LETTEREN EN KUNST
Radiomuziek der week.
EEN VOORBESPREKING
JONGENSBOEKEN
BIOSCOOP.
Nieuwe Uitgaven.
I
door KAREL DE JONG.
De Hilversumsche en Hilversummer Zon-
dagprogrammas geven gelegenheid iets van
de wijzigingen na te gaan die de „Ouverture"
in de verschillende tijden en onder de han
den der verschillende componisten onder
gaan heeft. De oudste muziekdramatische
werken vingen aan met een recitativischen
proloog; Monteverdi (1567—1643) begon zijn
„Orfeo" met een soort van fanfare. Geleide
lijk kwam een meer regelmatig gevormd or
keststuk (Sonate of Sinfonia) in zwang. Te
gen het einde der 17de eeuw werd de 3-dee-
ligheid van het openingstuk regel en wel ont
wikkelden zich twee types tegenover elkaar:
de door Lulley (1633-1687) ingevoerde „Fran-
sche Ouverture" en de door Allessandro Scar
latti geprefereerde „Italiaansche Ouverture"
De eerste bestond uit een langzame en pa
thetische inleiding, een fugatisch Allegro en
een (verkorte) herhaling der inleiding; de
tweede uit twee door een Andante geschei
den Allegro-deelen. In lateren tijd komt de
hoofdvorm der sonate, soms door een lang
zame introductie voorafgegaan in zwang en
gaat de ouverture dus gelijken op het eerste
hoofddeel cener symphonie, maar zonder
reprise. Sporen van den vorm der Italiaan
sche O. vindt men nog in de Ouv. van Die
„Entführung a us dem Serail" van Mozart en
de z.g. 1ste Leonore Ouv. van Beethoven: bij
beiden is een kort Andante in het midden
geplaatst. Doch ook de Fransche Ouv. bleef
niet geheel zonder nawerking. Mozart Zau-
berflöte-O. brengt na een korte langzame
inleiding, die met plechtige fanfares begint,
een Allegro, dat als £pga aanvangt, maar
waarin toch de hoofdvorm der sonate over-
heerscht. Het is een soort van compromis tus-
schen fuga en sonatevorm: fuga in de struc
tuur der hoofdthemagroep, en in het. feit, dat
eigenlijk het geheele Allegro monothema-
tisch is. want ook het z.g. zangthema is uit
het eerste gevormd: hoofdvorm eener sonate
wat betreft de groepeering en de tonaliteit
der themas. Een pendant van deze Ouv. is
die, ..Zur Weihe des Hauses" van Beethoven.
Fugatisch begint ook de Ouv. J>ie verkaufte
Braut" van Smetana. De sonate-hoofdvorm
bleef ook voor de zelfstandige (dus niet bij
een opera gecomponeerde „concert-ouver
tures" heerschend (zie b.v. Mendelssohn e.a.)
Weber bouwde zijn O's uit materiaal der
operas zelve op, zonder den gangbaren vorm
uit het oog te verliezen.
Grootsch van constructie zijn ook het Pre
ludium en de Fuga in Es voor orgel en de
bewerking die Busoni voor piano gemaakt
heeft is dat uit een pianistisch oogpunt niet
minder. Het Praeludium bevat zelf reeds een
paar gefugeerde gedeelten; de Fuga wordt
vaak .Tripelfuga", d.w.z. een waarin alle 3
thema's tegen elkaar gecombineerd zijn, is
het echter niet. Het zijn eerder 3 fuga's, die
in elkaar overgaan; de eerste is op thema I
gebouwd, de tweede op th. II, dat vervolgens
met I tot dubbelfuga wordt samengesteld,
de dorde op th. III dat op zijn beurt weer
met I tot dubbelfuga wordt gecombineerd.
De uitzending van dit voor klavier zelden
gespeelde arrangement heeft Donderdag
door Warschau plaats.
Deventry belooft Tiederen van Hugo Wolf,
den grootsten en belangrijksten liedercom
ponist van den nieuweren tijd. Ik zou gaarne
over de beteekenis hiervan en het kenmer
kende dezer liederen wat meer uitweiden,
indien ik niet voorzag, dat de meeste lezers
wegens het gemis van de teksten aan de ra
dio-uitzending niet voldoende zouden heb
ben om den kracht der stemmingsschilde
ring in de klavierpartijen en de meesterlijke
declamatie van die teksten in de gezongen
partijen ten volle op te kunnen merken en
te kunnen waardeeren.
Een dergelijk bezwaar zal men bij de opera
Xerxes (Mühlacker, So) wel in veel minder
mate gevoelen en het zal deze en gene wel
licht interesseeren om een deel van een
opera te hooren van een componist, dien
we meerendeels utisluitend uit zijn oratoria
(waarin hij dan ook het grootst was) heb
ben leeren kennen. De Largo-aria uit Xer
xes echter is wereldberoemd.
En wie aan al de regen van de laatste da
gen nog niet genoeg mocht hebben, kan
a.s. Dinsdag tweemaal zijn hart; ophalen
aan „Jardins sous la pluie", dat 's morgens
door Hilversum en 's avonds door Londen
reg. over ons werelddeel gestrooid zal worden
Met dit weerbericht, dat een hydrothera-
peutische prognose bevat, eindig ik voor
ditmaal.
Daarnevens kwam echter ook de potpourri-
achtige Ouverture op, waarvan Rossinis „Tell-
O" een voorbeeld levert. Ook de Academische
Fest-Ouv. van Brahms behoort tot deze ca
tegorie. maar Brahms zou geen Brahms ge
weest zijn. als hij de verschillende thema's
niet tot hoogere eenheid samen gestrengeld
had en als hij niet de idee van den sonate
vorm door de mazen van het weefsel had
doen schemeren. De z.g. Ouvertures van te
genwoordige Operettes zijn gewoonlijk niet
anders dan zeer oppervlakkige potpourri's.
Rich. Wagner begon met min of meer het
voetspoor van Weber te volgen; in zijn
„Tannhauser"-0. is de sonate-vorm nog te
bespeuren. In zijn latere werken verving hij
de O. door het „Voorspel" dat als een soort
van symphonische proloog geen constanten
vorm toont. In het Meistersinger-voorspel
echter zit weer een beetje van 't eene en een
beetje van 't andere. Veelal is dit voorspel
als een „potpourri", zij het dan ook in den
hoogsten zin. evenals Brahms' „Akademi-
sche", gekwalificeerd, maar men kan ook
zonder veel moeite er de principes van den
sonate-vorm in vinden, nl. hoofdthema-groep
in C, zangthemagr. (Walthers Preislied thema
etc.) in E. doorwerking (met de verkleining
van het hoofdthema in Es beginnend), re
prise (gewijzigd en verkort, het Preislied -
thema nu gecontrapuncteerd tegen de Mels-
tersinger-themas in C) en Coda.
Den ernstigeh muziekliefhebbers zij aan
bevolen Zondagmiddag en -avond een en
ander na te gaan- „Zauberflöte" en „Meister-
singer" zullen welkome voorbeelden zijn.
Wagners „Kaisermarsch" is voor den triom
fantelijken intocht der Duitsche tropen in
Berlijn in 1871 geschreven: het werk wordt
sinds den wereldoorlog om begrijpelijke rede
nen niet zoo vaak meer gespeeld. Het is ech
ter een echt staal van Wagners stijl en kun
nen. schitterend van kleur en bewerking. Het
Luther-koraal „Een vaste burcht" is er in
doorgewerkt.
Van de Maandag-programma's trok dat
Jan het Amst. Dames-trio (Hilversum) mijn
aandacht door de smakeloosheid zijner sa
menstelling: een versnippering van werken
die een halve eeuw geleden nog zeer gebrui
kelijk was, maar tegenwoordig gelukkig wei
nig genade meer vindt en dat van Heilsberg
wijl men vandaar de kunstlgste en tevens
moeilijkste fuga, die Bach voor vioolsolo ge
schreven heeft zal kunnen hooren. In deze
fuga komen oa. samentrekkingen (strette)
en omkeeringen, van het thema voor, die
men in de veel vaker gespeelde fuga uit de
sonate in g. min. niet vindt.
Charles Krienen. De dure Beenen van
Frank Kronen (Uitg. Van Holkema en Wa-
rendorf, Amsterdam.
Charles Krienen is een bekend schrijver
van jongensboeken. Hij heeft er tenminste
heel wat geschreven en er zijn er bij, die 4
of 5 drukken hebben mogen beleven, zoodat
ik moet aannemen, dat de jeugd ze niet
ongaarne leest. Te oordeelen naar De dure
beenen van Frank Kronen, het eerste boek.
dat ik van Krienen in handen kreeg, zullen
de jonge lezers er niets slechts uit leeren.
Het is van een goedige soort, zooals er in
ons land elk jaar dozijnen verschijnen. Ro
mantiek en dus ook valsche romantiek is
er ver in te zoeken en dat is al heel wat.
Eigenlijk is zoo'n boek niet veel meer dan 'n
beetje „vertellen", zonder dat er sprake is
van een verhaal. Inspiratie moet men bij
iemand als de heer Krienen in het geheel
niet verwachten. Een schrijver moet. dunkt
mij. zoo wel in het oneindige door kunnen
gaan. Als het boek niet lang genoeg is,
maakt hij er nog 'n paar hoofdstukken bij;
heeft het de Juiste maat. dan zet hij er
„Einde" onder en stuurt hij het naar een
uitgever, die altijd wel jongensboeken kan
gebruiken, vooral als ze van een auteur ko
men, die er al meer met succes geprodu
ceerd heeft.
Persoonlijk vind ik dit soort wel wat erg
zoetig en sentimenteel. Jongens, die in een
bosch liggen te neuriën.
Wie rusten wil in "t groene woud,
Wie rusten wil met lusten.
Hij kiez' een plekje dicht in t hout
En vlije zich tot rusten.
Een peluwtje van mollig mos,
Een kussen
lijken mij-wel erg ongenietbaar toe. Hoe
komt een jongen aan zoo'n raar vers in
dezen tijd? Als hij nu nog geneuried had
„Dat is het lied van de matrozen", maar
„Wie rusten wil in het groene woud", nee,
dat is mij een al te wonderlijk soort.
Wij hebben in de kinderlitteratuur wat te
veel Dik Trom's en Pietje Bell's gehad, dat
geef ik toe, maar laten we nu niet in een
ander uiterste vervallen en Krelis van Hie-
ronymus van Alphen weer van den zolder
gaan halen. Ik ben wee geworden van dat
sentimenteel-lieve hoofdstuk „Seringen".
En dat in een jongensboek!
C. Goudriaan. Joop uit de zesde klas.
(Uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar).
Van den heer C. Goudrian las ik indertijd
De geheimzinnige Inbreker, een boek. waar
over ik niet bepaald enthousiast kon zijn.
Joop uit de zesde klas, dat mij thans ter
recenseering werd toegezonden, is van een
veel beter gehalte.
Goudriaan vervalt ook in dit boek in zijn
oude fout van bijna louter in den dialoog
vorm te schrijven. Het is waar, dat de
meeste jonge lezers niet veel van beschrij
vingen en zeker niet van natuurbeschrij-
vngen moeten hebben. Ik weet uit mijn
eigen jeugd, dat ik die „omzoomertjes" zoo
als ik ze noemde, altijd oversloeg. Een jon
gen wil handeling in zijn boeken. Maar het
is wel in een heel ander uiterste vervallen,
als men een verhaal louter in gesprekvorm
schrijft, alsof het een tooneelstuk is. Dit
werkt op den duur toch wel wat erg nuchter.
En als een oude visscher op Vlieland gaat
praten in dezen trant „De maan goot haar
zilveren licht over de kale. uitgestrekte zand
vlakte", dan voelen wij ook het gevaar van
deze schrijfwijze, want het is tenslotte de
schrijver en niet de visscher. de het zilveren
licht van den maan er bij haalt.
Maar het verhaal, dat Goudriaan thans
geeft is veel minder onwaarschijnlijk dan
dat van De geheimzinnige Inbreker en het
is toch van een fleurigheid en een afwisse
ling, die het voor jonge lezers prettig om te
lezen maakt Een verhouding als hier in dit
boek beschreven is tusschen een hoofd van
een school en zijn leerlingen is wel zoo
ideaal, dat je alle kinderen van de wereld
zulk een schoolhoofd zoudt toewenschen. Ik
stam nog uit den tijd, toen wij in onze on
derwijzers onze natuurlijke vijanden meen
den te moeten »*en.
Verbeeld je. dat wij ooit een achtdaag-
schen genoeeelijken tocht met een motor
boot naar Vlieland met onzen ouden „baas"
hadden gemaakt! De wereld had op haar
kop gestaan. Maar meneer Bolt uit het dorp
Velthoven doet het en hij toont zich daarbij
een zoo geboren opvoeder en man van zoo
fijnen tact, dat alle jeugdige lezers wel van
hem moeten gaan houden. Er is in dien
meneer Bolt niets schoolmeesterachtigs en
ook in den heer Goudriaan niet, wanneer hij
iets vertelt, waaruit zijn lezers wat leeren
kunnen. En dat maakt, dat je dit boek met
genoegen aanbeveelt.
Theo Frank. Bertus Flier in het Wilde
Westen. (Uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar).
Een verhaal van wel heel ander gehalte is
Bertus Flier in het Wilde Westen van Theo
Frank. In onze jeugd waren het de India
nen, die voor de romantiek zorgden, maar
sinds de roodhuiden niet meer hun vredes
pijp rooken met hun Broeder het Bleekge-
zlcht, zijn het de cowboys uit het Wilde
Westen, die hen hebben vervangen. En wij
weten van de film, dat wij bij hen niets te
kort komen.
Een frlsch en goed geschreven boek. dit
verhaal van de „Ranch". Het is hoe kan
htt anders? vol van romantiek, maar
een romantiek, die toch niet onwaarschijn
lijk lijkt, zooals Theo Frank ze op min of
meer realistische wijze beschrijft. Het leven
van een cowboy aan den voet van de Rocky
Mountains is nu eenmaal anders, wilder en
woester, dan van een kantoorjongen of zelfs
van een padvinder in ons goede vaderland,
en wanneer Bertus Flier uit Maassluis na
een schipbreuk toevallig daartusschen te
recht komt, beleeft hU in twee dagen meer
spannende avonturen dan in zijn oude stad
je gedurende heel zijn leven.
Het aardige van dit boek is. dat je in die
avonturen gelooft. Het lijkt mij toe. dat de
schrijver dit leven op een Ranch persoonlijk
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
heeft meegemaakt en weet, hoe het daar in
het Wilde Westen toegaat. Dit verhaal geeft
niet den indruk van louter fantasie, al zal
Frank wat zijn recht is als schrijver
er dan ook wel wat bijgemaakt hebben. Zoo
als hij het leven van een Hollandschen jon
gen tusschen de woeste cowboys beschrijft,
zoo zou het hebben kunnen gebeuren en dat
maakt het boek zelfs voor ouderen lezens
waard. Hoe meer dan voor Jongens, die le
ven in het avontuur. Het is levendig en dik
wijls met humor geschreven, al is de stijl
dan ook nu en dan wat veel in den ruwen
geest der cowboys.
Ook de beschrijving van Bertus Flier's
avonturen in San Francisco na het vergaan
van de Charleston, eerst met zijn scheeps
makkers en dan later als bordenspoeler in
een gaarkeuken en zijn reis als blinde pas
sagier met twee Amerlkaansche „rail-
tramps" is van een levendigheid en een pit-
tigen, raken verteltrant, als wij maar zeer
zelden in een Hollandsch jongensboek aan
treffen. Ik zou mij al zeer sterk moeten ver
gissen, wanneer jongens dit spannende boek
van Frank niet met bijzonder groot genoe
gen van het begin tot het eind zullen lezen.
Jammer, dat de illustraties zoo afschrik
wekkend leelijk zijn.
J. B. SCHUIL.
HET TOONEEL
TOONEELLEVEN IN DE WEST.
Hoe de Dietse Spelers" er
werken.
WILLEM 1. J. VEER ALS D.'CORBOUWER.
Men schrijft aan het Persbureau V. D. uit
Willemstad:
Het Nederlandsch Tooneelgezelschap „De
Dletsche Spelers", dat onder leiding van
Willem van der Veer een tournee maakt door
West-Indië, kent niet veel rust.
Na de aankomst op 22 Juni, ging het om
9 van boord en begaven de medespelenden
zich naar hun verblijven te Emmastad, waar
na te 11 uur Willem van der Veer. Dirk Ver
beek en Rika Hopper al in den Schouwburg
present waren om de zaal en het tooneel in
oogenschouw te nemen. Zij kwamen tot de
ontdekking dat de tooneel inrichting per
fect was, maar dat de décors, die n.b. uit het
jaar 1880 stamden, niet te gebruiken waren.
Als gevolg daarvan moest men met alle
kracht zelf decors gaan bouwen, waarmede
den volgenden dag al begonnen werd Zater
dag 25 Juni ging de eerste voorstelling van
„De Medailles van een Oude Vrouw" en
Zondagmorgen om 9 uur was Willem van
der Veer weer aanwezig om dè decors van
Zaterdagavond af te breken en te beginnen
met den bouw van de decors voor de
„Dienstknecht in het Huis", welk stuk nog
denzelfden avond ten tooneele werd ge
bracht. Het was een heel karwei, want dit
stuk vereischt een interieur in een huis van
een welgestelde familie en om alles goed te
krijgen hadden zich zelfs de bestuursleden
van het Algemeen Nederlandsch Verbond
bezig gehouden met het bouwen en het plak
ken van behangelpapier. Het resultaat was
dan ook alleszins naar wensch. Maandag
moest opnieuw gerepeteerd worden voor het
„Klein Tooneel" van Dinsdag d.a.v.; het pro
gramma, dat toen is uitgevoerd, bleek wel
wat te zwaar voor Curacao. Woensdagavond
vertrok het gezelschap naar Aruba, waar
Donderdagavond de „Medailles" ging en
Vrijdagavond de „Dienstknecht". Ten aan
zien van beide opvoeringen betoonde het
publiek zich zeer enthousiast. Beide dagen
is men ook op Aruba druk in de weer ge
weest; ook hier moesten weer decors ge
maakt. omdat men bevreesd was dat, wan
neer de uitstekend gemaakte décors van den
Curapaoschen Schouwburg medegenomen
zouden worden, deze als pap zouden terug-
keeren. Zaterdagmiddag kwam het gezel
schap op Curagao terug en dien zelfden
avond ging een reprise van de .Medailles";
Zondag d.a.v. werd „De Schok" opgevoerd,
voor een behoorlijke opvoering waarvan het
gezelschap van 's morgens vroeg tot kort
vóór de voorstelling bezig was. Evenals met
den .Dienstknecht" ontbrak ook thans de
tijd om op het tooneel te repeteeren, cn
dat. waar het een première betrof! Men
repeteerde daarom weer thuis, terwijl Willem
van der Veer. die niet in „De Schok" mede-
speelde, in den Schouwburg was om leiding
te geven bU den bouw van de decors voor dit
stuk. Het gezelschap heeft zich des avonds
prachtig door alles heengeslagen; de inhoud
van het stuk kon echter velen van de toe
schouwers niet bekoren. Willem van der
Veer bleef dien Zondagavond thuis omdat
hij zijn rol voor de volgende voorstelling te
leeren had.
Maandagavond ging een „Klein Tooneel"
in het Clubgebouw van de Cur. Petr. Ind.
Mij. en Dinsdag repeteerde men weer voor
,Als je maar een verleden hebt", waarin
eenige Hollandsche dilettanten op Curacao
meedoen. Dit stuk werd Vrijdagavond op
gevoerd. Woensdagavond ging wederom een
reprise van „De Schok" en Zondag d enlOen
Juli. vertrokken de „Dietsche Spelers" naar
Suriname.
PAK DE LEUNING.
De kermis is al jaren ter ziele, maar de
kermisweek, die blijft bestaan. In de eerste
week van Augustus gaan de schouwburgdeu
ren nog altijd open. precies als in den goe
den ouden tijd. toen de Haarlemmers na af
loop van de „komedie" nog hun poffertjes
gingen eten bij Consael op de Markt of in
de rondte draalden in 't stoomcaroussel van
Wolfs En dat is niet het eenige, dat veran
derd is. De ouderen onder ons herinneren
zich den tijd, toen de oude Koninklijke Ver-
eeniging de successtukken van haar reper
toire gedurende de kermisweek in den schouw
burg aan den Jansweg speelde en de Neder-
landsche Tooneelvereenlglng in een houten
tent op de Nassaulaan haar kermlsstuk gaf.
Nu zijn het revue en variété, die de „kome
die" hebben vervangen en als wij met een iet
wat katterig gevoei tegen 12 uur naar huls
moeten, omdat alles gesloten is. denken
met een zekere Sehnsucht terug aan de da-
gen van weleer, toen kermis werkelijk nog
kermis was,
In den Schouwburg aan den Jansweg ls
het Henvo's Revue-Gezelschap, dat er deze
week de revue „Pak de Leuning" geeft. Als
het doek opgaat, zijn wij aan boord van een
boot cn onwillekeurig gaan onze gedachten
alweer naar vroegere tijden terug, wanneer
daar zoowaar de 80-Jarige August Kiehl met
een waggelende kroon op zijn hoofd en een
rooden mantel over zijn schouders geslagen
als koning Dreisjenep het tooneel op komt
dribbelen. Wij denken aan de dagen der
drie K's, 40 jaar geleden, en wij herinneren
ons Surcoufs' de Kaper en De Vice Admiraal
waarin Kiehl ook zoo op de brug van een
schip stond, maar toen met Kreeft en Kelly
aan zijn zijde. Ais de eenige overgeblevene
der Mohikanen stond Kiehl daar gisteren en
zong. precies als in de Jaren der oude ope
rette. Zijn stem is wel wat beverig gewor
den, maar je herkent haar nog onmiddellijk.
Want wie zegt zoo een r en eens s als August
Kiehl.
Als een stuk historie staat Kiehl daar op
het tooneel. Inplaats van Kelly is er nu Kees
van Dam en inplaats van Kreeft Henri Le
Dent. Ja, wel is er veel veranderd in dien
tijd.
Kiehl, de koning met de waggelende kroon
en Kees van Dam. zijn eerste minister, die
ook in deze functie natuurlijk Kokkie heet.
zijn op reis van het eiland Karabonje naar
Haarlem, waar zij in den schouwburg van
den heer Kaart in een revue zullen spelen.
Het is er natuurlijk een Joviale, vroolijke pan
daar aan boord en Zijne Majesteit Sire
Koning staat op even goeden voet met Cor
Smit. de linnenjuffrouw, als met Jetty Kre-
mer, de Koningin en Henri Le Dent, den kok.
Het zou geen echte Hollandsche revue zijn,
wanneer Zijn Majesteit en de eerste minister
geen oude klare dronken en koning, koningin,
kapitein, eerste minister, kok en linnenjuf
frouw zingen gezamenlijk het schoone lied
van „Pak de Leuning", xoordat zij in Hol
land van wal stappen Vandaar de titel van
deze lachrevue".
Overigens moeten wij natuurlijk niet naar
een draad in Pak de Leuning zoeken. Geen
revue-schrijver van tegenwoordig vindt het
meer noodig eenig verband te leggen tusschen
de verschillende scènes en waarom zou
Henvo het dan doen? Het gezelschap, dat in
den schouwburg aan den Jansweg optreedt,
moet met bescheiden middelen werken en
zoekt het dus niet in schitterende finales of
rijke costuums. Kees van Dam alias Kok
kie geeft als komiek den toon in deze re
vue aan en Cor Smit is natuurlijk de steeds
opgewekte „commère". Het is de niet bepaald
gepolijste volkshumor van het Amsterdam
se he Roozen-Theater, die wel het meest uit
komt in een scène a's „Op het stempelbureau"
en in de liedjes, welke zij als intermezzo's
zingen. Laat ik er bijvoegen, dat zij het met
lust en entrain doen.
Jean Jar.ssens staat op een ander niveau
en onderscheidt zich van de blijkbaar onont
beerlijke tenoren uit de revues door losse
actie en beschaafd spel. Ook Jetty Kremer
trof in twee scènes, waarin zij optrad de
Sweepstake en Wat zien wij in do spiegel?
door prettige distinctie en goede dictie.
De zaal was dezen eersten avond reeds aar
dig bezet en het publiek heeft zich blijkbaar
uitstekend vermaakt. Er is veel en hartelijk
gelachen en er heerschte heel den avond aan
deze zijde van het voetlicht de ware. vroo
lijke kermisstemming. zoodat wij niet twij
felen. of de heer Kaart zal van Pak de Leu
ning in deze week wel pleizler beleven.
J. B. SCHUIL.
REMBRAND THEATER.
De Toonfilm-operette van Frans
Léhar „Es war einmal ein Wal-
zcr" met Martha Eggerth, Ernst
Vcrcbes, Paul Hörbiger, Marcel
WJtnisch en Rolf v. Goth.
Bij vroolijke films wordt er altijd harte
lijk gelachen in de theaters, maar zooals er
gisteren geschaterd is. dat komt niet zoo
heel dikwijls voor! Van het betrekkelijk
simpele gegeven ls zoo'n allergrappigste
film gebrouwen met zulke aardige vondsten
en de muziek ls zoo geanimeerd, dat het
werkelijk een vreugdevolle avond wordt,
dien men deze week in Rembrandt door
brengt. Neuriënd en lachend verlaat het op
gewekte publiek het theater. Rudl Möbius
(Rolf v. Goth) zal. om de geschokte finan
ciën van de familie te herstellen, huwen
met een, naar men denkt, rijk Weensch
meisje, Lucy.
Rudl heeft absoluut geen lust om te trou
wen en wil zijn laatsten „vrijen" avond zoo
gezellig mogelijk doorbrengen. HU neemt
twee kaartjes voor de operette „Es war
einmal ein Walzer", een van de kaartjes
gooit hU uit het venster, in de hoop dat het
lot hem gunstig moge zijn en het kaartje
gevonden en ook gebruikt zal worden door
een lief blond meisje. Eerst lUkt het of hij
een niet getrokken heeft, de stoel naast
hem blijft langen Ujd onbezet, dan komt er
iets naar de stoel zeilen, da: naar de leege
stoel doet terugverlangen. Gelukkig biUkt
de bedoelde dame zich in haar plaats ver
gist te hebben en is de stoel weer vrU. En
dan gebeurt, waar Rudl ln zUn hart naar
verlangd heeft! Een droom van een meisje
komt binnen en wordt rechtstreeks naar
de leege stoel naast Rudl geleid. Dat
droompje is Steffi Pirzinger (Martha Eg
gerth). De twee jongelui hebben niet lang noo
dig om heviglUk verliefd op elkaar te wor
den. Na afloop van de voorstelling willen
zU nog een poosje naar Grinzing gaan. Daar
het stortregent, roepen zo een fiacre aan,
die evenwel byna geiyk door een ander jong
paartje gerequireerd ls. Ze besluiten dan
maar met hun vieren ln het open bakje te
stappen. Ze gaan zoo in elkaar op. dat ze
bUna niet merken dat ze halverwege in het
water zitten. Het zou te ver voeren de ge
heele geschiedenis te vertellen, genoeg zU
te zeggen dat den volgenden dag blUkt. dat
Rudi en het andere meisje in de huurkoets,
als bruidegom en bruid bestemd waren ZU
spreken af. dat ze elkaar zullen helpen en dat
ze niet mt elkaar zullen trouwen Rudi zal
den geliefde van het meisje duldeUJk maken
dót, en hóe hU haar moet schaken, en het
meisje belooft hem, dat zU zal zorgen dat
hij zUn droom van een meisje terug vindt.
Alles komt natuurlUk terecht en wU maken
een paar heel gezellige uurtjes met hen
door.
Het is een film, waarvan men de hande
ling en misschien ook den naam heel gauw
en gemakkelijk vergeet, maar waarvan men
langen tijd de herinnering aan Iets zonnigs
en vroolijks mee zal ronddragen.
De teekenfilm van Max Fleischer „8wln or
sink" met Bepple is natuurlUk weer zeer
geestig van teekening.
De Journals belangwekkend.
J The 2 Largards verrichten aan het drie-
v voudig rek schitterende toeren.
LFXOR THEATER.
Stan Laurel en Oliver Hardy.
In het Luor-Theater draait dece week een
vacantieprogramma, dat klinkt als een klok.
Begonnen wordt met een reisfllm van Burton
Holmes naar Barcelona, die een uitstekende
kUk geef: op deze mooie Spaansche stad met
de dagelUksehe gewoonten harer inwoners.
Vervolgens komt William Haines de aan
dacht vragen in oen zeer amusante Wild-
West-geschicdenis. HU heeft als kermisklant
eenige comboys afgezet, die zich wreken door
hem te ontvoeren en hem te laten werken
totdat hij door zUn arbeid het verschuldigde
bedrag bU elkaar gebracht heeft. Als „Cow
boy tegen wil cn dank" beleeft hU bizondere
avonturen; hU wordt geplaagd totdat het
hem te bar wordt en hU van zich afslaat. En
raak! HU wint tenslotte do liefde van de
lieftallige eigenaresse van de ranch. Leila
Hyams, Polly Moran en Cliff Edwards maken
van deze geschiedenis een allervcrmakelUkste
rolprent.
Het Orion Profilti nieuws is weer actueel:
er zUn zelfs al uitstekende opnemingen uit
de Vlerdaagsche afstandsmarsch te NUme-
gen met Lag endaal.
Na de pauze vertoont een lenige matroos
zijn verbluffende staaltjes. Verbazingwekkend
ls de wUze, waarop hU zich om zoo te zeggen,
opvouwt.
En dan het tweede hoofdnummer, de eer
ste. groote, Duitsch-sprckenco klucht van de
beide komieken Laurel cn Hardy ln Achter
Slot en Grendel. In deze film zUn zU bier
brouwers ln het drooggelegde Amerika, zien
een agent voor een tramconducteur aan.
verkoopen hem hun waar en worden
achter slot en grendel gesloten. Ze ontvlucht
ten. weten als neger vermomd eenlgen tUd
bulten de gevangenismuren te blUven doch
worden toch weer gepakt. BU een gevangenis
oproer gedragen zij zich huns-or.danks als
helpers der politic en zU worden begenadigd.
Dit is ln het kort de inhoud. Hoe gespeeld
wordt, laat zich niet vertellen Maar zij die
Laurel en Hardy vaker hebben gezien,
zullen niet nalaten ook hierheen te gaanzU
zullen genieten en schateren om de twee
dwazen in de malste situaties. Het is een dol
le klucht, die telkens lachsalvo's verwekt.
Hardy zingt in deze film Lazy Moon, terwUl
Laurel als negerdanser bUjk geeft van zUn
kunnen.
Laurel en Hardy: deze namen zeggen alles.
En gU zult er geen spUt van hebben als gU
ceze week dit programma gaat bewonde
ren.
CINEMA PALACE
„Van Jc familie moet je het heb
ben", in de hoofdrollen o.a. Fellx
Br ess art en Ralph A. Roberts.
„Van Je familie moet je 't. hebben" is een
echt vacantlenummer. dat. deze week in Ci
nema Palace veel belangstelling zal trekken.
Alleen al om de mede
werking in dit num-
van den bekend Fellx
Bressart. De manier,
waarop deze zich ont
popt van den lummc-
igen broer tot Iemand
die weet wat hU wil
en anderen de wet
■oorschrUft (hoeveel
nspannlng dit ook
kost) is zeer verma-
kelUk.
De inhoud van het
stuk te vertellen is
'genlUk niet te doen.
Het is 'n echt Duitsch
kluchtspel. Er komen
heel veel vermakehjke situaties in voor,
waarom van harte gelachen wordt, en dit is
de hoofdzaak. Ieder draagt het zUne bU om
de geschiedenis kluchtig te maken. Trou
wens daar zUn de namen van Charlotte An
der. Harald Paulsen, Fellx Bressart, Ralph
A. Roberts, Adèlc Sandrock enz. waarborg
voor.
Van het voorprogramma noemen we al
lereerst de allergeestigste teekenfilm van Max
Fleischer: Bimbo in „20 Legs under the sea".
Dit was kostelUk.
Voorts draai er nog een dolle klucht:
„Koopjes halen".
De verschillende Journaals met bulten- en
binnenlandsch nieuws, waren zeer actueel,
waarvan Polygoon het best was.
Op het tooneel: Rodi Roeters. die ons
eenigen tUd zeer gezellig bezig hield met zUn
goochel-cxperlpienten, die de verbazing
van alle aanwezigen wekten. Voeg daarbU
dat de heer Roeters een geestig prater ls en
dan kan men wel begrUpcn dat de tUd voor
bij was. voor men het wist. De heer Roeters
had veel succes.
Een echt vacantie-programma, dat Teel
belangstelling verdient.
Reclame spoorwegen.
WU ontvingen een door de Ned. Spoorwe
gen uitgegeven nieuwe reclameplaat, met
een daarbU op te plakken strook met slag
zin: een welvarend spoorwegbedrUf ook uw
belang en 2 reclamevloeitjes met afbeeldin
gen van twee nieuwe reclameplaten. De be
doeling van de slagzin is de volgende. De
spoorwegen ondervinden door crisis en
concurrentie een terugslag, die lelden moet
tot verhooging der tarieven. Vermeerdering
van vervoer leidt tot tariefverlaging.
Uw vervoersweg staat op een der platen,
waarop een sein-instaliatle boven een spoor
baan staat afgebeeld. Op de andere plaat
staat: Reist per spoor, veilig, snel, comfor
tabel.
Twee menseben.
Van de bekende roman van Richard Vosz
Zwei Menschen, in de vertaling ran J. P. Wes-
selink-van Rossum Ls de vUfde druk ver
schenen. het 20? en 25e duizendtal. De roman
verscheen in .s?rie Irlsboeken. b.bliotheek
voor moderne Literatuur bU Meu'.cnhoff tc
Amsterdam.