VOOR DE VROUW
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 18 AUGUSTUS 1932
ONZE
KINDEREN
IN DEN
ZOMER
Is er voor de jonge moeder wel prettiger
bezigheid denkbaar, dan te zorgen voor de
kleeding van haar kleine meid en deze door
de juiste keuze van jurkje, manteltje en
hoedje zoo lief mogelijk aan te kleeden? En
veel moedertjes, die maar even wat tijd vrij
kunnen maken, doet het een oneindig ge
noegen om al die kleine dingen' voor zus zelf
te maken.
Hoewel de mode voor de kinderen zich in
hoofdzaak richt naar die van de volwassenen
heeft ze toch ook weer iets heel persoonlijks
De hoofdzakelijke voorwaarden zijn eenvoud
een weeke tinten. Men mag kinderen, die van
nature een frissche, richtende huidskleurheb
ben, niet met zware donkere stoffen behan
gen en zeker niet in den zomer onder een
blauwen, stralenden hemel en tusschen
bloemen en planten.
Daar bolero' tjes dezen zomer zeer modern
zijn, versieren ze natuurlijk ook de kleertjes
van onze kleine meisjes. De rokjes hebben
geen onderbrekende garneeringen, die het
rokje korter doen schijnen, wat het geheel
wel ten goede komt. De volant- en ruchegar
neering heeft dit seizoen ook voor de meisjes
wel den boventoon'.
Voor het schooljurkje moet eigenlijk iede
re moeder op den allergrootsten eenvoud let
ten. De aardige jersey- en tricotjurkjes, die
we tegenwoordig in alle maten en in bijna
eindelooze kleurencombinaties kunnen krij
gen, zijn voor school wel het meest geschikt.
In onzen - omgang met menschen en kin
deren komt intuïtie ons goed te pas. Ik zou
bijna zeggen: intuïtie is een eerste vereischte
om met menschen om te kunnen gaan. "Want
we mogen het nog zoo goed „meenen", we
mogen ons uitputten in attenties en harte
lijkheden, wanneer we niet doorzien wat de
ander noodig heeft dan kunnen veel van
deze hartelijkheden misplaatst zijn.
Vraag iemand, die zijn eigen thuis boven
alles prefereert, steeds te dineeren, te sou-
peeren. Hij zal zich verlegen en ontstemd
voelen over al die uitnoodigingen. Onthaal
een gast, die van uitgaan houdt, op huise
lijke gezelligheid hij zal het einde van zijn
logeer-partij nabij wenschen.
Nee, met enkel hartelijkheid komen we er
niet. Er moet een goede dosis menschen-
kennis bij komen.
We kunnen dat aan ons zelf toetsen. We
hebben allemaal wel eens een vriend of
vriendin gehad, die we op het laatst gingen
ontloopen, omdat ze zoo erg hartelijk waren.
Ze bedachten altijd plannetjes voor ons, die
ons dikwijls heelemaal niet aanstonden: ze
waren zoo enthousiast en zoo blij voor ons
dat we hen eigenlijk niet durfden teleurstel
len. Maar ten slotte werkten ze op ons hu
meur, de harmonie was verbroken en we
ontliepen hen.
Zoo zien we ook dikwijls kinderen die aller
minst in harmonie met hun omgeving zijn.
En zij kunnen die omgeving niet ontloopen!
Toch is er hartelijkheid genoeg om hen
heen, er worden pleziertjes en uitgangetjes
voor hen bedacht; ze mogen mee naar bui
ten, spelen met vriendjes, bij kameraadjes
op visite gaan. Maar ze kunnen die harte
lijkheid niet op prijs stellen, omdat ze er
niets prettigs door krijgen, niet iets, dat
voor hen werkelijk prettig is. Als de ouders
hen beter begrepen, als moeder wat meer
intuïtie bezat, dan zou al die hartelijkheid
beter besteed kunnen worden.
„Een pretje", dat is niet voor iedereen het
zelfde. Een pretje is voor het eene kind een
wilde stoeipartij, voor het andere een ge
zellige middag thuis met een boek. We doen
het eene kind verdriet door het te betrekken
in een wild spel, het andere door het een
middag op te sluiten met een boek. We moe
ten onze hartelijkheid verstandig aanwen
den.
Hoe dat te doen als we niet over de noo-
dige intuïtie beschikken. We kunnen dan niet
zoo maar weten wat een kind als het prettig
ste beschouwt. En een kind is dikwijls te ver-
legen of te schuw om het ons te vertellen.
Het wil ons soms ook niet teleurstellen, doet
maar of het plezier heeft. Of het heeft al
zoo dikwijls moeten hooren, dat het ondank
baar t>, dat het verder maar zwijgt, berus
tend of mopperend al naar zijn aard.
Toch kunnen wij wel te weten komen hoe
hij over onze „hartelijkheid" denkt. Er is
één ding waarmee we het vertrouwen van
alle kinderen kunnen winnen, dat is: Ze be
handelen als menschen. Niet commandeeren,
niet van uit de hoogte lief doen, maar eens
verstandig met ze praten, ze iets van ons
zelf vertellen, van wat wij prettig en niet
prettig vinden. Dan komen zij van zelf ook
tot vertrouwelijke mededeelingen, iedereen
vindt het wel prettig eens te „praten", vooral
het kind dat daar meestal niet toe in de ge
legenheid is omdat het door de ouderen niet
au serieux genomen wordt
Door zoo te handelen treffen we zeker den
juisten snaar in het kindergemoed. En op
deze manier komen we dan ook te weten wat
het kind echt prettig vindt, waar we het
echt plezier mee kunnen doen Zoo leidt het
tot het treffen van andere „juiste snaren".
BEP OTTEN
ONS KNIPPATROON.
V.
J3460
We brengen nu eens een mantelcostuumpje
dat zoowel als gekleed dan als sportief cos-
tuumpje kan worden gedragen. Het is ge
maakt uit tweed en het heeft een piqué
vestje. Het rokje heeft uitgesneden plooien,
die naar boven rond toeloopen. Een vlot
mantelcostuumpje dat naar verkiezing voor
de reis of in de stad kan worden gedragen.
Het knippatroon is verkrijgbaar bij de
„Afd. Knippatronen", Uitgeversmaatschappij
„De Mijlpaal", Postbox 175. Amsterdam, te
gen betaling van 0.75. Het wordt geleverd
in de maten 88, 96 en 104 c.M. bovenwijdte.
Betaling van het bedrag kan geschieden per
postgiro (41632) dan wel per postwissel of
in postzegels.
De lezeressen worden vriendelijk verzocht
bij bestelling naast de maat ook het nummer
van dit patroon (3460) op te geven.
Citroensap is verfrisschend en dorst-stil-
lend en daarom, vooral op warme dagen de
drank. Zijn er in het gezm veel dorstigen en
zou daardoor het gewone gebruik van citroe
nen een te dure liefhebberij worden, dan is
het een beproefd recept om op goedkoope
manier een licht mousseerenden, frisschen ci
troendrank te bereiden. In vijf liter water
wordt een pond suiker gedaan, men voegt er
150 Gram wijnazijn bij, de schijfjes van twee
citroenen (met schil) en de schijfjes van
twee (geschilde) appelen. Dit mengseltje
laten we flink opkoken, filtreeren het dan
en gieten het vervolgens in goed schoonge
maakte flesschen, die op een koele plaats
worden gezet. Na cenige dagen hebben we
een citroen wijntje, heerlijk verfrisschend.
Vooral in den zomer kunnen gootsteenen
soms onaangenaam ruiker.. Als we er af en
toe een ketel kokend water in gieten, zal het
euvel vlug verholpen zijn. Ook het zeepwater
waarin de wasch werd gedaan, is een werk
zaam middel als het, alvorens het in den goot
steen wordt gegoten even aan de kook
wordt gebracht.
OM ZELF TE MAKEN.
Netheid in huis is een eerste vereischte
maar den kinderen netheid leeren. brengt
nogal eens moeilijkheden mee. Eenvoudiger
is, als we het den kinderen spelender wijze
leeren. Hun nachtgoed opruimen interesseert
ze niet, wanneer de nachtzak een fantasie
looze witte zak is. Maar hoeveel prettiger
wordt het werkje, als moeder een nachtzak
maakt van frissche waschechte, katoen in
den vorm van een beestje geknipt. De hier
afgebeelde poes is heel gemakkelijk te knip
pen nJ. dubbel met een overslag. De randen
worden aanéén gefestonneerd met katoen en
verdere lijnen van oogen, pootjes, neus en
snorbaai-d worden met den stiksteek aange
bracht. Een prettig en dankbaar werkje.
SPEELT U BRIDGE?
Waarschijnlijk speelt u bi'idge. U speelt het
hartstochtelijk, u speelt het, maar het in
teresseert u niet heel erg, u bent er aan ver
slaafd en wordt door kennissen en familie
uitgekreten voor een maniak of u vindt het
wél aardig als u het maar niet al te
dikwijls hoeft te doen, maai' tien tegen één
dat u het speelt. Het is nu eenmaal op het
oogenblik het familiespel bij uitnemendheid,
en schaarsch is de mensch, die er aan ont
komt.
Het is een tweede vraag of u een bridge
tafel bezit.
De aanschaf van een beliooi'lijke bridge
tafel, die niet bij de eerste de beste gelegen
heid doorknikt in zijn knieën als uw over
buurman, de oud-kolonel, loopt helaas nogal
in de pampieren en bovenstaand kleed, dat
in een verloren middag in elkaar te zetten is,
lost het pi'obleem van de kaarten, die op een
gewone tafel zoo hopeloos glijden, nogal listig
op. Een vierkante lap van biljartgi'oen laken,
zoo groot als'de afmetingen van uw tafel
dat verlangen, afgewerkt met zwart boor- of
veterband. In de vier hoeken worden van
zwart en rood laken of peau de pêche met
witte borduurkatoen een klaver, een schop
een hart en een ruit geappliqueerd. Men
hoeft maar een heel klein beetje te kunnen
teekenen om de modellen af te kijken van
uw speelkaarten, terwijl men ze eerst in pa
pier net zoo lang kan naknippen, tot ze goed
zijn en dan pas de modellen in de stof co-
pieert.
En gaat u dan bridgen, wel uw bridgekleed
ligt in de kast, gereed voor het gebruik! Geen
dui-e bridgetafel, ook geen glijdende kaarten,
geen gesleep met meubelen of iets hot
kleedje of uw vaas met bloemen van uw ta
feltje, en klaar is u!
WILLY VAN DER TAK.
Een reuzeboek. Dit boek bevindt zich
in het Britsch Museum te Londen en werd
in 1660 door eenige rijke Amsterdamsche
kooplieden aangeboden aan den nieuwen
Engelschen koning Karei II. Het is 5 voet
hoog en ruim 3 voet Ibi'eed- De band is van
schitterend Marokkijn leer en versierd met
gouden harpen, rozen en kronen. Op den
rug en de hoeken heeft het zware koperen
hoeven.
Vloeipapier, gevolg van een vergissing.
In een papierfabriek in het Engelsche graaf
schap Berkshire had een arbeider vergeten
de noodige stijfsel in de pap te doen en toen
dit papier gereed was, bemerkte de directeur,
dat de inkt, dien men er op liet vallen, on
middellijk door het papier werd opgezogen.
De directeur maakte van deze vergissing
van den arbeider gebruik en bracht het pa
pier als vloeipapier in den handel, dat het
tot nog toe in gebruik zijnde zand, om het
geschreven schrift te doen opdrogen, ver
ving.
HET DRIEKLEURIG JURKJE.
Als verrassing brengt de zomermode ons
nog het driekleurig jurkje, dat, indien met
smaak samengesteld een verrassend aange-
namen indruk maakt. Echter, indien de kleu
ren onoordeelkundig zijn gekozen, bereikt
men er allicht het geendeel mee. Daarom
moet men bij het samenstellen van de kleu
ren zeer voorzichtig te werk gaan en er zich
eerst van overtuigen, dat de juiste combi
natie is gevonden.
Er zijn samenstellingen waarmede we altijd
succes zullen hebben, zooals bijv. gewoon
bruin-tabakbruin-beige of anders drie tinten
groen. Ook met lila, van hel tot viooltjestint.
zullen we geen flater maken. Natuurlijk is dc
keuze veel grooter. Als we er slechts aan den
ken om in el kaar vloelende kleuren te kiezen,
dan kan ieder van ons haar fantasie vrij spel
laten.
YVONNE.
KINDEREN IN DEN
DIERENTUIN.
Twee paar oogen kijken elkaar aan en
men weet niet uit welk meer verbazing spreekt
uit dat van den jongen leeuw of van het
kleine kind. De jonge leeuw heeft zachte,
weeke oogen, slungelige, veel te groote poolen
en een honigkleurig vel. En even onbeholpen
zacht en teer is het kleine menschje, dat daar
zoo vol verwondering voor hem staat. We
zouden ons kunnen vei'beelden. dat ze elkaar
begrijpen en vepstaan, op een eigenaardige
oorspronkelijke manier. Ze zijn beide nog zoo
heerlijk naïef, ze zijn nog maar zoo'n koel
klein eindje gegaan op den weg, die door
het leven voert.
In den grooten dierentuin klink het ge
roezemoes van tallooze kinderstemmen
Slechts door de stevige tralies gescheiden
kijken aan beide zijden de jonge spruiten
elkaar aan, zich veilig voelend aan de zijde
van de volwassenen. Daar geeft een leeuwen
moeder haar kleuter juist een zacht, waar
schuwend tikje met haar geweldigen klauw
en ook een menschenmoedert-je ziet z ch ge
noodzaakt wat strenger te zijn tegen haar
ongezeg gelijken jongen, die met alle geweld
een suikerklontje in den muil van het dier
wil stoppen
Een kring van jongens en meisjes is om
den gigantischen zeeleeuw verzameld, die
als een pompeuze fonteinfiguur op den rand
van zijn bassin leunt en met ijzige kalmte
het gewoel om hen heen bekijkt. ,,Wat is hij
groot!", roepen de kindei'en. uit, „hoe reus
achtig!" En als het dier zijn muil opent om
eens op zijn gemak te geeuwen, breekt onder
de kinderen een luid gejubel los. Onderwij
zers, ouders, ooms en tantes staan er stom
bij en antwoorden zoo nu en dan op een
vraag van de kinderen. Veel zeggen ze niet,
want ze willen de kinderen niet met woorden
beleeren. Ze weten, dat de kinderen hier on
middellijk gepakt woixlen door het wonder
der Schepping, dat ze aanschouwen en dat
elke droge uitlegging de bekoring zou kunnen
storen. Later kunnen ze altijd nog vertellen
school-opstehen laten maken. maar hier
wordt slechts gekeken en bewonderd.
Voor de giraffe, die voorwereldlijke ver
schijning, dat onwaarschijnlijke dier met een
figuur, dat uit Droomenland schijnt te komen
blijven de kinderen aandachtig staan kijken.
Het lijkt wel of zij den bouw van het dier
minder verwonderlijk vinden dan wij, vol
wassenen. Misschien omdat voor hen de heele
wereld nog vol fabeldieren is. En het feit,
dat er nog zulke merkwaardige dieren leven
is voor hen niets bijzonders in de wereld,
waarvan ze nog slechts het bewonderens
waardige hebben gezien, waarvan ze nog niet
de nuchterheid kennen.
De levendigheid van al die kleine menschen
is zoo groot, dat <3e heele tuin er van
vervuld is en ook de dieren schijnen te merken
dat er vandaag een ander publiek is. De
roofdieren ontwaken uit hun loomheid en
loopen onrustig met wildheid in de blLkken
op en neer. Wat mag er wel in 2e omgaan
bij het hooren van al die kinderstemmen? De
zeehonden doen uitbundig in hun element,
het is alsof ze de kinderen al hun zwem-
kunstjes willen toonen. Ze springen en duiken
ze proesten en jagen elkaar na en men zou
bijna gelooven, dat ze zich hier gelukkig ge
voelen.
De kinderen loopen rond met gezichtjes
vol venvachting op nieuwe vondsten. Alle
dieren hebben hun belangstelling en zelfs
plaatsen, die anders weinig worden bezocht,
zooals die waar de hoendersoorten rondloopcn
zijn nu door kindei'en belegerd. Wat een
vreugde over de marmotjes, de olifanten, den
wilden ezel en vooral.,., de apen! Elke be
weging van deze dieren werkt hun bewonde
ring of hun lachlust op en hun belang
stelling is onvermoeid en schijnbaar einde
loos.
Alle kinderen moesten eigenlijk in de ge
legenheid werden gesteld den dierentuin te
bezoeken, ze vormen een goed en dankbaar
publiek. Reeds bij den aanblik van den vijver
met. bescheiden goudvischjes beginnen ze
te jubelen, alles werkt daar op hun fantasie,
op hun kinderlijke verbeelding. De meeston
van hen zullen naar mcnschelijke berekening
wol nooit naar Afrika komen, zij zullen de
Indische wildernis nooit aanschouwen en ook
nooit de Aziatische steppen of het Groen-
landsche ijsgobied zien. Maar wel kunnen ze
weten cn zien, welke wonderlijke schepselen
er op den aardbol leven, in vormen en kleuren
die zij nooit hadden kunnen vermoeden. Die
ren die, elk in hun soort, merkwaardig cn
tevens van groote schoonheid zijn.
Karnemelk is een uitstekend bleekmiddel.
Waschgoed, dat lang ongebruikt in de kast
heeft gelegen en voornamelijk aan dc randen
vergeeld is, kan door dit volstrekt onschade
lijke middel weer sneeuwwit worden ge
maakt. Het te behandelen waschgoed wordt
drie tot vier dagen in gewone karnemelk
gelegd en daarna met helder water nage
spoeld. Het resultaat zal verrassend zijn! De
karnemelk heeft alle leelijke, grauwe en gele
vlekken uit het waschgoed weggenomen, zon
der het linnen aan'te tasten, iets wat van
gloor of bleekpoeder en dergelijke middelen,
niet kan worden gezegd.
Markiezen hebben gewoonlijk een dubbele
taak te vervullen. Ze doen niet alleen dienst
als zonneschermen, maar vaak ook als regen
schermen. We kunnen de stof van markiezen
gemakkelijk waterdicht maken door ze in een
achtprocent oplossing van gelatine te leg
gen. Na ongeveer tien minuten wordt de stof
er weer uitgenomen, flink uitgewrongen en
vervolgens in de buitenlucht gedroogd. Is al
les goed droog, dan gaan we met de behan
deling verder. We stoppen de stof nu ln een
vier procent aluin-oplossing waarin ze nog
maals tien minuten blijft liggen. Daarna niet
uitwringen maar uit laten lekken en vervol
gens in de schaduw geheel drogen. We heb
ben dan een prachtig, waterdicht scherm.
ONZE PARASOLLETJES.
De mode-koningen schijnen dit jaar de
parasolletjes over het hoofd te hebben ge
zien, er is tenminste aan het modelletje wei
nig of niets veranderd. Dat kan voor ons een
reden zijn, om het parasolletje van vorig
jaar weer voor den dag te halen en het eens
goed onder handen te nemen. Het zal altijd
voordeeliger zijn dan een nieuwe koopen, al
is dat misschien iets gemakkelijker. Ik zeg
opzettelijk „iets gemakkelijker", omdat het
opknappen van onze oude parasol werkelijk
niet zóó inspannend of ingewikkeld is Is de
stof wat smoezelig gewoi'den, of een heel
weinig verschoten, dan wordt de parasol op
gestoken en krijgt de stof een beurt. Een
niet te hard borsteltje, wat zachte zeep en
een ietsje ammoniak in het lauwe sopje, zul
len wonderen doen. Na de behandeling moet
de stof vooral goed met helder water worden
nagespoeld, opdat er geen zeepdceltjes ach
terblijven.
Is de stof van de parasol in een dusda-
nigen toestand, dat opfrisschen niet meer
zal baten, dan besluiten we om de stof te
vetrnieuwen. De parasol wordt opgestoken
cn vervolgens word: de oude stof losgetornd
van de baleinen. Met een weinig overleg gaat
dat heel vlug en als we er mee klaar zijn,
hebben we meteen het knippatroon voor de
nieuwe stof. Bij het koopen van de nieuwe
stof is het niet aan te raden om kunstzijdo
te nemen, daar deze minder goed bestand is
tegen felle zon en dat is juist voor een para
sol al een zeer slechte eigenschap. Beter is
het dan ook om voor dit doel de z,g. tabc-
line te gebruiken.
JANNEKE VAN BEEK.