nf
P JEstiS
DF VEEDIEVEN
DE ROTTERDAMSCHE DIERGAARDE geniet een
buitengewone vermaardheid om de exotische beesten,
welke zij bezit. Een der fraaie vogels.
LANGZAAM MAAR ZEKER komt de
machtige oeververbinding, de nieuwe ver-
keersbrug over de Waal nabij Zaltbommel
tot stand. Wanneer het gevaarte geheel
gereed is, zal de totale lengte ongeveer
duizend meter bedragen.
DE TRAMLIJN LEIDEN- HEEMSTEDE, waar dc
wordt Rcölectriflccerd. Het plaatsen van de
betonnen masten te Oegstgeest
VOOR DEN AAN
LEG VAN HET
TWENTE-RI.1N-
KANAAL wordt
met man en macht
gewerkt. Het
verplaatsen van de
spoorrails verelschi
de noodige kracht.
EEN WESPENPLAAG ONT
MASKERD. De bewoners
van een perceel in de Prins
Hendriklaan te Amsterdam,
werden gedurende de zomei-
maanden door het hoogst
onaangename bezoek van
duizenden wespen verrast. -
TE DEN BOSCH heef' Vrijdag dc officicclc in bedrijf stelling plaats gehad van den nieuwen gashouder, die voor dc stad 20.000 M3. gas
der S' .Ismijncn in reserve neemt. Dc heer Frowcin, directeur der Staatsmijnen, verricht de omschakeling.
TER NAGEDACHTENIS AAN DE SLACHTOFFERS van de ramp van de R. 101 is op
de plaats, waar het ongeluk gebeurde, in tegenwoordigheid van den Engclschen ambassadeur
te Parijs de eerste steen gelegd voor een monument.
Dr. ANDREAS PUKY, de
vroegere vice president van
het Hongaarsch Huis van Af
gevaardigden, is tot minister
van Buitenlandsche Zaken
benoemd in het nieuwe
kabinet Gömbös.
FEUILLETON.
(TOM MIX SERIE.?
door
CHARLES ALDEN SELTZER.
23)
„Wat zou vreemd zijn?" vroeg hij, zonder
haar aan te zien.
„Och, wanneer je den man waart, die daar
geschoten had! Het zou volkomen in over
eenstemming zijn met. mijn idee van in
trige. Want in mijn boek is de held gehuurd
om een vermeenden dief dood te schie
ten en natuurlijk zou hij een goed' schutter
moeten zijn. En nu Ben mij het- verhaal
van dien schietwedstrijd gedaan heeft, heb
ik besloten, dat de held uit mijn boek
die proef moet. afleggen vóór hij gehuurd
wordt, om dien veedief dood te schieten.
Dan komt hij naar de woning van den ver
meenden diief en ontmoet de heldin, onge
veer opdezelfde manier als jij kwam. Wan
neer het nu zou blijken, dat jij de man bent,
die in Dry Bottom geschoten heeft, zou
mijn verhaal tot dusver vrijwel werkelijk
heid zijn. En dat zou fijn wezen!"
Er was een tikje geestdrift in haar stem
gekomen en hij keek haar met een vluch
tige, eigenaardige uitdrukking in zijn oogen
aan.
„Laat Je je twee-revolver-schutter bijten
door een ratelslang?" vroeg hij.
„Och dat weet ik nog niet. Het zou weinig
verschil maken. Maar ik zou het heerlijK
vinden, te hooren. dat. jij de man bent. die
In Dry Bottom geschoten heeft. Zeg, dat
het bent!"
Zelfs nu kon hij niet zeggen, of er iets
arglistigs in haar stem school. De oude
(.wijfel maakte zich weer van hem meester.
Meende zij werkelijk in ernst-, dat zij dit
alles in haar verhaal wilde zetten, of was het
een krijgslist, die een ver reikend doel had?
Veronderstel, dat zij en haar broer hem er
van verdachten, dat hij deelgenomen had
aan den schietwedstrijd in Dry Bottom?
Veronderstel, dat haar broer, of zij, dit ver
haal over het boek verzonnen hadden, om
hem uit te hooren? Hij amuseerde zich hei
melijk over de gedachte, dat een van hen
beiden kon denken dat hij zich zoo gemakke
lijk zou laten vangen.
Maar wat deed het er toe, of zij hem vin
gen Zouden zij er iets bij winnen, maar
wanneer zij het wisten, zouden zij misschien
op hun hoede zijn. Maar wat zou het baten,
om te ontwijken of te ontkennen, wanneer
zij hem verdachten? Hij glimlachte eigen
aardig.
„Ik geloof, dat je verhaal zoover waar
heid wordt", antwoordde hij. „Een poosje
geleden schoot, ik in Dry Bottom op een
blik".
Zij slaakte een kreet van verrukking. „Nu,
is dat niet prachtig? Niemand zal kunnen
beweren, dat mijn begin louter verbeelding
is". Zij boog zich naar hem over, terwijl haar
oogen straalden van opwinding. „Toe zeg nu
niet dat jij de man bent, die heb blik vijf
maal trof", smeekte zij. „Ik zou niet willen,
dat mijn held het moest verliezen in iets, wat
hij ondernam. Maar ik weet, dat je niet ver
slagen werd. Is het wel?"
Hij lachte ernstig. „Ik geloof niet, dat ik
verslagen werd", antwoordde hij.
Zij leunde achterover en keek hem tevre
den aan.
„Ik wist het wel" beweerde zij, alsof zij
er geen oogenblik aan had kunnen twijfe
lend ..Nu" zei ze. blijkbaar zeer tevreden
over het resultaat van haar ondervraging,
„nu kan ik voortgaan in het volle vertrou
wen, dat mijn held tegen iedere situatie op
gewassen zal blijken te zijn".
Haar oogen waren hem een raadsel. Hij
gaf het op, om naar haar te kijken en
wendde den blik naar de wereld aan zijn
voet. Hij had veel willen geven, om haar
gedachten te weten. Zij had gezegd, dat zij
uit de beschrijving, die haar broer gegeven
had van den man, die den schietwedstrijd in
Dry Bottom gewonnen had. zou op
maken dat deze man heel veel op hem leek.
Was haar broeder ook deze meening toege
daan?
Het kon Ferguson weinig schelen, of dit
het geval was. Hij was gewend aan gevaar en
hij had deze zaak ten volle onder de oogen
gezien. En wanneer Ben wist Onbewust
werden zijn lippen opengeknepen en zijn
kin een weinig vooruitgestoken, waardoor
zijn gelaat een strenge uitdrukking kreeg,
die hem tien jaar ouder maakte. Het meisje
keek naar hem en slaakte langzaam een die
pen zucht. Het was een zijde van
zijn karakter, die zij nog niet kende en zij
verwonderde zich er over, vergeleek ze met
de zijde, die zij wel kende zooals hij zich
aan haar had getoond rustig, nadenkend,
spitsvondig. En nu zag zij hem plotseling,
zooals de mannen hem kenden onwrik
baar, onbevreesd, ontembaar.
Toch was er veel bewonderenswaardigs in
deze openbaring van zijn karakter. Zij hield
van mannen, die andere mannen eerbied af
dwongen door de karaktertrekken, die deze
uitdrukking openbaarde. Geen- man zou het
wagen om hem uit de hoogte te behande-
spotten, maar zij moest lachen, gedreven
len; niemand zou met hem probeeren to
spotten, maar zij moest lachen, gedreven
door een onwillekeurigen drang.
Op haar gelach keerde hij zijn hoofd om
en keek haar verbaasd aan.
„Ik hoop dat je niet van plan bent om
iemand te dooden?" spotte zij.
Zijn rechterhand werd langzaam dichtge
knepen. Iets metaalhards glinsterde plotse
ling in zijn oogen. maar werd oogenbükke-
lijk gevolgd door lichten spot. ,3en je
bang, dat er iemand gedood zal worden?"
vi'oeg hij langzaam.
„Och neen", antwoordde zij, verschrikt
door deze vraag. „Maar je keek zoo zoo
vastberaden, dat ik ik dacht
Plotseling greep hij haar arm en trok haar
opzij, zoodat zij naar het stukje vlak land
keek bij de heuvelrij, waarover zij even te
voren gesproken hadden. Zijn lippen vorm
den weer rechte lijnen, zijn oogen glinster
den belangstellend.
„Zie je dien man, daar tusschen het vee?"
vroeg hij.
Zij volgde zijn blik en zag een man
staan tusschen een twaalftal stuks vee. Op
het oogenblik waarop zij keek, zwaaide de
man een lasso en zij zag den strik vallen
over den kop van een koe, die de man uitge
kozen had, zij zag hoe de pony zich schrap
zette en de koe tegen den grond trok. Toen
steeg de man af, liep snel naar de geval
len koe toe en was met haar achterpooten
bezig.
„Wat doet hij?" vroeg zij terwijl een plot
selinge opwinding uit haar oogen straalde.
„Hij kluistert haar nu", antwoordde Fer
guson.
Zij wist wat dit beteekende. Zij had gezien,
hoe Ben zoo de koeien meetrok, wanneer
hij ze wilde merken. „Kluisteren" betee
kende het samenbinden der achterpooten
met een kort stuk touw, om tegenstribbelen
te vermijden, wanneer het brandmerk werd
aangebracht.
Blijkbaar was de man bezig om dit te
doen. Van een dichtbijzijnd vuur steeg kron
kelend langzaam de rook naar boven en bij
dit vuur was de man nu bezig blijkbaar
keerde hij eenige brandijzers om. Hij be
steedde hier niet veel tijd aan en terwijl
Miss Radford toekeek, hoorde zij Ferguson's
stem weer.
„Ik geloof, dat wij gauw iets grappigs zul
len zien", zei hij kalm.
„Waarom?" vroeg zij haastig.
Hij glimlachte. „Zie je dien man rijden to
die opening in de heuvelrij?" vroeg hij en
wees naar de plek. Zij knikte verrast door
zijn wijze van doen. Hij vervolgde nuchter.
„Wel, wanneer die man uit de opening
komt, wat niet lang meer zal duren, zul
je hem gauw zien schieten."
„Waarom?" hijgde zij en greep hem bij
zijn mouw, „waarom zou hij schieten?"
Hij lachte weer een grimmig lachje.
„Wel," antwoordde hij, „wanneer een cow
boy een veedief op heeterdaad betrapt, heeft
hij alle recht om te gaan schieten."
Zij hiuverde. „Je denkt dus, dat die man
daar bij het vee een dief is?" vroeg zij.
„Wacht maar", raadde hij en keek in span
ning naar de heuvelrij. „Wel" vervolgde hij
plotseling, „er rijdt nog iemand dezen kant
uit. En hij houdt zich schuil voor den ander
blijft in de geulen en de holten, zoodat de
eerste man hem niet zien kan, als hij om
kijkt." Hij lachte zachtjes. „Het is te be
lachelijk. Hier staan wij nu en kunnen al
les zien wat er gebeurt, zonder dat wij een
hand uit kunnen steken. En daar gaan die
drie voort met wat zij van plan zijn te doen
en twee hunner weten niet, dat de derde man
hen in het oog houdt. Ik noem dat al te be
lachelijk."
De eerste man reed nog altijd in de geul,
tusschen dc heuvelrij en naderde openlijk,
blijkbaar onbewust van de aanwezigheid van
den man t/usschen het vee, die voor zijn
oogen verborgen was door een vooruitsprin
gende rots aan het einde van de geul. De
derde man reed nog geen achtste deel van
een mijl achter den eersten aan en reed.
langzaam en omzichtig. De eerste man
reed zoo snel dat het geen vijf minuten
meer zou duren voor hij op de vlakte kwam,
juist bij de plek waar de man bij het vee met
zijn vuur bezig was.
(Wordt vervolgd.).