DE VEEDIEVEN
HET VOORLOOPIG NEDERLANDSCHE ELFTAL speelde Woensdagmiddag te Rotterdam
eeii wedstrijd tegen Bristol Rovers. De Nederlandsche keeper in actie
OP HET TERREIN VAN
DE WESTERGASFABRIEK
tc Amsterdam wordt een gas
houder gesloopt. De laatste
kolommen zijn thans aan de
beurt.
DF. VOORBEREIDINGEN VOOR DE NIEUWE IERSCHE SWEEP
STAKE zijn in Dublin weer begonnen met het noodigc ceremonieel.
Dc kisten met de tickets vormden als altijd het middelpunt van het feest.
DE BURGEMEESTER VAN HINDEI OOPEN heeft Dinsdag zilt»
veei Fgjarig ambtsjubik gevierd. Een i ivoih' ge visseliers*
man bood den jubilaris drie vlsschcn aan, welke hij 'suaJitS
gevangen had.
Mr. Dr. J. VAN BRUGGEN,
voorzitter van den Raad van
Arbeid te Dordrecht, die in
aanmerking komt voor dc
benoeming tot voorzitter van
den Raad van Arbeid tc
Amsterdam.
DE NIEUWE ENGELSCHE MINISTER VAN BINNEN-
LANDSCHE ZAKEN, Sir John Gilmour, in zijn bureau.
DE BIETENCAMPAGNE IN VOLLEN GANG. Het lossen der bieten uit een der vele schepen, die thans jjg BIETENCAMPAGNE aan de suikerfabriek H Hand" te Halfweg is begonnen en geeft voor de komende weken weer aan ontelbare
tc Halfweg liggen, om hun „zoete waar" rond de fabriek op te stapelen. handen werk. De bedrijvigheid op dc terreinen van de suikerfai:.ek.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.)
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
21)
Hij glimlachte en liep van haar weg, maar
keek, over zijn schouders heen, om. ..Dank
je, juffrouw", zei hij. ,.Ik zal je morgen
vroeg komen halen." Hij liep den heuvel
af, waarbij losse steenen voor hem uitrol
den. Zij keek hem, met stralenden blik,
na.
„Maar ik zei niet, dat ik mee zou gaan",
riep zij. Toen zij hierop geen antwoord ont
ving, wachtte zij, tot hij in het zadel ge
sprongen was en haar vaarwel wuifde.
„Kom niet voor tien uur!" raadde zij.
Zij zag hem glimlachen en keerde zich
toen weer tot haar manuscript.
Toen de zonnegoden den heuveltop kus
ten en haar overgoten met de rijke roze
kleuren, die door de bergkloof recht op den
heuvel vielen, stond zij op en verzamelde
haar papieren. Zij had geen regel meer
geschreven.
Het was laat in den middag toen Leviatt
voor de deur van Stafford's kantoor afsteeg.
Hij nam er den tijd voor om den korten af
stand af te leggen, die hem van de deur
scheidde en gremde een nijdig antwoord
tegen een rondslenterende cowboy, die hem
iets vroeg. Op het kantoor gekomen, lj^t hij
zich stuursch in een stoel vallen; zijn oogen
glinsterden wraakzuchtig toen zijn blik op
Stafford bleef rusten, die in eenige reke
ningen verdiept, aan zijn schrijftafel zat.
Door het open raam had stafford den op
zichter aan zien komen en daarom niet
opgekeken, toen de laatste binnentrad.
Spoedig was zijn werk klaar en stond hij
op van de schrijftafel. Hij nam zijn pijp op.
stopte deze, stak haar aan en deed genoeg
lijk een trekje.
„Niets nieuws?" vroeg hij, terwijl hij zijn
opzichter aankeek.
Leviatt's antwoord was kort. „Neen. Thuis
gekomen om te zien hoe alles marcheer
de".
Alles is rustig", antwoordde Stafford. „In
langen tijd is er geen vee vermist. Ik geloof
dat die nieuwe knecht al goed doet."
Leviatt's oogen gloeiden. „Wanneer je
praatjes maken tegen Mary Radford goed
noemt, wel dan doet hij zeker veel goed!"
gooide hij er uit.
„Ik heb er niets van gehoord, dat hij dit
doet," antwoordde Stafford.
„Dan vertel ik het je nu", zei Leviatt. „Ik
zag hem vandaag; hij en zij stonden hand
in hand op den top van een heuvel in
Bear Flat", Hij lachte hoonend. „Hij kan
beter vrouwen n aioopen dan schieten. Ik
geloof, dat het een vergissing was, toen wij
hem aannamen."
Stafford lachte toegevend. ,Hïj ziet er
beslist knap uit", zei hij. „Ik kan me be
grijpen, dat sommige meisjes een goed
oogje op hem hebben. Maar ik twijfel
geen oogenblik aan zijn vaardigheid in het
schieten. Ik ben een aardig tijdje hier in
dit land gewees t en ik heb nooit iemand
gezien, behalve hem, die een blik dat om
hoog gegooid wordt, zesmaal kan raken."
Leviatt trok een spijtig gezicht. „Hij zou
dat kunnen doen en toch niet den moed heb
ben om een jakhals cood te schieten. Dat
hij het nog niet aan den stok heeft gehad
met Ben Radford, bewijst dat hij geen moed
heeft."
Stafford glimlachte. De geschiedenis, hoe
de nieuwe knecht Leviatt den mond geslo
ten had, lag nog versch in zijn geheugen.
Hij vroeg zioh af, of Leviatt wist, dat dit
voorval hem bekend was. z z z
„Zou je hem niet eens op de proef stel
len?" stelde hij voor. „Dat zou een heel goe
de manier zijn, om te onderzoeken, <sf hij
moed heeft".
Leviatt's gezicht zwol op van kwaadaar
digheid, maar hij gaf geen antwoord. Staf
ford vervolgde, blijkbaar zioh niet bewust,
dat hij een teere plek had aangeraakt:
„Misschien legt. hij het opzettelijk met het
meisje aan, omdat hij denkt, dat hij dan
waarschijnlijk meer kans heeft tegenover
Ben Radford. Maar wat zijn plannen ook
mogen zijn, ik zal er mij niet mee bemoeien
Hij heeft een contract tot het najaar en ik
zal mijn woord niet breken tegenover dien
kerel. Ik verkies geen onaangenaamheden
met hem".
Levatt stond plotseling op, zijn gelaat
werd vuurrood van boosheid, hoewel hij deze
met alle geweld trachtte te onderdruk
ken.
„Laat hem niet probeeren. om Mary Rad
ford voor den gek te houden, vervloekte
kerel!" snauwde hij.
„Ik geloof, dat die wind in twee richtin
gen waait", grinnikte Stafford. „Als ik hem
zie, zal ik hem zeggen Hoefgekletter
klonk in de ooren der beide manner. en Staf
ford keerde zich naar het raam. „Daar heb
je hem al", zei hij ernstig.
Beide mannen stonden zwijgend te kijken,
toen Ferguson de deur bereikte. Juist bin
nen de deur bleef AU staan en keek Staf
ford en Leviatt met koude, scherpe oogen
aan.
Hij knikte kortaf tegen Stafford, terwijl
zijn blik op den opzichter bleef rusten. Deze
laatste keerde hem opzettelijk den rug toe
en keek uit het raam.
Deze beweging was een beleediging. maar
blijkbaar had die geen vat op den knecht,
alleen speelde er een eigenaardig trekje om
de hoeken van zijn mond. Hij keek Stafford
glimlachend aan
„Iets nieuws?" vroeg deze laatste, evenals
hü tevoren aan Leviatt had gedaan.
„Niets aan de hand", antwoordde Fergu
son.
Nu keerde Leviatt zich om. Hij sprak hoo
nend tegen Stafford. „Ben Radford is een
heel eind weg van de plaats waar hij uit
hangt", zei hij. Toen keerde hij zich weer
naar het raam.
Ferguson's lippen glimlachten, maar zijn
oogen werden dichtgeknepen. Stafford zat
stofstijf in zijn stoel. Hij wierp een steelschen
blik op de handen van den nieuwen knecht,
beducht voor de gevolgen van ceze opmer
king. Maar Ferguscon's handen waren een
heel eir.d van zijn revolvers verwijderd. Hij
had ze over de borst gekruist luchtig de
vingers van zijn rechterhand streelden zijn
kin.
„Ben je vandaag langs de kreek gereden?"
vroeg hij aan Leviatt. Zijn toon was vrien
delijk, toch was er iets in, wat duidde op
strengheid.
„Neen", antwoordde Leviatt, zonder zich
om te keeren.
Ferguson begon een sigaret te rollen. Toen
hij hiermee klaar was, stak hij die aan en
rookte langzaam. „Och kom" zei hij. „dat is
al heel zonderling. Ik zou er op gezworen
hebben, dat ik je daarginds in Bear Flat
gezien heb."
Leviatt keerde zich om. „Je hebt te lang
met Mary Radford staan praten", hoonde
hij.
Ferguson lachte. „Misschien wel", ant-
voorede hij. Er zijn er, waarmee zij wil
>raten en er zijn er, waarmee zij het niet
vil."
Leviatt's gelaat, werd vuurrood van woede.
.Wanneer je niet zooveel gekheid gemaakt
ladt met dat meisje, zou ie die doode koe
ran de Two Diamond wel gevonden hebben
en het kalfje, dat zij achterliet", hoonde
hij.
Ferguson's lippen verstrakten. .Hoe ver
was jij er vandaan, toen die koe stierf?"
vroeg hij gerekt.
Een vloek ontsnapte aan Leviatt's lippen.
„Wel jou vervloekte...."
„Schei maar uit!" waarschuwde Ferguson.
IJskouc stapte hij naar Leviatt toe. terwijl
hij den leervn tabakszak, waaruit hij de ta
bak voor zijn sigaret genomen had. aan
de koorden vasthield. Toen hij vlak voor den
opzichter stond hield hij dezen den tabakszak
voor oogen.
vMij dunkt het was beter als je eens op
stak". zei hij kalm. „Ze zeggen, dat het
goed is voor de zenuwen." Hij nam een lan
gen trek aan zijn sigaret, ..Het is een heele
goede tabak", vervolgde hij. „Ik vond hem
ongeveer tien mijlen de kreek op. op een
heuvel boven een droge arroyo. Ik geloof,
dat hij van jou is. Jouw voorletters staan er
tenminste op".
De oogen der belde manr.en ontmeetten
elkander in stillen strijd.
Leviatt's blik was de eerste, die weifelde.
Toen stak hij een hand uit en nam den ta
bakszak aan. „Hij is van mij", zei hij kortaf.
Weer keek hij Ferguson recht in de oogen,
de zijne brachten en stille boodschap over.
„Heb je nog meer gezien?" vroeg hij.
Ferguson lachte. „Ik zeg geen woord
meer", antwoordde hij.
Zoo was Stafford een. niets vermoedend,
toehoorder en toeschouwer bij dezen strijd
van man tegen man, terwijl geen van beiden,
de gainst zocht van den man, die er met
één woord, een eind aan had kunnen ma
ken. Zijn antwoord, dat hij „geen woord
meer zei" verzekerde Leviatt, dat Ferguson
niet van plan was. om iemand anders over
zijn argwaan te spreken. Evenmin zou Le
viatt het nu nog wagen, om den eigenaar een
benadeelend woord over Ferguson in te fluis
teren.
(Wordt vervolgd.).