LETTEREN EN KUNST Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING JONGENSBOEKEN BIOSCOOP. Nieuwe Uitgaven. I door KAREL DE JONG. De Hilversumsche en Hilversummer Zon- dagprogrammas geven gelegenheid iets van de wijzigingen na te gaan die de „Ouverture" in de verschillende tijden en onder de han den der verschillende componisten onder gaan heeft. De oudste muziekdramatische werken vingen aan met een recitativischen proloog; Monteverdi (1567—1643) begon zijn „Orfeo" met een soort van fanfare. Geleide lijk kwam een meer regelmatig gevormd or keststuk (Sonate of Sinfonia) in zwang. Te gen het einde der 17de eeuw werd de 3-dee- ligheid van het openingstuk regel en wel ont wikkelden zich twee types tegenover elkaar: de door Lulley (1633-1687) ingevoerde „Fran- sche Ouverture" en de door Allessandro Scar latti geprefereerde „Italiaansche Ouverture" De eerste bestond uit een langzame en pa thetische inleiding, een fugatisch Allegro en een (verkorte) herhaling der inleiding; de tweede uit twee door een Andante geschei den Allegro-deelen. In lateren tijd komt de hoofdvorm der sonate, soms door een lang zame introductie voorafgegaan in zwang en gaat de ouverture dus gelijken op het eerste hoofddeel cener symphonie, maar zonder reprise. Sporen van den vorm der Italiaan sche O. vindt men nog in de Ouv. van Die „Entführung a us dem Serail" van Mozart en de z.g. 1ste Leonore Ouv. van Beethoven: bij beiden is een kort Andante in het midden geplaatst. Doch ook de Fransche Ouv. bleef niet geheel zonder nawerking. Mozart Zau- berflöte-O. brengt na een korte langzame inleiding, die met plechtige fanfares begint, een Allegro, dat als £pga aanvangt, maar waarin toch de hoofdvorm der sonate over- heerscht. Het is een soort van compromis tus- schen fuga en sonatevorm: fuga in de struc tuur der hoofdthemagroep, en in het. feit, dat eigenlijk het geheele Allegro monothema- tisch is. want ook het z.g. zangthema is uit het eerste gevormd: hoofdvorm eener sonate wat betreft de groepeering en de tonaliteit der themas. Een pendant van deze Ouv. is die, ..Zur Weihe des Hauses" van Beethoven. Fugatisch begint ook de Ouv. J>ie verkaufte Braut" van Smetana. De sonate-hoofdvorm bleef ook voor de zelfstandige (dus niet bij een opera gecomponeerde „concert-ouver tures" heerschend (zie b.v. Mendelssohn e.a.) Weber bouwde zijn O's uit materiaal der operas zelve op, zonder den gangbaren vorm uit het oog te verliezen. Grootsch van constructie zijn ook het Pre ludium en de Fuga in Es voor orgel en de bewerking die Busoni voor piano gemaakt heeft is dat uit een pianistisch oogpunt niet minder. Het Praeludium bevat zelf reeds een paar gefugeerde gedeelten; de Fuga wordt vaak .Tripelfuga", d.w.z. een waarin alle 3 thema's tegen elkaar gecombineerd zijn, is het echter niet. Het zijn eerder 3 fuga's, die in elkaar overgaan; de eerste is op thema I gebouwd, de tweede op th. II, dat vervolgens met I tot dubbelfuga wordt samengesteld, de dorde op th. III dat op zijn beurt weer met I tot dubbelfuga wordt gecombineerd. De uitzending van dit voor klavier zelden gespeelde arrangement heeft Donderdag door Warschau plaats. Deventry belooft Tiederen van Hugo Wolf, den grootsten en belangrijksten liedercom ponist van den nieuweren tijd. Ik zou gaarne over de beteekenis hiervan en het kenmer kende dezer liederen wat meer uitweiden, indien ik niet voorzag, dat de meeste lezers wegens het gemis van de teksten aan de ra dio-uitzending niet voldoende zouden heb ben om den kracht der stemmingsschilde ring in de klavierpartijen en de meesterlijke declamatie van die teksten in de gezongen partijen ten volle op te kunnen merken en te kunnen waardeeren. Een dergelijk bezwaar zal men bij de opera Xerxes (Mühlacker, So) wel in veel minder mate gevoelen en het zal deze en gene wel licht interesseeren om een deel van een opera te hooren van een componist, dien we meerendeels utisluitend uit zijn oratoria (waarin hij dan ook het grootst was) heb ben leeren kennen. De Largo-aria uit Xer xes echter is wereldberoemd. En wie aan al de regen van de laatste da gen nog niet genoeg mocht hebben, kan a.s. Dinsdag tweemaal zijn hart; ophalen aan „Jardins sous la pluie", dat 's morgens door Hilversum en 's avonds door Londen reg. over ons werelddeel gestrooid zal worden Met dit weerbericht, dat een hydrothera- peutische prognose bevat, eindig ik voor ditmaal. Daarnevens kwam echter ook de potpourri- achtige Ouverture op, waarvan Rossinis „Tell- O" een voorbeeld levert. Ook de Academische Fest-Ouv. van Brahms behoort tot deze ca tegorie. maar Brahms zou geen Brahms ge weest zijn. als hij de verschillende thema's niet tot hoogere eenheid samen gestrengeld had en als hij niet de idee van den sonate vorm door de mazen van het weefsel had doen schemeren. De z.g. Ouvertures van te genwoordige Operettes zijn gewoonlijk niet anders dan zeer oppervlakkige potpourri's. Rich. Wagner begon met min of meer het voetspoor van Weber te volgen; in zijn „Tannhauser"-0. is de sonate-vorm nog te bespeuren. In zijn latere werken verving hij de O. door het „Voorspel" dat als een soort van symphonische proloog geen constanten vorm toont. In het Meistersinger-voorspel echter zit weer een beetje van 't eene en een beetje van 't andere. Veelal is dit voorspel als een „potpourri", zij het dan ook in den hoogsten zin. evenals Brahms' „Akademi- sche", gekwalificeerd, maar men kan ook zonder veel moeite er de principes van den sonate-vorm in vinden, nl. hoofdthema-groep in C, zangthemagr. (Walthers Preislied thema etc.) in E. doorwerking (met de verkleining van het hoofdthema in Es beginnend), re prise (gewijzigd en verkort, het Preislied - thema nu gecontrapuncteerd tegen de Mels- tersinger-themas in C) en Coda. Den ernstigeh muziekliefhebbers zij aan bevolen Zondagmiddag en -avond een en ander na te gaan- „Zauberflöte" en „Meister- singer" zullen welkome voorbeelden zijn. Wagners „Kaisermarsch" is voor den triom fantelijken intocht der Duitsche tropen in Berlijn in 1871 geschreven: het werk wordt sinds den wereldoorlog om begrijpelijke rede nen niet zoo vaak meer gespeeld. Het is ech ter een echt staal van Wagners stijl en kun nen. schitterend van kleur en bewerking. Het Luther-koraal „Een vaste burcht" is er in doorgewerkt. Van de Maandag-programma's trok dat Jan het Amst. Dames-trio (Hilversum) mijn aandacht door de smakeloosheid zijner sa menstelling: een versnippering van werken die een halve eeuw geleden nog zeer gebrui kelijk was, maar tegenwoordig gelukkig wei nig genade meer vindt en dat van Heilsberg wijl men vandaar de kunstlgste en tevens moeilijkste fuga, die Bach voor vioolsolo ge schreven heeft zal kunnen hooren. In deze fuga komen oa. samentrekkingen (strette) en omkeeringen, van het thema voor, die men in de veel vaker gespeelde fuga uit de sonate in g. min. niet vindt. Charles Krienen. De dure Beenen van Frank Kronen (Uitg. Van Holkema en Wa- rendorf, Amsterdam. Charles Krienen is een bekend schrijver van jongensboeken. Hij heeft er tenminste heel wat geschreven en er zijn er bij, die 4 of 5 drukken hebben mogen beleven, zoodat ik moet aannemen, dat de jeugd ze niet ongaarne leest. Te oordeelen naar De dure beenen van Frank Kronen, het eerste boek. dat ik van Krienen in handen kreeg, zullen de jonge lezers er niets slechts uit leeren. Het is van een goedige soort, zooals er in ons land elk jaar dozijnen verschijnen. Ro mantiek en dus ook valsche romantiek is er ver in te zoeken en dat is al heel wat. Eigenlijk is zoo'n boek niet veel meer dan 'n beetje „vertellen", zonder dat er sprake is van een verhaal. Inspiratie moet men bij iemand als de heer Krienen in het geheel niet verwachten. Een schrijver moet. dunkt mij. zoo wel in het oneindige door kunnen gaan. Als het boek niet lang genoeg is, maakt hij er nog 'n paar hoofdstukken bij; heeft het de Juiste maat. dan zet hij er „Einde" onder en stuurt hij het naar een uitgever, die altijd wel jongensboeken kan gebruiken, vooral als ze van een auteur ko men, die er al meer met succes geprodu ceerd heeft. Persoonlijk vind ik dit soort wel wat erg zoetig en sentimenteel. Jongens, die in een bosch liggen te neuriën. Wie rusten wil in "t groene woud, Wie rusten wil met lusten. Hij kiez' een plekje dicht in t hout En vlije zich tot rusten. Een peluwtje van mollig mos, Een kussen lijken mij-wel erg ongenietbaar toe. Hoe komt een jongen aan zoo'n raar vers in dezen tijd? Als hij nu nog geneuried had „Dat is het lied van de matrozen", maar „Wie rusten wil in het groene woud", nee, dat is mij een al te wonderlijk soort. Wij hebben in de kinderlitteratuur wat te veel Dik Trom's en Pietje Bell's gehad, dat geef ik toe, maar laten we nu niet in een ander uiterste vervallen en Krelis van Hie- ronymus van Alphen weer van den zolder gaan halen. Ik ben wee geworden van dat sentimenteel-lieve hoofdstuk „Seringen". En dat in een jongensboek! C. Goudriaan. Joop uit de zesde klas. (Uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar). Van den heer C. Goudrian las ik indertijd De geheimzinnige Inbreker, een boek. waar over ik niet bepaald enthousiast kon zijn. Joop uit de zesde klas, dat mij thans ter recenseering werd toegezonden, is van een veel beter gehalte. Goudriaan vervalt ook in dit boek in zijn oude fout van bijna louter in den dialoog vorm te schrijven. Het is waar, dat de meeste jonge lezers niet veel van beschrij vingen en zeker niet van natuurbeschrij- vngen moeten hebben. Ik weet uit mijn eigen jeugd, dat ik die „omzoomertjes" zoo als ik ze noemde, altijd oversloeg. Een jon gen wil handeling in zijn boeken. Maar het is wel in een heel ander uiterste vervallen, als men een verhaal louter in gesprekvorm schrijft, alsof het een tooneelstuk is. Dit werkt op den duur toch wel wat erg nuchter. En als een oude visscher op Vlieland gaat praten in dezen trant „De maan goot haar zilveren licht over de kale. uitgestrekte zand vlakte", dan voelen wij ook het gevaar van deze schrijfwijze, want het is tenslotte de schrijver en niet de visscher. de het zilveren licht van den maan er bij haalt. Maar het verhaal, dat Goudriaan thans geeft is veel minder onwaarschijnlijk dan dat van De geheimzinnige Inbreker en het is toch van een fleurigheid en een afwisse ling, die het voor jonge lezers prettig om te lezen maakt Een verhouding als hier in dit boek beschreven is tusschen een hoofd van een school en zijn leerlingen is wel zoo ideaal, dat je alle kinderen van de wereld zulk een schoolhoofd zoudt toewenschen. Ik stam nog uit den tijd, toen wij in onze on derwijzers onze natuurlijke vijanden meen den te moeten »*en. Verbeeld je. dat wij ooit een achtdaag- schen genoeeelijken tocht met een motor boot naar Vlieland met onzen ouden „baas" hadden gemaakt! De wereld had op haar kop gestaan. Maar meneer Bolt uit het dorp Velthoven doet het en hij toont zich daarbij een zoo geboren opvoeder en man van zoo fijnen tact, dat alle jeugdige lezers wel van hem moeten gaan houden. Er is in dien meneer Bolt niets schoolmeesterachtigs en ook in den heer Goudriaan niet, wanneer hij iets vertelt, waaruit zijn lezers wat leeren kunnen. En dat maakt, dat je dit boek met genoegen aanbeveelt. Theo Frank. Bertus Flier in het Wilde Westen. (Uitg. Gebr. Kluitman, Alkmaar). Een verhaal van wel heel ander gehalte is Bertus Flier in het Wilde Westen van Theo Frank. In onze jeugd waren het de India nen, die voor de romantiek zorgden, maar sinds de roodhuiden niet meer hun vredes pijp rooken met hun Broeder het Bleekge- zlcht, zijn het de cowboys uit het Wilde Westen, die hen hebben vervangen. En wij weten van de film, dat wij bij hen niets te kort komen. Een frlsch en goed geschreven boek. dit verhaal van de „Ranch". Het is hoe kan htt anders? vol van romantiek, maar een romantiek, die toch niet onwaarschijn lijk lijkt, zooals Theo Frank ze op min of meer realistische wijze beschrijft. Het leven van een cowboy aan den voet van de Rocky Mountains is nu eenmaal anders, wilder en woester, dan van een kantoorjongen of zelfs van een padvinder in ons goede vaderland, en wanneer Bertus Flier uit Maassluis na een schipbreuk toevallig daartusschen te recht komt, beleeft hU in twee dagen meer spannende avonturen dan in zijn oude stad je gedurende heel zijn leven. Het aardige van dit boek is. dat je in die avonturen gelooft. Het lijkt mij toe. dat de schrijver dit leven op een Ranch persoonlijk INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. heeft meegemaakt en weet, hoe het daar in het Wilde Westen toegaat. Dit verhaal geeft niet den indruk van louter fantasie, al zal Frank wat zijn recht is als schrijver er dan ook wel wat bijgemaakt hebben. Zoo als hij het leven van een Hollandschen jon gen tusschen de woeste cowboys beschrijft, zoo zou het hebben kunnen gebeuren en dat maakt het boek zelfs voor ouderen lezens waard. Hoe meer dan voor Jongens, die le ven in het avontuur. Het is levendig en dik wijls met humor geschreven, al is de stijl dan ook nu en dan wat veel in den ruwen geest der cowboys. Ook de beschrijving van Bertus Flier's avonturen in San Francisco na het vergaan van de Charleston, eerst met zijn scheeps makkers en dan later als bordenspoeler in een gaarkeuken en zijn reis als blinde pas sagier met twee Amerlkaansche „rail- tramps" is van een levendigheid en een pit- tigen, raken verteltrant, als wij maar zeer zelden in een Hollandsch jongensboek aan treffen. Ik zou mij al zeer sterk moeten ver gissen, wanneer jongens dit spannende boek van Frank niet met bijzonder groot genoe gen van het begin tot het eind zullen lezen. Jammer, dat de illustraties zoo afschrik wekkend leelijk zijn. J. B. SCHUIL. HET TOONEEL TOONEELLEVEN IN DE WEST. Hoe de Dietse Spelers" er werken. WILLEM 1. J. VEER ALS D.'CORBOUWER. Men schrijft aan het Persbureau V. D. uit Willemstad: Het Nederlandsch Tooneelgezelschap „De Dletsche Spelers", dat onder leiding van Willem van der Veer een tournee maakt door West-Indië, kent niet veel rust. Na de aankomst op 22 Juni, ging het om 9 van boord en begaven de medespelenden zich naar hun verblijven te Emmastad, waar na te 11 uur Willem van der Veer. Dirk Ver beek en Rika Hopper al in den Schouwburg present waren om de zaal en het tooneel in oogenschouw te nemen. Zij kwamen tot de ontdekking dat de tooneel inrichting per fect was, maar dat de décors, die n.b. uit het jaar 1880 stamden, niet te gebruiken waren. Als gevolg daarvan moest men met alle kracht zelf decors gaan bouwen, waarmede den volgenden dag al begonnen werd Zater dag 25 Juni ging de eerste voorstelling van „De Medailles van een Oude Vrouw" en Zondagmorgen om 9 uur was Willem van der Veer weer aanwezig om dè decors van Zaterdagavond af te breken en te beginnen met den bouw van de decors voor de „Dienstknecht in het Huis", welk stuk nog denzelfden avond ten tooneele werd ge bracht. Het was een heel karwei, want dit stuk vereischt een interieur in een huis van een welgestelde familie en om alles goed te krijgen hadden zich zelfs de bestuursleden van het Algemeen Nederlandsch Verbond bezig gehouden met het bouwen en het plak ken van behangelpapier. Het resultaat was dan ook alleszins naar wensch. Maandag moest opnieuw gerepeteerd worden voor het „Klein Tooneel" van Dinsdag d.a.v.; het pro gramma, dat toen is uitgevoerd, bleek wel wat te zwaar voor Curacao. Woensdagavond vertrok het gezelschap naar Aruba, waar Donderdagavond de „Medailles" ging en Vrijdagavond de „Dienstknecht". Ten aan zien van beide opvoeringen betoonde het publiek zich zeer enthousiast. Beide dagen is men ook op Aruba druk in de weer ge weest; ook hier moesten weer decors ge maakt. omdat men bevreesd was dat, wan neer de uitstekend gemaakte décors van den Curapaoschen Schouwburg medegenomen zouden worden, deze als pap zouden terug- keeren. Zaterdagmiddag kwam het gezel schap op Curagao terug en dien zelfden avond ging een reprise van de .Medailles"; Zondag d.a.v. werd „De Schok" opgevoerd, voor een behoorlijke opvoering waarvan het gezelschap van 's morgens vroeg tot kort vóór de voorstelling bezig was. Evenals met den .Dienstknecht" ontbrak ook thans de tijd om op het tooneel te repeteeren, cn dat. waar het een première betrof! Men repeteerde daarom weer thuis, terwijl Willem van der Veer. die niet in „De Schok" mede- speelde, in den Schouwburg was om leiding te geven bU den bouw van de decors voor dit stuk. Het gezelschap heeft zich des avonds prachtig door alles heengeslagen; de inhoud van het stuk kon echter velen van de toe schouwers niet bekoren. Willem van der Veer bleef dien Zondagavond thuis omdat hij zijn rol voor de volgende voorstelling te leeren had. Maandagavond ging een „Klein Tooneel" in het Clubgebouw van de Cur. Petr. Ind. Mij. en Dinsdag repeteerde men weer voor ,Als je maar een verleden hebt", waarin eenige Hollandsche dilettanten op Curacao meedoen. Dit stuk werd Vrijdagavond op gevoerd. Woensdagavond ging wederom een reprise van „De Schok" en Zondag d enlOen Juli. vertrokken de „Dietsche Spelers" naar Suriname. PAK DE LEUNING. De kermis is al jaren ter ziele, maar de kermisweek, die blijft bestaan. In de eerste week van Augustus gaan de schouwburgdeu ren nog altijd open. precies als in den goe den ouden tijd. toen de Haarlemmers na af loop van de „komedie" nog hun poffertjes gingen eten bij Consael op de Markt of in de rondte draalden in 't stoomcaroussel van Wolfs En dat is niet het eenige, dat veran derd is. De ouderen onder ons herinneren zich den tijd, toen de oude Koninklijke Ver- eeniging de successtukken van haar reper toire gedurende de kermisweek in den schouw burg aan den Jansweg speelde en de Neder- landsche Tooneelvereenlglng in een houten tent op de Nassaulaan haar kermlsstuk gaf. Nu zijn het revue en variété, die de „kome die" hebben vervangen en als wij met een iet wat katterig gevoei tegen 12 uur naar huls moeten, omdat alles gesloten is. denken met een zekere Sehnsucht terug aan de da- gen van weleer, toen kermis werkelijk nog kermis was, In den Schouwburg aan den Jansweg ls het Henvo's Revue-Gezelschap, dat er deze week de revue „Pak de Leuning" geeft. Als het doek opgaat, zijn wij aan boord van een boot cn onwillekeurig gaan onze gedachten alweer naar vroegere tijden terug, wanneer daar zoowaar de 80-Jarige August Kiehl met een waggelende kroon op zijn hoofd en een rooden mantel over zijn schouders geslagen als koning Dreisjenep het tooneel op komt dribbelen. Wij denken aan de dagen der drie K's, 40 jaar geleden, en wij herinneren ons Surcoufs' de Kaper en De Vice Admiraal waarin Kiehl ook zoo op de brug van een schip stond, maar toen met Kreeft en Kelly aan zijn zijde. Ais de eenige overgeblevene der Mohikanen stond Kiehl daar gisteren en zong. precies als in de Jaren der oude ope rette. Zijn stem is wel wat beverig gewor den, maar je herkent haar nog onmiddellijk. Want wie zegt zoo een r en eens s als August Kiehl. Als een stuk historie staat Kiehl daar op het tooneel. Inplaats van Kelly is er nu Kees van Dam en inplaats van Kreeft Henri Le Dent. Ja, wel is er veel veranderd in dien tijd. Kiehl, de koning met de waggelende kroon en Kees van Dam. zijn eerste minister, die ook in deze functie natuurlijk Kokkie heet. zijn op reis van het eiland Karabonje naar Haarlem, waar zij in den schouwburg van den heer Kaart in een revue zullen spelen. Het is er natuurlijk een Joviale, vroolijke pan daar aan boord en Zijne Majesteit Sire Koning staat op even goeden voet met Cor Smit. de linnenjuffrouw, als met Jetty Kre- mer, de Koningin en Henri Le Dent, den kok. Het zou geen echte Hollandsche revue zijn, wanneer Zijn Majesteit en de eerste minister geen oude klare dronken en koning, koningin, kapitein, eerste minister, kok en linnenjuf frouw zingen gezamenlijk het schoone lied van „Pak de Leuning", xoordat zij in Hol land van wal stappen Vandaar de titel van deze lachrevue". Overigens moeten wij natuurlijk niet naar een draad in Pak de Leuning zoeken. Geen revue-schrijver van tegenwoordig vindt het meer noodig eenig verband te leggen tusschen de verschillende scènes en waarom zou Henvo het dan doen? Het gezelschap, dat in den schouwburg aan den Jansweg optreedt, moet met bescheiden middelen werken en zoekt het dus niet in schitterende finales of rijke costuums. Kees van Dam alias Kok kie geeft als komiek den toon in deze re vue aan en Cor Smit is natuurlijk de steeds opgewekte „commère". Het is de niet bepaald gepolijste volkshumor van het Amsterdam se he Roozen-Theater, die wel het meest uit komt in een scène a's „Op het stempelbureau" en in de liedjes, welke zij als intermezzo's zingen. Laat ik er bijvoegen, dat zij het met lust en entrain doen. Jean Jar.ssens staat op een ander niveau en onderscheidt zich van de blijkbaar onont beerlijke tenoren uit de revues door losse actie en beschaafd spel. Ook Jetty Kremer trof in twee scènes, waarin zij optrad de Sweepstake en Wat zien wij in do spiegel? door prettige distinctie en goede dictie. De zaal was dezen eersten avond reeds aar dig bezet en het publiek heeft zich blijkbaar uitstekend vermaakt. Er is veel en hartelijk gelachen en er heerschte heel den avond aan deze zijde van het voetlicht de ware. vroo lijke kermisstemming. zoodat wij niet twij felen. of de heer Kaart zal van Pak de Leu ning in deze week wel pleizler beleven. J. B. SCHUIL. REMBRAND THEATER. De Toonfilm-operette van Frans Léhar „Es war einmal ein Wal- zcr" met Martha Eggerth, Ernst Vcrcbes, Paul Hörbiger, Marcel WJtnisch en Rolf v. Goth. Bij vroolijke films wordt er altijd harte lijk gelachen in de theaters, maar zooals er gisteren geschaterd is. dat komt niet zoo heel dikwijls voor! Van het betrekkelijk simpele gegeven ls zoo'n allergrappigste film gebrouwen met zulke aardige vondsten en de muziek ls zoo geanimeerd, dat het werkelijk een vreugdevolle avond wordt, dien men deze week in Rembrandt door brengt. Neuriënd en lachend verlaat het op gewekte publiek het theater. Rudl Möbius (Rolf v. Goth) zal. om de geschokte finan ciën van de familie te herstellen, huwen met een, naar men denkt, rijk Weensch meisje, Lucy. Rudl heeft absoluut geen lust om te trou wen en wil zijn laatsten „vrijen" avond zoo gezellig mogelijk doorbrengen. HU neemt twee kaartjes voor de operette „Es war einmal ein Walzer", een van de kaartjes gooit hU uit het venster, in de hoop dat het lot hem gunstig moge zijn en het kaartje gevonden en ook gebruikt zal worden door een lief blond meisje. Eerst lUkt het of hij een niet getrokken heeft, de stoel naast hem blijft langen Ujd onbezet, dan komt er iets naar de stoel zeilen, da: naar de leege stoel doet terugverlangen. Gelukkig biUkt de bedoelde dame zich in haar plaats ver gist te hebben en is de stoel weer vrU. En dan gebeurt, waar Rudl ln zUn hart naar verlangd heeft! Een droom van een meisje komt binnen en wordt rechtstreeks naar de leege stoel naast Rudl geleid. Dat droompje is Steffi Pirzinger (Martha Eg gerth). De twee jongelui hebben niet lang noo dig om heviglUk verliefd op elkaar te wor den. Na afloop van de voorstelling willen zU nog een poosje naar Grinzing gaan. Daar het stortregent, roepen zo een fiacre aan, die evenwel byna geiyk door een ander jong paartje gerequireerd ls. Ze besluiten dan maar met hun vieren ln het open bakje te stappen. Ze gaan zoo in elkaar op. dat ze bUna niet merken dat ze halverwege in het water zitten. Het zou te ver voeren de ge heele geschiedenis te vertellen, genoeg zU te zeggen dat den volgenden dag blUkt. dat Rudi en het andere meisje in de huurkoets, als bruidegom en bruid bestemd waren ZU spreken af. dat ze elkaar zullen helpen en dat ze niet mt elkaar zullen trouwen Rudi zal den geliefde van het meisje duldeUJk maken dót, en hóe hU haar moet schaken, en het meisje belooft hem, dat zU zal zorgen dat hij zUn droom van een meisje terug vindt. Alles komt natuurlUk terecht en wU maken een paar heel gezellige uurtjes met hen door. Het is een film, waarvan men de hande ling en misschien ook den naam heel gauw en gemakkelijk vergeet, maar waarvan men langen tijd de herinnering aan Iets zonnigs en vroolijks mee zal ronddragen. De teekenfilm van Max Fleischer „8wln or sink" met Bepple is natuurlUk weer zeer geestig van teekening. De Journals belangwekkend. J The 2 Largards verrichten aan het drie- v voudig rek schitterende toeren. LFXOR THEATER. Stan Laurel en Oliver Hardy. In het Luor-Theater draait dece week een vacantieprogramma, dat klinkt als een klok. Begonnen wordt met een reisfllm van Burton Holmes naar Barcelona, die een uitstekende kUk geef: op deze mooie Spaansche stad met de dagelUksehe gewoonten harer inwoners. Vervolgens komt William Haines de aan dacht vragen in oen zeer amusante Wild- West-geschicdenis. HU heeft als kermisklant eenige comboys afgezet, die zich wreken door hem te ontvoeren en hem te laten werken totdat hij door zUn arbeid het verschuldigde bedrag bU elkaar gebracht heeft. Als „Cow boy tegen wil cn dank" beleeft hU bizondere avonturen; hU wordt geplaagd totdat het hem te bar wordt en hU van zich afslaat. En raak! HU wint tenslotte do liefde van de lieftallige eigenaresse van de ranch. Leila Hyams, Polly Moran en Cliff Edwards maken van deze geschiedenis een allervcrmakelUkste rolprent. Het Orion Profilti nieuws is weer actueel: er zUn zelfs al uitstekende opnemingen uit de Vlerdaagsche afstandsmarsch te NUme- gen met Lag endaal. Na de pauze vertoont een lenige matroos zijn verbluffende staaltjes. Verbazingwekkend ls de wUze, waarop hU zich om zoo te zeggen, opvouwt. En dan het tweede hoofdnummer, de eer ste. groote, Duitsch-sprckenco klucht van de beide komieken Laurel cn Hardy ln Achter Slot en Grendel. In deze film zUn zU bier brouwers ln het drooggelegde Amerika, zien een agent voor een tramconducteur aan. verkoopen hem hun waar en worden achter slot en grendel gesloten. Ze ontvlucht ten. weten als neger vermomd eenlgen tUd bulten de gevangenismuren te blUven doch worden toch weer gepakt. BU een gevangenis oproer gedragen zij zich huns-or.danks als helpers der politic en zU worden begenadigd. Dit is ln het kort de inhoud. Hoe gespeeld wordt, laat zich niet vertellen Maar zij die Laurel en Hardy vaker hebben gezien, zullen niet nalaten ook hierheen te gaanzU zullen genieten en schateren om de twee dwazen in de malste situaties. Het is een dol le klucht, die telkens lachsalvo's verwekt. Hardy zingt in deze film Lazy Moon, terwUl Laurel als negerdanser bUjk geeft van zUn kunnen. Laurel en Hardy: deze namen zeggen alles. En gU zult er geen spUt van hebben als gU ceze week dit programma gaat bewonde ren. CINEMA PALACE „Van Jc familie moet je het heb ben", in de hoofdrollen o.a. Fellx Br ess art en Ralph A. Roberts. „Van Je familie moet je 't. hebben" is een echt vacantlenummer. dat. deze week in Ci nema Palace veel belangstelling zal trekken. Alleen al om de mede werking in dit num- van den bekend Fellx Bressart. De manier, waarop deze zich ont popt van den lummc- igen broer tot Iemand die weet wat hU wil en anderen de wet ■oorschrUft (hoeveel nspannlng dit ook kost) is zeer verma- kelUk. De inhoud van het stuk te vertellen is 'genlUk niet te doen. Het is 'n echt Duitsch kluchtspel. Er komen heel veel vermakehjke situaties in voor, waarom van harte gelachen wordt, en dit is de hoofdzaak. Ieder draagt het zUne bU om de geschiedenis kluchtig te maken. Trou wens daar zUn de namen van Charlotte An der. Harald Paulsen, Fellx Bressart, Ralph A. Roberts, Adèlc Sandrock enz. waarborg voor. Van het voorprogramma noemen we al lereerst de allergeestigste teekenfilm van Max Fleischer: Bimbo in „20 Legs under the sea". Dit was kostelUk. Voorts draai er nog een dolle klucht: „Koopjes halen". De verschillende Journaals met bulten- en binnenlandsch nieuws, waren zeer actueel, waarvan Polygoon het best was. Op het tooneel: Rodi Roeters. die ons eenigen tUd zeer gezellig bezig hield met zUn goochel-cxperlpienten, die de verbazing van alle aanwezigen wekten. Voeg daarbU dat de heer Roeters een geestig prater ls en dan kan men wel begrUpcn dat de tUd voor bij was. voor men het wist. De heer Roeters had veel succes. Een echt vacantie-programma, dat Teel belangstelling verdient. Reclame spoorwegen. WU ontvingen een door de Ned. Spoorwe gen uitgegeven nieuwe reclameplaat, met een daarbU op te plakken strook met slag zin: een welvarend spoorwegbedrUf ook uw belang en 2 reclamevloeitjes met afbeeldin gen van twee nieuwe reclameplaten. De be doeling van de slagzin is de volgende. De spoorwegen ondervinden door crisis en concurrentie een terugslag, die lelden moet tot verhooging der tarieven. Vermeerdering van vervoer leidt tot tariefverlaging. Uw vervoersweg staat op een der platen, waarop een sein-instaliatle boven een spoor baan staat afgebeeld. Op de andere plaat staat: Reist per spoor, veilig, snel, comfor tabel. Twee menseben. Van de bekende roman van Richard Vosz Zwei Menschen, in de vertaling ran J. P. Wes- selink-van Rossum Ls de vUfde druk ver schenen. het 20? en 25e duizendtal. De roman verscheen in .s?rie Irlsboeken. b.bliotheek voor moderne Literatuur bU Meu'.cnhoff tc Amsterdam.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 13