HAARLEM'S DACBLAD DINSDAG 4 OCTOBER 1932 VOETBAL. HAARLEM—STORMVOGELS. DE HAARLEM-PLOEG GEWIJZIGD. Voor den wedstrijd HaarlemStormvogels, die a.s. Zondag aan den Schoterweg gespeeld wordt, is het Haarlem-elftal als volgt gewij zigd: Hoe ben, Oldenburg, Huijsmans, De la Mar, Bieshaar. Vreeken, Xseger, Verwaal, Breeuwer, Van Polanen, Kammeijei*. DE TOESTAND VAN VAN DER ZEL. De toestand van Van der Zei. den dcel- verdediger van West Frisia, die j.l. Zondag to Enkhuizen in den wedstrijd tegen Haarlem bij een uitval met zijn hoofd tegen de knie van één der tegenstanders gebotst is, waarbij hij zóó gewond werd, dat hij moest worden weggedragen, geeft gelukl:ig alle ".eden tot tevredenheid. Nader vernemen wij, dat de kwetsuur ook niet zoo ernstig was, als aanvankelijk ge dacht werd. Hij heeft ook geen hersenschud ding opgeloopen. Het bloed, dat na de botsing uit "zijn mond liep, werd veroorzaakt door dat hij op zijn tong gebeten had. A.s. Zondag zal hij vermoedelijk weer het doel van West- Frisia verdedigen. DAMMEN. JUBILEUM HAARL. DA3ICLUB Maandagavond begonnen in het clublokaal der Haarl. Damclub de kwartetwedstrijden georganiseerd ter gelegenheid van het 2o- jai'ig bestaan der Kaarl. Damclub. Hieronder volgen de uitslagen der eerste ronde: Kwartet No. 1—Kwartet No. III 1. J. W. van Dartelen—A. de Jong 1—1 2. H. Rozijn—J. Otter 2—0 3. H. G. J. AndriessenH. W. C. v. Rhoon 02 4. O. T. Glaser—Ph. G. Amelung Jr. 0—2 3—5 1—1 1—1 0—2 1—1 3—5 Kwartet Nr. nKwartet Nr. IV. 1. J. P. van EijkJoh. Fabel 2. J. Balk—Th. Wesselman 3. J. C. Bom—N. J. H. Koers 4. B. HennekeP. A. Nooij Kwartet Nr. VKwartet Nr. VI. 1. H. GreeuwJ. Poppen 20 2. J. H. Reedijk—W. J A. Matla 2—0 3. H. C. StappersC. Kool 11 4. A. SmitTh. C. v. d. Sluijs 11 6—2 CLUBKAMPIOENSCHAPPEN HAARL. DAMCLUB. Mandagavond werd voor bovengenoemde wedstrijden nog de volgende partijen ge speeld: Promotie-degradatie-competitie hoofd klasse2de klasse: J. van Looij wint van W. van Pelt. 1—0 6—0 4—2 2—1 KORFBAL. HAARL KORFBALBOND DE UITSLAGEN. Ie klasse: S. S. H. I—D. S. V. 1 T. H. B. 1—Advendo 2 K. V. 1—Animo 2 Kennemers 1S. V. 2 2e kl. A: Haarlem 3—S. V. 3 1—0 D. W. S. 1Zilvermeeuwen 2 (w.n.o.) 50 Oosterkwartier 2Alw. Ready 1 32 2e kl. B: S. S. H. 2—D. S. V. 2 5—1 Ons Genoegen 1T. H. B. 2 43 3e kl. A: Excelsior 1Haarlem n. g. Meerlebosch 1Tempo 1 1 3e kl. B: De Thorn 2Always R. 2 gestaakt. Tempo 2Ons Genoegen 2 n. g. S. V. 5Oosterkwartier 3 12 ROEIEN WEDSTRIJDEN WEST. ROEIBOND. Nader wordt ons uit Leiden de namen der vereenigingen genoemd, die daar Zondag 9 October aan deze wedstrijden deelnemen: No. 1 Vierriemsgieken (heeren seniores), Spaame, Laak. No. 2 Vierriems overnaadsche gieken (da mes beginnelingen), Spaarne Delftsche Sport. Schie. Leythe. No. 3 Vierriems gieken (dames seniores), Spaarne, Laak, Leythe. No. 4 Skiff (heeren beginnelingen), Spaame Laak, Delftsche Sport. Schie, Leythe. No. 5 skiff (dames beginnelingen) Spaame. Delftsche Sport, Laak, Leythe. No. 6 Vierriems overnaadsche gieken (hee ren beginnelingen), Spaarne, Laak, Delftsche Sport. Schie, Leythe. De loting zal plaats hebben Dinsdag 4 Oct. 5 uur. pische Spelen te Los Angeles. In grid Larsen bleek bij deze demonstratie niet opgewassen te zijn tegen mejuffrouw Gregaard, die een ;rooter aantal punten kreeg. Daarna had de wedstrijd over 200 M. school slag voor dames plaats, waarvoor aan den start verschenen Else Jacobsen (Denemarken), Jenny Kastein (Nederland) en Kers tin Isberg Zweden). Else Jacobson vreesde het- meest onze land- genoote, die zij voortdurend bewaakte. Door dat zij haar zwemmuts verloor, kwam zij bo- endien nog in botsing met de Zweedsche zwemster, die ook daardoor het eerst kon aan- ikken. Haar tijd was 3 min. 11.5 sec. Mejuf frouw Kastein werd derde met 3 min. 13.5 sec. Op de 400 M. vrijen slag heeft Puck Over- sloot echter revanche genomen. „Als een tor pedo", zoo noemden de Denen het, schoot zij door het water; de Deensche zwemster Lilly Andersen bleef dan ook veel achter. Puck Oversloot- werd eerste in 6 min. 2.4 sec. Na een springwedstrijd voor heeren, waarin o.a. de deelnemer aan de Olympische Spelen Kai Larsen uitkwam, volgde een wissel-esta fette voor dames over 3 maal 66 2 3 M. Aan den start verschenen een Deensche ploeg, be staande uit mej. Nielsen, Else Jacobsen en Lilli Andersen en een Zweedsch-Nederlandsche oioeg, bestaande uit de dames Kerstin Isberg, Jenny Kastein en Puck Oversloot. De Deen sche ploeg won in 2 min. 43.6 sec. De tijd van de Zweedsch-Nederlandsche ploeg was 2 min. 53 sec. Maandagavond werden de wedstrijden voort gezet. WIELRIJDEN. DE ZESDAAGSCHE TE AMSTERDAM. Ook de Belgische renner van Bougenhout is hans geëngageerd- voor de Amsterdamsche Zesdaagsche. Met eenige andere Belgische, Fransche en Duitsche renners wordt nog on derhandeld. Aan het einde dezer week zal o.a. definitief gemeld kunnen worden welke ren ners Frankrijk en België in de Amsterdam sche Zesdaagsche zullen vertegenwoordigen. ZWEMMEN. HET INTERN. ZWEMFEEST TE KOPENHAGEN. De dames Oversloot en Kastein nemen deel. Nader wordt uit Kopenhagen gemeld: On der groote belangstelling zijn Zondagavond te Kopenhagen internationale zwemwedstrijden beaonnen. aan welke o.a. de Nederlandsche zwemsters Oversloot en Kastein deelnemen. De zwemfeesten werden bijgewoond door den Koning van Denemarken: ook de Nederland sche gezant Ridder van Rappard was tegen woordig. Vóór het begin der wedstrijden traden de Zweedsche, Nederlandsche en Deensche zwem sters naar voren ter begroeting van den Ko ning. De Deensche zwemster Else Jacobsen be tuigde tegenover den Koning haar leedwezen, dat zij bij de O'.vmpische Spe'.en te Los An geles slechts derde was geworden. De Koning nam lachend deze mededeeling In ontvangst en drukte haar de hand. Begonnen werd met een springdemonstratie aan welke zeven dameszwemsters deelnamen. Pe Deensche vertegenwoordigster op de Olym- Voor den Politierechter. DE VLAAMSCHE GAAI Hij rumoerde in het boschje; nu eens hoorde je weeklagen, dan weer schetteren, wat was het? Een vervolgd dier; een oude kraai? Maar plots liet hij zich zien en Mr. Paardekoper Overman, die een goed jagers man is. heeft hem geschoten; 't was een Vlaamsche gaai. al een oude, maar rumoerig twistziek en baldadig zooals die zijn. Licht begrijpt de lezer dit niet en ik wil daarom mededeelen, hoe ik tot deze beeld spraak kom. 't Oude mannetje met het vogelkopje, dat in de beklaagdenbank stond, had nu niet zoo'n groot misdrijf begaan, maar hij had toch iets gedaan, wat hij niet doen mocht. Toen hij eenigen tijd geleden zich voor den kantonrechter te Zaandam moest verantwoorden, was hij niet binnengetreden zooals verwacht kon worden, daar de deur openstond maar hij had tapage gemaakt door een roffel op de deur te slaan en toen de veldwachter hem daarop naar buiten duwde had hij tegen dezen gezegd: blijf van me lijf, snotneus! Een veldwachter acht zich beleedigd, als je hem snotneus noemt en daarom moest het mannetje zich daarvoor verantwoorden. Nu, hij verantwoordde zich dan ook, vertelde, dat hij een gat in zijn long had gehad en dat de veldwachter ter hoogte van dat gat had gedrukt, liet. een pot zalf en een doos poe ders zien en vertelde, dat zijn hersenen al in voorgedachte voor de volgende week gingen. Verder uitte hij de veronderstelling, dat de veldwachter al in Medemblik zou zitten, als deze den politierechter had aangedaan, wat hij hem had geflikt, rekte zich uit, stak de hand ten hemel en oreerde: „God helpe mij: dat is een woord van Johannes Hus op den brandstapel." Maar met dat al hoorden we niet, of hij snotneus tegen den veldwachter had gezegd en dat wou de politierechter graag weten. Toen gaf de Vlaamsche gaai zich bloot; hij trok zijn zakdoek uit den zak, zei, dat de veldwachter een druppel aan den neus had gehad en dat hij bedoeld had, dat de ambtenaar dien moest afvegen. Deze uit lating ontging den officier niet; die schoot hem: zag, dat de man zich alleen maar mal aanstelde, maar dat hij een sluwe, ondeu gende rakker was, querulant wellicht. En in dat licht beschouwd was zijn aanroepen van God profanatie en weerzinwekkend. De of ficier eischte f 5 boete, de rechter gaf ze de man zei, dat hij liever ging zitten, wat nie mand hem zal beletten, en waardoor hij geen martelaar zal worden. Als 't niet zoo'n oude gaai was geweest, had hij allicht wat meer gekregen. ZAANSCHE ZEDEN Ze schijnen daar aan de Zaan nog al kort aangebonden te zijn en we kregen dan ook weer eenige gevallen te hooren van lieden, die meenen dat ze hun medemensch. die hun dwars zit, hun ontevredenheid aan den lijve moeten doen gevoelen. Er was een juffrouw, die twee geitjes had en die graasden, waar zulks eigenlijk niet mocht. Ei- passeerde een man. die een hond je had, dat hij niet bij de belasting had aan gegeven en dat hondje ging loopen, waar de twee geitjes liepen en waar het hondje eigenlijk ook niet loopen mocht. Nu doet dit alles niets ter zake, want daar ging het niet om. maar die juffrouw meende, dat het hondje haar geitjes ging verschrikken, waar om ze een stok ging halen, doch de man ging verder met zijn hondje. Men zal zeggen: dit was geen casus belli. Neen, in ons oog niet, maar voor den man van het hondje blijkbaar wel, want toen hij wat later met iemand stond te praten en de juffrouw pas seerde. zei hij tegen den man, zoo dat de juf frouw het hooren kon: „Ik heb zin om te knokken" en hij wreef zich de handen. De juffrouw veinsde niet, zulks niet te hooren, maar zei: „Kom vanavond maar". Uit welken hoek waait de wind? zoog de man verder en de juffrouw zei: Uit het Oosten. 's Avonds passeerde de man van het hond je, nu zonder hondje, maar met een kind van anderhalf jaar de woning van de geitjes De juffrouw stond daar en zei tegen haar man: „nu durft die schooier niet," en daar op ontwikkelde zich een gevecht tusschen den man, die zin in knokken had gehad en den man van de geitjes, de anderhalf jarige spruit werd zoloang als toeschouwer aan den kant gezet. 't Is twijfelachting wie er begonnen is en ook wie de zege behaald zou hebben, als niet de meerbedoelde juffrouw zich in het conflict had gemengd, dat. nu werd beslecht ten voordeele van de geitjes, want de juffrouw nam een dikke lat en sloeg die kapot op het hoofd van de tegenpartij, zoodat het publiek dat aan den kant zat, kon constateeren, dat Pa knock out was geslagen. De juffrouw moest zich nu verantwoor den, wond er geen doekjes om, dat ze een kiap had gegeven, maar vond zich volkomen in haar recht. De politierechter niet: die gaf f 15 boete en de juffrouw gaat in hooger be roep. Er stond een andere Zaankanter terecht, die te Zaandam in een café een chauffeur uit Amsterdam van de trap geslagen had, waarbij die chauffeur een enkel brak. De aanleiding tot de handeling was al zeer zon derling en ik zou ieder aanraden een beetje op zijn qui vive te zijn, als hij in Zaandam in een café is. Daar hadden twee Zaandam mers ruzie, die ze op een trapportaal uit vochten. Een vriend van de combattanten stond daarbij en de chauffeur kwam er ook bij staan. Nu meende de vriend, dat de chauffeur zich met het geval wilde bemoeien wat heel niet zoo was, maar die veronderstel ling was al voldoende om den chauffeur een duw of een trap te geven en aangezien de chauffeur boven aan de trap stond, kieperde hij naar beneden en brak zijn been. Mr. van Dam, die als verdediger optrad, haalde er een arrest van den Hoogen Raad bij om aan te toonen, dat als je iemand een duw geeft, waardoor hij van de trap valt, al leen gesproken kan worden van zwaar licha melijk letsel door schuld in een geval als dit niet van mishandeing, zoodat vrij spraak zal moeten volgen, omdat mishande ling is ten laste gelegd. De officier bestreed dit, zag hierin een voorwaardelijk opzet, omdat, als je iemand boven aan de trap een duw geeft, je het. op- zet hebt hem letsel te bezorgen. Eisch f 50 boete. De politierechter zag er eveneens mishandeling in, maar deed er f 10 af. DE BADHUIZEN VAN HET „WITTE KRUIS" Het aantal genomen baden in de afgeloo- pen maand September was: Badhuis Koudenhorn: mannen 956, vrouwen 465, totaal 1421. Badhuis Leidscheplein: mannen 1690. vrou wen 914, Schoolbaden 856, totaal 3460. Badhuis Schotersingel: mannen 1735. vrou wen 1142, schoolbaden 754, totaal 3631. Badhuis Hofdijkplein mannen 1573, vrou wen 832, schoolbaden 1286, totaal 3691. Badhuis van Egmondstraat: mannen 1758, vrouwen 1056, schoolboden 551, totaal 3365. NED. REISVEREENIGING A.S. Donderdagavond zal voor de afd. Haarlem van de Ned. Reisvereeniging een voordracht worden gehouden door Jhr. Dr. J. C. Mollerus met als onderwerp„Mijn Ame- rikaansche reis/" STADS-BEBLIOTHEEK EN LEESZAAL Aantal bezoeken over September '32 12125 (vorig jaar 10841) waarvan 5701 (vorig jaar 5354) aan de krantenkamer en 2302 (vorig jaar 2081) aan de algemeene Leeszaal. Uitge leend werden 10642 boeken. Filiaal Haarlem-Noord. Aantal bezoeken 3242 (vorig jaar 2317) waarvan 1286 (vorig jaar 784) aan de Leeszaal. Uitgeleend werden 2546 boeken (vorig jaar 1977). LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL Nieuwe stukken'te Amsterdam MADEMOISELLE. DAVID COLDER. Het Centraal Tooneel is hard op weg onder leiding van Cees Laseur een der beste ensem bles van Nederland te worden. De geestige', pétillante opvoering van Domino was reeds een verrassing en werd voor dat gezelschap een verdiend groot succes. Thans volgde daar op Mademoiselle, een voorbeeld van voortref felijk samenspel, dat dit prachtig, maar lang niet gemakkelijk te spelen stuk van Jacques Deval volkomen tot zijn recht bracht. Zelden zag ik van een Hollandsch gezelschap een vertooning, waarin licht en donker zoo fijn op elkaar waren afgestemd en dank zij de juiste bezetting van elke rol een zoo vol maakt geheel was verkregen. Een voorstelling dus, die zeer zeker tot een der groote succes sen van dit seizoen zal worden. Ook dank zij het heel knap gebouwde, sterk spannende stuk, dat ondanks een tragisch motief in vele momenten zoo verrukkelijk licht toch blijft en over de geheele linie gelegen heid biedt tot boeiend tooneelspel. „Mademoiselle" is de gouvernante van Christiane Galvoisier. Waarom de 18-jarige Christiar.e nog een gouvernante heeft? Louter en alleen, omdat mevrouw Galvoisier geen tijd heeft zich met. haar dochter te bemoeien. De Galvoisiers zijn de oppervlakkigheid zelve. O. uiterlijk heel joviale uitbundige menschen, maar zonder eenig degelijk fond. Zij draven, hollen en rennen langs elkaar heen en blij ven elkander vreemd als „voorbijgangers". In dit wufte gezin voor zoover men van een gezin kan spreken komt mademoiselle, met de omgeving even sterk contrasteerend in haar sombere, zwarte kleeding als in haar stugge, gesloten, schijnbaar koude karakter. Maar zij is er nauwelijks vijf minuten, of zij staat reeds nader tot- Christiane dan alle an deren. want aan haar bekent het jonge meis je, dat zij moeder moet worden Deze beken tenis is eigenlijk het eenige zwakke punt In het stuk, omdat het moeilijk is aan te nemen, dat het meisje hoe nerveus zij op dat oogenblik door haar bezoek aan den dokter ook moge zijn voor mademoiselle, die eer der afstoot dan aantrekt, haar hart zal ope nen. Maar hoe prachtig en volkomen logisch ontwikkelt zich verder de handeling. De gouvernante ziet plots den horizon van het geluk. Deze vrouw, die in haar gesloten heid en haar haat tegen de mannen altijd alleen op de wereld heeft gestaan, begrijpt dat Christiane haar het kind zal kunnen schen ken. waarnaar zij heel haar leven lang met zoo'n innigheid heeft verlangd. Een kind om te koesteren, een kind om groot te brengen het zal haar als door een wonder in den schoot worden gelegd. Want mademoiselle voelt on middellijk, dat Christiane niet de vrouw is om waarlijk moeder te zijn en dat zij zonder eeni gen strijd afstand van haar kind zal kunnen doen. En van dat oogenblik af zijn made moiselle en het meisje bondgenooten. In een klein dorp ver buiten Parijs wordt het kindje geboren en als Christiane van haar gefingeerde „rustkuur" geheel genezen ro het ouderlijk huis terugkeert, vermoedt niemand, waarom zij zoo lang is weg ge weest. Alleen tusschen Christiane en ma demoiselle is dat groote geheim. Een oogen blik is het, alsof het meisje het. verraden zal en nooit zal ik het gebaar en den sme- kenden blik vergeten van Tilly Lus, toen al het geluk haar plots dreigde te ontgaan. Maar Christiane zwijgt en mademoiselle kan het moederschap op zich nemen. Haar be kentenis doet mevrouw Galvoisier ondanks zich zelve in lachen uitbarsten, maar ons be stierf de lach op de lippen, toen wij Tilly Lus dat tooneel zagen spelen. Het .moederschap" had plots ceze vrouw veranderd. Een warme, teere glans kwam in die oogen, welke tot op dat oogenblik staal-hard hadden gesche nen, het wor.der der liefde kwam over haar. En als even later de fa-milie Galvoisier weer als van ouds „vereeniga" is en in drukke uit gelaten vreugde den terugkeer van de gene zen Christiane viert, neemt de gouvernante haar twee handkoffertjes op en gaat lang zaam. door niemand meer opgemerkt, de kamer uit, haar nieuwe groote geiuk. dat daar heel ver in een klein dorpje bü een voedster op haar wacht, tegemoet. Mademoiselle is een onvergetelijke creatie van Tilly Lus geworden en het is wel ze ker, dat niemand in Nederland haar in deze rol zou kunnen evenaren. O. sympathiek is deze vrouw allerminst, maar hoe doorleefd is dit spel! Het is alles uiterst sober, sterk ge concentreerd en toch van een kracht en een innigheid ook in haar stille spel die óen toeschouwer sterk aangrijpt. En hoe ontroerend wordt haar spel. wanneer ceze kinderlooze vrouw haar moederschap ver dedigt, Dan stijgt Tilly Lus tot een hoogte, die zij alleen in ons land kan bereiken. Ook in de verdere bezetting schonk deze opvoe ring een groot genot. Hoe licht zou een te veel in de uitbundigheid, een maar even over de grens gaan, den totaal-indruk hebben kunnen schac'en. Geen moment is daar zelfs ook maar sprake van geweest. Voortreffelijk was het kwartet der Galvoisiers. Louis de Bree kostelijk op dreef en merkwaardig be- heerscht. in zijn komische kracht als de al door geaffaireerde papa, die zelfs in zijn huis jasje de oreerende advocaat blijft. Mien van Kerckhoven-Kling, uitstekend als de lucht hartige mevrouw Galvoisier, een en al druk ke bewegelijkheid en wuftheid, Mary Dres- selhuys, van een gespannen, trillende ner vositeit in de eerste bedrijven, van een uit bundige, jonge vroolijkheid in de laatste acte. toen zij van haar angst, en zorg ver lost was, Joan Remmelts raak typeerend den vroeg rijpen zoon, die in den kring van book makers en vrouwen het meest op zijn gemak is. Van een klein rolletje een pseudo-dok- ter maakte Cees Laseur een kabinetstukje zoo volkomen af. zoo meesterlijk gespeeld, dat wij het tot zijn beste creaties durven rekenen. Johan Kaart gaf iets heel eigens aan een louchen knecht en zelfs de drie verschillende dienstmeisjes kregen onder hun mutsjes elk een eigen cachet in deze gave, prachtige vertooning. Een stuk van wel heel ander gehalte is David Golder, waarmee Louis de Vries met zijn gezelschap in den Hollandschen Schouw burg het seizoen heeft, geopend. Zoo gaaf en volmaakt van structuur de comedic van Jacques Deval is. zoo verbrokkeld is 't uit den roman getrokken tooneelspel, dat in 6 tafe- reelen fragmenten geeft uit het leven van David Golder, den Jood, die zich van een klein marskramertje tot. een der invloedrijk ste geldmagnaten te Parijs weet op te wer ken, doch die innerlijk arm blijft, omdat hem de grootste schat in het leven, de lief de onthouden wordt, Het is met dit tooneel spel als met.bijna alle uit romans gefabri ceerde stukken: het bestaat enkel uit frag menten, het is geen geheel. De sprong van de blokhut in Amerika, waar wij David Gol der nog als concessiejager zien. onmiddellijk zonder eenigen overgang naar het sa lon in Parijs 20 jaar later is zoo groot en onverwachts, dat een ieder, die den ro man niet gelezen heeft, de vraag zal stellen: Wat overkomt mij nu? Niet voor niets hebben wij geleerd, dat het tooneel „l'art de préparation" is. Wie daar tegen meent te kunnen zondigen, komt steeds bedrogen uit. De twee Franschen. die David Golder van Irene Nemirovsky hebben bewerkt, hebben eenige scènes uit den roman opgepikt en zonder dramatische stijging naast elkaar geplaatst. Enkele tafereelen zooals het eerste en het vierde zijn zeer grof gepenseeld en het stuk gaat met een heel langdradige en melodramatische sterf scène uit als een nachtkaars. David Golder is in den roman geteekend als een krachtmensch. maar In het tooneel- stuk blijft daar maar heel weinig van over. Wij zien hem in drie van de zes tafereelen óf lichamelijk of geestelijk gebroken en al leen in het tweede tafereel, waarin hij zijn oud-compagnon Markus weigert te helpen, als de sterke man, die om zijn doel te berei ken desnoods over lijken gaat. Van dat tafe reel heeft Louis de Vries iets geweldigs ge maakt en werd zijn spel monumentaal. Toen heb ik De Vries volop bewonderd, vooral om dat hij zijn effect met zulke sobere middelen bereikte. Jammer was het alleen, dat de re gie de spelers in dat tafereel aan weerszijde van een niet door een kap beschutte electri- sche lamp had geplaatst en het felle licht het moeilijk maakte het spel. te volgen. Ook in de verdere tafereelen heeft de Vries momenten van groot spel gegeven o.a. aan het slot van het vierde tafereel, toen David hoorde, dat Joyce niet zijn dochter was en hij de wilde, Oostersche smart van den Jood waarlijk aangrijpend uitbeeldde maar een creatie werd deze Golder toch niet. Hij kon het niet worden, omdat de schrijvers niet vol doende materiaal er voor hadden geleverd. Mevrouw Jacqueline Roy aards—Sandberg was Gloria, David Golder's vrouw. Zij heeft, het Joodsche karakter van Gloria aldoor heel zuiver en zonder charge weten te accentuee ren en paste zich volkomen aan bij het spel van de Vries. Het meest trof zij mij in het vijfde tafereel, waarin zij een sfeer van kille, afsbootende harteloosheid om zich heen wist te scheppen. Miep van den Berg verraste in de rol van Joyce. Zij gaf het moderne zelfstandige meis je markant, levendig en met distinctie. Mis schien heeft de auteur haar nog wreeder en harteloozer bedoeld, maar wanneer zij eanail- leuser had gespeeld, zou er voor de liefde van David voor Joyce in het geheel geen motief zijn overgebleven. Er waren zeer vele bijrollen, die in het stuk echter allen even vaag blijven. Een ensemble heeft de regisseur John Gobau uit de vele heterogene leden van het Hollandsche Tooneel nog niet kunnen vormen, maar dit komt misschien later, wanneer men meer op elkaar is ingespeeld. Wanneer het stuk een succes mocht worden wat ik voor de Vries hartelijk hoop dan zal het dit voornamelijk van het spel der drie hoofdpersonen moeten hebben. J. B. SCHUIL. ONBEKENDE BRIEVEN VAN GOETHE ONTDEKT. Uit 'n particuliere verzameling te Bremen is een 400 tal documenten voor den dag geko men en overgegaan aan de stadsbibliotheek Er zijn 140 onbekende brieven van Goethe bij. voorts een brief van Schiller, brieven van Vulpius. den zwager van Goethe, minister Voigt, kanselier vort Moeller. Charlotte von Schiller, Caroline von Wolzogen en eenige an-deren. De verzameling is afkomstig uit de nalatenschap van Johann Michael Christoph Faorber. die inspecteur der musea te Jen a is geweest. U77S—1S44). De brieven zijix grootendeels uit de jaren 1811 tot 1832. JACOB VAN LENNEP. EEN DAG DAME. Wat wonderlijke erflaters heb ik al niet op het tooneel gezien! Alfred Cherry de manne lijke hoofdpersoon in de Amerikaansche klucht, welke de tooneclvcreenlging Jacob van Lennep gisteren op haar eerste voorstelling heeft gegeven, is ook weer de dupe van zoo'n mallen oom of was het een tante? die in uiterste wilsbeschikking bepaald had. dat Cherry alleen maar geld ontvangen mocht, wanneer hij getrouwd was. Cherry schrijft een briefje aan don notaris, dat- aan dien wensch voldaan is. maar zet rustig zijn vrijgezellen- leven voort. Totdat plotseling de notaris zijn bezoek aankondigt. Wat te doen. als je geen vrouw hebt en je moet toch voor getrouwd doorgaan? Een lastig geval voor De Haag- sche Post. De mallotige Mrs. Chadwick biedt haar diensten aan, maar als Cherry die vogel schrik ziet, besluit hij om nog maar liever zijn erfenis er aan te geven dan één dag met haar al is het dan ook in schijn het hu welijk na te bootsen. Maar er is gelukkig voor Cherry nog een alleraardigst dienst meisje in huis en als de notaris verschijnt is de zaak in orde. Alice Sterling neemt voor één dag de rol van ..dame" op zich en daarmee is het hek voor alle bcnoodigde verwarringen en kluchtspel-situaties van den dam. Want laat de knappe Alice 's morgens ju'st in het geheim met den butler getrouwd zijn en laat die butler nu een razend jaloersch mensch wezen! Je behoeft verder niet veel fantasie te hebben om je voor te stellen, hoe het. daar in de huize Cherry toegaat vooral als de no taris het vrouwtje van zijn cliënt 'n schatje gaat vinden. En als er nog 'n zuigeling op het tooneel komt, 'n pracht van een exem plaar. dat zelfs geen kik geeft, wanneer zij het ondersteboven keeron, dan gaat het zelfs boven de macht der spelers en is heel de zaak zoowel voor als achter liet voetlicht één schaterlach. Jacob van Lennep had" al heel weinig moei te met deze klucht. Voor de malle situaties zorgt de Amerikaansche schrijver en de spe lers hebben er verder weinig aan toe te voegen. Ik heb mij afgevraagd, of het nog niet grappiger zou zijn geweest, wanneer Ai ice meer had laten merken, dat zij slechts een aangekleede dame was, maar de schrijver stelde dezen eisch niet en ook zoo was het al kluchtig genoeg. Mevrouw Groeneweg zag er als de pseudo-dame uit „om te stelen" en het was dus fxeen wonder, dat de notaris zijn hart verloor en de butler van Jalouzle barst te. En zij was een kittig dienstmeisje, waar van je dadelijk geloofde, dat zij haar meneer wel uit den brand zou helpen. Wanneer het een Fransche klucht ware geweest, zou het misschien minder „zakelijk" zijn afgeloopen. Mevrouw Lingeman is er niet voor terugge deinsd een offer te brengen aan Thalia en had al haar vrouwelijk schoon weggewerkt om een vogelschrik te zijn. Zij had er zelfs een basstem voor ingehuurd. Het resultaat was een daverend lachsucces voor Mrs. Chad- wich, dat zij ook verdiende. Doortje Bouw meester was een liefallig ui'tziende Lucy Norton en Jo Bennik een juffrouw Cornero. waarvoor zelfs een dragonder op de vlucht zou slaan. Den heer Arle van Hemert zie ik liever in markante karakterrollen dan in die van een jeune premier. Maar hij beschikt over een groote dosis routine en hij sloeg zich dan ook zeer bevredigend als Alfred Cherry door de moeilijkheden van dezen getrouwden vrij gezel heen. De heer de Vries speelde het best in den kluchtspelstijl. Aan den butler kon je minder gemakkelijk trelooven dan aan den gedupeerden echtgenoot. Hij speelde met opgewektheid en heeft zeer veel bijgedragen tot het daverend lachsucces. Wat ook de heer van Zandbergen, die als de notaris Ross een gelukkigen avond had, heeft gedaan. Van den jongen Ben Bouwmeester w.is Danny Dandy, meen ik. n debuut. Wij zullen dat ventje :n de gaten houden, want het lijkt mij toe. dat hij van het goede timmerhout is. Hoe kan het anders, zal men zeggen, als je Bouw meester heet. Het eenige doel was gisteren: een vrooüjkeï avond, en wie van de zeer talrijke aanwezigen zou durven beweren, dat dit doel niet bereikt is. Plezier had men zoowel in de zaal als op het tooneel, zcodat het voor Van Lennep een flink succes is geworaen. J. B. SCHUIL. MUZIEK. Haarlemsche Opera(etle) Vereeniging De opvoering van Planquette's „Les Cloches dc Cornevilledoor de H.O.V. in het vorig seizoen gegeven ligt nog in goede her innering bij hen die haar bijwoonden; de herhaling heeft den gunst.igen indruk van het werken dezer nog jonge vereeniging ge sterkt. Ten aanzien van haar pracstaties be hoeft de criticus niet alles door een speciaal voor het beoordcelen van dilettantenwerk geslepen welwillendheidsbril te beschouwen, hier behoeft hij zich niet te vervelen: er is veel in dat zonder meer „goed" genoemd mag worden; er zit gang in de vertooning, leven digheid in dc tafereelen; men kan zien dat de regie in. handen van een vakman is. En vooral: er wordt gezongen, gezongen mot stemmen die den toets der kritiek kunnen doorstaan en die meerendeels behoorlijk ontwikkeld zijn. En cat is noodlg, want Planquette's geestig werk is voor de solo zangers en zangeressen lang geen sinecure, zooals vele z.g. moderne operettes, maar ver- eischt zangkunst. Voor zoover ik mij herinne ren kan was de bezetting der hoofdrollen in hoofdzaak dezelfde als de eerste maal: mej. B. Dijkstra (Serpolctte) zag ik als nieuwe aanwinst. Haar zangkunst kennen we reeds lang; haar spel vergoedde aan levendigheid wat dat van mej. B. Duyn (Germaine) daar aan te kort kwam. Aan deze zij grootcre vrijheid van beweging aanbevolen. Goede mannenstemmen hoorden we van dc heeren Huyboom (Henri), Vreeswijk (Gaspare). Go- sen (Grénichleux) en van het edelachtbare, zwaar gepruikte gezelschap, waarvan één de eigenaardigheid had ongeveer een octaaf hooger te spreken dan hij zong- Koren en or kest werkten zeer verdienstelijk en de heer Jan Nibbering hield als maëstro al cembalo alles goed bijeen. Aan hem en aan den heer J. A. Kaart, die de regie verzorgd had, komt hoof .zakelijk de eer toe van deze welgeslaagde opvoering. Met belangstelling zien we die van „Czar und Zimmermann" in December a.s. tegemoet. K. DE JONG. I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 11