fSW 0 wem - De Vrouw in de XXe eeuw. ABR. MEIJER voor d<z ontl ZUINICJES-AAN! HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 29 OCTOBER 1932 Het jonge vrouwtje komt bij me aanloopen, ze blaakt van ijver en van gewichtigheid, en valt direct met- de deur in huis: we moeten bezuinigen, Wim heeft salarisvermindering gehad, gelukkig niet eig veel, maar nu moet ik toch van minder huishoudgeld rond ko men. En ik heb al allerlei dingen bedacht, die we best voor wat minder ook kunnen doen. Je weet het, erg royaal hebben we 't nog niet gehad, maar zoo ongemerkt geef je toch een heeleboel geld uit, terwijl het best wat minder kon zijn en aan is het nog goed. Zoo zit ze met echte huisvrouwen-waardig heid te vertellen, en ik knik maar instem mend, en ben wel een klein beetje benieuwd, hoe ze het zal aanleggen met die grootere zuinigheid. En nu moet je hooren, vertelt ze verder, nu ga ik in het vervolg altijd mijn groenten zelf koopen (ze woont in een buitengemeen te met een goede tramverbinding) maar daarvoor moet ik naar de stad, want zoon goedkoop adresje als ik nu heb gevonden, is er bij ons toch niet. En de groenten zijn zoo frisch, we smullen er iederen dag van, wil je ze eens zien? Bedrijvig komt ze met een boodschappen- tasch aandragen, en haalt er een frisch rood kooltje en mooie slaboonen uit, die werkelijk voor een zeer laag prijsje haar eigendom zijn geworden; en onwillekeurig moet ik er aan denken, dat mijn groenteboer ze heel wat duurder berekent. Triomfantelijk vraagt ze: vindt je het geen prachtige groenten voor zoo weinig geld? Zie je. en dan koop ik voor twee dagen tege lijk, dat kan best in den winter. Nou, en je weet toch dat we meer visoh moeten gaan eten die haal ik aan de vischhal, tweemaal in de week, en we smullen er van. Dus dan ben je zoon beetje iederen mor gen op pad, waag ik haar opgewonden ver haal te onderbreken. Ja natuurlijk, dat kan niet anders: kleine Pim neem ik achterop de fiets en we" eten toch zooveel goedkooper, dan vroeger. De werkster heb ik ook gedaan gegeven, dan moet het huis maar wat minder brandschoon zijn; alleen de huisnaaister heb ik gehouden, want je begrijpt dat ik die niet kan missen. En het is toch zoo leuk iederen keer ont dek ik weer nieuwe goedkoope adressen, je weet niet hoe je daarop uitgestudeerd raakt. Ik begrijp eigenlijk niet, dat jij zooiets nog niet doet, 't zal je zooveel in je huishoudgeld schelen! Denk er maar eens over, ik ga weg, want Ik moet op weg naar huis nog even omrijden om een zak suiker te halen: mijn kruidenier heb ik namelijk afgeschaft, hij was me te duur, maar nu haal ik alles zelf voor de goed koopte. Als ze weg ïs, raak ik over deze zuinigheid aan het peinzen: vrijwel lederen morgen gaat ze naar de stad voor haar inkoopen, als het giet van den regen moet ze. met de tram, want dan is fietsen geen doen, en gaan moet ze, er komt immers niemand meer bij haar aan de deur! Al die goedkoope waren worden dus belast met heel wat dubbeltjes voor de tram, en haar huishouden laat zij aan de dienstbode over. Wat een onbekookte zuinigheid; wanneer zij thuis bleef, zou haar huishouden vlotter verloopen, omdat de vrouw des huizes toch de verantwoording voor den gang van zaken draagt. Bovendien zou zijn veel minder ver moeid zijn iederen avond en zij zou zoo ruim den tijd hebben om haar naaiwerk zelf te doen, dat zij de dure naaister grootendeels zou kunnen ontberen. Om nog maar niet eens te spreken van de besparing van allerlei moeilijkheden, wanneer er eens iets bijzonders aan de hand is, bij voorbeeld een onverwachte gast, of ziekte, waardoor zij de deur niet uit kan. Zuinigheid is een eisch voor velen tegen woordig. maar laat zij vooral de wijsheid niet bedriegen, de tijd van een huisvrouw is ook geld waard, en als ze er steeds op uit trekt, kost dat veelal heel wat meer, al doet zij haar inkoopen dan ook goedkoop, dan wan neer zij rustig op haar post blijft en overal toezicht op houdt. Iets anders is het, wanneer de vrouw des huizes, wanneer zij boodschappen gaat doen. goed uitkijkt naar kwaliteit en prijzen, zoo dat zij niet zonder noodzaak meer betaalt, dan zij eigenlijk doen kan. Misschien gaat zij eens tweemaal per week met een lijstje er op uit om verschillende in koopen te doen. die zij van tevoren goed over daoht heeft. Nu passeert zij een vruchten winkel waarin heerlijke appelen voor weinig geld liggen geëtaleerd, of een comestibles- winkel, die met een reclame-aanbieding van kaas komt. Wanneer zij die dingen mee naar huis neemt, ls er werkelijk voordeel aan ver bonden, want zij was toch aan het winkelen. Zuinig zijn is gemakkelijk gezegd, maar het vereischt heel wat overleg, en pas daarna kan er van eenige besparing kwestie zijn. Brengt en haalt u zelf de schoenen bij den schoenmaker, koopt u op geregelde tijden boter en kaas bij een goedkoop adres in? Doe het op een vasten tijd en zie desnoods dan nog meer koopjes machtig te worden Maar ga er niet dagelijks voor elk wissewasje, op uit, als de winkels niet om den hoek van de straat zijn, dat is geen zuinigheid. E. E. J.—P. Het Vroedvrouwenvraagstak. Door de actie tegen de opheffing van de Rijkskweekschool voor Vroeavrouwen te Am sterdam, is het geheele vroed vrouwenvraag stuk weer op den voorgrond getreden. We hoorden dat leerlingen van de school te Amsterdam reeds naar Rotterdam zijn over geplaatst, maar niettemin liet de interpel latie in de Tweede Kamer de hoop, dat de regeering nog overleg zal plegen met Am sterdam, en dat zoo de school zal worden gered. Velen in den lande wenschen van harte, dat dit het geval zal zijn, want het is niet goed, dat de toestand wordt bestendigd, waarbij het aantal vroedvrouwen, dat hulp verleent aan de kraamvrouw, voortdurend afneemt. Men kan van meening zijn, dat wanneer het aantal leerlingen aan een school -daalt en eveneens steeds minder vroed vrouwen een plaats vin-den, er minder be hoefte is aan de opleiding en dat er op dit gebied kan worden bezuinigd; dat wanneer de school door de daar verleende kraam- vrouwenzorg, voor de gemeente Amsterdam van bijzonder belang is. deze eerder is aan gewezen om een groot deel van de kosten te dragen dan het rijk, maar daarvoor is dan ook degelijk overleg noodig. Toch doet zich de vraag voor, of er werkelijk bij ons geen plaats is voor de vroedvrouw, of er overal reeds afdoend wordt voorzien in de hulp, welke deze verloskundige verleent, en of het uit het oogpunt van sociale zorg. niet de voorkeur verdient, meer geld te geven aan het preventieve werk van de controle vóór de bevalling dat zoo goed aan de vroed vrouw is toevertrouwd, dan later aan zie kenhuizen en inrichtingen, waar de gevolgen van te laat ingrijpen moeten worden verhol pen. Het vorig jaar is de controleerende taak van de vroedvrouw in de wet vastge legd. Zij mag zich nu met dit onderzoek be lasten en constateeren. of er afwijkingen zijn, waarbij de arts moet optreden. Haar voortreffelijke driejarige opleiding heeft haar bekwaamd voor deze taak en juist om dat zij over het algemeen meer tijd voor dit werk heeft dan de arts, wiens terrein uitge breider is, kan zij zorgvuldig waken, dat tij dige voorzorgsmaatregelen worden genomen in het belang van moeder en ongeboren kind. En zelfs waar alles goed gaat, kan zij raad geven aan de vrouw, die soms door buurvrouwen of familie noodeloos wordt bang gemaakt of aangespoord tot het toepassen van methoden, welke niet wenschelijk zijn. Juist omdat het rijk na de voltooide op leiding nog twee jaar kan beschikken over de werkkracht der op haar kweekscholen gediplomeerde vroedvrouwen, heeft het de mogelijkheid te voorzien in dit deel der volks gezondheid. Men zeide ons, aai. in geheele streken van ons land nog gebrek is aan vol doende bevoegde verloskundige hulp. en in artikelen in vakkundige tijdschriften werd reeds herhaaldelijk gewezen op een tekort aan hulp. dat tot ernstige gevolgen kan lei den. Vooral in Zeeuwsch Vlaanderen zou dit tekort zeer belangrijk zijn. Hier ware dus nog voldoende plaats voor de vroedvrou wen. Aan den anderen kant meent men, dat er vroedvrouwen zijn. die te veel aan zich trekken en iets van haar te drukken werk kring konden afstaan aan minder geziene of beginnende zusteren. „Het is zoo moeilijk," zeide ons een vroedvrouw, die zeer goed in de practijk zit en dit blijkbaar wel verdient: „Als men in een gezin den len, 2en en 3en keer heeft geholpen, en de kraamvrouw ver langt voor den 4tien keer weer hulp. die te weigeren, omdat men het te druk heeft." Natuurlijk is het bezwaarlijk de grenzen te trekken, maar wel zal hier het saamhorig heidsgevoel af en toe de vroedvrouw met een groote practijk ertoe moeten brengen bij nieuwe patiënten een zuster aan te bevelen. Van de zijde der belanghebbenden hoorden we ook, hoe in het arbeidersgezin de vroed vrouw bijna onmisbaar is, omdat zij als vrouw zooveel ziet en zooveel kan doen, dat niet op len weg van den arts ligt, die zijn bezoek brengt en over het algemeen geen tijd heeft, verder aandacht te wijden aan de be langen van het gezin. De vroedvrouw weet zich te behelpen, zon der de hygiëne te verwaarloozen en zij ziet ook dat er in het gezin noodig is. Wij hoor den bijv. hoe een vroedvrouw in een gezin van acht kinderen, niet had gerust, voordat zij hulp voor het gezin had gevonden, zoodat de vrouw daarover niet behoefde te tobben. Omgekeerd had dezelfde vrouw, toen zij in het gezin van een werklooze, waar bij de vrouw verpleging noodig was, den man hoor de zeggen, dat hij hulp voor het gezin moest hebben, hem gevraagd, of hij dan zelf niet eens een beetje in de huishouding kon hel pen. De vroedvrouw is het ook. die de vrouwen aanspoort naar het Consultatie bureau te gaan met haar zuigelingen. „Het is dikwijls moeilijk", zeide zij. „want waar blijven zij met haar andere kinderen?" en zij vertelde van een arts. die in zijn wo ning een speelkamer had voor de kinderen, die moeder meebracht en die niet behoefden te worden onderzocht. Werkelijk een deel van de voor- en nazorg zijn by de vroedvrouw in uitstekende han den en al begrijpen we, dat ook hier de wijkkraamverpleegster en de tuberculose - enquêtrice eer. deel van haar taak hebben overgenomen, niet overal werken die en nog altijd heeft de vroedvrouw op sociaal ge bied een mooie taak omdat zij meer dan de arts zich thulsgevoelt in de gezinnen, meer het vertrouwen heeft, van de eenvou dige huismoeder, die zich onbeholpen uit drukt tegenover den man van de wetenschap en zelfs reeds door de vrouwelijke arts zich beter begrepen gevoelt, dan door het mannelijk intellect. In Duitschland is de vroedvrouw regel, en wordt de arts pas ge roepen. als er iets bijzonders is. Daar zorgen ae Krankenkassen ook voor kostelooze ver lossing; maar al heeft elk land zijn eigen zeden, zeker is het dat bij ons de opleiding van de vroedvrouwen op bijzonder hoog peil étaat en dat deze over het algemeen bij haar opleiding meer practische ervaring kunnen opdoen dan de medische studenten, die moeite hebben het vereischte aantal verlos singen te halen. In vele gemeenten werkt de arts met de kraamverpleegster en meent men daarom de vroedvrouw niet noodig tc hebben, maar juist omdat de arts op het platteland een uitgebreide practijk over een omvangrijk terrein heeft, en dus niet al zijn tijd kan geven aan cc aanstaande kraam vrouw, is hij niet zoo gemakkelijk te berei ken als de vroedvrouw. Zelfs al heeft deze niet zoo volledige bevoegdheid als de arts, door haar ervaring weet zij, wanneer zij de zen moet roepen en kan hem zoodoende tij dig waarschuwen. Onze plaatsruimte laat niet toe het vraag stuk in zijn vollen omvang te behandelen, maar we wilden den indruk vestigen, dat men over het. algemeen in de kringen van ae niet airectbelanghebbenden te weinig heeft meegeleefd met een vraagstuk, dat nauw samenhangt met onze volksgezond heid. Jammer genoeg zal onze hoofd-inspcc- teur van volksgezondheid, die dit zeer wel inzag zijn arbeid overdoen aan een opvolger, van wien men nog niet weet, hoe hij <ieze quaesties opvat. Het is te hopen, dat deze be- 1 grip zal toonen voor de belangen der vroed vrouw. wat beteekent voor die van een groot deel onzer bevolking. EMMY J. B. /JUU f&WTK.- De nieuwste armbanden zijn dikwijls bree der dan 10 c.M. en lijken op manchetten. Als er visite is wat doe je dan met de kinderen? „Naar hun speelkamer sturen", zegt een moeder resoluut. Goed, maar als er geen speelkamer is? Of als :s winters de kachel uitgegaan is op die speelkamer? Er kunnen genoeg1 omstandigheden wezen waardoor het kind in de kamer bij de visite moet blij ven. Komt er veel bezoek, dan is het kind wel aan vreemde menschen gewend; het speelt rustig verder. En in de meeste gevallen, als we maar niet zijn aandacht vragen, houdt het zich wel kalm. Iets anders is het wanneer we wel zijn aan dacht trekken, als wij zelf of het bezoek no titie van hem nemen. Daar moeten we al tijd voorzichtig mee zijn; geen kind kan te gen overmatige belangstelling. Een kind kan een vervelende visite, een visite van menschen die niets tegen elkaar weten te zeggen, nog dragelijk maken. Tegen een kind kun je allerlei onbenulligheden zeg gen, waarmee je bij een volwassene niet aan durft te komen. Met een kind kun je nog eens wat spelen, het aan het lachen maken je kunt het dan tenslotte ook als onderwerp voor het gesprek gebruiken. Het kind zelf mag die interesse in zijn per soontje wel. Hij gaat* zich hoofdpersoon voe len. het gewichtigst personage van alle aan wezigen. Het wordt baldadig, is niet te kal- meeren. Op het laatst maakt hij het de be zoekers zoo lastig, dat hij verboden wordt, standjes krijgt. Een huilbui volgt. En het on geanimeerde gesprek eindigt met een ver trouwelijk praatie over kinderen die „niets hebben kunnen". De arme slachtoffers var- deze methode om een vervelenden middag om te breen. zitten er verstoofen cn ver laten bij. HeT zou geen wonder zijn als ze ir. die oogenbhkken sterk einden twijfelen aar. de menschel!jke rechtvaardigheid. Intusschen: moeder krijgt haar loon voor deze onrechtvaardige behandeling. Den vol genden dag komt er bezoek, dat allerminst vervelend, maar juist heel interessant is. Moeder wil praten. Maar het kind eischt zijn deel van de belangstelling; het wil ook pra ten. het wil spelen en een beetje „vechten" met de visite. Het stoort het gesprek, moe der word kribbig, de ander vindt het kind denken we ook weer eens aan een gekleed toiletje, niet te luchtig en soepel en elegant. We toonen U hier een paar van de laat-ste modelletjes. Het toiletje links is van crêpe satin, het bovengedeelte wit, het rokje zwart. Het japonnetje rechts is geheel zwart en eveneens van crêpe satin. Deze kleuren zijn altijd toonaangevend. Die echter lichtere tinten wenscht-. behoeft niet bevreesd te zijn, daarom onmodern te worden. Al kleedt zwart wit erg voornaam en eigenlijk elk type, ook paars, of blauw geeft een aardig effect. Aan deze figuurtjes zien we levens, dat- de lijn van de nieuwe mode weinig verandering heeft ondergaan. De taille is een kleinigheid hooger en nauwsluitend geworden en de lengte van het rokje is vrijwel ongewijzigd gebleven. vervelend en onopgevoed. Weer standjes, weer een huilbui. Om dat te voorkomen: laat het kind nooit denken, dat het bezoek er voor hem is. Maak hem integendeel duidelijk, dat het uitslui tend voor moeder komt. Zoo goed als de poppen en beertjes niet in huis zijn gehaald om moeder te plezieren, zoo is de visite er niet voor zijn privé genoegen. Moeder treedt ook niet plotseling in zijn rechten door hem zijn speelgoed afhandig te maken, hij mag het moeder ook niet lastig maken door haar bezoek te molesteeren. Het kind kan heel goed in de kamer blij ven als er visite is. Maar geef het geen ge legenheid baldadig te worden, het gaat nu eenmaal gauw over de schreef. Dat is hin derlijk bij een prettig bezoek en het ver velende bezoek moet u in 's hemelsnaam maar zelf om zien te krijgen, niet het kind er in betrekken en dupe van maken. Of grootere kinderen ook bij het bezoek kunnen blijven? Of ze dan geën dingen hoo ren die niet voor hun geschikt zijn? Dat is een andere kwestie en daarover een ander maal. BEP OTTEN. KUSSENS, DIE NIETS KOSTEN. Wat. we uil oude, zijden tricotjurkjes, on bruikbare kousen en alle andere kleeding- stukken, waarin dergelijk materiaal verwerkt is, kunnen maken, toont ons aan het teeke- ningetje. Zoo'n oud onderjurkje bijv. wordt in reepen geknipt. Tricot heeft de eigen aardigheid om een rollende beweging te maken, als men het een weinig rekt. Daar door wordt het zoomen van de strooken over bodig. We nemen nu drie strooken en vlech ten deze zoodanig, dat de kanten van de strooken onderaan komen te zitten. We ma ken meerdere van die strooken en bevestigen deze weer aan elkaar, door zo aan den achter kant tot één geheel te naaien. We kunnen natuurlijk ook verschillende kleuren in het vlechtwerk aanbrengen, dit is zelfs wensche lijk, omdat het toch voor kussens moet dienen en dus, hoe bonter hoe mooier. Den achter kant van het kussen maken wc van een stukje satinet in bijpassende tint. Voor vul ling gebruiken we kapok of zeegras. WEEKNIEUWS CR HOUTSTRAAT 16. HAARLEM Wy vragen uuj speciale aandacht voor dc. nieuwste zendingen. Een zoo voordeelige aanbieding in zijden dames onaerjurken en directoirs zult U wel licht niet meer krijgen. De kwaliteit is schitterend iti ver houding tot den prijs. Onderjurken, empire model, met aardige passen voor fl. 1.95 en directoirs voor fl 1.40. per 3 stuks fl. 1.30 per stuk. Ook zuiver wollen meisjes jurkjes met bijpassende broekjes zijn bijzonder laag in prijs. De modelletjes zijn alleraardigst, met smokwerk versierd. Heeft U onze sorteering stoffen dames japonnen al eens gezien? Ook hiervan zullen de prijzen U meevallen. Komt U eens kijken?. ONS WEKEL1JKSCH KNIPPATROON 0,5965? Van verschillende kanten werd ons ge vraagd. ook eens een knippatroon voor ge zette dames te brengen. Hier is het dan. Het is verkrijgbaar in de maten -4S en 52 en is een tolletje uit crêpe satin of velours chif fon. in donkere tint. Het kraagje is een Stuartkraagjc en de halsgarneering is uit goudkant. We hebben er ongeveer 4.25 Meter stof voor noodig. bij een breedte van 90 c.M. Het knippatroon kan worden aangevraagd bij de ..aid. Knippatronen", Ultp.evei-smaat- schappij „De Mijlpaal" postbox 175, Amster dam. Het bedrag 1" 0.70 kan worden gegireerd op postrekening 41632, dan wel per postwis sel of in postzegels worden voldaan. Da le zeressen worden vriendelijk verzocht, bij be stelling de verlangde maat en het num mer van dit patroon op te geven tJ 5967). nx. Een ontbijtservet met 6 servet jes, eventueel bijbehoorende scr- vettezakjes en een kleedje ln brookbak of broodmand. Benoodigdhedenongeveer 3 Meter wit lin nen van 140 c.M, breedte. Drlc strengetjes mouliné in de kleuren vuurrood, hard blauw en geel. 8 Meter linnen kant, wil men de ser- vettezakjes ook met kant omwerken, dan meer. Dit kleed wordt versierd met de zooge naamde „broderie basque", waarvan de tech niek even ingenieus gevonden als makkelijk aan te loeren is. De bedoeling is. dat men in het linnen randen maakt van doorgetrokken gekleurde draden, bijvoorbeeld op acht cen timeter van den buitenrand af een stel van drie roode, op ongeveer vier centimeter af stand daarvan twee gele. op een afstand van weer vier daarvan drie blauwe Men kan de kleuren natuurlijk naar eigen inzicht veran deren, maar de bovengenoemde combinatie is bijzonder aardig, cn bovendien de ..offi- cieele". daar rood. geel en blauw de Basi sche kleuren ziin De heele moollijkhr'd zit hem natuurlijk in het. volgende: hoe krijg ik de draden doorgetrokken? Het wordt gedaan op de volgende manier: op de n'aats waar men de eerste draad door het werk wil trekken, trekt men één linnen draad uit. Dan trekt men aan één uiteinde de volgende draad iets uit, knoopt er (liefst met een wc- versknoop. als men die niet kent gaat het ook met een eewonei, een tweedubbele draad van het mouliné aan vast. dat. dus niet van 'e yoren in kleine stukjes geknipt moet wor den, maar op de lengte van het kleed: men kan ook een enkele draad DMC gebruiken, en moet dan misschien eerst twee linnen dra den uittrekken om de ruimte te hebben om hem door te kunnen halen: en begint dan voorzichtig aan den andrtren kant de linnen draad door te halen, zoodat men. als d;e hee- 1 erna al uitgetrokken is. er een draad blauwe mouliné voor in de nlaaUs heeft. Het. is na- 'uurlilk zaak heel voorzichtig te trekken; het breken van den linnen draad eeeft tot moeiliikheden aanleid'ng. Or> deze wHze 'rekt men alle draden door. in de lengte en breed te van het kleed, en krijgt zoo het effect, of de gekleurde streoen. die men natuurlijk net zoo breed en dicht bij elkaar kan maken, als men wil. in het linnen geweven ziin. Een goede maat voor een ontbijtservet is 140 bii 170 c.M. Na er de randen in gemaakt te hebben, werkt men het af met een rol- zoompje en linnen kant. De vingerdoekjes worden 35 bij 35 c.M.; eveneens afwerken met een rolzoompje. ech ter zonder kant, WH rrmn er servettezakies bii mak°n. die natuurlijk ook los te gebru'ke'n zijn dan he?ft men voor elk zakie een la^ie van 20 bij 35 c.M. noodig. die men rondom ook eerst versiert met de broderie Basque, vervolgens driedubbel slaat, zoodat men een enve'.onne- model van ongeveer 20 bij 10 c.M.. en dicht raait. De onafgewerkte kanten bewerkt men weer met een rolzoom. naar verkiezing kan men om het geheel al of niet kant zetten. Een kleedje voor broodbak of broedmandje is van een overgeschoten lapje nog makke lij!-: tc maken. Versieren met doorgetrokken draden, afwerken en kant er omheen zetten. WILLY VAN DER TAK,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 11