HET HAARLEMSCHE STADSBEELD.
BRIEVEN VAN EEN CONTROLEUR B.B.
PJPllS^W
T.\ J.
ju»
böpssffirSi;;;;;'»
Restaurants in Stockholm.
UIT DE WERELD VAN DE FILM.
Hoe het eens was.
Hoe het geworden is.
l'j'i l£igil|IBS8l!ltBlliH»
iiiitii
lllllli limmmrii,
iïisiii nHitoT
De fabriek van den heer Wilson
Op tournée, een schipbreukje en
slapen op een veldbed.
Met een onderzeeboot beneden den zeespiegel.
Het op tournée gaan is wat mij betreft
toch maar het interessanste werk voor een
Bestuursambtenaar en het is alleen maar
jammer dat je de dames niet altijd kunt mee
nemen. Daarom maken wij er zoo af en toe
maar eens een gecombineerden tocht van,
waarbij het werk en plezier zoo n beetje sa
mengaan en gaan dan alle getrouwde stelle
tjes tegelijk mee, dan kunnen de dames
elkaar gezelschap houden als de mannen eens
wat verder op stap moeten. Deze week maak
te ik eeTst een klein tourneetje met kapitein
Datoek Ranga en den Opzichter B.O.W. naar
Setelok bij Taliwang. Vandaar togen wij te
paard naar kampong Mant ar. dat op een stei-
len heuvel ligt. 400 M. hoog Het was, al in
het halve donker een zware klim van ander
half uur, vooral voor mij, daar mijn paard
niet sterk was en ik het zoowat heelemaal
moest loopen. Maar de belooning was zoet.
een goed bivak en een heerlijk klimaat. We
zaten met ons drieëm tot laat te gezelen. Den
volgenden morgen vroeg op en genoten van
een pracht uitzicht over Straat Alas, op
Lombok en de Rindjani, alles even mooi; het
was stormachtig weer, met zware wolken,
wat alles nog woester en mooier maakte. Om
9 uur weer te paard en na een mooie rit wa
ren wij om 2 uur weer op Taliwang. Daar
had ik nogal wat werk te doen, waar ik ech
ter om 5 uur mee klaar was, waarna wij nog
een mooie rit naar Djerewen en Lalar, langs
de zee maakten. Den volgenden morgen weer
te paard naar een kampong, waar de kapitein
een patrouille aantrof, waarmee hij verder
te voet Rine. zoodat wij verder .gingen naar
Rarak, een kampong die 700 Meter hoog ligt,
mooie weg, mooie passan grahan, pas nieuw,
het was daar fijn. Alleen 's nachts wat koud,
zoodat ik me in mijn deken oprolde. Den vol
genden morgen, vanwege de kou, lekker uit
geslapen, op ons gemak ontbeten, ee'n rit ge
maakt naar een kampong in de buurt en daar
het resultaat van een drijfjacht op herten
gezien, met als resultaat drie slachtoffers,
kassian. Toen weer terug naar Rarak, waar
we volgens afspraak, den kapitein met zijn
patrouille vonden. Na het maken van een
serie kieken, weer te paard en 20 K.M, ver
naar Matocmega, een kampong op 800 Meter
hoogte, dus weer een heerlijk klimaat. Wij
zaten tot laat te bridgen, waarna de „Kap"
een goocheldcmonstratie hield, waarin hij
zeer handig is. Toen ten veldbedde, waar we
gedrieën naast elkander lagen, waarbij voor-
loopig niet veel van slapen kwam, daar we
als kleine jongens nog lang lagen te babbelen.
Volgenden morgen weer te paard, nu afge
daald naar de vlakte, kampong Alas, waar
we na een zwaren tocht (steeds maar dalen)
om 2 uur waren. Op Alas gegeten en om 4 uur
naar het. bekende eiland Boengin, precies
Marken. We werden met prauwen met vlag
gen en muziek afgehaald, en na een uur
roeien kwamen we er onder volle belangstel
ling van de heele bevolking, aan. Heb nooit
zoo'n leuken boel gezien. Stel u voor: een
zandplaat., zoo 100 Meter in het. vierkant,
volgepropt met huisjes, waarop een 1300
menscb-n wonen, waarvan zeker een 500 kin
deren. Hun aantal ls overdonderend en ze
loopen je overal voor de voeten. Het is een
ander ras dan je hier gewend bent. een soort
Dajaks, vroolijk. kinderlijk en opgewekt, kort
om. con echte leuke boel.
Ze hielden eerst dansdemonstraties, de ka
pitein trad tot ieders bewondering op als goo
chelaar en pas om 11 uur. zochten we in het
huis van de Kepala kampong, onze veldbed
jes op. Maar van slapen kwam heelemaal
niets, want ze hadden gongs en andere mu
ziekinstrumenten. opgehangen in het toch al
kleine voorgalerijtje. waar reeds onze drie
veldbedden stonden, en daar ging het. La
waai van heb ik jou daar. en ter opluistering
kwamen de danseresjes van Boengin voorstel
lingen geven. Leelijke mormels met akelig
leelijk en eentonig gedans, zoodat we. on
danks lawaai en al het aangebodene, beurt
om beurt in slaap vie'.en, waarna het feest
als een nachtkaars uitging. De bedoeling was
goed. het geheel was ook niet van humor
ontbloot, "deed mij aan een Dajaksche kam
pong terug denken) maar de appreciatie was
gering. Den volgenden morgen eerst de kam
pong. net heele eiland dat je in 7 mimiten
rondloopt, en de school bekeken, daarna met
de prauw weer terug naar den vasten wal en
met de auto naar huis.
Den daarop volgenden morgen om half
zeven gewekt- door een telefoontje met be
richt dat do Kapitein den vorigen avond door
zijn huisjongen 'een gestrafte» na het geven
van een aframmeling, met een mes in den
rug was gestoken, gelukkig niet erg, is op een
rib afgestuit, hij is al haast weer beter.
De gestrafte vluchtte naar mijn erf. waar
ik hem 's morgens ook vond. Gelukkig dat
alles zoo goed is afceloopen. Wij hadden spe
ciaal om zijn familie in Holland niet noode-
loos te verontrusten niet geseind, maar een
hardiooper deed het toch en zoo kwam alles
bij Aneta, jammer genoeg.
Dtenzelfc'on avond hadden wij een souper-
tje bij den Sultan. Hoewel het- eten goed en
de gasten gezellig waren, hadden wij alle
maal zoo n slaap, dat we Allah dankten toen
we eindelijk zoowat om 12 uur naar huis
mochten. Toen weer om half zes op, post af
gedaan. koffer gepakt, want om 7 uur zouden
we aan boord zijn voor den gecombineerden
tocht naar Laboean Hadji.
Liefst 12 passagiers scheepten zich in,
mannen, vrouwen en kinderen; aan boord
waren ook al een man of zes, zoodat alles
stampvol was. Toen we Straat Alas ingingen,
begon de boot te schommelen en kregen de
dames het een beetje te kwaad. Om 4 uur la
gen we voor Laboean Hadji en trokken we in
de motorboot naar den wal. De zee was ta
melijk rumoerig, nog een ietsje erger dan
toen ik mijn vrouw afhaalde, maar we kwa
men toch zonder ongelukken aan wal Daar
in de auto gestapt en na een rit van 16 K.M.
een fijn zwembad bereikt, waar we In glas
helder water en steenkoud bronwater heer
lijk zwommen. Om half ze'ven gingen we
weer terug, het was al donker en we zijn
ook aan boord gekomen, maar vraag niet
hoe. Je moet van het strand eerst in een
roeiboot door de branding heen. Die prauw
werd veel te vol geladen, nl. tien menschen
en twee kinderen, en er stond een leelijke
zee. Toen we een meter of 10 uit den wal
waren, bleek dat het eigenlijk niet ging, de
hooge golven spoelden leelijk naar binnen,
maar terug ging ook niet meer dus heel voor
zichtig aan konden we net de motorboot, be
reiken, maar het was angstig, vooral met die
fwee peuters en zeezieke dames aan boord.
De zee stond hol. de motorboot die wé met
moeite beklommen, lag te hobbelen als een
gek. Toen we al een heel eind uit den wal
waren, en daar een laadprauw moesten op-
oikken, raakte er een touw ln de schroef ver
ward. de motor sloeg" af en we lagen een
klein half uur te slingeren van je welste.
Dames en kinderen raakten heelemaal over
stuur. Toen eindelijk de omtor weer liep,
sloegen we tweemaal op een rif, (de stuur
man wa.s de kluts kwijt geraakt), maar ge
lukkig niet hard, en eindelijk lagen we dan
naast de K.P.M. Toen raakte de valreep nog
onklaar daar die tegen de boot werd aange-
slingerd, maar eindelijk waren we toch aan
boord, nat en beroerd. Gauw gemandied en
verkleed, gegeten en toen, het werd mooi en
kalm weer, bij prachtmaan. tot bij eenen aan
■lek gezeten. Daarna ter kooi en toen we om
half zes wakker werden, lagen we al voor
Taliwang. waar wij, de Soembawareezen, aan
wal gingen.
Het ging toen alles gelukkig heel wat vlot
ter en om 7 uur waren we in de passangra-
nan. Ik had daar wat werk te doen, de ka-
oitein ging van daar uit op tournee en om
10 uur ging ik met de diverse gasten in mijn
taxi terug naar Soemba/wa waar we. na een
lek bandje, om half twee waren. Thuis ge
komen werd ik opgewacht door drie tour is ten
twee oud-assistent-residenten van Java plus
een planter die hier komen jagen, drie oude
heeren, zoo van 50 tot 60. die notabene als
deknassaPiers de reis naar hier hadden ge
maakt, Kreeg behalve hen. nog een serie te
lefoontjes te verwerken, nl. over een vergane
prauw 18 menschen gered en 7 verdronken
en over de aankomst van een duikboot die
-.lots voor de kust was verschenen de K 2.
Ging met den dokter, die waarnemend plaat
selijk militair commandant is. naar Laboean
om de drie officieren af te halen, bracht hen
mee naar huis waar wij gauw onder een lek
ker biertje zaten en wij van de officieren de
tnoodlging kregen om den anderen morgen
mee te gaan duiken. Dus weer om 6 uur op
en om 7 vur stonden wil on het dek van den
onderzeeër. Eerst een eindje boven water ge
varen. toen zakten we door een akelig nauw
onenineetie naar beneden en werd de boel i
hermetisch afgesloten. Daar beneden is het
Ie reinste wonder, vol met machines, haast
een plaats voor de menschen en toch zit er
op zoo'n boot een 30 man bemanning. Heel
interessant om alles :e zien. het geheel zo^
-ompleet in een bar kleine ruimte. En onder
■ie bedrijven door. doken we onder water. Tk
stond voor d* perSsoooD en kon het duiken
zoo pree'es volgen. Eerst heb je uitzicht over
zee', ie ziet de boo1 langzaam verdwijnen, dan
de periscoon steeds dichter bij het water ko
men de golfjes er tegen aanslaan, dan plots
zie je in do groene zee van onder tegen don
waterspiegel on. Wij bleven een half uur on
der water, kwamen op een diepte van 28 M.
Onderwijl werd koffie geserveerd. bekeken
wij de boot. gingen op en neer boven en on
der water en zoo had je alles meegemaakt.
Het is anders net als met vliegen, eigenlijk
heelemaal geen sensatie, omdat alles zoo rus-
ig en zeker gaat. Zelfs Datoek Ranga. an
ders heelemaal geen held. was totaal niet
bang. Toch liikt mij op den duur het leven
op zoo'n duikboot lang geen pretje; die vol
gepropte kleine ruimte waar je je haast niet
bewezen kunt, met al die gekke luchtjes van
machines enz. Om 9 uur was onze tocht af-
geloopen, alien zeer voldaan over het geno-
tene. Ziezoo het voornaamste is al weer ver
teld en er staan weer andere dingen op het
programma waarover later.
HET WILSONSPLEIN.
Op de plaats waar wij nu het Wilsonsplein
kennen stond vroeger de katoenfabriek van
den heer Wilson. In 1870 werd de fabriek ge
sloten. Later werd zij gedeeltelijk gesloopt
waarna het terrein voor kleerbleekerij ge
bruikt werd. Langen tijd was het veld een
ruine. Eerst in 1880 kwam het tusschen de
gemeente en den heer Wilson tot een schik
king.
Nu staat op het Wilsonsplein de Stads
schouwburg.
BI nmiHni HBIJIIBIILJIUII—iinnmimMiftgtiiiwwraMB
In het land waar de hors d'oeuvre
vandaan komt.
Neen, ik wil het nu eens niet hebben over
lekker eten. Wij weten allemaal, dat, Zwe
den 't land is van de hors d'oeuvres, 's mor
gens 's middags en 's avonds, drie maal op
een dag eet jc hors d'oeuvre. Geen wonder
dat de Zweden er niet zoo'n poètischen
naam aan gegeven hebben, zij noemen het
een belegde boterham! Nuchterder kan het
al niet aLs je denkt aan de vijftien tot-
twintig verschillende schaaltjes met lekker
nijen en de drie of vier boterhammen, die
je er bij naar binnen werkt.
Ja, de Zweden hebben nu eenmaal een ver
fijnden smaak in den dubbelen zin van het
woord. Zij verzorgen niet alleen hun maal
tijden tot in de puntjes, maar ook de in
richting van hun restaurant is af. Over drie
daarvan wil ik hier nu wat vertellen.
Het eerste daarvan is oud, niet zoo oud
als de weg naar Rome, maar toch een eeuw
of zeven. acht. Het is n.m. in den kelder van
een oud klooster, dat eens op deze plek
stond. In zijn naam „Gyldene Freden" leeft
nog de vredelievende oorsprong voort.
Door de nauwe straatjes van de oude stad
slenterend, langs het koninklijk paleis en
de Storkyrka, Groote kerk, bochtig en slecht
geplaveid, voert de weg je vanzelf er heen.
De Baedeker heeft je ingelicht dat hier wat
bijzonders te zien valt. Je stapt dus binnen
maar kelders zijn onder den grond en de
trap is nauw. dikke menschen moeten hier
rechts omkeert maken.
Het is anders wel een vermageringskuur
waard om langs de smalle wenteltrap af te
dalen. Na den laatsten kronkel sta je tus
schen twee zalen die een kruis vormen. De
lage rondgemetselde zoldering van groote
baksteenen, de nissen in de muren en de te
gels op den grond brengen je de monniken
voor den geest die hier eens leefden. Nu
heerscht er een gezellige drukte, kleine en
groote tafels staan langs de muren, het is
lunchtijd en de beide zaaltjes zitten vol met
Stockholmsche zakenlieden. Meisjes in
nationale dracht loopen vlug af en aan met
groote bladen opgehoopt met alle mogelijke
kleine schaaltjes, smorgasbord, 't belegde
boterhammetje. Op alle tafels kleine bontge-
rande servetjes, kaarsen en bloemen, want
bloemen vind jc in Zweden overal. Als de
chef hoort, dat ik een vreemdeling ben komt
ze naar mij toe en vertelt over het etablisse
ment. Weet ik al, dat de bekende schilder
Zorn het geld gegeven heeft om hier alles te
restaureeren en in te richten zooals het ge
weest was in den tijd toen Karl Michel Bell
man, Stockholm's volksdichter bij uitnemend
heid, het tot zijn stamkroeg maakte? Later
toen mijn tafeltje bedolven was onder schaal
tjes en schoteltjes, kwam zij nog eens naar
mij toe en vroeg of ik alles had wat ik
wenschte. Ik vraag me af of er nog meer ge
raffineerde gourmandises op de wereld be
staan.
Backa Hasten en Bründe Tomten zijn wel
heel anders. Zij bestaan nog niet lang en de
Stockholmers hebben ze aanvaard als Iets
natuurlijks, maar toch vindt men hun gelijke
niet. Hier heeft het oog van een kunstenaar
en de onbeperkte beurs van een rijk man een
wonderlijk mooi geheel geschapen, door in
deze twee restaurants een verzameling kunst
werken onder te brengen waarop ieder mu
seum trotsch zou zijn. Stuk voor stuk zijn de
schilderijen en teekeningen opgehangen en
belicht op de meest ideale manier.
In Branda Tomten is men zelfs zoo ver
gegaan om de inrichting der kleine zaaltjes
aan te passen aan den tijd van de schilde
rijen die er hangen. Zoo verzorgd is hier elk
detail, dat men denkt te zijn in het huis van
een verzamelaar, doch de Stockholmers ko
men hier eneten. Nu en dan wandelt er
eens een rond door de kleine en groote ka
mers en zaaltjes en staat stil voor een
Brughel of een Ruysdael, want onze Hol-
landsche meesters zijn hier ook vertegen
woordigd. Of misschien gaat zijn smaak meer
naar Claude Monet, waarvan hier een neve
lig straatje hangt, een pracht doekje werke
lijk. Oude Italianen en natuurlijk Zweden
van alle tijden vindt men er op een derge
lijke wijze gerangschikt als in een museum
ten eenenmale onmogelijk zou zijn. Misschien
komt een van mijn lezers het restaurant
Muluru te Zandvoort in gedachten, waar de
verzameling von der Heydt ondergebracht is.
maar leder die dit kent zal mij toch moeten
toegeven, dat ondanks de mooie verzameling
de sfeer er totaal ontbreekt en deze ls juist
het wonderlijke in die twee kleine restau
rants in Stockholm.
Ook Biicka Hasten heeft hetzelfde cachet-
Alleen vindt men hier oudere kunstschatten
en wel grootendeels beeldhouwwerk. Werken
van Dürer en Balding Grien, prachtige oude
heiligenbeelden uit de zestiende en zeven
tiende eeuw. Langs de muren schilderijen
en tapijten, waarvan een Teheran met de ge
schiedenis van Ruth en Boas er op uit de
zestiende eeuw wel de mooiste en zonder
twijfel dc kostbaarste 13.
Nissen en baldakijnen steunend op ge
beeldhouwde pilaren met zware fluweelen en
brocaten gordijnen en bekroond door gouden
kronen, zooals men ze ook nu nog vindt in
de Storkyrka boven de koningszetels, geven
hier de finishing touch aan een merkwaardig
geheel.
Nu denkt u natuurlijk, jawel als je er het
geld maar voor hebt kun je altijd wel in
dergelijke inrichtingen eten. Maar zoo ls het
toch niet. Het Ls hier niet alleen goedkoop,
maar voor onze ideeën zelfs belachelijk goed
koop. Ik zelf at in Biicka Hasten eens het
goedkoopste menu en dat was werkelijk goed.
Het bestond uit een Hollandsch diner, voor
een prijs waarvoor men hier zooiets niet
vindt en bovendien smorgasbord.
Zoo kan men het slechts in Zweden krijgen
B. Gr.
Waar nv. het Wilsonsplein is.
Moeilijkheden ook voor de
Amerikaansche spoorwegen.
De spoorwegen de rmeeste, zoo niet alle
landen van Europa, maken tegenwoordig
moeilijke tijden door. In de V.S. is de toe
stand. naar het schijnt, ook heel erg. zoo
als blijkt uit <je onderstaande mededeelingen
ontleend aan een artikel van Marcel Cha-
minade in „Je suis partout".
.Reeds zijn 23 maatschappijen, die 8.767
mijl spoorwegen explolteeren met een kapi
taal van 900 miliioen dollar in obligaties en
aandeelen, in 1930 en 1931 failliet gegaan.
Sindsdien is de reeks der spoorweg-faillis
sementen nog langer geworden en dreigt
zij nog veel grooter te worden indien de
zaken nog eenigen tijd blijven slabakken,
waarvoor alle ken teekenen aanwezig zijn.
Tegen 1933 zal het bedrag der spoorweg
ieenineen, die alsdan moeten afgelost wor
den. 'ongeveer een milliard dollar bedragen
zooals voor de Interstate Commerce Com
mission werd verklaard. Nu. het vervoer
slinkt gestadig. Het. getal geladen wagens
neemt voortdurend ai. Gedurende de laatste
weken bedroeg het amper 500.000 tegen meer
dan een miliioen in 1929. De netto opbrengst
is van 1929 tot 1931 gedaald met meer dan
50 procent, en voor de eerste zes maanden
van dit jaar beloopen de ontvangsten der
Amerikaansche Spoorwegen nog maar
113.595.000 dollar tegen 240.048.000 dollar
gedurende dezelfde periode van 1931, wat
nogmaals op een vermindering van 52 pet.
neerkomt. Vier en zeventig spoorwegnetten
hebben voor het eers'.e halfjaar 1932 een
aanzienlijk tekort geboekt en de Financial
Times merkt op dat van de 44 krachtigste
Amerikaansche spoorwegmaatschappijen er
nog slechts 5 een dividend uitkeeren en dat
men voorziet, da' gedurende het- loopende
jaar er slechts 8 hun vaste lasten zullen
kunnen dekken Van den 2en Februari tot
den 19en April hebben 62 netten bij de Re
construction Finance Corporation leenin
gen aangevraagd tot. een bedrag van meer
dan 360 miliioen dollar. Bij gebrek aan vol
doende waarborgen kon de Corporation,
slechts aan 24 aanvragen voldoen tot een
bedrag van 102 miliioen. En (veelzeggend
symptoom!) zij 'heeft besloten geen publi
citeit meer te geven aan het toekennen
harer ieeningen, teneinde de openbare mee
ning niet te verontrusten.
De toestand der maatschappijen zou nog
hachelijker geweest zijn .ndien zij, onder
den drang der noodzakelijkheid, niet krach
tig bezuinigd hadden.
Het personeel werd over twee jaar tij ds
met 8000 man verminderd, d.w.z. 24.2 pro
cent, hetgeen toeliet 813 miliioen dollar uit
•te sparen in vergelijking met 1929. Nieuwe
ontslag-aankondigingen zijn aan den gang
en een algemeene loonsverlaging van 10 pet.
werd toegepast.
De sommen voor het onderhoud van het
materiaal en van weg en werken zijn niet
minder sterk besnoeid geworden. De eerste
post werd verminderd met 388 miliioen, de
•tweede met 324 miildoen dollars tegemover
1929,
IK FILM MET 100 JONGENS
door BUSTER KEATON.
Mijn beide jongehs, Syd en Charles, zijn
heel boos op me. Zij mogen niet filmen,ter
wijl zegge en schrijve honderd jongens dagen
lang met mij samen voor de camera mogen
staan. Ze zijn dus boos en willen geen woord
meer tegen me zeggen.
Om het weer goed te maken heb ik hun
beloofd, dat ze eens mochten komen kijken.
Dat ik er spijt van heb hen meegenomen te
hebben naar de studio's zult u begrijpen, als
ik u vertel, wat daar gebeurde.
„Opletten.... camera!"Cliff Edwards,
die met mij samenspeelt in de film De Phi-
lanthToop en ik stappen uit onzen wagen.
We bevinden ons in een straat van een New-
Yorksche volksbuurt, waar een groot aantal
jongens een klein meeningsverschil aan het
uitvechten is (natuurlijk is deze straat in de
studio's gebouwd). Flotseling wordt onze wa
gen hef. middelpunt van de vechtpartij. Pa-
Dier ballen, sinaasappelschillen, koolstronken
en allerlei landbouwproducten in min of meer
onfrisschen toestand vliegen om mijn hoofd.
Onze wagen wordt bestormd, want zij den
ken. dat ik partij trek voor de anderen en
dus keeren zich allen tegen mij. Mijn hoed
wordt vertrapt, mijn pak hangt spoedig aan
flarden en de jongens blijken heel sterk te
zijn
„Zijn julie gek geworden." hoor ik plotse
ling een hooge stem, die ik herken als die
van mijn zoon Syd, vlak bij me zeggen, wil
len jullie mijn vader wel eens met rust la-
;-en!" En voor dat ik of de regisseur in de
gaten hebben wat er gebeurt, storten mijn
beide jongens zich met een woest krijgsgehuil
tusschen de vechtenden om mij te ontzetten.
De jeugdige figuranten, denkende dat ook dit
bij de opneming behoort, keeren zich alle
maal tegen mijn jongens, maar nu gelukt 't
den regisseur het lawaai te overschreeuwen
en de vechtenden te scheiden.
Syd en Charles staan midden tusschen de
jongens, die nog stukken hout. bloempotten
en andere projectielen in hun handen heb
ben. Eigenlijk begrijpen ze niet goed, wat er
precies gebeurd Ls en Charles slikt zijn tranen
weg, maar Syd komt op me toe rennen. „Wat
willen die kwajongens van je?" vraagt hij.
Maar filmen is. zelfs als er kinderen mee
spelen, geen kinderspel en dc opnemingen
moesten onderbroken worden, terwijl men mij
vriendelijk verzocht mijn jongens naar een
speeltuin te sturen, daar de studio's daar
minder geschikt voor waren. Toen was het
mijn beurt om boos te worden.
Spoedig was echter alles weer in orde en
de jongens lieten me niet met rust voor ik
het heele stel voor den volgenden Zondag
ultgehoodigd had. „Dan gaan we voetballen",
kondigde Syd aan.
's 'Mddags hebben we de bedorven scène op
nieuw genomen, waarbij een van mijn re
serve-pakken aan flarden ging, en na een
verfrisschend bad was het heele stel in de
cantine bij elkaar.
Maar Zondag wordt er in mijn tuin gevoet
bald en daar zie ik toch een beetje tegen op,
want dan stelt de Metro-Goldwyn-Mayer
geen reserve-pakken beschikbaar.
JOURNAAL.
Ein Lied, ein Kuss, ein Madel.
Martha Eggerth.
Martha Eggerth, die al eenïge bezoeken
aan ons land gebracht heeft, en daarbij voor
de radio en in het Kurhaus te Scheveningen
is opgetreden (dezer dagen nog) is in Buda
pest geboren en kwam op 15-jarigen leeftijd
bij de operette. Vandaar ging ze over naar
de film. Ze trad o.a. op in Der Draufganger,
De Vrouwendiplomaat. Een nacht in het
Grand Hotel, Es war einmal ein Walzer en
Ein Kuss, ein Lied, ein Madel.
Gustav Fröhlïeh.
Kort geleden is hij gehuwd met Gitta
Alpar, met wie hij in de film Gitta entdecht
ihr Herz speelt, Andere rollen van hem zijn
in Asphalt, Een liefde in Rome, Walzer aus
Wien, Voorloopige Hechtenis, Onsterfelijke
Vagebond, Liebescommando en Ein Lied, ein
Kuss, ein Madel.
Een film van den Duitschen vrijheidsheld en dichter Theodor Körner nadert haar vol
tooiing in Berlijn. Met historische juistheid weden de tocht van Körner met de Lüt-
zojper Jagers en tenslotte dc heldendood van den 22-jarigen jongeman in beeld
gebracht. De rol van Körner is in handen van Domgraf-Fassbaender. Hierboven: de
Lützower Jagers aan het sterfbed van den dichter.
JUii.üW