HAARLEM'S DACBLAD
DINSDAG 4 OCTOBER 1932
VOETBAL.
HAARLEM—STORMVOGELS.
DE HAARLEM-PLOEG GEWIJZIGD.
Voor den wedstrijd HaarlemStormvogels,
die a.s. Zondag aan den Schoterweg gespeeld
wordt, is het Haarlem-elftal als volgt gewij
zigd:
Hoe ben,
Oldenburg, Huijsmans,
De la Mar, Bieshaar. Vreeken,
Xseger, Verwaal, Breeuwer, Van Polanen,
Kammeijei*.
DE TOESTAND VAN
VAN DER ZEL.
De toestand van Van der Zei. den dcel-
verdediger van West Frisia, die j.l. Zondag
to Enkhuizen in den wedstrijd tegen Haarlem
bij een uitval met zijn hoofd tegen de knie
van één der tegenstanders gebotst is, waarbij
hij zóó gewond werd, dat hij moest worden
weggedragen, geeft gelukl:ig alle ".eden tot
tevredenheid.
Nader vernemen wij, dat de kwetsuur ook
niet zoo ernstig was, als aanvankelijk ge
dacht werd. Hij heeft ook geen hersenschud
ding opgeloopen. Het bloed, dat na de botsing
uit "zijn mond liep, werd veroorzaakt door
dat hij op zijn tong gebeten had. A.s. Zondag
zal hij vermoedelijk weer het doel van West-
Frisia verdedigen.
DAMMEN.
JUBILEUM HAARL. DA3ICLUB
Maandagavond begonnen in het clublokaal
der Haarl. Damclub de kwartetwedstrijden
georganiseerd ter gelegenheid van het 2o-
jai'ig bestaan der Kaarl. Damclub. Hieronder
volgen de uitslagen der eerste ronde:
Kwartet No. 1—Kwartet No. III
1. J. W. van Dartelen—A. de Jong 1—1
2. H. Rozijn—J. Otter 2—0
3. H. G. J. AndriessenH. W. C. v. Rhoon 02
4. O. T. Glaser—Ph. G. Amelung Jr. 0—2
3—5
1—1
1—1
0—2
1—1
3—5
Kwartet Nr. nKwartet Nr. IV.
1. J. P. van EijkJoh. Fabel
2. J. Balk—Th. Wesselman
3. J. C. Bom—N. J. H. Koers
4. B. HennekeP. A. Nooij
Kwartet Nr. VKwartet Nr. VI.
1. H. GreeuwJ. Poppen 20
2. J. H. Reedijk—W. J A. Matla 2—0
3. H. C. StappersC. Kool 11
4. A. SmitTh. C. v. d. Sluijs 11
6—2
CLUBKAMPIOENSCHAPPEN HAARL.
DAMCLUB.
Mandagavond werd voor bovengenoemde
wedstrijden nog de volgende partijen ge
speeld: Promotie-degradatie-competitie hoofd
klasse2de klasse: J. van Looij wint van W.
van Pelt.
1—0
6—0
4—2
2—1
KORFBAL.
HAARL KORFBALBOND
DE UITSLAGEN.
Ie klasse:
S. S. H. I—D. S. V. 1
T. H. B. 1—Advendo 2
K. V. 1—Animo 2
Kennemers 1S. V. 2
2e kl. A:
Haarlem 3—S. V. 3 1—0
D. W. S. 1Zilvermeeuwen 2 (w.n.o.) 50
Oosterkwartier 2Alw. Ready 1 32
2e kl. B:
S. S. H. 2—D. S. V. 2 5—1
Ons Genoegen 1T. H. B. 2 43
3e kl. A:
Excelsior 1Haarlem n. g.
Meerlebosch 1Tempo 1 1
3e kl. B:
De Thorn 2Always R. 2 gestaakt.
Tempo 2Ons Genoegen 2 n. g.
S. V. 5Oosterkwartier 3 12
ROEIEN
WEDSTRIJDEN WEST. ROEIBOND.
Nader wordt ons uit Leiden de namen der
vereenigingen genoemd, die daar Zondag 9
October aan deze wedstrijden deelnemen:
No. 1 Vierriemsgieken (heeren seniores),
Spaame, Laak.
No. 2 Vierriems overnaadsche gieken (da
mes beginnelingen), Spaarne Delftsche Sport.
Schie. Leythe.
No. 3 Vierriems gieken (dames seniores),
Spaarne, Laak, Leythe.
No. 4 Skiff (heeren beginnelingen), Spaame
Laak, Delftsche Sport. Schie, Leythe.
No. 5 skiff (dames beginnelingen) Spaame.
Delftsche Sport, Laak, Leythe.
No. 6 Vierriems overnaadsche gieken (hee
ren beginnelingen), Spaarne, Laak, Delftsche
Sport. Schie, Leythe.
De loting zal plaats hebben Dinsdag 4 Oct.
5 uur.
pische Spelen te Los Angeles. In grid Larsen
bleek bij deze demonstratie niet opgewassen
te zijn tegen mejuffrouw Gregaard, die een
;rooter aantal punten kreeg.
Daarna had de wedstrijd over 200 M. school
slag voor dames plaats, waarvoor aan den
start verschenen Else Jacobsen (Denemarken),
Jenny Kastein (Nederland) en Kers tin Isberg
Zweden).
Else Jacobson vreesde het- meest onze land-
genoote, die zij voortdurend bewaakte. Door
dat zij haar zwemmuts verloor, kwam zij bo-
endien nog in botsing met de Zweedsche
zwemster, die ook daardoor het eerst kon aan-
ikken. Haar tijd was 3 min. 11.5 sec. Mejuf
frouw Kastein werd derde met 3 min. 13.5 sec.
Op de 400 M. vrijen slag heeft Puck Over-
sloot echter revanche genomen. „Als een tor
pedo", zoo noemden de Denen het, schoot zij
door het water; de Deensche zwemster Lilly
Andersen bleef dan ook veel achter. Puck
Oversloot- werd eerste in 6 min. 2.4 sec.
Na een springwedstrijd voor heeren, waarin
o.a. de deelnemer aan de Olympische Spelen
Kai Larsen uitkwam, volgde een wissel-esta
fette voor dames over 3 maal 66 2 3 M. Aan
den start verschenen een Deensche ploeg, be
staande uit mej. Nielsen, Else Jacobsen en
Lilli Andersen en een Zweedsch-Nederlandsche
oioeg, bestaande uit de dames Kerstin Isberg,
Jenny Kastein en Puck Oversloot. De Deen
sche ploeg won in 2 min. 43.6 sec. De tijd van
de Zweedsch-Nederlandsche ploeg was 2 min.
53 sec.
Maandagavond werden de wedstrijden voort
gezet.
WIELRIJDEN.
DE ZESDAAGSCHE TE AMSTERDAM.
Ook de Belgische renner van Bougenhout is
hans geëngageerd- voor de Amsterdamsche
Zesdaagsche. Met eenige andere Belgische,
Fransche en Duitsche renners wordt nog on
derhandeld. Aan het einde dezer week zal o.a.
definitief gemeld kunnen worden welke ren
ners Frankrijk en België in de Amsterdam
sche Zesdaagsche zullen vertegenwoordigen.
ZWEMMEN.
HET INTERN. ZWEMFEEST TE
KOPENHAGEN.
De dames Oversloot en Kastein
nemen deel.
Nader wordt uit Kopenhagen gemeld: On
der groote belangstelling zijn Zondagavond te
Kopenhagen internationale zwemwedstrijden
beaonnen. aan welke o.a. de Nederlandsche
zwemsters Oversloot en Kastein deelnemen.
De zwemfeesten werden bijgewoond door den
Koning van Denemarken: ook de Nederland
sche gezant Ridder van Rappard was tegen
woordig.
Vóór het begin der wedstrijden traden de
Zweedsche, Nederlandsche en Deensche zwem
sters naar voren ter begroeting van den Ko
ning. De Deensche zwemster Else Jacobsen be
tuigde tegenover den Koning haar leedwezen,
dat zij bij de O'.vmpische Spe'.en te Los An
geles slechts derde was geworden.
De Koning nam lachend deze mededeeling
In ontvangst en drukte haar de hand.
Begonnen werd met een springdemonstratie
aan welke zeven dameszwemsters deelnamen.
Pe Deensche vertegenwoordigster op de Olym-
Voor den Politierechter.
DE VLAAMSCHE GAAI
Hij rumoerde in het boschje; nu eens
hoorde je weeklagen, dan weer schetteren,
wat was het? Een vervolgd dier; een oude
kraai? Maar plots liet hij zich zien en Mr.
Paardekoper Overman, die een goed jagers
man is. heeft hem geschoten; 't was een
Vlaamsche gaai. al een oude, maar rumoerig
twistziek en baldadig zooals die zijn.
Licht begrijpt de lezer dit niet en ik wil
daarom mededeelen, hoe ik tot deze beeld
spraak kom.
't Oude mannetje met het vogelkopje,
dat in de beklaagdenbank stond, had nu
niet zoo'n groot misdrijf begaan, maar hij
had toch iets gedaan, wat hij niet doen
mocht. Toen hij eenigen tijd geleden zich
voor den kantonrechter te Zaandam moest
verantwoorden, was hij niet binnengetreden
zooals verwacht kon worden, daar de deur
openstond maar hij had tapage gemaakt door
een roffel op de deur te slaan en toen de
veldwachter hem daarop naar buiten duwde
had hij tegen dezen gezegd: blijf van me
lijf, snotneus!
Een veldwachter acht zich beleedigd, als
je hem snotneus noemt en daarom moest het
mannetje zich daarvoor verantwoorden. Nu,
hij verantwoordde zich dan ook, vertelde,
dat hij een gat in zijn long had gehad en dat
de veldwachter ter hoogte van dat gat had
gedrukt, liet. een pot zalf en een doos poe
ders zien en vertelde, dat zijn hersenen al in
voorgedachte voor de volgende week gingen.
Verder uitte hij de veronderstelling, dat de
veldwachter al in Medemblik zou zitten, als
deze den politierechter had aangedaan, wat
hij hem had geflikt, rekte zich uit, stak de
hand ten hemel en oreerde: „God helpe mij:
dat is een woord van Johannes Hus op den
brandstapel." Maar met dat al hoorden we
niet, of hij snotneus tegen den veldwachter
had gezegd en dat wou de politierechter
graag weten. Toen gaf de Vlaamsche gaai
zich bloot; hij trok zijn zakdoek uit den zak,
zei, dat de veldwachter een druppel aan den
neus had gehad en dat hij bedoeld had, dat
de ambtenaar dien moest afvegen. Deze uit
lating ontging den officier niet; die schoot
hem: zag, dat de man zich alleen maar mal
aanstelde, maar dat hij een sluwe, ondeu
gende rakker was, querulant wellicht. En in
dat licht beschouwd was zijn aanroepen van
God profanatie en weerzinwekkend. De of
ficier eischte f 5 boete, de rechter gaf ze de
man zei, dat hij liever ging zitten, wat nie
mand hem zal beletten, en waardoor hij geen
martelaar zal worden. Als 't niet zoo'n oude
gaai was geweest, had hij allicht wat meer
gekregen.
ZAANSCHE ZEDEN
Ze schijnen daar aan de Zaan nog al kort
aangebonden te zijn en we kregen dan ook
weer eenige gevallen te hooren van lieden,
die meenen dat ze hun medemensch. die hun
dwars zit, hun ontevredenheid aan den lijve
moeten doen gevoelen.
Er was een juffrouw, die twee geitjes had
en die graasden, waar zulks eigenlijk niet
mocht. Ei- passeerde een man. die een hond
je had, dat hij niet bij de belasting had aan
gegeven en dat hondje ging loopen, waar de
twee geitjes liepen en waar het hondje
eigenlijk ook niet loopen mocht. Nu doet
dit alles niets ter zake, want daar ging het
niet om. maar die juffrouw meende, dat het
hondje haar geitjes ging verschrikken, waar
om ze een stok ging halen, doch de man
ging verder met zijn hondje. Men zal zeggen:
dit was geen casus belli. Neen, in ons oog
niet, maar voor den man van het hondje
blijkbaar wel, want toen hij wat later met
iemand stond te praten en de juffrouw pas
seerde. zei hij tegen den man, zoo dat de juf
frouw het hooren kon: „Ik heb zin om te
knokken" en hij wreef zich de handen. De
juffrouw veinsde niet, zulks niet te hooren,
maar zei: „Kom vanavond maar".
Uit welken hoek waait de wind? zoog de
man verder en de juffrouw zei: Uit het
Oosten.
's Avonds passeerde de man van het hond
je, nu zonder hondje, maar met een kind
van anderhalf jaar de woning van de geitjes
De juffrouw stond daar en zei tegen haar
man: „nu durft die schooier niet," en daar
op ontwikkelde zich een gevecht tusschen den
man, die zin in knokken had gehad en den
man van de geitjes, de anderhalf jarige
spruit werd zoloang als toeschouwer aan den
kant gezet.
't Is twijfelachting wie er begonnen is en
ook wie de zege behaald zou hebben, als niet de
meerbedoelde juffrouw zich in het conflict
had gemengd, dat. nu werd beslecht ten
voordeele van de geitjes, want de juffrouw
nam een dikke lat en sloeg die kapot op het
hoofd van de tegenpartij, zoodat het publiek
dat aan den kant zat, kon constateeren, dat
Pa knock out was geslagen.
De juffrouw moest zich nu verantwoor
den, wond er geen doekjes om, dat ze een
kiap had gegeven, maar vond zich volkomen
in haar recht. De politierechter niet: die gaf
f 15 boete en de juffrouw gaat in hooger be
roep.
Er stond een andere Zaankanter terecht,
die te Zaandam in een café een chauffeur
uit Amsterdam van de trap geslagen had,
waarbij die chauffeur een enkel brak. De
aanleiding tot de handeling was al zeer zon
derling en ik zou ieder aanraden een beetje
op zijn qui vive te zijn, als hij in Zaandam
in een café is. Daar hadden twee Zaandam
mers ruzie, die ze op een trapportaal uit
vochten. Een vriend van de combattanten
stond daarbij en de chauffeur kwam er ook
bij staan. Nu meende de vriend, dat de
chauffeur zich met het geval wilde bemoeien
wat heel niet zoo was, maar die veronderstel
ling was al voldoende om den chauffeur een
duw of een trap te geven en aangezien de
chauffeur boven aan de trap stond, kieperde
hij naar beneden en brak zijn been.
Mr. van Dam, die als verdediger optrad,
haalde er een arrest van den Hoogen Raad
bij om aan te toonen, dat als je iemand een
duw geeft, waardoor hij van de trap valt, al
leen gesproken kan worden van zwaar licha
melijk letsel door schuld in een geval als
dit niet van mishandeing, zoodat vrij
spraak zal moeten volgen, omdat mishande
ling is ten laste gelegd.
De officier bestreed dit, zag hierin een
voorwaardelijk opzet, omdat, als je iemand
boven aan de trap een duw geeft, je het. op-
zet hebt hem letsel te bezorgen. Eisch f 50
boete. De politierechter zag er eveneens
mishandeling in, maar deed er f 10 af.
DE BADHUIZEN VAN HET „WITTE KRUIS"
Het aantal genomen baden in de afgeloo-
pen maand September was:
Badhuis Koudenhorn: mannen 956, vrouwen
465, totaal 1421.
Badhuis Leidscheplein: mannen 1690. vrou
wen 914, Schoolbaden 856, totaal 3460.
Badhuis Schotersingel: mannen 1735. vrou
wen 1142, schoolbaden 754, totaal 3631.
Badhuis Hofdijkplein mannen 1573, vrou
wen 832, schoolbaden 1286, totaal 3691.
Badhuis van Egmondstraat: mannen 1758,
vrouwen 1056, schoolboden 551, totaal 3365.
NED. REISVEREENIGING
A.S. Donderdagavond zal voor de afd.
Haarlem van de Ned. Reisvereeniging een
voordracht worden gehouden door Jhr. Dr. J.
C. Mollerus met als onderwerp„Mijn Ame-
rikaansche reis/"
STADS-BEBLIOTHEEK EN LEESZAAL
Aantal bezoeken over September '32 12125
(vorig jaar 10841) waarvan 5701 (vorig jaar
5354) aan de krantenkamer en 2302 (vorig
jaar 2081) aan de algemeene Leeszaal. Uitge
leend werden 10642 boeken.
Filiaal Haarlem-Noord. Aantal bezoeken
3242 (vorig jaar 2317) waarvan 1286 (vorig
jaar 784) aan de Leeszaal. Uitgeleend werden
2546 boeken (vorig jaar 1977).
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL
Nieuwe stukken'te Amsterdam
MADEMOISELLE. DAVID COLDER.
Het Centraal Tooneel is hard op weg onder
leiding van Cees Laseur een der beste ensem
bles van Nederland te worden. De geestige',
pétillante opvoering van Domino was reeds
een verrassing en werd voor dat gezelschap
een verdiend groot succes. Thans volgde daar
op Mademoiselle, een voorbeeld van voortref
felijk samenspel, dat dit prachtig, maar lang
niet gemakkelijk te spelen stuk van Jacques
Deval volkomen tot zijn recht bracht. Zelden
zag ik van een Hollandsch gezelschap een
vertooning, waarin licht en donker zoo fijn
op elkaar waren afgestemd en dank zij de
juiste bezetting van elke rol een zoo vol
maakt geheel was verkregen. Een voorstelling
dus, die zeer zeker tot een der groote succes
sen van dit seizoen zal worden.
Ook dank zij het heel knap gebouwde, sterk
spannende stuk, dat ondanks een tragisch
motief in vele momenten zoo verrukkelijk licht
toch blijft en over de geheele linie gelegen
heid biedt tot boeiend tooneelspel.
„Mademoiselle" is de gouvernante van
Christiane Galvoisier. Waarom de 18-jarige
Christiar.e nog een gouvernante heeft? Louter
en alleen, omdat mevrouw Galvoisier geen tijd
heeft zich met. haar dochter te bemoeien. De
Galvoisiers zijn de oppervlakkigheid zelve. O.
uiterlijk heel joviale uitbundige menschen,
maar zonder eenig degelijk fond. Zij draven,
hollen en rennen langs elkaar heen en blij
ven elkander vreemd als „voorbijgangers".
In dit wufte gezin voor zoover men van
een gezin kan spreken komt mademoiselle,
met de omgeving even sterk contrasteerend in
haar sombere, zwarte kleeding als in haar
stugge, gesloten, schijnbaar koude karakter.
Maar zij is er nauwelijks vijf minuten, of zij
staat reeds nader tot- Christiane dan alle an
deren. want aan haar bekent het jonge meis
je, dat zij moeder moet worden Deze beken
tenis is eigenlijk het eenige zwakke punt In
het stuk, omdat het moeilijk is aan te nemen,
dat het meisje hoe nerveus zij op dat
oogenblik door haar bezoek aan den dokter
ook moge zijn voor mademoiselle, die eer
der afstoot dan aantrekt, haar hart zal ope
nen. Maar hoe prachtig en volkomen logisch
ontwikkelt zich verder de handeling.
De gouvernante ziet plots den horizon van
het geluk. Deze vrouw, die in haar gesloten
heid en haar haat tegen de mannen altijd
alleen op de wereld heeft gestaan, begrijpt dat
Christiane haar het kind zal kunnen schen
ken. waarnaar zij heel haar leven lang met
zoo'n innigheid heeft verlangd. Een kind om
te koesteren, een kind om groot te brengen
het zal haar als door een wonder in den schoot
worden gelegd. Want mademoiselle voelt on
middellijk, dat Christiane niet de vrouw is om
waarlijk moeder te zijn en dat zij zonder eeni
gen strijd afstand van haar kind zal kunnen
doen. En van dat oogenblik af zijn made
moiselle en het meisje bondgenooten.
In een klein dorp ver buiten Parijs wordt
het kindje geboren en als Christiane van
haar gefingeerde „rustkuur" geheel genezen
ro het ouderlijk huis terugkeert, vermoedt
niemand, waarom zij zoo lang is weg ge
weest. Alleen tusschen Christiane en ma
demoiselle is dat groote geheim. Een oogen
blik is het, alsof het meisje het. verraden
zal en nooit zal ik het gebaar en den sme-
kenden blik vergeten van Tilly Lus, toen al
het geluk haar plots dreigde te ontgaan.
Maar Christiane zwijgt en mademoiselle kan
het moederschap op zich nemen. Haar be
kentenis doet mevrouw Galvoisier ondanks
zich zelve in lachen uitbarsten, maar ons be
stierf de lach op de lippen, toen wij Tilly Lus
dat tooneel zagen spelen. Het .moederschap"
had plots ceze vrouw veranderd. Een warme,
teere glans kwam in die oogen, welke tot
op dat oogenblik staal-hard hadden gesche
nen, het wor.der der liefde kwam over haar.
En als even later de fa-milie Galvoisier weer
als van ouds „vereeniga" is en in drukke uit
gelaten vreugde den terugkeer van de gene
zen Christiane viert, neemt de gouvernante
haar twee handkoffertjes op en gaat lang
zaam. door niemand meer opgemerkt, de
kamer uit, haar nieuwe groote geiuk. dat
daar heel ver in een klein dorpje bü een
voedster op haar wacht, tegemoet.
Mademoiselle is een onvergetelijke creatie
van Tilly Lus geworden en het is wel ze
ker, dat niemand in Nederland haar in deze
rol zou kunnen evenaren. O. sympathiek is
deze vrouw allerminst, maar hoe doorleefd is
dit spel! Het is alles uiterst sober, sterk ge
concentreerd en toch van een kracht en een
innigheid ook in haar stille spel die
óen toeschouwer sterk aangrijpt. En hoe
ontroerend wordt haar spel. wanneer ceze
kinderlooze vrouw haar moederschap ver
dedigt, Dan stijgt Tilly Lus tot een hoogte,
die zij alleen in ons land kan bereiken. Ook
in de verdere bezetting schonk deze opvoe
ring een groot genot. Hoe licht zou een te
veel in de uitbundigheid, een maar even over
de grens gaan, den totaal-indruk hebben
kunnen schac'en. Geen moment is daar zelfs
ook maar sprake van geweest. Voortreffelijk
was het kwartet der Galvoisiers. Louis de
Bree kostelijk op dreef en merkwaardig be-
heerscht. in zijn komische kracht als de al
door geaffaireerde papa, die zelfs in zijn huis
jasje de oreerende advocaat blijft. Mien van
Kerckhoven-Kling, uitstekend als de lucht
hartige mevrouw Galvoisier, een en al druk
ke bewegelijkheid en wuftheid, Mary Dres-
selhuys, van een gespannen, trillende ner
vositeit in de eerste bedrijven, van een uit
bundige, jonge vroolijkheid in de laatste
acte. toen zij van haar angst, en zorg ver
lost was, Joan Remmelts raak typeerend den
vroeg rijpen zoon, die in den kring van book
makers en vrouwen het meest op zijn gemak
is. Van een klein rolletje een pseudo-dok-
ter maakte Cees Laseur een kabinetstukje
zoo volkomen af. zoo meesterlijk gespeeld,
dat wij het tot zijn beste creaties durven
rekenen. Johan Kaart gaf iets heel eigens
aan een louchen knecht en zelfs de drie
verschillende dienstmeisjes kregen onder
hun mutsjes elk een eigen cachet in deze
gave, prachtige vertooning.
Een stuk van wel heel ander gehalte is
David Golder, waarmee Louis de Vries met
zijn gezelschap in den Hollandschen Schouw
burg het seizoen heeft, geopend. Zoo gaaf en
volmaakt van structuur de comedic van
Jacques Deval is. zoo verbrokkeld is 't uit den
roman getrokken tooneelspel, dat in 6 tafe-
reelen fragmenten geeft uit het leven van
David Golder, den Jood, die zich van een
klein marskramertje tot. een der invloedrijk
ste geldmagnaten te Parijs weet op te wer
ken, doch die innerlijk arm blijft, omdat
hem de grootste schat in het leven, de lief
de onthouden wordt, Het is met dit tooneel
spel als met.bijna alle uit romans gefabri
ceerde stukken: het bestaat enkel uit frag
menten, het is geen geheel. De sprong van
de blokhut in Amerika, waar wij David Gol
der nog als concessiejager zien. onmiddellijk
zonder eenigen overgang naar het sa
lon in Parijs 20 jaar later is zoo groot
en onverwachts, dat een ieder, die den ro
man niet gelezen heeft, de vraag zal stellen:
Wat overkomt mij nu?
Niet voor niets hebben wij geleerd, dat het
tooneel „l'art de préparation" is. Wie daar
tegen meent te kunnen zondigen, komt
steeds bedrogen uit. De twee Franschen. die
David Golder van Irene Nemirovsky hebben
bewerkt, hebben eenige scènes uit den roman
opgepikt en zonder dramatische stijging
naast elkaar geplaatst. Enkele tafereelen
zooals het eerste en het vierde zijn zeer
grof gepenseeld en het stuk gaat met een
heel langdradige en melodramatische sterf
scène uit als een nachtkaars.
David Golder is in den roman geteekend
als een krachtmensch. maar In het tooneel-
stuk blijft daar maar heel weinig van over.
Wij zien hem in drie van de zes tafereelen
óf lichamelijk of geestelijk gebroken en al
leen in het tweede tafereel, waarin hij zijn
oud-compagnon Markus weigert te helpen,
als de sterke man, die om zijn doel te berei
ken desnoods over lijken gaat. Van dat tafe
reel heeft Louis de Vries iets geweldigs ge
maakt en werd zijn spel monumentaal. Toen
heb ik De Vries volop bewonderd, vooral om
dat hij zijn effect met zulke sobere middelen
bereikte. Jammer was het alleen, dat de re
gie de spelers in dat tafereel aan weerszijde
van een niet door een kap beschutte electri-
sche lamp had geplaatst en het felle licht
het moeilijk maakte het spel. te volgen.
Ook in de verdere tafereelen heeft de Vries
momenten van groot spel gegeven o.a. aan
het slot van het vierde tafereel, toen David
hoorde, dat Joyce niet zijn dochter was en hij
de wilde, Oostersche smart van den Jood
waarlijk aangrijpend uitbeeldde maar een
creatie werd deze Golder toch niet. Hij kon
het niet worden, omdat de schrijvers niet vol
doende materiaal er voor hadden geleverd.
Mevrouw Jacqueline Roy aards—Sandberg
was Gloria, David Golder's vrouw. Zij heeft,
het Joodsche karakter van Gloria aldoor heel
zuiver en zonder charge weten te accentuee
ren en paste zich volkomen aan bij het spel
van de Vries. Het meest trof zij mij in het
vijfde tafereel, waarin zij een sfeer van kille,
afsbootende harteloosheid om zich heen wist
te scheppen.
Miep van den Berg verraste in de rol van
Joyce. Zij gaf het moderne zelfstandige meis
je markant, levendig en met distinctie. Mis
schien heeft de auteur haar nog wreeder en
harteloozer bedoeld, maar wanneer zij eanail-
leuser had gespeeld, zou er voor de liefde van
David voor Joyce in het geheel geen motief
zijn overgebleven.
Er waren zeer vele bijrollen, die in het stuk
echter allen even vaag blijven. Een ensemble
heeft de regisseur John Gobau uit de
vele heterogene leden van het Hollandsche
Tooneel nog niet kunnen vormen, maar dit
komt misschien later, wanneer men meer op
elkaar is ingespeeld. Wanneer het stuk een
succes mocht worden wat ik voor de Vries
hartelijk hoop dan zal het dit voornamelijk
van het spel der drie hoofdpersonen moeten
hebben.
J. B. SCHUIL.
ONBEKENDE BRIEVEN VAN GOETHE
ONTDEKT.
Uit 'n particuliere verzameling te Bremen is
een 400 tal documenten voor den dag geko
men en overgegaan aan de stadsbibliotheek
Er zijn 140 onbekende brieven van Goethe
bij. voorts een brief van Schiller, brieven van
Vulpius. den zwager van Goethe, minister
Voigt, kanselier vort Moeller. Charlotte von
Schiller, Caroline von Wolzogen en eenige
an-deren. De verzameling is afkomstig uit de
nalatenschap van Johann Michael Christoph
Faorber. die inspecteur der musea te Jen a
is geweest. U77S—1S44). De brieven zijix
grootendeels uit de jaren 1811 tot 1832.
JACOB VAN LENNEP.
EEN DAG DAME.
Wat wonderlijke erflaters heb ik al niet op
het tooneel gezien! Alfred Cherry de manne
lijke hoofdpersoon in de Amerikaansche
klucht, welke de tooneclvcreenlging Jacob van
Lennep gisteren op haar eerste voorstelling
heeft gegeven, is ook weer de dupe van zoo'n
mallen oom of was het een tante? die in
uiterste wilsbeschikking bepaald had. dat
Cherry alleen maar geld ontvangen mocht,
wanneer hij getrouwd was. Cherry schrijft een
briefje aan don notaris, dat- aan dien wensch
voldaan is. maar zet rustig zijn vrijgezellen-
leven voort. Totdat plotseling de notaris zijn
bezoek aankondigt. Wat te doen. als je geen
vrouw hebt en je moet toch voor getrouwd
doorgaan? Een lastig geval voor De Haag-
sche Post. De mallotige Mrs. Chadwick biedt
haar diensten aan, maar als Cherry die vogel
schrik ziet, besluit hij om nog maar liever
zijn erfenis er aan te geven dan één dag met
haar al is het dan ook in schijn het hu
welijk na te bootsen. Maar er is gelukkig
voor Cherry nog een alleraardigst dienst
meisje in huis en als de notaris verschijnt is
de zaak in orde. Alice Sterling neemt voor één
dag de rol van ..dame" op zich en daarmee
is het hek voor alle bcnoodigde verwarringen
en kluchtspel-situaties van den dam. Want
laat de knappe Alice 's morgens ju'st in het
geheim met den butler getrouwd zijn en laat
die butler nu een razend jaloersch mensch
wezen! Je behoeft verder niet veel fantasie
te hebben om je voor te stellen, hoe het. daar
in de huize Cherry toegaat vooral als de no
taris het vrouwtje van zijn cliënt 'n schatje
gaat vinden. En als er nog 'n zuigeling op
het tooneel komt, 'n pracht van een exem
plaar. dat zelfs geen kik geeft, wanneer zij
het ondersteboven keeron, dan gaat het zelfs
boven de macht der spelers en is heel de
zaak zoowel voor als achter liet voetlicht
één schaterlach.
Jacob van Lennep had" al heel weinig moei
te met deze klucht. Voor de malle situaties
zorgt de Amerikaansche schrijver en de spe
lers hebben er verder weinig aan toe te
voegen.
Ik heb mij afgevraagd, of het nog niet
grappiger zou zijn geweest, wanneer Ai ice
meer had laten merken, dat zij slechts een
aangekleede dame was, maar de schrijver
stelde dezen eisch niet en ook zoo was het
al kluchtig genoeg. Mevrouw Groeneweg zag
er als de pseudo-dame uit „om te stelen" en
het was dus fxeen wonder, dat de notaris zijn
hart verloor en de butler van Jalouzle barst
te. En zij was een kittig dienstmeisje, waar
van je dadelijk geloofde, dat zij haar meneer
wel uit den brand zou helpen. Wanneer het
een Fransche klucht ware geweest, zou het
misschien minder „zakelijk" zijn afgeloopen.
Mevrouw Lingeman is er niet voor terugge
deinsd een offer te brengen aan Thalia en
had al haar vrouwelijk schoon weggewerkt
om een vogelschrik te zijn. Zij had er zelfs
een basstem voor ingehuurd. Het resultaat
was een daverend lachsucces voor Mrs. Chad-
wich, dat zij ook verdiende. Doortje Bouw
meester was een liefallig ui'tziende Lucy
Norton en Jo Bennik een juffrouw Cornero.
waarvoor zelfs een dragonder op de vlucht
zou slaan.
Den heer Arle van Hemert zie ik liever in
markante karakterrollen dan in die van een
jeune premier. Maar hij beschikt over een
groote dosis routine en hij sloeg zich dan
ook zeer bevredigend als Alfred Cherry door
de moeilijkheden van dezen getrouwden vrij
gezel heen. De heer de Vries speelde het
best in den kluchtspelstijl. Aan den butler
kon je minder gemakkelijk trelooven dan aan
den gedupeerden echtgenoot. Hij speelde met
opgewektheid en heeft zeer veel bijgedragen
tot het daverend lachsucces. Wat ook de heer
van Zandbergen, die als de notaris Ross een
gelukkigen avond had, heeft gedaan.
Van den jongen Ben Bouwmeester w.is Danny
Dandy, meen ik. n debuut. Wij zullen dat
ventje :n de gaten houden, want het lijkt mij
toe. dat hij van het goede timmerhout is. Hoe
kan het anders, zal men zeggen, als je Bouw
meester heet.
Het eenige doel was gisteren: een vrooüjkeï
avond, en wie van de zeer talrijke aanwezigen
zou durven beweren, dat dit doel niet bereikt
is. Plezier had men zoowel in de zaal als
op het tooneel, zcodat het voor Van Lennep
een flink succes is geworaen.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK.
Haarlemsche Opera(etle) Vereeniging
De opvoering van Planquette's „Les
Cloches dc Cornevilledoor de H.O.V. in het
vorig seizoen gegeven ligt nog in goede her
innering bij hen die haar bijwoonden; de
herhaling heeft den gunst.igen indruk van
het werken dezer nog jonge vereeniging ge
sterkt. Ten aanzien van haar pracstaties be
hoeft de criticus niet alles door een speciaal
voor het beoordcelen van dilettantenwerk
geslepen welwillendheidsbril te beschouwen,
hier behoeft hij zich niet te vervelen: er is
veel in dat zonder meer „goed" genoemd mag
worden; er zit gang in de vertooning, leven
digheid in dc tafereelen; men kan zien dat
de regie in. handen van een vakman is. En
vooral: er wordt gezongen, gezongen mot
stemmen die den toets der kritiek kunnen
doorstaan en die meerendeels behoorlijk
ontwikkeld zijn. En cat is noodlg, want
Planquette's geestig werk is voor de solo
zangers en zangeressen lang geen sinecure,
zooals vele z.g. moderne operettes, maar ver-
eischt zangkunst. Voor zoover ik mij herinne
ren kan was de bezetting der hoofdrollen in
hoofdzaak dezelfde als de eerste maal: mej.
B. Dijkstra (Serpolctte) zag ik als nieuwe
aanwinst. Haar zangkunst kennen we reeds
lang; haar spel vergoedde aan levendigheid
wat dat van mej. B. Duyn (Germaine) daar
aan te kort kwam. Aan deze zij grootcre
vrijheid van beweging aanbevolen. Goede
mannenstemmen hoorden we van dc heeren
Huyboom (Henri), Vreeswijk (Gaspare). Go-
sen (Grénichleux) en van het edelachtbare,
zwaar gepruikte gezelschap, waarvan één de
eigenaardigheid had ongeveer een octaaf
hooger te spreken dan hij zong- Koren en or
kest werkten zeer verdienstelijk en de heer
Jan Nibbering hield als maëstro al cembalo
alles goed bijeen. Aan hem en aan den
heer J. A. Kaart, die de regie verzorgd had,
komt hoof .zakelijk de eer toe van deze
welgeslaagde opvoering. Met belangstelling
zien we die van „Czar und Zimmermann" in
December a.s. tegemoet.
K. DE JONG.
I