AAN ALLEN. Weten jullie, waar de grootste man dei- wereld woont? 't Is heusch geen raadseltje, dat ik jullie opgeef. Hij woont n.l. in den Amerikaanschen staat Texas en wel in de plaats El Paso. Zijn naam is Jacob Erlich, bijgenaamd Hemelhoog. Zijn lengte bedraagt 2 Meter 60. Je snapt, dat hij in een confec- tie-magazijn nooit een jas kan koopen en evenmin een pak. Zijn ouders en broers zijn menschen met normale afmetingen, "t Is wel eigenaardig dat in Texas meer reuzen zijn. Er zijn b.v. nog 4 gebroeders, Shields genaamd, die te zanten ruim 8 M. lang zijn. Jacob 'Erlich is verbonden aan 't circus Bar num en Bailey. Hij schijnt een heel goed ver stand te hebben. Op school was hij altijd een bolleboos. Hij zal zeker een bijzondere school bank gehad hebben, waardoor hij alleen zat. Afkijken was dus onmogelijk voor hem. Zijn hevigste groei had eigenlijk pas plaats na :t 12de jaar. Hij kon goed comedie-spelen en je snapt, dat ze hem voor reusachtige rollen konden gebruiken. De kleinste man ter wereld schijn je ook bij Barnum en Bailey te moeten zoeken. Ze noemen hem Majoor Ziar. Hij is nog geen Meter lang en weegt ruim 10 Kilo. Indertijd trad in 't circus een heele dwergenfamilie op n.l. de familie Earl. Harry Earl was zeer be vriend met Jacob Erlich. 't Komt meer voor, dat uitersten elkaar aantrekken. De familie Earl heeft 8 kinderen waarvan 4 dwergen zijn En 't eigenaardige is, .dat 't om en om gaat. De groote circussen' hebben agenten, die over de heele wereld gaan rondneuzen, om zoom uiterlijk abnonnaar mensch te enga- geeren. Soms verdienen ze evenveel geld als een filmster. De reus George Auger was vroeger in Lon den verkeersagent. Het circus Barnum en Bailey sloeg daarin zijn tenten op en be merkte George. Al heel spoedig was onze ver keersagent een goed betaalde rariteit gewor den. Chang moet een beroemde Chmeesche reus zijn, die voor 't publiek zijn schoenen uit trekt om te toonen. dat hij niet op stelten loopt. Toen hij op straat zijn schoenen liet poetsen., moest hij het dubbele tarief betalen. Deze reus hep door de straten en legde een reclamebiljet neer op de vensterbanken van de tweede verdieping. Eens zag hij een lan taarnopsteker met een trapje langs de lan taarns gaan om ze schoon te maken. „Geef mij je doek maar en houd jij je trapje."' zei hij. Zonder op zijn teenen te staat verrichtte •hij in een ommezien het werk. Nu de circussen langzamerhand verdwijnen zullen reuzen en dwergen als gewone men schen hun brood moeten gaan verdienen. Er zijn ook nog wel erger afwijkingen, zoo als bjv. de negerinnen met de misvormde lippen. Deze lippen waren als bordjes uitge groeid, zoodat ze veel van presenteerblaadjes hadden, waarop men gemakkelijk een kop kon ronddienen. In 1930 waren bij Barnum en Bailey de Ubangi-negers te zien. Deze lip pen waxen niet van nature zoo mismaakt. Ze vonden 't een schoonheid. Kleine Ubangi- meisjes werden in haai- jeugd een stukje hout door de lippen gedreven. Ieder jaar werd het stukje verzwaard, zoodat zij op 25 jarigen leeftijd lippen als schoteltjes hadden. Deze gruwelijke misvorming is al even erg als de misvorming van Chineesche kinder voetjes. Gelukkig schijnen de menschen te genwoordig wijzer te worden. Op onze ker missen zag je vroeger heel dikke dames van 625 pond, wier garderobbe buiten de kermis tent hing, om vast te laten zien hoe dik ze wel was. Ook zag je levende geraamten, wier lichamen werkelijk vel over been wax-en. Zoo kon je ook zien kinderen, die aan el kaar gegroeid waren, menschen. wier li chaam voor de eene helft geheel behaard was. of wier huid altijd kippevel was. Als je er goed over nadenkt, dat deze menschen en kinderen, die toch tot op zekere hoogte te beklagen waren daar als een „kiek- spul" vaak bespot werden dan moeten we het toejuichen, dat wij in dit opzicht thans ver standiger zijn geworden. Misschien gaan wij aan een ander euvel mank, n.l. dat we bij filmsterren en wonder kinderen te veel letten op uiterlijk schoon. En toch is 't innerlijk schoon veel en veel belangrijker. Wr B.—Z. Wie te groote stukken heeft om het zelf naar de Tijdingzaal te brengen, laat het mij even weten en het wordt door den auto van Haarlem's Dagblad gehaald. Dit kan ook ge beuren met de pakken voor Maatschappelijk Werk. Dan is wel mijn vriendelijk verzoek aan de buitenzijde te zetten: „Voor Maat schappelijk werk." Deze pakken blijven dan gesloten. Voor wie buiten de stad wonen, kan de auto (wanneer hij ten minste in die omge ving komt) desgewenscht ook de inzendin gen komen halen. Wie Maandag 28 November verhinderd is naar de Tijdingzaal te komen kan het op an dere dagen ook bij mij bezorgen (Marnix- straat 20). Laat nu in deze komende week je vrijen tijd zijn voor 't zieke kind. Laat 't je een vreugde zijn iets te mogen en kunnen doen. En lijkt 't misschien weinig breng het toch. Ook het kleine is welkom. Kan ik je met iets helpen, kom gerust. Ook mijai devies is deze week: Voor 't zieke kind! DE LAATSTE WEEK!! Ja, 'fc is zoo: de volgende week is onze laat ste werkweek voor den Sint-Ncolaaswed- sfcrijd. Dus voortmaken. MAANDAG 28 NO VEMBER, tusschen 4 en 6 uur ben ik in de Tijdingzaal van Haarlems Dagblad om alles in ontvangst te nemen en om jullie een kaart te geven voor onze Tentoonstelling, die gehouden zal worden Dinsdag 29 November van 29 uirr en Woensdag 30"November van 109 uur en voor ons feest van Zaterdag 3 December, 's middags 2 uur in den Stads schouwburg. Ik hoop. dat 't de volgende week zoo gaat: in alle gezinnen, waar Haarlem's Dagblad gelezen wordt, zijn alle huisgenooten in touw om wat te doen of wat af te staan voor 't zieke en arme kind als St. Nicolaasgave. Va der en moeder kijken in kleerkast en linnen kast, of er ook wat is voor de zusters van 't Maatschappelijk werk. De kinderen van klein tot groot, cl of niet Rubriekertjes snuffelen de speelgoedkasten en boekenkasten nog eens na. knutselen, naaien, breien of haken nog 't een of ander. Als allen meededen en meeleefden dan konden wij alle kinderen van Elisabeths Gasthuis Maria-Stichting, Diaconessenhuis, St. Antonie-Ziekenhuis, Licht-Hoeve. Brederodeduin. Kinder-Bewaar- plaats en Maatschappelijk werk ruimschoots bedeelen. Mochten er nog lappen, doozen. soorten papier, kistjes enz. noodig zijn, dan kun je alle dagen tusschen 4 en 6 uur bij mij wat komen uitzoeken. Ik heb nog een flin- ken voorraad materiaal. Wek al je vriendjes en vriendinnetjes op om mee te doen. 't Is geen kwestie van geld. maar een kwestie van mee-.voelen en een behoefte om vreugde en blijdschap te brengen, waar ziekte en armoe de is. Er is dit ja^r zeer veel noodig. Laat deze week dus zeer veel klaar komen en zeer veel afgestaan worden. HOEVEEL INSECTEN DOODT EéN VOGEL? Steeds meer komen we tot de erkenning, dat de vogels ons onschatbare diensten be wijzen. door de schadelijke insecten te ver nietigen. Onlangs heeft men berekend, hoe veel insecten wel door één vogel werden ver delgd en men is daarbij tot merkwaardige cijfers gekomen. Er werd geconstateerd, dat de vogel 500 maal per dag zijn nest verliet, om voedsel voor de jongen te halen, ongere kend nog, wat hij voor eigen voeding noodig had. En zooals bekend is. gebruikt de volwas sen vogel per dag 2-maal zijn eigen gewicht aan voeding! Er worden dus heel wat insec ten opgeruimd, maar als we bedenken dat één vlieg in een seizoen ongeveer 120 millioen nakomelingen voortbrengt, dan zullen de vo gels voorloopig geen angst voor voedselgebrek behoeven te hebben. DE AVONTUREN VAN KONING ORELIO. UIT DE NATUUR. AAN HET STRAND Van koning Orelio Antoni I zullen de meesten van jullie wel nooit iets hebben ge hoord en toch was hij geen konng uit. een sprookje of legende. Antoine Tounens. die koning van Araukanie werd cn daarbij den naam aannam van Orelio Antoni I, heeft inderdaad bestaan. Hij werd als zoon van een rijken boer in Frankrijk geboren, op den twaalfden Mei 1825. Vader Tounens vond, dat zijn zoon eigenlijk te goed was om hem op te volgen en óók boer te worden. Daarom kwam Antoine niet achter den ploeg, maar op het kantoor van een notaris en daar toon de hij zich zoo leergierig en werkzaam, dat hij al spoedig het volste vertrouwen van zijn pa troon genoot cn deze hem later zelfs de heele zaak aanbood. Maar Antoine had andeie idealen: het vertrouwen te bezitten van den notaris en van de landbouwers, kon hem niet bevredigen. Het land van zijn droomen was Araukanie. een door Indianen bewoonde landstreek in Zuid-Amerika. Dat kleine, wil de Indianenvolk]e daarginds aan den over kant van den oceaan, had al vele eeuwen zijn vrijheid en onafhankelijkheid weten te pe- waren en te verdedigen. Maar door onderlin ge twisten en voortdurenden strijd met de andere volksstammen, was hun zelfstandig heid leelijk in het gedrang gekomen. Juist toen ze op het punt stonden hun vrijheid ge heel to verliezen, verscheen plotseling An toine Tounens ten tooneele. vastbesloten het in het nauw gedreven volkje bij te staan. "t Was in het jaar 1860 dat hij voor het eerst in Araukanie kwam, waar hij door de opperhoofden van den stam, dien hij i an te voren reeds had geschreven, vriendelijk, werd ontvangen, hoewel men met zijn plan om een machtige Araukanischc republiek te stichten, niet zoo erg was ingenomen Op zijn paard gezeten sprak hij de Indianen toe: „Jullie zijn zwak en onmachtig omdat je on derling verdeeld bent. Vergeet die twisten en wordt weer één, krachtig volk, dan zal nie mand het meer wagen, aan jullie vrijheid te raken." Daar waren de Indianen liet wel mee eens, maar voor een republiek voelden ze toch niets en daarom besloot Antoine. maar ko ning van het nieuwe rijk' te worden. Reeds kort daarop onderteekende hij de staatsstuk ken met „Orelio Antoni I". Nog drie dagen later en ook de Patagoniërs hadden zich bij zijn rijk aangesloten. Toen Antoine koning en machtig was, pro beerde hij of zijn oude vaderland, Frank rijk, hem en zijn rijk wilde erkennen, maar veel geluk had hij daarbij niet. Nooit heeft men begrepen waarom Frankrijk die prach tige kans heeft laten voorbijgaan, om met één pennestreek een reusachtig en vrucht baar land te winnen. Vergeefs ook riep An toine de hulp van zijn vaderland in om het nieuwe rijk tot grooteren bloei te kunnen brengen. Niemand wilde naar hem luisteren. Toen hij in 1861. na een korte reis naar Frankrijk, in zijn rijk terugkeerde, ontvouw de hij daar voor het eerst de nieuwe vlag, in blauw-wit-groene kleuren. Maar dat. was ook zijn laatste daad als koning van Araukanie. Een van zijn bedienden verraadde hem aan een Chileensche troepenafdeeling, die was uitgezonden om den nieuwen koning gevan gen te nemen. Geboeid werd Antoine naar Los Angeles gevoerd en een jaar later ver klaarde het Chileensche gerechtshof hem voor niet wel bij het hoofd. Met moeite ge lukte het den Franschen consul, om voor den onttroonden koning vergunning te krij gen. dat hij naar Frankrijk mocht terugkee- ren. Doch zelfs na zijn terugkomst in Frank rijk, waar men hem uitlachte en bespotte, liet Antoine zijn koningsdroom niet los. Zeven jaren later ging hij. alle gevaren ten spijt, weer naar Zuid-Amerika cn wist onder een schuilnaam in Araukanie te komen. De vreugde van zijn onderdanen was groot, teen zij hem herkenden. Men li ad hem niet verge ten. Helaas was ook Chili, dat allang een oogje op Araukanie had geslagen, eveneens waakzaam. Koning Orelio werd overal ver volgd en het einde was dat hij in 1871 Arau kanie voor altijd verliet en naar zijn oude vaderland. Frankrijk, terugkeerde. Zeven ja ren later stierf den eerste en een!ge koning van Araukanie eenzaam en verlaten en zijn voor malig rijk werd een provincie van de re publiek Chili. Zoo eindigde de droom van een boerenzoon. W. MAZUR. Bij het lezen van den titel denk je allicht „Daar ga ik liever in de.n zomer heen." Toch is er in dezen tijd ook nog genoeg to zien en waarom zou je niet eens op een vrijen mid dag naar Zandvoort of IJmuiden gaan. Een wandeling langs Zeeweg en het strand geeft heel wat te kijken en te genieten. In IJmui den vind je nog meer afwisseling bij de pie ren en de havens. Tusschen de pieren zie je hier en daar de donkere ruggen van de bruinvisschen die telkens even boven komen. Ze komen aan de oppervlakte om adem te halen, dit doen ze n.l. boven water. Ook in de Zuiderzee kwa men ze voor en ze bevolken ook de rivier monden: ze zijn dus in zout en zoet water te vinden. Hun spijsverteering gaat verbazend vlug, daarom zijn de vlsschcrs niet erg op hen gesteld, want ze verslinden massa's ha ring, makreel enz. Op de pieren zitten altijd visschers en lane niet altijd alleen bij goed, droog weer; de echte liefhebbers trekken er met netten en hengels door weer en wind heen. De netten, die worden gebruikt, hebben een hoepclvor- mige opening, waarin een kruis van dun touw met mosselen als aas is bevestigd. Die netten worden dan een eind in het water geslingerd en langzaam naar den kant ge haald. Scharren, puitaal. kommeraal. geul, poon en makreel, alles is welkom. Scharren worden in de zon gedroogd en wil men ze nuttigen dan gebruikt de echte liefhebber ze geknipt aan smalle reepjes. Krabben in allerlei kleuren en schelpdie ren worden ook genoeg mee opgehaald. Heb je we! eens een krab gadegeslagen als ze loopt? Ze gaan altijd scheef, daarom luidt ook het gezegde: Zoo scheef als een krab. Langs het- strand vind je ook tusschen aller lei schelpen rugdekseltjes van krabben: de vogels hebben het eetbare al opgepeuzeld. Aan het strand zijn de vogels van den zo mer nu vertrokken. Daarvoor in de plaats is gekomen de bonte kraai, die we hier 's zo mers niet zien. Ze komen hier in het begin van October en blijven tot midden April en al zijn het ook alles-eters ze houden erg veel van schelpdieren en garnalen. Bij heele troepen ziet men ze langs de golfranden azen En als ze een schelpdier treffen, dat ze niet zoo gemakkelijk uit hun huis weten te krij gen, dan vliegen ze ermee omhoog en laten het vallen, zoo mogelijk op iets hards, zooda' de schelp kapot, springt en ze het diertje uit de gebroken schelp kunnen oopeuzelen. Ook de mooie duindoornbessen lusten ze graag. De harde schelp- en schaaldeclen worden uitge braakt. juist zooals de roofvogels dit, doen. De kraaien nestelen laag bij den grond in struiken, soms op den grond tusschen te'lnj en riet. De eieren zijn groenachtig wit met donkere vlekken. Maar de gasten die nu het meest opvallen zijn wel de meeuwen. Deftig op een strand- paal zit haar de mantelmeeuw. Een flinke witte vogel met zwarte vleugels en gele sna vel en pooten. Dan het vlugge sterntje, een kleine meeuwsoort met roode snavel en poot jes en een zwart kapje op den kop. Rustig vliegt het over het water, 't Kopje schuin naar beneden en turend in het water of er niet een vischje valt te verschalken. Waagt r zich een vischje aan de oppervlakte dan met een vlugge zwaai duikt, het sterntje en zwenkt met z-'n buit weer omhoog. Ook de zilvermeeuw komt veel voor. Dit zijn prachtvogels met zilvergrijze mantel- n vleugeldekveeren, de slagponnen zijn zwart met wit. verder geheel zuiver wit. Dan zijn er ook nog de kokmeeuw en de drieteenige meeuw. Voor iemand die deze vogels echter niet dagelijks gadeslaat zijn ze moeilijk uit elkaar te houden, vooral als ze nog jong zijn. Alle meeuwen ondergaan in kleur een sterke verandering. Het jougdkleed is grauw en gevlekt elk jaar wordt het lich ter tot soms na 4 ja«r de meeuwen pas hun volwassen kleed hebben. Een volgende maal vertellen wc nog iets van de visschen. Of'3 TU1NHOEKJE HET ROTSTE INT JE. II. Het is natuurlijk niet noodig alleen de echte rotsplantjes in ons tuintje te planten, is er ruimte genoeg dan kunnen ook hoogere plan- ten een plaatsje krijgen in dit geval dus te gen schutting of heg. Tusschen de vaste planten die we in den tuin planten krijgen ook de verschillende bolgewassen een plaats je om al vroeg een kleurtje in den tuin te zien. Het is zoo'n vroolijk gezicht zoo heel vroeg in het voorjaar de fijne roode tulpjes Due van Tol of de mooie gekleurde crocussen boven den grond te zien verschijnen. Hier cn daar een paar narcissen of hyacinthen cn scilla's mogen ook niet ontbreken. Voor rotsbeplanting zijn een massa plan ten geschikt. Een van de bekendste is de Saxifraga of Stcenbreek waarvan meer dan 400 soorten en variëteiten bestaan. In niet te vochtigen grond zijn ze gemakkelijk te kweeken. Tusschen de nauwe voegen van een stapelmuurtje doen ze het ook goed. met de lange fijne wortels dringen ze ver door om de noodige vochtigheid te zoeken. De S. Longifolia behoort tot de grootste soort en vormt een groot rozet van smalle zilverachtige bladeren waaruit in het mid den zich een lange bloemstengel ontwikkelt (pl.m. 69 c.M.) sterk vertakt met wel hon derden kleine bloempjes. De Sax. hybrida behoort tot de lage soor ten en vormt mosachtige kussentjes met witte lichte en donkerroode bloempjes over dekt-. De Sax. aïzoides geeft weer mooie donker groene zoden van kl.ine rozetjes met vele lichtgele bloempjes op, 20 cM. hooge stengels. Alyssum saxatile is een kruisbloem, die on geveer 25 c.M. hoog wordt. Ze heeft grijs groene bladeren en bloeit in Mei met zwavel gele bloemen. Ze kunnen gescheurd of ge stekt worden, Anemone neinorosa. Op schaduwrijke plaat sen doet deze boschanemoon, die 15 c.M. hoog wordt,, het goed. We planten de wortelstokken in het najaar en hebben dan in April reeds bloe men. Fen plant met lila-khurige bloemen is de A. Robintonïana. Een 60 90 c.M. hooge soort is de A. japonica of herfstancmoon. Deze bloeit in het najaar in half schaduw. Een af dekking met bladereu of turfmolm is bij strenge vorst noodzakelijk. Arabis alpina (A'ntn scheet kelk is een dank bare voorjaarsbloeister die 25 c.M. hoog wordt. In AprilMei geeft ze een massa witte !>'oempjes: de A. Alpina rosea geeft roscroode bloempjes. Armcrita maritina (Engelsch gras) is ook uitstekend geschikt voor randen. Ze lijkt veel op gras, doch behoeft niet geknipt te wor den wat een groot gemak is en geeft boven dien nog roode, rose of witte bloemen op 20 30 c.M. hooge stengels. cn WALVISSCHEN. Natuurhistorisch stamt de walvisch va.) een landzoogdier af en heeft zich van alle zoogdieren het best gewend en aangepast aan het leven in liet- water. En het dier beweegt zich daarin zoo vlug, dat het soms zelfs den besten walvischvanger na uren lange vervol ging niet. gelukt het te achterhalen. Op deze jachten legt de walvisch geweldige afstanden af. De verschillende levensvoorwaarden heb ben ook verschillende walvischsoorten doen ontstaan. De oorspronkelijke walvlsschen ble ven in de kustwateren, waar ze een overvloe van groote visschen als voedsel vonden en deze soort heeft dan ook het roofdiergebl'. behouden. Ander" soorten "tenen er 'er \v~g waar zij slecht kleine visschen en kreeftjes vingen, soms niet grooter dan enkele milli meters. Maar omdat dit voedsel slechts op bepaalde plaatsen en tijden te vinden was. waren de wal visschen genoodzaakt, om. te trekken. Even talrijk ais de walvisensoorten zijn ook de methoden waarop men ze probeert te vangen. In heel oude tijden oefenden de Bas- kische visschers dc walvisch vangst uit in de nabijheid van de kust van Biskayc, en lang zamerhand ontwikkelde zich claar een enor me industrie, die voordeel bracht aan ver schillende Noord-Europeosche Staten. Ilcel anders weer was dc vangst van de potvisch. Toch, in den bloeitijd, omstreeks 1350, vonden er 7<j.0<k> menschen werk in en hielden er zich 1000 schepen mee bezig. Toen werd het zeilschip vervangen door het veel snellere stoomschip en de met de hand ge worpen harpoen moest plaats maken voor de harpoen, die met een kanon werd afgescho ten. De totale uitroeiing werd voorkomen, doordat de vangst tenslotte niet meer loo- nend was. GUUS GERBE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 19