BINNENLAND Een koffertje ur Jhr.mr.dr. Van Karnebeek over den Volkenbond mum HAARLEM'S DACBLAD MAANDAG 21 NOVEMBER 1932 I „Hij is er, omdat hij er zijn moet". De sancties vormen een moeilijkheid. Volkenbond en Vredete Arnhem bijeen. Jhr. Mr, Dr. H. A. van Karnebeek. Te Arnhem hield Zaterdag de Vereeniging voor Volkenbond en Vrede de jaarvergade ring. De voorzitter, jhr. mr. dr. H. A. van Karne beek, heeft een openingsrede gehouden, waar in hij constateerde, dat de vereeniging, on danks den ongunst der tijden, haar ledental niet zag slinken, Leden de groote afdeelin- gen eenig verlies, de kleine maakten dit goed. Het aantal onderafdeel in gen ging vooruit en heeft thans het cijfer van 84 bereikt, terwijl het aantal correspondentschappen tot 39 is gestegen. Spr. gewaagde verder van de „vertrouwens crisis in den Volkenbond", die waakzaamheid vereischt. Spr. wenschte nog eens stil te staan bij het wezen van den Volkenbond en zei daar over het volgende: Waar komt het vooral op aan? Op de voor stelling, die men zich van den Volkenbond heeft te maken, en op het begrip en de ken nis van zijn wezen. Het komt er op aan, den Volkenbond niet slechts ideeël, maar ook positief rechtelijk, ais staatskundige instelling te zien, en daar bij te letten niet slechts op zijn machtige verschijning, maar ook op zijn concrete be perkingen en gebondenheden. Ik zal niet treden in een bespreking van de Volkcnbor.dsconstitutie, omdat dit in de zen kring niet noodig schijnt. Gij weet, dat de Volkenbond geen superstaat is, dat zijn besluiten met eenstemmigheid genomen moe ten worden, en dat de souvereiniteit der sta ten, als voorwaarde van de handhaving der nationale persoonlijkheid, daarin zooveel mo gelijk is geëerbiedigd. Onder de gebonden heden van den Volkenbond is er intusschen eene, waarop het juist in dezen tijd mis schien goed is nog eenig licht te doen vallen, omdat het bij de beoordeeling van de ge beurtenissen van belang schijnt, daaraan in dachtig te blijven. Ik bedoel het constitutieve verband, dat er bestaat tusschen den Bond en de vredesverdragen. Een verband, dat daarin tot uitdrukking komt, dat de territo riale indeeling, die, als uitkomst van den oorlog, met politieke bestemming in deze verdragen is belichaamd, in artikel 10 van het grondverdrag onder de hoede van den Volkenbond is gesteld. En wel in dien zin, dat de Bor.d geroepen is, dit systeem niet slechts te erkennen en te eerbiedigen, maar ook tegen agressie te handhaven en te vrij waren. Dit is een element van groote en vér strekkende beteeken is. In het licht daarvan moeten o.a. sancties worden bezien en wordt de belangstelling begrijpelijk, die voor de organisatie daarvan door belanghebbende staten wordt gekoesterd. Maar bovendien wortelen daarin, mijns inziens, ook voor een groot deel de moeilijkheden, die bij de be handeling van de ontwapening worden on dervonden. Het veiligheidspostulaat is een struikelblok, niet omdat internationale ver mindering van bewapening op zichzelf met. veiligheid onvereenigbaar zou zijn, maar om dat het in den grond daarbij ook te doen is om de veiligstelling en bestendiging van een politiek systeem, dat in het tegenwoordig ter ritoriaal status quo is belichaamd. Omdat, dit stelsel, in een beoordceling waarin ik overi gens niet wil treden, precair is, aarzelt men tot vermindering van bewapening over te gaan, terwijl men om dezelfde reden er te gelijkertijd tegen opziet het aan het rLsico van een oorlog, zelfs van sanctie-toepassing, bloot, te stellen en daarom vrede begeert. In dit dilemma ligt, geloof ik, voor een goed deel besloten het drama van de Ontwapenings conferentie, dat zich afteekeht op den ach tergrond van de verschrikkingen van een volgenden oorlog. Het probleem, dat zich in den Volkenbond op deze wijze voordoet, kan breeder worden gesteld en moet als zoodanig onder de oogen worden gezien. De Volkenbond heeft in zeker opzicht een statische functie, en de vraag rijst,, hoe het daarmede gaan zal In een we reld, die in haar wezen dynamisch is, en waarin het eenig bestendige misschien de onbestendigheid zelve' is. Men zal mij tegen werpen, dat de makers van het Pact dit fun damenteel probleem niet over het hoofd heb ben gezien. Immers, volgens art, 9 kan de Assemblee de leden van den Bond van tijd tot tijd uitnoodigen een nieuw onderzoek ter hand te nemen van de verdragen, die ontoe passelijk zijn geworden, en van internatio nale situaties, wier handhaving den wereld vrede In gevaar zou kunnen brengen. Men zal mij echter moeten toegeven, dat- deze op lossing In werkelijkheid geen oplossing is, vermits de macht van de Assemblée niet ver der dan de uitnoodiglng reikt. Het probleem ligt, derhalve nog open. Arbitrage en rechtspraak kunnen in deze niet dienen, omdat het gaat om het conflict van statische en dynamische tendenzen bin nen de grenzen van het recht. Ook afspra ken en verklaringen, als die belichaamd in het Kellogg-verdrag. bi."den geen waarborg omdat zij in hun wezen geen oplossing zijn. ik kan Intusschen de overtuiging niet van mij afzetten dat hier de kern ligt der ge vaarlijke spanningen, die wij beleven en waarvan het eind nog niet is te zien. Of schoon 't niet waarschijnlijk is te achten dat 3n.. tegenwoordigen omstandigheden een wijziging van art. 19 met eenstemmigheid bereikbaar zou zijn en de moeilijkheid van een uitbouw van het in dit artikel opgeloste beginsel op zichzelf niet gering is te achten, geloof ik niettemin dat het van het hoogst' belang is, op dit vraagstuk de aandacht ge vestigd te houden. Het ligt diep en raakt het wezen van den Volkenbond; het is mitsdien vitaal en ook daarom van onmiddellijk con creet belang omdat het zeer de vraag is of men met het streven naar organaseermg der sancties, waarbij het statisch postulaat op den voorgrond wordt gesteld, wél de rich ting uitgaat, die naar vreedzame oplossing voert. Moet nu, en ik kom daarmede tot mijn uitgangspunt terug, met het oog op dit pro bleem de Volkenbond worden veroordeeld, nu daarvoor nog geen oplossing bestaat? Meet op grond van de moeilijkheden waar de Volkenbond mede worstelt, aan die instel ling het vertrouwen worden ontzegd? Mijn antwoord is: neen. En wel, omdat, in het bestaan van den Volkenbond, op zich zelf een kracht is gelegen, die niet slechts op weegt tegen de gebondenheden en beper king en in zijn statuut, maar zelfs sterker zal blijken te zijn dan deze. Ik b?doel dit: De beteekenis van den Volkenbond, ligt niet in zijn juridisch systeem, al is dat van be lang, maar in het historische feit, dat thans de bereddering van d? internationale ver houdingen constitutief is ingesteld op den grondslag van collectief georganiseerd over leg. De Volkenbond schept daartoe niet slechts d?n grondslag, maar ook de gelegen heid en het kader. Hij brengt de verantwoor delijke staatslieden bijeen in een gestadig contact, dat, ondanks formeele gebonden heden. materieel noodwendig vrij is en dier, ten gevolge de vormen en wegen zal vinder, om welke de tekortkomingen van de orga nisatie en van het statuut- ook mogen zijn de oplossingen te bevorderen, die door de om standigheden worden geboden. Dat contact is geen toovermiddel. Het werkt moeizaam en langzaam t? midden der oneindige tegen stellingen, maar er ligt voor den wereldvrede een waarborg in van zeer groote beteekenis groover m.i. dan welke andere ook. Zij, db zonder begrip van de moeilijkbeden, zoo gaarne smalen op dat zoogenaamd eindeloos overleg en daarvoor de schouders ophalen, zien voorbij, dat bij de tegenwoordige span ningen juist daarin de redding gelegen kan zijn. Ik vraag hoe het op het oogenbhh in de wereld zou gesteld zijn, indien de Volken bond m ?t de mogelijkheden, die hij opent, niet bestond? Ik erken, dat de ontstentenis van universaliteit op de beteekenis van dit overleg nog een schaduw werpt.. Daarin blijkt echter boe langer ho? minder een -absoluut struikelblok gelegen te zijn. Mogen zij, die een politiek van internationale militaire ver plichtingen voorstaan, zich ernstig de vraag stelle no of, afgescheiden van de bezwaren en gevaren, die aan een militaire structuur van den Volkenbond zijn verbonden en welke ik thans laat rusten, daardoor ook niet de be reiking der universaliteit in de waagschaal wordt gesteld. Mijn conclusie is overigens deze, dat er thans meer dan ooit reden is. om aan den Volkenbond vast te houden en er schouder aan schouder achter te gaan staan. Men moet hem intusschen zien, zooals hij is: Vol- kenbondswerk is menschenwerk en de Vol kenbond kan niet meer geven dan waartoe zijn leden hem collectief in staat stellen. Maar omgekeerd hoede men zich er voor, de beteekenis van den Volkenbond te onder schatten. Indien hij door menschelijke ver blinding en onverstand kapot werd gemaakt, dan zou hij terugkeeren, omdat hij naar mijn innige overtuiging als permanent orgaan van georganiseerd overleg wortelt in den tijd geest. dié den onderlingen samenhang der wereldbelangen weerspiegelt. Hij is er. om dat hij er zijn moet. Zonder twijfel is in den Volkenbond beleid onontbeerlijk, want Vol- kenbondswerk is staatkunde en internatio nale staatkunde is kraakporselein. Het aan een talrijk en heterogeen lichaam eigen gevaar, dat bij vraagstukken, die een diep gaande en speciale kennis vorderen, schuilt in ondeskundige bemoeiing, is daarbij niet denkbeeldig. Alles tezamen genomen en wel overwogen ben ik evenwel van oordeel, en hiermede eindig ik tevens, dat er voor onze vereeniging geen reden is om niet met op geheven hoofd en met vertrouwen voort te gaan op haar weg als draagster der Vol kenbondsgedachte in Nederland. Algcmccne vergadering. Na de openingsrede werd het verslag van het congres van de Internationale Unie van Volkenbondsvereenigingen, dit jaar te Pa rijs gehouden onder leiding van Lord Robert Cecil, voor kennisgeving aangenomen en de verschillende resultaten en werkzaamheden besproken. Het congres sprak krachtig zijn ver trouwen uit in den Volkenbond. Op aandrang van de Nederlandsche dele gate werd in een aangenomen resolutie de wensch opgenomen, dat de particuliere wapen-fabricage niet reeds dadelijk geheel zou worden afgeschaft, maar slechts aan een strenge controle zou worden onderwor pen. Een volledige afschaffing zou tenge volge hebben, dat kleine landen zonder eigen wapenfabrieken, genoopt zouden zijn zelf fabrieken op te richten, teneinde niet van andere regeeringen afhankelijk te zijn. Na het periodiek aftreden van Jhr. mr. dr. H. A. van Karnebeek, die volgens de sta tuten niet herkiesbaar was, werd tot voor zitter der vereeniging gekozen Mr. W. van Lanschot, lid van de Eerste Kamer en voor zitter van den Krijgsraad, die zijn benoe ming aanvaardde. De aftrcrinde hoofdbestuursleden mej. L. C. A. van Eeghen te Doorn, mevr. C. A. Kluy- ver. mr. J. Limburg, prof. mr. V. H. Rutgers en Mr. A. van Rijckevorsel werden herko zen. Mr. W. van Lanschot hield vervolgens als voorzitter der Pan-Europa-commissie der vereeniging eer inleiding over het rapport INGEZONDEN ÜÏEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. se Een cckt ..fijn gedistingeerd geschenk L Zoo n Caraha- coffret met die verrukkelijke Orange d Or-eau de cologne en die stukken Orange (5?) d Or-zeep. Vraagt Uw winkelier naar de nieuwste luxemodellen. Ze aijn allerckarmantst, deze Cara ka -coffrets 1 D,t jaar n geschenk dier commissie, Het advies van het rapport luidde, dat het aanbeveling verdient een spe ciale „Commissie voor Europeesche Samen werking" in te stellen die plannen en voor stellen in studie zal kunnen nemen en con tact met de betrokken lichamen zal hebben te bevorderen. In dien zin werd een motie aangenomen, uitsprekende, dat deze actie den Volkenbond niet dient te ondermijnen. Vervolgens sprak prof. mr. V. H. Rutgers, plaatsvervangend leider van de Nederland sche delegatie ter Ontwapeningsconferentie en lid van het hoofdbestuur der „Vereeni ging voor Volkenbond en Vrede" over de internationale ontwapening en de conferen tie van Genève 1932. Twee Haarlemschc voorstellen.. Van de afdeeling Haarlem kwamen twee voorstellen in, nl. ten eerste om er bij de afdeelingsbesturen op aan te dringen, dat deze zich telegrafisch tot de ontwapenings conferentie teGenève zouden richten opdat op nieuw aandrang uitgeoefend worde en ten tweede, dat het hoofdbestuur zich wende tot- de hoofdbesturen der Nederlandsche politieke partijen met het verzoek in hun program van actie te willen opnemen de wenschelijkheid de voortbrenging- en den handel in oorlogs materiaal uitsluitend in handen te brengen van de overheid. Met de meening van het hoofdbestuur dat het aanbeveling verdient, dat elke afdeeling afzonderlijk zich tot de conferentie richt en dat de vergadering het hoofdbestuur opcirage over te gaan tot de benoeming van een commissie,.die tot op dracht krijgt het tweede voorstel te bestu- deeren en met gewenschten spoed daarover rapport aan het hoofdbestuur uit te bren gen, heeft de vergadering zich vereenigd. Toelichting Op deze voorstellen heeft de afgevaardigde dr. J. Roorda de volgende toelichting ge geven: Wanneer wij de ontwikkeling der anti- oorlogsbeweging in de laatste jaren nagaan, zijn er verschillende teekenen van vooruit gang te constateeren. Dit zijn: le. het groeiend besef van de verschikkin gen van de moderne oorlogvoering. Het gif gasrapport van den Volkenbond dat voor twee jaar een vrijwel onbekend document was, is overal gepubliceerd; talrijke pacifis ten, militairen en technici hebben door boe ken en brochures het publiek omtrent de mo gelijkheid van den gifgas- en luchtoorlog ingelicht, en iangzamerhand beginnen de gruwelijke mogelijkheden tot het onderbe wustzijn der volken door te dringen. 2e de qualiteit der pacifisten is veranderd. Waar vroeger de anti-oorlogsman als een utopist beschouwd werd, daar wordt nu de strijd tegen den oorlog steeds meer be schouwd als een zaak van practisch volksbe lang. Men vindt het geen onpractisch idealis me meer om er naar te streven dat de vol ken elkaar niet meer en masse op de meest afstuitende en inferieure wijze vermoorden. De huidige oorlogsbestrijders zijn practische menschen, met zin voor de realiteit. Utopisme is hun vreemd. 3e. De anti-oorlogsbeweging heeft zoodanig het terrein bewerkt dat het mogelijk is te ko men tot een collectief professioneel stelling nemen tegen den oorlog. Hierdoor wordt de strijd tegen den oorlog tot een beroepsprinci pe (Voorbeelden hiervan zijn de actie der pers voor het petitionnement en de interna tionale actie der medici). In het beroep wor den de argumenten en wapenen gezocht te gen den oorlog. Doordat beroepen zich tegen den oorlog ga-m keeren, wordt het volksbe wustzijn tot in de diepte omgeploegd en de onbewuste tendenzen die nog steeds den oor log begunstigen, verzwakt. 4e. Door de psychologische bestudeering van het oorlogsprobleem worden de geheime instincten, die den oorlog begunstigen bewust gemaakt. De nog steeds latente strijdlust der volken wordt in al zijn naaktheid blootge legd; de valsche leuzen worden ontsluierd, de ongezonde en misdadige strevingen van de massa's en de individuen worden in 't licht gesteld. Wij leeren inzien hoe de mensch zijn individueel minderwaardigheidsgevoel graag verruilt voor de grootheidswaan van den on- verantwoordelijken massamensch. Wij leeren kennen de misdadige en ziekelijke tendenzen in de geesten van die diplomaten en mili tairen, die den oorlog bevorderen en de anti- oorlogsbeweging bestrijden (soms openlijk bestrijden zooals ik dat in Parijs gezien heb. waar de voorbereidende ontwapeningsconfe rentie door politici en later door partij-fana tici werd gesaboteerd). We leeren kennen de psychologie van de oorlogspsychose, die al lang voor het uitbreken van een oorlog de volken bevangt en hen in een toestand van ondragelijke spanning brengt, waaruit alleen de oorlog verlossing kan brengen. Kortom we leeren kennen en dat geeft de mogelijkheid op redding van de catastrophe, die de wereld bedreigt. Als nu maar de gedelegeerden en staats lieden, die in Genève en elders vergaderen gaan, beseffen dat zij de ontwakende volken niet meer met phrasen en beloften kunnen paaien. Als zij nu maar gaan begrijpen dat van hen daden worden verlangd, verlossende daden. Als zij ma-ir beseffen dat de burger, die zijn krant leest in zijn stille huiskamer, zich niet door hun klinkende redevoeringen laat bedwelmen, maar daarover ongeloovig en sarcastisch lacht. „Het gloren van een nieu we dageraad", het omslaan van de bladzijden in het boek der geschiedenis der menschen moet deze burger eerst zien voordat hij het gelooft. Als nu de diplomaten maar beseffen dat. zij niet op een tooneel staan, maar midden op de groote markt, dat hun daden geen schijnvertoohingen, maar echte daden moe ten zijn. Als zij dit gaan beseffen, hoe het publiek zeer goed een Cecil en een Henderson weet te onderscheiden van een duisteren zin nengoochelaar, dan zullen zij of verdwijnen en door betere vervangen worden of eindelijk spijkers met koppen gaan slaan. Hoe wagen zij het b,v. nog te spreken over afschaffing van zekere strijdmiddelen, over humanisee ring van den oorlog, wa-ir elk strateeg er eer lijk voor uitkomt dat dit een contradictio in terminis is. Waarom moeten de leiders der volken worden opgeduwd en voortgedreven in de goede richting in plaats van zelf moedig voor te gaan? Hebben zij wel eens bij een stervend mensch, een doodziek kind gedacht aan de waanzin van de moderne massa moord? Beseffen zij dan nog niet dat het tee- re leven van de menschheid het op den duur zal moeten afleggen tegen gifgas en mecha nisch geweld? Nu de toelichting tot punt 1. Handel in vergiften en verdoovende midde len. zooals opium en cocaïne wordt.gecontro leerd, handel in blanke slavinnen wordt in ternationaal bestreden. Het is van veel ur genter belang, dat handel in artikelen waar mee men menschen en masse kan dooden, van wapenen en gifgassen ten strengste wordt verboden. Elk verstandig mensch ziet dit in. Wij weten hoe door de wapenindustrie, die over de pers en groote kapitalen beschik ken kan, de ontwapeningspogingen worden tegengewerkt, hoe zij ten eigen bate de vol ken bewapenen en onderling' laten oorlog voe ren, hoe zij tijdens een oorlog nog onderling handeldrijven. Wij weten hoe zij boven alle overwegingen laten gelden hun eigen winst en verlies. Een blad als het Handelsblad heeft daar al herhaaldelijk op gewezen. Wij achten het wenschelijk dat onze ver eeniging krachtig stelling gaat nemen tegen den particulieren wapenhandel, zoowel dooi den invloed die zij te Genève, als door den in vloed die zij hier in 't land kan uitoefenen. Verder achten wij het wenschelijk dat zij aandrang uitoefent op de politieke partijen om in hun programma op te nemen het ver bod van particulieren wapenhandel en van wapenuitvoer. Wat het tweede voorstel betreft, om den druk op de conferentie, waarom nog steeds Henderson vraagt te versterken, stellen wij voor dat alle afdeelingen van onze vereeni ging telegrammen of brieven naar Genève zenden. Wie weet wat zoo'n telegram, op het juiste oogenblik gearriveerd, niet kan bewer ken. Ook zouden wij willen voorstellen deze pressie krachtiger van toon te doen zijn dan in den beginne. Het is zoo jammer dat wij slechts over zoo simpele en weinig brillante middelen beschik ken om den oorlog te bestrijden. Met muziek, uniformen en machines zouden we misschien meer bereiken;dat zou de groote massa meer pakken. Een troost is er. Dat onze ideeën door geen kanonnen zijn omver te schieten en dat zij het zeker op den duur zullen winnen. Wij hopen dat u onze voorstellen zult aan nemen. De afdeeling Wageningen stelde voor om het hoofdbestuur te verzoeken té overwe gen in samenwerking met zusterverenigin gen in het buitenland zoo spoedig moge lijk een uitspraak van de bevolking te ver krijgen over vermindering van de bewape ning met een derde. Het H.B. meende, dat het voorstel thuis behoort bij de Unie van Volkenbondsver eenigingen. Motie. Aangenomen werd een motie van het hoofdbestuur, waarin de vergadering haar leedwezen uitspreekt, dat de ontwapenings conferentie niet tot meer tastbare resulta ten heeft geleid dan in de z.g. resolutie- Benes zijn aan te treffen, en de verwach ting dat. met kracht zal worden gestreefd naar het bereiken van overeenstemming op grondslag, zoowel van qualitatieve als van quantitatieve ontwapening; haar instemming betuigt met de door de Ne derlandsche delegatie ter conferente aange nomen houding, zoowel met de door haar in gediende constructieve voorstellen als met de harerzijds geuite aanvaarding van ce be ginselen, neergelegd in het plan-Hoover. van oordeel is, dat elke poging om door vreedzame middelen de veiligheid der Sta ten te versterken, krachtig moet worden ondersteund, teneinde mede langs dezen weg ingrijpende vermindering der bewapeningen te verkrijgen, het de taak acht der Vereeniging om aan de ontwikkeling van het vraagstuk der in ternationale ontwapening en de handelingen der ontwapeningsconferentie nauwkeurige en voortgezette aandacht te schenken en het hoofdbestuur verzoekt om op de daarvoor passende oogenblikken die stappen te doen, welke hetzij voor de voorlichting in Neder land,..hetzij ter vaststelling van het stand punt der Vereeniging, gewènscht of noodza kelijk zijn. De volgende algemeene vergadering zal worden gehouden te Dordrecht. RADIO-PROCRAAAMA DINSDAG 22 NOVEMBER. HILVERSUM 296 M. AVRO 8.Gramofoonmuziek. 10. Morgenwijding 10.15 Gramofoonmuziek. 10.30 Solistenconcert; 11.Gramofoonmu ziek. 11,50 Voortzetting solistenconcert; 12. gramofoonmuziek; 12,30 Aansluiting met 't Carlionhotel te Amsterdam, concert door Bob Ohrisler en zijn orkest. 2.Rustpoos voor het verzorgen van den zender; 2.15 gra mofoonmuziek; 2.30 Gramofoonmuziek; 3. Knipcursus door mevr. Ida de Leeuw van Rees; 4.pianovoordracht door Mies van Dija 4.30 Radiokinderkoor o.l.v. Jacob Hamel. 5.draaïorgelmuziek; VPR O. 5.30 Jeugd- halfuur, Menschen in den Bijbel; AVRO: 6.- Gramofoonmuziek; 6.30 R.V.U.: 7.AVRO- Kovacs Lajos en zijn orwest; 7,25 overschake ling naar den nieuwen zender; 7.30 Engel- sche les voor beginners door Fred. Fry; 8. Persberichten van het Persbureau Vaz Dias; 8.05 Kovacs Lajos en zijn orkest. 9.15 Gra mofoonmuziek. 9.30 Omroeporkest o.l.v. Nico Treep; 10,15 Gramofoonmuziek; 11.Pers berichten van het Persbureau Vaz Dias: 11.05 Omroeporkest (vervolg): 11.30 Aansluiting met het R.A.I.-gebouw te Amsterdam. Oog getuige verslag van den zesdaagschen Wieler wedstrijd door Hollander. HUIZEN. 1875 M. K.R.O. 8— Morgenconcert. 10.Gramo foonmuziek; 11.30 Godsdienstig halfuurtje door Pastoor L. H. Perquin O.P., 12.Poli tieberichten. 12.15 K.R.O.-sextet: 1.45 rust poos voor het verzorgen van den zender; 2. Middenstandsclrsus; 2.35 Vrouwenuurtje: 3.30 Modecursus door Mevr. M! Cuppens Geurs; 3.30 knippen en naaien voor beginnenden, 4.- opleiding coupeuse. 4.30 Gramofoonmuziek; 5.— plechtig lof ter gelegenheid van het eeuwfeest der Zusters te Tilburg; 6.K.R.O.- orkest. 6.30 cursus Eesperanto; 6.50 K.R.O.- orwest o.l.v. Johan Gerritsen; 7.10 Causerie; 7.30 Politieberichten; 7.45 Verbondskwartier- tje 8.— Gramofoonmuziek 8.15 de Landbouw, grap in twee tafreelen; 9.Persberichten van het Persbureau Vaz Dias; 9.15 strijk kwartet. 10.15 blijbespel in één bedrijf. „De vrouw die het druk heeft". 10.30 The Dutch Gentleman Band o.l.v. Fred, van Zanten. BRUSSEL 509 M. 12,20 Concert door het kleine orkest van het N.I.R. o.l.v. P. Leemans, 1 45 Gramofoon muziek! 5.20 Concert, door het omroep-Sym- phonieorkest- o.l v. Jean Kumps. 10.30 Gra mofoonmuziek; 11.Gramofoonmuziek, JOIMNDBORG 1153 M. 2.20 Omroeporkest o.l.v. Launy Gröndahl. 8.saxofoonspel; 9.25 omroepsymphonie- orkest. BERLIJN. 419 M. 3.50 Concert, 5,25 idem, 6.30 Kamermu ziek, KcNIGSWUSTERIIAUSEN 1635 M. 1,20 Gramofoonmuziek. 3.50 Concert. 7.50 Populair Concert. LANGENBERG 472 M. 12.20 Concert door het orkest van den West-Duitschen omroep; 4.20 Kamermu ziek. Onze dagelijksche Kindervertelling. DE AVONTUURLIJKE LOTGEVALLEN VAN MIEP MUIZENSCHRIK EN DIKKIE KRAKEBEEN Alles werd netjes in kuiltjes gelegd en de kuiltjes weer dicht gemaakt. Toen bleef er nog plaats over voor wat mooie bloemen en strui ken. „Ook meteen maar zaaien," zei Dik, die veel ondernemingsgeest bezat. Een paar beren stonden vanuit de verte dat gedoe gade te slaan. Ze snapten er niets van en dichterbij komen durfden ze niet. Dat was maar goed ook, want met hun logge pooten zouden ze alles bederven. Maar ze had den ontzag voor die lange staart van dat ééne beest en ze zetten dan ook maar rustig hun wandeling voort. Op den grond werden nu buizen gelegd, waarin gaten waren geboord. Hierdoor kon de warme lucht stroomen en werd het heele terrein gelijk verwarmd. Toen alles klaar was. werd een dunne sneeuwlaag over de aarde gelegd. „Dit zal door de warme lucht smelten," zei Miep. „en de aarde biijft vochtig." ..En nu wachten we maar af." zei Dik. 'k Hoop. dat we gauw vruchten zien." Knipstaart had inge schakeld en alles werkte prachtig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 6