HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. BRIEVEN VAN EEN CONTROLEUR B.B. PJPllS^W T.\ J. ju» böpssffirSi;;;;;'» Restaurants in Stockholm. UIT DE WERELD VAN DE FILM. Hoe het eens was. Hoe het geworden is. l'j'i l£igil|IBS8l!ltBlliH» iiiitii lllllli limmmrii, iïisiii nHitoT De fabriek van den heer Wilson Op tournée, een schipbreukje en slapen op een veldbed. Met een onderzeeboot beneden den zeespiegel. Het op tournée gaan is wat mij betreft toch maar het interessanste werk voor een Bestuursambtenaar en het is alleen maar jammer dat je de dames niet altijd kunt mee nemen. Daarom maken wij er zoo af en toe maar eens een gecombineerden tocht van, waarbij het werk en plezier zoo n beetje sa mengaan en gaan dan alle getrouwde stelle tjes tegelijk mee, dan kunnen de dames elkaar gezelschap houden als de mannen eens wat verder op stap moeten. Deze week maak te ik eeTst een klein tourneetje met kapitein Datoek Ranga en den Opzichter B.O.W. naar Setelok bij Taliwang. Vandaar togen wij te paard naar kampong Mant ar. dat op een stei- len heuvel ligt. 400 M. hoog Het was, al in het halve donker een zware klim van ander half uur, vooral voor mij, daar mijn paard niet sterk was en ik het zoowat heelemaal moest loopen. Maar de belooning was zoet. een goed bivak en een heerlijk klimaat. We zaten met ons drieëm tot laat te gezelen. Den volgenden morgen vroeg op en genoten van een pracht uitzicht over Straat Alas, op Lombok en de Rindjani, alles even mooi; het was stormachtig weer, met zware wolken, wat alles nog woester en mooier maakte. Om 9 uur weer te paard en na een mooie rit wa ren wij om 2 uur weer op Taliwang. Daar had ik nogal wat werk te doen, waar ik ech ter om 5 uur mee klaar was, waarna wij nog een mooie rit naar Djerewen en Lalar, langs de zee maakten. Den volgenden morgen weer te paard naar een kampong, waar de kapitein een patrouille aantrof, waarmee hij verder te voet Rine. zoodat wij verder .gingen naar Rarak, een kampong die 700 Meter hoog ligt, mooie weg, mooie passan grahan, pas nieuw, het was daar fijn. Alleen 's nachts wat koud, zoodat ik me in mijn deken oprolde. Den vol genden morgen, vanwege de kou, lekker uit geslapen, op ons gemak ontbeten, ee'n rit ge maakt naar een kampong in de buurt en daar het resultaat van een drijfjacht op herten gezien, met als resultaat drie slachtoffers, kassian. Toen weer terug naar Rarak, waar we volgens afspraak, den kapitein met zijn patrouille vonden. Na het maken van een serie kieken, weer te paard en 20 K.M, ver naar Matocmega, een kampong op 800 Meter hoogte, dus weer een heerlijk klimaat. Wij zaten tot laat te bridgen, waarna de „Kap" een goocheldcmonstratie hield, waarin hij zeer handig is. Toen ten veldbedde, waar we gedrieën naast elkander lagen, waarbij voor- loopig niet veel van slapen kwam, daar we als kleine jongens nog lang lagen te babbelen. Volgenden morgen weer te paard, nu afge daald naar de vlakte, kampong Alas, waar we na een zwaren tocht (steeds maar dalen) om 2 uur waren. Op Alas gegeten en om 4 uur naar het. bekende eiland Boengin, precies Marken. We werden met prauwen met vlag gen en muziek afgehaald, en na een uur roeien kwamen we er onder volle belangstel ling van de heele bevolking, aan. Heb nooit zoo'n leuken boel gezien. Stel u voor: een zandplaat., zoo 100 Meter in het. vierkant, volgepropt met huisjes, waarop een 1300 menscb-n wonen, waarvan zeker een 500 kin deren. Hun aantal ls overdonderend en ze loopen je overal voor de voeten. Het is een ander ras dan je hier gewend bent. een soort Dajaks, vroolijk. kinderlijk en opgewekt, kort om. con echte leuke boel. Ze hielden eerst dansdemonstraties, de ka pitein trad tot ieders bewondering op als goo chelaar en pas om 11 uur. zochten we in het huis van de Kepala kampong, onze veldbed jes op. Maar van slapen kwam heelemaal niets, want ze hadden gongs en andere mu ziekinstrumenten. opgehangen in het toch al kleine voorgalerijtje. waar reeds onze drie veldbedden stonden, en daar ging het. La waai van heb ik jou daar. en ter opluistering kwamen de danseresjes van Boengin voorstel lingen geven. Leelijke mormels met akelig leelijk en eentonig gedans, zoodat we. on danks lawaai en al het aangebodene, beurt om beurt in slaap vie'.en, waarna het feest als een nachtkaars uitging. De bedoeling was goed. het geheel was ook niet van humor ontbloot, "deed mij aan een Dajaksche kam pong terug denken) maar de appreciatie was gering. Den volgenden morgen eerst de kam pong. net heele eiland dat je in 7 mimiten rondloopt, en de school bekeken, daarna met de prauw weer terug naar den vasten wal en met de auto naar huis. Den daarop volgenden morgen om half zeven gewekt- door een telefoontje met be richt dat do Kapitein den vorigen avond door zijn huisjongen 'een gestrafte» na het geven van een aframmeling, met een mes in den rug was gestoken, gelukkig niet erg, is op een rib afgestuit, hij is al haast weer beter. De gestrafte vluchtte naar mijn erf. waar ik hem 's morgens ook vond. Gelukkig dat alles zoo goed is afceloopen. Wij hadden spe ciaal om zijn familie in Holland niet noode- loos te verontrusten niet geseind, maar een hardiooper deed het toch en zoo kwam alles bij Aneta, jammer genoeg. Dtenzelfc'on avond hadden wij een souper- tje bij den Sultan. Hoewel het- eten goed en de gasten gezellig waren, hadden wij alle maal zoo n slaap, dat we Allah dankten toen we eindelijk zoowat om 12 uur naar huis mochten. Toen weer om half zes op, post af gedaan. koffer gepakt, want om 7 uur zouden we aan boord zijn voor den gecombineerden tocht naar Laboean Hadji. Liefst 12 passagiers scheepten zich in, mannen, vrouwen en kinderen; aan boord waren ook al een man of zes, zoodat alles stampvol was. Toen we Straat Alas ingingen, begon de boot te schommelen en kregen de dames het een beetje te kwaad. Om 4 uur la gen we voor Laboean Hadji en trokken we in de motorboot naar den wal. De zee was ta melijk rumoerig, nog een ietsje erger dan toen ik mijn vrouw afhaalde, maar we kwa men toch zonder ongelukken aan wal Daar in de auto gestapt en na een rit van 16 K.M. een fijn zwembad bereikt, waar we In glas helder water en steenkoud bronwater heer lijk zwommen. Om half ze'ven gingen we weer terug, het was al donker en we zijn ook aan boord gekomen, maar vraag niet hoe. Je moet van het strand eerst in een roeiboot door de branding heen. Die prauw werd veel te vol geladen, nl. tien menschen en twee kinderen, en er stond een leelijke zee. Toen we een meter of 10 uit den wal waren, bleek dat het eigenlijk niet ging, de hooge golven spoelden leelijk naar binnen, maar terug ging ook niet meer dus heel voor zichtig aan konden we net de motorboot, be reiken, maar het was angstig, vooral met die fwee peuters en zeezieke dames aan boord. De zee stond hol. de motorboot die wé met moeite beklommen, lag te hobbelen als een gek. Toen we al een heel eind uit den wal waren, en daar een laadprauw moesten op- oikken, raakte er een touw ln de schroef ver ward. de motor sloeg" af en we lagen een klein half uur te slingeren van je welste. Dames en kinderen raakten heelemaal over stuur. Toen eindelijk de omtor weer liep, sloegen we tweemaal op een rif, (de stuur man wa.s de kluts kwijt geraakt), maar ge lukkig niet hard, en eindelijk lagen we dan naast de K.P.M. Toen raakte de valreep nog onklaar daar die tegen de boot werd aange- slingerd, maar eindelijk waren we toch aan boord, nat en beroerd. Gauw gemandied en verkleed, gegeten en toen, het werd mooi en kalm weer, bij prachtmaan. tot bij eenen aan ■lek gezeten. Daarna ter kooi en toen we om half zes wakker werden, lagen we al voor Taliwang. waar wij, de Soembawareezen, aan wal gingen. Het ging toen alles gelukkig heel wat vlot ter en om 7 uur waren we in de passangra- nan. Ik had daar wat werk te doen, de ka- oitein ging van daar uit op tournee en om 10 uur ging ik met de diverse gasten in mijn taxi terug naar Soemba/wa waar we. na een lek bandje, om half twee waren. Thuis ge komen werd ik opgewacht door drie tour is ten twee oud-assistent-residenten van Java plus een planter die hier komen jagen, drie oude heeren, zoo van 50 tot 60. die notabene als deknassaPiers de reis naar hier hadden ge maakt, Kreeg behalve hen. nog een serie te lefoontjes te verwerken, nl. over een vergane prauw 18 menschen gered en 7 verdronken en over de aankomst van een duikboot die -.lots voor de kust was verschenen de K 2. Ging met den dokter, die waarnemend plaat selijk militair commandant is. naar Laboean om de drie officieren af te halen, bracht hen mee naar huis waar wij gauw onder een lek ker biertje zaten en wij van de officieren de tnoodlging kregen om den anderen morgen mee te gaan duiken. Dus weer om 6 uur op en om 7 vur stonden wil on het dek van den onderzeeër. Eerst een eindje boven water ge varen. toen zakten we door een akelig nauw onenineetie naar beneden en werd de boel i hermetisch afgesloten. Daar beneden is het Ie reinste wonder, vol met machines, haast een plaats voor de menschen en toch zit er op zoo'n boot een 30 man bemanning. Heel interessant om alles :e zien. het geheel zo^ -ompleet in een bar kleine ruimte. En onder ■ie bedrijven door. doken we onder water. Tk stond voor d* perSsoooD en kon het duiken zoo pree'es volgen. Eerst heb je uitzicht over zee', ie ziet de boo1 langzaam verdwijnen, dan de periscoon steeds dichter bij het water ko men de golfjes er tegen aanslaan, dan plots zie je in do groene zee van onder tegen don waterspiegel on. Wij bleven een half uur on der water, kwamen op een diepte van 28 M. Onderwijl werd koffie geserveerd. bekeken wij de boot. gingen op en neer boven en on der water en zoo had je alles meegemaakt. Het is anders net als met vliegen, eigenlijk heelemaal geen sensatie, omdat alles zoo rus- ig en zeker gaat. Zelfs Datoek Ranga. an ders heelemaal geen held. was totaal niet bang. Toch liikt mij op den duur het leven op zoo'n duikboot lang geen pretje; die vol gepropte kleine ruimte waar je je haast niet bewezen kunt, met al die gekke luchtjes van machines enz. Om 9 uur was onze tocht af- geloopen, alien zeer voldaan over het geno- tene. Ziezoo het voornaamste is al weer ver teld en er staan weer andere dingen op het programma waarover later. HET WILSONSPLEIN. Op de plaats waar wij nu het Wilsonsplein kennen stond vroeger de katoenfabriek van den heer Wilson. In 1870 werd de fabriek ge sloten. Later werd zij gedeeltelijk gesloopt waarna het terrein voor kleerbleekerij ge bruikt werd. Langen tijd was het veld een ruine. Eerst in 1880 kwam het tusschen de gemeente en den heer Wilson tot een schik king. Nu staat op het Wilsonsplein de Stads schouwburg. BI nmiHni HBIJIIBIILJIUII—iinnmimMiftgtiiiwwraMB In het land waar de hors d'oeuvre vandaan komt. Neen, ik wil het nu eens niet hebben over lekker eten. Wij weten allemaal, dat, Zwe den 't land is van de hors d'oeuvres, 's mor gens 's middags en 's avonds, drie maal op een dag eet jc hors d'oeuvre. Geen wonder dat de Zweden er niet zoo'n poètischen naam aan gegeven hebben, zij noemen het een belegde boterham! Nuchterder kan het al niet aLs je denkt aan de vijftien tot- twintig verschillende schaaltjes met lekker nijen en de drie of vier boterhammen, die je er bij naar binnen werkt. Ja, de Zweden hebben nu eenmaal een ver fijnden smaak in den dubbelen zin van het woord. Zij verzorgen niet alleen hun maal tijden tot in de puntjes, maar ook de in richting van hun restaurant is af. Over drie daarvan wil ik hier nu wat vertellen. Het eerste daarvan is oud, niet zoo oud als de weg naar Rome, maar toch een eeuw of zeven. acht. Het is n.m. in den kelder van een oud klooster, dat eens op deze plek stond. In zijn naam „Gyldene Freden" leeft nog de vredelievende oorsprong voort. Door de nauwe straatjes van de oude stad slenterend, langs het koninklijk paleis en de Storkyrka, Groote kerk, bochtig en slecht geplaveid, voert de weg je vanzelf er heen. De Baedeker heeft je ingelicht dat hier wat bijzonders te zien valt. Je stapt dus binnen maar kelders zijn onder den grond en de trap is nauw. dikke menschen moeten hier rechts omkeert maken. Het is anders wel een vermageringskuur waard om langs de smalle wenteltrap af te dalen. Na den laatsten kronkel sta je tus schen twee zalen die een kruis vormen. De lage rondgemetselde zoldering van groote baksteenen, de nissen in de muren en de te gels op den grond brengen je de monniken voor den geest die hier eens leefden. Nu heerscht er een gezellige drukte, kleine en groote tafels staan langs de muren, het is lunchtijd en de beide zaaltjes zitten vol met Stockholmsche zakenlieden. Meisjes in nationale dracht loopen vlug af en aan met groote bladen opgehoopt met alle mogelijke kleine schaaltjes, smorgasbord, 't belegde boterhammetje. Op alle tafels kleine bontge- rande servetjes, kaarsen en bloemen, want bloemen vind jc in Zweden overal. Als de chef hoort, dat ik een vreemdeling ben komt ze naar mij toe en vertelt over het etablisse ment. Weet ik al, dat de bekende schilder Zorn het geld gegeven heeft om hier alles te restaureeren en in te richten zooals het ge weest was in den tijd toen Karl Michel Bell man, Stockholm's volksdichter bij uitnemend heid, het tot zijn stamkroeg maakte? Later toen mijn tafeltje bedolven was onder schaal tjes en schoteltjes, kwam zij nog eens naar mij toe en vroeg of ik alles had wat ik wenschte. Ik vraag me af of er nog meer ge raffineerde gourmandises op de wereld be staan. Backa Hasten en Bründe Tomten zijn wel heel anders. Zij bestaan nog niet lang en de Stockholmers hebben ze aanvaard als Iets natuurlijks, maar toch vindt men hun gelijke niet. Hier heeft het oog van een kunstenaar en de onbeperkte beurs van een rijk man een wonderlijk mooi geheel geschapen, door in deze twee restaurants een verzameling kunst werken onder te brengen waarop ieder mu seum trotsch zou zijn. Stuk voor stuk zijn de schilderijen en teekeningen opgehangen en belicht op de meest ideale manier. In Branda Tomten is men zelfs zoo ver gegaan om de inrichting der kleine zaaltjes aan te passen aan den tijd van de schilde rijen die er hangen. Zoo verzorgd is hier elk detail, dat men denkt te zijn in het huis van een verzamelaar, doch de Stockholmers ko men hier eneten. Nu en dan wandelt er eens een rond door de kleine en groote ka mers en zaaltjes en staat stil voor een Brughel of een Ruysdael, want onze Hol- landsche meesters zijn hier ook vertegen woordigd. Of misschien gaat zijn smaak meer naar Claude Monet, waarvan hier een neve lig straatje hangt, een pracht doekje werke lijk. Oude Italianen en natuurlijk Zweden van alle tijden vindt men er op een derge lijke wijze gerangschikt als in een museum ten eenenmale onmogelijk zou zijn. Misschien komt een van mijn lezers het restaurant Muluru te Zandvoort in gedachten, waar de verzameling von der Heydt ondergebracht is. maar leder die dit kent zal mij toch moeten toegeven, dat ondanks de mooie verzameling de sfeer er totaal ontbreekt en deze ls juist het wonderlijke in die twee kleine restau rants in Stockholm. Ook Biicka Hasten heeft hetzelfde cachet- Alleen vindt men hier oudere kunstschatten en wel grootendeels beeldhouwwerk. Werken van Dürer en Balding Grien, prachtige oude heiligenbeelden uit de zestiende en zeven tiende eeuw. Langs de muren schilderijen en tapijten, waarvan een Teheran met de ge schiedenis van Ruth en Boas er op uit de zestiende eeuw wel de mooiste en zonder twijfel dc kostbaarste 13. Nissen en baldakijnen steunend op ge beeldhouwde pilaren met zware fluweelen en brocaten gordijnen en bekroond door gouden kronen, zooals men ze ook nu nog vindt in de Storkyrka boven de koningszetels, geven hier de finishing touch aan een merkwaardig geheel. Nu denkt u natuurlijk, jawel als je er het geld maar voor hebt kun je altijd wel in dergelijke inrichtingen eten. Maar zoo ls het toch niet. Het Ls hier niet alleen goedkoop, maar voor onze ideeën zelfs belachelijk goed koop. Ik zelf at in Biicka Hasten eens het goedkoopste menu en dat was werkelijk goed. Het bestond uit een Hollandsch diner, voor een prijs waarvoor men hier zooiets niet vindt en bovendien smorgasbord. Zoo kan men het slechts in Zweden krijgen B. Gr. Waar nv. het Wilsonsplein is. Moeilijkheden ook voor de Amerikaansche spoorwegen. De spoorwegen de rmeeste, zoo niet alle landen van Europa, maken tegenwoordig moeilijke tijden door. In de V.S. is de toe stand. naar het schijnt, ook heel erg. zoo als blijkt uit <je onderstaande mededeelingen ontleend aan een artikel van Marcel Cha- minade in „Je suis partout". .Reeds zijn 23 maatschappijen, die 8.767 mijl spoorwegen explolteeren met een kapi taal van 900 miliioen dollar in obligaties en aandeelen, in 1930 en 1931 failliet gegaan. Sindsdien is de reeks der spoorweg-faillis sementen nog langer geworden en dreigt zij nog veel grooter te worden indien de zaken nog eenigen tijd blijven slabakken, waarvoor alle ken teekenen aanwezig zijn. Tegen 1933 zal het bedrag der spoorweg ieenineen, die alsdan moeten afgelost wor den. 'ongeveer een milliard dollar bedragen zooals voor de Interstate Commerce Com mission werd verklaard. Nu. het vervoer slinkt gestadig. Het. getal geladen wagens neemt voortdurend ai. Gedurende de laatste weken bedroeg het amper 500.000 tegen meer dan een miliioen in 1929. De netto opbrengst is van 1929 tot 1931 gedaald met meer dan 50 procent, en voor de eerste zes maanden van dit jaar beloopen de ontvangsten der Amerikaansche Spoorwegen nog maar 113.595.000 dollar tegen 240.048.000 dollar gedurende dezelfde periode van 1931, wat nogmaals op een vermindering van 52 pet. neerkomt. Vier en zeventig spoorwegnetten hebben voor het eers'.e halfjaar 1932 een aanzienlijk tekort geboekt en de Financial Times merkt op dat van de 44 krachtigste Amerikaansche spoorwegmaatschappijen er nog slechts 5 een dividend uitkeeren en dat men voorziet, da' gedurende het- loopende jaar er slechts 8 hun vaste lasten zullen kunnen dekken Van den 2en Februari tot den 19en April hebben 62 netten bij de Re construction Finance Corporation leenin gen aangevraagd tot. een bedrag van meer dan 360 miliioen dollar. Bij gebrek aan vol doende waarborgen kon de Corporation, slechts aan 24 aanvragen voldoen tot een bedrag van 102 miliioen. En (veelzeggend symptoom!) zij 'heeft besloten geen publi citeit meer te geven aan het toekennen harer ieeningen, teneinde de openbare mee ning niet te verontrusten. De toestand der maatschappijen zou nog hachelijker geweest zijn .ndien zij, onder den drang der noodzakelijkheid, niet krach tig bezuinigd hadden. Het personeel werd over twee jaar tij ds met 8000 man verminderd, d.w.z. 24.2 pro cent, hetgeen toeliet 813 miliioen dollar uit •te sparen in vergelijking met 1929. Nieuwe ontslag-aankondigingen zijn aan den gang en een algemeene loonsverlaging van 10 pet. werd toegepast. De sommen voor het onderhoud van het materiaal en van weg en werken zijn niet minder sterk besnoeid geworden. De eerste post werd verminderd met 388 miliioen, de •tweede met 324 miildoen dollars tegemover 1929, IK FILM MET 100 JONGENS door BUSTER KEATON. Mijn beide jongehs, Syd en Charles, zijn heel boos op me. Zij mogen niet filmen,ter wijl zegge en schrijve honderd jongens dagen lang met mij samen voor de camera mogen staan. Ze zijn dus boos en willen geen woord meer tegen me zeggen. Om het weer goed te maken heb ik hun beloofd, dat ze eens mochten komen kijken. Dat ik er spijt van heb hen meegenomen te hebben naar de studio's zult u begrijpen, als ik u vertel, wat daar gebeurde. „Opletten.... camera!"Cliff Edwards, die met mij samenspeelt in de film De Phi- lanthToop en ik stappen uit onzen wagen. We bevinden ons in een straat van een New- Yorksche volksbuurt, waar een groot aantal jongens een klein meeningsverschil aan het uitvechten is (natuurlijk is deze straat in de studio's gebouwd). Flotseling wordt onze wa gen hef. middelpunt van de vechtpartij. Pa- Dier ballen, sinaasappelschillen, koolstronken en allerlei landbouwproducten in min of meer onfrisschen toestand vliegen om mijn hoofd. Onze wagen wordt bestormd, want zij den ken. dat ik partij trek voor de anderen en dus keeren zich allen tegen mij. Mijn hoed wordt vertrapt, mijn pak hangt spoedig aan flarden en de jongens blijken heel sterk te zijn „Zijn julie gek geworden." hoor ik plotse ling een hooge stem, die ik herken als die van mijn zoon Syd, vlak bij me zeggen, wil len jullie mijn vader wel eens met rust la- ;-en!" En voor dat ik of de regisseur in de gaten hebben wat er gebeurt, storten mijn beide jongens zich met een woest krijgsgehuil tusschen de vechtenden om mij te ontzetten. De jeugdige figuranten, denkende dat ook dit bij de opneming behoort, keeren zich alle maal tegen mijn jongens, maar nu gelukt 't den regisseur het lawaai te overschreeuwen en de vechtenden te scheiden. Syd en Charles staan midden tusschen de jongens, die nog stukken hout. bloempotten en andere projectielen in hun handen heb ben. Eigenlijk begrijpen ze niet goed, wat er precies gebeurd Ls en Charles slikt zijn tranen weg, maar Syd komt op me toe rennen. „Wat willen die kwajongens van je?" vraagt hij. Maar filmen is. zelfs als er kinderen mee spelen, geen kinderspel en dc opnemingen moesten onderbroken worden, terwijl men mij vriendelijk verzocht mijn jongens naar een speeltuin te sturen, daar de studio's daar minder geschikt voor waren. Toen was het mijn beurt om boos te worden. Spoedig was echter alles weer in orde en de jongens lieten me niet met rust voor ik het heele stel voor den volgenden Zondag ultgehoodigd had. „Dan gaan we voetballen", kondigde Syd aan. 's 'Mddags hebben we de bedorven scène op nieuw genomen, waarbij een van mijn re serve-pakken aan flarden ging, en na een verfrisschend bad was het heele stel in de cantine bij elkaar. Maar Zondag wordt er in mijn tuin gevoet bald en daar zie ik toch een beetje tegen op, want dan stelt de Metro-Goldwyn-Mayer geen reserve-pakken beschikbaar. JOURNAAL. Ein Lied, ein Kuss, ein Madel. Martha Eggerth. Martha Eggerth, die al eenïge bezoeken aan ons land gebracht heeft, en daarbij voor de radio en in het Kurhaus te Scheveningen is opgetreden (dezer dagen nog) is in Buda pest geboren en kwam op 15-jarigen leeftijd bij de operette. Vandaar ging ze over naar de film. Ze trad o.a. op in Der Draufganger, De Vrouwendiplomaat. Een nacht in het Grand Hotel, Es war einmal ein Walzer en Ein Kuss, ein Lied, ein Madel. Gustav Fröhlïeh. Kort geleden is hij gehuwd met Gitta Alpar, met wie hij in de film Gitta entdecht ihr Herz speelt, Andere rollen van hem zijn in Asphalt, Een liefde in Rome, Walzer aus Wien, Voorloopige Hechtenis, Onsterfelijke Vagebond, Liebescommando en Ein Lied, ein Kuss, ein Madel. Een film van den Duitschen vrijheidsheld en dichter Theodor Körner nadert haar vol tooiing in Berlijn. Met historische juistheid weden de tocht van Körner met de Lüt- zojper Jagers en tenslotte dc heldendood van den 22-jarigen jongeman in beeld gebracht. De rol van Körner is in handen van Domgraf-Fassbaender. Hierboven: de Lützower Jagers aan het sterfbed van den dichter. JUii.üW

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 16