DE VIERDE MAN IN DEN PROEFTUIN TE LUNTEREN. Dc bekende Nedcrlandsche botanicus Prof. Dr. Hugo dc Vries aan den arbeid. In den proeftuin bloeit de beroemde Teunisbloem met korten stijl, welke varië teit geleid heeft tot de ontdekking van de splitsingswet der bastaarden. DE EERSTE SCHOOLDAG NA DE VACANTIE. DE BEKENDE NEDERLANDSCHE BALLON WARDER, de lieer W. van Pottuni, is Woensdagmiddag op dc Koloniale Tentoon*» stelling te Den Haag met zijn ballon opgestegen. PRESIDENT LEBRUN heeft te Audun-Ic-Roman dc feestelijkheden bijgewoond, welke te zijner eer gehouden werden door de gemeenten, die hij gedurende dertig jaar in het Parlement heeft vertegen woordigd. IN HET CENTRAAL THEATER TE AMSTERDAM ging de generale repetitie van het tooneclstuk „De firma Adam en Eva". Een aardige scène. ZEILWEDSTRIJDEN IN HET HOOGE NOORDEN. Op het Sncekcrmccr zijn Woensdag grootc zeilwedstrijden gehouden. Een bijzonder groot DECORS, TOONEELCOSTUUMS, KANTOOR1N VENTARIS E.D. van „Het Ncdcrlandsch Too- aantal deelnemers met alle mogelijke typen booten had voor dezen wedstrijd ingeschreven. neel" worden op 23 en 24 Augustus in het R.A. I.-gebouw te Amsterdam geveild. FEUILLETON. (Een gcvaJ uit de praktijk van Inspecteur Sanders, lid der Centrale Recherche) door UDO VAN EWOUD. Nadruk verboden. 22) „Dat begrijp ik niet Hij is er toch in ieder geval geweest: de conducteur heeft hem niet alleen in Amsterdam, maar ook op het per ron in Den Haag in de coupé gezien en vol gens de doktoren moet de daad door een man gepleegd zijn". „Ja. hoor eens. een verklaring voor die zienswijze kan ik je ook nog niet geven, maar het zou me toch niet verwonderen, wanneer later zou blijken, dat ik in deze niet zoo heel ver heb misgetast Maar laten we eerst eens hooron, wat Sanders voor belangrijk nieuws heeft". Ze traden het hoofdbureau binnen en be gaven zich onmiddellijk naar cc kamer van den inspecteur. Deze opende juist de deur om een bezoeker uit te laten, met wien hij lang zaam de gang inwandelde, daarbij nog eenlge woorden wisselend. „Zoodra Ik iets naders weet. krijgt u be richt", hoorden de beide aangekomene» hem zoggen. „Misschien vanavond nog en anders in ieder geval morgenochtend. Ik zal u nu even iemand meegeven om het hotel te wij- zen". „Ga maar vast naar binne. Ik kom zoo", vervolgde hij, zich tot Wils en Adams wen dend. Deze voldeden aan het verzoek en twee minuien later was de inspecteur weer bij hen. „Mijne hee'ren". begon hij. zijn bezoekers een kistje sigaren toeschuivend, dat geopend op zijn schrijftafel stond, „de onbekende, dien jullie zooeven zagen, is de brenger van het belangrijke nieuws, waarvan ik in m'n briefje melding maakte Spoediger dan ik had durven hopen, hebben m'n informaties in het buitenland resultaat opgeleverd en als we ons niet sterk vergissen, beschikken we nu over heel wat meer gegevens met betrek king tot de geheimzinnige verpleegster dan ik een paar uur gdleden voor mogelijk zou hebben gehouden De Antwerpsche recherche die in den voormiddag m'n telegram ontving, meende in het signalement een oude beken de te ontdekken en heeft onmiddellijk een mannetje, voorzien van kostbaar foto- en ander materiaal op den trein gezet. Kijk eens hier. Hij sloeg een map open. welke voor hem op het schrijfbureau lag en onmiddellijk schaarden Wils en Adams zich elk aan een kant van hun gastheer om. over diens schou der glurend beter te kunnen zien. Hier hebben wc. naar ik.meen. een paar. weliswaar niet geflatteerde, maar toch vrij scherpe foto's van edn dame, die. on danks het gemis van een verpleegstersuni form, een sprekende gelijkenis vertoont met de zuster uit de 2e Oosterparkstraat. Deze juffrouw, die in België en vooral in Antwer- oen beter bekend is onder den naam „Blonde Riek", maar zichzelf ook wel Gertrude Les- camps, Annie van Waveren of Mathilde de Ble noemt, is daar eenige malen wegens ge raffineerde oplichterijen veroordeeld, voor het laatst ophier bladerde de inspec teur even in het dossier tot hij blijkbaar ge vonden had, wat hij zochttot een gevan genisstraf voor den tijd van twee' jaar en acht maanden. Reeds na drie maanden is. zij er echter met hulp van derden in geslaagd uit de gevangenis te Brugge te ontsnappen en sindsdien is men haar spoor kwijt ge raakt". Hij wachtte even. doch zijn beide bezoe kers bleven zwijgen en onmiddellijk trok hij uit deze houding zijn conclusie: „Ik bemerk wel, dat jullie er net zoo over denken als de afgezant van de Antwerpsche recherche en ik wil je we! eerlijk bekennen, dat onze meeningen evenmin ver uiteen loo- pen. De naam Robert is in België weliswaar niet bekend, maar dat zegt natuurlijk bitter weinig. Blijkens inlichtingen, welke ik in- tusschen uit Leeuwarden ontvangen heb, heeft de familie Robert daar werkelijk ge woond en is de verpleegster er ook geboren De uit vijf personen bestaande familie heeft echter slechts korten tijd in Leeuwarden haar domicilie gehad en is vandaar naar Duitschland getrokken. Het zal dus uiterst moeilijk zija om over de antecedenten van deze menschen iets meer te weten te komen. Overigens vind ik dat niet zoo heel erg, om dat we daarmee waarschijnlijk toch niet veel verder zouden komen. Althans voorlooplg niet. Van heel wat meer belang lijkt me op dit oogenblik het feit, dat de rechercheur zoo handig is geweest de conterfeitsels van eeni ge harer meest bekende handlangers mee te brengen. Kijk jij nu eens Adams, of Je er daar een bij vindt, die eenige gelijkenis ver toont met den man. die het briefje voor den heer Leuvensteyn gebracht heeft of wellicht de laatste dagen met een andere boodschap in het gebouw van de bank is geweest. Adams nam het pakje dat de inspecteur hem overhandigde, aan en zocht zich een plaatsje op een hoek van het schrijfbureau, waar het licht van de groene bureaulamp hel op de foto's viel. „Bewaar me. wat een boeventronies", meen de hij, de zorgvuldig op karton geplakte fo to's aan een nauwkeurige studie onderwer pend. „Er is geen enkel gezicht bij, dat er in telligent genoeg uitziet om van een geraffi neerd gecnscèneerde misdaad als deze te kunnen worden verdacht. Iemand met zoo n ongunstig uiterlijk" hij hield een der fo to's onder de lamp, zoodat ook de inspecteur en Wils haar konden zien „zou vermoede lijk al gearresteerd geweest zijn vóór de moord had plaats gehad. Als je daartegen over in den trein komt te zitten, kun je ge rust aannemen, dat je het eind van de reis niet bereikt". Hij nam een nieuwe foto. welke hij na eenige seconden eveneens hoofdschuddend terzijde legde, terwijl de beide anderen ge in teresseerd toekeken. „Hier", zei hij plotseling, een klein pas kiekje aandachtig bekijkend. „Dat is ten minste een net ventje en als jullie me nu vertellen, dat die het briefje op de bank heeft gebracht, zal ik het niet ontkennen". „Je drukt je nogal voorzichtig uit", ant woordde Sanders lachend. „Er wordt van jou een pertinente herkenning geëischt. Ik heb dien koerier van onzen geheimzinnigen on bekende nooit gezien, zoodat je bezwaarlijk van mij kunt verlangen, dat ik je op den goe den weg help". „Je vergeet, dat die jongeling ook maar hoogstens een paar seconden in mijn ge zichtskring is geweest. Er komen bij ons da gelijks honderden menschen op de bank, die ik een uur later, ook al viel ik ook over hen. niet meer zou herkennen. Ik zou hoogstens kunnen beweren, dat het gezicht me bekend voorkomt, al is het dan best mogelijk, dat ik den man bij een geheel andere gelegenheid ontmoet heb". „Zoo heel voorzichtig behoef je in je uitla tingen niet te zijn", troostte Sanders. „Allen, die je daar op een plaatje ziet. zijn goede bekenden van de justitie, zoodat een verden king meer of minder er waarlijk niet op aan komt" Ook Wils bekeek nu de foto aandachtig en onwillekeurig dacht hij daarbij aan den man dien hij, zij het dan ook slechts van achteren op het portaal in de woning van de verpleeg ster had gezien. Het was echter onmogelijk op dit kleine paskiekje ook maar één punt van overeenkomst met dien geheimzinnigen onbekende te ontdekken. „Alles goed en wel", hernam Adams, „maar ik zou er toch niet graag oen eed op doen, dat ik dat mannetje ken. Overigens zal het voor de Belgische recherche waarschijnlijk een kleine moeite zijn het jongmensch op te sporen en aan een verhoor te onderwerpen. Je kunt in ieder geval het zekere voor het onzekere nemen". „Enfin, we zullen dit portret er uit houden. Mogelijk, dat de forens uit Haarlem er zijn medereiziger in herkent", besloot inspecteur Sanders. „De vraag is echter, wat doen we nu?" Adams trok zijn wenkbrauwen op. „Het zal wel een unicum zijn in de geschie denis der criminaliteit, dat een politieman in een zoo belangrijke' zaak bij den leek om raad aanklopt", meende hij. maar bemer kende, dat de inspecteur deze opmerking min of meer misplaatst achtte, liet hij er haastig op volgeh: „En ik vermoed dan ook. dat de politieman in kwestie zijn plan reeds lang heeft opgemaakt". Sanders' gelaat klaarde op. „Dat is inderdaad het geval", antwoordde hij. „En m'n vraag was dan ook veeleer be doeld als een inleiding voor de mededeeling, die ik jullie nog te doen heb. Wils heeft jou zeker wel verteld, Adams, dat we sinds van middag, toen dit mannetje" hij gaf den reporter een ferme klap op den schouder, wat deze een minder gepast woord ontlokte „in de woning van de verpleegster een ver dacht uitziend heerschap tegen het lijf Mep, een rechercheur in de 2e Oosterparkstraat op post hebben (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 10