De minister-president spreekt
tot het volk.
Spaart de Paarden!
Het Belangrijkste.
50e Jaargang No. 15050
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen.
Woensdag 20 Juli 1932
HAARLEM S DAGBLAD
P. W. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM.
UITGAVE DER N.V. LOURENS COSTER.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMtN 1 tNper week 0JZ5, per maand 1.10, per 3 maanden
f325, franco per post 3ö5, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week ƒ0.06, per maand ƒ022, per 3 mnd. 065. franco per post 0.72J4.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkery: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
ADVERTENTIëN: 5 regels 1.75, elke regel meer 0.36. Reclame»
0.60 per regel. Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 14 regels 0.60,
elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentjes
(iedcrcn dag) 13 regels ƒ0.30, elke regel meer ƒ0.10, uitsluitend a contant.
Gratis Ongevallenverzekering voor Maand- en Weekabcnnés. Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f400.-. Duin
Idem voor Abonnés op het Geïll. Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid f2000.-. Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f400.-,
f 250.-. Wijsvinger f 150—, Elke andere vinger f 150.-, Arm- of Beenbreuk f 100.-.
Verlies Duim f75.-. Verlies Wijsvinger f 75—, Verlies andere vinger f 30.-.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TIEN BLADZIJDEN.
HAARLEM, 20 Juli.
Ruys' Radio-Rede.
De redevoering, die minister Ruys de Bee
renbrouck Dinsdagavond voor de microfoon
heeft gehouden, is zoo somber van toon als
men maar verwachten kon. Het doel van dit
betoog is evident: een beroep te doen op het
geheelc volk om de zware noodzakelijkheden
te erkennen, waarvoor de regeering zich ge
plaatst ziet en de geweldige bezuinigings
maatregelen die het rapport der commissie-
Weiter in uitzicht stelt, als onvermijdelijk te
slikken. Waarbij minister Ruys zich in het
bijzonder richt tot hen die geroepen zijn de
openbare meening voor te lichten, dus tot
de pers, en tot de leiders van volksgroepen,
daarbij erop aandringend ,.alle eenzijdigheid
te vermijden, zonder oogkleppen door het
leven te gaan en den gewetensplicht te be
seffen, dat alle voorlichting op volledige en
zuivere documentatie moet berusten. Een
beroep dus op de nationale eenheid.
Merkwaaldig is daarbij deze opmerking:
„Reeds is in onze dagen het gebied der over
heidsbemoeiing uitgegroeid tot een omvang,
welke de redelijke vraag doet stellen of
een gewijzigde ordening niet tot een passen
de ontlasting van de staatstaak, met name
van diens uitvoerenden arbeid zou kunnen
leiden".
Dit is geen zin voor een troonrede. Minis
ter Ruys is veel minder vaag en algemeen
dan dit jaarlijksche document. Uit deze uit
lating kan men moeilijk anders afleiden dan:
„Weest voorzichtig! Een andere staatsorde-
ning, een ander régime zou u minder kans
geven op de zorgen van de overheid dan het
onze". Voorstanders van andere staatsorde-
ningen zullen dit wel ver verwerpen.
Wie Ubjectief denkt moet instemmen met
des ministers verklaring: „Naarmate ons
land zich in den loop der tijden aan wel
vaartstoestanden aanpaste, stoort en gewent
het zich thans trager aan een opgedrongen
teruggang".
Tot de noodlottige eigenschappen van eco
nomische crises behoort, dat zij niet volgen
op „gemiddelde perioden" maar altijd op tijd
perken van abnormale welvaart. Daardoor
£s niet alleen de val des te dieper, maar
daardoor is het ook zooveel moeilijker zich
aan te passen aan een verlaagden levens
standaard.
„Nederland is door zijn positie aangewe
zen op zijn plaats in den wereldhandel en
heeft daarom des te meer te lijden van het
gedesorganiseerde wereldverkeer en van de
handelsbelemmeringen, welke de staten, die
kortzichtig hun nationale bedrijven, industrie
en landbouw tot ontwikkeling wenschten te
brengen, hebben opgetrokken".
Deze ministeriëele uitdrukkingswijze schijnt
Nederland voor een oppervlakkigen lezer in
een soort uitzonderingspositie te plaatsen.
„Schijnt" alleen, want met de kortzichtig
heid, die minister Ruys aan andere staten
verwijt, erkent hij meteen dat ook die afhan
kelijk zijn van het internationale bestel even
als wij. In hun pogingen om alleen hun eigen
nationale bedrijven, industrie en landbouw
tot ontwikkeling te brengen zijn zij, kort
zichtig, gefaald. In de traagheid en de mis
lukkingen der internationale onderhande
lingen ligt de reden der voortdurende misère.
Hun welslagen alleen kan redding voor de
wereld brengen.
Minister Ruys zegt geen woord over de in
ternationale onderhandelingen, geen woord
ook over wereldontwapening, ofschoon hij de
huidige crisis wel kenmerkt als „de verfoei
lijke nalatenschap uit den verfoeiden wereld
oorlog". Hier schiet m. i. zijn rede tekort.
Teveel menschen meenen nog dat het mo
gelijk is dat een staat zich op eigen houtje
uit de moeilijkheden redt, te veel zijn ge
neigd om te zeggen: „Schei maar uit met die
internationale besprekingen, ze helpen toch
niets". Lichtzinnige en ondoordachte praatjes,
want onze eenige hoop öp uitkomst ligt erin.
Onze: dat wil zeggen: die van alle volken.
Alle volken zijn zwaar door de crisis getrof
fen. Sommige nog veel erger dan wij.
De handhaving van het nationale crediet,
de gezonde financiering van den staat die
nen als leidmotief in de rede van den mi
nister. Een gezond financiëel beleid is haar
vooropgezet doel. Men moet dat wel beamen,
en niettemin de hoop uitspreken dat met
buitengewone voorzichtigheid een zoo dras
tische reeks voorstellen, als het rapport-
Weiter doet, zal worden overwogen eer het
ten uitvoer wordt gelegd. Het gevaar dat het
kapmes der bezuiniging te ruw gehanteerd
wordt is groot. Wat in een dergelijk omvang
rijk plan als „détail" beschouwd wordt, is
vaak een maatregel die voor tal van harde
werkers van fatale beteekenis zou kunnen
worden.
Wat de werkloozen betreft geeft de rede
uiting aan een sympathie, die misschien
mag doen veronderstellen dat de zeer ver
gaande besnoeiing op den steun, door de
commissie-Weiter voorgesteld, niet in dien
omvang zal worden toegepast.
Ongetwijfeld is de toestand op dit oogen-
blik wel ernstiger dan ooit te voren. Als de
nood op het hoogst is. is ae redding nabij.
Ik blijf vertrouwen dat de harde noodzaak
zal dwingen tot die internationale overeen
komsten. die onvermijdelijk en onmisbaar
zijn. Het is misschien te betreuren dat de
optimistische noot in de rede van minister
Ruys zoo volkomen ontbreekt. Wij hebben
een vorige crisis gekend: den oorlog, waar
van deze een direct uitvloeisel is. Toen gingen
wij bij honderdduizenden het leger in. zon
der eenig uitzicht wanneer wij ooit naar on
zen arbeid zouden terugkeeren, en met de
kans dat Nederland ieder oogenblik in de
groote vernietigings-razernij gesleept kon
worden. Dien tijd zijn wij te boven gekomen.
Laten de vele slachtoffers van de huidige
crisis dat- bedenken: men komt zulk een tijd
immer te boven. Het kan niet duren er
komt een oogenblik waarop het gezonde ver
stand zegeviert.
R. P.
DE SCHIETPARTIJ IN
DE DUVENVOORDESTRAAT.
De dader naar Duitschland
uitgeweken
Het mag thans als vrij zeker worden aan
genomen, dat de Duitscher Alfred Lingner,
die Zaterdagmorgen vijf uur in de Duven-
voordestraat revolverschoten op een recher
cheur gelost heeft, niet meer in Holland ver
toeft. Het is namelijk aan de politie ter
oorè gekomen, dat zijn te Haarlem wonend
meisje van hem een brief uit Esschen heeft
ontvangen. Dat ae man dus na Zondag nog
in Haarlem gezien zou zijn, moet dus op fan
tasie berusten.
(De K.N.A C, doet een beroep
op de automobilisten om zoo
veel mogelijk voor paarden te
stoppen en ze te laten voor
gaan, omdat het stilhouden en
weer aantrekken den dieren
veel krachtsinspanning kost.)
Ja, daar kan ik veel voor voelen
En 7k meen zeker, vriend chauffeur,
Deze paarden-K.N.A.C.-iade
Is geen klop op doofman's deur.
In de warme zomerdagen
Wordt er veel gevergd van 't paard,
Laat ons daarom helpen, dat het
Zooveel doenlijk wordt gespaard.
Door een duwtje met uw schoenzool
Zet gij reeds uw wagen stop
En gij gaat weer in beweging
Door een duwtje aan een knop.
Als het paard eerst stil moet houden
Met een zware wagenvracht
En weer aantrekt, kost dat telkens
Hem zijn volle paardenkracht.
't Kost u wel een paar seconden,
Tijd is geld, zooals ik weet,
Maar die indirecte duiten
Zijn gering en goed besteed.
Stop voor 't paard, al is het enkel
Als een eerbewijs, gebracht
Aan den oervorm van uw eigen
Zooveel groober paardekracht.
P. CASUS.
De Italiaansche minister van Binnenland-
schc Zaken Grandi afgetreden. Mussolini
neemt de portefeuille over.
(Ie blad, 2e pag.)
Overeenstemming te Genève over de ont
wapeningsresolutie.
(2e blad, le pag.)
De moeilijkheden met Pruisen. Kerrl ver
zoekt den Rijkskanselier om maatregelen
(2e blad, le pag.)
De minister-president spreekt tot het volk.
Radiorede van minister Ruys van Beeren
brouck.
(le blad, le pag.)
Collectief arbeidscontract in de koopvaardij
opgezegd. Werknemers weigeren iedere
loonsverlaging.
(2e blad, 2e pag.)
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Ruys' Radio Rede.
(le blad, le pag.)
Jhr. dr. J. C. Mollerus: Uitvoer van vroege
aardappelen.
(2e blad, 3e pag.)
K. Pk.: Onder de bloedroode vlag met de
Swastika.
(2e blad, le pag.)
Van onzen Londenschen Correspondent
Malaise op het Londensch tooneel.
(2e blad, 3e pag.)
J. H. de Bois: Kantteekeningen.
(2e blad, 3e pag.)
Radiorede van minister Ruys de Beerenbrouck.
,Reserve aan dappere offergezindheid dient aangesproken."
Beroep op historisch bewezen veer
kracht van het volk.
Regeering wijst den schijn van
harteloosheid af.
Gisteravond heeft de minister-president,
minister van Staat, jhr. mr. Ch. J. M. Ruys
de Beerenbrouck, over de beide Nederland-
sche radiozenders te Hilversum en te Huizen
een rede gehouden over den economischen
toestand des lands. De uitzending geschiedde
uit de studio van het hoofdbestuur der
P.T.T. aan de Kortenaerkade te 's-Graven-
hage.
De minister sprak ongeveer als volgt:
Landgenooten,
Het is de tijd met een nuchteren blik op
de werkelijkheid vast te stellen, dat de toe
stand des land zorgwekkend is. Het is de
tijd, dat dit feit door de openbare meening
wordt aanvaard; wordt aanvaard met wer
kelijkheidszin en verantwoordelijkheidsbesef,
gegrond op eigen inzicht of op gepast ver
trouwen in hen, die dat inzicht hebben te
vestigen.
De verschijnselen van het ziektebeeld ver
bieden verwaarloozing van levensbelangen.
De ziektekiem, die sinds jaren de wereld
huishouding heeft aangetast, heeft zich
het kon niet anders ook gezet in het
weefsel van onze volkshuishouding.
Naarmate ons land zich in den loop der
tijden aan een welvarenden toestand aan
paste. stoort en gewent het zich thans trager
aan den opgedrongen teruggang.
De vatbaarheid voor infectie door de eco
nomische wereldkwaal lag voor Nederland
voor de hand. Ons land heeft zijn geschied
kundige beteekenis, steeds mede ontleend
aan de ontwikkeling van wereldmogelijk
heden op schier ieder onderdeel van zijn
welvaartgebied.
Tal van barrières voor het internationaal
verkeer zijn opgeworpen. Het protectionisme
in het buitenland, dat na het einde van den
wereldoorlog catastrofale afmetingen aan
nam, is in het bijzonder toe te schrijven
aan het ontstaan van tal van nieuwe staten,
die door kortzichtig nationalisme gedreven,
industrie en landbouw kunstmatig bnnen de
landgrenzen tot ontwikkeling wenschten te
brengen. Men streefde tevens naar hand
having van hetgeen tijdens den oorlog op
industrieel gebied nieuw was gegroeid. En
dan de verfoeide nalatenschap uit den ver
foeiden wereldoorlog: de internationale
schuldverhoudingen dwongen den goederen
stroom in gewrongen banen, welke men door
het optrekken van tolmuren wederom
trachtte tegen te gaan.
De (handhaving van uit den wereldoorlog
ontstane schulden, welke een economischen
grondslag missen, het opleggen van repara
tieverplichtingen eenerzijds cn (het streven
om door protectie te verhinderen dat deze
schuldverhoudingen in goederen leveranties
een einde vonden anderzijds, dat zijn de
factoren, welke het evenwicht In de wereld
huishouding hebben verbroken.
De Industrieele en landbouwproductie,
welke door de technische evolutie op onge
kende wijze de wereldwelvaart hadden kun
nen vermeerderen, kwamen tusschen de op
geworpen hindernissen dusdanig In de knel,
dat de internationale prijsverhoudingen ge
heel uit haar voegen raakten en het geld
en credietweaen in de meeste landen gedes
organiseerd werd.
Dat de afzonderlijke landen bij een ver-
Zooals gemeld is Turkije dezer dagen in een buitengewone volkenbondsvergadering tot
den Volkenbond toegetreden. Hierboven een afbeelding van den Turkschen minister
president Kemal Pasja en zijn palels in Angora.
klaarbare miskenning van hun internatio
nale economische afhankelijkheid steun
maatregelen troffen, onafhankelijk van el
kaar en zonder rekening te houden met de
belangen van anderen kon de verwarring
slechts vergrooten.
Minister Ruys de Beerenbrouck
Hoezeer de aldus veroorzaakte wereldcrisis
van zorgwekkend en omvang, het Nederland-
sche welvaartspeil heeft neergedrukt is den
laatsten tijd 'bij herhaling aangetoond en uit
eengezet aan de hand van feiten en cijfers,
welke zonder eenige misleiding waarschuwend
spreken.
Achtereenvolgens zagen schier alle voor
naamste takken van het bedrijfsleven zich
aangetast.
De economische toestand in Noderlandsoh-
Indië vertoont al een even troosteloos beeld
als die in het moederland.
Men denike met gepas ten ernst over een
toestand, welke de voor ons land zoo be-
teeöcenende inkomstenbron aan Indi
sche baten goed-deels deed opdrogen.
Tevens drukt ook onze gemeenschap op
zorgelijke wijze de wreede plaag der werk
loosheid. welke aan de steuncapadteit der
overheidslichamen ongewoon zware eischen
is gaan stellen.
Onder deze onheilspellende omstandig
heden heeft de overheid bewust van haar
steeds zwaarder wordende taak, haar stand
punt moeten bepalen, terwijl zij in den loop
van haar optreden de crisiswolk steeds zwar
ter zag worden. Geheel abnormale en on
berekenbare tegenstroomingen hebben haar
met de uiterste behoedzaamheid, ingegeven
door haar verantwoordelijkheid voor de ge-
heele bevolking, de vaart door liet onstui
mige water deen kiezen.
Reeds is in onze dagen het gebied der
overheidsbemoeiing uitgegroeid tot een om
vang, welke de redelijke vraag doet stellen
of een gewijzigde ordening niet tot een pas
sende ontlasting van de Staatstaak
met name van diens uitvoerenden ahbeid zou
kunnen leiden. Tot welke afmetingen onder
deze abnormale omstandigheden deze over
heidstaak moest uitgroeien, laat zich ge
makkelijk denken.
Hierbij gold het telkens de helpende hand
uit te steken en daarbij het oog op het al
gemeen belang gericht te houden.
Wat den oorsprong van den economischen
tegenspoed betreft heeft Nederland niet na
gelaten bij monde van zijn beste staatsbur
gers in het internationaal milieu te waar
schuwen tegen het naderend ongeluk en
tegen de averechtsche maatregelen die men
nam om dat ongeluk te keeren.
Toen dit alles niet baten mocht er. ons
land steeds meer de economische gevolgen
van die moeilijkheden ondervond, ken steun
voor de bedreigde economie van het land
niet uitblijven. Daarbij bleef uitgangspunt
dat die steun nimmer in zoodanigen vorm
zou mogen verleend worden, dat gezond
herstel daardoor zou worden vertraagd.
Eerst toen net hier gedurende decennia
onder een vrijhandelsregime opgebouwde
dretgde ten onder te gaan. waren maatregelen
tot beveiliging van het bestaande noodzake
lijk en was hulp voor de getroffen werkne
mers plicht der overheid.
Onze landbouw, in zod sterke mate op uit
voer aangewezen, moest voor den ondergang
worden bihoed.
Ook onze industrie liep gevaar door het
buitenland, dat in Nederland een bij uitzon
dering koopkrachtig afzetgebied vond, onder
den voet te worden geloopen.
Conngenteeringsmaatregelen zijn der
halve noodig geweest om hier te voorkomen
dat een aantal industrietakken misschien
voor altijd vernietigd zouden worden.
Juist om te voorkomen, dat ook op <üt ge
bied het herstel der normale verhoudingen
nie: vertraagd zou worden, was een groote
voorzichtigheid hoodie. De overheid staat
hier voor de bij uitstek moeilijke taak het
middel van de invoerbeperking zoodanig toe
te passen, dat alleen het abnormale geweerd
wordt.
Hoe groot de chaos ook moge zijn, de ten
grondslag liggende economische wetten weien
zich echter steeds meer gelding te verschaffen
Alleen wanneer men dit brdenkt. zal het
besef doordringen dat een te straffe toepas
sing van contingent reringsmaatregelen onzen
export zou schaden.
De uitvoer ondervindt de grootste moei
lijkheden; 1$ baart de regeering de grootste
zorgen.
Zoo dikwijls ontmoet men bij groepen die
om steun vragen, een groote onwetendheid
omtrent den nood onder andere» groepen
van ons bedrijfsleven. Daar komt bij dat men
vergeet, dat alleen he: wegnemen d.-r oor
zaken voldoende kan baten. Handel, scheep
vaart en bankwezen, zij allen hebben hunne
groote moeilijkheden, dl? alleen opgelost
kunnen worden wanneer de poartcn naar 't
buitenland weer opengaan.
Minister Ruys wijdde vervolgens aandacht
aan de tegenstelling bij de publieke geldmid
delen. Terwijl eenerzijds de abnormale nood
in steeds dringender mate een beroep op de
openbare middelen blijft doen, slinkt het
volksvermogen, dat ze tenslotte moet opbren
gen, onrustbarend.
Tengevolge van het opdrogen van de ver
schillende welvaartsbronnen moest een opti
mistische berekening van de daling van het
belastbaar volksinkomen op ongeveer 30 pet.
worden geschat.
Bij een dusdanig krimpende middelen-po
sitie dringt zich naar voren de zorg der over
heid. dat zij op de allereerste plaats haar
helpeed vermogen zooveel mogelijk onge
schonden houdt.
Ter handhaving niet alleen van 's lands
credietwaardtgheid doch veeleer nog ter voor
koming eener massale volksverarming, welke
niet meer aan procenten te binden zoude
zijn. hebben de overtuigende argumenten cn
luide sprekende voorbeelden, welke voor de
inflatie onzer munteenheid waarschuwen,
voor de regeering can ook niet- afgedaan
Zij en de volksvertegenwoordiging die tot
de noodzakelijke besnoeiing genoopt worden
en de verantwoordelijkheid daarvoor hebben
te dragen, weten deze pijnlijke taak verlicht
door de redelijke zakelljkkheid van allen, wier
inzicht hen in staat stelt de feiten te onder
kennen, zooals deze in werkelijkheid zijn.
Slotbeschouwing.
Vaak wordt er geklaagd, dat de regee
ring nog niet voldoende maatregelen ter
bescherming van het economisch leven heeft
genomen.
Doch laten- vooral zij, die daarbij op an
dere landen wijzen, toch bedenken, dat ons
land relatief gesproken, nog over oen groote
mate van weerstand en uithoudingsvermo
gen beschikt, en -dat veel overheids-tnmen-
ging in het buitenland het herstel geremd
heeft of een uiting is van een mate van ver
val, waarvoor ons volk behoed moge worden.
Dat uithoudingsvermogen is het, cn
de historisch bewezen veerkracht van ons
volk om zich als het moet aan de ge
wijzigde omstandigheden aan te passen, wel
ke do regeering den moed schenken om den
moeilijken weg van versobering cn doelmati
ge bezuiniging in te slaan.
Nu de benarde financieel© toestand van
Rijk en gemeenten gebiedt, verstaat de Over
heid haar pijnlijke plicht offers, zware offers
te verlangen.
Het is het schrijnende van de haar toever
trouwde taak, dat zij in tal van gevallen
nood gedwongen leed moet veroorzaken en
teleurstelling brengen.
Als noodtoestand, menschel ijk gevoel en
harden plicht ln conflict brengt, staat zelfs
de maatregel, die tijdig erger leed voorkomt,
al spoedig onder den schijn van harteloos
heid. Dien schijn zelfs wijst de regeering met
eerlijke overtuiging af. omdat zij met diep
gevoeld medeleven beseft welk leed die harde
plicht voor velen medebrengt.
Dit medegevoel geldt afzonderlijk zwaar
getroffen gevallen, het gekit in niet mindere
mate die groep van jongemannen onder or.s,
die de ramp der werkloosheid treft juist in den
levenstijd, die hen met frisse he werkkracht
en werklust zag aantreden en wier* jonge,
beste jaren buiten hun schuld in gedwon
gen ledigheid verloren gaan.
Zoo ergens aan doet hier de overmacht
pijn. die bruikbare:: hand- en hoofdarbeid
meedoogonloos afw&st.
De. juist dezen cn den komenden tijd be-
heerschende vraag blijft; zal dit moeilijke
en veelcischende tijdsgewricht een klein of
een groot geslacht vinden? Ons volk duldt
geen blaam op de geschiedenis die het thans
te maken heeft. Het is bereid zijn reserve
aan dappere offergezindheid en saamhoorlg-
heid aan te spreken om zijn toekomst op
herstel en opleving voor te bereiden.
Met allen ernst, die de tijd verlangt,
künke dan een beroep op allen, vooral op
hen, die zijn geroepen de openbare mcenlng
voor te lichten en leiding te geven aan
volksgroepen.
Laat ons niet allen de hoogste eischen
stellen aan de vorming van eigen inzicht en
oordeel, waar het thans meer dan ooit de
moeilijkste en verwikkelde te vraagstukken
betreft, doch laat ons bovendien iedere een
zijdigheid afleggen, „zonder oogkleppen door
het leven gaan" en beseffen den gewetens
plicht. dat onze voorlichting op zuivere en
volledige documentatie beruste!
Laat men in deze uren doorzicht en
ordelijkheid betrachten bij het tot uiting
brengen van wat de bevolking te zeggen en
te wenschen heeft, niet van wat haar in
strijd met de feiten wordt opgedrongen.
Met het vertrouwen in die van burgerzin
gteuigende medewerking, weet de overheid
haar moeilijke taak verlicht eti houdt zij
haar schouders recht onder den zwaren tijd,
omdat zij op God's kracht en steun mag
rekenen.