VELO DE wringer
ONS PLAN VOOR WERKVERSCHAFFING.
HAARLEM'S DAGBLAD
DINSDAG 22 NOVEMBER 1932
Bij de gedachfenwisseling in den Haarlemschen raad.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct.. per rejrel.
Nu tc verwachten is, dat dezer dagen in
den Haarlemschen gemeenteraad, bij de be
handeling der begrooting, een en ander ge
zegd zal worden over ons plan tot werkloos
heidsbestrijding, komt het ons gewenscht
voor nog iets ter toelichting te zeggen.
Men weet hoe de stand van zaken thans is.
Namens den Minister van Binnenlandsche
Zaken is ons 'op het departement de verze
kering gegeven, dat „de regeering niets liever
zou doen, dan medewerken om het geld. dat
thans door de overheid (rijk en gemeenten)
aan werkloozensteun wordt uitgegeven, te
gebruiken om de werkloozen aan den arbeid
te zetten".
De heer Meijer de Vries, hoofdinspecteur
der werkverschaffing, die ons plan in op
dracht van den Minister bestudeert, deelde
ons in aansluiting op bovenstaande verkla
ring nog mede, dat op het departement de
overtuiging bestaat, dat die arbeid voor de
werkloozen niet gezocht kan worden in nor
male objecten, maar dat daarvoor uitgezien
moet worden naar werken waarin weinig of
geen kosten voor materialen begrepen zijn.
Er werd namelijk gevreesd, dat bij het uit
voeren van normale werken zooveel geld ge
leend zou moeten worden, dat er gevaar zou
ontstaan voor de veiligheid van den gulden,
terwijl bovendien de kapitaaldiensten der
gemeenten te zwaar belast zouden worden.
Daar onze cijfers over verhouding van ar
beidsloon en kasten van materiaal sterk af
weken van die welke op het departement, be
kend waren, werd ons toegezegd, dat wij in
de gelegenheid zouden worden gesteld om
daarover alsnog advies van deskundigen in
te winnen om die nadere gegevens dan aan
het departement over te leggen.
Een groot aantal deskundigen te Haarlem
en elders heeft ons welwillende medewerking
daarvoor toegezegd. Wij hopen nog deze week
in staat te zijn het rapport aan het depar
tement toe te zenden en in H. D. te pu-
biiceeren. Wel kunnen wij reeds nu zeggen,
dat het nadere onderzoek heeft aangetoond,
dat- bij normale objecten in het algemeen op
een gulden arbeidsloon 50 cents kosten ko
men voor materiaal, enz.
Op het departement was aangenomen:
een gulden arbeidsloon en een gulden en 50
cents materiaal,
Onze berekening komt dus op een derde.
Dit resultaat is evenwel alleen te verkrij
gen als liet, plan tot werkloosheidsbestrijding
over het gehee'lc land wordt uitgevoerd. Want
als dan te Haarlem om een voorbeeld te
noemen een nieuw gebouw voor den Ge
neeskundigen Dienst wordt gebouwd, ver
werken de Haarlemsche arbeiders steen en en
dakpannen die in Aiohen aan den Rijn of
elders in Nederland zijn gebakken. Er wordt
gemetseld met cement die in Limburg wordt
gefabriceerd, aangevuld met scherp zand dat,
uit de Nederlandsche rivieren gebaggerd is.
De schilder zet ruiten in die in Hansweert
werden gemaakt en hij verwerkt verf die in
Haarlem of elders werd gefabriceerd. Enzoo-
voort.
Er moet dan een vorm gevonden worden
om vast te leg -i hoeveel werkloozen in Ne
derland werk bekomen, doordat in Haarlem
zoo'n werk wordt uitgevoerd.
Bij ons plan is dit mogelijk.
Daardoor vervallen de bezwaren tegen het
gebruik van materialen, want juist daardoor
worden veel meer werkloozen aan het werk
gezet.
Bovendien ontstaat er dan een wisselwer
king ti"7 chen de verschillende gemeenten
die juist bevorderlijk is voor een opleving.
Bij deze algemeene toepassing blijft na
tuurlijk niets over van plaatselijk -protec
tionisme. waarvoor aanvankelijk door eeni-
gen vrees werd geuit. De werkloozen in
Aliphen aan den Rijn zullen profiteeren van
de werkobjecten die Haarlem laat uitvoeren,
maar ook Haarlsmsche werkloozen zullen
werk krijgen doordat elders werk wordt uit
gevoerd.
Met belangstelling wachten wij af. of -men
in den Haag, na kennisneming van onze
nadere gegevens de aanvankelijke bezwaren
tegen h:-t besteden van den werkloozensteun
om het uitvoeren van normale objecten
(die anders otm financieele bezwaren in dezen
crisistijd worden uitgesteld) uit te voeren, zal
Laten varen.
Eerst a>ls daarover een beslissing gevallen
is, komt aan de orde hoe de werkloozensteun
gebruikt kan worden om daarmee werkloozen
aan den arbeid te zetten.
Daarbij kan dan gesproken worden over
de details van ons plan.
B. en W. van Haarlem hebben in htm me
morie van antwoord op het afdeelingsverslag
een detail van ons plan nader besproken.
Zij zagen in den steun die aan de industrie
gegeven wordt, een vsrkapte export-premie"
In een aanteekening bij dit stuk van B. en W.
hebben wij er reeds op gewezen, dat die be
oordeeling niet juist is. Bovendien is die steun
aan de industrie een detail, dat gewijzigd of
desnoods vervallen kan, zonder dat het plan
daarmede in het gedrang komt. De 10 pet.
korting van de winkeliers kan, als men het
algemeener wil stellen, gebruikt worden voor
.particuliere werkverruiming"Vereenigingen
kunnen geholpen worden als zij met objec
ten op de arbeidsmarkt willen komen. Steun
aan de industrie behoeft niet geheel uitge
sloten te worden, want die is zeer goed te
verbenen zonder in het gevaar van export
premies -te vervallen. In de Rijkscommissie
voor Werkverruiming is dezer dagen mede
gedeeld, dat het bureau der commissie in 130
gevallen zijn b:middeling heeft verleend om
te trachten bepaalde orders voor de Neder
landsche industrie te behouden.
Er is op dat gebied dus wel veel te doen.
En als er geld voor beschikbaar is, (misschien
ook wel wat te bereiken.
B, en W. van Haarlem hebben in de be
doelde memorie van antwoord medegedeeld
dat van hun college geen voorstel te ver
wachten is om ons plan in te voeren.
Zoo staat de zaak evenwel niet.
Eerst als het overleg niet Den Haag af-
geloopen is, komt voor de gemeentebesturen
het moment om te b?oordeelen of er, op grond
van de gedane toezeggingen van de regee
ring, reden is om daarvan gebruik te maken.
Reeds thans daarover te beslissen is voor
barig.
Wel zal d; Haarlemsche raad- zich dienen
bezig te houden met de vraag of het ge
wenscht is gebruik te maken van de toe
zegging van den hoofdinspecteur der werk
verschaffing. dat t? Haarlem onmiddellijk
500 man in werkverschaffing aan den arbeid
kunnen gaan.
Dit staat natuur! naast ons plan, want
bier betreft het objecten van werkverschaf
fing tegen werkverschaffingsioonen.
Wij ijverden daarentegen voor het uitvoe
ren va-n normale objecten tegen normaal
loon, ook al is het dan noo-dig daarbij eenige
beperkingen in te voeren.
C. J. VAN TILBURG.
SCHILDERKUNST.
De schilder Kees van Urk
in hef Waaggebouw.
De schilder Kees van Urk, die vroeger in
Barclrem was gevestigd en thans in Laren-
Blaricum werkt, stelt zijn arbeid op de Waag
voor de Haarlemmers ten toon. Ik vrees dat
er op deze reeds vroeg donkere middagen
wel eens een uurtje zal voorbij gaan. zonder
dat er een bezoeker de reeds veel beleefd
hebbende treden van de oude Waag beklimt,
en tochik zou het niet alleen voor den
schilder doch ook voor de liefhebbers van
kunst jammer vinden, zoo de laatsten deze
expositie, die tot 3 December duurt, onbe
zocht lieten.
Van Urk is een idealist en een romanticus.
Daardoor zijn zelfs de minder gelukkige din
gen die hij laat zien wel zwak, maar nooit
grof of brutaal en zitten in de gelukte wer
ken elementen van een fijne distinctie, die
niet alledaagsch zijn. Een motief van niet
niet alledaagsch zijn. Een motief van 'n Blari
cumsch huis, aan een landweg waarop een
wegwijzer staat, behandelde hij verscheidene
malen. Eens geeft hij het op het moment van
het eerste lichten (no. 48), het aanbreken
van den dag. als de duisternis begint te
wijken voor het nog zwakke onwezenlijke
licht. Dit ïs niet zonder dichterlijkheid door
voeld en in de schilderij eenvoudig zuiver
uitgesproken. Het is voor mijn begrip een
der beste werken hier getoond. Er vlak bij
staat een eenvoudig geval van ccn hooiberg
waaromheen even subtiel het hier sterkere
lichtspel geweven is. Als geval is het nuch
terder dan de eerste schilderij, maar toch
ook weer losser van de realiteit dan het
gezond-boersche van bijvoorbeeld Bezaan, die
soortgelijke gevallen en composities gaarne
behandelt. Nog meer verlaat Van Urk de
realiteit, om in een volledige transcriptie van
de natuur over te gaan. in een paar dorps
gezichten uit Canne (Limburg). Op het eer
ste gezicht denkt men aan het Fransche
Cannes, zóó on-hollandsch is de kleur van
deze werken. Maar vooral die oploopende
kerkstraat is mooi en vloeiend geschilderd
in zïlvergrijzen hoofdtoon met reflexen van
licht-rose email. Ook hier weer een dichter
lijke omzetting van een dorpsbeeld, die niet.
als een ansichtskaart. het straatje geeft, doch
uit dat straat als motief een zeer persoon
lijke emotie weer in beeld opbouwt. Dit num
mer 33 lijkt mij van de beide Kerkstraatjes
het meest volledig geslaagd en geeft van
de geaardheid van 'den schilder wel een zeer
goed idee. Er is van dat kerkpad ook 'n zwart
krijt teekening (23) die ik noteerde, om hier
als iets moois te memoreeren.
In een paar figuurstukken met „Netten-
boetsters" komt Van Urk weer op andere
wijze tot iets goed. Daarin is hij donker en
dreigend van kleur als een Spaansche ver
taling van den gemoedelijk Hollandschen
Akkeringa. Zijn kleur is romantisch, we zei
den het al. Een dergelijk onderwerp is nog
wel in dien dreigenden toon te genieten. De
ietwat zoete romantiek van een Sadée of den
ouden Artz is voor de schilders van deze
generatie vergane grootheid. Maar aan den
anderen kant is niet ieder geweldig, wie wil
Zoo lijkt mij die ploeg op het veld. na het
onweer, no. 47, een uit zijn krachten ge
groeide Van Urk. Om aan dat geweldig
instrument, onder dc onwcerslucht en op dat
wijde verlaten veld werkelijk Iets geweldigs
te geven, moet het wel met een Van Gogh-
sche passie geschilderd zijn. En van passie
tot pastiche is de schrede zoo klein.
Van Urk, ten slotte, lijkt mij geen artist
voor heftige dingen. Hij is, on nu zijn wij
weer bij ons uitgangspunt, een idealistisch
rmanticus, artist in de nuance, dc verfijning,
de verdroomde werkelijkheid, eer dan in de
ongebreidelde hartstocht.
Alles bij elkaar redenen tc over om met
dit werk te gaan kennis maken, nietwaar?
Op de Waag brande de kachel niet den
ganschen dag voor niets.
J. H. DE BOIS.
MUZIEK
Loopt licht, wringt krachtig. Zeer solide
gebouwd. De eenige werkelijk-roestv'rije wringer.
Zware rollen met rubber van de allerbeste kwaliteit,
dat gegarandeerd niet loslaat! Vraagt de condities!
IVp| n Nederl. Wasch- en Wringmachines
IfillalJ SINDS 30 JAREN AAN DE SPITS. -
Heemsteedsch fanfarekorps „Excelsior'
De jaarlijksche uitvoering van het Heem
steedsch korps van gemeentelijk overheids
personeel trok ook ditmaal als voorheen een
volle zaal. Een feit dat in deze dagen niet on
vermeld mag blijven. Excelsior dankt dit.
naast zijn goeden kijk op den zin van zijn
publiek („elck wat wils" mocht het devies
zijn dezer verceniging voor een groot deel
aan de goede eensgezindheid in den boezem
der vereeniging. waar bestuurderen geen ar
beid schuwen, hoe zwaar, hoe ondankbaar
die mag zijn, Organiseeren zit den leden in 't
blóed, en de goed ges aagde eerste-histrum-
vieriug li". no? verseh Ir. 't geheugen.
Voor d:ze uitvoering had d? directeur i
Rcijnier van 't Hoff een smakelijk program
ma samengesteld, waaruit wij meteen moch
ten lezen, hoe het korps zich op den onlangs
te Soest gehouden wedstrijd met eere onder
scheidde. Want de ouverture „Médée", op 't
moment dat de wedstrijd alweer een flinken
tijd achter ons ligt, vertoonde nog alle teeke
nen van degelijke studie. Dat de klank zoo
voldeed, dankt men voorts aan de opstelling
van het midden- en groot koper, waar de
tenorhoorn den weg vond naar de tuba over
het euphonium. De tenorhoorn kwam hier,
vooral in zijn goed gespeelde solopartijen,
heel mooi uit, en de daarachter gestelde alt
hoorn en trombones zorgden voor de noodige
afronding. Met deze opstelling toont de diri
gent Reijnier van 't Hoff zijn goeden kijk op
de middelen ter verkrijging van een mooi
klankgeheel. Deze ouverture ..Médée" vond ik
in alle opzichten het beste van den avond.
De solisten van het klein koper speelden
voorheen wel eens met meer trefzekerheid,
en zij schenen dezen avond meer dan ooit
op elkaar te rekenen. Te dikwijls echter bleef
die onderlinge steun uit; waar de een faalde,
onderging de ander daarvan de uitwerking,
zoodat we in het oord van het klein koper
wel eens generaalpauzen troffen, die de par
tituur niet aanwees.
Veel was er voorts te prijzen in „Féerle-
ballet" van Delhaye en in een goede concert
zaal zou 't geheel zeker nog beter tot zijn
recht komen. De zaal van restaurant „Dreef-
zicht" boet n.l. aan acoustiek in, wat zij aan
comfort en gezelligheid te over heeft. En
van deze laatste goede eigenschappen profi
teerden de aanwezigen in ruime mate, vooral
toen Louis Contran hen met zijn zelfvervaar-
digcl aanvullend programma de beslomme
ringen van den dagelijks weerkeerenden ar
beid deed vergeten.
G. J. KALT.
Haarlem's Kinderkoor
„Inter Nos."
Precies op het vastgestelde uur ving diri
gent Jan Booda zijn concert aan met de
groote cantate „Lente" van Anna Lam-
brechts-Vos. Dat was voor de kinderen een
opdracht, die zij prachtig ten eind brachten.
Zoo zij niet i-eeds een dosis plankenvastheid
bezaten, het was stellig niet mogelijk ge
weest. Van weifelen was geen sprake, van
tegen-den-toon-zingen evenmin. En zoo be
leefden de hoorders met één slag al de frisch-
heid van den kinderzang.
De sopraansoliste, mej. Corry Bijster, vond
met eenige liederen van Cath. van Rennes
en van Mortelmans op dit moment haar
auditorium nog ééns zoo dankbaar gestemd.
Haar frissche blanke stem past zich wonder
wel aan bij de sfeer, die eenmaal de kinde
ren hadden gebracht. En daar haar voor
drachtskunst zich niet alleen bepaalt tot
mooi zingen, maar aan 't woord genoegzame
aandacht wijdt, bracht haar zang een veel
vuldig genot. Alleen voor het zeer moeilijke
lied van Mortelmans zijn de middelen nog
niet gehee'l toereikend. Dit lied „Het jonge
jaar" vraagt een adembeheersching, die al
leen mogelijk is bij een zeer bijzondere phy-
siek. Maar buiten kijf ligt het oogenblik niet
meer ver af, dat Corry Bijster zich van een
zóó groote opgaaf zonder buitengewone in
spanning zal kunnen kwijten. Spelend als 't
ware zong zij de soli in de cantates, en daar
Emmy van Eden haar aan den vleugel se
condeerde. bleef het luisteren naar haar fris-
schen zang een ongestoord genot.
De kinderen besloten daarop vóór de pauze
het programma met het prettige werk van
I-Iendrika van Tussenbroek „Een oud Sprook
je". Hier was alles, ook de solozang, aan de
kinderen overgelaten. Het in den .toren op
gesloten prinsesje luisterde blij verrast naar
het koor, dat haar van buiten de slotgracht
toezong, en met een kloppend hart naar de
beide prinsen, die bezwoeren, haar te zullen
bevrijden. Zoo 't prinsesje artistiek is aan
gelegd. zal zij haar oor leenen aan prins no.
éér., die zingen kan. Is zij sportief begaafd,
dan zal no. twee overwinnen, daar hij
slechts beschikt over de kracht van zijn lon
gen. 's Prinsenstem zit een flink eind te laag,
zoo ongeveer waar de man zijn das draagt.
Dat is niet goed. en wordt nooit goed, wat
erger is. Het klokkenkoor. dat dit mooie
werkje besluit, klonk zoo frisch en zoo mooi
als men zich wenschen kan. Even te voren
hadden de kinderen ook hun beste been voor
gezet in „Dansliedje". Daar bereikten zij wel
het uiterste aan klank en aan levendige
voordracht.
Een groote opgaaf wachtte hun nog na de
pauze, de cantate van Kor Kuiler „Een Win
terdag". Zij blijft door prachtige brokken
muziek interesseeren; gelukkig, want de
tekst heeft geen groei, een fout van het
meerendeel onzer kindercantates. Zelfs een
bekwaam musicus als Kor Kuiler zal zich bij
zijn arbeid meermalen achter 't oor hebben
gekrabd met een ..tjonge, hoe red ik me
daar uit". Inderdaad klinkt uit den vloed
van muziek menige simonsverzuchting op,
tot opeens het rytme van een nieuw onder
werp in den tekst 't stollend componisten-
bloed aan 't schuimen zet. Dan moet je die
kinderen aanzien. Want die maak je niets
wijs. Het slechte in de muziek klinkt slap.
het goede nog mooier dan je had verwacht.
En in die allerbeste momenten heeft ook de
toondichter als bekwaam oiauist een vlotte
pianonavtij geschreven op die plaatsen
aan Emmy van Eden g--" enkele moeilijk
heid bood. Maar in 't ander geval (hoe kan
't. anders?) kraakte het wel eens Prachtig
daarentegen klonk die partij, waar 't slot
koor werd ingeleid. Dc muziek, al was zij een
heele opgaaf, had een prettige vaart, en zij
sleepte in dit slotkoor de kinderen mee, en
nus hoorders, en den wakkeren dirigent, dri
ditmaal zoo buitengewoon veel had in te
sHidooren. TV zip hem aan. da+ hiï dit spelend
doet omdat zoo'n kinde-kooruttvoeriing
"aast «root wsrv dat hij heeft te doen, voor
hem een even blij gebeuren is als voor ons:
G. J. KALT.
Han Beuker en Wouter Denijs
The twinkling Five.
Han Beuker en Wouter Denijs in hun Jazz-
syncopations zijn hier r.eeds vroeger opge
treden. Men kent mijn geringe voorliefde
(of moet ik na Liefde zeggen?) .voor de Jazz:
als ze ons echter niet alleen in welverzorg
de n en briljanten vorm. maar bovendien op
zóó welluidende en nimmer het oor beleedi-
gende wijze geboden wordt als door onze
Hollandsc'he duettisten heib ik er vrede mee
Him klankeffecten suggereeren vaak het
jazz-orkest; men hoort in verbeelding een
saxofoon, een trompet, een xylofoon, een
drum maar het blijven aanduidingen: de
wreede werkelijkheid blijft ons bespaard
Sinds hun vorig optreden te Haarlem hebben
Beuker en Denijs het tot internationale
bekendheid gebracht; hun tournee mei
Maurice Chevalier bracht hen zelfs tot in
Rome en Napels.
Ik kende hun in het genre uitmuntende
praestaties en die waren dus geen verrassing
voor mij. Wé! waren dat- die der Twinkling
Fiv.e. of eigenlijk Twinkling Four, want de
vijfde, of beter gezegd: de eerste, was Haai
Beuker. Een zangerskwartet, vier mooie ge
schoolde stemmen; vier vrijmoedige verschij
ningen, zonder de houterigheid, die we van
Hollanders gewend zijn. Dus vreemden? Hun
naam is Engelsch; zij begonnen met Duit-
scbe - en Engelsche liedjes: een bewonderaar
van import kon glunderen. Maar sposdig
bleek dat de Four onze moedertaal te zuiver
uitspraken om nog langer te kunnen ver
moeden dat hun wieg buiten onze grenzen
had gestaanWe hadden goede, echte
Nederlanders voor ons, en als ik hun namen
no:-m: Schansman, Gobets. Strooonenbergh en
Lammen, zult ge zien dat het Nederlanders
zijn die ook de ernstige kunst met waardig
heid dienen. En ik kan tot mijn genoegen
vermelden dat de erkenning van hun land
aard de waard;ering voor hetgeen zij gaven
verstrekt niet verminderd heeft. Men heeft
gelachen, geschaterd en geklapt en terugge
roepen nog eens en nog eens.
Er waren inderdaad niet allien grapipdge
maar ook geestige voordrachten.
Het meest amusant waren de ..persiflages"
of parodieën van de hand des pianisten, Han
Beuker. Sommige daarvan toonden een met
dien van Dr. Joh. Wagenaar verwanten geest
Wel bezit Beuker nog niet het meesterschap
over de verschillend? geparodieerde vormen,
dat in Wagenaars spotternijen altijd zoo ver
rast. maar toch was zijn oratorium-parodie
op den tekst „Ik zag twee vlooien" zeer ver
makelijk. al deed het mij eenigszins leed
dat op h't blad muziekpapier der zangers
de naam van Haycln in groote blauwe letters
prijkte. Want het was geen Haydn wat we
hoorden maltr we! een beetje .schlendrian"
op de manier van Haydns tijd en w,? zijn nana
Haydn te dankbaar voor de onvenvelkbave
schoonheid die hij ons in zijn oratoria schonk
dan dat we 'hem als mikpunt van onzen spot
willen zien. Bovendien was de vorm hier
niet in den haak. Op een recitatief volgt in
den regel geen vierstemmig koor. Aardiger
was de groote-opera-persiflages, waar flauw
gevallen en op andere wijze geacteerd werd.
een parodie op ..Daar zaten zeven kikkertjes"
(.,'t waren er zeven" Wagenaar. ge hebt
School gemaakt!) en ook de Russische dans
op dien tekst, met het Wolgalied er listig
lijk doorheen gevlochten.
Deze en meer ander? soorten waren koste
lijk en zijn verkrijgbaar bij The Twinkling
Five, een Revel'ers-cornbinatie die voor géén
buitenlandsche de vlag behoeft ite strijken.
Wie eens een avond zich muzikaal amu
seeren wil, de muziekkenner niet uitgesloten,
ga hen hooien!
K. DE JONG.
HET TOONEEL
Ver. Rotterdamsch-Hofstad Tooneel.
Als ouders slapen
Als ouders slapenis het voorbeeld van
een Engelsch society-blijspelletje. 'n Beetje
gewaagd, maar niet zoo erg, dat wij in de
zaal er om behoeven te blozen, 'n beetje leeg,
maar niet te veel om er kregelig van te
worden, 'n beetje onmogelijk, maar toch zoo,
dat je er om glimlacht en niet protesteert.
Dit is een stuk. dat je moet gaan zien, als je
prettig en copieus gedineerd hebt. Je moet
niet al te critisch zijn, je moet er niet meer
van verlangen dan wat je van een maga-
sine-verhaaltje verwacht en als je tante met
principes over moraal en zedelijkheid zich
ergert over de al te wufte Lady Cattering,
dan kun je haar zoo van ganschcr harte ge
rust stellen, omdat het een Engelsch stuk is
en alles dus aan het slot zonder ongeluk
ken weer in het reine komt.
In dit vroolijke spel voor ouders en volwas
sen kinderen is het „juf", die voor dat goede
slot zoret. Ja, ja, die juffen uit den goeien,
ouden tijd. ze worden zeldzaam net als de
paarden maar een heel enkelen keer ont
moet je er nog wel eens één. zoo'n goeie, brave
ziel, die 'n tweede moeder voor de kinderen
is en heel haar leven „juf" blijft, omdat ze
nu eenmaal juf is. Wat- zoo'n juf in een fa
milie waard kan zijn, zien wij in het blijsuel
van Anthony Kimmins. Als de ouders slanen,
waakt zij en al is dat lady Cattering aller
minst aangenaam, zij zorgt er toch maar voor,
dat haar vlekken uit haar japon worden ge-
wasschen en daarmede ook een vlek uit
haar leven en dat Neville een van haar
.ioneens niet zijn ongeluk tegemoet gaat.
Dit blijsoel is een verheerlijking van de Tuf
fen en dat is al een reden om er sympathie
voor te hebben. Want zij mogen in meisjes
boeken her^aaldelük op °en pie/jestal zijn ge
plaatst.. ou het. tooneel zijn ze tot nu toe vrij
wel verwaarloosd en wij zien aan deze brave
Naucy hoe onbillijk dat is.
Als ouders slapendan gebeuren er
soms wonderlijke dingen, zooais Anthony
Kimmins ons in zijn vroolijk spel wil laten
zien. Trouwens ook. als ouders waken, warw
wij zijn er niet weinig verbaasd over. dat
Jerry, de zoon van Colonel en mevrouw Ham
mond „Bubbles" Thompson, een juffie, dat
hij zoo maar eens ontmoet, bij zijn ouders
introduceert en te logeeren vraagt. Stijve
Engelschen uit de society zooals deze colonel
Hammond zijn anders niet gewoon hun
slaapkamer zoo maar af tc staan voor het
eerste het brste juffie. Maar doze colonel
doet het ten gerieve van den schrijver, die
haar noodig heeft als contrast tegenover
Lady Cattering. de vlam van Neville, den
anderen zoon, die ook bij de Hammonds lo
geert en veel gevaarlijker blijkt te zijn dan
„Bubbles" Thompson. Want Lady Cuttering
flirt zoo op den man af met Neville als je
dat tenminste nog flirten kunt noemen dat
met zoo'n logé de ouders maar beter deden
met niet te gaan slapen, tenminste wanneer
er geen wakende juf in huis is. Bubbles
Thompson is vergeleken bij Lady Cattering
de onschuld zelf al weet zij ook weinig van
vormen en manieren en al vindt zij het
woord „hoepla" voldoende voor een kennis
making met een heer. Maar Lady Cattering
zou ik toch niet graag bij ouders met vol
wassen kinderen introduceeren. zoowel niet
om wat ik zoo alles van haar op de sofa
heb gezien als om haar vocabulaire, waarvan
het woordje „luizig" een veelvoorkomend
exempel gaf.
Het publiek van de tweede abonnementsvoor-
stelling heeft zich met dit onschuldige
schuldige gevalletje wel geamuseerd, al zal
het dan ook wel nfet blind zijn geweest
voor de zeer zwakke constructie o.a. van het
derde bedrijf, waarin de schrijver met de
grootste willekeur de menschen van en op
het tooneel toovert en al zal een zeker ge
voel van leegte ook wel de slot-indruk zijn
geweest. Maar er bleef die goeie, brave nooit
genoeg geprezen juf en het was tóch cok
bij momenten wel amusant, vooral in het
tweede bedrijf, toen Adri van Hees en Joeki
Broedelet als sardines fn een blik op de
sofa samengevouwen lagen en Piet Rienks
en Annie van Duyn alle mogelijke moeite
deden om hen maar niet te zien, wat hun
-• dank zij de whiskey op een dressoir in het
fond wonderwel gelukte.
Zeer veel spel vereischte dit Engelsche
blijspelletje niet, maar wat er van de spe
lers gevraagd werd, gaven zij naar ons al
ler genoegen. Vooral Piet Rienks was giste
ren op dreef als de marinier! Hij was jong,
levendig amusant en er zat gang in zijn spel!
Adriaan van Hees, die door Lady Cattering
voor zulke moeilijke perikelen werd ge
plaatst en een leerschool in de liefde moest
demonstreeren. deed dat met symoathieke
jeugdige schuchterheid. Joeki Broedelet ver
gat als Lady Cattering geen moment, dat zij
m een Engelsch stuk stond. Hoe is het mo
gelijk dachten wij nu en dan. dat je alles zoo
onbewogen zegt en je zoudt soms denken,
dat alles voor Lady Cattering maar ,,'n spel
letje" was. Ik ben er niet. zeker van dat
dit opzet was van Joeki Broedelet, maar
vermoed, dat het ook 'n beetje onmacht was.
Annie van Duyn debuteerde hier althans
ik zag haar nooit te voren in de rol van
Bubbles Thompson en zij deed dat op na
tuurlijke. aardige manier, zoodat wij van
een belofte mogen spreken. Eduard Verkade
speelde colonel Hammond, zooals hij tiental
len Engelsche heeren heeft- gespeeld, cor
rect dus, volkomen als gentleman en in dit
speciale geval met een pretttige gemoedelijk
heid. Helèn.e Sistermans—Vink was een jeug
dige moeder maar met een duidelijk moe
derlijk accent.
En dan was er niet te vergeten juf, de juf
der juffen, mevrouw Enny Heymans-Snij-
ders. die je om haar hartelijkheid en liefde
zoo in je huis zoudt willen nemen. Een aar
dig gespeelde rol, die volkomen tot haar
recht kwam.
Ik schreef reeds, dat het publiek zich amu
seerde. Of de ouders minder rustig zijn gaan
slapen? Ik vermoed, dat papa de wat on
rustig geworden mama wel in slaap gesust
zal hebben met de opmerking: „Welke ver
standige ouders halen nu een lady Cattering
en een Bubbles Thompson in huis?" En
mama zal hebben geantwoord: Je hebt gelijk.
Slaap lekker, man!"
J. B. SCHUIL.
SCHEEPVAARTBERICHTEN
HOLLAND—AMERIKA LIJN.
Delftdijk, Vancouver n. Rotterdam, 20 te
Londen.
Boschdijk 20 van Rotterdam n. New-
York.
Lochmonar, Rotterdam n. Vancouver 20 te
Londen
HALCYON LIJN.
Vredenburg 20 van Vlaardingen te Nar
vik voor Einden.
Stad Haarlem 20 van Rotterdam te Ser-
vola, voor Larmes.
Stad Zaandam 20 v. Vlaardingen n, An-
cona.
Stad Zwolle 19 van Antwerpen te Mar
seille, voor Oran-Huelva.
Staid Vlaardingen Rotterdam n. Pto. Fer-
rajo, p. 19 Ouessant.
Stad Zaltbommel vertr. 21 n.m. van Sas
van Gent n. Rotterdam.
Rozenburg 21 v. Vlissingen te Rotter-
dam-
HOLLAND—AFRIKA LIJN.
Heemskerk 21 van Beira te Rotterdam,
Rietfontein 21 van Hamburg te Amster
dam.
Springfontein (thuisreis) 19 van Mom-
bassa.
Klipfontein vertrok 22 van Beira n. Rot
terdam.
Nijkerk (uitreis) 21 van Antwerpen.
HOLLAND—OOST-AZIc LIJN.
Zuiderkerk (thuisreis) 20 te Singapore.
Arendskerk 21 van Rotterdam te Antwer
pen.
Ouderkerk (thuisreis) 19 van Genua.
Grootekerk (uitreis) p. 19 Gibraltar.
HOLLAND—BRITSCH-INDIë LIJN.
Hoogkerk (thuisreis) 19 v. Madrasn.
HOLLAND—AUSTRALIë LIJN.
Nieuw Zeeland 19 van Melbourne n. Singa
pore.
Djambi (thuisreis) 19 te Bremen.
Gaasterkerk (uitreis) 20 te Melbourne.
ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN.
Alchiba 20 van Rotterdam n. Hamburg.
Aldabi (thuisreis) 19 van Santos.
ROTTERDAMSCHE LLOYD.
Dempo (uitreis) 20 (1 n.m.) Kaap del
Armi.
Garoet (thuisreis) 19 (8 n.m.) van Mar
seille.
Kota Tjandi (uitreis) p. 21 (1 v.m.) Fi-
nisterre.
Kota Nopan (thuisreis) 20 van BelatwaiL