DE VEEDIEVEN
DE DEEL
NEMERS aan het
congres van direc
teuren bij het reini
gingswezen, heb
ben Dinsdag te
Den Haag een be
zoek gebracht aan
het laadstation
voor vuilnisafvoer
naar Drente.
DE NEDERLANDSCHE RUITERS,
die hebben deelgenomen aan de Olym
pische Spelen te Los Angeles, zijn Dins
dagavond na aankomst in ons land, te
Breda gehuldigd. Het Olvmpischc
team met hun dames, na aankomst te
Breda.
,TE HAARLEM vierde de heer J. G. Martin Dinsdag zijn 50-jarig jubileum als b'd van de Haarlemsche Vrijwillige Brandweer.
De ladderbrigade biedt den jubilaris een wandelstok als geschenk aan.
EEN HOOGE RIJWIEL
STALLING. Ter voorko
ming van diefstal hijschen
werklieden bij restauratie van
een gebouw op den Dam te
Amsterdam hun rijwielen om
hoog.
AAN DEN ARBEID. Schoorsteenbouwcr Is een
voor men wel geen last vun hoogtevrees moet
beroep waar-
hebben,
MET DE STOOMBOOT VAN URK arriveerden Dinsdag te Amsterdam een 100-tal Urker vrouwen ert mannen, die bij de Generale Zuiderzee Com
missie een verzoekschrift hebben aangeboden, waarin geprotesteerd wordt tegen het afhouden van het pel-loon, dat dü vrouwen verdienen met
bet peilen van garnalen, van den steun, welke toch ,al in geringe mate aan den werkloozen vlsscher wordt uitgekeerd. De aankomst in de
hoofdstad.
PRESIDENT LEBRUN VAN FRANKRIJK heeft in gezelschap van andere hooggeplaatste autori
teiten de onthulling bijgewoond van het Marne-m onument te Maux. Het monument is aangeboden
door de Vcrc enigdc Staten.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER;
2)
„Twee revolvers", hoonde een man, die bij
ide deur der herberg stond. „Ik vraag mij af,
'waarvoor hij die twee revolvers draagt?"
De schutter hoorde het en keerde zich
naar den man,
naar den man, die gesproken had, terwijl
zijn lippen zich spottend vertrokken.
Jk geloof niet, om er iets mee te schieten"
zei hij zich tot den man wendende die ge
sproken had.
Verscheidene mannen lachten. De lange
man. die tevoren reeds zijn belangstelling had
getoond, hief een hand op en maakte hier
mee een eind aan verdere opmerkingen.
„Het aanbod van honderd dollars voor den
man. die dat schieten kan verbeteren, is nog
altijd van kracht", verklaarde hij. „En ik
hef een voorwaarde op. De man, die een po
ging waagt, behoeft niet uit Dry Bottom te
zijn. Een vreemdeling is niet buitengeslo
ten
Weer ontmoette de blik van den vreemde
ling dien van den schutter. Deze laatste
grinnikte boosaardig. Toen sprak de ruiter.
De menigte luisterde beleefd naar hem.
„Ik geloof dat jelui denkt, dat je een aar
dig schot hebt gezien", zei hij met vaste,
kalme stem, die niet de minste verwaandheid
Ycrried. „Maar ik zeg, dat het heelemaal geen
£cht schieten is geweest." Hij wendde zich
tot den langen man met het ernstige gelaat.
„Ik bezit geen honderd dollars", zei hij,
„maar ik zal je wat laten zien".
Hij zat nog altijd in het zadel. Maar nu
sprong hij, met een lichte beweging, van zijn
paard en bond dit aan de heining vast.
HOOFDSTUK II.
De vreemdeling schiet.
Toen de vreemdeling op den grond stond,
leek hij grooter dan in het zadel en zijn
prachtige breede schouders en slank micdel
getuigden van kracht. Hij kon niet ouder zijn
dan vijf of zes en twintig jaar. Toch verrie
den zekere harde lijnen om zijn mond, de
spottende gloed in zijn oogen, de opvallende
vooruitgestoken kin, de onverklaarbare
kracht, die van hem scheen uit te stralen,
den toevalligen opmerker, dat hier een man
stond, dien men niet te na moest komen
Maar de schutter zag blijkbaar deze teeke
nen niet. De eerste blik dien deze beide
mannen wisselden, miste reeds de gewone
hartelijkheid En nu de ruiter zich van de pony
liet glijden en naar het midden van de straat
liep, krulden zich de lippen van den schutter.
Langzaam kwamen ce woorden er tusschen
te voorschijn.
,.Je bent zeker een schaapherder, vreem
deling?"
De lippen van den ruiter glimlachter.maar
zijn oogen waren strak en koud. Er glinster
de koele spot in. Hij stond kalm zijn belee-
diger aan te kijken.
Een lachje vertoonde zich op verscheidene
gezichten der toeschouwers. De lange man
met het ernstige gelaat keek met critischen
blik toe. De beleediging was met opzet uit
gesproken en menigeen kromp ineen, beducht
voor ernstige gevolgen. Maar de vreemde
ling tastte niet naar zijn revolvers en toen
hij antwoordde, leek het, of hij een praatje
maakte over het weer, zoo gewoon was zijn
stem.
„Je schijnt te denken, dat je een knappe
kerel bent", zij hij kalm. „Maar als dit zoo
is, dan heb je het toch niet erg getoond
met die wijze opmerking van je. En er zijn
mannen, die het interessanter vinden, om op
een man te schieten, dan op een blik."
Nu was er een grimmige toon in zijn stem.
Hij stond lichtvoorovergebogen, met koele,
waakzame oogen. De schutter trok een spot
tend gezicht. Weer lachte het publiek. Maar
nu trad de lange man naar voren. „Je hebt
nu genoeg geschertst, vreemdeling", zei hij
kalm. „Mij dunkt, dat je nu eens moest
toonen, wat je kunt".
„Juis>t" stemde de vreemdeling toe. „Ik zal
je eens laten zien wat echt schieten is. Heb
je nog een bus?"
Een der mannen ging den Zilveren Dollar
binnen en kwam ogenblikkelijk met 'n ander
tomatenblik terug. De vreemdeling nam het
aan, verwijderde het etiquet, evenals de
schutter gedaan had. Toen ging hij, glim
lachend. midden op de straat staan, met
het blik in zijn rechterhand. Hij trok zijn
wapen niet, zooals de schutter gedaan had,
maar stond onverschillig op zijn plaats, ter
wijl hij het blik in zijn rechterhand hield
en de linker werkeloos langs zijn zijde hing.
Hij was blijkbaar niet van plan om te schie
ten
Spottend vertrokken zich de gezichten van
verscheidene mannen in de menigte. De
schutter bromde. „Opschepper".
Flikkerend steeg het blik een twintig voet
de lucht in, omhoog geworpen door de rech
terhand van den vreemdeling. Toen het blik
niet verder steeg, ging de rechterhand van
den vreemdeling omlaag en greep de kolf
van het wapen, dat op zijn rechterheup hing.
Het wapen glinsterde toen het te voorschijn
kwam de toeschouwers slaakten een zucht
van verbazing. Het blik werd tegengehouden,
nadat het een voet gedaald was, door den
schok van den eersten kogel, die het trof.
Het sprong omhoog en opzij en begon weer
te dalen, om doodstil in de luc& te blijven
hangen, toer. het door een anderen kogel ge-
troflen werd. Er ontstond een oneindig
kleine pauze, toen trilde en sprong het weer
tweemaal.
Niemand kon betwijfelen, of de kogels
werkelijk deel troffen.
De bus was nog tien voet hoog in de lucht
en rechtuit voor den vreemdeling. Deze laat
ste strekte zijn wapen, de kogel trof het blik
en dreef dit twintig voet op zij. Toen viel het
Maar toen het nog vijf voet van den grond
verwijderd was, knalde het pistool van oen
vreemdeling weer. Het ding maakte een
sprong, vloog opzij en viel vormeloos op de
straat, op dertig voet van afstand van de
vreemdeling.
Verscheidene mannen sprongen toe, om 't
te onderzoeken.
„Zes maal!" schreeuwde de lange man, op
een toon van onteag. „En hij trok zijn revol
ver pas. toen. hij het blik omhoog gewor
pen had!"
Hij naderde den vreemdeling en trok hem
vertrouwelijk terzijde. De menigte verspreid
de zich langzaam, terwijl zij luide verkon
digde hoe bedreven de vreemdeling was met
zijn revolver.
Deze laatste aanvaardde onverschillig deze
hulde, met een spottend glimlachje op zijn
gelaat.
,Jk zoek iemand, die schieten kan" zei de
lange man, toen de laatste toeschouwer
weer verdwenen was in de herberg.
De vreemdeling glimlachte. „Mij dunkt,
dat je daar net hebt zien schieten", ant
woordde hij.
De lange man lachte stuursch. „Kan het je
veel schelen, waarop je schiet?" vroeg hij.
De mond van den vreemdeling kreeg een
koelen, harden trek.
„Tot nog toe wel" antwoordde hij kalm.
.Moeilijk bestaan?" vroeg de lange man.
„Ik baad in overvloed", verklaarde de
vreemdeling met een ironischen grijns.
De oogen van den langen man glinsterden.
„Waar kom je vandaan?." vroeg hij.
„Je mag driemaal raden", antwoordde de
vreemdeling, terwijl zijn oogen spottend
dichtgeknepen werden, zooals de lange man
reeds eenmaal had zien gebeuren.
De lange man sloeg een verzoenenden
toon aan. „Ik wil me niet met Jou zaken be
moeien", zei hij. „Ik wilde alleen maar weten,
of iemand hier uit de buurt je kent."
„Deze stad vormde geen comité van ont
vangst om mij te begroeten, is het wel?"
lachte de vreemdeling.
„Precies", zei de lange man. Hij boog zich
dichter tot hem over. „Wil je je revolvers in,
mijn dienst, gebruiken voor honderd dollars
per maand?"
De vreemdeling keek den langen man strak
aan.
.Je bent heel handig in het vragen stel
len", zei hij. .Misschien wil Je er ook wel
een paar beantwoorden. Hoe heet je?"
..Stafford", antwoordde de lange man. „Ik
bezit de Two Diamond, ginds aan de Ute
De wimpers van den vreemdeling knipten
even. Zijn oogen werden een weinig dicht
geknepen. „Waarvoor heb je een revolver-
schutter noodig?" vroeg hij.
„Veedieven", antwoordde de ander kortaf.
De vreemdeling glimlachte. „Je wilt ze la
ten neerschieten?" vroeg hij.
Stafford aarzelde. „Och neen", ant
woordde hij. .Dat wil ik niet zeggen, niet voor
ik zeker weet. dat ik de rechte te pakken
heb."
Hij greep den vreemdeling vertrouwelijk
bij den arm. „Zie je", legde hij uit. „ik weet
eigenlijk niet, waaraan ik mij te houden
heb. Er is een veedief aan het werk geweest
onder het vee en ik l^b er tot nog toe niet
achter kunnen komen,'wie het is. Maar dat
stelen moet ophouden.
(Wordt vervolgd).