DE VEEDIEVEN
De 3-Octoberfeesten te Leiden Een luisterrijke viering
EEN ZILVEREN AMBTSJUBILEUM. Burgemeester G. R. v. d. Ven werd
Maandag ter gelegenheid van rijn 25-jarig ambtsjubileum als burgemeestei van
Vlijmen door zijn gemeente gehuldigd.
DE JAARLIJKS TERUGKEERENDE OPTOCHT bij de 3-Octobcrfcesten te Leiden is
nog altijd de attractie van den dag en ieder jaar opnieuw weet men aardige variaties te
brengen.
m
DE UITDEELING VAN HARING EN
BROOD bij gelegenheid der Leidsche
3-Octoberfeesten werd ook door den
burgemeester van Leiden bijgewoond,
die zich persoonlijk van de voortrelf.,-
lijkheid van het zeebanket kwam
overtuigen.
DE TOOG VAN DE HEFBRUG TE BARENDRECHT heeft Maandag zijn
grootste hoogte, zijnde 61 Meter, bereikt.
„ELECTRA" in de 3 October optocht te Leiden vond het alles behalve prettig dat
bet regende en had daarom zijn parapluie maar opgestoken. Vorst Electra brengt
een vorstelijke groet met zijn parapluie!
VANAF OUD-HORTUSZICHT TE LEIDEN vertrokken Maandag de deel
nemers aan de elf-dorpentocht om Leiden in verband met de 3-Octobcrfccstcn
De stoet onderweg.
POSTDUIVEN verkondigden Maandag het feit, dat de 3-Octoberfee.stcn
te Leiden een aanvang hadden genomen. Op het plein voor het
Waaggebouw werden 1500 postduiven losgelaten.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
19*
Zij keerde ziet om en keek ham strak
aan. „Och kom", zei ze, „ik kan niet denken,
dat ons wegloopen zoon verrassing voor je
was. Zie je, je gaS ons laatst een voorbeeld,
hoe je moet. wegloopen".
Hij wist oogenblikkelijk, dat zij doelde op
zijn vorig vertrek dien avond, toen zij liet
doorschemeren, dat. zij van plan was, om
hem in haar boek te zetten. Zij wierp hem
weer een blik toe en zag, hoe hij kleurde
van verlegenHieid,maar hij scheen nu niet van
plan te zijn om weg te loopen.
„Ik heb over je woorden nagedacht", ant
woordde hij. „Maar je kunt mij niet in een
boek zetten. Je weet. niets van mij. Je weet
niet wat ik denk. Hoe zou je dat dan kun
nen doen?"
„Natuurlijk" antwoordde zij, zich reu ge-
heeli tot hem keerende en in allen ernst
sprekende, Js het verhaal een verdicht
sel en de intrige zal geen werkelijken grond
hebben. Maar ik zal al mijn best doen, om
mijn karakters natuurlijk te laten spreken en
handelen. Daarvoor zal ik de menschen
wier karakter ik wil schetsene, dienen te
bestudeeren."
Een heimelijke vroolijkheid maakte zich
van hem meester. „Je denkt es dus nog altijd
over om mij in je boek te zetten?" vroeg
fcü-
Zij knikte glimlachend.
,Dan had je het -mij niet moeten vertellen"
zei hij zeer ernstig.
„Dat was niet eng verstandig van je.
Ben je niet- bang, dat ik opgeschroefd zal
gaan doen? Wanneer ik dat deed zou je niet
het karakter krijgen dat je wilt hebben."
„Daar heb ik ook over gedacht", antwoord
de zij ernstig. .„Als je dat soort man waart,
zou ik je niet kunnen gebruiken voor mijn
boek. Hoe weet je dat- ik het je niet verteld
heb, om te zien of je je zoo zoudt aanstel
len?"
Hij krabde op -zijn hoofd en keek haar
ernstig aan. .,Ik geloof, dat je mij te glad
af bent" zei hij-
De uitdrukking van oprechte vroolijkheid
gewonnen te geven. Op en top een jongen
Hij stond voor haar, ten volle bereid om zich
gewonnen te geven. lp en top een jongen,
leek hij haar een volwassen jongen, zeker,
maar met jongensachtige geestdrift, ingevin
gen en edelmoedigheid. Toch lag er iets in
zijn oogen dat- getuigde van bewuste maolit,
van een absoluut vertrouwen op zijn geschikt,
heid om voor zichzelf te zorgen, zelfs in dit
land, waar deze eigenschappen de voor
naamste levensvoorwaarde vormden.
Een zonderlinge aandoening maakte zich
van haar meester, haar plotseling versnelde
polsslag zei, dat er niets nieuws in haar le
ven was gekomen. Zij slaakte een diepen,
verschrikten zucht en voelde, hoe haar wan
gen vuurrood werden. Snel keerde zij haar
hoofd am en keek uit over de vlakte, terwijl
zij hem liet staan, nauwelijks bewust van
haar verlegenheid.
„Ik geloof, dat je al wat van dat boek ge
schreven hebt, zei hij. toen hij de papieren
zag, die op het rotsblok naast haar lagen.
„Ik begrijp niet, waarom je een Westersche
geschiedenis wilt schrijven. Stellen de men-
schen in het Oosten er zooveel belang in
wat hier gebeurt?"
Plotseling dacht zij aan zichzelf. Had zij
het interessant gevonden? Zij keek hem
vluchtig aan, daar zij hem nu van een ander
standpunt leerde kennen en voelde een
eigenaardige, nieuiwe belangstelling voor
hem.
„Het zou vreemd zijn als zij het niet de
den", antwoordde zij. „Wel het is het eeni-
ge st-ukje wereld, waar nog iets romantisch
is overgebleven. Je moet bedenken, dat dit
een jong land is; dat zijn geschiedenis be
trekkelijk laat begon. Engeland kan schrij
ven over zijn feodale baronnen; Frankrijk
over zijn oude aristocratie; maar Amerika
kan alleen terugzien op de Koloniale periode
en het Westen".
„Misschien heb je gelijk", zei hij, niet over
tuigd. „Maar ik geloof niet, dat hier veel
romantisch is te vinden. Tenminste, wan
neer het er is dan weet het zich goed ver
borgen te houden".
Zij glimlachte en dacht aan het ro
mantische. wat hem omringde waarvan
hij zich, blijkbaar niet bewust was.
Voor hem beteekende romantiek de lich
ten, de menigte, de vermaken, de glinstering
en het klatergoud der Oostersche steden,
waarvan de geruchten uit allerlei bronnen
tot hem waren gekomen. Voor haar was dit
alles niets nieuws meer wanneer dit al
ooit het geval was geweest en zij moest
het romantische dus zoeken in het nieuwe,
het ongewone, het ongebruikelijke. Het Wes
ten bezat dit alles, daarom moest hier het
romantische te vinden zijn.
„Natuurlijk lijkt jou dit alles heel gewoon"
antwoordde zij, „misschien zelfs wel eentonig
Want je hebt hier lang gewoond."
Hij lachte. „Ik heb veel gereisd", zei hij.
„Ik ben in Californië geweest, in Dakota,
Wijoming, Texas en Arizona. En nu ben ik
hier. Tenzij men andere menschen, ont
moet, is dit lar.d vrijwel overal hetzelfde.
„Je moet een massa ondervinding opge
daan hebben", zei ze. „En je bent nog niet
eens erg oud"
Hij keek haar ernstig aan. „Ik zou zeg
gen dat ik toot dx tend ongeveer <tea mid
delbaren leeftijd bereikt hebt. Zie je, den
menschen worden hier niet erg oud. ten
zij ze vreeselijk voorzichtig zijn."
..En jij bent niet voorzichtig geweest?"
Hij lachte ernstig. „Ik geloof niet, dat jij
het voorzichtig zoudt noemen. Maar ik leef
nog."
Zijn woorden waren wonderlijk vrij van
snoeverij.
„Dat be teekent, dat je aan de gevaren
ontsnapt bent", zei ze. Ik "neb hooren bewe
ren. dat in dit land de veiligheid van een
man grooten deels afhangt van zijn handig
heid in het snel en zeker schieten, Ik ver
moed. dat je als een goed schutter bekend
staat?"
De vraag was al te zeer op den man af.
Zijn oogen kregen een listige uitdrukking.
„Ik geloof dat je nu aan je boek denkt,
zei hij. „Er zijn een massa mannen, die
kunnen schieten. Je kunt gerust zeggen, dat
het allemaal goede schutters zijn. Ik heb
je verteld van de mannen, die niet. goed
kunnen schieten. Zij moeten vreeselijk voor
zichtig zijn. of ze zijn er geweest, 't Is altijd
de een of de ander".
„Och hemel!" riep zij, licht huiverend
uit. „In dat geval vermoed ik, dat de heW
in mijn boek een goed schutter zal moeten
zijn." Zij lachte. „Ik zou niet graag hebben
dat hij halverwege mijn verhaal gedood
werd. Ik begin te gelooven, dat ik een twee-
revolverschutter van hem zal moeten ma
ken. Ik vermoed, dat die als goede schut
ters bekend staan."
„Ik heb er gekend die het niet waren",
antwoordde hij ernstig en kortaf.
„Hoe heb je dat bewezen?" vroeg zij plot
seling.
Maar hij het zich niet vangen. „Ik heb
r.iet gezegd, dat ik het bewezen heb", be
weerde hij. .Maar ik heb het zien bewijzen."
„Hoe bewijzen?"
„Wel", antwoordde hij, terwijl zijn oogen
glinsterden van plezier, „zij zijn er niet
meer, jttófncum.
„O, Dus het gaat niet op, dat een man,
die twee revolvers draagt meer kans heeft
om in leven te blijven, dan dc man dlc er
maar één draagt?"
„Ik zou denken van niet."
„Ik zie. dat je dc uiteinden van je hol
sters vastgebonden hebt", zei ze, terwijl zo
er naar keek. „Waarom heb je dat ge
daan?"
„Och verklaarde hij. op een weinig gerek-
ten toon, ,.ik heb het altijd dwaas ge
vonden om de kans te loopen een ongeluk
te krijgen. Het kon gebeuren, dat je het niet
meer na kunt vertellen. Wanneer je de uit
einden van je holsters vastbindt, kunnen Je
revolvers niet slingeren. Ik heb mannen ge
kend. die misgrepen, omdat hun revolver
verschoven was. Naderhand waren ze niet
zoo vlug meer."
„Dan zal ik van mijn held een twee-revol-
verschutter moeten maken" zei ze. „Dat staat
vast. Welnu, het volgende, dat mij te doen
staat, is acht geven op zijn karakter. Ik
geloof, dat. hij absoluut geen vrees mag ken
nen en eerlijk moet zijn en niet in staat, om
een onwaardige daad te doen. Dunkt je ook
niet?"
Onder het spreken was hij dichter bij
haar gekomen en stond nu naast het rots
blok, waar zijn eene voet op rustte. Op
haar vraag keek hij plotseling omlaag naar
zijn voet. die hij zenuwachtig heen en weer
bewoog, terwijl een blos opsteeg boven de
blauwe das, die hij om zijn hals had en
zich langzaam uitbreidde over zijn gezicht.
„Dunkt je ook niet?" herhaalde zij, terwijl
haar oogen een oogenblik de zijne ont
moetten.
„Wel, natuurlijk," antwoordde hij plotse
ling; zijn woorden werden op scherpen toon
gesproken, alsof hü eerst op dat oogenblik
2ich bewust werd van het belangrijke van
deze vraag.
Wordt verwlgcfcfc