HAARLEM'S DAC8LAD
DONDERDAG 20 OCTOBER 1932
HET NIEUWE
MANTELCOSTUUMPJE.
Ondanks economische «Jiepaessiie, is de
mode ook dezen herfst weer van een schep
pende kracht, die blijk geeft van vertrou
wen in de toekomst en in eigen kunnen. En
wat de mode brengt, is zoo betooverend en
mooi, dat 't óók gekocht wordt, zoodat ten
slotte 'talloO'Ze gezinnen in deze industrie
weer een broodwinning vinden. Als alle in
dustrieën denzelfden duinf en de kracht
toonden, wie weetof dan de algemeene
toestand er niet weinig zonniger zou uit
zien.
Juist in dezen herfst wordt ons op (het ge
bied van de mode zóóveel gebracht, dat de
vrouw werkelijk zou kunnen vertwijfelen,
want we kunnen toch niet alles koopen, wat
zich als nieuw aandient. Daarom is het
goed. om van te voren een overzicht van al
het nieuwe te krijgen en dan een keuze te
doen die voldoet aan onzen smaalk en
onze beurs.
Zeer bemind zullen dezen herfst en win
ter wol en wollen stoffen zijn. We zullen dit
materiaal in elke uitvoering zien, van de
fijne, wijdmazige kantstof tot de grove, ruwe
tapijtstof, die zoo graag voor de costuump-
jes wordt gebruikt. Sponsachtige stoffen.,
met kraohtige relief-werking, worden bij
voorkeur aangewend voor de eenigszins
strenge vormen van het herfsJkleedje en het
nieuwe mantelcos'.uumpje. Voor den langen
mantel neemt men liever niog de grove kor
relige stoffen, die een uitgesproken wintersch
karakter hebben en toch ook weer zoo'n
charmante omlijsting vormen voor slanke
vrouwenhanden en een goedverzorgd, gezicht
je.
Het costuum met heel kort manteltje,
zooals we het op de teekening zien, behoort
dezen herfst tot de bevoorrechte anodelleitjes.
Het rokje, 'bot ver over de taille gaand' en
nauwsluitend geknoopt, doet 'het figuurtje
nog beter uitkomen. Het maakt zeer slank
en tochdames die van nature .niet al be
slank zijn, mogen het stellig niet dragen.
Bij den hoogen rok wordt een blouse ge
dragen, dat niet zoo sober behoeft te zijn
althans wat de kleuren betreft. Teere stof
fen. een krachtig gekeurd nopje op een licht-
kleurigen achtergrond, staat wel het best
bij het strenge costuumpje.
II
Ontbijtservct van geruit linnen of
katoen, zes vingerdoekjes, tlicemuts
eierdopjes
Benoodigdheden: een stuk of wat linnen
handdoeken in een aardige, vrooïijke ruit,
aantal hangt af van de grootte. DMC haak-
garen in één van de kleuren van de ruit. Wil
men het stel op een'andere manier maken,
dan kan men ook 5; l a 6 meter van een vroo-
lljk geruit boerenkatoentje van 70 c.M. breedte
nemen.
De bedoeling van dit stel is, dat men van
de handdoeken (wat een alleraardigste ruiten
kan men tegenwoordig niet krijgen in he'
doodgewone artikel keukenhanddoeken en
-droogdoeken) er zooveel aan elkaar haakt,
tot men een ontbijtservet van een behoorlij
ke grootte (ongeveer 140 bij 170 c-M.) krijgt.
Voor bijpassende vingerdoekjes kan men een
handdoek in vieren knippen. De theemuts en
eierwarmertjes knipt men gewoon uit de
handdoeken. Wil men het stel van een boe
renkatoentje maken, dan knipt men 26 vier
kanten van 35 bij 35 è.M.. waarvoor men 4,55
materiaal noodig heeft, legt er zes opzij voor-
vingerdoekjes en maakt het ontbijtservet van
4 bij 5 vierkanten. De rest van het materiaal
is bestemd voor theemuts en eierwarmertjes.
De om te haken vierkanten moet men eerst
zoomen, hetzij met de hand, hetzij met de
machine.
Het omhaken kan op twee manieren ge
beuren: men haakt eerst alles om met vas
ten, zet vervolgens de vlerkanten aan elkaar
met om de beurt een vaste aan den éénen
kant en één aan den anderen. De buitenkan
ten werkt men ten overvloede af met een pi-
cotje (drie losse, een vaste in de basis van de
eerste losse).
De tweede manier is als volgt: men legt de
twee aan elkaar te haken zijden van twee
vierkanten op elkaar, haakt vijf vaste in d
eene kant, vervolgens een losse en vijf vaste
in den anderen kant, te beginnen precies op
de hoogte, waarop de vijf vorige vasten op
hielden. Enzoovoorts.
De theemuts en de eierwarmers maakt men
precies van hetzelfde model, namelijk uit vier
deelen, waarvan elk deel een driehoek is met
iets rond loopende opstaande zijden. Basis
van eiken driehoek voor de theemuts 20 c.M.,
hoogte 25. Voor de eierdopjes basis 6 hoogte
8 c.M. Ook deze deelen zoomt men eerst af
zonderlijk om, voor men ze aan elkaar zet.
Het staat aardig om theemuts en eierdopjes
te garneeren met een met een knoopsgaten-
steek van DMS omwoelden gordijnring, voor
dè theemuts een grooten, voor de eierdopjes
kleintjes, die men in den top zet, om ze bij
te kunnen va. pakken.
WILLY VAN DER TAK
GEBREID GARNITUUR.
We hebben of
we moesten eigen
lijk hebben, zou
den in elk geval
dolgraag willen
hebben allemaal
in onze garderobe
een keurige een
voudige zwarte
wollen jurk, die we
bij allerlei gelegen
heden kunnen ge
bruiken en die we,
door het garnituur
te verwisselen, weer
eens voor een
andere laten door
gaan. Hier volgt de
beschrijving van
een stel, bestaande
uit muts. dasje en
manchetten, die we
breien van witte
wol, met hiér en
daar knoopsgaten
er in, voor zwarte
of roode knoopen
op de japon.
We beginnen met
de muts, breien een proeflapje, meten de
breedte der steken en de hoofdwijdfce, be
rekenen het aantal op te zetten steken en
breien eerst een boordje, dat maar 1 12 c.M.
hoog wordt, met een dubbele draad, één
recht één averecht, waarbij we de rechte
steken verdraaid opnemen. Na het boordje
breien we gewoon één recht een averecht,
tot een hoogte van 12 c.M. Dan minderen
we ïn één pen de helft van het aantal
steken weg. breien dus telkens twee tezamen
maar ook afwisselend één recht, één ave
recht. Van de overgebleven steken breien we
nog 3 c.M. hoog één recht, één averecht, en
hechten dan af. De muts wordt dichtgenaaid
en van boven met een draad samengetrok
ken. Tot versiering zet men er knopjes op in
de kleur der knoopen.
Het dasje is één meter lang en 12 cM.
breed. Men begint en eindigt ook met een
1 1/2 c.M. breed boordje van een dpbbele
draad, één recht, één averecht, de rechten
verdraaid ingestoken. Verder breit men ge
woon één recht, één averecht.
De breedte der manchetten moet gemeten
worden, men begint aan den onderkant,
breit één recht, één averecht tot een hoogte
van 10 c.M,, waarna het minderen begint
om de punt te krijgen. Hiervoor hecht men
aan het begin van elke toer steeds drie
steken af en breit van de uiterste zes steken
(aan beide kanten) de rechten verdraaid.
Men zet het minderen voort, tot de steken
op zijn.
De knoopsgaten
maakt men, door
een aantal steken
in het heen breien
af te hechten en
ze in de volgende
toer weer op te
zetten. In twee
hoeken van het
dasje maakt men
een knoopsgat en
ongeveer 12 c.M.
van elk uiteinde in
het midden. In de
manchetten maakt
men de knoopsga
ten ongeveer 2 c.M.
van de punt af.
Als het breiwerk
klaar is. komt het
moeilijkste werk,
n.l. het uitstrijken
onder een natten
doek. Men stvljkt
de vorm erin. wat
mogelijk is, door
dat men steeds één
recht, één averecht
heeft gebreid. Men
strijkt de uiteinden van het dasje iets
breeder en men verbreedt ook de manchet
ten naar boven toe.
Voor de muts is dit verbreeden niet noodig
en niet wenschelijk, omdat ze goed moet
sluiten.
Als men aan dit garnituur iets meer wil
besteden, kan men het van angorawol maken.
MIES BLOMSMA.
„Waar was u gisteravond?''
„O, ik was thuis. We hebben geyoyood".
„Waarom was je er Woensdagmiddag
niet?"
„Ik heb geyoyood met mijn dochtertje; toen
is het te laat geworden".
Ik werd nieuwsgierig naar de yo-yo. Het
yoyo-spel moest wel opwindend en spannend
zijn. Sindsdien heb ik het nieuwe wonder
ontdekt: een tolletje aan een draad, een tol
letje dat je op moet vangen, terwijl je he.
uiteinde van het touwtje in de hand houdt.
Als je een goed yo-yo'er bent, zijn er talrijke
variaties mogelijk, heb ik hooren zeggen. Het
is misschien erg moeilijk; geleerde heeren en
gestudeerde dames beoefenen het spel; ik heb
het nog niet geprobeerd en de hemel bewa
re me voor een yo-yo in mijn huis! Want de
mensch is zwak en de verleiding zoo dicht
bij je, naast je stoel, op je schrijftafel mis
schien welnee, merci!
De mensch is zwak en geneigd tot „lum
melen". Je mag nog zoo in je werk verdiept
zijn, nog zoo doordrongen zijn van de nood
zakelijkheid voort te maken en van allerlei
af te krijgen, de afleiding lokt altijd. Zoo'n
gezellige afleiding, waarbij je niet hoeft te
denken.
Heeft u wel eens een nieuw patience-spel
letje geleerd en de volgende dagen kaarten
onder uw bereik gehad? „Even tijd voor een
spelletje". U denkt: een kwartiertje. Maar
het spelletje komt niet uit, dat laat u niet
op u zitten, nog eens geprobeerd en nog
eens. Eindelijk komt het uit. Eigenlijk jam
mer. Nu is het spel afgeloopen en moet u er
mee uitscheiden. Eens zien of het nu nog
eens uitkomt, twee keer na elkaar, dat heb
Je somsO, wat een lang kwartiertje
en wat een tijdverspilling.
Een kwartiertje yo-yo'en. Hoe dikwijls vang
je het balletje? Misschien vijf keer. Gek ge
tal nog even tot zes. En dan tot tien. En
dan „variaties". O, nee, geen yo-yo in mijn
huis!
Waarom grijpen we toch naar deze zinlooze
spelletjes? Ze zijn goed voor menschen die
zich vervelen. Maar wij hebben immers geen
tijd om ons te vervelen. Als we niet werken
dan is er nog zooveel anders te doen, te lezen,
te bepraten, te overdenken. Maar we grijpen
naar de kaarten en gaan bridgen (de groote
mode en wereld-rage) of we yo-yo'en, de
nieuwste „sensatie".
We dalen af;.bij bridgen kun je je hersens
nog gebruiken, bij yo-yo zal dat wel overbo
dig zijn, 't Is of we er genoeg van krijgen,
langer het intellect aan te hangen, of we
verlangen naar rust voor onze afgetobde her
senen en maar wat dommelig kinderlijke
spelletjes willen spelen. Ik hoofde een jongen
van elf de yo-yo flauw noemen, goed voor
zijn kleine zusje.
Zoo wil het menschdom dus tot zijn prilste
kinderjaren terugkeeren. Maarwe zijn
geen kinderen meer en spelen geeft- ons geen
voldoening. Integendeel: we zijn onvoldaan
en als we lang genoeg „zaniken" voelen we
ons zelfs physiek onlekker. We hebben zoo
veel verzuimd, we zijn niet opgeschoten, heb
ben niets volbracht. We hebben gedaan of
we kinderen waren zonder zorgen, of we
niet wisten van den nood rondom ons, niet
van angstige vragen en niet-op-te-lossen pro
blemen. Het opvangen van een balletje....
het eenige wat er op aan kwam. Het is aan
trekkelijk
Nee, geen yo-yo in mijn huis!
BEP OTTEN
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
ö-56jfj
Kinderen zijn woelwaters en het is niet ge
makkelijk om ze in den winter in één kamer
t-e houden en ze voortdurend in het oog te
hebben, opdat ze niet in den tocht gaan staan
e.d. Daarom is een warm jurkje in dit jaar
getijde altijd wel op z'n plaats.
Het kleedje dat we hier zien, bestaat uit
een flanellen blousje met een overgooiertje
van stof. Zoodoende zijn heel aardige com
binaties mogelijk, bijv. hel blousje van licht
blauw flanel en het overgooiertje van Schot-
sche stof. 1-Iet jurkje is bedoeld voor kinderen
in den leeftijd van 4 tot 8 jaar en het knip-
patroon kost slechts 0.50. U kunt het aan
vragen bij de „Afd. Knippatronen" van de
Uitgeversmaatschappij „De Mijlpaal", postbox
175 te Amsterdam. Het bedrag kan worden
gegireerd op postrekening 41632, dan wel in
postzegels of per postwissel worden voldaan.
De lezeressen worden vriendelijk verzocht,
bij bestelling de juiste lengte en de borstwijdte
van het kind op te geven en ook niet te ver
zuimen het nummer van dit patroon (J 5671)
te noemen. U voorkomt zoodoende onnoodige
vertraging in de toezending.
BIJ DEN BEELDHOUWER
VAN HET LEVENDE MODEL.
Een nieuw beroep is uit Amerika naar
Europa gekomen dat van den schoon-
heidsdhorurg. Bekwame artsen hebben zich
ontfermd over de gebreken van het mensche-
lijk lichaam. Zij geven, langs operatieven
weg, de oogen en ooren een anderen vorm.
verwijderen de dubbele kin en groeven en
rimpels en modeileeren neus en mond. Ze
helpen menschenkinderen aan dat, wat
moeder naiuur vergat ze te geven en ze
helpen die met uiterlijk schoon matig be
deelden, zonder lid tee kens bij hen na te
laten. In verschillende Europeesche wereld
steden, o.a. ook te Berlijn, zijn deze beeld
houwers aan het levende model aan bet-
werk gegaan en hun klinieken of, als men
wil, ateliers, worden reeds door heel wat
patiënten bezocht. Een van de schoonheids-
chirurgen was zoo vriendelijk ons een en
ander over zijn kunst en -zijn modellen te
vertellen.
U vraagt, welke vrouwen eigen
lijk mijn hulp inroepen... die vraag is wel
wat eenzijdig gesteld. Want ziet ai. ik heb
onder mijn modellen ook heel wat
mannen. En ze hebben dezelfde beweegrede
nen om bij mij -te komen als de vrouwen.
In de meeste gevallen heeft het niet zoo
veel met de ijdelheid van de patiënten te
maken, gaat heit meer om het beroep. Een
danseur met één oor heeft al even weinig
reden om zich gelukkig -te gevoelen als een
mannequin met een dubbele kin. In Enge
land had ik voor eenige jaren een patiënt
met te dikke kuiten en toen hij in gala-
costuum aan het hof moesit verschijnen
korte broek en zijden kousen was hij
doodongelukkig. Wat die man bij mij heeft-
gezeurd over zijn beenen! Geen schoon
heidskoningin kon ongelukkiger zijn over
het begin van een vervetting, als hij over
zijn beenen. Hij wilde ten koste van wa.t
ook. mooie beenen hebbenNu hij heeft-
ze dan ook gekregen
In het algemeen echter gaat het om jonge
vrouwen of meisjes, die een kleine vergis
sing of fout van de natuur willen corrigeeren
om „hem" nog beter te bevallen. Ook
vrouwen, die van meening zijn dat haar niet
meer al te jeugdig uiterlijk de schuld is van
het niet (meer zóó harmoniisehe huwelijk, tel
ik onder mijn patiënten. Ja, als hat huwe
lijksgeluk alléén van he,t uiterlijk afhing,
dan zou ons werk alle advocaten die zich
met scheidinigszaken occupeeren, spoedig aan
den rand van een bankroet brengen
Acteurs en actrices roepen onze hulp in,
om de lievelingen van het publiek te kunnen
blijven. Het gecombineerd werken aan het
tooneel en de film, eisc'hit van den kunste
naar een geweldige inspanning die haar spo
ren op het gezicht nalaat, sporen die met
geen massage of andere verzoi'ging meer
zijn -te verwijderen. En dan is de weg naar
ons. Scherpe gelaatstrekken, rimpels, een
slappe huid, verzakte spiergroepen, dat alles
wordt operatief behandeld, zoodat het'ge
zicht weer vast en strak wordt. Deze operaties
zijn noch ingewikkeld, noch eischen ze veel
tijd. Heel wat moeilijker is het opnieuw
vormen. Als bijv. door een ongeluk een
groot deel van de huid werd beschadigd, als
een nieuwe haarbodem moet worden inge
plant. als lippen, neus of ooren beschadigd
zijn of geheel afgerukt. Dan eerst begint onze
beeldhouwkunst aan het levende materiaal,
een kunst, die de uiterste inspanning, veei
ondervinding en veel weten eischt.
Dat zijn de patiënten, die onze hulp ern
stig noodig hebben, omdat het om hun be
roep, hun bestaan gaat.
NOC ZUINIGER ZIJN,
MAAR HOE?
Zuiniger dan ik het nu doe, gaat het be
slist niet", zal menige huisvrouw zeggen, als
de man met de minder prettige boodschap
naar huis komt, dat- zijn salaris met een be
paald percentage is verminderd. En toch..,,
gaat het ook dan wel, omdat het gaan móét.
Het schijnbaar onmogelijke moet dan moge
lijk worden gemaakt. Als troost' kan worden
gezegd dat geld zich in de handen van een
goede huisvrouw laat rekken en kneden,
precies zooals een elastiek van goede kwali
teit. Natuurlijk kan ook zij niet tooveren,
een bepaald inkomen, zij het dan bescheiden,
moet er zijn, om de familie te kunnen onder
houden. De vraag, hoé dat weinige wordt
besteed, daarvan hangt de gezondheid en het
humeur van onze huisgenooten en ons zelf
af. „Maar ik ben al zoo zuinig", zal het ant
woord van velen zijn. Dat zal stellig ook wel
zoo zijn ini een tijd van economische de
pressie begint zelfs de meest royale te schrij
ven en te rekenen maar toch, als we onze
uitgaven critisch bekijken, zullen we tot de
conclusie komen, dat er nóg wei een en ander
valt te bezuinigen. Er wordt- dus een soort
noodwet gemaakt-, waarbij wordt vastgesteld,
dat- alle niet strikt noodzakelijke uitgaven
moeten vervallen, zoolang het verminderde
inkomen zal duren. Het voorzichtigst is het
om een boekje bij te houden. Aan de hand
van de vroegere uitgaven stellen we dan vast,
welke uitgaven, nu kunnen worden vermin
derd en welke desnoods geheel kunnen ver
vallen. Allereerst komen de rubrieken „ver
strooiing" en „genoegen" aan de beurt. De
hier voor uitgetrokken bedragen zullen on
verbiddelijk moeten worden gereduceerd. De
uitgaven voor huishuur laten zich niet van
vandaag op morgen wijzigen, maar ook deze
dienen we irn het oog te houden.als het
huurcontract teneinde loopt. Trouwens, als
we zoo'n uitgavenboekjjie eens wat nader be
kijken, zullen we met verbazing zien hoe het
maandinkomen van drie cijfers, met allerlei
kleine uitgaven die op zichzelf slechts cen
ten of dubbeltjes tellen, werd versnipperd. En
op die kleine bedragen moeten we juist jacht
maken, daar schuilt nog een mogelijkheid om
te besparen.
Onze volle aandacht zal ook de rubriek
„levensmiddelen" vragen. Hier willen we
sparen, zonder de gezondheid van onze huis
genooten in gevaar te brengen. Een goede
maaltijd behoeft niet uit primeurs te be
staan. De verstandige huisvrouw zal alleen
die groenten koopen, welke op een bepaald
oogenblik in groote hoeveelheid aan de
markt worden gebracht, dus het minst kos
ten. De prijs is dan een kwestie van vraag
en aanbod en heeft met de kwaliteit weinig
of niets te maken. Precies zoo is het met
fruit, dat op die wijze ook voordeelig te be
machtigen is. In ons landje heerscht nog de
eeuwenoude gewoonte, om alle leveranciers,
ook voor de geringste hoeveelheid die we
bestellen, aan de deur te laten komen, liefst
tweemaal per dag, namelijk eerst „hooren"
en dan „bezorgen". We staaai er niet bij stil,
dat de winkelier zulks niet gTatis kan doen,
dat het in de prijzen moet zijn gecalculeerd.
In het buitenland is die eigenaardigheid van
„hooren" vrijwel onbekend, daar zien we
ook de dames uit gegoede kringen 's morgens
met de boodschappentasch de deur uit gaan,
om in te koopen. Ze kunnen dan prijzen en.
kwaliteiten vergelijken en ze doen daarbij een
warenkennis op, die voor iedere goede huls
vrouw onmisbaar is.
En wat het noteeren van de uitgaven be
treft, is het een bekend feit, dat de meeste
dames niet van schrijven en nog minder van
cijfers houden. Maar ook voor hen, kan het
nuttig zijn, om te berekenen welk bedrag
men dagelijks kan uitgeven. Bij het vast-»
stellen van dit bedrag worden eerst de perio
dieke uitgaven, zooals huishuur belastingen,
licht, verwarming en reparaties van het be
schikbare inkomen afgetrokken. De Zondag
moet eveneens, als uitgavendag worden be
schouwd, omdat de Zaterdag vermeerderde
uitgaven meebrengt.
Ik ken huisvrouwen, die een hekel hebben
aan boekhouden, maar toch óók niet geheel
zonder methode willen zijn. En die hebben
er iets op bedacht. Ze hebben een soort
envelloppensysteem, een dozijn enveloppen,
waarop geschreven staat „Gas", „Licht",
„Huur", enz. en waarin dan goed bewaard,
de daarvoor noodïge bedragen rusten. Echter
mag dan de eene enveloppe geen leeningen
sluiten bij de andere, „Uitgaan" bijv. niet
bij „Huur" of „Gas"!
Even belangrijk is het opstellen van een
menu voor de heele week waarbij we voort
durend rekening kunnen houden met prijs,
voedingswaarde en kooktijd. En dan, wat we
op ons gemak kunnen inkoopen, wat we niet
absoluut vandaag moeten hebben, kost ons
reeds daardoor minder.
Kleeren voor onze kinderen.
De herfst brengt ook nieuwe zorgen wat
de kleeren van onze kinderen betreft. We
geven daarom hier weer eens een paar voor
beelden van practische kinderkleeding. Het
manteltje uit geruite stof, links op de teeke
ning, is zoowel voor jongens als voor meisjes
gedacht. Dit loshangend modelletje is een
voudig en kleedt vlot. Het tweede figuurtje
toont ons een leuk jurkje uit wijnroode wol-
stof, met zwarte lakceintuur. Het kraagje
is van batist. Het rokje heeft plooitjes.
Voor de iets gvootere miei3,ies is het
overgooiertje een -uit donker- of lichtgroene
wollenstof een aardige dracht (zie het derde
figuurtje). Voor den kleinen jongen is 'net
blousepakje, zooals we dar op het vierde
figuurtje zien. weer pract-isoh. Het broekje
is gemaakt uit de in dezen herfst zeer mo
derne geruite wollenstof in zwart-wit. De,
blouse is uit beige-kleurige kunstzijde met
een zwarten strik. De juiste kleeding voor
kinderen te vinden- is niet altijd gemakkelijk
misschien dat deze 'enkele voorbeelden moe
der op een idee brengen.