REISBRIEVEN UIT RUSLAND.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
DE VAART VAN HET EERSTE STOOMSCHIP.
ZATERDAG 15 OCT. 1932
Dnjeprostroj.
Een stad is in aanbouw.
De trein kwam aan in Alexandrowsk, tegen
woordig Zaparogië genoemd en vandaar
bradhit een auto ons naar de nieuwe stad
Dnjeprostroj, die nog weinig bewoond is. We
kregen kamers om ons op te frisschen in nog
niet bewoonde arbeiderswoningen, in groote
vierkante blokken opgebouwd. Hierbij een
schets met maten.
Ay>-,
Kt.
-ntaï
f*
"F1
©AuCON
We gebruikten ons ontbijt in de toekomstige
coöperatieve restauratie en gingen daarna te
voet naar den grooten nieuwen stuwdam in
de Dnjepr. Het plan is, van het groote verval
in dit gedeelte van de rivier gebruik te ma
ken tot het opwekken van electrischen stroom,
dezen te benutten voor de industrie, de be
vaarbaarheid van de rivier te venhoogen en
I de bevloeiing van het omliggende land moge-
I lijk te maken. Het plan, dat te zamen het
grootste project van dien aard is van de we
reld is doorgezet door Petrowski, den voorzit
ter van het Ukrainisch Excecutief Comité van
de Comm. Partij.
(Inmiddels is. naar wij deze week gemeld heb
ben, de stuwdam van Dnjeprostroj voltooid.
Red.)
We werden in een stoomboot over de rivier
gebracht of beter over het stuwmeer, want
alles lag hier vroeger dieper en was smaller.
Nadat de dam het water 48 M. (in de toe
komst 51 M.) omhoog gebracht heeft (waarbij
een stadje ver-plaatst moest worden) ontstond
een diep en bevaarbaar meer en tot 100 K.M.
stroomopwaarts is de gunstige invloed tot in
de zijrivieren merkbaar.
Aan de overzijde was een kleine primitieve
drijvende zweminrichting, waarop een aantal
ouden en jongen van beiderlei geslacht, bruin
als negers bijna, van zon en water genoten.
In de gemengde baden wordt zwemgoed ge
dragen. doch minimaal van afmeting, zwem
pakken ziet men zoo goed als niet. de vrou
wen dragen een zwembroek en een soort buste
houder, zoodat- de uitwerking van de zon zoo
groot, mogelijk is.
In het kantoo-r van de Dnjeprostroj had een
uiteenzetting plaats in het Russisch over de
beteekenis van de Dnjeprostroj en vertaald
door onze gidsen.
De dam is 600 M. lang, 60 M. hoog en 40 M.
breed, heeft een bassin van 450 K.M.2 doen
ontstaan, er is 750 millioen M3. beton in ver
werkt. het sluïzensysteem is 360 M. lang en
18 Al. breed. Telkens werd in den zomer (als
er weinig water was) ge'stort en in den win
ter alles voorbereid voor het vólgende seizoen.
De energie die men zich voorstelt op te wek
ken zou 8 millioen PK. bedragen. Een tweede
dergelijk werk aan de Wolga is in voorberei
ding.
In practijk zijn hier gebracht de woorden
van Lenin: ..Wat is Communisme?" Antwoord:
„Soviet plus electrificatie".
Kort en bondig heeft deze figuur aan Rus
land een soort strijdkreet gegeven en wel één
waar de miet-Ru^sische wereld rf>g eens van
zal kunnen profiteeren en waar 't Russische
volk zich op hel öogenblik voor rantsoeneert.
Waar is in de geschiedenis een ander voor
beeld aan te wijzen van een land. waar boter
en suiker maanden lang practised niet te krij
gen zijn. nadat het eerst geëxporteerd is om
geld te krijgen voor den aankoop van ma
chines.
De bedoeling is. vooral stroom te krijgen
voor de ertssmelterijen in het Donetzbekken
De stuwdam werd ook bezichtigd, 't Was
streng verboden foto's van de werken te ne
men: op den dam zelf werd dit plotseling wel
toegestaan.
"as een imposant gezicht hoe daar reus-
a< je turbines gemonteerd werden. Het zijn
enorme en dikke wielen die bij toelating van
water, door een sluis op te trekken in een
draaiende beweging komen en direct stroom
opwekken. Overal werd gewerkt door lasschers
schilders, monteurs. Kranen reden op breede
rails en brachten zware onderdeelen op hun
plaats. Vrouwen henen twee aan twee en
droegen on een draagbaar zand of cement.
Mijn indruk was echter dat er op een bouw
werk to West-Eurooa en vooral in Duitschlanci
en Ita'ië in veel sneher tempo gewerkt wordt
dom de ..opoerkoder" en anderen.
Maar waarschijnlijk zijn het desondanks
nog goedboope arbeidskrachten. We liepen
den geheelen dam over. nu ee'ns over een door
zichtig plankier, dan weer over een smalle
plankT dan weer door een nauwen doorgang
langs een kraan op rails, die ieder oogenblik
kon gaan rijden. Ik vermoed dat men in
West-Europa op een dergelijke plek geen be
zoekers toegelaten zou hebben. Aan het slot
zag ik de sluizen, die veel kleiner waren dan
die in IJmuiden, maar waarvan de diepte ont
zettend was. Er was nog geen water ingelaten
en we zagen de rotsen van de vroegere stroom
versnelling. Uit de hoogte van de deuren bleek
dat de groote diepte van de sluiskolken niet
opzettelijk was.
Daarna bezochten we woningen van seizoen
arbeiders. Hier was het nog oud-Rusland,
schilderachtig maar primitief. Er werd op
vuurtjes bij de huizen een soort meelbal ge
kookt in water, later werd deze weer even
geroosterd.
Ieder van het gezelschap was wel onder den
indruk van wat daar tot stand gebracht was.
Alen vraagt zich af of West-Europa te lang
achter gebleven is. de krachten van de natuur
dienstbaar te maken aan de behoeften van
de menschen.
Als men hoort- hoe men nog veel grooter
plannen heeft, weet men niet of men hier
heeft te doen met een kinderlijk utopisme of
met werkelijk reëele plannen. Men wil den
Dnjepr bij Alexandrowsk recht door laten loo-
pen en over aquaducten naar de Krim bren
gen om op het plateau cultures mogelijk te
maken. Men wil in de Krim een groot station
bouwen om met hulp van den wind electrische
energie op te wekken. Ik vraag mij af of zoo
iets in Holland, waar het zooveel waait, ten
onrechte nagelaten is of dat men in Rusland
op onzakelijke wijze fantaseert Het één of het
ander moet toch het geval zijn.
Men wil de Wolga met de Don verbinden,
zoodat schepen van Noord naar Zuid kunnen
varen in Rusland, meer dan 1 1/2 duizend KM.
ver, hemelsbreed gemeten, terwijl dan de
Wolga in de zee van Azow zou komen. Men
wil bloembollencultuur beginnen bij Soechoem
in Trans-Kaukasië!
Wie ziet dat het electrische licht hier een
vasten avond in de week niet brandt, omdat
de Dieselmotor in Jalta dan nagezien moet
worden, ook daar buiten het licht onverwachts
dikwijls uitgaat of zwak brandt', terwijl de
kaarsen en petroleumlampen overal klaar
staan, wie ziet of hoort van de verwaarloo-
ztog van auto's, tractoren e.d. vraagt zich weer
af: zijn dit dezelfde menschen?
Afaar het is hier natuurlijk als overal el
ders; eenige duizenden energieken deelen de
lakens uit. Vroeger gebeurde dit door slechts
eenige honderden en ze waren noch energiek
noch sociaal voelend. En het groote voordeel
is dat het Russische leger van den arbeid,
rekenen kan op eenige millïoenen getrouwe.
hoewel nog onervaren werkers, die dolgraag
willen leeren van ieder die iets weet, Rus of
buitenlander.
De menschen der oudere generatie, die oor
log, revolutie en drie jaren van hongersnood
meegemaakt hebben, zeggen per ongeluk nog
„Mijnheer", als het „Kameraad" moest zijn,
zijn moe en helpen 't Soviet-bewind met een.
soort rustige vaderlandsliefde en plichtsbe
trachting.
Maar de jongere generatie, die zich van de
jaren 19141921 niet meer herinnert en van
de ouderen evenmin iets goeds te hooren krijgt
van het Czarisme, is enthousiast, wordt bij
gestaan door de vele Duitschers, met hun vak
kennis en organisatorische talenten, door de
vele Russische Joden met hun talenkennis en
hun snelle wijze van aanpassing en hun be
vattelijkheid en geschiktheid om wetenschap
pelijk werk te verrichten. Ook de Joden heb
ben in Rusland een sprong vooruit, gemaakt
en niet alleen zij. ook Tataren. Armeniërs.
Kaukasiërs, Mongolen, ze behoeven geen pro-
groms meer te vreezen, ze studeeren in Mos
kou. worden eveneens met „Towaritsj" aange
sproken. Geen klasse- en rassenverschil wordt
gemaakt. behalve dat degene die nog tracht
te leven van den arbeid van anderen hier een
paria is. geen burgerrecht heeft, met den nek
aangezien wordt en economisch geboycot,
't Zal velen onzer in Holland te ver gaan hier.
maar wat geeft ons het recht den Russen,
hun tempo van vooruitgang te betwisten,
daar ze immers zoo lang dom gehouden en
onderdrukt werden?
Tot slot van dit artikel nog iets over Haar
lem uit een Russischen reisgids. Mijn gast
heer in Nikita had een oude Baedeker van
1906 en sloeg voor mij Haarlem op. Het zal
den lezer interesseeren wat daarvan verteld
wordt en ik laat dit hieronder volgen:
Haarlem (1906)" is een rijke en rustige stad.
de hoofdstad van Noord-Holland. Er wonen
veel menschen. die hun tijd geven kunnen aan
wetenschap en kunst, er zijn musea, verzame
lingen. bibliotheken, boulevards, tuinen (be
doeld is wel: parken, dat is in het Russisch
één woord) en in Bloemendaal worden veel
tulpen, hyacinthen en anjers (bedoeld zal zijn
narcissen) gekweekt, die op zandbodem
groeien. Bekend is de tulpenspeculatie in de
17e eeuw toen 1 bol van de tulp Viceroy voor
25000 gulden verkocht werd en 3 bollen van
Semper Augustus voor 30.000 gulden.
Bij de stad is een mooi bosch beuken (be
doeld is den Hout).
In Haarlem wonen vele menschen. beroemd
op het gebied van kunst en wetenschap.
De geschiedenis is roemrijk, want de Haar
lemmermeer is droog gelegd en er zijn groote
bloemen-beplantingen gemaakt. (Sic.!).
De stad is de prettigste van Holland met zijn
zindelijkheid. rust en landelijkheid.
Het centrum is de Groote Markt met Groote
Kerk, Raadhuis met. museum
Het Markthuis (Vleeschhato) is origineel.
Daar is een archief. In de 17e eeuw is een
toren gebouwd van 80 M. op de kerk. Het
raadhuis is van de 1213e eeuw
Het Museum heeft beroemde schilderijen
van Rembrandt en ,Frans Hals.
Het Teyler-Museum heeft interessante din
gen als mineralen, boeken, medailles en gra
vures.
Bij Haarlem zijn goede wegen, uit de stad
naar Overveen. tusschen tuinen en goede vil
la's en duinen, die Ruvsdael ge'teekend heeft.
Iets verder ligt Bloemendaal (zeer mooi met
waranda's in hotel Zomerzorg). De omnibus
uit Haarlem naar Overveen kosl 15 cent, naar
Bloemendaal 20 cent"
Tot zoover de Russische Baedeker
Wat tegenwoordig de Russen interesseert is
de vraag of de sociaal-democraten in Holland
al evenveel voor Holland gedaan hebben al-
de communisten in Rusland voor hun land en
of er bij ons een „Arbeiterrepubliek" komen
kan!
De tijden veranderen.
C. SIPKES.
Nitika aan de Zwarte Zee, 28 Aug. '32.
De Clermont" van Fulton op de Hudson.
Honderd vijf en twintig jaar
geleden. Van New-York naar Al
bany.
Evenals de spoorweg te land, heeft ook het
stoomschip op liet water een groote ommekeer
teweeggebracht in handel en verkeer. Daarom
verdient de honderd vijf en twintigste „ver
jaardag" van de vaart van het eerste stoom
schip eenige aandacht. Deze eerste vaart vond
plaats in het begin van de maand October van
het jaar 1807, en wel op den Hudson, van
New-York naar Albany. Volgens sommigen is
de juiste datum 7 October; vaststaat deze
echter niet, doch wel kan de eerste helft der
October-maand er voor aangenomen worden.
Reeds lang voor dien, had men allerlei po
gingen in het werk gesteld, om stoom voor het
voortbewegen van schepen te benutten. Ge
schiedschrijvers maken melding van het feit.
dat zekere kapitein B'.asco de Garay in het
jaar 1543 een machine construeerde, die „tot
voortbeweging van zeeschepen en zeevaartui
gen bij windstilte, zonder roeien en zonder
zeilen" dienen moest en uit ..een grooten ketel
met kokend water en drijfraderen" bestond.
Doch reeds het feit. dat Blasco's schip twee
honderd ton mat. wijst er op. dat dit schip
niet varen kon. want volgens den toenmaligen
stand der wetenschap en techniek was het
onmogelijk, een stoomschip van dergelijke
grootte te bouwen!
Ook de mededeelingen van den natuurkun
dige Papin uit Marburg over de vaart, welke
hjj in het jaar 1707 op een met raderen voor
zien schip tusschen Kassei en Münden op de
Fulda gedaan zou hebben, houden geen stand,
als men ze nader beschouwt. De uitvinder van
het naar hem genoemde „Dampftopfs" heef:
nl. geen stoomschip gebouwd, aangezien de
raderen met menschenkracht in beweging ge
bracht werden.
In het jaar 1736 deed een Engelschman.
met name Hull, van zich spreken. Hij had een
uitvinding gedaan, welke werkelijk het gebruik
van stoom voor de scheepvaart mogelijk
maakte, doch op oen buitengewoon omslach
tige en ingewikkelde manier. Na hem kwamen
er in de achttiende eeuw nog een groot aan
tal uitvinders van stoommachines voor sche-
Den. doch geen enkele sorteerde eenig prac-
tisch nut.
Anders was het gesteld met den Amerikaan
Robert Fulton. Deze man was eerst horloge
maker en daarna „fotograaf". In het begin
'er negentiende eeuw was hij door een he
rige uitvindingskoorts aangetast. Hij kwam in
eet jaar 18P3 naar Parijs waar hij op de Seine
demonstraties hield met een door hem vct-
'aardigd stoomschip. Nadat het eerste schip
~?zonken was, gelukte het hem den negenden
Augustus met een tweede schip, door middel
-an stoom, stroomopwaarts te varen. Napo
leon interesseerde zich voor het geval: de uit
vinding, zoo dacht hij, zou hem van dienst
De Waarzegster.
door ELS DE BOIS.
In een van de talrijke havelooze sloppen
in de rivierbuurt staat een klein huis. Het
ziet er vervallen en luguber uit, de kalk
brokkelt van de muren, en het heeft maar
één groot zwart raam, dat als een spiedend
oog uitkijkt over een steegje. Dit is het hol
van de beroemde waarzegster en geestenbe-
zweerster vrouw Slot. hei. hol, waar de meeste
angsten worden uitgestaan, en waar het
meeste geld wordt verdiend van de heele
buurt. Vandaag is het zomer, en de zon
brandt fel in het slop. Een paar kinderen
met snotneuzen en groezelige bloote stokke-
beentjes zitten op de warme keien, en spe
len stil en aandachtig met een schurftig
katje, dat in een rieten wiegje half bedolven
ligt onder een lappendeken, en dat uit pure
misère maar met zich sollen laat.
Dan komen de eerste -klanten van vrouw
Slot. Twee H.B.S.-meisjes draaien aarzelend
om haar huis heen en plotseling is het heele
slop vervuld met lawaai, gegichel. zenuw
achtigheid: „jassus wat eng", „God kind, ik
durref niet", ,,ze zal ons niet- opeten", „bel
jij dan", „jassus, de menschen kijken al". In
derdaad komen er al eenige buurvrouwen
kijken, belust op een lolletje, en een vinnige
juffrouw zegt hoonend: „Gaane jullie waar
zeggen? Jullie krijge tóch geen man!"
Op dit pijnlijk oogenblik gaat de deur van
het gevreesde huis open. een zwarte kater
wandelt statig naar buiten en een piepstem
roept vleiend „Kom maar binne, wijfies!" De
buurvrouwen trekken zich, als op comman
do, terug, en een klauwige hand trekt de
aarzelende „wijfies" naar binnen. Het is er
zoo donker, dat ze zich eerst langzaam kun
nen orienteeren. Het ruikt er naar spruitjes,
en naar drogende luiers, drie zwarte katers
loopen er rond, en miauwen klagelijk, en
boven op de schoorsteen hipt een ekster.
De waarzegster zit voor haar tafel met
kaarten, fixeerend haar slachtoffers. Ze
heeft pientere, kleine steekoogjes, en haar
hand strijkt in gewoontegebaar voortdurend
langs h7 r kort, zwart baardje. Ze wacht, en
kijkt, en zwijgt. Het kleine meisje met de
blonde krullen wordt er zenuwachtig van.
en gichelt hardop. Het andere kind is ernstig
en geeft haar een trap. Dat beteekent „stom
meling"! 'Je moet zoo'n mensch altijd te
vriend houden, je kan nooit weten).
Dit kind heeft haar zware, bruine vlechten
opgestoken, om ouder te lijken, en moeder's
rose bloedkoralen gegapt voor dezen middag:
als zoo'n mensch dadelijk ziet. uit wat voor
milieu je komt, voorspelt ze je allicht een
betere toekomst dan anders. Zoo speelt men
met het fatum.
Het blondje is het eerst aan de beurt en
mag de kaarten schudden. Onder tusschen
peilt vrouw Slot: „Wijfie, jij sal wel een Oc-
toberkindje sïjn, hè? Ben jij niet in October
gebore?" Jammer genoeg is het blondje een
Februari-kind. en vrouw Slot herstelt haastig
haar fout: „O, dat dacht ik al. dat dacht ik
al! Net me soon! Da's ook een Februari-kind.
Dikwijls verliefd, hè?" 'blondje bloost van
plezier). „Ja, en dol op mooie kleere, en op
de film. Sie je wel! Opoasse hoor. opoasse
hoor wijfie! Ki.ik. daar 'iet de harteboer al.
Ja. Ja. Je krijgt een blonde man, me kind.
Enne. wat wou 'k segce. Is er niQt iemand in
je femilie, die aan rimmetiek lijdt? Ja. net
so, je fader, sie je, dat sei ik toch al. jo fader.
Je moet 'em maar es met b°"sme insmere.
wijfie, da's een eoed middel. Ja. en je k^mt
in een winkel. Kan er nikc an doen. wijfie,
ik sie je in een winkel. Kijk. daar ligge do
kaarte! Je wordt arm, maar je wordt heel
gelukkig, wijfie. Je komt ook nog in 't sieke-
huis. maar da's niet erg. Nou eerst die andere
n'es".
De bruine vlechten worden streng gefixeerd
Dan plotseling, heel beslist: „Jij bent een
Augustus-kind!" Het Is volkomen waar. Het
laatste vleugje sarcasme-bravoure verdwijnt
uit de oogen van het bruine meisje. Vrouw
Slot- triompheert.
„Ja, een Augustus-kind. Je hebt nie veel
geluk, lief ie. Krijgt nie veel post ook.
Is 't nié waar? Ja. da's altijd maar wachte,
wachte. wachte. Geduldig sijn. Je moet ook
nog effies op je man wachte. Ik ben ook een
Augustus-kind, ik weet 'et precies. Je krijgt
een mooie man, wijfie, met van die mooie
oogies, maar hij sit ieder oogenblik bij an
dere wijven. Ik heb er net so een. maar dat
is een slampamper, hoor. Je wordt rijk, maar
je wordt ongelukkig. .Te man hop een hooge
posisie: een deurwaarder! Wil je dat niet?
Nou. misschien ook wel geen deurwaarder,
misschien wel een dokier. Is dat goed? Pas
op voor getrouwde manne, hoor me kind.
Dat benne slange!"
Bjiiten adem zwijgt de waarzegster. De
meisjes kijken haar aarzelend aan. in de
hoop. nog meer te zullen hooren, maar
vrouw Slot staat resoluut op: „Da's dan een
gulden same. Wel bedankt, dames. Als U nog
meer wil wete. kom U de volgende week
maar terug. Dag dames, wel bedankt!"
De dames staan een beetje verbluft op
straat-, en knipperen tegen het felle zon
licht. Het slop is nog steeds verlaton. het
schurftige katic heeft zich eindelijk losge-
worsteld uit zijn wieg. en alleen het. kleine
meisje zit voor haar deur, en kribbelt nu,
monotoon mompelend, telkens krabbend in
haar groezelige gele haardos. De meisjes
loooen gearmd het slop door en zijn het er
over eens. dat ze er geen snars van gelooven.
„Toch een eng mensch" huiver», het. blondie.
„Ik ga er niet meer raar toe". En ze b°denkt
met. erzerris. hoe Elisabeth morgen aan de
meisips zal gaan ovcktopnen. dat zij,
blondie. straatarm wordt, naderhand. Ver
velend zoom's A^^ar ze gelooft er geen snars
van. Fn El'sabgth mto de bmtne vlechten
v«r7r^kt errriie; „I aton we het niet aan
moedor vertellen, dat ik ongelukkig word. Ze
hecht zoo aan zulke dingen".
kunnen zijn In den strijd tegen de Engelse hen.
Doch de onderzoekingen van een wetenschap
pelijke commissie, welke hij voor een en an
der had ingesteld, waren zoo vernietigend, dat
alles afsprong: de poginge nvan Fulton, waren
naar het oordeel der commissie van geenerlei
waarde. Fulton keerde daarop nadat hij bij
de Engelsche firma Boulton en Watt een nieu
we machine had laten maken, naar Amerika
terug. Het schip, waarin hij dc machine liet
plaatsen, en dat den naam van „Clermont"
droeg, liep in de eerste dagen van October
1807 te New-York van stapel. Het mat 162
ton, was ruim veertig meter lang en bijna vijf
meter breed; het had een machine van 20 pk.
en het kon honderd passagiers aan boord heb
ben Ieder der reizigers mocht tweehonderd
pond aan vracht meevoeren. Het schip bevat
te .drie elegante kamers; een voor de dames,
en twee voor de heeren en een keuken, biblio-
heek en andere geriefelijkheden".
Eenige dagen na het van stapel '.oopen. deed
de ..Clermont" zijn eerste vaart, In twee en
dertig uur voer het schip van New-York naar
Albany, een afstand van twee honderd kilo
meter. Hiermee was de eerste regelmatige
itoombootdienst geopend.
De prijs voor dezen tocht werd beoaa'.d op
zeven dollar, waaronder middageten, thee, lo
tos en ontbijt begrepen waren.
Met een zeilschip deed men over deen af
stand vier dagen, dikwijls zelfs tien. En met
postkoets nam het ook langer in beslag;
de prijs met dit laatste vervoermiddel bc'.tcp
'•ton dollar, een bedrag, dat nog met. vijf dol-
'ar verhoogd werd voor bijkomende kosten,
Het aantal passagiers nam sne! toe en ook
de bouw van stoomscheoen werd krachtig ter
hand genomen. In het jaar 1812 voeren op de
Amerikaan.sche rivieren reeds meer dan vijf
tig stoom «schepen! In dit jaar bouwde Henry
Bell in Glasgow het eerste stoomschip, dat
daarna eerst in Europa in gebruik kwam. Zijn
schip onderhield het verkeer op de Clyde, in
Schotland.
Tijdens zijn verblijf te Parijs hooft Fulton
nog ee'n vertegenwoordiger van de Beiersche
regeering aangeboden, om op den Donau een
stoomvaartdienst, te openen, tusschen Ulm en
Wecnen. Men onderzocht zijn voorstellen zeer
ernstig, doch In het begin van het jaar 1810
bracht de directeur eener technische fabriek
°en vernietigend rapport, over deze voorstellen
uit. Volgens den expert zou de slechtste post
koets het vlugger doen dan een stoombootde
n'.anncn van den Amerikaan moesten zijn In
ziens op een groot fiasco uit loopen.
Enkele Jaren later, in 1816. verscheen het
eerste stoomschip op den Rijn. in Dultschland.
Drie jaren daarna, in 1819. ging er voor het
eerst een ..schip met stoom" over den Atlanti-
schen Oceaan: het was de Amerikaanscho boot
.Savanna", die voor een overtocht van New-
York naar Liverpool zes en twintig dagen noo-
dig had. Veel succes heeft men er evenwel niet
in gezien, want het duurde nog dertien jaar.
eer wederom een stoomschip een dergelijke
reis ondernam.
En dan te weten, ^at nu de groote Oceaan-
stoomers er nog geen vijf dagen over doen.
EEN STANDBEELD VOOR EEN
KOE.
Ergens op een weiland nabij Seattle,
Washington (V. S.) verheft zich een stand
beeld, dat opgericht werd voor Segis Pieter
tje Prospect zaliger, een koe van Holstein-
sche afkomst, dfe het land der levenden in
1925 verliet.
Wij kunnen niet anders dan met weemoed
aan haar terugdenken, tomeer daar zij twee
maal in haar leven het wereldrecord melk-
leverantic cn botorproductle heeft gebroken.
Haar geheele bestaan was trouwens een
en al productiviteit. Zij was onvermoeid, voor
al in haar glorietijd, toen zij dc voortbreng
ster werd van meer dan 16.500 liter melk
per jaar en haar eigenaars in de gelegenheid
stolde 1.400 pond boter te bereiden. In twee
jaren tijd.*- verrijkte zij de wereld met 33.922
liter melk en 2.865 pond boter.
Wanneer men in aanmerking neemt, dat
een behoorlijke vertegenwoordigster van het
koerenras het tot een gemiddelde van 20 liter
per dag kan brengen, staat men verpletterd
bij dc prestaties van Segis Pietertje 'het va-
derlandsche blad stroomt ons sneller door
de aderen, wanneer wij den naam Pietertje
lezen). ZIJ toch schonk ons gemiddeld 46 12
liter per dag.
De theorie, dat begaafde individuen dik
wijls geen bijzonder talentvolle kinderen
hebben, gaat met betrekking, tot Pietertje
ook niet eens op want zij bracht talrijke on
gewoon degelijke melkkoeien ter wereld die
het op haar beurt «tot dfstrictkampioen
brachten.
Een inscriptie, die het voetstuk -van hot
standbeeld versiert, stelt ons op de hoogte
van de carrière der overledene. Het monu
ment werd vervaardigd door een gerenom
meerd kunstenaar is geheel in natuurlijke
kleuren uitgevoerd. De zwart-wit gevlekte
huid van Segis Pietertje is natuurgetrouw
vereeuwigd.