LETTEREN EN KUNST
STA TEN- GENERAAL.
De bedrijfsradenwet verder in discussie.
HAARLEM'S DAGBLAD
WOENSDAG 19 OCTOBER 1932
TWEEDE KAMER.
Heeft de wet ook economische of alleen sociale beteekenis?
Het ontwei-p als grondslag voor bedrijfsorganisatie en sociali
satie. D<? S. D. A. P. wenscht verordenende bevoegdheid en
medezeggenschap. Dr. Kortenhorst wil bedrijfsschappcn.
MUZIEK.
H. O. V. Ledenconcert.
Dit concert, dat om de medewerking van
Annie Woud, en van nog een select dames
koor, een grooten toeloop had doen verwach
ten (verwachtingen worden niet altijd ver
vuld), werd geopend met een van Beetho
ven's symphonieën. Zij herinnerde mij aan
de weergave op een der Bachconcerten door
Peter van Anrooy, die nog lang bleef gelden
als bewijs hoe ook een onvolprezen kunste
naar kan falen, door cerebralen arbeid te
geven instee van kunst. De uitvoering d:r-
zelfde symphonie, de eerste, op dit leden
concert onder Frits Schuurman, droeg ook
overal de sporen van studie, zonder voordeel
voor het werk. Ben uitvoering, riekend naar
de studeerlamp, mist altijd weer het goede
tempo. Zoo waren in het Andante tempover
snellingen, die goeden grond misten. Zoo was
in het slotdeel het andermaal intreden van
het Rondothema opvallend vertraagd. De
oude idee van de ..barre de mesure", de maat
streep. speelt velen parten, luisteraars zoo
wel als uitvoerenden. Intusschen verdraagt
Beethoven's muziek dergelijke obstakels
slecht of in *t geheel niet, en een dusdanig
geremde uitvoering gaat ons zonder meer
voorbij.
eMt Mozart's Recitatief en Aria („ombra
felice") kwam er meer gang in, totdat na de
pauze een stuk van Henri Rabaud, dat den
leider goed ligt, noodde tot opmerkzaam
luisteren. Niet naar den inhoud van dit stuk.
want het is alles „vieux jeu", maar naar den
verzorgden orkestklank, die vooi*al in 't mid
dendeel (harmonie, met versterking eener
cellopartij) prettig aandeed. Geprezen zij ook
't. orkest om de weergave van Mahler's mu
ziek. Wonderbaarlijk genoeg volgde daarop
als slot weer een inzinking bij Wagner's voor
spel bij Tristan und Isolde, door Schuurman
met omzichtigheid geleid. Ik behoor niet tot
de geregelde bezoekers der H.O.V.-concerten
en wil aannemen, dat de dirigent zijn avond
niet had. Met den besten wil kan men geen
muziekuitvoering mooi vinden, die niet inner
lijk verwarmt.
Mahler echter, met voorbijzien van een
enkel onzuiverheid bij de houtblazers, vol
deed zeer. Met prachtige beheersching zong
Annie Woud het vierde deel uit de tweede
symphonie „Urlicht". Zóó zingen is waar
kunstenaar zijn. En in „Ich bin der Welt
abhandn gekommen" heeft zij, vooral in 't
slot. haar hoorders sterk ontroerd.
Zeer fijn was bok haar lied „Standchen",
waarin het vrouwenkoor (studeerend onder
den heer Jac. Zwaan) een belangrijk aandeel
had. Het orkest, door den be"werker Felix
Mottl er bij gehaald, bepaalde zich in deze
uitvoering hoofdzakelijk tot de strijkers en
was voor het uitstekend ingestudeerde koor
een welwillende steun. In de pizzicati der
strijkers hadden wij guitaren te zien en het
was dus een volmaakt? serenade, een be
koorlijk tooneel. dat wij gaarne hullen in
maanlicht en amandêlgeuren. Begrijpelijk
was er voor dit programmadsel, door Annie
Woud gehouden in allerzuiverste Schubert-
sfeer. en door het koor slagvaardig gesecun-
deerd, een meer dan gewone belangstelling.
G. J. KALT.
N. V. Italiaansche Opera
RIGOLETTO.
Voor de derde maal binnen weinige jai-en
kwam de Italiaansche Opera hier met het
eerste der trits Rigoletto La Traviata
II Trovatore die Verdi omstreeks de helft
der vorige eeuw schreef en die hem, ondanks
de ongunstige beoordeeling in Gei'manië,
een wereldnaam bezorgde. Voor de der
de maal: het was misschien teveel voor ons
niet zoo heel talrijke' operapubliek. De op
komst althans duidde niet op overgroote be
langstelling, een verschijnsel, dat natuurlijk
ook aan andere omstandigheden (b.v. ma-
I laise, samenvallen der operavoorstelling met
een concert der H.O.V.) te wijten kan zijn,
maar dat ten aax.zien van de aloude instel
ling eenigszins ongewoon en daarom opmer-
j kelijk was.
Ik voor mij heb van de muziek, die Verdi
bij de gruwelromantiek in de geschiedenis
van den rampzaligen hofnar schreef, bij vo
rige gelegenheden meer kunnen genieten
dan Dinsdagavond het geval was. Waar
schijnlijk komt dit doordat Mozarts Ent-
führung zoo kort geleden vooraf gegaan was.
In vergelijking van Mozarts zonnige en deli
cate kunst scheen die van Verdi wel zeer
grof. Welk een verschil in de melodieën en
in de oxkestreering. die bij Mozart zoo rijk
zijn aan fijne détails, terwijl in „Rigoletto"
de melodieën vaak de grens van triviale over
schrijden (b.v. al dadelijk de balletmuziek en
de tenoraria aan het begin der eerste acte)
en de orkestpartij met haar eeuwig hoenx-
pla-pla wel zeer zorgeloos behandeld is en
bijna alles in het kader van een wals, een
mazurka of een pas-de-deux dwingt. Het
meest te waai'deeren zijn de recitativïsche
gedeelten, waarin vaak groote dramatische
kracht ontplooid wordt en het is geen won
der dat Vei'di in latex-e werken, zender zijn
melodische begaafdheid tot werkloosheid te
doemen, deze integendeel tot grootere dis
tinctie leidde, en vooral, 'door Wagners voor
beeld aangespoord, de orkestpartij met steeds
grootere zorg en virtuositeit ging behande
len.
Afgezien van stilistische overwegingen kon
de vertooning mij slechts matig bekoren. De
tenor Luigi Fort (Hertog van Mantua) be
zit. zooals we ook van meerdere opera-con
certen wisten, zeer mooie stemmiddelen,
maar heeft voortdurend een hindeidijke
neiging tot te lage intonatie. De baryton
Antenore Reali is een lieveling van het pu
bliek; hij heeft dramatisch talent, maar over
drijft wel eens en vexwalt dan tot onaesthe-
tlsèhe veluiden en onwaarschijnlijke actie.
De Gilda-partij heb ik van vroegere ver
tolksters mooier gehoord dan van signorina
Sanchioni. die soms ook al te laag zong: voor
de waardeering van haar ietwat scherp stern-
timbre en sterk vibrato stond mij de herin
nering aan de voorname, fluweelen colora
tuur van Constanze in „Die Entführung" in
den weg. Beter voldeden me de alt-signorina
Tonioio als Magdalena en de mooie bas Dario
Caselli als Sparafucile; de baryton Eraido
Coda daarentegen zong als Graaf van Mon-
terone vooral in de hoogte vrij onvoldoende.
De bijrollen bleken behoorlijk bezet; het koor
zor.g nog al grof.
Het orkest kon de vergelijking met het
Münchener der Mozart-Festspiele niet door
staan. En de regie leidde er in 't 2de en 4de
bedrijf niet. toe om de situaties aannemelijk
of waarschijnlijk te maken. De ..nauwe
straat" in n was tot een bosch omgetooverd;
op den achtergi-ond in XV zagen we niet
Mantua, maar een eindelooze blauwe lucht,
die al maar blauw bleef, zelfs toen het on
weer zóó nabij was. dat de donder nog eerder
dan de bliksem kwam. In verband met de
voortplantingsnelheden van geluid cn licht
moet het zich dus op negatieven afstand
hebben bevonden, en bleef daardoor het
azuur van het zwerk ongei'ept, maar er
moest bij het opkomen toch een oogenblik
van verduistermg geweest zijn. „Natura non
facit saltus": de natuur maakt geen spron
gen.
Enfin, wc hebben de gruwelen: beleedi-
ging, verleiding, onteering, wraak, men-
schenroof, betaalde sluipmoord, enz. enz.
maar genomen voor wat ze waard zijn zonder
er ons dik over te maken. En we hebben
weer kunnen constateeren dat in een opera
een doodgestoken lijk nog een heele aria in
de perfectie zingen kan en pas oo het goede
moment, nl. als de aria uit is definitief dood
gaat. Dat is maar goed ook, want anders liep
de heele pai*tituur .in de war.
Er was nog al veel applaus, waarin alle
hoofdpei'sonen, inclusief de weer levend ge
worden Gild a en de kapelmeester Mario Pa-
renti, deelden.
K. DE JONG.
SCHILDERKUNST.
KUNST ZIJ ONS DOEL.
In het Frans Hals-museum.
DE VAN LOOY-ZAAL.
Men schijnt zoo langizameiihand tot het
inzicht teruggekeerd te zijn dat de uitbouw
van het Frans Halsmuseum, de nieuwe ten
toonstellingszaal, die ik in gedachten nog
altijd graag de Van Looy-zaal blijf noemen,
indertijd op veler aandi-ang gebouwd werd,
om gebruikt te worden. En niet om maanden
achtereen, jaren bijna, leeg te staan. Men
moet de consequenties van zijn daden dur
ven aanvaarden, komt mij voor. Wij hebben
indertijd de betoogde noodzakelijkheid van
dien aanbouw met schuchtere vraagteekens
omgeven; eenmaal de zaak echter gewijs
de verkeerend en met stadsduiten verwezexx-
iijkt zijnde,' lijkt het een vreemde taktiek
door het vragen van een te hooge huur het
gebruik vrijwel illusoir te maken.
Per slot van rekening is de gemeente geen
huisjesmelkster en dient zij van de „cul-
tureele belangen", waarvan men bij de voor
bereiding den mond vol had, zich althans iets
te herinneren. Het behoeft geen verder be
toog derhalve, dat wij, de zaak zoo beziende
ïxiet groot genoegen een zoo locaal-interes
sante, oude vereeniging als Kunst zij ons Doel
haar intrek ditmaal in de Van Looy-zaal
zagen nemen en vernamen dat voor deze ge
legenheid de huiseigenares de huur verlaagd
had.
Moge de gemeente op dezen weg voort
gaan. Het is een vorm van subsidie aan de
beeldende kunst, die haar niets kost en
althans voor haar "net ridicule verzacht van
een nieuw gebouw dat zij ongebruikt laat
staan.
De tentoonstelling zelve bewijst dat K. Z
O. D. die meerdere tegemoetkoming verdient.
Wie een beetje met de prestaties v,an andere
locale organisaties in den lande op de hoogte
is en vergelijkingen trekt met, zeggen we:
Pictura in Dordt, Kunstliefde in Utrecht,
Pictura in Groningen enzgeeft gaarne
grif toe dat de Haarlemsohe club er zijn
mag niet alleen, doch naar proportie veel
meer individueel belangrijke medewerkei-s
telt. Boot. Kamp. Koster, Egmond, Wagema-
ker en nog anderen zijn van meer dan locaal
belang
Met het noemen van namen zijn we aan
onze eigenlijke taak: het- verslag, beland.
Weer moet- ik met Boot beginnen en dat wel
niet zoo zeer omdat ik diens inzending dit
maal zoo buitengewoon gelukkig vind dan
wel om het feit dat zijn groote schilderij:
„Abraham ontvar.gt de engelen", toch als
opgaaf en executie opmerkenswaardig is.
vermogens toont- die geen bentgenoot hier
hem kan afstrijden en picturaal een zekere
houding heeft, al is die dan ook niet direct
naar onze persoonlijke goesting gefatsoe
neerd. Dit laatste is natuurlijk van niet het
minste belang, wel zijn dat de bezwaren, die
van formeel standpunt, tegen Boot's schil
derij in te brensen zijn De schilder heef',
met zijn voorstelling vermoedelijk het mo
ment willen uitbeelden, waarvan in Genesis
18 sprake is: daar ontvangt Abraham im
mers het bezoek van drie engelen die hem
de vernietiging van Sodom aankondigen.Boot
heeft zich dat bezoek aldus gedacht: Aan
een tafel zit- Abraham, dien wij op den rug
zien, en vóór hem staat een naakte vrouw
met vleugels Zij houdt een rood voorwerp
in de hand omhoog. Terzijde aan tafel zit
ten twee andere vrouwen met vleugels, wier
deelneming aan de gebeurtenis tamelijk
dubieus schijnt. Deze twee zijn gekleed in
eenigszins verschoten schijnende confectie-
jurken en de vleugels lijken theater-requisie-
;en. De staande, naakte figuur stelt een
weinig geïdealiseerde vrouw op leeftijd voor.
wie het- in 'het leven niet voor den wind ge
gaan is. Tegen deze innovatie kan men te
recht iconograp'nische bezwaren opperen.
Den classicus Boot is het natuurlijk niet
onbekend dat de Engel als boodschapper
en Godsgezant, de geheele beeldende kunst-
door. geslachtloos wordt voorgesteld. De ge
laatstrekken mogen een vrouwelijke verfij
ning bezitten.
Ten overvloede wordt in den Bijbel van
drie „mannen" gesproken, als vertaling van
viri (mannen) waarmee in de oudste tek
sten de engelen, zy'n aangeduid. De schilder
Boo: toon: hier wel zeer tot- de onafhanke-
iijken te behooren; met een eenigszins fris-
scher uitziend specimen had hij misschien
eerder het- pleit gewonnennu zal men
zich denkelijk liever aan het ouderwetsoher
iconograpisch inzicht houden. Boot's schil
derij is nie: bestemd om in zyn oeuvre een
hoogtepunt te beteekenen. Want afgezien van
die engelenquaestie. is hei picturaal weinig
interessan: a! zit het natuurlijk vol fragxxxen-
ten die den knappen teekenaar verraden.
In ons geheugen leven tal van schilderijen
van onzen Haariemschen premier die ik
hooger stel.
Kamp vond in het portret van den heer J.
de Br. gelegenheid te roor.en welk een rustig,
fijn artist hij zijn kan. De onbegrepen glim
lach die dezen bekenden Haarlemmer aange
boren schijnt, werd door Kamp nie: uitge
buit, maar onmerkbaar in den kop verwerk;,
het rustige van den tevreden zakenman vond
in Kamp een zuiver waardeerder, zoodat het
to: een zeer goede gelijkenis leidde, terwij',
costuum en handen prachtig blank gehou
den kleur vert-oonen. He: geheele portret
ademt een geest van verfijnd werkmanschap
en een kalm indringen in den geest van
mensch en stof. die aan de kunst van Jan
Veth's laatste jaren nie; vreemd was. Kamp
zou meer bekend moeten zijn. buiten Haar
lem vooral, als alles was, zooals het wezen
moest. Zijn werk is te eenvoudig-zuiver om
er een reclame-succes xxxee -te forceeren,
doch als hij het kan blijven uitzingen zal
een ruimer waardeering op den duur niet
kunnen uitblijven.
Over een paar dagen geven wij nog enkele
verdere aanteekeningen over de expositie die
in ieder geval uw bezoek, lezers, waard is.
J H. DE BOIS.
HET TOONEEL
THALIA.
EEN DAG DAME.
De jongste der Haarlemsche dilettanten-
tooneelvereenigingen, Thalia, had ons gisteren
voor het eei'st voor een voorstelling uitge-
noodigd en het doet mïj genoegen te kunnen
sclxi'ij ven. dat deze nieuwe R.K. vereeniging
bij dit debuut een lang iiiet slechten indruk
maakte. Wanneer de leiding nog wat straf
fer wordt en het samenspel wat beter ixi el
kander grijpt, dan kan Thalia onder haar
zustervereenigingen op den duur een eei'volle
plaats innemen. Reeds nu was er in de opvoe
ring veel te waardeeren. Vaxx de aankleeding
bijvoorbeeld was veel meer wei'k gemaakt dan
wij doorgaans van nieuwe vei'eenigingen zien
en Thalia telt onder haar werkende leden _en-
:ele krachten, die aai-dig wat beloven. Zoo is
mej. Ans Assendelft een speelster, die vele
vereenigingen Thalia kunnen benijden. Zij be
weegt zich gemakkelijk op de planken, is een
aardige tooneelverschijning, spx-eekt zuiver eix
beschaafd en speelt met aplomb. Er waren
in haar spel zeer goede momenten. Voor een
keukenmeisje was zij eigenlijk wat tè beschaafd
al moest zij daix ook „één dag dame'' zijn.
Wanneer zij in haar spel nu en dan meer had
laten uitkomen, dat zij maar eexx verkleede
dame was, zou het geheel er nog bij gewon
nen hebben, maar ook zoo was het al zeer
verdienstelijk. Mej. Assendelft, lijkt mij een
kracht, aan wie men ook moeilijker werk zal
kunnen toevertrouwen.
Zij werd flink bijgestaan door haar too-
neelman William, een rol, waaruit de heer
Piet van de Nouwland die ook de regie
heeft gevoerd heel wat gehaald heeft. De
heer van de Nouwland is van de heeren wel
verreweg de beste speler. Hij vult het tooneel1
en heeft komisch talent, zooals in deze rol
harhaaldelijk bleek. Grappige situaties weet
hij goed uit te spelen en in het tweede be
drijf, toen zijn komiekigheid wat minder op
zettelijk was dan in I, had hij zelfs bijzonder
aardige momenten, zooals in het tooneel toen
hij aan tafel serveerde en hij even later den
notaris de deur uitpoeierde. Met twee krach
ten als mejAssendelft en de heer van de
Nouwland is nog heel wat te bereiken.
De andere dames en heeren bleven bij deze
twee nogal wat ten achter, af was het spel
over het geheel beter dan ik doorgaaxxs op
eerste voorstellingen van nieuwe vereeni
gingen zag. Dat is dus hoopgevend. De regie
moet er echter voor zorgen, dat er over het
geheel vooral in een klucht nog vlotter
gespeeld worde en dat er niet telkens hiaten
in het spel komen. Het tooneel „stond" vaker
dan noodig was, wat doorgaans aan onvol
doende rolkennis te wijten is. De heer Frans
Hamelink was als Alfred CheiTy zeer afwis
selend. Hij had aardige momenten en vooral
in zijn dictie viel dikwijls veel te waardee-
ren. Maar hij speelde meer zich zelf dan dat-
hij den rijken Amerikaanschen vrijgezel ty
peerde en hij wist de rol ook niet aldoor op
dezelfde hoogte te houden, zoodat er in zijn
spel nogals eens inzinkingen waren. Dit laat
ste kunnen wij ook zeggen van den notaris
van den heer Aart- Langeveld, die - meen ik -
ook nogal eens schuld was van onnoodige
pauzes in het spel. Een aardige, leuke groon:
was Piet Loerakker, terwijl de dames~ Van
Leeuwen en Heiligers Mrs. Chadwick en
Lucy Norton met afwisselend geluk speelden.
De Amerikaansche klucht „Een Dag Dame",
die wij eenige weken geleden nog bij Jacob
van Lennep hebben gezien, deed het ook gis
teren uitstekend bij het goedlacnsche publiek.
De stampvolle zaal heeft zich blijkbaar uit
stekend geamuseerd en daarvan na elk be
drijf door gul applaus doen blijken. Het lijkt
mij wel zeker, dat de vereeniging 'Thalia
levensvatbaarheid heeft, mits er hard en
ernstig door de werkende leden gestudeerd
wordt en de regisseur niet al te gauw tevre
den is. Want krachten om wat te prestesren
heeft Thalia zeer zeker, en dat kunnen wij
niet van elke jonge vereeniging zeggen.
J. B. SCHUIL
BAKKERSKNECHT NOG
VOORTVLUCHTIG.
AANSLAG AAN DE PUNT NOG NIET
OPGEHELDERD.
Het bericht, dat een bakkersknecht de da
der van den aanslag te De Punt-, zou zijn ge-
ari-esteerd blijkt onjuist te zijn Eenige pcr-
sonexi hebben de politie er van in kennis ge
steld, dat zij meenen den dader gezien ie
hebbe en op de aangegeven plek tusschen
twee hooibergen werden inderdaad voet;tap
pen aangevonden. Van een ai-resiatie is ech
ter nog geen sprake.
Het onderzoek wordt nog voortgezet.
18 September.
De Kamer heeft de discussie over het ont-
werp-Bedrijfsradenwet voortgezet.
Het ontwerp-Bedrijfsradenwet van minis
ter Verschuur.
Di: ontwerp gaat naar den zin van vele
„arbeiders-afgevaardigden" in de Kamer
niet ver genoeg. Niet alleen van de sociaal
democratische afgevaardigden, duidelijk ook
van verschillende R.K. afgevaardigden. Het
bleek Vrijdag uit de rede van Mr. v. d. Bergh
en vandaag uit die van den heer Kuper. En
ook de R.K. Hermans deed zijn niet volledige
bevrediging duidelijk bespeuren. Beide groe
pen hebben 't wanneer we 't- in korte
woorden weergeven betreurd, dat het. ont
werp nog niet brengt de economische be
drijfsorganisatie.
Natuurlijk gaan de soc.-dem. cn de r.k. op
het stuk van de practische bedrijfsorganisa
tie. weer uit elkaar. De s. d. a. p. het bleek
opnieuw uit de rede van den heer Kupers
vanmiddag wil zulke publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie, waarbij wordt uitgegaan
van den pi'oducent. De s. d. a. p. wil daarom
den consumeixt inschakelen, wijl deze h. i. de
meest duidelijke en sprekende uiting is van
de „gemeenschap". De R.K. pleiten voor den
producent, wijl zij als hoofddoel van den
econonxischen arbeid het levensonderhoud
zien van dengene, die den arbeid volvoert,
d.i. de produceixt.
Hoewel dan, zoowel de S. D. A. P. als de
R.K. partij (behalve uiteraard weer Dr. Kos-
tenhorst, die uitspreekt wat de R.K. werkge
vers denken en gevoelen) van den minister
eexx wetgeving haddexx gewild, welke veel
verder ging dan alleexx het scheppexx van ad-
viseerende bedrijfsx-aden, eexx wetgeving, die
positieven arbeid had kunnen leveren voor
eeix organisatie van den arbeid en het pro
ductie- en distributielevexx, beide groepen
geloofden toch ook aan de mogelijkheid, dat
uit 's ministers, als mager gekenmerkt ont
werp, iets anders en grooters zou kunnen
groeien. Veel zou er niet opgebouwd kunnen
worden. Veel zei op Vrijdag Mr. v. d. Bergh
zal er uit het doode hout van het ontwerp
kunnen opbloeien.
Een eerste stap dus.
Dit beschouwen van het ontwerp in het
toekomstlicht van een geoxxlend bedrijfsleven
geordend door de overheid in een volledigen
zin, wordt niet gedeeld door de c. h. fractie,
als welker wooi'dvoeröers de heerexx Slote-
maker de Bruine exx Bakker optraden. Men
zou denken, dat deze zeer dicht zoxiden staan
naast de a.r. fractie. Vi'ijdag echter heeft ook
de heer Amelink het oixtwei'p bezien uit het
oogpunt der economische bedrijfsox'ganisatie.
Hoewel dan deze arbeidersafgevaardigde den
minister wijs prees, onxdat hij niet vex'der
ging, dan hij deed. Hij meende, dat er niet
verder kón gegaan worden op het oogenblik,
wijl de xxxaatschappij nog niet verder ge
groeid is.
Economisch beschouwden al deze woord -
voei'ders het ontwerp tot instelling van be
drijf sraden.
De c. lx. fractie voelde het anders. Zij zag
het ontwerp alleen als hebbend sociaal doel.
Prof. Slotemaker de Bruixxe kon het ontwerp
niet zien als een eerste begin om de bestaan
de economische orde om te zettexx hij zag
nog niet veel van x'ichtexxde lijnen voor zulk
een nieuwe economische ordeixing. Hij wilde
exx kon het ontwerp beschouwen eix meende
dat ook te moetexx doen, wijl des ministers
toelichting in dezelfde richting wees, als een
sociaal ontwerp. Het gaat er z.i. om den ar
beider als nxexxsch te waardeeren ixx het pro
ductie-proces.
Alleexx dus de sociale beteekenis van het
ontwerp.
We mogen wel voorspellen, dat het ont
werp ook al dui'en de algemeene beschou
wingen dan heel lang, want ook morgen gaan
deze beschouwingen door zal worden aan
genomen. De meeste gx'oepeix zien er iets
goeds in. Wat er van de zijde der Kamer
wordt voorgesteld, om wijzigingen te brengen
in het ontwerp, zal waarschijnlijk geeix meer
derheid vindexx. Want de s.d.a.p. wenscht de
amendementen-Kortenhorst niet en de r.k.
wensclxen ten deele ook deze wijzigingen,
noch de s. d. voorstellen niet. Wanneer twee
even krachtige mexxschen, ieder naar hem,
diametraal tegengestelden, kant een paal
pogen om te trekken, blijft deze staan.
Zoo zal 't ook met het ont-werp-Verschuur
gaan.
De amendementen-Kupers werden in groote
lijnen door den voorsteller verdedigd. In
groote trekken beoogen deze amendementen
de bedrijfsraden verordenende "bevoegdheid
te geven. M. a. w. dan zouden deze bedrijfs
raden het recht hebben allerlei bindende be
palingen in het leven te roepen op het ge
bied van distributie en productie. De heer
Kupers verdedigde dit alles met te wijzen
op de door hem waargenomen wanorde van
dat alles thans, waardoor de arbeiders tel
kens weer in grooten getale de slagen opvan
gen in hun werkloosheid en de gemeenschap
evenzeer op groote lasten wordt gejaagd. Een
frappant voorbeeld noemde hij in de groote
ontslagen bij de Philipsfabrieken, waardoor
Eindhoven werd gedupeei'd.
Die verordenende bevoegdheid ziet de heer
Kupers als een eerste stap naar de sociali
satie.
Een punt van belang is. dat de heer Ku
pers hierbij in geen enkel opzicht de loo-
nen wil betrekken, wat ten slotte de a.r.
Amelink zeker wel wil. In ieder geval beoogt
de heer Kupers in de verordenende bevoegd
heid de plicht tot medezeggenschap van den
arbeider op te nemen.
De arbeider heeft niet de minste mede
zeggenschap thans —zegt de heer Kupers
de een of andere ouwe juffrouw met een
paar aandeeltjes daarentegen wel. Dat acht
hij fundamenteel verkeerd.
We geloovexx niet zooals we reeds zeiden
dat de amendementen-Kupers bij de Ka
mer genade zullen vinden. De meeste Ka
merleden, daarbij ondersteund door den
minister, welke zijxx oxxtwerp niet iix gevaar
zal willen gebracht zien door toegevendheid
naar één zijde de meeste Kamerleden zul
len den tijd nog niet rijp achten voor zulke
verordenendbevoegdheid.
De heer Kupers is op zijn beurt scherp
gekant tegen de amendementenreeks van Dr.
Kortenhorst, die. naast des ministers be
drijfsraden. bedrijfsschappcn wil formecrcn.
Verschillende deskundigen vandaag deed
zulks de heer Bakker meenen. dat deze
amendementen niet toelaatbaar zijn. wijl ze
geheel iets nieuws brengen, zoo iets nieuws,
dat de titel van het wetsontwerp zou moeten
gewijzigd worden.
Dr. Kortenhorst zegt. anders dan de socia
listen. welke zooals bekend, geen principieel
onderscheid zien tusschen Staat en Maat
schappij. dat de Maatschappij een volledig
autonoom zelfstandig leven leeft. De Staat
heeft zich met de Maatschappij alleen ter
loops aanvullend te bemoeien. De Staat mag
z.l. geen organen van boven af instellen, maar
moet wachten tot er In het maatschappelijk
leven iets groeide, zich iets consolideerde.
En nu ziet Dr. Kortenhorst de bedrijfsra
den. welke de minister wil als adviseerende
colleges tot bevordering vaix den socialcxx
vrede, als organen-van-bovenaf. Dit wordt
ten sterkste bestreden door den heer Kupers
door Prof. Slotemaker en door den heer
Hermans. Zij allen wijzen op het ontwerp,
waar alleen van een iixstelling van bedrijfs
raden spi'ake is. wanneer de bedrijf toestanden
daartoe aaxxleidlng geven: werkgevers cix
werknemers moeten toch samenwerken!
Aan den anderen kant betoogt de tegen
stander van Dr. Kortenhorst. dat zijn veel
omvattende „bedrijfsschappcn" iets volledig
nieuws brengen, iets opgelegds zijn. een
nieuwe verschijning breixgen. welke in de
practijk van het maatschappelijk leven niet
betcekcnt dat «ie bedrijfsorganisatie er ook
maar één stap door vooruit komt.
Er wordt heel veel gesproken over de mo
gelijkheid. da: de uit de maatschappij, in de
drijven, opgekomen organen ecix doel over
nemen van de sociale taak, welke den
Staat is toebedeeld, en dan meer speciaal eexx
deel der uitvoerixxg van de sociale regeling.
Reeds Dr. Vos vroeg daarom in de vorige
week. En vandaag wenschte de heer Bakker
de bedrijfsvereenigingen, de ouderdoms en
de invaliditeitsverzekering in dezelfde lijix
te zien uitgevoerd als de landbou won geval
len- en de Ziektewet. Op die wijze zou dan
de unificatie der sociale vei*zekering, waar
om reeds zoo lang is geroepen, kunnen wor
den vei-wex-kelijkt zonder veel moeite. Nu
heeft deze wensch echter de tegenspraak van
den heer Kupers uitgelokt. Hij acht en
meer verzekeringsdèskundigen stemmen
daarmee in de invaliditeitswet absoluut
ongeschikt voor een gedecentraliseerde uit
voering.
Zal het ontwerp in de practijk beteekenis
hebben?
Het is door den minister volgens de Me
morie van Toelichting bedoeld als bevorde
rende den socialen vrede.
Alles hangt af, zei Prof. Slotemaker de
Bruine van den geest, waarin in de bedrijfs
raden zal worden gesproken en gepraat.. Niet
alles nog wijst zoo zei hij en de heeren
Kupers en Hermans en Kortenhorst waren
't met hem eens op den goeden geest van
overleg. Maar hij hoopte toch. dat door het
ontwerp die geest zoxi worden bevoi-dord. Hij
verwachtte 't ook. Niet alzoo Dr. Korten
horst, die xneende. dat zoowel de werkgevers
als de werknemersorganisaties strijdorgani
saties zijn. welke dien strijd ook in de be
drijfsraden zullen voortzetten! Hij vond ook
daarin een argument voor de instelling zijner
bedrijfsschappcn. (Een bedrijfsschap is een
vereeniging. door de Kroon erkend, opgericht
door een of meer vakvcrecnigingen van
werkgevex's en een of meer vakvereenigingen
van werknemers voorbeeld: de bedrijfsver
eenigingen uit de Ziektewet. Verordenende
bevoegdheid Is hier dan natuurlijk ook inge
schakeld.)
INTIMUS.
KON. NED. MAATSCHAPPIJ VOOR
TUINBOUW EN PLANTKUNDE.
In Hotel Lion d'Or hield Dinsdagavond de
afdeeling Haarlem der Kon. Ned. Mij. voor
Tuinbouw en Plantkunde een vergadering
ter bespreking van den beschrijvingsbrief
voor de algemeene vergadering die op 27
October as. te Harderwijk wordt gehouden.
Als afgevaardigden werden gekozen de
heex-en J. L. Bouwer, voorzitter en R. M. van
der Hart. secretaris.
Betreffende het vooi-stel van het bestuur
van de afd Vecht, om tot een algeheele ver
laging der coixtrlbutle te geraken, was de af
deeling Haai'lem van oordeel, dat zij met het
prae-advies van het hoofdbestuur moest
meegaan, welke advies afwijzing van het
voorstel aanraadt.
Eveneens was de afdeeling Haarlem het
met het hoofdbestuur eens. inzake de nieuwe
regeling die getroffen zal worden bij de ver
kiezingen der leden van de vaste keurings
commissie.
Tot nog toe werden de aftredende leden
practisch gesproken, dii'ect herkozen, terwijl,
indien dit noodig was, de vaste keuxdngs-
conxmissie zich zelf kon aanvullen.
Het prae-advies da thet hoofdbestuur uit
bracht naar aanleiding van het voorstel van
de 's-Gravenhaagschc tulnbouwverecniging
hield in, dat het aftredend lid der vaste
kcurings commissie na een zittingsperiode
van 5 jaar. gedurende 1 jaar niet herkies
baar zou zijn.
Op verzoek van een der aanwezige leden
zal aan het hoofdbestuur verzocht worden
om de algemeene vergadering voortaan in
het centrum van het land te houden.
Het laatste punt, de vriendschappelijke
bijeenkomst gaf aanleiding tot een opge
wekte discussie. Besloten werd het hoofdbe
stuur voor te stellen, deze bijeenkomst in 't
midden van het volgend jaar te Haarlem te
houden.
Ten slotte ging de voorzitter tot uitreiking
der prijzen over. die behaald werden op de
gehouden Dahüatentoonstelling.
De eere-prijs, een groote medaille, be
schikbaar gesteld door Prins Hendrik werd
toegekend aan den heer H. Carlée: de ver
guld zilveren medaille aan den heer Jac.
van Crxxyningen. de medaille van Haarlem's
Dagblad aan den heer S. Pool. die van de
Opr. Haarl. Courant aan den heer J. Smit cn
van de vaste keuringscommissie aan dexx
heer A. Koper.
De heer K. Hoogetyxom zette de vertooning
van zijn collectie gekleurde lichtbeelden over
planten bloemen en vogels voort.
Een dergelijke verzameling van lantaarn
plaatjes. wqarvan het eene het andere in
schoonheid overtrof, zal men niet dikwijls
zien.
Vóór de vergadering gesloten werd, be
zichtigde men nog de onderlinge tentoon
stelling.