Koninginnedag viering Een vliegongeluk bij Tubbergen
DE VIERDE MAN
DE DISTEL-OOGST IS IN ENGELAND OF HET OOGENBL1K IN
VOLLEN GANG en brengt zijn eigenaardige moeilijkheden mede.
daar de planten bijzonder sterke en Duntige stekels heeft en juist
deze stekels In de fabricage gebezigd worden.
TER EERE VAN DEN 52sten VERJAARDAG VAtö
H. M. DE KONINGIN werd in het Amsterdamschë
Stadion een reuzenluchtballon „Le Rcve", commandant
de heer Léon Gheude uit Brussel, opgelaten.
HOOG EN DROOG. Ter gelegenheid van den verjaardag van
H. M. de Koningin is Woensdagmorgen door een muziekgezelschap
van de Draad en Kabelfabrick op het dak der Nieuwe Kerk op
den Dam te Amsterdam een muziekuitvoering gegeven.
H. M. DE KONINGIN heeft in gezelschap van de overige leden der Koninklijke Familie Woensdag te Apeldoorn
oudcrwctsche Markcloschc boerenbruiloft bijgewoond. De jarige vorstin tijdens de uitvoering.
EEN ZWEEDSCH VLIEGTUIG van de A. B. Aero Transp ort is Woensdagnacht bij Tubbergen neergestort en totaal
vernield: de beide inzit tonden werden gedood.
FEUILLETON.
(Een geval uit de praktijk van Inspecteur
Sanders, lid der Centrale Recherche)
door UDO VAN EWOUD.
Nadruk verboden.
34)
„Meneer-erij wierp een blik op
het kaartje, dat ze nog steeds in de hand
hield en waarmee ze, tijdens het betoog van
den vreemden bezoeker eenigszlns nerveus op
haar welverzorgde nagels had getrommeld
„meneer Fedorra, ik ben u zeer erkentelijk
voor de geboden steun, maar tot m'n spijt zal
Ik daarvan geen gebruik kunnen maken".
De heer Fedorra trok een gericht, alsof dat
antwoord wel het laatste was. dat hij ver
wacht had.
„Ons tehuis biedt alles, wat een jonge dame
als u slechts verlangen kan" zei hij, min of
meer beleedigd.
„Daaraan twijfel ik geen moment", ant
woordde de verpleegster, „maar uw vriende
lijk aanbod komt in dit geval helaas te
L-at...."
De oude heer schrok op.
„Te laatEr lag werkelijk iets van
oprecht medelijden en zelfverwijt in den bl/k
waarmee hij de verpleegster aanstaarde.
Doch deze hielp hem met een spottend glim
lachje uit den droom.
„Ja. ik denk namelijk over een uur Düssel
dorf te verlaten".
Don heer Fedorra ontsnapte een zucht van
verlichting.
k «Ah.... zoo", zei hij. „Maar mag ik u dan
misschien vragen waar u heen denkt te gaan,
opdat ik u het adres van ons thuis in die
plaats kan verstrekken?"
„Ook daarmee kunt u mij helaas niet van
dienst zijn, meneer Fedorra. want ik keer
terug naar mijn woonplaats, Brussel, waar
het tehuis van uw vereeniging mijn ouder
lijke woning zeker niet zal kunnen vervan
gen".
De oude heer stond glimlachend op.
„Zóó ver strekt de hulp van onze vereeni
ging zich niet uit", zei hij. „Waar ouderlijke
zorg de jeugd omringt, is onze steun overbo
dig. Maar belooft u mij", zoo besloot hij.
haar de hand ten afscheid reikend, „dat u bij
een volgend bezoek aan Düsseldorf onze ver
eeniging niet zxilt vergeten".
,Dat beloof ik u gaarne, meneer Fedorra",
antwoordde de verpleegster plechtig en ter
wijl ze" den ouden heer naar de deur verge
zelde, voegde ze er. niet zonder ironie aan
toe: ..al meen ik dan ook, dat er waarschijn
lijk vele anderen zijn, die uw hulp meer van
noode zullen hebben
Het perceel in de oude stad.
De avond was reeds gevallen, oen inspec
teur Sanders, nu weer in zijn gewone gedaan
te hotel Eden verliet en ever, nan den uitgang
toefde om den man. die tot taak had zijn
gangen na te gaan. gelegenheid te geven zich
van zijn vertrek te overtuigen.
Hij zag zijn achtervolger niet. maar noch
tans voelde hij. dat in zijn onmiddellijke om
geving een paar oogen hem scherp observeer
de en hun geen enkele zijner beweginger
ontging.
Na het onderhoud, dat hij als de oude heer
Fedorra met Josephine Portelle in „Zwei-
brückenhof' had gehad, had hij zich naar
het hoofdbureau begeven, waar in een kort
gesprek met den commissaris het plan was
opgebouwd, aan welks uitvoering nu door
hem de eerste hand werd gelegd.
Met den vastberaden tred van den man,
die recht op zijn doel afgaat en met het ern
stige voornemen zich daarbij door niets te
laten weerhouden, liep hij de Schadowstrasse
uit en daarna de Corneliusplatz dwars over
stekend, bevond hij zich al spoedig in de
oude stad, waar het op dit uur zoo levendig
toevoeging, dat hij zich slechts met moeite een
weg door de menigte kon banen. Bij het wa
renhuis „Hartog", dat juist een groote uit/ver
koop annonceerde, verdrongen zich honder
den mannen en vrouwen voor den ingang en
de étalages, zóó begeerig naar de koopjes, die
er te halen waren, dat de veiligheid van het
verkeer er door in gevaar werd gebracht.
Tram- en autosignalen waren niet van de
lucht en Sanders was dan ook blij, toen hij
de zijstraat ontdekte, welke toegang gaf tot
een warnet van slopjes en steegjes, welke aan
het oriënteeringsvermogen van een vreemde
ling hooge eischen stelden. Dat was een deel
van Düsseldorf dat door de bezoekers van
Heinrich Heine's geboorteplaats gewoonlijk
zorgvuldig vermeden wordt. Hier en daar
klonken kijvende vrouwestemmen. vermengd
met het geschrei van kinderen die wel in zeer
groote getale in de bouwvallige, van ontucht
en misdaad sprekende huizen, schenen te
hokken. De spaarzame verlichting, hier en
daar versterkt door het schijnsel van een
lamp. dat door een geopende deur of het
slechts ten deele door een rolgordijn bedekte
raam van een kroegje naai buiten viel, ver
mocht. het armzalige sïnistre karakter van
deze omgeving slechts te accentueeren.
Sanders had ook hier zijn stap vertraagd.
Het ongelijke plaveisel, dat op sommige
plaatsen geheel aan het oog onttrokken werd
maakte het trouwens onmogelijk snel te loo-
pen, Hij had eenige straatjes doorkruist, toen
een nauwelijks waarneembaar fluitsignaal
hem plotseling op zijn schreden deed ^rug-
koeren. Tot dusver had hij niet de moeite ge
nomen zich te overtuigen, of hij gevolgd werd
doch nu ontdekte hij op ongeveer vijftig me
ter afstand een man, die in zijn richting
kwam. Het was te donker in het straatje om
op dezen afstand de gelaatstrekken van den
man te onderscheidden en eerst toen zij
elkaar wat meer genaderd waren, zag hij.
dat het niet dezelfde persoon was, die hem
's middags zoo hardnekkig had achtervolgd
en zich tenslotte tegenover Hotel Eden had
opgesteld. Nu passeerde de man een steegje;
nog slechts enkele schreden en ze zouden
elkaar voorbij gaan, doch plotseling zag
Sanders uit het duister van dit slop twee an
dere gedaanten te voorschijn komen, die
zich zonder een oogenblik te bedenken, op
zijn achtervolger wierpen en dezen vóórdat
hij van den eersten schrik was bekomen, de
handboeien hadden aangelegd.
Sanders had den onverwachten overval
zwijgend gadegeslagen. Toen alles achter den
rug was en de gevangene, knarsetandend van
woede en machteloosheid onder veilige be
waking door een zijner aanvallers werd weg
geleid. trad de andere op Sanders oe, tikte
even aan zijn slappen hoed en zei: .„Alles is
in orde. meneer. Het eerste bedrijf heeft, zoo
als u gezien hebt. een vlot verloop gehad
Het wachten is slechts op u".
De inspecteur volgde nu den man die nie
mand anders bleek te rijn dan een recher
cheur van het hoofdbureau, wederom door
eenige straatjes, tot deze plotseling zijn hand
op Sanders' arm legde en hem fluisterend
toevoegde: „Hier begint het tweede bedrijf
Onze mannen hebben zich in de onmiddel
lijke omgeving van het huls opgesteld en
zullen ons volgen, zoodra we naar binnen
gaan. De hoofdinspecteur, die er ook bij is
zal zich bij ons aansluiten. Laat u alles maar
aan hem over, 't is hem toevertrouwd".
Zwijgend liepen zij nu verder de straat in,
die gunstig afstak bij de nauwe sloppen, die
Sanders zooeven alleen had doorkruist. Er
bevond zich hier tenminste een behoorlijk
trottoir, terwijl de huizen een minder ver
waarloosden Indruk maakten dan de schier
'onbewoonbare krotten, welke hij alleen was
gepasseerd. Men zag hier zelfs een enkele
huurkazerne, welker bewoners zich ook min
der door schelden en schreien kenbaar ble
ken te maken, doch ook deze gebouwen gin
gen zij voorbij tot zij aan een perceel kwa
men dat onmiddellijk opviel door de gunstige
wijze, waarop het zich van de andere huizen
in deze omgeving onderscheidde. De oud-
Germaansche stijl, waarin het was opgetrok
ken bewees, dat het een der eerste ééngerins
woningen was, welke hier voor jaren, toen
dit stadsdeel nog niet tot de volkswijken van
Düsseldorf behoorde, waren gebouwd. Het
had twee ramen aan de straat, welke niet
verlicht waren en drie op elk der beide étages
waarvan evenmin eenig teeken van leven
naar buiten doordrong.
Op hetzelfde moment, dat. Sanders en de
rechercheur aanstalten maakten te onder
zoeken of de deur gesloten was trad uit het
duister van een aangrenzend poortje een ge
daante te voorschijn, die zonder een woord
te zeggen, een looper in het slot stak. waarna
dit onmiddellijk met een zachte klik open
sprong.
Nog steeds zwijgend trad het drietal in
een donkere gang, waar de geheimzinnige
gedaante, in wien Sanders den hoofdinspec
teur vermoedde, even bleef staan. Een enkele
blik overtuigde hen, dat zich in de op deze
gang uitkomende vertrekken geen enkel
menschelijk wezen bevond. Geruischloos
klommen zij daarom de donkere trap op,
waarvan de uitgesleten treden bewezen, dat
wellicht duizenden voor hen reeds dezen
tocht hadden ondernomen.
(Wordt vervolgd)/