REISBRIEVEN UIT RUSLAND. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD DE VAART VAN HET EERSTE STOOMSCHIP. ZATERDAG 15 OCT. 1932 Dnjeprostroj. Een stad is in aanbouw. De trein kwam aan in Alexandrowsk, tegen woordig Zaparogië genoemd en vandaar bradhit een auto ons naar de nieuwe stad Dnjeprostroj, die nog weinig bewoond is. We kregen kamers om ons op te frisschen in nog niet bewoonde arbeiderswoningen, in groote vierkante blokken opgebouwd. Hierbij een schets met maten. Ay>-, Kt. -ntaï f* "F1 ©AuCON We gebruikten ons ontbijt in de toekomstige coöperatieve restauratie en gingen daarna te voet naar den grooten nieuwen stuwdam in de Dnjepr. Het plan is, van het groote verval in dit gedeelte van de rivier gebruik te ma ken tot het opwekken van electrischen stroom, dezen te benutten voor de industrie, de be vaarbaarheid van de rivier te venhoogen en I de bevloeiing van het omliggende land moge- I lijk te maken. Het plan, dat te zamen het grootste project van dien aard is van de we reld is doorgezet door Petrowski, den voorzit ter van het Ukrainisch Excecutief Comité van de Comm. Partij. (Inmiddels is. naar wij deze week gemeld heb ben, de stuwdam van Dnjeprostroj voltooid. Red.) We werden in een stoomboot over de rivier gebracht of beter over het stuwmeer, want alles lag hier vroeger dieper en was smaller. Nadat de dam het water 48 M. (in de toe komst 51 M.) omhoog gebracht heeft (waarbij een stadje ver-plaatst moest worden) ontstond een diep en bevaarbaar meer en tot 100 K.M. stroomopwaarts is de gunstige invloed tot in de zijrivieren merkbaar. Aan de overzijde was een kleine primitieve drijvende zweminrichting, waarop een aantal ouden en jongen van beiderlei geslacht, bruin als negers bijna, van zon en water genoten. In de gemengde baden wordt zwemgoed ge dragen. doch minimaal van afmeting, zwem pakken ziet men zoo goed als niet. de vrou wen dragen een zwembroek en een soort buste houder, zoodat- de uitwerking van de zon zoo groot, mogelijk is. In het kantoo-r van de Dnjeprostroj had een uiteenzetting plaats in het Russisch over de beteekenis van de Dnjeprostroj en vertaald door onze gidsen. De dam is 600 M. lang, 60 M. hoog en 40 M. breed, heeft een bassin van 450 K.M.2 doen ontstaan, er is 750 millioen M3. beton in ver werkt. het sluïzensysteem is 360 M. lang en 18 Al. breed. Telkens werd in den zomer (als er weinig water was) ge'stort en in den win ter alles voorbereid voor het vólgende seizoen. De energie die men zich voorstelt op te wek ken zou 8 millioen PK. bedragen. Een tweede dergelijk werk aan de Wolga is in voorberei ding. In practijk zijn hier gebracht de woorden van Lenin: ..Wat is Communisme?" Antwoord: „Soviet plus electrificatie". Kort en bondig heeft deze figuur aan Rus land een soort strijdkreet gegeven en wel één waar de miet-Ru^sische wereld rf>g eens van zal kunnen profiteeren en waar 't Russische volk zich op hel öogenblik voor rantsoeneert. Waar is in de geschiedenis een ander voor beeld aan te wijzen van een land. waar boter en suiker maanden lang practised niet te krij gen zijn. nadat het eerst geëxporteerd is om geld te krijgen voor den aankoop van ma chines. De bedoeling is. vooral stroom te krijgen voor de ertssmelterijen in het Donetzbekken De stuwdam werd ook bezichtigd, 't Was streng verboden foto's van de werken te ne men: op den dam zelf werd dit plotseling wel toegestaan. "as een imposant gezicht hoe daar reus- a< je turbines gemonteerd werden. Het zijn enorme en dikke wielen die bij toelating van water, door een sluis op te trekken in een draaiende beweging komen en direct stroom opwekken. Overal werd gewerkt door lasschers schilders, monteurs. Kranen reden op breede rails en brachten zware onderdeelen op hun plaats. Vrouwen henen twee aan twee en droegen on een draagbaar zand of cement. Mijn indruk was echter dat er op een bouw werk to West-Eurooa en vooral in Duitschlanci en Ita'ië in veel sneher tempo gewerkt wordt dom de ..opoerkoder" en anderen. Maar waarschijnlijk zijn het desondanks nog goedboope arbeidskrachten. We liepen den geheelen dam over. nu ee'ns over een door zichtig plankier, dan weer over een smalle plankT dan weer door een nauwen doorgang langs een kraan op rails, die ieder oogenblik kon gaan rijden. Ik vermoed dat men in West-Europa op een dergelijke plek geen be zoekers toegelaten zou hebben. Aan het slot zag ik de sluizen, die veel kleiner waren dan die in IJmuiden, maar waarvan de diepte ont zettend was. Er was nog geen water ingelaten en we zagen de rotsen van de vroegere stroom versnelling. Uit de hoogte van de deuren bleek dat de groote diepte van de sluiskolken niet opzettelijk was. Daarna bezochten we woningen van seizoen arbeiders. Hier was het nog oud-Rusland, schilderachtig maar primitief. Er werd op vuurtjes bij de huizen een soort meelbal ge kookt in water, later werd deze weer even geroosterd. Ieder van het gezelschap was wel onder den indruk van wat daar tot stand gebracht was. Alen vraagt zich af of West-Europa te lang achter gebleven is. de krachten van de natuur dienstbaar te maken aan de behoeften van de menschen. Als men hoort- hoe men nog veel grooter plannen heeft, weet men niet of men hier heeft te doen met een kinderlijk utopisme of met werkelijk reëele plannen. Men wil den Dnjepr bij Alexandrowsk recht door laten loo- pen en over aquaducten naar de Krim bren gen om op het plateau cultures mogelijk te maken. Men wil in de Krim een groot station bouwen om met hulp van den wind electrische energie op te wekken. Ik vraag mij af of zoo iets in Holland, waar het zooveel waait, ten onrechte nagelaten is of dat men in Rusland op onzakelijke wijze fantaseert Het één of het ander moet toch het geval zijn. Men wil de Wolga met de Don verbinden, zoodat schepen van Noord naar Zuid kunnen varen in Rusland, meer dan 1 1/2 duizend KM. ver, hemelsbreed gemeten, terwijl dan de Wolga in de zee van Azow zou komen. Men wil bloembollencultuur beginnen bij Soechoem in Trans-Kaukasië! Wie ziet dat het electrische licht hier een vasten avond in de week niet brandt, omdat de Dieselmotor in Jalta dan nagezien moet worden, ook daar buiten het licht onverwachts dikwijls uitgaat of zwak brandt', terwijl de kaarsen en petroleumlampen overal klaar staan, wie ziet of hoort van de verwaarloo- ztog van auto's, tractoren e.d. vraagt zich weer af: zijn dit dezelfde menschen? Afaar het is hier natuurlijk als overal el ders; eenige duizenden energieken deelen de lakens uit. Vroeger gebeurde dit door slechts eenige honderden en ze waren noch energiek noch sociaal voelend. En het groote voordeel is dat het Russische leger van den arbeid, rekenen kan op eenige millïoenen getrouwe. hoewel nog onervaren werkers, die dolgraag willen leeren van ieder die iets weet, Rus of buitenlander. De menschen der oudere generatie, die oor log, revolutie en drie jaren van hongersnood meegemaakt hebben, zeggen per ongeluk nog „Mijnheer", als het „Kameraad" moest zijn, zijn moe en helpen 't Soviet-bewind met een. soort rustige vaderlandsliefde en plichtsbe trachting. Maar de jongere generatie, die zich van de jaren 19141921 niet meer herinnert en van de ouderen evenmin iets goeds te hooren krijgt van het Czarisme, is enthousiast, wordt bij gestaan door de vele Duitschers, met hun vak kennis en organisatorische talenten, door de vele Russische Joden met hun talenkennis en hun snelle wijze van aanpassing en hun be vattelijkheid en geschiktheid om wetenschap pelijk werk te verrichten. Ook de Joden heb ben in Rusland een sprong vooruit, gemaakt en niet alleen zij. ook Tataren. Armeniërs. Kaukasiërs, Mongolen, ze behoeven geen pro- groms meer te vreezen, ze studeeren in Mos kou. worden eveneens met „Towaritsj" aange sproken. Geen klasse- en rassenverschil wordt gemaakt. behalve dat degene die nog tracht te leven van den arbeid van anderen hier een paria is. geen burgerrecht heeft, met den nek aangezien wordt en economisch geboycot, 't Zal velen onzer in Holland te ver gaan hier. maar wat geeft ons het recht den Russen, hun tempo van vooruitgang te betwisten, daar ze immers zoo lang dom gehouden en onderdrukt werden? Tot slot van dit artikel nog iets over Haar lem uit een Russischen reisgids. Mijn gast heer in Nikita had een oude Baedeker van 1906 en sloeg voor mij Haarlem op. Het zal den lezer interesseeren wat daarvan verteld wordt en ik laat dit hieronder volgen: Haarlem (1906)" is een rijke en rustige stad. de hoofdstad van Noord-Holland. Er wonen veel menschen. die hun tijd geven kunnen aan wetenschap en kunst, er zijn musea, verzame lingen. bibliotheken, boulevards, tuinen (be doeld is wel: parken, dat is in het Russisch één woord) en in Bloemendaal worden veel tulpen, hyacinthen en anjers (bedoeld zal zijn narcissen) gekweekt, die op zandbodem groeien. Bekend is de tulpenspeculatie in de 17e eeuw toen 1 bol van de tulp Viceroy voor 25000 gulden verkocht werd en 3 bollen van Semper Augustus voor 30.000 gulden. Bij de stad is een mooi bosch beuken (be doeld is den Hout). In Haarlem wonen vele menschen. beroemd op het gebied van kunst en wetenschap. De geschiedenis is roemrijk, want de Haar lemmermeer is droog gelegd en er zijn groote bloemen-beplantingen gemaakt. (Sic.!). De stad is de prettigste van Holland met zijn zindelijkheid. rust en landelijkheid. Het centrum is de Groote Markt met Groote Kerk, Raadhuis met. museum Het Markthuis (Vleeschhato) is origineel. Daar is een archief. In de 17e eeuw is een toren gebouwd van 80 M. op de kerk. Het raadhuis is van de 1213e eeuw Het Museum heeft beroemde schilderijen van Rembrandt en ,Frans Hals. Het Teyler-Museum heeft interessante din gen als mineralen, boeken, medailles en gra vures. Bij Haarlem zijn goede wegen, uit de stad naar Overveen. tusschen tuinen en goede vil la's en duinen, die Ruvsdael ge'teekend heeft. Iets verder ligt Bloemendaal (zeer mooi met waranda's in hotel Zomerzorg). De omnibus uit Haarlem naar Overveen kosl 15 cent, naar Bloemendaal 20 cent" Tot zoover de Russische Baedeker Wat tegenwoordig de Russen interesseert is de vraag of de sociaal-democraten in Holland al evenveel voor Holland gedaan hebben al- de communisten in Rusland voor hun land en of er bij ons een „Arbeiterrepubliek" komen kan! De tijden veranderen. C. SIPKES. Nitika aan de Zwarte Zee, 28 Aug. '32. De Clermont" van Fulton op de Hudson. Honderd vijf en twintig jaar geleden. Van New-York naar Al bany. Evenals de spoorweg te land, heeft ook het stoomschip op liet water een groote ommekeer teweeggebracht in handel en verkeer. Daarom verdient de honderd vijf en twintigste „ver jaardag" van de vaart van het eerste stoom schip eenige aandacht. Deze eerste vaart vond plaats in het begin van de maand October van het jaar 1807, en wel op den Hudson, van New-York naar Albany. Volgens sommigen is de juiste datum 7 October; vaststaat deze echter niet, doch wel kan de eerste helft der October-maand er voor aangenomen worden. Reeds lang voor dien, had men allerlei po gingen in het werk gesteld, om stoom voor het voortbewegen van schepen te benutten. Ge schiedschrijvers maken melding van het feit. dat zekere kapitein B'.asco de Garay in het jaar 1543 een machine construeerde, die „tot voortbeweging van zeeschepen en zeevaartui gen bij windstilte, zonder roeien en zonder zeilen" dienen moest en uit ..een grooten ketel met kokend water en drijfraderen" bestond. Doch reeds het feit. dat Blasco's schip twee honderd ton mat. wijst er op. dat dit schip niet varen kon. want volgens den toenmaligen stand der wetenschap en techniek was het onmogelijk, een stoomschip van dergelijke grootte te bouwen! Ook de mededeelingen van den natuurkun dige Papin uit Marburg over de vaart, welke hjj in het jaar 1707 op een met raderen voor zien schip tusschen Kassei en Münden op de Fulda gedaan zou hebben, houden geen stand, als men ze nader beschouwt. De uitvinder van het naar hem genoemde „Dampftopfs" heef: nl. geen stoomschip gebouwd, aangezien de raderen met menschenkracht in beweging ge bracht werden. In het jaar 1736 deed een Engelschman. met name Hull, van zich spreken. Hij had een uitvinding gedaan, welke werkelijk het gebruik van stoom voor de scheepvaart mogelijk maakte, doch op oen buitengewoon omslach tige en ingewikkelde manier. Na hem kwamen er in de achttiende eeuw nog een groot aan tal uitvinders van stoommachines voor sche- Den. doch geen enkele sorteerde eenig prac- tisch nut. Anders was het gesteld met den Amerikaan Robert Fulton. Deze man was eerst horloge maker en daarna „fotograaf". In het begin 'er negentiende eeuw was hij door een he rige uitvindingskoorts aangetast. Hij kwam in eet jaar 18P3 naar Parijs waar hij op de Seine demonstraties hield met een door hem vct- 'aardigd stoomschip. Nadat het eerste schip ~?zonken was, gelukte het hem den negenden Augustus met een tweede schip, door middel -an stoom, stroomopwaarts te varen. Napo leon interesseerde zich voor het geval: de uit vinding, zoo dacht hij, zou hem van dienst De Waarzegster. door ELS DE BOIS. In een van de talrijke havelooze sloppen in de rivierbuurt staat een klein huis. Het ziet er vervallen en luguber uit, de kalk brokkelt van de muren, en het heeft maar één groot zwart raam, dat als een spiedend oog uitkijkt over een steegje. Dit is het hol van de beroemde waarzegster en geestenbe- zweerster vrouw Slot. hei. hol, waar de meeste angsten worden uitgestaan, en waar het meeste geld wordt verdiend van de heele buurt. Vandaag is het zomer, en de zon brandt fel in het slop. Een paar kinderen met snotneuzen en groezelige bloote stokke- beentjes zitten op de warme keien, en spe len stil en aandachtig met een schurftig katje, dat in een rieten wiegje half bedolven ligt onder een lappendeken, en dat uit pure misère maar met zich sollen laat. Dan komen de eerste -klanten van vrouw Slot. Twee H.B.S.-meisjes draaien aarzelend om haar huis heen en plotseling is het heele slop vervuld met lawaai, gegichel. zenuw achtigheid: „jassus wat eng", „God kind, ik durref niet", ,,ze zal ons niet- opeten", „bel jij dan", „jassus, de menschen kijken al". In derdaad komen er al eenige buurvrouwen kijken, belust op een lolletje, en een vinnige juffrouw zegt hoonend: „Gaane jullie waar zeggen? Jullie krijge tóch geen man!" Op dit pijnlijk oogenblik gaat de deur van het gevreesde huis open. een zwarte kater wandelt statig naar buiten en een piepstem roept vleiend „Kom maar binne, wijfies!" De buurvrouwen trekken zich, als op comman do, terug, en een klauwige hand trekt de aarzelende „wijfies" naar binnen. Het is er zoo donker, dat ze zich eerst langzaam kun nen orienteeren. Het ruikt er naar spruitjes, en naar drogende luiers, drie zwarte katers loopen er rond, en miauwen klagelijk, en boven op de schoorsteen hipt een ekster. De waarzegster zit voor haar tafel met kaarten, fixeerend haar slachtoffers. Ze heeft pientere, kleine steekoogjes, en haar hand strijkt in gewoontegebaar voortdurend langs h7 r kort, zwart baardje. Ze wacht, en kijkt, en zwijgt. Het kleine meisje met de blonde krullen wordt er zenuwachtig van. en gichelt hardop. Het andere kind is ernstig en geeft haar een trap. Dat beteekent „stom meling"! 'Je moet zoo'n mensch altijd te vriend houden, je kan nooit weten). Dit kind heeft haar zware, bruine vlechten opgestoken, om ouder te lijken, en moeder's rose bloedkoralen gegapt voor dezen middag: als zoo'n mensch dadelijk ziet. uit wat voor milieu je komt, voorspelt ze je allicht een betere toekomst dan anders. Zoo speelt men met het fatum. Het blondje is het eerst aan de beurt en mag de kaarten schudden. Onder tusschen peilt vrouw Slot: „Wijfie, jij sal wel een Oc- toberkindje sïjn, hè? Ben jij niet in October gebore?" Jammer genoeg is het blondje een Februari-kind. en vrouw Slot herstelt haastig haar fout: „O, dat dacht ik al. dat dacht ik al! Net me soon! Da's ook een Februari-kind. Dikwijls verliefd, hè?" 'blondje bloost van plezier). „Ja, en dol op mooie kleere, en op de film. Sie je wel! Opoasse hoor. opoasse hoor wijfie! Ki.ik. daar 'iet de harteboer al. Ja. Ja. Je krijgt een blonde man, me kind. Enne. wat wou 'k segce. Is er niQt iemand in je femilie, die aan rimmetiek lijdt? Ja. net so, je fader, sie je, dat sei ik toch al. jo fader. Je moet 'em maar es met b°"sme insmere. wijfie, da's een eoed middel. Ja. en je k^mt in een winkel. Kan er nikc an doen. wijfie, ik sie je in een winkel. Kijk. daar ligge do kaarte! Je wordt arm, maar je wordt heel gelukkig, wijfie. Je komt ook nog in 't sieke- huis. maar da's niet erg. Nou eerst die andere n'es". De bruine vlechten worden streng gefixeerd Dan plotseling, heel beslist: „Jij bent een Augustus-kind!" Het Is volkomen waar. Het laatste vleugje sarcasme-bravoure verdwijnt uit de oogen van het bruine meisje. Vrouw Slot- triompheert. „Ja, een Augustus-kind. Je hebt nie veel geluk, lief ie. Krijgt nie veel post ook. Is 't nié waar? Ja. da's altijd maar wachte, wachte. wachte. Geduldig sijn. Je moet ook nog effies op je man wachte. Ik ben ook een Augustus-kind, ik weet 'et precies. Je krijgt een mooie man, wijfie, met van die mooie oogies, maar hij sit ieder oogenblik bij an dere wijven. Ik heb er net so een. maar dat is een slampamper, hoor. Je wordt rijk, maar je wordt ongelukkig. .Te man hop een hooge posisie: een deurwaarder! Wil je dat niet? Nou. misschien ook wel geen deurwaarder, misschien wel een dokier. Is dat goed? Pas op voor getrouwde manne, hoor me kind. Dat benne slange!" Bjiiten adem zwijgt de waarzegster. De meisjes kijken haar aarzelend aan. in de hoop. nog meer te zullen hooren, maar vrouw Slot staat resoluut op: „Da's dan een gulden same. Wel bedankt, dames. Als U nog meer wil wete. kom U de volgende week maar terug. Dag dames, wel bedankt!" De dames staan een beetje verbluft op straat-, en knipperen tegen het felle zon licht. Het slop is nog steeds verlaton. het schurftige katic heeft zich eindelijk losge- worsteld uit zijn wieg. en alleen het. kleine meisje zit voor haar deur, en kribbelt nu, monotoon mompelend, telkens krabbend in haar groezelige gele haardos. De meisjes loooen gearmd het slop door en zijn het er over eens. dat ze er geen snars van gelooven. „Toch een eng mensch" huiver», het. blondie. „Ik ga er niet meer raar toe". En ze b°denkt met. erzerris. hoe Elisabeth morgen aan de meisips zal gaan ovcktopnen. dat zij, blondie. straatarm wordt, naderhand. Ver velend zoom's A^^ar ze gelooft er geen snars van. Fn El'sabgth mto de bmtne vlechten v«r7r^kt errriie; „I aton we het niet aan moedor vertellen, dat ik ongelukkig word. Ze hecht zoo aan zulke dingen". kunnen zijn In den strijd tegen de Engelse hen. Doch de onderzoekingen van een wetenschap pelijke commissie, welke hij voor een en an der had ingesteld, waren zoo vernietigend, dat alles afsprong: de poginge nvan Fulton, waren naar het oordeel der commissie van geenerlei waarde. Fulton keerde daarop nadat hij bij de Engelsche firma Boulton en Watt een nieu we machine had laten maken, naar Amerika terug. Het schip, waarin hij dc machine liet plaatsen, en dat den naam van „Clermont" droeg, liep in de eerste dagen van October 1807 te New-York van stapel. Het mat 162 ton, was ruim veertig meter lang en bijna vijf meter breed; het had een machine van 20 pk. en het kon honderd passagiers aan boord heb ben Ieder der reizigers mocht tweehonderd pond aan vracht meevoeren. Het schip bevat te .drie elegante kamers; een voor de dames, en twee voor de heeren en een keuken, biblio- heek en andere geriefelijkheden". Eenige dagen na het van stapel '.oopen. deed de ..Clermont" zijn eerste vaart, In twee en dertig uur voer het schip van New-York naar Albany, een afstand van twee honderd kilo meter. Hiermee was de eerste regelmatige itoombootdienst geopend. De prijs voor dezen tocht werd beoaa'.d op zeven dollar, waaronder middageten, thee, lo tos en ontbijt begrepen waren. Met een zeilschip deed men over deen af stand vier dagen, dikwijls zelfs tien. En met postkoets nam het ook langer in beslag; de prijs met dit laatste vervoermiddel bc'.tcp '•ton dollar, een bedrag, dat nog met. vijf dol- 'ar verhoogd werd voor bijkomende kosten, Het aantal passagiers nam sne! toe en ook de bouw van stoomscheoen werd krachtig ter hand genomen. In het jaar 1812 voeren op de Amerikaan.sche rivieren reeds meer dan vijf tig stoom «schepen! In dit jaar bouwde Henry Bell in Glasgow het eerste stoomschip, dat daarna eerst in Europa in gebruik kwam. Zijn schip onderhield het verkeer op de Clyde, in Schotland. Tijdens zijn verblijf te Parijs hooft Fulton nog ee'n vertegenwoordiger van de Beiersche regeering aangeboden, om op den Donau een stoomvaartdienst, te openen, tusschen Ulm en Wecnen. Men onderzocht zijn voorstellen zeer ernstig, doch In het begin van het jaar 1810 bracht de directeur eener technische fabriek °en vernietigend rapport, over deze voorstellen uit. Volgens den expert zou de slechtste post koets het vlugger doen dan een stoombootde n'.anncn van den Amerikaan moesten zijn In ziens op een groot fiasco uit loopen. Enkele Jaren later, in 1816. verscheen het eerste stoomschip op den Rijn. in Dultschland. Drie jaren daarna, in 1819. ging er voor het eerst een ..schip met stoom" over den Atlanti- schen Oceaan: het was de Amerikaanscho boot .Savanna", die voor een overtocht van New- York naar Liverpool zes en twintig dagen noo- dig had. Veel succes heeft men er evenwel niet in gezien, want het duurde nog dertien jaar. eer wederom een stoomschip een dergelijke reis ondernam. En dan te weten, ^at nu de groote Oceaan- stoomers er nog geen vijf dagen over doen. EEN STANDBEELD VOOR EEN KOE. Ergens op een weiland nabij Seattle, Washington (V. S.) verheft zich een stand beeld, dat opgericht werd voor Segis Pieter tje Prospect zaliger, een koe van Holstein- sche afkomst, dfe het land der levenden in 1925 verliet. Wij kunnen niet anders dan met weemoed aan haar terugdenken, tomeer daar zij twee maal in haar leven het wereldrecord melk- leverantic cn botorproductle heeft gebroken. Haar geheele bestaan was trouwens een en al productiviteit. Zij was onvermoeid, voor al in haar glorietijd, toen zij dc voortbreng ster werd van meer dan 16.500 liter melk per jaar en haar eigenaars in de gelegenheid stolde 1.400 pond boter te bereiden. In twee jaren tijd.*- verrijkte zij de wereld met 33.922 liter melk en 2.865 pond boter. Wanneer men in aanmerking neemt, dat een behoorlijke vertegenwoordigster van het koerenras het tot een gemiddelde van 20 liter per dag kan brengen, staat men verpletterd bij dc prestaties van Segis Pietertje 'het va- derlandsche blad stroomt ons sneller door de aderen, wanneer wij den naam Pietertje lezen). ZIJ toch schonk ons gemiddeld 46 12 liter per dag. De theorie, dat begaafde individuen dik wijls geen bijzonder talentvolle kinderen hebben, gaat met betrekking, tot Pietertje ook niet eens op want zij bracht talrijke on gewoon degelijke melkkoeien ter wereld die het op haar beurt «tot dfstrictkampioen brachten. Een inscriptie, die het voetstuk -van hot standbeeld versiert, stelt ons op de hoogte van de carrière der overledene. Het monu ment werd vervaardigd door een gerenom meerd kunstenaar is geheel in natuurlijke kleuren uitgevoerd. De zwart-wit gevlekte huid van Segis Pietertje is natuurgetrouw vereeuwigd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 15