DE VIERDE MAN
FEUILLETON.
(Een geval uit de praktijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche)
door UDO VAN EWOUD.
Nadruk verboden.
24)
De nog steeds lichtelijk verbijsterde juf
frouw wierp eo'n wantrouwenden blik op het
metalen plaatje dat Sanders haar onder den
neus hield, keek daarna schichtig naar de
beide andere mannen, die intusschen even
eens boven waren gekomen en wendde zich
eindelijk, nog steeds met zichtbare achter
docht tot den inspecteur.
„Nou, goed; ik geloof, nu wel, dat u van
de politie bent. Maar wat zou dat nou? Wat
moet dat nou? Ik heb niks op m'n gewe
ten
„Juffrouw Mariens" Sanders klopte de
geagiteerde hospita gemoedelijk op den
schouder „wees nu eens even kalm. Nog
maals: we komen hier uitsluitend voor de
verpleegster, die in den vooravond is weg
gegaan en, zooals ik al zei, waarschijnlijk
niet meer zal terugkomen Er is u toch ook
nog wel wat aan gelegen, dat u de huur van
uw kamer krijgt, niet? Welnu, maakt u het
ons dan niet noodeloos moeilijk en wijs ons
even waar de zuster gewoond heeft
Onwillekeurig had de inspecteur hier den
Juisteu toon getroffen Vooral de laatste
woorden schenen 'n machtigen indruk te
maken op do hispita. die tot dusver, zij het
dan ook wellicht, meer uit een ingeboren af
keer van alles, wat met recht en wet in ver-
oand staat dan uit sympathie voor de ver
pleegster, deze laatste in bescherming had
genomen.
„Gewoond heeftstamelde ze. „Wilt
u daarmee zeggen, dat ze' er tusschenuit ge
gaan is zonder te betalen? Man, ik heb zeven
en twintig jaar m'n kamers aan lieeren ver
huurd, zonder dat er ooit één het hart in
z'n lijf heeft gehad om me ook maar één dag
op m'n geld te laten wachten. En zou nou de
eerste vrouw, die ik liefderijk opneem, het
durven wagen van m'n goedheid misbruik te
maken
Sanders kon, ondanks de ernst van de si
tuatie, een glimlach niet onderdrukken.
„Komaan, juffrouw Martens, zoo'n vaart
zal het misschien wel niet loopen. Laten we
nu maar eens even op haar kamer gaan kij
ken. Wie weet heeft ze wel iets voor je achter
gelaten".
Een verdere aanmoediging bleek overbo
dig. Zonder nader te informce'ren naar het
doel van de huiszoeking, slechts vol van haar
eigen belangen, die alle, eventueel vroeger
opgekomen gemoedsbezwaren overboord wier
pen, slofte zij op een drafje naar de deur,
die toegang gaf tot de bescheiden apparte
menten van de verpleegster, waar zij, zon
der zich den tijd te gunnen om haar bezoe
kers voor te laten gaan binnenviel.
Sanders kon slechts met moeite voor ko
men, dat zij op haar eigen houtje een huis
zoeking begon. Nu de gedachte eenmaal bij
haar had post gevat daar haar huurster met
de noorderzon was vertrokken, ging haar be
langstelling nog slechts uit naar hetgeen deze
had achtergelaten en waarmee zij zich even
tueel schadeloos zou kunnen stellen. Doch
waar het noodlot wilde, dat ook de inspecteur
zich hiervoor in het bijzonder interesseerde,
zag ze zich genoodzaakt haar nieuwsgierig
heid nog eenigen tijd te bedwingen.
„Doet u me één genoegen, juffrouw Mar
tens", zei Sanders, die haar op den voet was
gevolgd, „en laat u het onderzoek aan ons
over. Ik beloof u, dat we ons niets zullen toe
eigenen en u over het resulaat zoo volledig
mogelijk zullen inlichten".
De hospita bleek zich echter slechts met
moeite in de haar toegedachte passieve rol te
kunnen schikken. Hevig geagiteerd volgde ze
vanuit een hoek van het vertrek de bewe
gingen van het drietal, van wie Wils en
Adams zich al spoedig eveneens tot leidelijk
toezien bepaalden.
Het eerste, wat Sanders vond, was een
briefje, dat aan de pensionhoudster gericht
bleek te zijn.
„Geachte mejuffrouw", aldus luidde het
epistel. „Een dringende boodschap riep me
onverwacht eenige dagen naar Rotterdam. Ik
weet op dit oogenblik nog niet wanneer ik
weer terug zal zijn, maar ik zal u mijn te
rugkomst tijdig berichten. Mocht ik den 28en
nog in Rotterdam zijn, dan zal ik u de huur
over deze maand per postwissel overmaken.
Hoogachtend, E. Robert".
De inspecteur had het briefje hardop voor
gelezen en juffrouw Martens was daarbij,
bevend van opwinding, wat naderbij geko
men. Over zijn schouder kijkend, trachtte ze
den inhoud te ontcijferen, welke inspannen
de bezigheid tot gevolg had, dat zij vrijwel
niets gehoord noch gezien had, toen Sanders
zich met een v-agenden blik naar haar om
wendde.
„Wat zeit ze?" drong ze ongeduldig, hem
met een onbeheerschte beweging het papier
uit de handen graaiend.
„Ze ze'gt, dat ze u de kamerhuur wel per
postwissel zal overmaken", antwoordde San
ders, zijn onderzoek uitstrekkend tot een kast
waarin zich slechts wat oud linnengoed bleek
te bevinden.
„Niks hoor! Zoo bonne we niet getrouwd",
meende juffrouw Martens, die thans het
epistel nog eens met eigen oogen verslond.
„Contant geld wü ik nebben. Geen postwis
sels. Er is hier nog nooit iemand geweest die
met postwissels betaald heeft".
Wils trachtte de opgewonden hospita te
kalmeeren en haar de beginselen van het
postwisselverkeer bij te brengen, terwijl San
ders zijn ontdekkingstocht voortzette. Einde
lijk wendde de laatste zich weer tot de pen
sionhoudster.
„Vertelt u me eens, juffrouw Martens: hoe
lang woont de zuster al bij u?"
,.'s Kijken...." De aangesprokene bezon
zich peinzend. „Dat is Dinsdag drie weken
geweestIk had er eerst niet veel ooren
naar, dat ze hier kwam, dat heb ik u al ver
teld hè, maar ze hield zoo an, ziet u en, af-
fijn, de kamer was toch leeg. Maar later zei
ik nog tegen de juffrouw hier naast, ik.
mensch, zeg ik, zoo'n verpleegster over den
vloer, je weet wel wat je in huis haalt, maar
niet, wat je d'r nog in krijgt. Ja, zegt u nou
zelfdat geloop van al die menschen, 't
geeft allemaal maar extra werk
„Zoo, ontving zuster Robert zooveel be
zoek?" vroeg Wils, plotseling geïnteresseerd,
maar de hospita haastte zich dezen bij allen
gewekten indruk weg te nemen.
„Nee", antwoordde ze een beetje snibbig
door de interruptie, „dat wou ik u nou juist
vertellen, 't Is me meegevallen met dat be
zoek. Er is in al die drie weken geen mensch
geweest en ik be'gon me dan ook al te ver
wonderen, waar het mensch van leefde, toen
er van morgen kort na elkaar twee heeren
kwamen, u en direct daarop nog een me
neer. Ik wist toen natuurlijk nog niet. dat u
van de politie was", liet ze er min of meer
verwijtend op volgen.
„En die andere meneer, zou u die herken
nen, als u hem terug zag?" vroeg Sanders nu.
„Nee, want ik heb hem bijna niet gezien.
Ik ben de zuster gaan waarschwuen dat er
iemand was om haar te spreken, dat weet
meneer hier wel" met een knik in de rich
ting van Wils „en terwijl hij naar boven
kwam, ben ik weer naar m'n keuken gedaan.
ik heb hem trouwens ook niet zien vertrek
ken", besloot ze, daarmee een reeds bij het
drietal opkomende vraag voorkomend.
Sanders wilde echter toch nog wel iets
meer weten.
„U kunt ons dus maar heel weinig over het
particuliere leven van uw huurster vertellen'*,
zei hij. Hebt u den indruk gekregen, dat zij
werkelijk verpleegster was?"
„Waarom niet?" antwoordde de juffrouw,
die op dit punt nog al goedgeloovig bleek te
zijn, verbaasd. „Ze droeg toch het costuum
van een verpleegster en beneden op de deur
staat ee"n bord, dat ze gediplomeerd is".
„Allemaal tot uw dienst", maar hebt u
haar wel eens verpleegsterswerk zien ver
richten?"
„Ja", antwoordde de hospita met overtui
ging „Toen ze pas hier was, is de juffrouw
hiernaast eens bij haar geweest, omdat ze
zich in haar vinger gesneden had. Ik voor
mij geloof, dat het meer uit nieuwsgierig
heid was, ziet u, maar die vinger heeft z«
toch wat handig verbonden".
„Maar daarvoor behoef je toch nog geen
gediplomeerd verpleegster te zijn", liet Adams
zich nu hooren.
„Zoo, ik zou het u wel eens willen zien
doen", antwoordde de hospita beleedigd. „En
ze had direct echte zwachtels bij de hand
ook", liet ze er op volgen.
„Naar verbandmiddelen heb ik hier anders
tevergeefs gezocht", zei Sanders. „Er is niets,
wat er op wijst, dat. in dit vertrek een ver
pleegster. Huist. Tusschen haakjes, juffrouw
Martens, weet u ook hoe laat uw huurster
Maandagavond is thuis gekomen?"
Hij stelde deze vraag meer om het vruch-
telooze gesprek over de kwaliteit van de ver
pleegster af te leiden dan dat hij er eenig
resultaat van verwachtte, maar dat bleek mee
te vallen.
(Wordt vervolgd).
PRACTISCH. - Voor da
mes die de golfsport beoefe
nen is een hoed geconstrueerd,
waarvan tic band voorzien is
van de „tccs", die dus onmid
dellijk voor liet gebruik gereed
rijn.
WAAR ANDERS IN DEN WINTER HET
VOETBALSPEL MET SPANNING GEVOLGD
MENSCH OF DIER, in een dergelijke WORDT, GRAZEN DE SCHAPEN NU, waardoor
warmte is een ijswafel voor niemand te ver-
smaden. Toch vinden de vele omstanders het vc,d m 9ocdc conditie gehouden wordt,
het blijkbaar een vreemd gezicht.
HET VROEGER
WELBEKENDE
PAVILJOEN LA-
RENBERG, waar
van de pagodetoren
reeds onder sloo-
pershanden is ge
vallen, zal waar
schijnlijk geheel
worden afgebroken.
DE „SCHÜTZENFESTE" TE EMMERIK zijn deze
week met den traditioneelen luister gevierd. Twee
deelnemers die zich uitstekend amuseerden.
HET IS NU EENMAAL WEL NIET ZOOALS HET BEHOORT, maar bij een dergelijke
temperatuur wordt veel getolereerd, dat anders verboden is. Dc gasten in dc „Poort van
Clcvc" te Amsterdam hadden rustig hun jasjes uitgetrokken.
EEN DER MIDDENSTUKKEN van dc groote hoofdliggers der ni cuwe spoorbrug bij Zalfbommcl is Vrijdag ingchcschen. Het
gevaarte heeft een lengte van 65 Meter en weegt niet minder dan 210 ton. Twee drijvende bokken van Werkspoor verrichten dit
kar wei.
WARMTE, WARMTE EN
NOG EENS WARMTE. -
Dc verkeersagent laat de ver
keersregeling voor wat zij is en
gaat eerst eens zijn gezicht
afdrogen.