NIEUWS UIT VELSEN, IJMUIDEN EN BEVERWIJK HAARLEM'S DAGBLAD WOENSDAG 2 NOVEMBER 1932 IJMUIDEN DE BRITSCHE VISSCHERIJ- INDUSTRIE IN NOOD. GEVAAR VAN ALGEHEELE INEENSTORTING. In tijden van crisis wordt de blik van alle vérziende menschen min of meer verdoezeld, vooral ten opzichte van het vraagstuk, hoe het land van de nooaige levensbehoeften te voorzien. De tegenwoordige tijdsomstandig heden maken daarop geen uitzondering, schriili Sir Andrew Lewis, voorzitter van de Schotsche visscher ij-commissie in „The Pishing News". Onze voedselvoorziening heeft, zooals men weet een vooraanstaande plaats ingenomen in den gedachtengang der regeering en de overeenkomst van Ottawa getuigt van het groote belang, dat men in deze aangelegenheid stelt. Waar aldus rekening wordt gehouden met de bronnen van het land en van het empo rium, is het de eisch van de Britsche vissche- rij, dat haar aandeel in de nationale voedsel voorziening niet miskend worde. Integen deel, deze industrie is de meening toegedaan, dat zij is een van de belangrijkste voedsel- voorbrengende industrieën. Zij neemt in één opzicht een bijzondere plaats in: zij is n.l. in staat te voorzien in de algeheele behoefte van het land niet alleen, maar bovendien kan zij gelijken tred houden met een stijgen de behoefte, zelfs als deze zou verdubbelen of verdrievoudigen. Gevaar van ineenstorting De waarde van zulk een voedselvoorziening, zoowel in vredes- als in oorlogstijd wordt ten volle erkend door die naties, welke als ge volg van hunne geografische ligging of den geringen omvang van hun vloot een derge lijk middel niet bezitten en van de Britsche visscherij-industrie, de grootste van haar sooi-t kan gerust gezegd worden, dat de- ge- heele wereld er jaloersch op is Maar heden ten dage loopt deze industrie gevaar, in een te storten, en hen, die alles wat zij beza ten hebben opgeofferd om haar van klein af op te bouwen lijkt het soms. alsof haar waar de voor het land én als middel tot voedsel voorziening èn als verdedigster van onze kusten slechts weinig wordt begrepen en even weinig wordt geapprecieerd. Bezien'van een geschiedkundig standpunt, heeft de groei en de ontwikkeling van onze moderne diepzee-visscherij plaats gevonden in het korte tijdperk van 50 jaren. Vóór 1862, toen" de eerste twee stoomtrawlers in de ha ven van Grimsby verschenen, kon versche visch niet beschouwd worden als een stapel voedingsmiddel. De aanvoer was gering en afhankelijk van weer en wind en haar distri butie beperkt. De Stoomtrawler bracht een omwenteling teweeg en door zijn snelheid, zijn zeewaardigheid en zijn capaciteit te kun nen visschen in het slechtste weer heeft hij voor ons vruchtbare vischgronden geopend, die anders niet bereikt zouden kunnen wor den. 1-Iet is zeker, dat wanneer de aanvoer had afgehangen van de Noordzee en de bin nenwateren, visch nooit zulk een populair voedsel was geworden als thans. De oogst der oceanen. Zoowel 's winters als 's zomers gaat onze vloot steeds maar verder om haar oogst van de wateren binnen te halen. Van de Noord zee gingen onze schepen het eerst naar de Faroe-eilanden, vervolgens naar IJsland, later naar de Witte Zee en sedert kort naar het Beren-Eiland, een heel eind binnen de Noordpoolcirkel. De kwaliteit van de visch op deze afgelegen gi'onden wordt steeds beter, zoodat de visch van de Faroe-eilanden thans in kwaliiteit volgt op die van de Noordzee, dan de IJslandsche enz. Door de energie en het initiatief van de pioniers van de trawlvisscherij zijn de prach tigste visschershavens langs de kust ont staan, terwijl voor de verzending al het mo gelijke is gedaan. Het geheele jaar door, be halve bij hevige stormen zijn de welvoorziene vischwinkels en de stapels goudkleurige ge bakken visch in de vischrestaurants een alle- daagsch verschijnsel over het geheele land geworden. Het Britsche publiek heeft geleerd, visch te beschouwen als een waardevol con sumptie-artikel. dat het inderdaad ook is. De Britsche eilanden worden heden beschouwd als de beste markt voor visch ter wereld. Vreemdelingen besluipen de markt. Hoe komt het dan, dat de visscherij-indus trie. die dit- alles heeft opgebouwd, heden staat voor een bankroet? Eenvoudig omdat andere naties voordeel hebben getrokken van haar succes en hun visch het land in hebben gezonden net zoo lang dat de prijs daalde tot ver beneden den prijs der vang- kosten van Engelsche schepen. Vooral na den oorlog heeft deze invasie van vreemde visch zich buitengewoon ontwikkeld. Gedurende den oorlog was onze visscherij- industrie ten zeerste gedesorganiseerd. Op tweeduizend visschersvaartuigen en hunne bemanningen had de Admiraliteit voor oor logsdiensten beslag gelegd. Over hetgeen onze schepen en de visschers op het gebied van het opruimen van mijnen gepresteerd hebben, bejioeft liier niet te worden uitge- wijd. Laat ik slechts herhalen de woorden van Lord Jellicoe die zelde. dat de Groote Vloot niet zou kunnen hebben bestaan zon der de trawlers. Maar terwijl onze eigen vloot op groote schaal met dit gevaarlijke werk bezig was. kwamen schepen van zekere an dere naties hunne vangsten in onze havens aanvoeren, De vreemdeling deed hiermede de eerste schrede op onze markten. De mijnwerkersstakïng van 1926. De mijnwerkersstaking van 1926 was na den oorlog de vernietigendste gebeurtenis in de geschiedenis der Britsche visscherij- industrie. Onze buitenlandsche concurrenten waren wel zoo actief, het grootst mogelijke voordeel van onze moeilijkheden te trekken, Zij wierpen groote hoeveelheden visch op onze leege markten en verkregen vaster voet dan ooit tevoren. Heden wordt buitenland sche visch aangevoerd door Duitschland, Denemarken, IJsland, Noorwegen. New- Foundland en Labrador. België- Holland. Zweden, den Ierschen Vrijstaat. Sovjet-Rus land, Frankrijk. Spanje, de Vereenigde Sta ten en andere landen. Practisch wordt alle visch. zoowel Britsche als vreemde op de dagelijksche veilingen aan de hoogste bieders verkocht. Tengevolge van deze noodlottige en bovendien onnoodige overvoering van de markt- is gedurende de laatste twee jaren de visch door Britsche reederijen verkocht tegen prijzen beneden vangkosten. Hierbij moet men niet vergeten, dat naar mate de vischgronden verder weg waren ge legen, de vangkosten in evenredigheid hoo- ger waren. De kosten voor de brandstoffen spelen hierbij een groote rol. Heden wordt, gemiddeld een hoeveelheid van vier ton steenkool vereischt voor het vangen van één ton visch. De kolenrekening van de vissdherij bedraagt jaarlijks meer dan 4.000.000 Men schat, dat de productiekosten 60% hooger zijn dan voor den oorlog, terwijl de en-gros prijzen door den overvloed van buitenland sche aanvoeren zijn gedaald tot het peil van vóór den oorlog. Het is duidelijk, dat dit zoo niet kan doorgaan. Het invoerrecht onvoldoende. De Britsche visscherij-industrie is aan het eind harer bronnen. De 10% invoerrechten, in het voorjaar gelegd op vreemde visch, hebben bewezen, absoluut onvoldoende te zijn om den springvloed tegen te houden. De concurrentie, waaraan de Britsche visscherij het hoofd heeft te bieden is twee erlei. Buitenlandsche schepen maken vrijelijk gebruik van onze havens, waar hun visch geland en verkocht wordt op dezelfde wijze als de Britsche visch, aldus genieten de van de hulpmiddelen, de laatste jaren op gebouwd door ondernemende Britsche ree- ders en hunne bemanningen. Somtijds komen zijn aan de markt een plaats innemen ter wijl Britsche schepen moeten wachten tot den volgenden dag. De hoeveelheid visch. in 1930 direct van de vangplaatsen door buiten landsche schepen aangevoerd bedroeg 1.416.746 cwts. Door buitenlandsche schepen gevangen versche visch wordt eveneens met koopvaardijschepen ingevoerd en wel door Noorwegen langs de Tyne en door Denemar ken via Harwich. De Noorsche visch wordt geconsigneerd naar markten in het binnen land als Glasgow, Leeds, Birmihgham en Bel- lingsgate, terwijl eveneens groote hoeveel heden worden verkocht in Newcastle en North Shields. Deensche concurrentie. De Deensche visch, op deze wijze ingevoerd, wordt naar Billingsgate gesonsigneei'd. waar ze de Britsche visch verdrijft en aldus de kustvisschers van de kleine visschershavens langs de kust, die gewoon zijn hun vangsten naar Londen te zenden concurrentie aandoet. Deze buitenlandsche handel bedroeg in 1930 840060 cwts. De voortdurende vermindering van den prijs der Britsche visch in de laatste jaren blijkt duidelijk uit de volgende tabel, ont leend aan de officieele gegevens van het Mi nisterie van Landbouw en Visscherij: Jaar gem. prijs Jaar gem. prijs 1920 3.78 d. 1930 2.24 d. 1927 2.42 d. 1931 2.12 d. 1928 2.61 d. 1932 2.09 d. 1929 2.66 d. 1929 was het laatste jaar. dat de industrie met winst werkte, daar bewezen is, dat een gemiddelde prijs van 2 1/2 d. per lb. noodig is om de kosten te dekken. Het ad valorem- recht van 10%. dit voorjaar op buitenland sche visch geheven heeft bewezen volkomen onvoldoende te zijn om den buitenlandschen aanvoer tegen te gaan. De geheele trawl-visscherij wacht thans met veel belangstelling op een antwoord op haar verzoek om een evenwichtige bescher ming tegen buitenlandsche concurrentie. Tenzij dit antwoord snel komt en met vol doenden nadruk, ziet de toekomst van het bedrijf er donker uit. De tijd van halve maat regelen is voorbij. Dit is, in 't kort de huidige positie van de Britsche visscherij-industrie. Haar toekomst ligt in de handen van de regeering. ONZE ViSCHUITVOER NAAR FRANKRIJK. HET CONTINGENT FIJNVISCH SPOEDIG UITGEPUT. Het- feit, dat de kustboot-en den laatsten tijd groote hoeveelheden tong aanvoeren, heeft tengevolge gehad, dat een levendige, wellicht al te levendige uitvoerhandel naar Frankrijk ontstond, daar alleen dit land, door het Belgische invoerverbod op tong, als buitenlandsche afnemer optreedt en het bin nenland slechts een klein gedeelte van den aanvoer kan opnemen. Als gevolg van dezen buitengewonen uitvoer is het voor de maan den October, November en December toe gestane contingent van 280.000 K.G. snel aan het afnemen, zoodat het zeer waar schijnlijk is, dat. over eenige weken het con tingent uitgeput is. Dientengevolge zal dus gedurende ongeveer 112 maand geen uitvoer van tong of andere fijnvisch naar Frankrijk kunnen plaats vinden. EEN ERGERNIS In ons blad van Dinsdag plaatsten wij een berichtje over de sloot nabij de tunnels, welke sloot, doordat daarin het rioolwater, dat bij zwaren regenval uit het riool in do Brinio- straat naar buiten komt, wordt afgevoerd, zeer verontreinigd is. Men maakt ons er op opmerkzaam, dat ook onder normale omstan digheden rioolwater op deze sloot wordt ge loosd, aangezien het riool van den Sta- tionsweg daarin uitmondt. Dit is een re den te meer om maatregelen tot verbetering te treffen. Dit zou kunnen geschieden dooi de sloot te dempen en het rioolwater door een gesloten riooleering via een bezinkings- put naar het Noordzeekanaal af te voeren. GEZINSBOND LEGER DES HEILS. Men schrijft ons: Eén der onderafdeelingen van het Leger des Heils te IJmuiden; <ie Gezinsbond, heeft een bijzonderen avond belegd, waarop de le den doel en streven van den bond aanschou welijk naar voren zullen brengen. De bond. die zich onder de krachtige lci- dig van zuster Giezen in voortdurenden bloei mag verheugen, hoopt dezen avond te geven op Donc'erdag 3 November in de Legerzaal. Hiertoe zijn recitatie's voordrachten enz. ingestudeerd. Het geheel zal dien avond on der leiding staan van mevr. Majoor de Jong. de Divisie Gezinsbond-secretaresse. Ieder is welkom. HET VERGAAN VAN DE „NIOBE". Naar het vergaan van het Duitsche oplei dingsschip der marine „Niobe" waarbij onge veer de geheele bemanning is verdronken, zal een onderzoek worden ingesteld door den krijgsraad. VERGADERING CHRIST. BESTURENBOND Dinsdagavond heeft in de Ned. Herv. Kerk te IJmuiden-Oost een openbare vergadering plaats gehad van den Chris teiijken Bestu renbond. Als sprekers waren hiertoe uitgenoodigd de heeren J. Veldwijk. Centraal bestuurslid van den Nederl. Christ. Bouwvakarbeidersbond en J. Augustein, voorzitter van de Protest. Chr. Vereeniging van Spoor en Tramwegpersoneel De heer W. v. d. Burg, voorzitter van den Christ. Besturenbond opende op de gebruike lijke wijze de vergadering, waarna hij een woord van welkom tot de aanwezigen rich te. Vervolgens schetste de voorzitter den toe stand waarin het grootste gedeelte der ar beiders zich thans bevindt. Hij vergeleek de zen toestand met een stctfin, die het gansche menschdom heen en weer schudt. De mach tige cultuurmensch, die meende het zonder God te kunnen stellen, ziet in dezen storm zich machteloos, en wenscht dat er maar licht in de duisternis zal komen. Spreker zelde, dat indien er niet een werkelijk vra gen naar God komt er geen oplossing te vin den is. Hierna trad als spreker op de heer J. Veldkamp, die als onderwerp had: „In den storm". Spreker begon te zeggen, dat er niet al leen nationaal, maar ook internationaal een hevige storm heerscht. die alles uit zijn voe gen licht en ontreddert. Overal is druk, en is ook de blik gericht of het begint te dagen in het Oosten, 't Is een wondere tijd. Voor onze productie geen afzet. Wij kunnen ons verdiepen over de vraag, waar zit toch wel de oorzaak van dit alles, maar wat geeft dit. Beter is te trachten uit dit storm getij te komen. Treurig is het allerwege gesteld. De tijden zijn donker. Trots dit alles groeit het Christ. Nationaal Vakverbond. Werd het vorige jaar de leuze aangeheven: naar de 100.000 leden, thans zijn wij reeds aan de 116.000. Waarom organiseert men zich? Is het om zich te dekken tegen de moeilijkheden van dezen tijd? Laten er zoo zijn. Wij hebben ook een kern. Wij hebben ook mannen, die hun plicht verstaan in dezen zoo zwaren tijd. Deze zware tijd plaaatst ook de besturen voor groote verantwoordelijkheid. Zij moeten zich het vertrouwen weten waardig te maken van de leden. Vooral nu getornd wordt aan de verworven rechten en verlaging van loonen aan de orde van den dag is. Kunnen wij dit alles maar met lijdelijkheid aanvaarden? Bitter stemt het om te moeten zien dat zelfs productieve arbeid in handen van werk verschaffing gesteld wordt, waardoor op onze arbeiders het stempel van door de regeering te werk gestelden gedrukt wordt. De socia listen en communisten zien dit ais een gevolg van menschelïjke verhoudingen. Een Christen ziet. dit anders. Deze erkent dit als een oordeel Gods. Tal van uitvindingen werden gedaan, steeds maar meerdere productie. Spreker is van nabij bekend met Duit-sche ingenieurs, die tot taak hadden zich onledig te houden met het uitvinden van productiemiddelen. De mensch meende in deze God niet noodig te hebben. De mensch zou en wilde zich zelf hel pen, zich zelf verheerlijken. God openbaart zich in dezen tijd. Indien deze tijd van ellen de ons niet tot inkeer brengt, zoo zal dit voor ons geen nut hebben. Wij moeten als Christen pal staan voor de sociale rechten, maar in afhankelijkheid en getrouwheid tot onzen God. In Zijn kracht kunnen wij bou wen en bewaren. Als tweede spreker trad op. dc heer J. Aug-ustein die als onderwerp had: „Arbeid die wacht". Spreker begon te zeggen dat het. vooral in dezen tijd van geen arbeid, moeilijk spieken is van „Arbeid die wacht". En toch is dit weer niet moeilijk. De vorige spreker sprak over: in den storm, welnu wanneer is er meer arbeid dan in den storm? In den storm moet. de meeste arbeid geleverd worden, want met thuis zitten komt men er niet. Spreker durfde niet te voorspellen of de storm spoedig zal luwen of wel dat- hij nog zwaarder zal worden. Wij weten het niet. Echter geen hoop verliezen, dit is een Chris ten onwaardig. Het Christ. Vakverbond weet van werken, en zal in dezen donkeren tijd leiding weten te geven. Een groote arbeid wacht het verbond. Als straks b.v. de crisis voorbij zal zijn, zullen zich dan de toestan den voordoen als voorheen, of zullen met- and ere tijden andere toestanden komen? Zal het dan beter zijn dan nog voor de crisis? Spreker durfde dit niet te bevestigen. Wat wij nu hebben is een arbeid om ons voor de toekomst klaar te maken. Wij wenschen een stuwkracht te zijn. Om dit te kunnen zijn hebben onze menschen wel degelijk kracht noodig. Om dit te verkrijgen daarvoor is ont wikkeling noodig. Onze arbeiders dienen ge schoold te worden om den tegenstander te kunnen weerstaan. Daarom heeft het Chr. Vakverbond besloten, met de hulp der af delingsbesturen studieclubs te vormen, waar allerlei belangrijke onderwerpen bestudeerd worden. Op deze wijze wil het verbond een kern vormen die voldoende op de hoogte is van de zaak waar het om gaat. Er moet en zal gewerkt worden. Veel arbeid wacht ons. Naast kernvorming. ledenvergaderingen, waar onze leden ingelicht worden op allerlei manier en waardoor zij meer kunnen inleven in den arbeid van het verbond. Als Christe nen moeten wij samenwerken. Geen lauwheid meer. Er is veel arbeid die ons wacht. Nadat de heer Augustein het woord had gevoerd, sprak Ds. A. A. Wildschut het slot woord. Even dient nog te worden vermeld, dat het kerkkoor der Ned. Herv. Kerk te IJmuiden, directeur de heer J. Valk, bij het begin en het einde der vergadering eenige liederen ten gehoore bracht. DE HEER T. VAN DER MEY NEEMT AFSCHEID. Eigenlijk kan men zich het woelige bedrijf in de vischloods der Nederlandsen? Spoor wegen nabij de halgobouwen niet goed voor stellen zonder den heer Van der Mey. 1-Iij is als 't ware opgegroeid met het spoorweg- vervoerbedrijf. Andere ladingmeesters kwa men en gingen weer heen, den heer v. d. Mey scheen het bedrijf niet te kunnen mis sen. Twee en derig jaar geleden kwam de heer v. d. Mey, (oen nog „Thijs" te IJmuiden in dienst der Spoorwegen. Hij heeft dus de ge heele opkomst van het visscherij bedrijf en het vervoer meegemaakt-. En in de jaren waarin hij de functie van ladingmeester ver vulde en dus ..mét het publiuk omging" heeft het publiek (i.e. de vlschhandel) hem leeren kennen als een hulpvaardig ambtenaar waar voor het zich eenige jaren geleden op on dubbelzinnige wijze bij zijn jubileum dank baar toond?. Gisteren heeft de heer v. d. Mey zijn functie neergelegd, om van een welverdiende rust te gaan genieten. Op hartelijke wijze hebben de spoormannen afscheid van hem genomen. De stationschef, de heer BuCenhuys hield een hartelijke toespraak, waarin hij wees op he: moeilijke van een afscheid van een. functie die men zooveel jaren met liefde heeft be kleed. Namens het personeel bood spreker den heer v. d. Mey een fauteuil aan. De heer v. d. Mey dankte met eenige wel gekozen woorden. ROUWBETOON. Op de gebouwen van de N.V. Vereenigde Steenkolenhandel waait de kantoon-lag half stok als teeken van rouw wegens het overlij den van één der commissarissen, den heer W. Kleman te Amsterdam. PERSONALIA. De heer L. A. Groenendaal te IJmuiden is te 's Gravenhage geslaagd voor het machi nisten-examen. MARKTPRIJZEN Tarbot per K.G. f 0.80—0.65 Griet per 50 K.G. f 38—15 Tongen per K.G. f 1.550.93 Kleine schol f 25—5.70. Schar per 50 K.G. f 17.50—2.20. Tongschar per 50 K.G. f 30—20. Rog per 20 stuks f 1910 Vleet, per stuk f 6.503.50 Pieterman en poon per 50 K.G. f 5.202 Groote schelvich per 50 K.G. f3019 Middelschelvisch per 50 K.G. f 22—13.50 KI. middelschelvisch p. 50 K.G. f 17.50-6.50 Kleine schelvisch per 50 K.G. f 9.50—1.30 Kabeljauw per 125 K.G. f 3810.50 Gullen per 50 K.G. (groote) f 10—2.60 Idem (kleine) f 5.508.80,. Leng per stuk f 1.90—0.45 Heilbot per K.G. f 1.75—0.50 Wijting per 50 K.G. f 1 800 45 Koolvisch per stuk f 0.350.03 Makreel per 50 K.G. f 11.50—6.50 Versche haring per kist f 4.504.20 Kiein middel hake per kist v. 50 K.G. f 45 Kleine hake per kist van 50 K.G. f 3632 BESOMMINGEN Trawlers: Manden 410 H. C. 113 f 2200 385 H. C. 231 I 2400 T80,Gerberdina Johanna IJM. 38 f 2900 670 Utrecht IJM. 73, f 2900 390 Ommering IJM. 7 f 1700 450 Derika 7 IJM. 417 f 1600 430 Gloria IJM. 37 f 1900 90 Penelope IJM. 64 f 1700 30 Holland II IJM. 176 f 1400 320 Aneta IJM. 82 f 1400 430 Adelante IJM. 19 f 1800 255 de Hoop, IJM. 46 f 1500 120 Leentje Elisabeth IJM. 155 f 2300. VELSEN VERKEERSONGEVAL. Maandagavond is een omstreeks 18-jarige wielrijder in een onverlichte uitgraving in den Koningswee gereden, tengevolge waar van de jongen bewusteloos bleef liggen. Hij werd door Dr. Fiers tra geholpen. De politie stelde een onderzoek in, waarna van gemeentewege maatregelen werden ge troffen om bij de uitgraving een lantaarn te plaatsen. RIJWIELDIEFSTAL. Maandagavond omstreeks 6 uur is ter hoogte van den spoorwegtunnel een dames rijwiel. toebehoorende aan mej. v. d. Z„ wo nende alhier, ontvreemd. Zij had het rijwiel omstreeks genoemden tijd voor de woning van een familielid aan den Stationsweg ge plaatst. Toen zij ongeveer een kwartier later terug kwam uit die woning, was het rijwiel verdwenen. DE WERKLOOSHEID. Op 29 October waren bij de Arbeidsbeurs als werkloos ingeschreven: Bouwvakarbeiders: betonwerkers 54. behan gers 5. bouwk. opzichters 6. cementwerkers 1, gasfitters 3, grondboorders 1. grondwerkers 150, heiers 1, loodgieters 2. metselaars 41. opperlie den 6. remmfngwerkersl. rieters 1, schilders 31 w.o. 2 ben. 18 jaar, steenhouwers 1. straatma kers 1. stucadoors 23, timmerlieden 162 w.o. 2 ben. 18 jaar. voegers 7 w.o. 1 ben. 18 jaar. Metaalbewerkers: bankwerkers 87 w.o. 8 ben. 18 jaar. branders 3, constr.werkers 12. elec- triciens 13 w.o. 1 ben. 18 jaar. handlangers 3, horlogemakers 1, ketelmakers 18 w.o. 1 ben. 18 jaar. klinkers 3, kopergieters 1. kopersla ger 5, lasschers 12. machinisten 116 w.o. 49 visscherij-machinisten, metaalboorders 1, me taaldraaiers 15. metaalschavers 2, mctaalschïl- ders 2. metaalslijpcrs 1. monteurs 15 w.o. 2, ben. 18 jaar. motordrijvers 1. plaatwerkers 19 w.o. 1 ben. 18 jaar. pljpwerkers 5. 1.1. rijwiel herstellers 2, scheepstimmerlieden 10. scheeps- t-uigers 2. smeden 3 w.o. 2 ben. 18 jaar. stokers 100 k.o. 49 visscherijstokers. tegenhouders 1, voorslaanders 1, vormers 4. vuurwerkers 19, werktuigk 1, ijzerwerkers 2. Kantoorpersoneel: bedienden manncl. 41, idem vrouwel. 4, aank. bed. vr. 2, aank bed. mannl. 9. werktuigkundig teekenaars 1. Huish. beroepen: Dienstboden (dag en nacht), 1, hulpen in de huishouding 3, werksters 7. dagmeisje voor halve dagen 1. portiers 3. Diverse beroepen: Fotografen 5. boekdruk kers 1, letterzetters 5 w.o. 1 ben. 18 jaar, ma chinale houtbewerkers 10 w.o. l ben. 18 jaar. kuipers 19, mandenmakers 6. meubelmakers 3, modelmakers 1, rletmatten-makers 1, stoelen matters 1. stoffeerders 2, w.o. 1 ben. 18 jaar. zagers 4, kappers 1. kleermakers 1, aardewer kers 4 w.o. 1 ben. 18 Jaar, glazuurders 1, mo delleurs 1. schoenmakers 1. boekbinders 1, nettenbreiers 1. zeilmakers 3. bakkers 9 w.o. 3 ben. 18 jaar. broodbezorgers 2. koks 13 w.o. G visscherij koks, sigarenmakers 2. slagers 3. bloemisten 5, tuinders 12, visschers 66. col porteurs 4. kruideniersbedienden 4 w.o. 1 ben. 18 jaar, magazijnbedienden 11, reizigers 7, vertegenwoordigers 2. winkelbedienden vr. 2, Oakkenscliippers 19. chauffeurs 39. bedienden gr. vaart 2. dekknechts 6 v/.o. 1 ben. 13 jaar. expeditieknechts 1, cxpeditrices 2, haven- en transportarbeiders 120, kraanmachinisten 5. matr. koopv. 8 pakhuisknechten 5, schippers binn. 9. sleepbootkap. 12. stuurm. binn. 3. voermannen 7 controleurs 8. incasseerders 2. opzichters 2. kellners 1. Zonder vakkennis: Losse en fabrieksarbei ders 651 w.o. 25 ben. 13 jaar. DE ARBEIDSMARKT. GEGEVENS OVER 1931. Hc: jaarverslag van den Gem. Dienst der Arbeidsbemiddeling en Werkloosheidsverze kering over 1931 bevat de volgende Inleiding die een beknopt doch duidelijk overzicht geeff van den toestand op de arbeidsmarkt in onze gemeente. Er zullen in de economische geschiedenis niet veel voorbeelden worden gevonden van jaren, die onder zulke droeve omstandighe den eindigden als het jaar 1931. Het geheele jaar door was er slechts spra ke van malaise en crisis, van ontwrichting van handel en industrie, van flnancleele ont reddering. zonder dat er ook maar een enkel lichtstraaltje door het donker gordijn van den economischen chaos viel te bespeuren. Het schijnbare lichtpuntje, dat het initia tief van President Hoover ontstak en. dat. zoodra het zichtbaar werd, allerwege op luchting teweeg bracht en koersen en prijzen deed stijgen, bleek maar al te spoedig een fata morgana, dat weldra doofde on der politieke tegenstellingen. En de wereld dook op nieuw onder in een golf van pessimisme: koersen en prijzen gin gen verder bergafwaarts, terwijl de flnan- eieele ontwrichting in verschillende landen zich verder voltrok. Als gevolg hiervan gleden de meeste Enro- neesche landen af naar het zoo funeste pro tectionisme, de afsluiting binnen eigen gren zen. om te trachten althans het eigen land van algeheelen ondergang te redden. Noodzakelijkerwijze zal ook ons land wor den gedwongen tot. tegenmaatregelen en moeten gaan meezingen ln het protectionis tisch koor. Het zijn groote verwoestingen, welke de wereldcrisis heeft aangericht in do Industrie. We behoeven slechts de economische, fl- nancieele en sociale rubrieken ln de dacb'.a- den na te gaan om daarvan telkens opnieuw en steeds dieper te worden doordrongen. Voortdurend leest men van inkrimping der productie, geheele of gedeeltelijke sluiting der fabrieken, verkorting van arbeidstijden, loonsverlaging, verminderde omzet, phantas- tische daling van aandeden in lndustrieele ondernemingen en vooral van werkloosheid... In Duitschland en Engeland telt men dc werkloozen bij millioenen. De werkloosheid is tenslotte dc pijnlijkste vorm. waarin de wereldcrisis zich aan ons voordoet. Het is voor den buitenstaander niet ge makkelijk de tragiek te beseffen, die de werkloosheidscijfers Inhouden. Dorre cijfers, welke in dit verslag zijn te vinden kunnen er althans geen levend beeld van geven. Tijdens het verslagjaar is ook in ons land de werkloosheid zoo toegenomen dat zij een ernstige" bedreiging is gaan vormen voor onze welvaart en ons volksbestaan, gezien de ge weldige offers, die de steunvegellnccn. werk verschaffingen, enz. aan Rijk en Gemeenten opdringen. Aan het einde van het verslagjaar ver toonden zich nog geen teekenen. welke op verbetering van den toestand wezen, inte gendeel zette de inzinking van het- bedrijfs leven zich onverminderd voort. Scherpe bin nen- en buitenlandsche concurrentie, onvol doende koopkracht, verminderde vraag, be lemmering van den exoort door contingen- teering en andere beschermende maatrege len en meer dergelüke ongunstige factoren, beletten iedere opleving der industrie. Een droevig beeld van achteruitgang en verval vertoonde de land- en tuinbouw, Zoo lang de uiterste lage prijzen dor landbouw- nroducten zich handhaven, zal ook hier van opleving geen sprake kunnen zijn. Verder zagen we in onze havens een op- eenhoopirig van opgelegde schepen, stille ge tuigen van den ontwrichten wereldhandel, en. mede als ge'volg hiervan een geduchte In zinking bij de binnenvaart. Om kort te zijn kunnen wii wol zeggen, dat bijna geen enkele tak van bedrijf aan de economische ontreddering ontkwam. In meer of mindere mate leden zij een kwijnend be staan. Het zal iedereen duidelijk ziin, dat de ar beidsbeurzen onder zulke noodlottige omstan digheden. geen aangename taak te vervullen kregen. Het bemiddellngswerk werd vaak op den achtergrond gedrongen door de voor de meestal geringe personeelssterkte tè uitge breide administratie, vooral van d'c v-o-k loosheidsverzekering, welke in dezen tijd enorme afmetingen aannam. Toch verheugt het ons te kunnen wijzen op het feit. dat het aantal aanvragen van werkgevers verre is gestegen boven bet r>eil. dat in 1930 werd bereikt en. dat het aantal plaatsingen van werkzoekenden nog gunstig afsteekt bij genoemd jaar. Voor een groot d"el is dit ie danken aan de groote en welwillende medewerking, die de arbeidsbeurs van de zijde der groot-in dustrie mocht ondervinden. Dat wij dankbaar zijn voor bet in ons ge stelde vertrouwen, behoeft geen betoog. Gedurende het geheele iaar werd weder om mondehng en schriftelijk reclame voor de arbeidsbemiddeling gemaakt, al kon dit, om de hierboven vermelde redenen. niot zoo intensief geschieden als het voricre jaar. Vraag en aanbod worden wekeliiks gepubli ceerd in de plaatselijke bladen. Deze publi caties blijven zich in de algemccne belang stelling verheugen. Voor de welwillende medewerking der pers is een woord van dank hier op zijn plaats. Den Rijksdienst der Werkloosheidsverzeke ring en Arbeidsbemiddeling te 's-Gravcn- hage en de Districts-Arbeidsbeurs te Haar lem werden steeds de gevraagde gegevens verstrekt, terwij] dc samenwerking met beide diensten niets te wenschen overliet. SURVEILLANCEDIENST DOOR DE GEMEENTEPOLITIE. Maandagmiddag werd door de gemeente politie een begin gemaakt met een algemee- nen surveillancedienst, per auto. waarbij te vens aangaande het motor- en rijwiel-verkeer alsmede het voetgangersverkeer bij verkeers overtredingen waarschuwingen en onderricht werden gegeven. Tegen een drietal personen werd echter proces-verbaal opgemaakt, om dat zij door hun optreden dc veiligheid van het verkeer in gevaar brachten. Het ligt in dc bedoeling van dc politie, deze inspectietochten te doen plaats hebben naarmate daarvoor tijd beschikbaar is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 11