r DE VEEDIEVEN DE NIEUWE RIJKS-STOOMPONT, die Zaterdag a.s. waar schijnlijk iii gebruik zal worden genomen op het Noordzee kanaal bij de Hembrug, heeft Woensdag proef gevaren tusschen de nieuw gemaakte aanlegsteigers SIR JOHN SIMON is Dinsdag uit Geneve te Londen teruggekeerd, om deel te nemen aan de Kabinetszitting in Downing Street en rapport uit te brengen over de Europeesche situatie. HET 496-TON GROOTE MOTORSCHIP „MARABOE" afkom stig uit Rotterdam, dat bij Carreg-y-LIam Quarry in de nabijheid van Porth Dinllaan in Carnarvonshire op de rotsen geloopen is. Bij hoog water zal men trachten het schip vlot te krijgen. DE DRUIVEN OOGST IN ZUID-FRANK RIJK is nu even eens in vollen gang. Er hcerscht veel bedrijvigheid om den oogst naar de wijnpersen te brengen. Na gedanen arbeid is het dan goed rusten. NIEUWBOUW AAN DE OUDE BRUG TE MAASTRICHT. In de werkputtcn aan den Wijkcr-oevcr is men reeds begonnen met het storten van de betonnen kaaimuur en het landhoofd, waarop de stalen overspanning voor de scheepvaart zal moeten rusten. LAAT HELPEN. WIE HELPEN KAN! De inzameling voor de „Winterhllfe" is te Berlijn weder begonnen en kan zich in veel belangstelling verheugen. Van alle kanten zijn de vrijwillige collectanten en collcctrices komen opdagen en zij doorkruisen nu de Duitsche hoofdstad. FEUILLETON. (TOM MIX SERIE.) door CHARLES ALDEN SELTZER. 15) Zij kon mot hem meevoelen, want zij wist precies, wat hem bewogen had. Zij keerde zich om en keek naar de verwijderde bergen, waarboven de zon juist hing een groo- te goudgl ins teren de bol, die breede golven geel dicht uitstraalde. die spoedig een saffraangele en violette kleur aannamen, als zij in aanraking kwamen met de schaduwen onder aan de heuvels. „Wie zag ooit zulke kleuren?" vroeg zij plotseling, met een gelaat, dat straalde van verrukking. .Het is beslist mooi. juffrouw. Zij klapte in haar handen. ..Het is schit terend!" verklaarde zij geestdriftig. Zij kwam dichter bij hem staan en strekte een arm uit naar de bergen. „Kijk eens naar die saffraangele schaduw, die zich juist ver mengt met- die parelgrijze streep, in die kloof tusschen de heuvels! Kijk eens naar die violette tint, die gekomen is in die zee van oranje en die purperen nevel boven de sneeuwtoppen der bergen. En zie dat vlam mende rood, dat diepe geel, dat leiblauw; en nu dien wazigen sluier van lila rose en amethyst, die verdwijnt en verbleekt nu ce donkerder schaduwen opstijgen uit de val leien!" Baar vorige oogen zochten die vac Ferjja- son. De schemering was plotseling ingetre den. „Het is het mooiste land van de wereld!" zei ze beslist- Hij keek haar met vroolijke oogen aan. „Zeker is het mooi," antwoordde hij. „Maar je kunt geen heel boek schrijven over een zonsondergang." Haar oogen flikkerden. „Neen", antwoordde zij. „Evenmin kan ik een boek schrijven over een edel karakter. Maar ik ga probeeren om een getrouw beeld te schetsen van het Westen, door te schrijven over de dingen, die ik zie. En ik ga ook probeeren. om er eenige echte karakters in af te teekenen. rk zal trachten om ze natuurlijk te laten spre ken en handelen." Plotseling glimlachte zij en keek hem met een veelbeteekenenden blik aan. „En de held zal geen Oosterling zijn die snoe vend door de bladen van boek loopt, en de mensohen onderwerpt door de kracht van zijn innemende persoonlij kehid. Hij zal een cowboy zijn, die de dingen doet volgens de gebruiken van zijn land een echte, onge kunstelde, zorgelooze herder!" ,Heb je al zoo iemand gezien?" vroeg hij, overtuigd dat hij geen enkele man kende, die aan de eischen. die zij opsomde voldeed „Je mag gerust weten, dat dit het geval is" antwoordde zij en keek hem recht in de oogen. Plotseling ging er een licht voor hem op. Zijn gelaat werd vuurrood. Het leek wel een donderslag. Maar hij slaagde er in om te glimlacher., ofschoon zij zien kon. dat het een gedwongen lach was. „Het wordt laat juffrouw" zei hij. toen hij zich naar zijn pony keerde. .Jk geloof, dat ik maar eens terug zal gaan naar Two Dia mond. Zij lachte spottende, toer. hij in het zadel sprong. Hoefgekletter werd gehoord op den hoek van het huis. ..Wacht!" beval zij. „Daar komt Bent" Maar een wincviaag bracht haar schort te beweging: een gekletter en zij kon Mustard's hoefslag hooren op de verwarde mesquites, die de open plek bedekten. Ferguson was ge vlucht. HOOFDSTUK X. Het weesje verdwijnt. In den nacht had Ferguson allerlei droo- men. Een meisje met springend bruin haar en spottende oogen was het middelpunt ge weest van de meeste droombeelden, die hom vervolgd hadden. Hij had haar voor zich zien zitten, terwijl zij vlug een potlood han teerde. Eens had hij zich verbeeld, dat hij over haar schouder keek. Hij had een schets gezien van een herder, waaraan zij scheen te werken,, welke schets een man voorstelde die veel op hem geleek. Hij kon zich herinneren dat hij erg verrast was ge weest. Maakten schrijvers ook de teekeningen die in hun boeken verschenen? Deze herder zat op een stoel, een voet was verbonden. Toen hij over den schouder van het meisje keek. zag hij hoe het vlugge pot lood de omtrekken maakte van een andere figuur een meisje. Toen deze schets uitge werkt werd, zag hij dat dit juffrouw Radford zelf moest voorstellen. Het meisje toekende heel goed want de gelijkenis was treffend. Hij zag zelfs de glans van haar oogen. Maar ter wijl hij er naar keek. veranderde het too- neel en het meisje stond op den rand der veranda, terwijl haar oogen den spot met hem dreven. En toen begon zij, tot zijn verbazing te spreken, ,Jk ga je in mijn boek zetten", zei ze. Toen wist zij, waarom zij hem geduld had. Hij werd warm en verlegen. „Je zult mij in geen enkel boek zetten, had hij gezegd. „Je behandelt mij niet eerlijk. Ik zou geen meisje kunnen liefhebben, dat mij in een boek zette." Plotseling las hij toorn in haar oogen. „Liefhebben!" aei ze, terwijl haar lippen op getrokken werden. .Denk je werkelijk, dat ik het zou toestaan, dat een cowboy mij het hof maakte!" En toen was het toon eel weer veranderd en hij schoot een ratelslang den kop af. ,.Ik ver kies niet, dat je mij liefhebt!" had hij haar verklaard. Terwijl de slang zich kronkelde, zag hij, hoe er een andere kop op groeide en ook op dit gezicht lag een spottende trek. Toen hij er naar keek, begon het te spreken. Je zult hem wel oppassen, zoodat hij niet sterft?" had het gezegd. Toen hij wakker werd, kookte hij van woede. De droom liet hem ook nu niet met rust, toen hij wegreed van de rancho naar de geul waar hij de doode koe van de Two Diamond had gevonden. Hij had het vinden van de doode koe niet gerapporteerd, daar hij van plan was om den volgenden morgen terug te keer en, den grond te on derzoeken en het „diertje" mee terug te ne men naar de rancho. Het zou dan nog vroeg genoeg zijn om Stafford met het gebeurde in kennis te stellen. De morgen was al half om, toen hij ein delijk de geul bereikte en erin afdaalde. Hij vond de doode koe er nog liggen. Hij steeg af, om eenige kraaien te verjagen, die zich om het lichaam verzameld hadden. Mis schien was 't kalfje af gedwaald.Men kon niet verwachten dat een kalf heel lang bU zijn doode moecer bleef, ofschoon hij voorbeelden kende waar dit gebeurd wasMaar wan neer het afgedwaald was kon het niet ver weg zijn. Hij besteeg zijn pony weer en reed door de geul. bereikte spoedig de heuvelrlj en reed er langs heen. terwijl hij met scherpen blik het omliggende land afzocht. Hij zag geen spoor van het kalf. Plotseling kwam hij bij een rots, waarnaast een boschje eiken-hakhout groeide. Er lag iets in het zachte zand en hij steeg vlug af, waarna hij eer. ieeren tabakszak opraapte Hij onder zocht deze zorgvuldig. Er waren geen ken- teekenen, waaraan meo den eigenaar zou kunnen ontdekken „Een man die in deze streek zijn tabaks zak verliest is wel erg zorgeloos", merkte hij glimlachend op. „of hij heeft eigen haast." Hij liep dichter naar het boschje toe. en keek er in en onderzocht nauwkeurig 't zand, Spoedig ontdekte hij den indruk van een voet op een weekc plek cn zag, verder zoekende, twee streepen, die gemaakt konden zijn door een knielenden man. Hij knielde zelf op deze streepen neer en duwde met een hand het kreupelhout weg. Hij lachte grimmig, toen hl), in de geul kijkende, aan de overzij de de doode koe zag liggen. Plotseling liep hij weg van het boschje en keek om zich heen. Een paar meter verder terug was een diepe inham in den heuvel rand afgezet, met een massa vreemd onkruid. Hij naderde dit en keek er in. Nog kort ge leden had daar een paard gestaan. Hij kon duidelijk de indrukken der hoeven zien waar het dier ongeduldig had staan trappe len Rij keerde, overtuigd, naar het boschje terug. „Er was gisteren iemand hier, toen ik daar naar die koe stond te kijken", besloot hij. „ZU hielden mij in het oog. De man dien ik over die andere heuvelrij zag rijden, hoorde bij dien, welke hier zat. Maar waarom reed deze man ook niet weg?" Hij stond rechtop en keek om zich heen. Toen glimlachte hij. „Wel het is maar al te duidelijk", ad hij. .De man. die op deze heuvels zat, was op den uitkijk. Hij hoorde mijn revolver, toen ik die slang doodschoot. Ik vermoed, dat hU begreep dat wie er ook geschoten had. deze per soon hem zien moest, wanneer hij probeer de om weg te rijden. En daarom ging hU ndet. Hij bleef hier en hield mU in het oog toen ik verder reed." HU glimlachte. .Ret heeft geen nut om nog naar dit diertje te zoeken. De man, die hier bleef, heeft het meegeno men." Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9