DE VEEDIEVEN
DE OPENING DER STATEN GENERAAL had Dinsdagmiddag le Den Haag met het
gebruikelijk groot ceremonieel plaats. De Koninklijke familie was gezeten in do
gouden koets. De stoet op het Binnenhof.
MINISTER VERSCHUUR op het Binnenhof te Den Haag voor de opening der
Staten Generaal, welke Dinsdagmiddag plaats had.
ER WAS VEEL
BELANGSTEL
LING langs den
weg, dien de stoet
trok bij de opening
der Staten Gene
raai door H. M. de
Koningin. Een
groepje, wachtend
op de dingen, die
komen zullen.
MAURICE CHEVALIER, de bekende filmartist, Is Dinsdag t«
Amsterdam gearriveerd. De bekende groet bij aankomst aan
het Centraal Station.
H.M. DE KONINGIN STIJGT UIT DE GOUDEN KOETS om zich te begeven naar de opening der Staten
Generaal, welke Dinsdagmiddag plaats had met het uitspreken van de troonrede.
MARTHA EGGERTH, die Dinsdagavond in het
Kurhaus te Schcvcningcn optrad, bij haar aan
komst aan het S. S. station te Den Haag.
TE BEVERWIJK heeft Dinsdag de begrafenis plaats gehad van Marictjc Niesten, een
der twee slachtoffertjes van het ernstig auto-ongeluk te Beverwijk. De droeve stoet.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
Hij was niet uit het veid geslagen Hij
sprak een weinig dralend, toen hü ant
woordde:
,JDan zou u niet naar mij luisteren, me
vrouw. u zou zeker niet blijven luisteren
naar woorden, die u aardig vond, wanneer
u getrouwd was", zei hij Blijkbaar had hij
het geloof in vrouwendeugd niet verloren.
„Maar als ik nu toch eens luisterde?" vroeg
zij. met hoogrood gelaat, ofschoon haar oogen
nog altijd een uitdagenden blik hadden.
Hij keek haar lachend aan. „Ik heb geke
ken naar een trouwring", zei hij.
Zij gaf het verlegen op. „Ik weet niet, waar
om ik zoo met je praat", zei ze. ,Jk denk.
dat het komt. omdat ik niets anders te doen
heb. Maar je bent- werkelijk onderhoudend!
verklaarde zij. als laatste schot.
Ferguson had vroeger eens een troepje
rondtrekkende liedjeszangers gezien in Ci
marron. Hun grappen (van heel oude af
komst) waren in overeenstemming geweest
met htt publiek, want dit laatste had ge
lachen. Ferguson herinnerde zich. dat een
vreemdeling"gezegd had. dat de beide liedjes
zangers „onderhoudend" waren. En nu onder
hield hij haar. Er gleed een schaduw over
zijn gelaat; hij keek naar beneden naar
zijn voet. die door het witte verband zoo in
het oog viel. Toen keek hij haar recht aan,
met ernstige, kalme oogen.
„Het doet mij pleizier. dat ik u geamu
seerd heb. mevrouw" zei hij. ..En nu geloof ik
dat ik maar eens naar de Two Diamond zal
gaan. He: kan niet heel ver meer zijn".
„Vijf mijlen", zei ze kortaf. Zij had haar
naaiwerk in haar schoot laten vallen en zat
hem, onbeweeglijk, aan te kijken.
„Werk je voor de Two Diamond?" vroeg
zU
„Ik ga er een baantje zoeken", antwoordde
hij.
„O!" Deze uitroep viel hem op doordat er
zoo weinig uitdrukking in lag. Hij keek haar
aan.
..Kent u de lui van Two Diamond?"
„Natuurlijk".
„Natuurlijk", herhaalde hij. duidelijk de
terughouding in haar stem merkende. „Ik
had het kunnen weten. Het zijn buren van
u."
„Dat zijn ze niet!" klonk haar plotselinge
tegenwerping.
„Och kom", antwoordde hij langzaam en
verbaasd daar hij voelde, dat hij het een of
ander verkeerd aanpakte, „ik geloof, dat er
veel is, wat ik niet weet."
„Wanneer je op de Two Diamond gaat
werken" zei ze koel. „zul je heel wat meer te
weten komen dan je nu weet. Mijn
Blijkbaar wilde zij nog meer zeggen, maar
een geluid bereikte haar oor en zij stond op,
waarbij zij haar naaiwerk op den stoel legde.
„Mijn broer is in aantocht", zei ze kalm.
Terwijl zij bij de deur stond, ving zij Fer
guson's snellen blik op
„Dus is er heelemaal geen echtgenoot" zei
hij, alsof hij heel verwonderd was.
HOOFDSTUK V.
De man van Dry Bottom.
Een jonge man kwam om den hoek van
het huis gereden en hield zijn pony in bij de
veranda; rustig zat hij in het zadel en keek
vragend naar het weetal. Hij was van Fer
guson's leeftijd en. evenals deze laatste, droeg
hij twee zware revolvers. Zooais hij daar zat
en vluchtig zijn blik liet gaan over het meisje
en den man was hij omgeven door een zekere
atmosfeer van vastberaden zekerheid en rus
tige koelheid, die den indruk gaven, dat hij
bereid was voor al. wat er mocht gebeuren.
Ferguson's oogen straalden van voldoe-
nink. Het meisje mocht dan een Oostersche
zijn, de jonge man hoorde volkomen thuis in
dit land Nergens anders dan in het Westen
had hij zich die verheven kalmte eigen kun
nen maken, die uit zijn oogen straalde; in
geen ander werelddeel had hij die kalme ze
kerheid. die ongekunstelde nonchalance kun
nen verwerven, die het geboorterecht schijnt
te zijn van den cowboy.
„Ben" sprak het meisje, in antwoord op
den blik van den jongen man, „deze man
werd door een ratelslang gebeten. Hij kwam
hier en ik behandelde hem. Hij zegt,
dat hij op weg was naar de Two Diamond,
om een baantje te zoeken."
De jongeman opende even de lippen.
„Heeft Stafford je gehuurd?" vroeg hij.
„Ik hoop, dat hij het doen zal", antiwoord-
de Ferguson.
De lippen van den Jongen man vertrokken
zich hoonend. „Ik geloof, dat je leelijk om
een baantje verlegen bent", zei hij.
Ferguson glimlachte. ..Aan je woorden te
hooren. zijn jij en Stafford geen al te beste
vrienden," antwoordde hij.
De jonge man gaf geen antwoord. Hij
steeg af en leidde zijn pony naar een kleine
corral *1 en keerde toen, beladen met zijn
zadel naar de veranda terug.
Nadat de jongeman de veranda verlaten
had. om zijn pony in de corral te doen. was
Ferguson nog een oogenblik blijven zitten.
Maar iets in den toon van den jongen man
had hem van zijn stoel doe opstaan, vast.be-
Omheinde ruimte voor paarden of vee.
sloten om geen verdere gastvrijheid meer aan
te nemen. Wanneer de jonge man geen
vriend van Stafford was. volgde hieruit van
zelf dat hij zich niet al te vriendelijk ge
stemd voelde voor een herder, die bekend
had, dat hij van plan was om in dienst te
treden van den eigenaar van de Two Dia
mond.
Ferguson stond overeind en hield zich vast
aan een der dunne steunpilaren van de ver-
da. op het punt om er af te stappen en zijn
pony te gaan zoeken, toen de Jonge vrouw
naar buiten kwam Haar scherpe uitroep
bracht hem tot stilstand
„Je gaat nu nog niet weg!" zei ze „Je moet
je nog tot morgen volkomen rustig houden!"
De broeder liet zijn zadel op de veranda
vallen en grinnikte vriendelijk togen Fergu
son. „Je hoeft geen haast te maken", zei hij,
ik was van plan om Je paard In de corral te
doen. Wat ik bedoelde omtrent Stafford, be
hoef jij Je niet aan te trekken". Hij keek, nog
altijd grinnikend, zijn zuster aan. „Ik geloof
niet, dat hij er iets mee te maken heeft?"
De jonge vrouw bloosde. „Ik hoop het niet",
zei ze met zachte stem.
„Wij gaan gauw eten", zei de jonge man.
„Ik denk wel niet, dat die ratelslang je eet
lust meegenomen heeft?"
Ferguson bloosde. „Het was al te belache
lijk. dat ik mij door een ratelslang liet bij
ten", zei hij. „En ik heb zoo lang tusschen
hen geleefd
..Je liet haar zeker weggaan?" vroeg de
jonge man nuchter.
„Wanneer zij weggegaan is", antwoordde
Ferguson, terwijl zijn lippen zich verstrakten
van voldoening, „dan is het een heele han
dige slang".
Hij vertelde het verhaal van den aanval en
eindigde met een loflied op de handigheid
van de jonge vrouw.
De jonge man glimlachte bij deze hulde
aan zijn zuster Zij heeft in de medicijnen
gestudeerd ginder in het Oosten. Den laat-
sten tijd heeft zij zich op schrijven toegelégo.
Zij is hier gekomen om ondervinding op te
doer. locale kleur, noemt zij hei."
Ferguson zat achterovergeleund in zijn
stoel, rustig na te denken over deze inlich
ting. Medicijnen en schrijven. Wat schreef
zij? Liefdesgeschiedenissen? Sprookjes? Ro
mans? Hij had er verscheidene gelezen. Meest
al waren zij dwaas en onmogelijk Liefdesge
schiedenissen. dacht hij, zouden haar beter
afgaan. Want redeneerde hij heimelijk
een vrouw moet beter op de hoogte van iiefde
zijn dan een man En wat onmogelijkheden
in een liefdesgeschiedenis betrof, nagenoeg
alles was mogelijk bij menschen, die verliefd
waren.
„Het avondeten is klaar", hoorde hij haar
in de kamer aankondigen.
Ferguson ging den Jongen man voor aan
de tinnen waschkom. nadat hij een sctoonen
handdoek aangenomen had. die het rtielsje
hem door de deur toereikte. Toen volgde hij
den jongen man naar binnen. Het drietal
zette zich aan tafel en Ferguson werd een
sober, maar smakelijk maal voorgezet.
De duisternis begon al te vallen toen zij
nog aan tafel zaten en de jonge vrouw stond
op. .stak een olielamp aan en zette deze op
tafel. Toen zij klaar waren met eten, was het
al half-donker. Ferguson volgde den man
naar de stoelen op de veranda, om te gaan
rooken.
Nauwelijks zaten zij. of zJJ hoorden hoef
gekletter en een pony en een ruiter kwam te
voorschijn uit de schaduw van het nabijge
legen katoenboomenbosch, naderde het huis-
en hielden naast de veranda stil. De nieuw-
aangekomene wa* een man van ongeveer vijf
en dertig jaar. Het licht van de lamp ver
lichtte duidelijk zijn gezicht, terwijl hij in het
zadel zat en liet een paar koude, staakke
oogen en dunne, rechte lippen zien, die zicht
tot een glimlach vertrokken.
(Wordt vervolgd^ 'A