AAN ALLEN.
Jullie bent het natuurlijk allen met me
eens, als ik beweer, dat we een schitterende
zomer hebben gehad met veel zon en veel
warmte. Toen het weer omsloeg, was de over
gang wel groot. Wat waren we dankbaar, toen
de zon toch maar weer te voorschijn kwam.
Al waren dan ook voor velen de schooldeu
ren geopend, mooi zomerweer is altijd wel
kom. We hopen op nog veel zomersche dagen
We hebben nog tal van plannen voor Zand-
voort, Groenen daal, IJmuiden, enz. Maar de
Augustusmaand is nu ten einde. En met de
Augustusmaand het viertal maanden, waar
aan de r ontbreekt en die we beschouwen als
de mooi-weersmaanden. Nu is het Septem
ber. De herfst nadert. Ik schrijf dit niet om
sombere gedachten op te wekken. Geen sprake
van. Een jong menschenkind moet zooveel
blijdschap in zich en om zich hebben, dat
de meest regenachtige dag nog een dag van
vreugde kan zijn. Wij hebben nu eenmaal
rekening te houden met de jaargetijden.
Iemand, die lang in de tropen geweest was,
zei eens tegen me, toen hij keek naar de
ontbladerde boomen: „Heerlijk, die telkens
terugkeerende herfst. Daar kon ik in Indië
naar smachten."
Wie oog heeft voor natuurschoon, ziet nu
reeds aan de vruchtdragende boomen en
struiken, dat er een verandering plaats heeft
Hier en daar nog wat bloeiende rozen,
maar veel meer asters en chrysanten, de ech
te herfstbloemen. De bladeren zitten niet
stevig meer aan de boomen. de najaarsstor
men hebben ze gelukkig nog niet erg op de
proef gesteld. Maar nieuwe, jonge loten zijn
schaarsch.
En let eens op de vogels. Ja. de musschen
kwetteren en schetteren nog wel. maar toch
minder luidruchtig dan een maand geleden.
Onze echte zangers: nachtegaal, vink en
lijster hooren we weinig meer. Een paar we
ken geleden reed ik door een mooi boschrijk
deel van Overijsel. Plotseling hoorde ik een
wiekgeklepper van belang. En toen ik naar
boven staarde, zag ik een zwerm vogels,
steeds meerdere en meerdere, 't Leken don
kere, dreigende wolken tegen den helderen
hemel.
„Ze gaan d'r weer vandoor," zei een bui
tenman. En hij vervolgde tegen ons: „Of 't
mooi of leelijk weer is, half Augustus reizen
ze af
't Bleken zwaluwen te zijn, maar volgens
onze zegsman hadden de ooievaars ook al de
nesten verlaten. Ik vernam nu ook, dat er
telken Jare minder ooievaars in Nederland
kwamen. In Friesland had je nog de meeste
nesten, maar 't kon de 50 toch niet halen.
Dan volgt Drente, daarna Zuid-Holland. In
Gelderland waren in den afgeloopen zomer
nog maar twee ooievaarsnesten. Op 't Kam
pereiland waren vroeger 12 nesten. Nu was
cr geen enkele ooievaar. Bij ons in de omge
ving van Bloemendaal waren er vroeger wel
12, thans nog maar 3. In Limburg komen
de laatste 20 jaar geen ooievaars meer voor.
Niet alleen in Nederland, doch ook in andere
Europeesche landen vermindert het aantal
sterk.
Wat is de oorzaak hiervan? Men vermoedt,
dat het samenhangt met de verdelging der
sprinkhanen in Afrika. Syrië en Palestina.
Daar juist overwinteren ae ooievaars Het
verdelgingsmiddql is arsenicum, dat ook ver
gift is voor den ooievaar.
Men beweert ook, dat er evenals in de
menschenwereïd veel oneenigheid is in de
ooievaarswereld. Er wordt soms zoo gevoch
ten. dat <3e veeren er bij neervallen en men
eikaars kinderen vermoordt. Dus ook voor de
ooievaars zou een vredesconferentie wel ge-
wenscht zijn, mits er wat meer gedaan werd
dan geklepperd.
Hoe 't ook zij, als het zoo voortgaat, zal de
ooievaar weldra verdwenen zijn uit deze
streken, wat zeker heel jammer zou wezen.
W. B.—Z.
Vuurtorens. De oudste vuurtorens of
liever vuurbakens zijn de Pharus voor de
haven van Alexandrië en de Kolossus van
Rhodus. Er zijn ongeveer 4000 vuurtorens,
waarvan alleen aan de zuidkust van Enge
land 77.
Een duur schilderij. Een schilderij van
den Italiaanschen schilder Rafael is onlangs
door een Amerikaansch bankier gekocht
voor den prijs van f 1.440.000 gulden.
HET ZWARTE KWARTET.
Greetje en Drectje hadden de heele vacan-
tie al aan het strand doorgebracht Er wa
ren winderige en zoele dagen geweest, ze
hadden gevliegerd, zandkasteelen gebouwd,
garnalen gevangen en rondgeploeterd in
het zilte nat. En somsals ze wat doeze
lig tegen een duinhelling lagen, waren ze op
lichte^ vleugels heengevoerd naar de verre
sprookjeswereld op den bodem der zee. En
nu vandaag, den laatsten vacantiedag. was
er wéér wat fijns gebeurd. Oude Teun Klap-
zeil was van de vischvangs- teruggekeerd
Hij was langer dan gewoonlijk weggebleven
„omdat er geen zuchtje te bekennen was",
zei hij, maar hij had zijn tijd goed besteed
door een prachtig, oud fregat voor Dreetje
te vervaardigen. Greetje had er óók veel be
wondering voor. Want al was ze een meisje
en begreep ze niet zooveel van oude zeil
scheepjes als haar broer, het fregat, dat Teun
had gemaakt, had zulke mooie masten, zoo
veel touwtjes en zeilen, dat ze het telkens
weer moest bekijken. En ook had Teun het
scheepje een aardigen naam gegeven, het
heette namelijk ..Meermin".
„Zie je," zei Teun Klapzeil, „de ..Meermin"
heeft vroeger een groote rol in het leven
van ons, kustbewoners gespeeld. De ..Meer
min". waarvan ik spreek zag er nét zoo uit
als het scheepje dat ik hier in mijn handen
heb, alleen natuurlijk véél grooter. En wat
wat was dat fregat bij iedereen gevreesd!
Want je moet weten, dat 't een zeeroovers-
schlp was, waarvan de opvarenden wel ware
duivels geleken. Vooral het Zwarte Kwar
tet, dat waren de kapitein met drie van zijn
vermetelste roovers, was berucht. Ze droe
gen zwarte kleeren en zwarte maskers en
langen tijd maakte dit viertal de zeeën en
kusten onveilig."
De oude Teun verhaalde nog véél meer.
hoewel hij niet wist te vertellen wat er van
het Zwarte Kwartet geworden was. Greetie
en Dreetje griezelden wel een beetje maar
luisterden toch met gespannen aandacht. Ze
leefden mee met de gevechten aan boord, ze
doorliepen in gedachten de blauw-violette
grotten aan de kust, waar de schatten der
„Meermin" geborgen werden. En ademloos
hingen ze aan Teun's lippen toen hij ver
telde van de wilde feesten der roovers, het
dansen en zingen aan boord
..Hé, te denken dat je ze nog eens kan
zien." zuchtte Dreetje.
Maar het verhaal was nu uit. Teun Klap
zeil besloot een dutje te gaan doen en daar
was hij voorloopig niet af te brengen.
Greetje en Dreetje drentelden wat langs
het strand en ze wilden nog een laatste,
lange wandeling maken. Stil liepen ze naast
elkaar voort en toch dachten ze waarschijn
lijk over hetzelfde, na.Hoe lang het wel
geleden kon zijn. dat'het Zwarte Kwartet de
schrik van de kustbewoners was en waar
wel de geheime holen en bergplaatsen kon
den zijn. waar zij het goud opstapelden.
Zoo'n jacht over de wlld-bruisande golven,
tusschen wapperende zeilen, dat was nog
eens echt!
De golfjes rolden af en aan, hoog in de
lucht krijschte een meeuw en de zee zong
een liedje, zoo zacht, dat het was alsof ze
alle meerminnetjes In slaap wilde wiegen.
Half droomend vervolgden het kleine meis
je en de jongen hun weg langs den water
kant. toen ze plotseling, heel in de verte een
vaartuigje ontdekten, dat zc eerst voor een
visscherspink of een garnalenboot hadden
aangezien. Maar toen ze goed luisterden
hoorden zij het geluid van muziek en zin
gende stemmen, een geluid dat door den zee
wind landwaarts werd gedragen.
Greetje bleef ineens staan„Kijk eens
Dreetje." fluisterde ze „de boot komt nader
bij, zie je die kleuren, zwart, rood groen en
blauw. Dat zijn geen visschers!"
Dreetje tuurde nu ook. „warempel", riep
hij verschrikt, ,.ik geloof.... ik geloof dat
het zeeroovers zijn!" „Misschien wel het
Zwarte Kwartet." veronderstelde Greetje.
„Laten we elkaar eens knijpen, mogelijk
droomen we of komt het door dat verhaal
van den ouden Teun."
Greetje kneep haar broertje en kreeg te
gelijkertijd een kneep terug. „Au! au!" klonk
het uit twee monden. „Zie je wel. ze zijn er
nog." zei Greetje. „En we zijn toch echt wak
ker." antwoordde Dreetje terwijl hij de pijn
lijke plek in zijn arm wreef.
Gauw. gauw. ze komen! Laten we ons hier.
achter het duin verschuilen."
De kinderen holden weg. het duin op en
achter hen klonken steeds duidelijker de
mannenstemmen, die blijkbaar een wild zee
rooverslied zongen. Ze hoorden nu zelfs de
woorden al
Verschijnt er aan den horizont
Een schip, wij ent'ren het terstond.
Ahoy! Ahoy!
Greetje on Dreetje hielden zich schuil ach
ter een duintop cn gluurden naar den water
kant. „Ze komen aan land", fluisterde Dreetje
geheel bleek. „Als ze ons maar niet zien,"
zuchtte Greetje.
„Ik ben niet bang," zei haar broertje een
beetje bibberend en met kloppend hart. Zelf
onzichtbaar door de helm, zagen de kinderen
hoe vier mannen in het water sprongen de
sloep aan wal trokken. De mannen waren ge
maskerd en hadden hooge laarzen aan cn
op den boeg van dc sloep stond in sierlijke
krulletters „Meermin" geschilderd. Het was
alles precies zooals Teunis had verteld. „Dat
moet het. Zwarte Kwartet zijn." zei Dreetje
rillend Maar ondanks hun angst, moesten de
kinderen de zeeroovers toch bewonderen,
die cr in hun kleurige costuums zoo écht,
zoo fantastisch uitzagen. Een van de man
nen had een kleurige sjerp met groote kwas
ten om en Greetje en Dreetje begrepen, dat
hij de kapitein moest zijn. Toen de mannen
en de boot op het droge waren, werden er
vier pakketten uit de boot gehaald en de
kapitein opende een ander klein pakje, waar
uit hij geld nam cn dit begon te tellen. Toen
dc kapitein klaar was, hoorden de kinderen
hem zeggen: „nou. het valt nogal mee, we
kunnen met sen buit tevreden zijn."
„Die andere pakken zitten natuurlijk óók
nog vol," merkte Dreetje met fluisterstem op
Dc buit van de zeeroovers scheen nogal
mee te vallen, want er werd gegeten en ge
dronken. Dit hadden de kinderen zich wel
iets anders voorgesteld Ze dachten dat er
een vaatje bier geopend zou worden en dat
de mannen groote stukken vleesch zouden
eten, maar er kwamen gewone fleschjes
bier met drinkglazen uit d? sloep en ook de
boterhammen waren keurig gesneden en
ingepakt. „Misschien zijn ze. sedert de oude
Teun ze voor het laatst zag. een beetje mo
derner geworden," dacht Greetje. „Als ze
straks slapen," stelde haar broertje voor.
„gaan wc er met de pakken vandoor. De po
litie zal ik ook waarschuwen." Gree'je was
wel wat geschrokken van dit voorstel, doch
het avontuurlijke trok ook 'naar aan.
(Wordt vervolgd.)
EEN WEERVOORSPELLER.
Om het weer te kunnen voorspellen hebben
we twee instrumenten noodig, namelijk een
barometer om den luchtdruk en een hygro
meter om het vochtgehalte van de lucht te
meten. Met deze beide, dure instrumenten
kunnen we het weer met vrij groote zeker
heid voorspellen, maar omdat ze zoo duur
zijn, gaan we ze zelf maken. Den barometer
kunnen we vervaardigen van een oude. uit
gebrande gloeilamp, zooals je op het plaatje
kunt zien. Alleen, de lamp moet luchtledig
zijn. dus ze mag geen scheuren of barsten
hebben. We houden de lamp onder water en
knijpen er dan met een tangetje voorzichtig
de punt af. In een oogwenk zal de lamp het
water opzuigen en als ze voor tweederde ge
vuld is. nemen we haar weer uit het water
en draaien haar om, zoodat de met lucht ge
vulde ruimte boven is. De barometer is dan
klaar!
De werking is als volgt: de in de lamp op
gesloten lucht is niet onderhevig aan invloe
den van buiten af cn blijft dus onveranderd
Maar de buitenlucht ondergaat de invloe
den van de wisselende weersomstandigheden
en ook de luchtdruk zal dus veranderlijk zijn
Vermindert de luchtdruk, dan zal ook de
druk tegen de kleine opening die we in de
lamp hebben gemaakt, verminderen en het
«gevolg is, dat er een druppel water te voor
schijn komt, we krijgen dan regen. Ook voor
het omgekeerde geval geldt déze redeneering.
Ook den hygrometer, die het vochtgehalte
meet. is gemakkelijk te maken. Uit dun tee
kenkarton wordt een strookje geknipt van
15 c.M. lang en 5 Milimeter breed. Do eene
zijde van de strook wordó met water bevoch
tigd en vervolgens wordt de strook met de
vochtige zijde naar buiten, spiraalvormig om
een potlood gewikkeld, zooals je dat op het
teekeningetje kunt zien. Met een stukje elas
tiek worden de uiteinden van de strook vast
gezet, om terugspringen te voorkomen. Als
het water ingedroogd is. wordt de buiten
zijde van de spiraal met schellakvernis be
streken, wat nadat het droog is, nogeens
wordt herhaald. Als de buitenzijde goed droog
is en dus niet meer kleeft, worden de elas
tiekjes en het potlood verwijderd en we heb
ben dan een spiraal, waarvan de beide kan
ten geheel verschillend reageeren op het
vochtgehalte van de lucht. De buitenzijde is
door het schellak ongevoelig voor verande
ringen geworden, in tegenstelling met de
binnenzijde. Het gevolg hiervan is, dat de
spiraal bij vochtige lucht zal uitzetten en
bij droge lucht zal krimpen. Wie de spiraal
nu nog op een voetstukje bevestigd, dat een
gewoon plankje kan zijn cn daarop een soort
wijzerplaat teekent met dc aanwijzingen:
„regen mooi weer bewolkt" enz. kan
met behulp van ccn pijltje dat aan de spi
raal wordt bevestigd, gemakkelijk den lucht
druk aflezen.
GUUS GERBE.
SPAAR DE VOGELS!
Dat doen jullie hoop ik wel. Velen van
jullie zullen zeggen: natuurlijk spaar ik dc
vogels, zc zingen zoo mooi, ze geven 't heele
landschap zoo iets vroolijks. Dat is allemaal
waar, maar er is nog een voorname reden,
waarom je onze gevederde vriendjes in eere
moet houden. Zij toch verdelgen in grooten
getale de schadelijke insecten, vooral dc
vliegen, die vaak overbrengers van allerlei
ziekten zijn.
Door verschillende geleerden is eens on
derzocht hoe veel insecten door een vogelfa
milie wel verdelgd worden. In de broedtijd
werden aan enkele vogelnesten electrische
contacten aangebracht, die sloten, wanneer
cr een vogel tégen aanvloog. Op 't zelfde
oogenblik kwam er dan op een wijzerplaat,
die de getallen 1—24 aangaf een punt. Men
kon nu nagaan, hoe vaak de oude vogel per
etmaal uitvloog, om voedsel voor zijn jongen
te halen. Dat was pl.m. 500 maal. Nimmer
keerde hy terug, of hij had een insect In den
bek.
Het aantal insecten, dat hij voor eigen
voeding noodig had. werd niet meegeteld.
Dat is aardig wat. daar een vogel per dag
ruim twee keer zijn lichaamsgewicht opeet
Geen vogeltje kan er gemist worden want
't aantal insecten is oneindig groot. Een vlieg
heeft n.l. per zomer 120 miliiocn nakome
lingen.
W. B.—Z.
JAN, DE REGEN EN DE ROOS
door W. B.-Z.
Ba, die nare regen
Valt in stroomen neer.
'k Mocht Juist mee naar Zandvoort.
Maar nu is 't geen weer.
Waarom schijnt de zon niet?
Dat was juist zoo fijn.
En die lucht die lijkt nu
Wel een grauw gordijn.
Dc roos:
Ha, gelukkig regen,
'k Leed zoo'n ergen dorst.
De aarde was zoo droog toch.
't Leek een harde korst.
Al mijn knoppen hangen,
'k Bloeide nog zoo graag
Maar alleen bij zonne
Bloeit een roosje traag
Regen: tot Jan en de roos:
Jantje, 'k ga vertrekken
'k Heb mijn werk gedaan
Kijk, daar door de wolken
Komt de zon a! aan.
Mopper nu niet langer
't Weer is eens zoo mooi.
Regen geeft de Schepping
Frisscher zomertooi.
Roosje bloei nog eenmaal
Voor het is gedaan
'k Vlucht nu spoedig henen,
'k Zie de zon al staan.
LIEFDE VOOR DIEREN.
Natuurlijk houden jullie allen van dieren.
De een houdt echter dol veel van een poesje,
de ander heeft liever een hond. Als wij goed
voor dieren zijn, zullen we zeker ervaren hoe
veel hartelijkheid en steun wij van dieren
kunnen ontvangen.
Over poesen en honden zal ik het nu nlel
hebben, ieder weet wel voorbeelden uit eigen
kring te noemen van de aanhankelijkheid
dezer huisdieren.
't- Is wel eigenaardig te lezen, hoe goed
andere volken hun dieren •behandelen.
Romeinen zorgen voor hun ganzen zoo goed
als voor hun huisgenooten.
Atheners laten oude, afgewerkte ezels vrij
in de weiden grazen.
Syriërs zullen voor hun olifanten steeds de
helft van eigen voorraad voedsel afzonderen.
Heel eigenaardig is het zeker, dat paarden
en honden in alle streken der wereld worden
beschouwd als trouwe vrienden, die vaak me
nig menschln trouw overtreffen.
W. B.—Z.
DE GRAP VAN EEN TURK.
Een rijke Turk ging eens baden in het
openbare badhuis van Bagdad. De badknechts
echter kenden hem niet en de behandeling
was dan ook niet bepaald zachtzinnig. Toen
de Turk eindelijk klaar was, wierpen de ruwe
knechts hem zijn kleeren <oe. zooals men
een straathond een been zou toewerpen. Maar
de Turk sprak bij deze onvriendelijke behan
deling geen woord, kleedde zich rustig er
kalm aan. toonde zich volstrekt niet belee-
digd en ging naar den uitgang, waar een
schaal stond, waarin de bezoekers hun
fooien konden deponeeren. De Turk haalde,
daar aangekomen, zijn geldbeurs voor den
dag en telde achter elkaar twintig goudstuk
ken op de schaal neer. Stom verbaasd renden
de badknechts op dc schaal toe en probeer
den vervolgens nog om den Turk te achter
halen, teneinde hun verontschuldiging te
maken over dc lompe behandeling. Maar
deze had daarop niet gewacht en was ijlings
verder gegaan.
Een week later kwam de Turk terug en de
badknechts bogen voor hem ais voor een ko
ning. Alle andere baders werden verwaar
loosd en alleen dc Turk genoot een behan
deling. zooals hij zich geen betere had kun
nen wenschen. Toen hij klaar was hielden zij
de fooicnschaal onder zijn neus en hun ver
bazing was nu nog grooter dan den eersten
keer. want de Turkspuwde er in. Zij
vroegen hem wat dat te beteckenen had. ze
hadden hem immers toch zoo netjes behan
deld!
J>at weet tk." sprak de Turk, en de twin
tig goudstukken waren dan ook bedoeld als
belooning voor de behandeling van vandaag.
Wat ik vandaag in de schaal doe. is de be
looning voor de vorige behandeling'
De Turk liep door en de badknechts ble
ven met open monden staan.
EEN SPELLETJE VOOR JONGENS
EN MEISJES.
Het spelletje heet: Handen raden, t Aan
tal medespelers is onbeperkt. Eén wordt ge
blinddoekt. Er wordt een carton met een
gat erin voor den blinde gehouden. Door het
gat mag beurtelings een der medespelers
zijn of haar hand steken Nu moet de blinde
raden, van wie dc hand is.
DE GESCHIEDENIS VAN DE
MONDHARMONICA.
Nu de mond-harmonica weer meer ln ge
bruik komt. willen Jullie misschien wel graag
weten, hoe de mond-harmonica ln de wereld
is gekomen. Een eeuw geleden woonde er in
Trossingen, een plaatsje in het Zwarte Woud,
een jonge man. Christtaan Meaner geheeten.
Hij was lakenwever van beroep. In zijn vrijen
tijd knutselde hij graag. Zoo probeerde hij
om met horizontaal liggende reepjes van me
taal een muziek-insirument te maken. Zijn
vader vond al dat gepruts nutteloos tijdver
drijf en verbood zijn zoon ermee door te
gaan.
Christaan. vast overtuigd, dat hij slagen
zou. zette zijn pogingen in 't geheim voort.
Hij vroeg raad bij den muziekonderwijzer van
zijn dorp Op zekeren dag zag hij zijn moeite
beloond en toonde vol vreugde aan zijn vader
dc eerste mondharmonica. Hij was nog wel
niet volmaakt zuiver van toon. maar vader
Mesner was toch trotsch op zijn jongen. De
eerste instrumenten werden op de kermis ver
kocht. Al spoedig kwamen uit verschillende
steden en dorpen dc klanten opdagen. Thans
behoort Trossingen tot een der bloeiende in
dustrieplaatsen. Duizenden arbeiders en ar
beidsters vinden er werk. Jaarlijks worden 30
millioen mond-harmonica's daar gefabriceerd.
Dat is 60 pet. der wereldproductie
In 1927 is er in Trossingen groot feest ge
vierd ter gedachtenis aan Chrlstlaan Mesner
wiens uitvinding toen een eeuw oud was
W. B Z.
ONS TUINHOEKJE.
In den bloementuin is het nu één bloe
menweelde. Je hebt nu ruimschoots gele
genheid een aardigen ruiker samen tc .stel
len. Dit ts echter nog niet zoo gemakkelijk
als je wel denkt. Een eerste vereischte is. dat
de bloemen zooveel mogelijk vrij staan. Een
ruiker van c«n opeengepakte massa bloemen
is heel leelijk. Is je vaas groot, snijdt dan de
stengels zoo lang mogelijk; een paar knopjes
er bij hindert niet. Dit geeft nog wat afwis
seling cn een knop kan ook sierlijk zijn. BU
ervaring weet ik. dat vele kinderen 't zon
de vinden dc knoppen mee te snijden, doch
ze krijgen dan veel te korte stengels en kun
nen dan onmogelijk een aardige bouquet sa
menstellen.
Dan moet ook op de kleur gelet worden.
Niet alle kleuren passen bij elkaar. Een leid
draad is hiervoor niet te geven. Je eigen
smaak moet Je hierbU helpen. Laat niet te
veel bladeren aan de stengels zitten, daar
anders de bloemen gauw slap zijn.
Een aardige ruiker is een zoogenaamd veld
bouquet We «ellen dit samen van klaprozen
slaapmutsjes, korenbloemen, margrieten en
siergrasscn. Eenige halmen van haver, tarwe
of gerst voldoen ook uitstekend.
Siergrassen. De gewone grassoorten,
welke in 't wild voorkomen, zijn eigenlijk
ook reeds siergrassen. daar de meeste sierlijk
gevormd en voor een hcusch vcldbouquet,
dus een ruiker van echte veldbloemen on
misbaar zijn. Het aantal grassoorten, dat
in ons land ln 't wild voorkomt, is zeer groot.
Het kweeken van siergrassen d:e tot de fraai
ste sierplanten van den tuin behooren. ver
dient groote aanbeveling. Over 't algemeen
wordt aan het kweeken van deze gewassen
weinig aandacht besteed. Ze kunnen voor
verschillende doeleinden gekweekt worden.
In de eerste plaats ter versiering van den
tuin. Meestentijds geschiedt dit met. hooge
soorten, die als enkele plant of als groep
dienen voor afwisseling van gazon ln een
grooten tuin.
Dc meeste echter worden niet gebruikt om
den tuin op te sieren, doch om van de aren,
in vcreeniging met dc reeds eerder genoemde
bloemen een vcldbouquet" te vormen Ook
zijn zo uitstekend materiaal voor wintcr-
bouquetten. samen met de kleurige stroo-
bloemen. Wie voor dit laatste dool siergras
sen kweekt, moet de halmen dicht van den
grond afsnijden vóór zc rijp zijn en zc dan
op een donkere plaats te drogen hangen.
Gemakkelijk te kweeken soorten voor ge
droogde bouquetten zijn: Avena (haver),
Briza (groot- en klein trllgras). Agrostls
(struisgewas), Gromus (dravik). Erakrostls
(sierplant uit Zuid-Europa), Hordeum (gerst)
Phalaris canariensls (kanariezaad). Deze
soorten moeten alle in den tuin worden uit
gezaaid Bromus tegen of in April en de ove
rige April-Mei. Briza en vooral Bromus brl-
ziformis (trllgrasdravlk) worden bij voorkeur
in September gezaaid
Aardig om te kweeken zijn ook verschil
lende maLssoorten, die ook tot de uitgebrei
de familie der grassen behooren. Binnens
huis in potjes gezaaid en in Mei in den vo1-
len grond gezet, krijgen we nog wel bloeiende
planten. Tot vruchtvorming komt 't alleen
als we een warmen zomer hebben.
Dc dahlia's staan nu in vollen bloei. Inder
tijd heb ik cr reeds op gewezen niet te veel
stengels uit één plant te laten groeien. Wil
len jullie groote bloemen kweeken. dan moet
je de kleine knopjes verwijderen Het voed
sel voor deze bestemd, komt dan de andere
ten goede. Als Je de dahlia's plukt voor een
bouquet moet dit Sn den avond of 's morgens
vroeg gebeuren. Houdt niet te v<y»l bUécrsn
aan den stengel. Als Je deze voorzorgsmaat
regelen niet neemt, is je bouquet heel gauw
slap.