DE VIERDE MAN FEUILLETON. .(Een geval uit de praktijk vaji Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche) door UDO VAN EWOUD. Nadruk verboden. m Hellinger begon zich op te winden.' Tever geefs trachtte hij zijn stem in bedwang te houden, toen hij min of meer heftig ant woordde: „Meneer de commissaris, de wijze, waarop u mij een verhoor afneemt, bewijst, dat u mij van den moord verdenkt. Ik maak er u op attent, dat ik nog nooit in m'n leven iets met de politie te doen heb gehad, dus dat er geen enkele grond bestaat voor die verden king. „Waarde heer Hellinger", merkte de com missaris op. ,.u houdt mij ten goede, dat ik me 't recht niet laat ontnemen mijn verhoor zóó in te kleeden. als ik dat in het belang van een juist vooronderzoek noodzakelijk acht. Voorloopig staat omtrent uw schuld niets vast. maar vergeet niet, dat de schijn tegen u is. Er waren slechts enkele menschen, die bekeftd waren met het doel van de reis van meneer Leuvensteyn en tot die menschen be hoort u. Wellicht kan het u gerust stellen, wanneer ik u verzeker, dat straks de heeren Adams en Van Doorn, die eveneens van de zaak afwisten, aan een even scherp verhoor zullen worden onderworpen als u. Vertelt u mij dus rustig de finesses van uw wat over haaste reis naar Hannover, dat is op dit gc©enblik de beste raad, die ik u geven kan. Om dus op m'n laatste vraag terug te komen: Waarom reisde u met den sneltrein van 7.45 en niet met den D-trein van 8.53, terwijl u toch te Oldenzaal in den laatsten trein moest overstappen?" ..Die verklaring wil ik u wel geven", ant woordde Hellinger. die zich nu toch iets meer op zijn gemak scheen te voelen. „U moet we ten. dat ik een spoorwegabonnement 3e klasse voor geheel Nederland bezit. Daar ik dus kos teloos tot Oldenzaal kon komen, gaf ik er de voorkeur aan met den sneltrein te reizen, omdat de D-trein. zooals u bekend is, geen 3e klas rijtuigen heeft. Ik moest met dezen trein volgens het spoorboekje ongeveer tien minu ten eerder in Oldenzaal zijn dan de D-trein zoodat ik daar nog juist tijd zou hebben om een kaartje tot Hannover te nemen en in den D-trein over te stappen". Die verklaring is inderdaad aannemelijk en het zal natuurlijk gemakkelijk zijn aan te toonen, dat u werkelijk in Oldenzaal een kaartje gekocht hebt vóór de D-trein binnen was". „Wat dat laatste betreft, spijt het me u te moeten tegenspreken", protesteerde Hellinger beleefd. ..Toen wij in Hengelo aankwamen, bleek mijn trein eenige minuten vertraging te hebben en daar de D-trein achter ons aan kwam, werd de onze opgehouden. Ik ben zoo doende te Hengelo reeds in den D-trein over gestapt en heb onderweg bij den conducteur een biljet gekocht". „Dus bijbetaald vanaf Hengelo?" .Neen. vanaf Oldenzaal Eerst tusschen Bentheim en Rheine kwam de conducteur in mijn coupé en ik vond "net niet noodig hem te vertellen, dat ik reeds te Hengelo was in gestapt, te minder omdat de man er zelf niet naar vroeg en uit mijn abonnement afleidde, dat ik slechts voor het deel van mijn reis op Duitsch grondgebied behoefde te betalen". „Hm", meende de commissaris en Hellin ger brak zich tevergeefs het hoofd over de vraag of deae bitter weinig aeggenóe twee letters in zijn voor- dan wel in zijn nadeel moesten worden uitgelegd. Na een korte pauze, waarin de aandacht van den commissaris geheel in beslag scheen te worden genomen door z'r. ..Eversharp". waarvan hij het potlood tergend langzaam geheel te voorschijn liet komen om het daar na weer even zorgvuldig in z'n normalen stand terug te brengen, zei deze: ,.U ontving om 5 uur het telegram van den heer Goldschmidt, zooals u zei: Mag ik dan nog van u weten, wat u tusschen dat uur en het tijdstip, waarop u met den trein naar Hannover vertrok, gedaan hebt?" „Zeer zeker", antwoordde Hellinger, maar Dlotseling scheen hem iets te binnen te schie ten, want met een wanhopig gezicht keek hij den commissaris aan, blijkbaar niet in staat verder een woord uit te brengen. „Welnu?" vroeg deze. Ietwat ongeduldig met zijn Eversharp op de tafel trommelend. „*t Ist is u natuurlijk om een alibi te doen", stotterde Hellinger, en.... ikik heb geen alibi, 't Is of alles tegen me samen spant. Enfin, ik zal u alles precies vertellen", besloot hij met een zucht. „Toen ik om 5 uur het telegram kreeg, heb ik onmiddellijk het noodige bijeengepakt. Ik had nog een dringende zaak af te handelen met een cliënt op den Honingerdijk, welke ik in ieder geval nog vóór m'n vertrek wilde af doen en daarom ging ik om half zes de deur uit. Voor dien had ik ook het telegram aan de Hollandsche Hypotheekbank klaar ge maakt. Op straat gaf ik dit aan een jongen om me zelf een gang naar het Telegraafkan toor te besparen en ging met de tram naar den Honingerdijk, waar ik ongeveer kwart over zes aankwam. M'n cliënt bleek echter niet thuis. Op m'n herhaald bellen kreeg ik geen gehoor, zoodat ik onverrichter zake weer terug ging. Daar ik echter nog ongeveer 1 1/2 uur den tijd had eer m'n trein van het Maasstation vertrok, besloot Ik te loopen. „Bn 8 hebt tijdens die wandeling niemand gezien, die zou kunnen getuigen, dat u op het tijdstip, waarop de moord plaats had. inder daad in Rotterdam was. .Niemand", beaamde Hellinger. zichtbaar terneergeslagen. „Dat wordt bedenkelijk", meende de com missaris, daarbij zoo'n ongeloovigen bdik op zijn slachtoffer werpend, dat deze het hache lijke van zijn positie meer en meer begon in te zien. „Het spijt me, meneer Hellinger. maar u voelt zelf wel. dat deze verklaringen aller minst in staat zijn om uw onschuld aan het licht te brengen. Denkt u eens goed na: is er werkelijk niemand geweest, die u tusschen half zes en laat ons zeggen 8.53, het uur, waarop de D-trein naar Hannover vertrekt, in Rotterdam heeft gezien? Ik behoef u zeker niet op het groote gewicht van deze vraag te wijzen". Hellinger dacht zichbaar ingespannen na. „Niemand", zuchtte hij ten slotte. M'n hos pita heeft me om half zes het huis zien ver laten en nadien heb ik geen enkele bekende meer gezien. Alleen Goldschmidt...." Wat Goldschmidt „Gistermorgen in Hannover. „Dat zegt natmirlijk niets. Het gaat er niet om of u werkelijk in Hannover geweest bent daaraan twijfel ik eerlijk gezegd, geen mo ment maar of u om 7.45 dan wel om 8.53 uit Rotterdam vertrokken bent". „Om 7.45". zei Hellinger schuchter. ..Ja.' dat beweert u. Maar ik heb iemand noodig, die bereid is uw verklaring onder ee'de te bevestigen". „Het spijt me, dat ik u daarmede niet van dienst kan zijn. Maar ik kan u verzekeren, dat het hier slechts een ongelukkige samen loop van omstandigheden betreft en dat u een groote vergissing begaat door mij van den moord te verdenken. Bedenkt u toch eens dat ik mezelf bij de politie heb aangemeld, dat het toch voel gemakkelijker voor me zou zijn geweest in Dultechland to Wijven en. vandaar eventueel verder te trekken, waar de politie me niet zoo gemakkelijk zou vinder... Weer een korte pauze, die Hellinger een eeuw scheen. ..M'n waarde heer", hernam de commissaris eindelijk en het ongepast-amlcale, dat in deze woorden lag opgesloten, schonk den wanhopigen handelsreiziger opnieuw de over tuiging, dat hij hier als verdachte zat. „Mijn waarde heer. dat alles liecfL bij mij natuur lijk wel degelijk een punt van overweging uit gemaakt. Maar juist het feit, dat je daar zelf voortdurend de aandacht op vestigt, kan evengoed vóór als tegen je pleiten. Je zult me moeten toegeven, dat de-ze gang naar de po litie evengoed een handige manoeuvre kam. zijn geweest. Het zou werkelijk niet voor de eerste maal zijn. dat egn misdadiger, die zijn vak verstaat, op deze wijze dr aandacht van zich trachtte af te leiden. Vergeet niet, dat '1. aantal personen, in deze affaire betrokken, slechts zeer gering is en dat wij den schul digen moetcr. zoeken in dier. kleinen kring van menschen. die met het doel van de reis van der heti Leuvensteyn op de hoogte zijn geweest. Ik weiger te gelooven, dat de heer Leuvensteyn het slachtoffer ts geworden van een willekcurlgen misdadiger, die toovailig iemand zou heboer. vermoord, die veel geld bij zich had. Dergelijke gevallen van roof moord komen in ons land gelukkig zoo spora disch voor cn het risico, daaraan voor den dader verbonden Is zóó groot dat we deze mogelijkheid gerust kunnen uitschakelen. Neen, deze misdaad is gepleegd door iemand die volkomen van don toestand op de hoogte was cn meneer Hellinger de commissaris verviel nu weer in den ouden plechtigen toon het spijt me dat ik het zeggen moet, maar zoolang u geen behoorlijk alibi kunt opgeven, blijft de schijn tegen (Wordt vervolgdX, LUNCHMUZIEK tijdens de zeilwedstrijden, „elke gekouden „neden op de Loosdrechtschc Plassen. z- K- H- PRINS HENDRIK heelt Woensdag het padvinderskamp op het lapdeocd Oosterbeek te Wassenaar scopcnd. Na de openins Inspcc- ter gelegenheid van het jubileum van de watersport verecniging „Loosdrecht". teerde de Prins het kamp. DE OUDE BRUG OVER DE MAAS TE MAASTRICHT WORDT HER STELD. De bogen worden uit el kander genomen om later geheel ver nieuwd weder in elkander gezet te worden. Tijdens de Fest- spiele te Weeneii dirigeerde Johan Strauss voor een auditorium Nan meer dan 50.000 menschen in het stadion een or kest van duizend musici. I)E ZEVENDE BRABANTSCHE KEOMPENBEURS is Woensdag te Sint Oedenrode gehouden. Vele merkwaardige inzendingen, welke allen uit hout vervaardigd waren, kon men hier bewon deren. DE TWEE ALKMAARSCHE KAASDRAGERS, die met hun berrie deze week een bezoek aan Amsterdam brachten ter propaganda van het Nederlandsch fabrikaat, hadden over gebrek aan belangstelling niet te klagen. IN EDAM. De brug over de Keizersgracht te Edam wordt afgebroken, om door ecu nieuwe oevcrvcrbiiidiug vervangen te worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9