heer J. B. Schuil, schrijft over Frederik van Eeden: Van de tachtigers is Frederik van Eeden voor het tooneel wel verreweg de belang rijkste, ja eigenlijk de «enige belangrijke figuur geweest. Terwijl alle tachtigers zich afzijdig hielden van dc dramatische kunst,1 heeft Van Eeden reeds als jonge man voor hettooneel geschreven en zijn dramatisch oeuvre neemt een zeer voorname plaats in onze tooneel litteratuur in. Ook door zijn tooneelwerk heeft de nu gestorven dichter de bewijzen gegeven van zijn groote veelzij digheid. De liefde voor het tooneel van Frederik van Eeden was te merkwaardiger omdat die bij zijn tijdgenooten vrijwel ontbrak, althans zelden of nooit tot uiting kwam. De dra matische kunst was voor de tachtigers wal de stiefzuster onder de Kunsten. Wanneer wij nagaan, wat er in die jaren aan oor spronkelijke tooneelwerken geproduceerd werd, is die geringschatting van het tooneel te verklaren,~al zou hierin waarschijnlijk on middellijk verandering zijn gekomen, wan neer er onder de tachtigers eenige dramati sche dichters waren geweest. Frederik van Feden was echter de eenige onder hen met dramatischen aanleg, al bezat hij dan ook niet „le don du théatre" van een Heijer- mans. Van Eeden heeft ongetwijfeld zeer veel ook op dit gebied gepresteerd, maar hij was als lyrisch dichter toch belangrijker dan als dramaturg. Om te bewijzen, dat Van Eeden ook als dramaticus een vooraanstaande plaats in ons land heeft Ingenomen, behoef ik hier slechts een opsomming te geven van de door hem gepubliceerde en gedeeltelijk ge speelde dramatische werken. De klucht ..Frans Hals" was het eerste tooneelproduct van dezen oud-Haarlemnier. Op ouderen leeftijd zou Van Eeden nog eenmaal den beroemden Haarlemmer tot een der hoofd personen van een tooneelspel „De Heks van Haarlem'' maken. Na Frans Hals volgden Van Eeden was toen nog zeer jong en de dichter van de Grassprietjes kon nog lachen de blijspelen „Het Poortje of De Duivel te Kruimelberg", „Het Sonnet", „De Student thuis" o.a. gespeeld door Royaards in 1912 en verreweg het beste uit deze eerste periode „Don Torri- bio". Al deze stukken verschenen tusschen 1882 en 1887. Gedurende eenige jaren schrijft Van Eeden dan niet meer voor het tooneel. Wel geloof de hij in de kracht van het tooneel. zooals duidelijk blijkt uit één van zijn brieven van 1890. „In Johannes" zoo schreef hij „dat niet anders is dan een reeks visioenen en gedachten, verwaarloos ik al het reëele da- gelijksche. In mijn comedies wil ik dat juist brengen de botsing van het ideëele met het werkelijke leven. Daardoor zullen die ook komiek en potsierlijk worden. Dat ls nood wendig. Ik ben van plan nog verscheidene come dies te maken, als 't lukken wil. Het komieke is een groote kracht het is iets nood wendigs voor wie groote dingen wil brengen in een gewoon menschelijk wereldje. Tus schen mijn lyrisch werk moeten de come dies noodzakelijk komen als 't gevolg van de botsing met de realiteit. De hoofdzaak voor een schrijver ls, dat hij zijn eigen geest onder de menschen doet gelden dat hij hen laat zien, wat hij is en wat hij mooi vindt. Ik stel echter romans niet hoog; ze zijn niet direct, niet waar het zijn nooit zuiver fantasieën, altijd bedenksels met op sieringen, onnoodlge bijvoegsels, inklee dingen. Verzen, brieven, memories, reizen, dagboeken zijn mij liever. En het mooie van karakterstrijd vind ik zuiverder in een corriedie". Dat hij desondanks ln dien tijd toch geen komedies schreef, lag volgens zijn eigen verklaring later, in het voorwoord bij „In Kenterend Getij" gegeven in zijn gebrek aan vertrouwen in het tooneel, zooals het toen was. „Van 1889 tot 1905 bleef ik van jineening, dat er van het bestaande tooneel niets te wachten was en achtte ik het ver loren moeite om voor zulk een instelling te schrijven". Toch kon hij zijn dramatischen aanleg niet onderdrukken cn zoo schreef hij in 1894 „De Broeders", tragedie voor het recht, een van zijn meest fantastische en grootsch op gezette dramatische dichtwerken, dat hij zelf echter nooit voor opvoering bestemd heeft, waarom hij décor en mise-en-scène verving door epische poezie, die zooals hij zelf schreef „door geen technische eischen in haar fantasie werd belemmerd". Al heel spoedig daarop in 1896 ver scheen „Lioba", drama van trouw, volgens mij naar vorm en inhoud het mooiste, het meest gave en dichterlijke tooneelwerk, dat hij ons heeft nagelaten. Dan volgt er weer een lange rustpoos, waarna hij met verdub belden ijver na 1905 opnieuw voor het tooneel gaat schrijven. Achtereenvolgens verschijnen van zijn hand „De Zendeling", „Minnestral" en „De Stamhouder", welke stukken ..De Zendeling" en „De Stamhou der" gaf hij uit onder den titel van „In Kenterend Getij" geen van drieën ooit zijn opgevoerd. En dan komt zijn grootste eigenlijk zijn eenige werkelijke tooneel- succes „IJsbrand" eveneens ln 1900 ge- i schreven met onmiddellijk daarop de wel gespeelde maar belde gevallen tooneel- spelen „Het Beloofde Land" en „Het Palei* van Clrcé". Weer volgt een rustpoos en dan toont Van Eeden met zijn romantisch- historische tooneelspelen „De Ileks van Haarlem" en „De Bokkenrijder of Het Skelet" een nieuwen kant van zijn rijk ta lent. Het eerste en verreweg beste van deze twee stukken mocht het in dc opvoe ringen door Royaards in 1915 tot een aardig succes brengen en heeft voor ons. Haarlem mers, behalve het onderwerp ook nog in ander opzicht historische waarde, omdat met „De Heks" onze Stadsschouwburg in September 1918 werd geopend In 1922 ging Van Eeden over tot het Roomsch-Katholieke Geloof. Uit deze laatste levensperiode is mij slechts één tooneelwerk bekend Ismea of De stervende Vlinder, dat in 1923 door „Het Romantisch Tooneel" on der leiding van Henri Brondgeest een enkele maal werd opgevoerd. Met Ismea heeft Van Eeden zijn dramatisch oeuvre afgesloten. Zestien dramatische werkenmen zal moeten toegeven dat Van Eeden onder de Nederlandsche tooneelschrijvers der laatste 50 jaren een vooraanstaande plaats heeft ingenomen. Maar zijn werk was zeer ongelijk in waarde. In zijn beste tooneelwerken Lioba, Minnestral, IJsbrand steeg hij soms tot een hoogte, waar weinigen onzer drama turgen hem hebben kunnen volgen, om dan onmiddellijk daarop stukken te schrijven zooals Het Paleis van Circe, De Bokkenrijder en Ismea welke weer aan zijn dramati schen aanleg deden twijfelen en alle reden gaven tot afbrekende kritiek. Over de kritiek heeft Van Eeden zich her haaldelijk en niet ten onrechte be klaagd. Ik meen. dat het Queriao is geweest-, die eens in de felste bewoordingen te keer is gegaan tegen de kleine criticasters, die nooit iets van belang op litterair gebied hadden gepresteerd en niet tot de knieën, ja zelfs niet tot de enkels van een figuur als Van Eeden reikten en die toch het recht meen den te hebben dezen schrijver met de meeste minachting te mogen behandelen en met vuil te gooien, daarbij vergetend, dat Van Eeden de dichter van De Kleine Johannes, Ellen, Lioba en De Broeders was. Maar het waren niet alleen de kleinen, die zich daar aan schuldig maakten; de grooteren waren er in voorgegaan. Het is waar, dat Van Eeden maar al te vaak gemakkelijk vat op zich gaf door de dikwijls valsche accenten in zijn werk en zijn niet te ontkennen zelfvergoding, die soms ook wel iets had van zelf-reclame. Het persoonlijke element in Van Eeden's werk heeft velen geirriteerd en men beant woordde dit met kritiek, die al evenmin ob jectief genoemd kon worden. Het is opmer kelijk, dat een schrijver als Dr. J. L. Walcb in zijn boek „Ons Heöendaagsch Tooneel". waarin hij zoogenaamd alleen „indrukken" wilde geven over ons tooneel, zijn rustig qualificeerden toon onmiddellijk liet schieten, zoodTa hij tot den dichter Van Eeden kwam en plots fel persoonlijk en ha telijk werd. Nu de dichter gestorven is, zal men, zijn werk overziende, tot de erkenning moeten komen, dat hij ons ook op dramatisch ge bied veel schoons heeft nagelaten. In zijn jeugdwerken althans in Het Poortje en Don Torriblo valt een fijne geest te on derkennen, welke in dien tijd waarlijk op 't tooneel maar zelden werd beluisterd. Van Eeden was toen nog jong en kon jolig zijn en van de wrangheid, welke zich later in zijn IJsbrand openbaarde, was toen nog geen sprake. Het waren stukken meestal van goed aardlgen spot. met een zuiveren kijk op het tooneel geschreven, en vooral Don Torribio. dat den standenstrijd, van hoog standpunt gezien, satiriek weergaf, verhief zich aan merkelijk boven de stukken, welke in de ja ren '80 in ons land op de planken werden gebracht. Zijn IJsbrand, waarin hij den strijd van een droomer, een visionnair met de alledaag- sche deels goedhartig-bekrompen, deels baat zuchtige, egoïstische wereld geeft bereikt in het laatste bedrijf in het gesprek tusschen IJsbrand en den professor in de psychiatrie een tragische hoogte als maar weinige onzer Nederlandsche stukken en ls boven dien in zijn weergeving van het Hollandsch- burgerlijk milieu van een reallstisch-rake en wrange teekenlng, zooals wU alleen maar van een Heijermans kennen. IJsbrand dat van al zijn werken het meest ook in Duitschlar.d gespeeld werd. ls bovendien zeer sterk tooneel. Zijn Heks van Haarlem, waarin de zeker heid van den schout Coussaert. die zijn schoonzoon wegens landverraad aanklaagt, evenzeer als waan voelbaar gemaakt wordt als de zekerheid van den half waanzinnigen Godsgezant Ds. Baltens, is een onderhoudend stuk, dat in de sterke voorstellingen van Royaards ook op het tooneel van krachtige werking bleek te zijn en vooral indruk maakte omdat Ven Eeden in een historisch stuk een tijdsbeeld wist te geven, dat ook in het jaar toen het werd gespeeld. 1914 actueel was. Maar boven al zijn dramatische werken gaat volgens mij Lioba, zijn Drama van Trouw, uit. In den dichterlijken vorm vooral in de lyrische gedeelten herkennen wij den teeren. naief-devoton schrijver van De kleine Johannes en het geheel wordt gedragen door den adel der hooce gedachte en de distinctie van het dichterlijke woord, dat in de hoogteounten van het drama van sterk-dramatische kracht is. Hoe mooi is soms de taal! Ik denk hier bijvoorbeeld aan die prachtige regels, waarin Harold zijn vertrouwen uitspreekt ln Lioba's trouw; Hong gansch mijn loodzwaar leven ln balans tegen één zil'vren klank - drop van uw stem, deze overwoog, 'k Vond dieper vastheid hiér. 'k Achtte eer al 't andre logen en een droom. Het pleit waarlijk niet voor ons tooneel, dat dit ontroerende en waarlijk dichterlijke werk, behalve in een openluchtvoorstelling door dilettanten op Duin en Kruldberg in 1914 en later ln een voorstelling door cadet ten van de Koninklijke Militaire Academie te Breda, nooit tot oovoering kwam. Wanneer het tooneel in ons land op een zelfde hoogte stond als bijvoorbeeld in Dultschland. zou het niet denkbaar zijn geweest, dat de zeventigste verjaardag van Frederik van Eeden met een vertooning van een tooneel- bewerking van de Kleine Johannes instede van met een oovoering van zijn meest dich terlijke tooneelwerk Lioba gevierd zou zijn geworden. Zou thans na den dood van Van Eeden de fout niet kunnen worden goedgemaakt en het werk nog niet ten tooneele kunnen worden gebracht? Wij hooren te zelden de stem van een dichter op ons tooneel en dit zal toch zeker wel niemand kunnen ont kennen een waarlijk dichter toonde Frede rik van Eeden zich in zijn Lioba. J. B. SCHUIL. MUZIEK. Concert der H. O. V. Max Bruch 'heeft met zijn vioolconcert op. 26 een gelukkigen greep gedaan: een werk geschapen, dat niet alleen spoedig be roemd werd, maar dat zich naast de concer ten van Beethoven en Mendelssohn vermocht te handhaven op het repertoire van alle vicol-solisten. Met roden. Er zit vuur in en gang en gratie; het ls brillant en bevat mooie cantilenes; het geeft noch muzikale, noch psychische problemen te ontraadselen. Vergeleken met het dieper gedachte viool concert van Brahms, heeft dat van Bruch de beter aan de techniek van het soio-In strument aangepaste schrijfwijze in zijn voordeel. De wijze waarop mevrouw Lida La neer vela dit werk Donderdagavond vertolkte liet het in vele opzichten recht weden'aren. Haar spel bezit solistische eigenschappen; er zit vuur, gang en gratie in en vindt dus in een werk als dat van Bruch een geschikt object; er zit eigen overtuiging en voldoende techni sche beheerschlng in en overtuigt daardoor den hoorder. Dat wil nog niet zeggen dat ik in haar vertolking alles ideaal kon vinden. Streekaanzet en positiewisseling kan ik me nog mooier en gaver denken; haar instru ment leek me voor de productie van een groot toonvolume niet krachtig genoeg. In- tusschen bleken de goede eigenschappen der soliste verre te overwegen en mocht zij eer. uitbundig succes boeken terwijl haar een tweevoudige bloemenhulde aangeboden werd. Het orkest sloot zich op enkele minder ge lukkige momenten na over het algemeen vol doende bij de solopartij aan en voerde bo vendien nog een drietal werken uit, die zon der uitzondering van langen adem waren. Smetanas symphonisch gedicht „In B: be mens Wouden en Velden" is daarenboven niet vrij van een inslag van populairen aard, die licht tot platheid wordt: een voetangel, waaraan de vertolking van Donderdagavond niet geheel ontkwam. Het fugato liet aan doorzichtigheid te wenschen over. Van de „Slowaaksehe Suite" van Viterslav Novak tevenals Smetana een Bohemer, van wien we een mooi strijkkwartet hoorden^ is het eerste deel vol stemming en goed geko zen klank, het tweede deel bewegelijk, gees tig en amusant, het derde schier eindeloos. En ook het „Capriccio espagnol" van Rimsky-Korsakow brengt de ontelbare her halingen. die aan de Russische werken eigen zijn. De frissche bries die na de nocturne van Novak begon te waaien toen de Spaar.sche gril z'n intrede deed voerde alras te vee', stof met zich mede. zoodat we de oogen uit moesten wrijven. Hoewel Frits Schuurman als dirigent ver meld was, stond dit concert onder leiding van Mar Sn us Adam. Met was vrij goed be zocht. K. DE JONG. BRIEF UIT EEN DOSSIER WEGGENOMEN? ADVOCAAT VOOR HET GERECHTSHOF. Een gewezen Haagsch advocaat bevond zich te Den Haag in het Huls van Bewaring ingesloten, verdacht vait oplichting. HU kreeg het dossier, op zijn zaak betrekking hebbende in het Huis van Bewaring ter In zage onder toezicht van twee veldwachters. Toen de rechter-commissaris het dossier terugkreeg bemerkte hij, dat een brief ont brak. De rechtbank te Den Haag sprak verd. vrij van de oplichting doch veroordeelde hem op 6 Augustus 1930 wegens het wegmaken van stukken tot een gevangenisstraf van zes maanden met aftrek van het voorarrest Verd. ging van dit vonnis in hooger beroep en het Hof veroordeelde hem wegens ver duistering van het stuk tot een gevangenis straf van één jaar met aftrek van voor arrest. In cassatie verwees de Hooge Raad de zaak op 20 December naar het Gerechts hof te Amsterdam voor een nieuwe behan deling. De rechter-commissarls mr. Haga gaf eer. uitvoerig relaas van het gebeurde met het dossier. Het dossier was op een Zaterdag ochtend aan verd. ter inzage gegeven. Te ongeveer half één waren de stukken ln een gesloten tasch geborgen en in den loop van den middag bezorgd ten huize van getuige. De verdediger mr. Kokosky: „Wie heeft de tasch bU U thuis gebracht?" Get. mr. Haga: „Dat weet ik niet". Met klpm betoogt mr. Kokosky, dat he* jammer is, dat daar niet direct, een onder zoek naar is ingesteld. De tasch heeft „ge zworven" van ongeveer half één tot half negen. Verdachte betoogt dat de stukken Vrijdag en Zaterdagochtend waren opgeborgen ge weest in de kamer van het Gerechtsgebouw ln een kast met een zeer eenvoudig slot. En. aldus verd., gedetineerden maken de Kamer schoon. Pres.: „Maar sporen van braak zijn ner gens aangetroffen". Verd.: ..Dat zegt niets, een valsche sleutel Iaat meestal geen spoor achter". De Rijksveldwachter J. W. Constandse ver klaar'. dat hij op Vrijdag 4 April 1930 het dossier van den rechter-commlssaris had ontvangen, met opdracht dit aan verd. ter inzage te geven, mits onder voortdurend toezicht van den veldwachtor van Noort. Tweemaal werd van Noort weggeroepen en gedurende dien tijd had getuige zich me' de bewaking belast. Vrijdagavond half zec had get. het dossier weer in de kamer van den rcchtor-commissaris teruggebracht en aan Mr. Haga overhandigd. Den volgenden dag Zaterdag had get. opnieuw opdracht gekregen het dossier ter beschikking van verd. te stollen. Om streeks elf uur dien morgen heeft verd. zich naar de W.C. begeven onder geleide van van Noort. Getuige is er zeker van. dat nie mand het dossier intusschen heeft kunnen aanraken. Te ruim 12 uur dien Zaterdag morgen had get. het dossier weer aan Mr. Haga ter hand gestold. De zaak werd verder geschorst, daar twee getuigen a décharge niet waren verschenen. Op 28 Juni a.s. zal de behandeling worden voortgezet.. HEVIGE BOSCHBRAND. IN HET LEUVENUMSCHE BOSCH. Een hevige boschbrand heeft, zoo meldt de N. R. Crt., Woensdagmiddag tusschen Ermelo en Hulshorst gewoed in het bosch van de Vereeniging tot behoud van natuur monumenten. gelegen op 1 K.M. afstand van dc boerderij Beekhuizen. De oppervlakte van het terrein van den brand besloeg ongeveer 3 K.M. ln de lengte en circa 3-r0 meter in de breedte. Verbrand zijn in hoofdzaak jonge dennen van 16 a 17 jaar; verder hooge dennen. De brand ls ont staan aan het. fietspad dat loopt van de boerderij Beekhuizen naar den Poolschen weg. WEER EEN OUDE STADSMOLEN WEG OOK IN ROTTERDAM HET VUUR MEEDOOGENLOOS. Donderdagavond is te Rotterdam een oude molen, dateerend uit het begin van de 18e eeuw totaal afgebrand. De molen was grootendeels van hout en stond bij de Lange Kade. een opgespoten ter rein ln de nabijheid van de Kralingsche Plas dat een onderdeel vormt van het groote boschplan. De molen behoorde toe aan de Vereeniging „De Hollandsche Molen". Tot voor kort stond er een wachtsman bij, die echter uit bezuiniging was ontslagen. Waarschijnlijk hebben kwajongens de molen in brand gestoken. De molen stond midden ln een moeras en was zeer moeilijk te bereiken. Toen de brand weer dan ook op behoorlijke wijze water kon seven, was de molen reeds vernield- 800 VALSCHE BANKBILJETTEN IN BESLAG GENOMEN. Nog geen enkel in omloop. DE ARRESTATIE TE AMSTERDAM. (Zie ook elders ln dit nummer). Omtrent'de arrestatie van een drietal val sche munters to Amsterdam vernemen wij ne< het volgende: De politie was er reeds eenigen tijd van op de hoogte gekomen, da; in de Stuyvesant- straat 32 3 hoog vermoedelijk valsche bank biljetten werden vervaardigd. Daarom werd Donderdagmorgen te negen uur de reeds ge melde inval in de woning gedaan. De bewo ners lagen nog rustig te slapen. Er werden aangetroffen een vroegere drukker van „Het V. Ik" 32 jaar oud. een vroegere cafóhou tor uit de Nic. Beet-sstraat, 28'jaar oud en diens 24-jarlge broeder. In de woning heeft de Justitie beslag weten te leggen op alle materialen en drukwerken. Niet minder dan 800 bankbiljetten van f 10 werden in beslag genomen. Een aantal daar van was goed nagemaakt-; andere exempla ren evenwel waren door lichtheid van kleur gemakkelijk van echte te onderscheiden en van deze kon men onmiddellijk zien dat zij niet afkomstig waren van dc Nederlandsche Ba uk. Een gedeelte van deze 800 bankbiljetten was gevouwen, zooals men een bankbiljet van f 10 in de portemonnaie draagt. Dit. was ge daan vermoedelijk cm den schijn van echt heid te vergrooten. Er was tot dusver nog geen enkel valsch bankbiljet in omloop ge bracht, omdat men eerst het. voorgenomen aantal had gedrukt, om daarna, vóór de uit gifte, de sporen van dc vervaardiging te la ten verdwijnen. Hiermede was men reeds be gonnen. want de clfché's waarvan de bank biljetten waren gedrukt, waren reeds verdwe nen. Deze cliches zijn vervaardigd door eea te gceder naam en faam bekend staande fir ma. Deze maakte de clichés omdat, zooals was voorgegeven, deze moesten dienen voor een reclame-object. De drie gearresteerde personen zUn ter beschikking van de Justitie gesteld. NU DE ZUIDERZEE BINNEN- WATER IS. EEN ANDER VISCHRECHT GELDENDE. Naar aan het Corr.-Bureau van bevoegde zijde wordt medegedeeld, is door de afslui ting van de Zuiderzee een algeheele vorande- rLng in de bevoegdheid tot visschen tex plaatse ontstaan. Behoorde de Zuiderzee voortaan tot de kustvisscherlj en mocht daarin een ieder visschen, mits hij slechts voorzien was van een consent voor kustvisscherlj. thans be hoort zij als afgesloten water tot de blnnea- visscherij en voor het visschen hierin Is noo- dig. behalve een geldige vischakte. de ver gunning van den rechthebbende op de vls- scherij. in casu den Staat der Nederlanden. Er is thans een regeling ln voorbereiding voor de afgifte van deze vergunningen, zoo lang in het IJselmcer nog geen zoetwater- visscherij kan worden uitgeoefend. Gedurende de maand Juni 1932 mag oen ieder nog op het oude consent blijven vis schen, doch met ingang van 1 Juli 1932 moet iedere Zulderzeevisscher voorzien zijn van een nieuwe vischakte cn de visscherij- vergunning van den Staat. DE KONINGIN NAAR AMSTERDAMS AUTOFF.EST. De koningin beeft het voornemen te kennen gegeven, het au torn obielfeest, dat de K.N.AC, in het Vondelpark te Amsterdam ton bate van het Crisis Comité Zaterdag middag organiseert, bij tc wonen. Wegens verblijf ln het buitenland zal prinses Juliana verhinderd zijn 'net feest bij te wonen. „TIKTEEKENINGENTENTOONSTELLING" Donderdagmiddag ls in bet Carltonhotol de officieele opening geschied van de inter nationale tentoonstelling van teekrnlngen op de schrijfmachne vervaardigd. De op brengst van deze tentoonstelling is ten bate van het Amsterdamsche Crisis Comité en dc tentoonstelling staa:. onder patronaat van het Initiatief Camité Amsterdam «I.C.A De belangstelling was groot VEERTIG JAAR SOUFFLEUR Zaterdag 18 Juni zal het veertig Jaar gele den zijn, dat dc heer G. Ritman. souffleur bij het gezelschap Verkade zijn loopbaan begon. WEES VOORZICHTIG IN DE BOSSCHEN BRANDGEVAAR DREIGT. De directies van het Staatsboschbehoer en van de Nederiandsche Heidemaatschappij verzoeken ons de aandacht te vestigen op het groote brandgevaar van bosch en hoi. Thans bij de heerschende Oostenwinden Ls dit go- vaar bijzonder groot. Reeds zijn ernstige bosch en heibranden gerapporteerd. Hot is uiterst droog bulten en de grootst mogelijke voorzichtigheid met vuur ls dus noodzake lijk. Vertrouwd wordt op medewerking van allen. WIERINGERMEERONTGINNING EEN MAAND VERLENGD. MAAR TOCH GAAT HET TE SNEL. De verkavelings- en cultivceringsarbeld ln den Wleringermeerpolder zal nog onge veer een maand langer duren dan algemeen vermoed werd. Begin Juli zullen ongeveer 700 tewerkgestelden gedaan krijgen, lezen wij in de N. R. Ct., voor de dan nog resteerende 1300 tewerkgestelden zal er begin Augustus geen werk meer in den polder zijn- Ter bestrijding van de groote werkloosheid in vele Noord-Hollandschc gemeenten, als gevolg van dit aanstaande ontslag zUn er be sprekingen gaande tusschen de directie van den Wieringermeerpolder en 't departement van binncnlandsche zaken, om eenige duizen den hectaren land ln den polder niet. met de moderne machines te ploegen, maar te doen .■pitten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 13