fSW
0 wem -
De Vrouw in de XXe eeuw.
ABR. MEIJER
voor
d<z ontl
ZUINICJES-AAN!
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 29 OCTOBER 1932
Het jonge vrouwtje komt bij me aanloopen,
ze blaakt van ijver en van gewichtigheid, en
valt direct met- de deur in huis: we moeten
bezuinigen, Wim heeft salarisvermindering
gehad, gelukkig niet eig veel, maar nu moet
ik toch van minder huishoudgeld rond ko
men. En ik heb al allerlei dingen bedacht,
die we best voor wat minder ook kunnen
doen. Je weet het, erg royaal hebben we 't
nog niet gehad, maar zoo ongemerkt geef je
toch een heeleboel geld uit, terwijl het best
wat minder kon zijn en aan is het nog goed.
Zoo zit ze met echte huisvrouwen-waardig
heid te vertellen, en ik knik maar instem
mend, en ben wel een klein beetje benieuwd,
hoe ze het zal aanleggen met die grootere
zuinigheid.
En nu moet je hooren, vertelt ze verder,
nu ga ik in het vervolg altijd mijn groenten
zelf koopen (ze woont in een buitengemeen
te met een goede tramverbinding) maar
daarvoor moet ik naar de stad, want zoon
goedkoop adresje als ik nu heb gevonden, is
er bij ons toch niet. En de groenten zijn zoo
frisch, we smullen er iederen dag van, wil
je ze eens zien?
Bedrijvig komt ze met een boodschappen-
tasch aandragen, en haalt er een frisch rood
kooltje en mooie slaboonen uit, die werkelijk
voor een zeer laag prijsje haar eigendom zijn
geworden; en onwillekeurig moet ik er aan
denken, dat mijn groenteboer ze heel wat
duurder berekent.
Triomfantelijk vraagt ze: vindt je het geen
prachtige groenten voor zoo weinig geld?
Zie je. en dan koop ik voor twee dagen tege
lijk, dat kan best in den winter. Nou, en je
weet toch dat we meer visoh moeten gaan
eten die haal ik aan de vischhal, tweemaal
in de week, en we smullen er van.
Dus dan ben je zoon beetje iederen mor
gen op pad, waag ik haar opgewonden ver
haal te onderbreken.
Ja natuurlijk, dat kan niet anders: kleine
Pim neem ik achterop de fiets en we" eten
toch zooveel goedkooper, dan vroeger. De
werkster heb ik ook gedaan gegeven, dan
moet het huis maar wat minder brandschoon
zijn; alleen de huisnaaister heb ik gehouden,
want je begrijpt dat ik die niet kan missen.
En het is toch zoo leuk iederen keer ont
dek ik weer nieuwe goedkoope adressen, je
weet niet hoe je daarop uitgestudeerd raakt.
Ik begrijp eigenlijk niet, dat jij zooiets nog
niet doet, 't zal je zooveel in je huishoudgeld
schelen!
Denk er maar eens over, ik ga weg, want
Ik moet op weg naar huis nog even omrijden
om een zak suiker te halen: mijn kruidenier
heb ik namelijk afgeschaft, hij was me te
duur, maar nu haal ik alles zelf voor de goed
koopte.
Als ze weg ïs, raak ik over deze zuinigheid
aan het peinzen: vrijwel lederen morgen gaat
ze naar de stad voor haar inkoopen, als het
giet van den regen moet ze. met de tram,
want dan is fietsen geen doen, en gaan moet
ze, er komt immers niemand meer bij haar
aan de deur! Al die goedkoope waren worden
dus belast met heel wat dubbeltjes voor de
tram, en haar huishouden laat zij aan de
dienstbode over.
Wat een onbekookte zuinigheid; wanneer
zij thuis bleef, zou haar huishouden vlotter
verloopen, omdat de vrouw des huizes toch
de verantwoording voor den gang van zaken
draagt. Bovendien zou zijn veel minder ver
moeid zijn iederen avond en zij zou zoo ruim
den tijd hebben om haar naaiwerk zelf te
doen, dat zij de dure naaister grootendeels
zou kunnen ontberen.
Om nog maar niet eens te spreken van de
besparing van allerlei moeilijkheden, wanneer
er eens iets bijzonders aan de hand is, bij
voorbeeld een onverwachte gast, of ziekte,
waardoor zij de deur niet uit kan.
Zuinigheid is een eisch voor velen tegen
woordig. maar laat zij vooral de wijsheid niet
bedriegen, de tijd van een huisvrouw is ook
geld waard, en als ze er steeds op uit trekt,
kost dat veelal heel wat meer, al doet zij
haar inkoopen dan ook goedkoop, dan wan
neer zij rustig op haar post blijft en overal
toezicht op houdt.
Iets anders is het, wanneer de vrouw des
huizes, wanneer zij boodschappen gaat doen.
goed uitkijkt naar kwaliteit en prijzen, zoo
dat zij niet zonder noodzaak meer betaalt,
dan zij eigenlijk doen kan.
Misschien gaat zij eens tweemaal per week
met een lijstje er op uit om verschillende in
koopen te doen. die zij van tevoren goed over
daoht heeft. Nu passeert zij een vruchten
winkel waarin heerlijke appelen voor weinig
geld liggen geëtaleerd, of een comestibles-
winkel, die met een reclame-aanbieding van
kaas komt. Wanneer zij die dingen mee naar
huis neemt, ls er werkelijk voordeel aan ver
bonden, want zij was toch aan het winkelen.
Zuinig zijn is gemakkelijk gezegd, maar het
vereischt heel wat overleg, en pas daarna kan
er van eenige besparing kwestie zijn.
Brengt en haalt u zelf de schoenen bij den
schoenmaker, koopt u op geregelde tijden
boter en kaas bij een goedkoop adres in? Doe
het op een vasten tijd en zie desnoods dan
nog meer koopjes machtig te worden Maar
ga er niet dagelijks voor elk wissewasje, op
uit, als de winkels niet om den hoek van de
straat zijn, dat is geen zuinigheid.
E. E. J.—P.
Het Vroedvrouwenvraagstak.
Door de actie tegen de opheffing van de
Rijkskweekschool voor Vroeavrouwen te Am
sterdam, is het geheele vroed vrouwenvraag
stuk weer op den voorgrond getreden. We
hoorden dat leerlingen van de school te
Amsterdam reeds naar Rotterdam zijn over
geplaatst, maar niettemin liet de interpel
latie in de Tweede Kamer de hoop, dat de
regeering nog overleg zal plegen met Am
sterdam, en dat zoo de school zal worden
gered. Velen in den lande wenschen van
harte, dat dit het geval zal zijn, want het is
niet goed, dat de toestand wordt bestendigd,
waarbij het aantal vroedvrouwen, dat hulp
verleent aan de kraamvrouw, voortdurend
afneemt. Men kan van meening zijn, dat
wanneer het aantal leerlingen aan een
school -daalt en eveneens steeds minder vroed
vrouwen een plaats vin-den, er minder be
hoefte is aan de opleiding en dat er op dit
gebied kan worden bezuinigd; dat wanneer
de school door de daar verleende kraam-
vrouwenzorg, voor de gemeente Amsterdam
van bijzonder belang is. deze eerder is aan
gewezen om een groot deel van de kosten te
dragen dan het rijk, maar daarvoor is dan
ook degelijk overleg noodig. Toch doet zich
de vraag voor, of er werkelijk bij ons geen
plaats is voor de vroedvrouw, of er overal
reeds afdoend wordt voorzien in de hulp,
welke deze verloskundige verleent, en of
het uit het oogpunt van sociale zorg. niet
de voorkeur verdient, meer geld te geven aan
het preventieve werk van de controle vóór
de bevalling dat zoo goed aan de vroed
vrouw is toevertrouwd, dan later aan zie
kenhuizen en inrichtingen, waar de gevolgen
van te laat ingrijpen moeten worden verhol
pen. Het vorig jaar is de controleerende
taak van de vroedvrouw in de wet vastge
legd. Zij mag zich nu met dit onderzoek be
lasten en constateeren. of er afwijkingen
zijn, waarbij de arts moet optreden. Haar
voortreffelijke driejarige opleiding heeft
haar bekwaamd voor deze taak en juist om
dat zij over het algemeen meer tijd voor dit
werk heeft dan de arts, wiens terrein uitge
breider is, kan zij zorgvuldig waken, dat tij
dige voorzorgsmaatregelen worden genomen
in het belang van moeder en ongeboren
kind. En zelfs waar alles goed gaat, kan zij
raad geven aan de vrouw, die soms door
buurvrouwen of familie noodeloos wordt bang
gemaakt of aangespoord tot het toepassen
van methoden, welke niet wenschelijk zijn.
Juist omdat het rijk na de voltooide op
leiding nog twee jaar kan beschikken over
de werkkracht der op haar kweekscholen
gediplomeerde vroedvrouwen, heeft het de
mogelijkheid te voorzien in dit deel der volks
gezondheid. Men zeide ons, aai. in geheele
streken van ons land nog gebrek is aan vol
doende bevoegde verloskundige hulp. en in
artikelen in vakkundige tijdschriften werd
reeds herhaaldelijk gewezen op een tekort
aan hulp. dat tot ernstige gevolgen kan lei
den. Vooral in Zeeuwsch Vlaanderen zou
dit tekort zeer belangrijk zijn. Hier ware dus
nog voldoende plaats voor de vroedvrou
wen. Aan den anderen kant meent men,
dat er vroedvrouwen zijn. die te veel aan zich
trekken en iets van haar te drukken werk
kring konden afstaan aan minder geziene of
beginnende zusteren. „Het is zoo moeilijk,"
zeide ons een vroedvrouw, die zeer goed in
de practijk zit en dit blijkbaar wel verdient:
„Als men in een gezin den len, 2en en 3en
keer heeft geholpen, en de kraamvrouw ver
langt voor den 4tien keer weer hulp. die te
weigeren, omdat men het te druk heeft."
Natuurlijk is het bezwaarlijk de grenzen te
trekken, maar wel zal hier het saamhorig
heidsgevoel af en toe de vroedvrouw met
een groote practijk ertoe moeten brengen bij
nieuwe patiënten een zuster aan te bevelen.
Van de zijde der belanghebbenden hoorden
we ook, hoe in het arbeidersgezin de vroed
vrouw bijna onmisbaar is, omdat zij als
vrouw zooveel ziet en zooveel kan doen, dat
niet op len weg van den arts ligt, die zijn
bezoek brengt en over het algemeen geen tijd
heeft, verder aandacht te wijden aan de be
langen van het gezin.
De vroedvrouw weet zich te behelpen, zon
der de hygiëne te verwaarloozen en zij ziet
ook dat er in het gezin noodig is. Wij hoor
den bijv. hoe een vroedvrouw in een gezin
van acht kinderen, niet had gerust, voordat
zij hulp voor het gezin had gevonden, zoodat
de vrouw daarover niet behoefde te tobben.
Omgekeerd had dezelfde vrouw, toen zij in
het gezin van een werklooze, waar bij de
vrouw verpleging noodig was, den man hoor
de zeggen, dat hij hulp voor het gezin moest
hebben, hem gevraagd, of hij dan zelf niet
eens een beetje in de huishouding kon hel
pen. De vroedvrouw is het ook. die de
vrouwen aanspoort naar het Consultatie
bureau te gaan met haar zuigelingen. „Het
is dikwijls moeilijk", zeide zij. „want
waar blijven zij met haar andere kinderen?"
en zij vertelde van een arts. die in zijn wo
ning een speelkamer had voor de kinderen,
die moeder meebracht en die niet behoefden
te worden onderzocht.
Werkelijk een deel van de voor- en nazorg
zijn by de vroedvrouw in uitstekende han
den en al begrijpen we, dat ook hier de
wijkkraamverpleegster en de tuberculose -
enquêtrice eer. deel van haar taak hebben
overgenomen, niet overal werken die en nog
altijd heeft de vroedvrouw op sociaal ge
bied een mooie taak omdat zij meer dan
de arts zich thulsgevoelt in de gezinnen,
meer het vertrouwen heeft, van de eenvou
dige huismoeder, die zich onbeholpen uit
drukt tegenover den man van de wetenschap
en zelfs reeds door de vrouwelijke arts
zich beter begrepen gevoelt, dan door het
mannelijk intellect. In Duitschland is de
vroedvrouw regel, en wordt de arts pas ge
roepen. als er iets bijzonders is. Daar zorgen
ae Krankenkassen ook voor kostelooze ver
lossing; maar al heeft elk land zijn eigen
zeden, zeker is het dat bij ons de opleiding
van de vroedvrouwen op bijzonder hoog peil
étaat en dat deze over het algemeen bij haar
opleiding meer practische ervaring kunnen
opdoen dan de medische studenten, die
moeite hebben het vereischte aantal verlos
singen te halen. In vele gemeenten werkt
de arts met de kraamverpleegster en meent
men daarom de vroedvrouw niet noodig tc
hebben, maar juist omdat de arts op het
platteland een uitgebreide practijk over
een omvangrijk terrein heeft, en dus niet al
zijn tijd kan geven aan cc aanstaande kraam
vrouw, is hij niet zoo gemakkelijk te berei
ken als de vroedvrouw. Zelfs al heeft deze
niet zoo volledige bevoegdheid als de arts,
door haar ervaring weet zij, wanneer zij de
zen moet roepen en kan hem zoodoende tij
dig waarschuwen.
Onze plaatsruimte laat niet toe het vraag
stuk in zijn vollen omvang te behandelen,
maar we wilden den indruk vestigen, dat
men over het. algemeen in de kringen van
ae niet airectbelanghebbenden te weinig
heeft meegeleefd met een vraagstuk, dat
nauw samenhangt met onze volksgezond
heid. Jammer genoeg zal onze hoofd-inspcc-
teur van volksgezondheid, die dit zeer wel
inzag zijn arbeid overdoen aan een opvolger,
van wien men nog niet weet, hoe hij <ieze
quaesties opvat. Het is te hopen, dat deze be-
1 grip zal toonen voor de belangen der vroed
vrouw. wat beteekent voor die van een groot
deel onzer bevolking.
EMMY J. B.
/JUU
f&WTK.-
De nieuwste armbanden zijn dikwijls bree
der dan 10 c.M. en lijken op manchetten.
Als er visite is wat doe je dan met de
kinderen?
„Naar hun speelkamer sturen", zegt een
moeder resoluut. Goed, maar als er geen
speelkamer is? Of als :s winters de kachel
uitgegaan is op die speelkamer? Er kunnen
genoeg1 omstandigheden wezen waardoor
het kind in de kamer bij de visite moet blij
ven.
Komt er veel bezoek, dan is het kind wel
aan vreemde menschen gewend; het speelt
rustig verder. En in de meeste gevallen, als
we maar niet zijn aandacht vragen, houdt
het zich wel kalm.
Iets anders is het wanneer we wel zijn aan
dacht trekken, als wij zelf of het bezoek no
titie van hem nemen. Daar moeten we al
tijd voorzichtig mee zijn; geen kind kan te
gen overmatige belangstelling.
Een kind kan een vervelende visite, een
visite van menschen die niets tegen elkaar
weten te zeggen, nog dragelijk maken. Tegen
een kind kun je allerlei onbenulligheden zeg
gen, waarmee je bij een volwassene niet aan
durft te komen. Met een kind kun je nog
eens wat spelen, het aan het lachen maken
je kunt het dan tenslotte ook als onderwerp
voor het gesprek gebruiken.
Het kind zelf mag die interesse in zijn per
soontje wel. Hij gaat* zich hoofdpersoon voe
len. het gewichtigst personage van alle aan
wezigen. Het wordt baldadig, is niet te kal-
meeren. Op het laatst maakt hij het de be
zoekers zoo lastig, dat hij verboden wordt,
standjes krijgt. Een huilbui volgt. En het on
geanimeerde gesprek eindigt met een ver
trouwelijk praatie over kinderen die „niets
hebben kunnen". De arme slachtoffers var-
deze methode om een vervelenden middag
om te breen. zitten er verstoofen cn ver
laten bij. HeT zou geen wonder zijn als ze ir.
die oogenbhkken sterk einden twijfelen aar.
de menschel!jke rechtvaardigheid.
Intusschen: moeder krijgt haar loon voor
deze onrechtvaardige behandeling. Den vol
genden dag komt er bezoek, dat allerminst
vervelend, maar juist heel interessant is.
Moeder wil praten. Maar het kind eischt zijn
deel van de belangstelling; het wil ook pra
ten. het wil spelen en een beetje „vechten"
met de visite. Het stoort het gesprek, moe
der word kribbig, de ander vindt het kind
denken we ook weer eens aan een gekleed
toiletje, niet te luchtig en soepel en elegant.
We toonen U hier een paar van de laat-ste
modelletjes. Het toiletje links is van crêpe
satin, het bovengedeelte wit, het rokje zwart.
Het japonnetje rechts is geheel zwart en
eveneens van crêpe satin. Deze kleuren zijn
altijd toonaangevend. Die echter lichtere
tinten wenscht-. behoeft niet bevreesd te zijn,
daarom onmodern te worden. Al kleedt zwart
wit erg voornaam en eigenlijk elk type, ook
paars, of blauw geeft een aardig effect. Aan
deze figuurtjes zien we levens, dat- de lijn
van de nieuwe mode weinig verandering
heeft ondergaan. De taille is een kleinigheid
hooger en nauwsluitend geworden en de
lengte van het rokje is vrijwel ongewijzigd
gebleven.
vervelend en onopgevoed. Weer standjes,
weer een huilbui.
Om dat te voorkomen: laat het kind nooit
denken, dat het bezoek er voor hem is. Maak
hem integendeel duidelijk, dat het uitslui
tend voor moeder komt. Zoo goed als de
poppen en beertjes niet in huis zijn gehaald
om moeder te plezieren, zoo is de visite er
niet voor zijn privé genoegen. Moeder treedt
ook niet plotseling in zijn rechten door hem
zijn speelgoed afhandig te maken, hij mag
het moeder ook niet lastig maken door haar
bezoek te molesteeren.
Het kind kan heel goed in de kamer blij
ven als er visite is. Maar geef het geen ge
legenheid baldadig te worden, het gaat nu
eenmaal gauw over de schreef. Dat is hin
derlijk bij een prettig bezoek en het ver
velende bezoek moet u in 's hemelsnaam
maar zelf om zien te krijgen, niet het kind
er in betrekken en dupe van maken.
Of grootere kinderen ook bij het bezoek
kunnen blijven? Of ze dan geën dingen hoo
ren die niet voor hun geschikt zijn?
Dat is een andere kwestie en daarover een
ander maal.
BEP OTTEN.
KUSSENS, DIE NIETS KOSTEN.
Wat. we uil oude, zijden tricotjurkjes, on
bruikbare kousen en alle andere kleeding-
stukken, waarin dergelijk materiaal verwerkt
is, kunnen maken, toont ons aan het teeke-
ningetje. Zoo'n oud onderjurkje bijv. wordt
in reepen geknipt. Tricot heeft de eigen
aardigheid om een rollende beweging te
maken, als men het een weinig rekt. Daar
door wordt het zoomen van de strooken over
bodig. We nemen nu drie strooken en vlech
ten deze zoodanig, dat de kanten van de
strooken onderaan komen te zitten. We ma
ken meerdere van die strooken en bevestigen
deze weer aan elkaar, door zo aan den achter
kant tot één geheel te naaien. We kunnen
natuurlijk ook verschillende kleuren in het
vlechtwerk aanbrengen, dit is zelfs wensche
lijk, omdat het toch voor kussens moet dienen
en dus, hoe bonter hoe mooier. Den achter
kant van het kussen maken wc van een
stukje satinet in bijpassende tint. Voor vul
ling gebruiken we kapok of zeegras.
WEEKNIEUWS
CR HOUTSTRAAT 16. HAARLEM
Wy vragen uuj speciale aandacht
voor dc. nieuwste zendingen. Een zoo
voordeelige aanbieding in zijden dames
onaerjurken en directoirs zult U wel
licht niet meer krijgen.
De kwaliteit is schitterend iti ver
houding tot den prijs. Onderjurken,
empire model, met aardige passen
voor fl. 1.95 en directoirs voor fl 1.40.
per 3 stuks fl. 1.30 per stuk.
Ook zuiver wollen meisjes jurkjes
met bijpassende broekjes zijn bijzonder
laag in prijs.
De modelletjes zijn alleraardigst, met
smokwerk versierd.
Heeft U onze sorteering stoffen
dames japonnen al eens gezien? Ook
hiervan zullen de prijzen U meevallen.
Komt U eens kijken?.
ONS
WEKEL1JKSCH
KNIPPATROON
0,5965?
Van verschillende kanten werd ons ge
vraagd. ook eens een knippatroon voor ge
zette dames te brengen. Hier is het dan.
Het is verkrijgbaar in de maten -4S en 52 en
is een tolletje uit crêpe satin of velours chif
fon. in donkere tint. Het kraagje is een
Stuartkraagjc en de halsgarneering is uit
goudkant. We hebben er ongeveer 4.25 Meter
stof voor noodig. bij een breedte van 90 c.M.
Het knippatroon kan worden aangevraagd
bij de ..aid. Knippatronen", Ultp.evei-smaat-
schappij „De Mijlpaal" postbox 175, Amster
dam. Het bedrag 1" 0.70 kan worden gegireerd
op postrekening 41632, dan wel per postwis
sel of in postzegels worden voldaan. Da le
zeressen worden vriendelijk verzocht, bij be
stelling de verlangde maat en het num
mer van dit patroon op te geven tJ 5967).
nx.
Een ontbijtservet met 6 servet
jes, eventueel bijbehoorende scr-
vettezakjes en een kleedje ln
brookbak of broodmand.
Benoodigdhedenongeveer 3 Meter wit lin
nen van 140 c.M, breedte. Drlc strengetjes
mouliné in de kleuren vuurrood, hard blauw
en geel. 8 Meter linnen kant, wil men de ser-
vettezakjes ook met kant omwerken, dan
meer.
Dit kleed wordt versierd met de zooge
naamde „broderie basque", waarvan de tech
niek even ingenieus gevonden als makkelijk
aan te loeren is. De bedoeling is. dat men in
het linnen randen maakt van doorgetrokken
gekleurde draden, bijvoorbeeld op acht cen
timeter van den buitenrand af een stel van
drie roode, op ongeveer vier centimeter af
stand daarvan twee gele. op een afstand van
weer vier daarvan drie blauwe Men kan de
kleuren natuurlijk naar eigen inzicht veran
deren, maar de bovengenoemde combinatie
is bijzonder aardig, cn bovendien de ..offi-
cieele". daar rood. geel en blauw de Basi
sche kleuren ziin De heele moollijkhr'd zit
hem natuurlijk in het. volgende: hoe
krijg ik de draden doorgetrokken? Het wordt
gedaan op de volgende manier: op de n'aats
waar men de eerste draad door het werk wil
trekken, trekt men één linnen draad uit.
Dan trekt men aan één uiteinde de volgende
draad iets uit, knoopt er (liefst met een wc-
versknoop. als men die niet kent gaat het
ook met een eewonei, een tweedubbele draad
van het mouliné aan vast. dat. dus niet van
'e yoren in kleine stukjes geknipt moet wor
den, maar op de lengte van het kleed: men
kan ook een enkele draad DMC gebruiken, en
moet dan misschien eerst twee linnen dra
den uittrekken om de ruimte te hebben om
hem door te kunnen halen: en begint dan
voorzichtig aan den andrtren kant de linnen
draad door te halen, zoodat men. als d;e hee-
1 erna al uitgetrokken is. er een draad blauwe
mouliné voor in de nlaaUs heeft. Het. is na-
'uurlilk zaak heel voorzichtig te trekken;
het breken van den linnen draad eeeft tot
moeiliikheden aanleid'ng. Or> deze wHze 'rekt
men alle draden door. in de lengte en breed
te van het kleed, en krijgt zoo het effect, of
de gekleurde streoen. die men natuurlijk net
zoo breed en dicht bij elkaar kan maken, als
men wil. in het linnen geweven ziin.
Een goede maat voor een ontbijtservet is
140 bii 170 c.M. Na er de randen in gemaakt
te hebben, werkt men het af met een rol-
zoompje en linnen kant.
De vingerdoekjes worden 35 bij 35 c.M.;
eveneens afwerken met een rolzoompje. ech
ter zonder kant,
WH rrmn er servettezakies bii mak°n. die
natuurlijk ook los te gebru'ke'n zijn dan
he?ft men voor elk zakie een la^ie van 20 bij
35 c.M. noodig. die men rondom ook eerst
versiert met de broderie Basque, vervolgens
driedubbel slaat, zoodat men een enve'.onne-
model van ongeveer 20 bij 10 c.M.. en dicht
raait. De onafgewerkte kanten bewerkt men
weer met een rolzoom. naar verkiezing kan
men om het geheel al of niet kant zetten.
Een kleedje voor broodbak of broedmandje
is van een overgeschoten lapje nog makke
lij!-: tc maken. Versieren met doorgetrokken
draden, afwerken en kant er omheen zetten.
WILLY VAN DER TAK,