ABR. MEIJER
HERFSTBEKORINC.
NIEUWE MODELLETJES.
HAARLEM'S DACBLAD
DONDERDAC 22 SEPTEMBER 1932
Wij betreuren het dat de zomer ten einde
is, omdat hij ons verwend heeft met mooi,
warm weer, een heerlijk zonnetje en ideale
vacantiedagen. Als het dan nu buiten regent
en waait, als 'het guur is en de vroolijke
zomerjurkjes plaats moeten maken voor de
veel somberder winterkleedage. dan slaken
wij de verzuchting: wat is het toch jammer,
dat de zomer zoo kort is!
Maar wanneer wij een zomer achter den
rug hebben, zooals dat verleden jaar om
dezen tijd het geval was, die eigenijk een
voortzetting is geworden van den winter, al
leen in ietwat verzachten vorm, dan is de
verzuchting, die wij aan het eind van Sep
tember slaken, niet minder diep omdat dan
zelfs de herinnering aan mooi, warm zomer
weer ontbreekt.
Het is wel erg jammer dat het heerlijke
zonnetje ons in den steek gaat laten maar
na alle zomersche pracht kunnen wij toch
nu des te meer genieten van de schoonheid
van het najaar, en die moeten wij lang niet
onderschatten.
Natuurlijk kan iedereen genieten van een
zonnigen, zachten Septemberdag, wanneer een
ijl waas tusschen de boomen en over de vel
den hangt, en geen zuchtje wind al dit teere
en brooze komt verstoren. Dat is een schoon
heid die iedereen moet zien, en die door
geen enkel mensch onopgemerkt voorbij zal
worden gegaan. Maar dat is dan ook meer
een herinnering aan den zomer dan een
aanvaarding van het veel wildere en som
berder najaar.
Heeft u weieens met een opkomende regen
bui over de hei gefietst, in dezen tijd van het
jaar. nu ook de A.N.W.B. zulke herfsttochten
nog zoo speciaal aanbeveelt? Heel in de verte
kunt u de bui al zien aankomen, de lucht is
donker, het vergezicht verdwijnt in den ne
vel, tusschen de boomen hangt een geheim
zinnig waas. en als daar tusschenuit- een of
andere legendarische figuur te voorschijn zou
komen, zou het u niet eens verbazen.
Alle sagen en overleveringen zijn zeker niet
ontstaan in een tijd van zonnig en veelbelo
vend voorjaarsweer, of middenin het felle
zomerlicht, en evenmin op helle vorstdagen,
maar juist in deze weemoedige weken van
mist en nevel, van schijnbaar afsterven in
de natuur
Knotwilgen krijgen in het matte licht een
menschelijk model, en in de bosschen is het
stil en vochtig, somber nog onder de dichte
bladerkronen.
Wanneer nu straks de bladeren gaan af
vallen wordt het licht weer helderder, en als
dan de gele bladeren den bodem bedekken,
komt er een veel vroolijker aanzien aan het
landschap. Dan ruiken wij ook de heerlijk
prikkelende najaarsgeuren. maar dan moe
ten wij niet huiverig in huis blijven zitten,
maar de stille wegen opzoeken waar geen
druk verkeer is, en waar wij de dorre blade
ren ritselend op den grond kunnen hooren
vallen.
Die zijn er niet. die stille wegen, hier in
onze duinstrook, wilt u zeggen?
Ze zijn er wel degelijk, maar we moeten ze
opzoeken, ze komen nu eenmaal niet naar
ons toe, wanneer wij zelf op den grooten ver
keersweg wandelen, en meenen dat. zijwegen
daarvan dan toch wel onder de stille wegen
mogen worden gerekend. Het zijn misschien
wel zijwegen in de vierde macht: een hoofd
weg, daarvan een zijweg, dan weer een zij
weg, enzoovoorts totdat wij bij den vierden
zijweg misschien een smal paadje ontdekken,
dat nergens naar toe schijnt te gaan. Maar
juist dat paadje moet u dan hebben, en mon-
per niet, direct als er een ander al op blijkt
te loopen: Onze streek is dichtbevolkt en
iemand die van een mooie natuur geniet zal
u heusch niet in den weg loopen of hinderen.
Daarbij komt nog. dat het najaar een zeer
belangrijk voordeel heeft boven den zomer,
omdat het wandelen veel gemakkelijker valt.
De frissche. prikkelende atmosfeer maakt de
wandeling tot een genot, en wie er prettig op
is gekleed,-zal het heel wat langer kunnen
volhouden dan op een warmen, zomerschen
dag met veel stof.
Zelfs als het weer zich lang niet best laat
aanzien, wanneer het waait, en harde regen
buien tegen de ramen kletteren zoo nu en
dan. kan het heerlijk zijn. een flink eind te
gaan wandelen in een stevige pas: zoodra
men buiten komt, bemerkt men al, dat het
veel minder onaangenaam weer is. dan het
binnen lijkt, en als men doorzet, wordt het
een heerlijkp wandeling die ons warm en ook
frisch maakt.
Maar denkt u eraan: niet langzaam slente
ren. maar oogewekt doorstappen, dat geeft
alleen dat frissche gevoel.
E. E. J.—P.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 ets. per regel.
ri
WEEKNIEUWS
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
Voorkomen is beter dan genezen. Nu
dc temperatuur de laatste dagen :oo
gedaald is, wordt het tijd om U warmer
te gaan kleeden.
Wij hebben een prachtige sortecring
ondergoederen in dc bekende RIBANA
cn in dc gegarandeerde krimp vrije
Zwitsersche kwaliteiten
Ook hebben wij dit jaar het bekende
merk HEINZELMANN erbij genomen,
dat nu bizonder laag in pr\js is.
Een ZUIVER wollen camisole kunt
U reeds krijgen vanaf fl. 1.50.
Ook in wollen onderblouses is onze
collectie zeer uitgebreid.
Wij verkoopen zc van af fl. 1.80 met
lange mouwen. Zonder mouwen houden
wij ook steeds in voorraad.
Gaarne zien wij uw bezoek tegemoet.
We hebben den laatsten tijd zooveel effen
polohemden gedragen, dat we weer pleeier
krijgfin in de ouderwetsche geruite katoen
tjes. Bovendien zijn ze waschecht, kleur
echt en belachelijk goedkoop: een geruite
katoenen blouse hoeft niet duurder te zijn
dan f 1.50. En we kunnen er verrassende
resultaten mee bereiken.
We maken bijvoorbeeld een doodgewoon
overhemd of bijna een doodgewoon overhemd
in de kleuren wit, zwart en rood, zetten er
ronde knoopen op of dragen er een roode
das bij. Dit gecombineerd met een zwarte
rok ziet er fleurig en origineel uit. Als we de
blouse bij koud weer door willen dragen, dra
gen we er een zwarte wollen slipover bij, van
vrij grove glanzende wol. En wanneer we
zwart, wit en blauw geruit katoen nemen,
kunnen we de blouse, behalve bij een zwarte
ook nog met een donkerblauwe slipover bij
een donker blauwe rok dragjen.
Nu komt het zwart en witte ruitje aan
de beurt, waar vroeger de dienstboden
japonnen van gemaakt waren. We maken een
blouse met een puntig bovenstuk, een gladde
ronde hooge hals, pofmouwen tot de elleboog
en een boordje van onderen. Tot garneering
dienen vier kleine zwart fluweelen strikken.
Gedragen bij een zwarte rok en een zwar-t
hoofddeksel is men er toonbaar mee.
MIES BLOMSMA
Ik wias het in mijn kindenjaren nooit
heelemaal eens met den goeden vader van
Alphen. Zijn versjes maakten one soms een
beetje angstig, die „kleppermannen", „doode
mannen" en „doode zusjes" werkten be
nauwend. Ik stopte het bruine boekje, met
den gebruikten van Alphen voorop, meestal
maar een beetje weg, vader moest dat boekje
maar „vergeten" en lezen uit het groote
verzenboek van Tante Lize, waar het ging
over dieren, elfjes en kabouters.
Of het door den angst kwam, dien hij mij
aandeed dat ik kritiek op zijn werk uit
oefende? Misschien wou ik hem een beetje
kleineeren en mij zelf daardoor een hart
onder den riem steken.
Daar hadt jc bijvoorbeeld het vers van de
lieve kleine zus, die welkom in het leven
wordt geheeten. Het oudere zusje licht het
in over mama's deugden.
O. mamaatje is zoo goed,
Alles wil ze gevien
Als haar kindertjes maar zoet
En tevreden leven".
Ik vond dat een ontzettend huichelachtige
mama. Alles wil ze geven, ja, als je te
vreden bent. Vraag je haar om een taartje,
een nieuw stuk speelgoed, dan zegt ze: „foei.
wat ben jij ontevredenen je krijgt
niets. Nee. aan zulke goedheid heb je niet
veel.
En dan was er het versje waarin het ge
duld aangeprezen werd. De spreekwoordelijk
geworden „kat, die uren lang gedoken zat,
al op een rat te loeren". Ik vond dat al
een heel slecht gekozen voorbeeld. Het was
gemeen van de kat om de rat. op te willen
eten. Moest je werkelijk een voorbeeld aan
die, kat nemen, moest je geduldig wachten
tot je de kans kreeg iets slechts te doen?
Misschien nam ik me op dat oogenblik vcor
niet naar den wijzen raad te luisteren en
me niet te oefenen in het hebben van ge
duld. Ik weet niet hoe het- andere kinderen
ging. maar ik ken heel wat volwassenen die
bewust of onbewust niet. bij de kat. in de
leer hebben willen gaan. We zijn ongedul
dig. we kunnen niet wachten we willen
handelen. Wachten, geduld hebben wat
is het moeilijk!
Stel u eens voor. dat de kat niet had
kunnen wachten, dat zij naar het gaatje
in het behang was gevlogen, het, behang
had stuk getrokken, geprobeerd had zich
naar het hol van de rat toe te gr*-»"en.
Zij was er nooit gekomen en de rat was
al lang huizen ver.
Hoe dikwijls hebben we in ons leven ook
niet iets bedorven, dat door geduldag wachten
zeker goed was gekemen? Zeker, het kan
ook omgekeerd, we hebben wel eens g?aarzeld
als het noodig was te handelen Maar dat
komt toch niet zoo veel voor. wij menschen
willen handelen, vooral als wij iets hebben
willen. Wachten maakt zenuwachtig, we
worden opstandig en humeurig, we trekken
er cp uit om te veroveren, wij willen de
gebeurtenissen forceeren. Hadden we' in
onze jeugd maar iets van de kat willen
GERUITE KATOENTJES.
leeren. hij kreeg zijn lekker hapje en wij
zagen er vele onze neus voorbij gaan.
Ik denk niet. dat veel ouders er voor
zullen voelen van Alphen weer van den
zolder te halen. Trouwens, het gedichtje
van de kat Is voor de kinderen een ver
haaltje. meer niet. Bij de wijze les onderaan
kijken ze al weer uit naar een volgend
versje. En als ze gaan krit'ek oefenen zoo
als ik dat deed. is het ook aan hen ver-
riren. Maar misschien kunt u uw k.rrirren
van tijd tot tijd eens leeren geduld te
'nebben, hun tijd. den juisten tijd af te wach
ten. Misschien komen er dan een paar ner
veuze haastige, voortl allen de menschen
minder.
FEP OTTEN.
Mantelcostuumpje uit soepele, genopte
stof, met seal electric gegarneerd. Het rokje
valt recht met terzijde diepe plooien; 2.
Herfstmantel van fluweel, klokkend met
bontkraag (Vos); 3. Eenvoudige mantel met
zeer breede revers, met bont afgezet; 4. Na
middagtoiletje van gebloemd fluweel. Kraag
en ceintuur zijn van lichtkleurige crêpe geor
gette; 5. Engelsche herfstmantel van zware
stof, met bontkraag naar heerenmodel.
Er was eens een meneer, die meneer Hut
chinson heette, en die. (zoo oppervlakkig
geoordeeld, naar kieken uit kranten "en tijd
schriften, waarop hij vereeuwigd was met
vrouw en twee kinderen, die al niet eens
meer babies waren, een man was, die op
de jaren des onder.scheids was gekomen. Het
zou natuurlijk ook kunnen, dat hij met zoo'n
vaart op de jaren des onderscheids was ge
komen, dat hij zijn doel voorbij streefde
In allen .gevalle, deze meneer Hutchin
son had een hobby wat geen bijzonderheid
is. Meer mannen hebben hobbies, meer men
schen hebben hobbies. Men zou bijna kun-
zeggen, er is geen mensch zonder hobby.
Meneer Hutchinson's hobby was Oceaan-
vhegen. wat ook al geen bijzonderheid meel
is. Er zijn meer mannen, wier hobby Oceaan-
vliegten is en er zijn ook vrouwen, wier
hobby het is. Soit. Ieder mensch moet dat
voor zich zelf weten.
Maar het enthousiasme van meneer Hut
chinson vcor zijn hobby was zeer groot,
en meneer Hutchinson, hoewel hij het nog
nooit eerder had gedaan, sprak links en
rechts, tegen vrienden en vijanden, van de
schoonc Hobby, die Oceaanvliegen is. Ge
vaarlijk? Heelemaal nie>'! De veiligste, kalmste
rustigste, ongevaarlijkste hobby, die er was'
Kans op ongelukken? Geen sprake van!
Niet de minste kans op ongelukken. Je
stapte gewoon in Amerika in je vliegtuig,
en in Europa er weer uit. Was daar nu wat
aan? Neen. driewerf neen! En om der wereld
te la-ten zien. dat hij Oceaanvliegen als vol
komen veilig en een peulschilletje beschouwde,
zou hij die vrienden cn vijanden eens wat
vertellen: hij zou met vrouw en kinderen
ja zeker, met vrouw en kindoren! in
Amerika dn een vliegtuig stappen en in
Europa er weer uit. Dan zouden ze toch wel
willen gelooven- dat zelfs de hengtelsport een
hobby met meer levensgevaar was dan
Oceaanvliegen.
Of de vrienden cn vijanden hun schouders
achter de rug vaji meneer Hutchinson op
haalden, of in zijn gezicht, vertelt, de legende
niet, maar een feit is. dat meneer Hutchin
son op een goeden dag, mei twee helpers en
vrouw en kinderen aan boord van een vlieg
machine stapte, die hij heel gemoedelijk
..De Vliegende Familie" had gedoopt ..Aju
vaarwel" naar zijn vrienden wuifde en naar
Europa ging. Om te laten zien. dat hij er
niet. he: minste «evaar in zag.
En toen verdween de familie Hutchinson.
En werd teruggevonden op Groenland, zon
der dat ze permissie hadden gehad cm er te
landen, en zonder benzine om verder te
vliegen.
De kans op een gedwongen overwintering
op Groenland was groot Dc heele familie
Hutchinson, met twee kleine kinderen, om
dat pa wilde demonstreeren. hoe vedig
Oceaanvliegen was. Toen werd de kwestie
van het landen in der minne geschikt
en een benzinedepet ontdekt, dat daar opge
steld was voor iemand, aie ook had willen
demonstreeren, hoe veiiig het Oceaanvlie
gen was, maar die het n-cct gebruik?
hadEn de familie Huchinson steeg
op. cn wuifde „Aju vaarwel" aan de
Gr.enlanders.
En toen verdween de familie Hutchinson
weer. En werd teruggevonden door een
Engelsche trawler, op het wrak van de
machine en werd door de trawler terugge
voerd naar Oroeniand. en weer was dc kans
groot grooter dan ooit dat de vliegende
familie, dank zij pa. die wilde demonstreeren,
dat Oceaan-vluchten zoo gevaarloos waren, op
Groenland zou moeten overwinteren. De
heele Europeesche jeugd benijdde de kin
deren Hutchinson om zoo'n pa, die je daar
gewoon belette op de gjeijkte manier de school
te bezoeken, en wat mama Hutchinson zei
bleef gelukkig onbekend. Maar de goden,
die veel te goed zijn voor deze wereld, boden
pa een laatste kans. en op het oogenblik zijn
ze met zijn zessen op de trawler, die hen
gered heeft, onderweg van Groenland naar
Schotland. Over een week of wat komen ze
daar wel aan en over nog een week of wat
zijn ze zelfs misschien al weer iteru-g in
Amerika. Tenm.n - te
Tenminste a!s pa het al niet in zijn
hoofd heeft gezel, om van Europa ui? te
willen demonstreeren, hoe ongevaarlijk
Oceaanvluchten zijn. want hij heeft met
veel bombarie al weer een nieuwe machine
besteld, net zooéén als de oude, die als een
vod ergens op zeis drijft of misschien allang
gezonken is Alleen overweegt de Amerikaan-
sche regeering, die het nu blijkbaar werke
lijk een beetje te bar vindt, de mogelijkheid
om nuttelooss Oceaan-vluchten door menschen
die blijkbaar alleen belust zijn op eigen
roem, te verbieden. Zooals je kleine kinderen
dingen verbiedt. Omdat ze nu eenmaal niet
beter weten.
Maar als er pa's zijn. die nog niet wijzer
zijn dan deze, wat moeten we dan verwach
ten van pa's kinderen, die onder pa's goeie
leiding worden groot gebracht?
De wereld lijkt nog steeds vaak op een
gekkenhuis.
WILLY VAN DER TAK.
KANT EN RUCHES ZIJN
WEER MODERN!
De echt vrouwelijke noot is weer in de
mode teruggekeerd. Zonder kant en ruches
gaat het niet meer. precies als voor een kwart
eeuw. En dat geldt niet alleen voor de
jurkjes en toiletjes, maar ook voor de lin
gerie.
We zien hier van links naar rechts: de
chemise-enveloppe, in rechte lijnen, de bo
ven- en onderkant met fijne kant afgezet.
Nachthemd uit gebloemde stof. Om de hals
opening en aan den zoom met smalle ruches
gegarneerd. Een heel aparte chemise-
enveloppe uit lichtkleurige, genopte zijde,
maar overigens vrijwel zonder eenige versie
ring.
VOOR DE HERFSTDAGEN.
De zomer heeft afscheid van ons geno
men en al zal het met een zucht zijn, we
zullen toch langzamerhand weer afstand
moeten doen van het al te luchtige jurkje.
Een wollen kleedje uit soepele, weeke stof is
op koele dagen een bijzonder prettige dracht
en werkt toch steeds elegant. Effen stoffen,
die met een levendige tint zijn gegarneerd,
zullen we in het overgangsseizoen veel zien
dragen,.zoo goed als jurkjes uit twee stoffen.
Het hoogst eenvoudige jurkje met bonte
sjaal of kleurigen kraag, dan wel met leven
dig vestje, zal echter verreweg de voorkeur
hebben. Daarbij komt dan nog de smaak
volle knoopgarneenng, die een jurkje zoo
vlot kan maken. Men ziet ze op vele jurkjes
zelfs tot aan den rokzoom doorloopen. De
knoopjes mogen echter niet z g. „blind" wor
den opgenaaid, ze moeten inderdaad doorge-
knoopt zijn, d.w.z. dat iedere knoop een
knoopsgat moet hebben. Soms lijkt het een
beetje mal, om knoopsgaten te moeten gaan
knippen op plaatsen, waar toch niets te
knoopen valt, maar de mode schrijft het nu
eenmaal zoo voor en in dit opzicht maakt zij
geenerlei concessies.
De kleurenkeuze is dit overgangsseizoen
tamelijk uitgebreid en wat de garneeringen
betreft, mogen we zelfs van kleurenweelde
spreken Men draagt veel grijs met rood ge
garneerd. alsook zwart met witte garneering
of met andere, - lichtende kleuren, zooals
groen en geel, dan wel rood en blauw en wit.
Voor gameeringsdoeleinden zijn we eigenlijk
aan geen bepaalde kleuren gebonden. Welke
we ook kiezen, mits niet te gedekt, we zul
len er steeds modern mede zijn.
Voor mantelpakjes is de nauwsluitende
smoking" nog traditioneel. Het manteltje
wordt, naar verkiezing, met een, twee of drie
knoopen gedragen. De grootte van het fi
guurtje spreekt hier een woordje mee. Kleine
figuurtjes zullen beter doen. een met één
knoop sluitend manteltje te dragen. Bij het
smokingmanteltje behoeft niet steeds het
rokje in dezelfde kleur te zijn. Is het rokje
geruit of gebloemd, dan krijgt het manteltje
een andere kleur.