AAN ALLEN. Jullie bent het natuurlijk allen met me eens, als ik beweer, dat we een schitterende zomer hebben gehad met veel zon en veel warmte. Toen het weer omsloeg, was de over gang wel groot. Wat waren we dankbaar, toen de zon toch maar weer te voorschijn kwam. Al waren dan ook voor velen de schooldeu ren geopend, mooi zomerweer is altijd wel kom. We hopen op nog veel zomersche dagen We hebben nog tal van plannen voor Zand- voort, Groenen daal, IJmuiden, enz. Maar de Augustusmaand is nu ten einde. En met de Augustusmaand het viertal maanden, waar aan de r ontbreekt en die we beschouwen als de mooi-weersmaanden. Nu is het Septem ber. De herfst nadert. Ik schrijf dit niet om sombere gedachten op te wekken. Geen sprake van. Een jong menschenkind moet zooveel blijdschap in zich en om zich hebben, dat de meest regenachtige dag nog een dag van vreugde kan zijn. Wij hebben nu eenmaal rekening te houden met de jaargetijden. Iemand, die lang in de tropen geweest was, zei eens tegen me, toen hij keek naar de ontbladerde boomen: „Heerlijk, die telkens terugkeerende herfst. Daar kon ik in Indië naar smachten." Wie oog heeft voor natuurschoon, ziet nu reeds aan de vruchtdragende boomen en struiken, dat er een verandering plaats heeft Hier en daar nog wat bloeiende rozen, maar veel meer asters en chrysanten, de ech te herfstbloemen. De bladeren zitten niet stevig meer aan de boomen. de najaarsstor men hebben ze gelukkig nog niet erg op de proef gesteld. Maar nieuwe, jonge loten zijn schaarsch. En let eens op de vogels. Ja. de musschen kwetteren en schetteren nog wel. maar toch minder luidruchtig dan een maand geleden. Onze echte zangers: nachtegaal, vink en lijster hooren we weinig meer. Een paar we ken geleden reed ik door een mooi boschrijk deel van Overijsel. Plotseling hoorde ik een wiekgeklepper van belang. En toen ik naar boven staarde, zag ik een zwerm vogels, steeds meerdere en meerdere, 't Leken don kere, dreigende wolken tegen den helderen hemel. „Ze gaan d'r weer vandoor," zei een bui tenman. En hij vervolgde tegen ons: „Of 't mooi of leelijk weer is, half Augustus reizen ze af 't Bleken zwaluwen te zijn, maar volgens onze zegsman hadden de ooievaars ook al de nesten verlaten. Ik vernam nu ook, dat er telken Jare minder ooievaars in Nederland kwamen. In Friesland had je nog de meeste nesten, maar 't kon de 50 toch niet halen. Dan volgt Drente, daarna Zuid-Holland. In Gelderland waren in den afgeloopen zomer nog maar twee ooievaarsnesten. Op 't Kam pereiland waren vroeger 12 nesten. Nu was cr geen enkele ooievaar. Bij ons in de omge ving van Bloemendaal waren er vroeger wel 12, thans nog maar 3. In Limburg komen de laatste 20 jaar geen ooievaars meer voor. Niet alleen in Nederland, doch ook in andere Europeesche landen vermindert het aantal sterk. Wat is de oorzaak hiervan? Men vermoedt, dat het samenhangt met de verdelging der sprinkhanen in Afrika. Syrië en Palestina. Daar juist overwinteren ae ooievaars Het verdelgingsmiddql is arsenicum, dat ook ver gift is voor den ooievaar. Men beweert ook, dat er evenals in de menschenwereïd veel oneenigheid is in de ooievaarswereld. Er wordt soms zoo gevoch ten. dat <3e veeren er bij neervallen en men eikaars kinderen vermoordt. Dus ook voor de ooievaars zou een vredesconferentie wel ge- wenscht zijn, mits er wat meer gedaan werd dan geklepperd. Hoe 't ook zij, als het zoo voortgaat, zal de ooievaar weldra verdwenen zijn uit deze streken, wat zeker heel jammer zou wezen. W. B.—Z. Vuurtorens. De oudste vuurtorens of liever vuurbakens zijn de Pharus voor de haven van Alexandrië en de Kolossus van Rhodus. Er zijn ongeveer 4000 vuurtorens, waarvan alleen aan de zuidkust van Enge land 77. Een duur schilderij. Een schilderij van den Italiaanschen schilder Rafael is onlangs door een Amerikaansch bankier gekocht voor den prijs van f 1.440.000 gulden. HET ZWARTE KWARTET. Greetje en Drectje hadden de heele vacan- tie al aan het strand doorgebracht Er wa ren winderige en zoele dagen geweest, ze hadden gevliegerd, zandkasteelen gebouwd, garnalen gevangen en rondgeploeterd in het zilte nat. En somsals ze wat doeze lig tegen een duinhelling lagen, waren ze op lichte^ vleugels heengevoerd naar de verre sprookjeswereld op den bodem der zee. En nu vandaag, den laatsten vacantiedag. was er wéér wat fijns gebeurd. Oude Teun Klap- zeil was van de vischvangs- teruggekeerd Hij was langer dan gewoonlijk weggebleven „omdat er geen zuchtje te bekennen was", zei hij, maar hij had zijn tijd goed besteed door een prachtig, oud fregat voor Dreetje te vervaardigen. Greetje had er óók veel be wondering voor. Want al was ze een meisje en begreep ze niet zooveel van oude zeil scheepjes als haar broer, het fregat, dat Teun had gemaakt, had zulke mooie masten, zoo veel touwtjes en zeilen, dat ze het telkens weer moest bekijken. En ook had Teun het scheepje een aardigen naam gegeven, het heette namelijk ..Meermin". „Zie je," zei Teun Klapzeil, „de ..Meermin" heeft vroeger een groote rol in het leven van ons, kustbewoners gespeeld. De ..Meer min". waarvan ik spreek zag er nét zoo uit als het scheepje dat ik hier in mijn handen heb, alleen natuurlijk véél grooter. En wat wat was dat fregat bij iedereen gevreesd! Want je moet weten, dat 't een zeeroovers- schlp was, waarvan de opvarenden wel ware duivels geleken. Vooral het Zwarte Kwar tet, dat waren de kapitein met drie van zijn vermetelste roovers, was berucht. Ze droe gen zwarte kleeren en zwarte maskers en langen tijd maakte dit viertal de zeeën en kusten onveilig." De oude Teun verhaalde nog véél meer. hoewel hij niet wist te vertellen wat er van het Zwarte Kwartet geworden was. Greetie en Dreetje griezelden wel een beetje maar luisterden toch met gespannen aandacht. Ze leefden mee met de gevechten aan boord, ze doorliepen in gedachten de blauw-violette grotten aan de kust, waar de schatten der „Meermin" geborgen werden. En ademloos hingen ze aan Teun's lippen toen hij ver telde van de wilde feesten der roovers, het dansen en zingen aan boord ..Hé, te denken dat je ze nog eens kan zien." zuchtte Dreetje. Maar het verhaal was nu uit. Teun Klap zeil besloot een dutje te gaan doen en daar was hij voorloopig niet af te brengen. Greetje en Dreetje drentelden wat langs het strand en ze wilden nog een laatste, lange wandeling maken. Stil liepen ze naast elkaar voort en toch dachten ze waarschijn lijk over hetzelfde, na.Hoe lang het wel geleden kon zijn. dat'het Zwarte Kwartet de schrik van de kustbewoners was en waar wel de geheime holen en bergplaatsen kon den zijn. waar zij het goud opstapelden. Zoo'n jacht over de wlld-bruisande golven, tusschen wapperende zeilen, dat was nog eens echt! De golfjes rolden af en aan, hoog in de lucht krijschte een meeuw en de zee zong een liedje, zoo zacht, dat het was alsof ze alle meerminnetjes In slaap wilde wiegen. Half droomend vervolgden het kleine meis je en de jongen hun weg langs den water kant. toen ze plotseling, heel in de verte een vaartuigje ontdekten, dat zc eerst voor een visscherspink of een garnalenboot hadden aangezien. Maar toen ze goed luisterden hoorden zij het geluid van muziek en zin gende stemmen, een geluid dat door den zee wind landwaarts werd gedragen. Greetje bleef ineens staan„Kijk eens Dreetje." fluisterde ze „de boot komt nader bij, zie je die kleuren, zwart, rood groen en blauw. Dat zijn geen visschers!" Dreetje tuurde nu ook. „warempel", riep hij verschrikt, ,.ik geloof.... ik geloof dat het zeeroovers zijn!" „Misschien wel het Zwarte Kwartet." veronderstelde Greetje. „Laten we elkaar eens knijpen, mogelijk droomen we of komt het door dat verhaal van den ouden Teun." Greetje kneep haar broertje en kreeg te gelijkertijd een kneep terug. „Au! au!" klonk het uit twee monden. „Zie je wel. ze zijn er nog." zei Greetje. „En we zijn toch echt wak ker." antwoordde Dreetje terwijl hij de pijn lijke plek in zijn arm wreef. Gauw. gauw. ze komen! Laten we ons hier. achter het duin verschuilen." De kinderen holden weg. het duin op en achter hen klonken steeds duidelijker de mannenstemmen, die blijkbaar een wild zee rooverslied zongen. Ze hoorden nu zelfs de woorden al Verschijnt er aan den horizont Een schip, wij ent'ren het terstond. Ahoy! Ahoy! Greetje on Dreetje hielden zich schuil ach ter een duintop cn gluurden naar den water kant. „Ze komen aan land", fluisterde Dreetje geheel bleek. „Als ze ons maar niet zien," zuchtte Greetje. „Ik ben niet bang," zei haar broertje een beetje bibberend en met kloppend hart. Zelf onzichtbaar door de helm, zagen de kinderen hoe vier mannen in het water sprongen de sloep aan wal trokken. De mannen waren ge maskerd en hadden hooge laarzen aan cn op den boeg van dc sloep stond in sierlijke krulletters „Meermin" geschilderd. Het was alles precies zooals Teunis had verteld. „Dat moet het. Zwarte Kwartet zijn." zei Dreetje rillend Maar ondanks hun angst, moesten de kinderen de zeeroovers toch bewonderen, die cr in hun kleurige costuums zoo écht, zoo fantastisch uitzagen. Een van de man nen had een kleurige sjerp met groote kwas ten om en Greetje en Dreetje begrepen, dat hij de kapitein moest zijn. Toen de mannen en de boot op het droge waren, werden er vier pakketten uit de boot gehaald en de kapitein opende een ander klein pakje, waar uit hij geld nam cn dit begon te tellen. Toen dc kapitein klaar was, hoorden de kinderen hem zeggen: „nou. het valt nogal mee, we kunnen met sen buit tevreden zijn." „Die andere pakken zitten natuurlijk óók nog vol," merkte Dreetje met fluisterstem op Dc buit van de zeeroovers scheen nogal mee te vallen, want er werd gegeten en ge dronken. Dit hadden de kinderen zich wel iets anders voorgesteld Ze dachten dat er een vaatje bier geopend zou worden en dat de mannen groote stukken vleesch zouden eten, maar er kwamen gewone fleschjes bier met drinkglazen uit d? sloep en ook de boterhammen waren keurig gesneden en ingepakt. „Misschien zijn ze. sedert de oude Teun ze voor het laatst zag. een beetje mo derner geworden," dacht Greetje. „Als ze straks slapen," stelde haar broertje voor. „gaan wc er met de pakken vandoor. De po litie zal ik ook waarschuwen." Gree'je was wel wat geschrokken van dit voorstel, doch het avontuurlijke trok ook 'naar aan. (Wordt vervolgd.) EEN WEERVOORSPELLER. Om het weer te kunnen voorspellen hebben we twee instrumenten noodig, namelijk een barometer om den luchtdruk en een hygro meter om het vochtgehalte van de lucht te meten. Met deze beide, dure instrumenten kunnen we het weer met vrij groote zeker heid voorspellen, maar omdat ze zoo duur zijn, gaan we ze zelf maken. Den barometer kunnen we vervaardigen van een oude. uit gebrande gloeilamp, zooals je op het plaatje kunt zien. Alleen, de lamp moet luchtledig zijn. dus ze mag geen scheuren of barsten hebben. We houden de lamp onder water en knijpen er dan met een tangetje voorzichtig de punt af. In een oogwenk zal de lamp het water opzuigen en als ze voor tweederde ge vuld is. nemen we haar weer uit het water en draaien haar om, zoodat de met lucht ge vulde ruimte boven is. De barometer is dan klaar! De werking is als volgt: de in de lamp op gesloten lucht is niet onderhevig aan invloe den van buiten af cn blijft dus onveranderd Maar de buitenlucht ondergaat de invloe den van de wisselende weersomstandigheden en ook de luchtdruk zal dus veranderlijk zijn Vermindert de luchtdruk, dan zal ook de druk tegen de kleine opening die we in de lamp hebben gemaakt, verminderen en het «gevolg is, dat er een druppel water te voor schijn komt, we krijgen dan regen. Ook voor het omgekeerde geval geldt déze redeneering. Ook den hygrometer, die het vochtgehalte meet. is gemakkelijk te maken. Uit dun tee kenkarton wordt een strookje geknipt van 15 c.M. lang en 5 Milimeter breed. Do eene zijde van de strook wordó met water bevoch tigd en vervolgens wordt de strook met de vochtige zijde naar buiten, spiraalvormig om een potlood gewikkeld, zooals je dat op het teekeningetje kunt zien. Met een stukje elas tiek worden de uiteinden van de strook vast gezet, om terugspringen te voorkomen. Als het water ingedroogd is. wordt de buiten zijde van de spiraal met schellakvernis be streken, wat nadat het droog is, nogeens wordt herhaald. Als de buitenzijde goed droog is en dus niet meer kleeft, worden de elas tiekjes en het potlood verwijderd en we heb ben dan een spiraal, waarvan de beide kan ten geheel verschillend reageeren op het vochtgehalte van de lucht. De buitenzijde is door het schellak ongevoelig voor verande ringen geworden, in tegenstelling met de binnenzijde. Het gevolg hiervan is, dat de spiraal bij vochtige lucht zal uitzetten en bij droge lucht zal krimpen. Wie de spiraal nu nog op een voetstukje bevestigd, dat een gewoon plankje kan zijn cn daarop een soort wijzerplaat teekent met dc aanwijzingen: „regen mooi weer bewolkt" enz. kan met behulp van ccn pijltje dat aan de spi raal wordt bevestigd, gemakkelijk den lucht druk aflezen. GUUS GERBE. SPAAR DE VOGELS! Dat doen jullie hoop ik wel. Velen van jullie zullen zeggen: natuurlijk spaar ik dc vogels, zc zingen zoo mooi, ze geven 't heele landschap zoo iets vroolijks. Dat is allemaal waar, maar er is nog een voorname reden, waarom je onze gevederde vriendjes in eere moet houden. Zij toch verdelgen in grooten getale de schadelijke insecten, vooral dc vliegen, die vaak overbrengers van allerlei ziekten zijn. Door verschillende geleerden is eens on derzocht hoe veel insecten door een vogelfa milie wel verdelgd worden. In de broedtijd werden aan enkele vogelnesten electrische contacten aangebracht, die sloten, wanneer cr een vogel tégen aanvloog. Op 't zelfde oogenblik kwam er dan op een wijzerplaat, die de getallen 1—24 aangaf een punt. Men kon nu nagaan, hoe vaak de oude vogel per etmaal uitvloog, om voedsel voor zijn jongen te halen. Dat was pl.m. 500 maal. Nimmer keerde hy terug, of hij had een insect In den bek. Het aantal insecten, dat hij voor eigen voeding noodig had. werd niet meegeteld. Dat is aardig wat. daar een vogel per dag ruim twee keer zijn lichaamsgewicht opeet Geen vogeltje kan er gemist worden want 't aantal insecten is oneindig groot. Een vlieg heeft n.l. per zomer 120 miliiocn nakome lingen. W. B.—Z. JAN, DE REGEN EN DE ROOS door W. B.-Z. Ba, die nare regen Valt in stroomen neer. 'k Mocht Juist mee naar Zandvoort. Maar nu is 't geen weer. Waarom schijnt de zon niet? Dat was juist zoo fijn. En die lucht die lijkt nu Wel een grauw gordijn. Dc roos: Ha, gelukkig regen, 'k Leed zoo'n ergen dorst. De aarde was zoo droog toch. 't Leek een harde korst. Al mijn knoppen hangen, 'k Bloeide nog zoo graag Maar alleen bij zonne Bloeit een roosje traag Regen: tot Jan en de roos: Jantje, 'k ga vertrekken 'k Heb mijn werk gedaan Kijk, daar door de wolken Komt de zon a! aan. Mopper nu niet langer 't Weer is eens zoo mooi. Regen geeft de Schepping Frisscher zomertooi. Roosje bloei nog eenmaal Voor het is gedaan 'k Vlucht nu spoedig henen, 'k Zie de zon al staan. LIEFDE VOOR DIEREN. Natuurlijk houden jullie allen van dieren. De een houdt echter dol veel van een poesje, de ander heeft liever een hond. Als wij goed voor dieren zijn, zullen we zeker ervaren hoe veel hartelijkheid en steun wij van dieren kunnen ontvangen. Over poesen en honden zal ik het nu nlel hebben, ieder weet wel voorbeelden uit eigen kring te noemen van de aanhankelijkheid dezer huisdieren. 't- Is wel eigenaardig te lezen, hoe goed andere volken hun dieren •behandelen. Romeinen zorgen voor hun ganzen zoo goed als voor hun huisgenooten. Atheners laten oude, afgewerkte ezels vrij in de weiden grazen. Syriërs zullen voor hun olifanten steeds de helft van eigen voorraad voedsel afzonderen. Heel eigenaardig is het zeker, dat paarden en honden in alle streken der wereld worden beschouwd als trouwe vrienden, die vaak me nig menschln trouw overtreffen. W. B.—Z. DE GRAP VAN EEN TURK. Een rijke Turk ging eens baden in het openbare badhuis van Bagdad. De badknechts echter kenden hem niet en de behandeling was dan ook niet bepaald zachtzinnig. Toen de Turk eindelijk klaar was, wierpen de ruwe knechts hem zijn kleeren <oe. zooals men een straathond een been zou toewerpen. Maar de Turk sprak bij deze onvriendelijke behan deling geen woord, kleedde zich rustig er kalm aan. toonde zich volstrekt niet belee- digd en ging naar den uitgang, waar een schaal stond, waarin de bezoekers hun fooien konden deponeeren. De Turk haalde, daar aangekomen, zijn geldbeurs voor den dag en telde achter elkaar twintig goudstuk ken op de schaal neer. Stom verbaasd renden de badknechts op dc schaal toe en probeer den vervolgens nog om den Turk te achter halen, teneinde hun verontschuldiging te maken over dc lompe behandeling. Maar deze had daarop niet gewacht en was ijlings verder gegaan. Een week later kwam de Turk terug en de badknechts bogen voor hem ais voor een ko ning. Alle andere baders werden verwaar loosd en alleen dc Turk genoot een behan deling. zooals hij zich geen betere had kun nen wenschen. Toen hij klaar was hielden zij de fooicnschaal onder zijn neus en hun ver bazing was nu nog grooter dan den eersten keer. want de Turkspuwde er in. Zij vroegen hem wat dat te beteckenen had. ze hadden hem immers toch zoo netjes behan deld! J>at weet tk." sprak de Turk, en de twin tig goudstukken waren dan ook bedoeld als belooning voor de behandeling van vandaag. Wat ik vandaag in de schaal doe. is de be looning voor de vorige behandeling' De Turk liep door en de badknechts ble ven met open monden staan. EEN SPELLETJE VOOR JONGENS EN MEISJES. Het spelletje heet: Handen raden, t Aan tal medespelers is onbeperkt. Eén wordt ge blinddoekt. Er wordt een carton met een gat erin voor den blinde gehouden. Door het gat mag beurtelings een der medespelers zijn of haar hand steken Nu moet de blinde raden, van wie dc hand is. DE GESCHIEDENIS VAN DE MONDHARMONICA. Nu de mond-harmonica weer meer ln ge bruik komt. willen Jullie misschien wel graag weten, hoe de mond-harmonica ln de wereld is gekomen. Een eeuw geleden woonde er in Trossingen, een plaatsje in het Zwarte Woud, een jonge man. Christtaan Meaner geheeten. Hij was lakenwever van beroep. In zijn vrijen tijd knutselde hij graag. Zoo probeerde hij om met horizontaal liggende reepjes van me taal een muziek-insirument te maken. Zijn vader vond al dat gepruts nutteloos tijdver drijf en verbood zijn zoon ermee door te gaan. Christaan. vast overtuigd, dat hij slagen zou. zette zijn pogingen in 't geheim voort. Hij vroeg raad bij den muziekonderwijzer van zijn dorp Op zekeren dag zag hij zijn moeite beloond en toonde vol vreugde aan zijn vader dc eerste mondharmonica. Hij was nog wel niet volmaakt zuiver van toon. maar vader Mesner was toch trotsch op zijn jongen. De eerste instrumenten werden op de kermis ver kocht. Al spoedig kwamen uit verschillende steden en dorpen dc klanten opdagen. Thans behoort Trossingen tot een der bloeiende in dustrieplaatsen. Duizenden arbeiders en ar beidsters vinden er werk. Jaarlijks worden 30 millioen mond-harmonica's daar gefabriceerd. Dat is 60 pet. der wereldproductie In 1927 is er in Trossingen groot feest ge vierd ter gedachtenis aan Chrlstlaan Mesner wiens uitvinding toen een eeuw oud was W. B Z. ONS TUINHOEKJE. In den bloementuin is het nu één bloe menweelde. Je hebt nu ruimschoots gele genheid een aardigen ruiker samen tc .stel len. Dit ts echter nog niet zoo gemakkelijk als je wel denkt. Een eerste vereischte is. dat de bloemen zooveel mogelijk vrij staan. Een ruiker van c«n opeengepakte massa bloemen is heel leelijk. Is je vaas groot, snijdt dan de stengels zoo lang mogelijk; een paar knopjes er bij hindert niet. Dit geeft nog wat afwis seling cn een knop kan ook sierlijk zijn. BU ervaring weet ik. dat vele kinderen 't zon de vinden dc knoppen mee te snijden, doch ze krijgen dan veel te korte stengels en kun nen dan onmogelijk een aardige bouquet sa menstellen. Dan moet ook op de kleur gelet worden. Niet alle kleuren passen bij elkaar. Een leid draad is hiervoor niet te geven. Je eigen smaak moet Je hierbU helpen. Laat niet te veel bladeren aan de stengels zitten, daar anders de bloemen gauw slap zijn. Een aardige ruiker is een zoogenaamd veld bouquet We «ellen dit samen van klaprozen slaapmutsjes, korenbloemen, margrieten en siergrasscn. Eenige halmen van haver, tarwe of gerst voldoen ook uitstekend. Siergrassen. De gewone grassoorten, welke in 't wild voorkomen, zijn eigenlijk ook reeds siergrassen. daar de meeste sierlijk gevormd en voor een hcusch vcldbouquet, dus een ruiker van echte veldbloemen on misbaar zijn. Het aantal grassoorten, dat in ons land ln 't wild voorkomt, is zeer groot. Het kweeken van siergrassen d:e tot de fraai ste sierplanten van den tuin behooren. ver dient groote aanbeveling. Over 't algemeen wordt aan het kweeken van deze gewassen weinig aandacht besteed. Ze kunnen voor verschillende doeleinden gekweekt worden. In de eerste plaats ter versiering van den tuin. Meestentijds geschiedt dit met. hooge soorten, die als enkele plant of als groep dienen voor afwisseling van gazon ln een grooten tuin. Dc meeste echter worden niet gebruikt om den tuin op te sieren, doch om van de aren, in vcreeniging met dc reeds eerder genoemde bloemen een vcldbouquet" te vormen Ook zijn zo uitstekend materiaal voor wintcr- bouquetten. samen met de kleurige stroo- bloemen. Wie voor dit laatste dool siergras sen kweekt, moet de halmen dicht van den grond afsnijden vóór zc rijp zijn en zc dan op een donkere plaats te drogen hangen. Gemakkelijk te kweeken soorten voor ge droogde bouquetten zijn: Avena (haver), Briza (groot- en klein trllgras). Agrostls (struisgewas), Gromus (dravik). Erakrostls (sierplant uit Zuid-Europa), Hordeum (gerst) Phalaris canariensls (kanariezaad). Deze soorten moeten alle in den tuin worden uit gezaaid Bromus tegen of in April en de ove rige April-Mei. Briza en vooral Bromus brl- ziformis (trllgrasdravlk) worden bij voorkeur in September gezaaid Aardig om te kweeken zijn ook verschil lende maLssoorten, die ook tot de uitgebrei de familie der grassen behooren. Binnens huis in potjes gezaaid en in Mei in den vo1- len grond gezet, krijgen we nog wel bloeiende planten. Tot vruchtvorming komt 't alleen als we een warmen zomer hebben. Dc dahlia's staan nu in vollen bloei. Inder tijd heb ik cr reeds op gewezen niet te veel stengels uit één plant te laten groeien. Wil len jullie groote bloemen kweeken. dan moet je de kleine knopjes verwijderen Het voed sel voor deze bestemd, komt dan de andere ten goede. Als Je de dahlia's plukt voor een bouquet moet dit Sn den avond of 's morgens vroeg gebeuren. Houdt niet te v<y»l bUécrsn aan den stengel. Als Je deze voorzorgsmaat regelen niet neemt, is je bouquet heel gauw slap.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 15