Radiomuziek der week. EEN VOORBESPREKING MOEDER! Litteraire Fragmenten. BIOSCOOP. door KAREL DE JONG Het zal wel geen toeval zijn, dat op het Donderdagavondprogramma van het Con certgebouw Wagenaar's Ouverture „Cyrano de Bergerac" vóór Rich. Strauss' „Don Quixote" geplaatst is. Want we vinden in het orkeststuk van den nestor onzer Neder- landsche componisten een heele boel Strauss terug. Op de verwantschap met diens „Don Juan" heb ik vroeger al wel eens gewezen. Wagenaar's Ouverture wo'.'d geschreven in den tijd toen de toonge&ichten van Rich. Strauss in onze Nederlandsche concertzalen begonnen door te dringen en de belangstel ling en bewondering van den Nederlander voor den genialen Duitschen meester waren begrijpelijk; dat beïnvloeding niet uit bleef is ook verklaarbaar. Het resultaat was een muziekstuk dat op het temperament en het technische meesterschap van Johan Wage naar een goeden kijk geeft, zonder dat het de oorspronkelijkheid zijner parodistische com posities bezit. En als specifieke vertegenwoor diging eener Nederlandsche geestesrichting mag de Cyrano-Ouverture zeker niet gelden. Strauss" „Don Quixote", „Fantastische Va- riationen über ein Thema ritterlichen Cha- rakters", zooals de ondertitel luidt, is niet het eerste muziekwerk dat door de Cervantes „Ridder van de droevige Figuur" werd geïn spireerd. Ik noemde in een vorig overzicht reeds den „Don Quixote" van G. P. Teleman. Rich. Strauss heeft in zijn op. 35 een zeer ge lukkig gekozen vorm aan de muzikale uit beelding van den zonderlingen held gegeven. Weliswaar is hij daarbij tot aan (en volgens sommige vooral oudere beoordeelaars tot over) de grenzen van het muzikaal-aesthe- tisch geoorloofde gegaan en heeft hij hiel en daar zijn toevlucht genomen tot realisti sche geluidsnabootsingen, die met pure mu ziek niets meer te maken hebben, maar, hij heeft ook de psychologische beteekenis van de hoofdfiguur duidelijk begrepen en die in zijn muziek scherp weergegeven. Daarvoor is het werk als geheel op een hooger peil ge komen en neemt het op waardige wijze zijn plaats in tusschen de andere toongedichten Don Juan. Macbeth, Tod und Verklarung, Till Eulenspiegel, Also sprach Zarathustra en Ein Heldenleben, in elk waarvan het conflict van den enkelen mensch met zijn omgeving of met zijn eigen aanleg de hoofdgedachte vormt. Hebben we in „Ein Heldenleben" de tragedie van den nietbegrepene te zien, in „Zarathustra" en „Don Quixote" schildert Strauss ons den niet-begrijpende. Toch ver schillen deze twee hemelsbreed. Zarathustra onttrekt zich aan het conflict, dat de proble men der wereldverschijnselen in zijn geest te weeg brengen, door de poging tot oplossing van zich af te schudden en er zich lachend boven te verheffen Don Quixote ziet door valsche conclusies in alles wat de hem om ringende wereld biedt conflicten, die hij met geweld tot oplossing moet trachten te bren gen. Als zijn pogingen gefaald hebben, en hem eindelijk de schellen van de oogen ge vallen zijn trekt hij zich in de eenzaamheid terug en vindt daar zijn rust. Het instrument dat de persoonlijkheid van de hoofdfiguur muzikaal vertegenwoordigt is de solo-violoncel. Sancho Panza wordt af wisselend door de solo-altviool en door de bascarinet verklankt. De variaties zijn, zoo als ik vroeger al eens opgemerkt heb, geen formeel-gelijkblijvende veranderingen van een melodie, maar vrije fantasieën, waarin transformaties van de in de inleiding voor komende hoofdmotieven het voornaamste materieel vormen. Deze transformaties lei den tot zeer scherpe karakteristiek. Strauss' eminente kunst toont zich hier op haar schitterendst. Ook in de Serenade van Volkmann (Hil versum, Zondag) heeft de solo-cello de be langrijkste partij. Hier staat als eenigszins zwaarmoedige figuur tegenover de wisselen de omgeving die het orkest biedt. Daventry geeft in zijn „Grondslagen" wer ken van Bach, en te oordeelen naar de titels zijn orgelwerken bedoeld. De F. maj.toccaco begint als canon in de octaaf, d.w.z. twee stemmen, twee maten na elkaar intredend, spelen, de een een octaaf hooger of lager dan de andere, dezelfde partij, boven een orgel punt (llggenden toon) in het pedaal. Uit de rijke verscheidenheid der koraalvoorspelen kon natuurlijk slechts een zeer kleine keuze gedaan worden. Vele dier voorspelen toonen de grootst, denkbare kunstvaardigheid in den opbouw, wat niet verhindert dat het karak ter van den koraal-tekst meestal treffend is weergegeven. De naam Kuhlau is den meesten piano spelenden bekend: diens sonatines vormen nog een vast bestanddeel der instructieve pianomuziek. Zijn opera's en ensemblewer- ken zijn vrijwel in 't. vergeetboek geraakt. Echter was Friedrich Kuhlau (17861832) een degelijk componist, hoewel volstrekt geen genie. Men moet bedenken dat toen maals de genieën nog niet zoo bij bosjes te tellen waren als tegenwoordig, nu de eerste de beste die een stuk voor strijkkwartet heeft begaan, al beweert dat zijn werk voor de mu ziekindustrie oven groote beteekenis heeft als Beethoven's drie z.g. Russische kwartetten op. 59, waarvan het eerste Maandag door Langenberg uitgezonden wordt. Om op Kuh lau terug te komen: de Ouverture van diens muziek bij Heiberg's „Ernenhügel". in 1828 gecomponeerd, wordt Dinsdagavond door Hilversum uitgezonden. Wellicht vindt deze of gene het aardig den sonatineman ook eens als componist van een orkestwerk te leer en kennen. Een andere vrijwel in 't vergeetboek ge raakte naam is die van Wenzel Heinrich Velt (13061864'* eenmaal een geacht comoonist van kamermuziek-werken, een symphonie, een ouverture, een Missa solemnis. liederen en mannenkwartetten. De uitzending door Praag van een zijner strijkkwartetten op Dinsdag gaf mil aaneiding om zijn naam in herinnering te brengen. Nog een werk dat men betrekkelijk zelden hoort is de tweede Symphonie van Schu mann. Van den heroïschen schijn waarmee dit werk indertijd omgeven werd is niet veel overgebleven. Men oordeele zelÊ als men lust gevoelt de Frankforter uitzending van Maandagavond te beluisteren. TEYLER'S STICHTING TE HAARLEM. Te beginnen Zaterdagmiddag 5 November zal in Teyler's Stichting Prof. Dr. A. D. Fok ker op 3 achtereenvolgende Zaterdagmidda gen natuurkundige voordrachten houden over „Kleuren en haar beteekenis". De voordrachten zullen door demonstraties svorden opgeluisterd. GELOOF EN WETENSCHAP. TERUG IN HET NEST. Onze stadsschouwburg was gisteren op den eersten tooneelavond van Geloof en Weten schap tot de nok toe gevuld. De voorzitter, Mr. Vorstman sprak hierover in zijn openings woord zijn groote voldoening uit, omdat hij hierin terecht een bewijs zag van den grooten bloei van deze R.K. Vereeniging. Te verblijden der zoo zei de heer Vorstman is dit feit, omdat Geloof en Wetenschap in Januari 25 jaar bestaat. Feesten zullen er in verband met de tijdsomstandigheden niet worden gegeven, maar wel zal op 15 Januari een tooneelvoor- stelling van het Frits Bouwmeester-ensemble door de jubileerende vereeniging aan de werk- loozen worden aangeboden. Een sympathieke gedachte die zeker in breeden kring groote waardeering zal vinden. Het waren de Vereenigde Haagsche Spelers onder leiding van Pierre Balledux, die op de zen tooneelavond de eerste voorstelling te Haarlem gaven van Terug in het Nest, een tooneelspel van den mij tot nu onbekenden Hollandschen schrijver H. J. Tromp. Het stuk van den heer Tromp speelt in een Roomsch gezin waarin het tusschen den vader en de kinderen niet al te goed bolwerkt. Voor een groot- deel is de vader hiervan zelf de schuld, omdat hij met zijn autoritair gezag altijd te ver van zijn twee zoons heeft afge staan. Het gevolg is, dat beiden het ouderlijk huis verlaten, de jongste, omdat zijn vader hem wil dwingen in de rechten te studeeren, ter wijl hij litteraire aspiraties heeft, de oudste en dit is in dat Roomsche gezin veel smar telijker omdat hij van h.et katholieke Ge loof is afgedwaald. In twee bedrijven geeft de schrijver ons diit conflict en dat is reeds dadelijk een zwakke kant van dit tooneelspel, omdat wij in II fei telijk een herhaling krijgen van I. Dit gaf aan het stuk voor de pauze iets langdradigs. De zelfde tooneelen, die wij in het eerste bedrijf hadden gezien, kregen wij nu al was het dan in eenigszins anderen vorm in de twee de acte terug. Erg overtuigend is de schrijver hierin ook niet. Wij kregen sterk den indruk, dat de vader en zijn zoons telkens langs elkander heen spraken en onze sympathie was hierbij allerminst voor den vader, die in zijn starre houding geen enkele poging deed om zijn kin deren te begrijpen en op het goede pad terug te voeren. Zelfs Marie van de Wallen, de ver loofde van Dolf, kon moeilijk onze genegen heid winnen althans voor de pauze niet daar ook zij niets deed om Dolf rot het Geloof terug te brengen. En zoo iets had men toch van haar alsi<St.reng geloovig meisje, dat zoo veel van Dolf hield, wel allereerst mogen ver wachten. De titel „Terug in het nest" geeft reeds aan dat aan het slot alles weer in orde komt. Dolf en Wim keeren beiden als de „verlo ren zoons" op Oudejaarsavond in het ouder lijk huis terug. De jongste heeft een tooneel- stuk geschreven De Moeder dat op den oudsten een zoo grooten indruk maakt, dat hij hierdoor tot het besef komt, hoe zeer hij tegenover zijn ouders te kort is gekomen. Maar ook hierin overtuigt de schrijver ons maar ten deele. HU zou dit pas hebben ge daan, wanneer de bekeering van Dolf uit een innerlijk, diep geloof ware voort gekomen en daarvan merken wij in dat stuk wel wat te weinig. Het gaat alles te gauw en vooral te oppervlakkig, om ons de waarachtigheid van Dolf's innerlijke verandering te doen accep teeren. Hoe veel sterker zou dat tooneelspel zijn geweest, wanneer de heer Tromp instede van een veel te groote plaats aan de babbe lende komiekige hospita in te ruimen, hier aan zijn krachten had gewijd. Het stuk maakt nu, ondanks de goede bedoelingen, een te dilettanterigen indruk, die door het spel ook niet voldoende kon worden wegge werkt. Pierre Balledux speelde Dolf nog al robust en forsch, en maakte hem daardoor al thans in het eerste bedrijf antipathieker dan noodig was. Vooral tegenover zijn meisje had ik hem liever minder hevig en ruw ge zien. Na de pauze kon ik hem veel meer waar deeren. Toen paste dat hartelijke en joviale wel bij dezen jongen man, die jaren lang in den vreemde had rongedoold. Balledux vul de toen het tooneel met zijn spel. Dat bij wat te veel domineerde lag minder aan hem dan aan de anderen, die behalve mevrouw Balledux in speelkracht bij hem ten ach ter stonden. Mevrouw Balledux wist aan Marie althans in de laatste 3 bedrijven, toen de schrijver haar de gelegenheid bood wel warmte en innigheid te geven. Zij had een goeden avond, meer dan mevrouw Aleida MulderRoelofsen. die ik als de moeder wat al te pathetisch vond. De heer Van Weerd had in den vader geen dankbare rol. Hij speelde hem zeer voorzichtig en gereserveerd wat misschien nog al verstandig was. Want bij een markanter uitbeelding zou deze vader waarschijnlijk heelemaal onze sympathie hebben ingeboet. De heer Bakker en me vrouw Van Zuylen gaven duidelijk het be wijs nog beginnelingen in het vak te zijn. De heer Wim Grelinger beschikt over' wat meer routine, zoodat de rol van Geer beter tot haar recht kwam. De huiskamer van notaris Van Noorden zag er warm en gezellig uit. Maar een groote fout was het. dat de hospita in III op 31 December nog wel! het raam open had laten staan, zoodat de wind er lustig binnen speelde. Het was waarlijk geen winder dat Dolf met dat open raam zoo over de koude klaagde en hij had beter gedaan het raam te sluiten dan de kachel op te porren. Het publiek heeft na elk bedrijf en vooral aan het slot zeer hartelijk geapplaudisseerd, zoodat de heer Tromp over de ontvangst van zijn stuk alleszins tevreden kan zijn. Aan de dames werden na het laatste bedrijf bloemen aangeboden. J. B. SCHUIL. SPAANSCHE KERK IN BRAND GESTOKEN EN VERWOEST. KUNSTSCHATTEN VAN GROOTE WAARDE VERLOREN GEGAAN. De kerk vam Gerena in de provincie Se- villa is naar Reuter uit Madrid meldt door onbekenden in brand gestoken en nagenoeg totaal vernield. Kunstschatten van onschat bare "waarden zijn verloren gegaan. Ook de klokke toren, een der schoonste overblijfse len van Moorsohe kumst, is een pa-ooi dei vlammen geworden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. dit is een dreigend hi:cyierl Bijna driekwart van alle niet behandelde kinderen in ons land lijden aan Engelsche Ziekte. Neemt üw maatregelen biltiJds. vóór het te laat Is. Beeint vandaasr noe üw kleine „DOHYFR AL "-TABLETTEN te seven ,.Dohylral"-tabletten bevatten Gekristalliseerd vitamlne-D: het eenlsre afdoende middel tesen Encelsche Ziek te. >4 y, tablet Der das is voldoende om üw kind tetren deze gevreesde kwaal te beschermen. En dat Is nog niet alles Vltamine-D verhoogt in alle od- zlchten het weerstandsvermogen. Bij slante. bleekheid, wanneer de tanden moellilk doorbre ken: bli infectieziekten, buld- ultslae. winterteenen. zult ge met ..Dohyfral"-tablet- ten spoedig verrassende verbetering zien. 12.75 per buisje van 20 stuks: per buisje van 10 6tuks 11.80. N.V. Pharmaceutische Producten M\j. PHILIPS-VAN HOUTEN Heerengracht 270 Amsterdam Uit „Orpheus in dc Dessa" door Augusta dc Wit. Si Bengkok maakte een zwakke beweging met het hoofd. Bake boog zich over hem heen. „Heb je pijn, Si-Bengkok?" De bleeke lippen trachtten te bewegen, Hij raadde het. „Niet zoo erg". „Houd maar moed. Ik breng je bij den dokter. Ken je me?" Hij bracht zijn gezicht boven de flauwe oogen, die in het licht der flambouw staar den. Zij rezen langzaam naar hem op. „Weet je, wie ik ben, Si-Bengkok?" De jongen bracht er de woorden uit: „Ja, Heer". Bake tastte naar de hand, die koud in het koele gras lag, en hield ze in zijn warmen, vasten greep. „Hoe kon je dat toch doen, Si-Bcngkok?" Hij had iets heel anders willen zeggen, zijn hart was vol zelfbeschuldiging en teederheid en beklag, maar hij vond geen woorden in zijn ontroering en werktuigelijk zeide hij: „Hoe kon je dat toch doen?" En schaamde zich nog voor hijhet had uitgesproken. Si-Bengkok bewoog een paar maal de lip pen; eindelijk kwam het er uit, nauwelijks hoorbaar: ik ben een al te arm mensch...." Het ging Bake door de ziel. Hij besefte, wat hij nog nooit had bedacht, den nood van dat hulpelooze wezentje, dat hij aan zijn lot had overgelaten om te verhongeren in het stof, waarin het rondkroop als een vleugel lam, half vertrapt Insect. Die niets heeft en niets kan verdienen en van niemand iets krijgt, wat doet die om het leven te houden? Hij voelde zijn keel dichtgeknepen bij de gedachte hoe Si-Bengkok van hem het bitte re beetje had verwacht dat hij noodig had voor zijn onschuldig leven, en hoe hij dat had geweigerd, erger dan geweigerd, vergeten in de haast en de hebzucht van zijn jacht ach ter den rijkdom aan. En nu heb ik hem doodgemaakt, omdat hij een mondjesmaat afknabbelde van wat ik te veel heb, zoo maar stuk gebroken, zoo n aar dig zieltje, dat daar in dat arme, kleine lichaam zat te zingen als een leeuwerik in zijn kooi.Wel zoet op de fluit te spelen, zoodat wie het hoort, tevreden wordt van hart. Met tranen in de oogen boog hij over Si- Bengkok heen, hem zachtkens over het haar streelend. „Je blijft nu bij mij, Si-Bengkok, altijd, al tijd! Je zult een goed leven hebben, als de dokter je eerst maar weer beter heeft ge maakt, een heerlijk leven, zooals je het zelf maar wenscht. En voor jc ouders zullen we ook zorgen. Is dat goed?" Het duurde een wijle, voor Si-Bengkok er het antwoord uit kon brengen. „Het is goed. Heer". Toen lag hij weer stil. „Misschien wordt hij werkelijk wel beter trachtte Bake te denken: „Als we meer eerst thuis waren!" Langzaam kraakte de kar voort. Er kwam geen einde aan die eentonige boomenrij langs den weg. die stam voor stam voorbij schoof. De karrevoerder was weder begonnen te neu riën. Het scheen of de trage deun den tijd zelf langzamer maakte. Telkens weer, als een oneffenheid van der» weg de kar deed opschokken, boog Bake zich bezorgd over den gewonde. Maar hij scheen geen pijn te voelen van den stoot: hij kreun de zelfs niet meer. „Hij zal bewusteloos zijn", dacht Bake. Hij trok zijn jas uit en spreidde ze over het lijdelijke lichaam. Maar de hand. die hij in ie zijne hield, werd al kouder. De walmende fakkel op de kar ging uit Hij zat in het donker, in de zwartblauwe hoogten boven zijn hoofd tintelden de ster ren. Geheel werktuigelijk keek hij ernaar; zijn gedachten waren als verstijfd. Dat duurde lang zoo. De kar gaf een plotselingen stoot. Hij schrok op. Si-Bengkok's hoofd was van zijn knieën gegleden. „Je hebt je toch geen pijn gedaan?" Er kwam geen antwoord. Bezorgd bukte hij over het bleeke gezicht. Tusschen de grashalmen en de verwelkende varens lag hij stil. De oogen, waarop het ster renlicht zoo vreemd schitterde, waren ge broken. LUXOR THEATER. Transatlantic, met Edmund Lowe. Mijn vriend, de millionnair, met Hermann Thimig. Mijn vriend de Millior.nair is een van die genoeglijke rolprenten, getrokken uit een komischen roman, die omgewerkt is tot een zeer amusante film. Geen verfilmd tooneel ditmaal, geer. film met een geschieienisje, nou ja, omdat er eenmaal een verhaaltje in moet zitten, maar waarin de hoofdzaak zang of dans Is, om een geliefd flimspeler of zangeres heer. ge weven neen, een echt aardig gegeven dit maal, dat tot een vlotte film is geworden. En met Hermann Thimig In de hoofdrol. Hans Felix (Thimig) is een arm bankbe diende verliefd op Eva, de dochter van een rijk koopman. Door een van zijn stommitei ten wordt zijn verlof ingetrokken coor zijn directeur, den bankier Düringer. Ondanks dat, reist hij naar een badplaats, waar Eva vertoeft. Maar ook daar verknoeit hij alles door zijn linksheid. Een Amerikaansch mil lionnair, mr. Roxfield zal in de badplaats aankomen en het heele hotel Is vol van ztyn.' komst. Hans redt- dan den hoed van Roxfield van een zeebad, geeft hem het hoofddeksel terug, wat gezien wordt door enkele gasten, o.a. den bankier. Deze, wiens zaken slecht gaan, ziet Hans voor een vriend van Roxfield aan en is plotseling zeer vriendelijk voor hem, daar hij op deze ma nier met Roxfield in kennis hoopt te ko men. Het lukt en Dürniger staat op het punt met mr. Roxfield een transactie te sluiten waarbij hij aan Roxfield 20.000 mark. leent als Hans optreedt er. Roxfield ont maskert als een berucht oplichter. Hans steunt Dürniger met geld van zijn schoon vader en wordt mededirecteur. Zie hier in het kort de Inhoud. Het koste lijk spel van den onbeholpen bankbediende, en tenslotte de ommekeer, cie Hans tot een flinken vent maakt moet u echter zelf gaan zien. De bende van de Transatlantic is een Fox film, die geheel op een Oceaanstoomer speelt. Een gefailleerd bankier wordt gedood, van van welken moord een oud man verdacht wordt. Edmund Lowe als gentleman-inbre- ker ontmaskert den waren dader echter. Spannend is deze film, waarin Lowe, Greta Niesen en Myrna Loy. Lois Wilson en Jcar. Hersholt optreden. Bijzonder goed ls het begin, dat het vertrek van den stoomer in beeld brengt. Tempo en spanning zit er in,, die opgevoerd worden tot het einde toe, Het gebruikelijke happy-end ontbreekt. Of schoon Vooraf gaat een allergeestigst geluldstee- kenfilmpje. een Paul Terry Toon. Het Orion nieuws completeert het uitstekende pro gramma met o.a. kappersconcours in Den Haag. een nieuwe dans van Cor Klinkert en Llesje van Zanten proeven voor de veilig heid van auto's en de voetbalwedstrijd BelgiëHolland. Maurice Chevalier. RE1MBRANDT THEATER. „Love me to Night". Maurice Chevalier en Jeanettc MacDonakl. Er zijn niet vee', namen in film wereld. die onweer .xaanbaarder zijn. dan d:e van Mau rice Chevalier JanoXe MacDonald Dus heel natuur lijk, dat Rem brandt Theater vo. loopt deze week en, indien gepro longeerd wordt, ook zoolang geproion' geerd wordt. Ik geloof niet, dat het gauw zal ver velen Maurice ite zien en te hooren Er zijn .sterren" van wien jc. na een paar filmen van hen gezien te hebben, al gauw zeg.t: ,.nu eens in een tijd en in een flinken tijd geen(volgt de naam des helds) maar Chevalier heeft het zeldzame voorrecht dat hij het gros van het filmpubliek ncoi' verveelt* Zijn uitdrukkingsvolle gezicht, zijn smile, zijn strooien hoed. zijn heele zijn. is een combinatie die hoewel bekend, steeds weer nieuw blijft. Is de inhoud van de film bekend? Zie'.- hier: Maurice Courtelin (Maurice Chevalier rekent zich tot de beste kleermakers var. heel Frankrijk, maar omdat het publiek dat nog niet weet, Is zijn zaak niet erg beklant. Hij is dan ook verrukt., als hij graaf de Varèze op een goeden dag tot klant krijgt. Die verrukking vermindert wel eenigszins als hij hoort, dat graaf de Varèze tot gewoonte heeft, zijn schuldeisohers niet te betalen Maurice Ls woedend en wil zich zoo niet laten benadeelen. Met de auto van een vriend gaat hij -naar het slot van den oom van graaf de Varèze. Onderweg komt hij in com act met een allerliefst jong meisje, aan wie hij dire::', zijin hart verliest. Zij wijst zijn huldebetui gingen koel van de hand Maurice kom.t tot groote schrik van graaf de Varèze op het slot aan. De graaf, die nog niots van zijn schulden durft, vertellen aan Oom. stelt hem voor aan het élite gezelschap als ..baron Courtelin". Hij voelt zich lang nie: op zijn gemak en zoekt om zoo gauw mogelijk te kunnen verdwijnen, tot plotseling he' meisje van zijn droomen, dot een nichtje van. den graaf blijkt te zijn. en prinses Jean et te ia Jean e Mo MacDonald) binnen komt. Nu blijft hi.1. Hij steelt, het hart van iedereen, alleen Jeanetóe blijft schijnbaar koud voor hem. to: zijn wanhoop. Zij kar haar komediespelen echter nie: lang vol houden en al spoedig bekent ze hem dat hem Hef heeft. Kort daarop blijkt dat hij een doodgewone kleermaker is en nu is ieder een hoogst verontwaardigd dat zoo'n gewoon ventje het waagt, verliefd op ce prinses te worden. Hij druipt diep ongelukkig naar Parijs af. maar Jeanette merkt, als ze hem verloren heeft, hoe lief zc hem heef.:, en alles ten spijt haalt ze hem terug en ..ze leef den nog lang en gelukkig met elkaar'.* Het bijwerk in deze film is in sommige zedeelten ook zoo bijzonder zced. Zoo bijvoor beeld het ontwakend Parijs aan het begin. Op het gebied van reclame heef-- de 'neer Benno iets aardigs samengesteld. Hij laat n.l. vorst Zoo-en-Zoo zijn inkoopen doen bij een paar Haariemsche winkeliers. De vorst konr. in zijn auto aan en stapt dan de winkel bin nen, zocdat we eerst de winkel van buiten en dan het inwendige kunnen zien. Max Fleischer heeft een geluidsLeekenfilm „School-Days", zeer grappig en voor een groot deel afwijkend van wat we gewoonlijk van hem zien. Het is met bijzonder genoegen, dat we het •tooneelnummer noemen: „Giles en Doodles", de amateurs. Dit nummer hoort ongetwij feld tot het bcs:o en amusantste cp variétr- gebied. Het publiek klapte en klap'-e om een extrat-je; ui: dar.k voor het applaus kwa:n de artist even voor het dichtgetrokken gor dijn en liet ons er ieelijk inioopen. waaruit weer een succes voor hem ontstond Een aanbevelenswaardige avond! CINEMA PALACE „Das Lied eincr Nacht". En Jan Kiepura zingt maar Hij zingt in een auto. hU zingt in een bootje, hij zingt in een tuin en hij zingt In een zaal. Hij zingt in den trein en zelfs in een politiebureau. Dit is de film van Jan Kie pura. 't Was van te voren afgesproken: als 't maar éénlgszlns kon, zou en moest Jan Kiepura in deze film zingen. Deze ro'prer.t moest eigenlijk niet „Das Lied elner Nacht" heeten. „Jan Kiepura" moest haar naam, al thans haar ondertitel zijn. Een weinig beteekenende, humovlstisch- getlnte geschiedenis is er voor in elkaar ge draaid, (excusez le mot) om Jan Kiepura aan 't zingen te zetten. De beroemde zanger Ferraro ontvlucht zijn vrouwelijke impressa- rlo. die hem wat al te veel „tempo" heeft en maakt in den trein kennis met een zekeren meneer Koretzky (die later blijkt een huwe lijkszwendelaar te zijn). Ferraro ontvlucht ten tweeden male, nu aan den last dien een half-gare Kurhaus-directeur hem bezorgt en Koretzky neemt zoo lang zijn plaats in. Zoodra twee menschen eikanders plaa'sen innemen, komen er natuurlijk verwikkelingen van, vooral in een film. En zoo zien we dan Koretzky in allerlei moeilijkheden en einde lijk zelfs In 't gevang geraken. Maar Ferraro geniet Jntusschen van zijn vrijheid, neemt het- er van en tenslotte het hart van den zonderlingen Kurhaus-director in beslag. En hij zingt, wat hij kan. en hij doet het goed. daar niet van. Maar toch hebben wij tegen deze soort films dat er iets gekunstelds in komt. doordat zoo'n ster. die op een bepaald eigenlijk bullen de film gelegen geb'ed uitmunt „als maar" zijn „kunsten" moet vertoonen. Intusschen: een zeer genietbare, amusante Ufa-proöuctic is het toch geworden; v rooi Ijk als een luchtig Lied. vluchtig als menige Kusz en door verschillende aardige tooneeltjes be koorlijk als 'n Madel. Als vele Miidel ten minste. Er zijn nog meer aardige dingen in dit pro gramma. Tummers, de populaire humorist, draagt, aan den vleugel gezeten, 'n paar leuke liedjes en een gevoelig lied voor en Journaal on Clty-Pathé News kunnen er zijn. Interessant is bij voorbeeld de weergeving der werkzaam- heden in den Wleringermeerpolder. Buitengewoon belangwekkend ls ook hot filmpje „Elle mlt Welle", een cultuurfi'm die verlangzaamd de bewegingen laat zien van verschillende dieren, waarvan Je er vele nu niet zoo eiken dag tegenkomt. LANGS DE STRAAT. Cynisme. ..Hé", itop hij op geaffecteerd <vc:.:a*te toon. stak nonchalant de straat over. nam een onberispelijk licht-vrijen "ned af en informeerde hoe het er mee ging. „Hallo", riep ik. en herken:"? pas teen hij met zijn hoed in zijn hand v:or me het studentje. „Hoe gaat het", vroeg ik. „Loop een eind ie mee. als je tijd hebt",, waarmee ik geen gcaoje bedoelde. „Hm", zei hij, wachtte dan even vee'.bo- tee'konend. zwaaide den warde'1"-tok '"en hij in zijn hardgeel-be'-'andschcende hand Weid ,.hm, naar omstandigheden redelijk be roerd". „Wat", vroeg ik en nu achteraf komt het me niet erg beleefd voor. maar ik weet zeker dat u ook niet tegen zoo'n grapje kunt en tegen eon lelieblank Jongensgezicht met kinderlijke blauwe oogen en, een mond waar een cynische glimlach opgeplakt ls „wat ls er dan met Je aan de hand? Heb je de laatste drie maanden werk ge zocht. zonder ergens iets te vinden? B?n je vreesdijk bedrogen? Heb je met vrouw en k'ndcren van veertien gulden steun geleefd? Heb Je de eene roman na de andere ge schreven zonder een uitgever te kunnen vin den, d.w.z. één die je Iets wou betaler.? En was er niemand op te sporen, d'.e dc huur van je zolder voor wou schieten? Wat is er? Je ziet er overigens niet s'.cc.ht uit". ..Nee, nee", weerde hij wat geërgerd af, ..Niets van dat alles. Maar het is tenslotte een ellendige tijd. Er zit geen fut en bij slenterde wat langzamer naaf. me voor-:. „Er zit geen leven, geen perspectief in. Er zijn überhaupt geen. mseben meer er zijn geen verrassingen". „En jij", vroeg ik. ,.jij hebt je he'. vuur uit de schoenen ge'oopen. om verrassingen te ontdekken? om perspectief ie zien. cm de wereld te tornen wat fut is? En Jc bent teleurgesteld?.. „Nonsens", bromde hij wrevelig. .Ik stu deer en tenslotte ls dat iets dat wat je aanvoelt of het leven de moeite waard is of niet". Zonder verder iets te zoymen liepen wc door. Ik. wat uit mijn humeur: hij, breed cn gewichtig in zijn veroverd cynisme. In de etalage van een fruitwinkel in oen smal sVraatje. waar bijna niemand voorbij kwam. was een man bezig zorgzaam en wei- overwogen tusschen zware trossen druiven hier en daar een roode tomaat te se hl: ken, telkens weer opnieuw een!eter.i van het ef fect. ik vroeg het studenitje of hij die over gave niet nutteloos vond en kreeg geen aart- woord. Voor een klein open raam vam een onder huis. waar in het donker tv»* potten be gonia's door de goede zorzen b'oeiden a's de meest zc «verwende bloemen stopte 'n vrouw groffe mannesokken op en met een vlugge groote naald. En weer gaf het studentje geen antwoord oo de wraag of deze toewijding geen verspilling was. Uit een hoog zolder venster had iemand een lap gescheurd van een oud wit laken aan een stok naar bu 'en ves'oken en er de letters ..vrede" op geverfd Alsof witte vlaggen de torlog verbannen En weer gaf het. studentje geen antwoord op ce vraag of ondanks het nuttelooze van zoo'n kinder lijke daad. er geen perspectief In zulke men schen zat? Ik stak hem de hand toe ten afscheid. Langs ons liepen een jongen en me!;:: „Heusch D'.ck, ik zal straks niet schreien", zei ze; hij keek haar t-wlife'end teeder aan... „Heb niet de lafheid Je 1 anger ach?er bordpapieren cynisme te verschansen", riep ik het studentje nog na, dat zijn wandelstok minder overmoedig zwaaide, maar hij was al om den hoek verdwenen VR. 6.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 17