VELO DE wringer ONS PLAN VOOR WERKVERSCHAFFING. HAARLEM'S DAGBLAD DINSDAG 22 NOVEMBER 1932 Bij de gedachfenwisseling in den Haarlemschen raad. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN 60 Ct.. per rejrel. Nu tc verwachten is, dat dezer dagen in den Haarlemschen gemeenteraad, bij de be handeling der begrooting, een en ander ge zegd zal worden over ons plan tot werkloos heidsbestrijding, komt het ons gewenscht voor nog iets ter toelichting te zeggen. Men weet hoe de stand van zaken thans is. Namens den Minister van Binnenlandsche Zaken is ons 'op het departement de verze kering gegeven, dat „de regeering niets liever zou doen, dan medewerken om het geld. dat thans door de overheid (rijk en gemeenten) aan werkloozensteun wordt uitgegeven, te gebruiken om de werkloozen aan den arbeid te zetten". De heer Meijer de Vries, hoofdinspecteur der werkverschaffing, die ons plan in op dracht van den Minister bestudeert, deelde ons in aansluiting op bovenstaande verkla ring nog mede, dat op het departement de overtuiging bestaat, dat die arbeid voor de werkloozen niet gezocht kan worden in nor male objecten, maar dat daarvoor uitgezien moet worden naar werken waarin weinig of geen kosten voor materialen begrepen zijn. Er werd namelijk gevreesd, dat bij het uit voeren van normale werken zooveel geld ge leend zou moeten worden, dat er gevaar zou ontstaan voor de veiligheid van den gulden, terwijl bovendien de kapitaaldiensten der gemeenten te zwaar belast zouden worden. Daar onze cijfers over verhouding van ar beidsloon en kasten van materiaal sterk af weken van die welke op het departement, be kend waren, werd ons toegezegd, dat wij in de gelegenheid zouden worden gesteld om daarover alsnog advies van deskundigen in te winnen om die nadere gegevens dan aan het departement over te leggen. Een groot aantal deskundigen te Haarlem en elders heeft ons welwillende medewerking daarvoor toegezegd. Wij hopen nog deze week in staat te zijn het rapport aan het depar tement toe te zenden en in H. D. te pu- biiceeren. Wel kunnen wij reeds nu zeggen, dat het nadere onderzoek heeft aangetoond, dat- bij normale objecten in het algemeen op een gulden arbeidsloon 50 cents kosten ko men voor materiaal, enz. Op het departement was aangenomen: een gulden arbeidsloon en een gulden en 50 cents materiaal, Onze berekening komt dus op een derde. Dit resultaat is evenwel alleen te verkrij gen als liet, plan tot werkloosheidsbestrijding over het gehee'lc land wordt uitgevoerd. Want als dan te Haarlem om een voorbeeld te noemen een nieuw gebouw voor den Ge neeskundigen Dienst wordt gebouwd, ver werken de Haarlemsche arbeiders steen en en dakpannen die in Aiohen aan den Rijn of elders in Nederland zijn gebakken. Er wordt gemetseld met cement die in Limburg wordt gefabriceerd, aangevuld met scherp zand dat, uit de Nederlandsche rivieren gebaggerd is. De schilder zet ruiten in die in Hansweert werden gemaakt en hij verwerkt verf die in Haarlem of elders werd gefabriceerd. Enzoo- voort. Er moet dan een vorm gevonden worden om vast te leg -i hoeveel werkloozen in Ne derland werk bekomen, doordat in Haarlem zoo'n werk wordt uitgevoerd. Bij ons plan is dit mogelijk. Daardoor vervallen de bezwaren tegen het gebruik van materialen, want juist daardoor worden veel meer werkloozen aan het werk gezet. Bovendien ontstaat er dan een wisselwer king ti"7 chen de verschillende gemeenten die juist bevorderlijk is voor een opleving. Bij deze algemeene toepassing blijft na tuurlijk niets over van plaatselijk -protec tionisme. waarvoor aanvankelijk door eeni- gen vrees werd geuit. De werkloozen in Aliphen aan den Rijn zullen profiteeren van de werkobjecten die Haarlem laat uitvoeren, maar ook Haarlsmsche werkloozen zullen werk krijgen doordat elders werk wordt uit gevoerd. Met belangstelling wachten wij af. of -men in den Haag, na kennisneming van onze nadere gegevens de aanvankelijke bezwaren tegen h:-t besteden van den werkloozensteun om het uitvoeren van normale objecten (die anders otm financieele bezwaren in dezen crisistijd worden uitgesteld) uit te voeren, zal Laten varen. Eerst a>ls daarover een beslissing gevallen is, komt aan de orde hoe de werkloozensteun gebruikt kan worden om daarmee werkloozen aan den arbeid te zetten. Daarbij kan dan gesproken worden over de details van ons plan. B. en W. van Haarlem hebben in htm me morie van antwoord op het afdeelingsverslag een detail van ons plan nader besproken. Zij zagen in den steun die aan de industrie gegeven wordt, een vsrkapte export-premie" In een aanteekening bij dit stuk van B. en W. hebben wij er reeds op gewezen, dat die be oordeeling niet juist is. Bovendien is die steun aan de industrie een detail, dat gewijzigd of desnoods vervallen kan, zonder dat het plan daarmede in het gedrang komt. De 10 pet. korting van de winkeliers kan, als men het algemeener wil stellen, gebruikt worden voor .particuliere werkverruiming"Vereenigingen kunnen geholpen worden als zij met objec ten op de arbeidsmarkt willen komen. Steun aan de industrie behoeft niet geheel uitge sloten te worden, want die is zeer goed te verbenen zonder in het gevaar van export premies -te vervallen. In de Rijkscommissie voor Werkverruiming is dezer dagen mede gedeeld, dat het bureau der commissie in 130 gevallen zijn b:middeling heeft verleend om te trachten bepaalde orders voor de Neder landsche industrie te behouden. Er is op dat gebied dus wel veel te doen. En als er geld voor beschikbaar is, (misschien ook wel wat te bereiken. B, en W. van Haarlem hebben in de be doelde memorie van antwoord medegedeeld dat van hun college geen voorstel te ver wachten is om ons plan in te voeren. Zoo staat de zaak evenwel niet. Eerst als het overleg niet Den Haag af- geloopen is, komt voor de gemeentebesturen het moment om te b?oordeelen of er, op grond van de gedane toezeggingen van de regee ring, reden is om daarvan gebruik te maken. Reeds thans daarover te beslissen is voor barig. Wel zal d; Haarlemsche raad- zich dienen bezig te houden met de vraag of het ge wenscht is gebruik te maken van de toe zegging van den hoofdinspecteur der werk verschaffing. dat t? Haarlem onmiddellijk 500 man in werkverschaffing aan den arbeid kunnen gaan. Dit staat natuur! naast ons plan, want bier betreft het objecten van werkverschaf fing tegen werkverschaffingsioonen. Wij ijverden daarentegen voor het uitvoe ren va-n normale objecten tegen normaal loon, ook al is het dan noo-dig daarbij eenige beperkingen in te voeren. C. J. VAN TILBURG. SCHILDERKUNST. De schilder Kees van Urk in hef Waaggebouw. De schilder Kees van Urk, die vroeger in Barclrem was gevestigd en thans in Laren- Blaricum werkt, stelt zijn arbeid op de Waag voor de Haarlemmers ten toon. Ik vrees dat er op deze reeds vroeg donkere middagen wel eens een uurtje zal voorbij gaan. zonder dat er een bezoeker de reeds veel beleefd hebbende treden van de oude Waag beklimt, en tochik zou het niet alleen voor den schilder doch ook voor de liefhebbers van kunst jammer vinden, zoo de laatsten deze expositie, die tot 3 December duurt, onbe zocht lieten. Van Urk is een idealist en een romanticus. Daardoor zijn zelfs de minder gelukkige din gen die hij laat zien wel zwak, maar nooit grof of brutaal en zitten in de gelukte wer ken elementen van een fijne distinctie, die niet alledaagsch zijn. Een motief van niet niet alledaagsch zijn. Een motief van 'n Blari cumsch huis, aan een landweg waarop een wegwijzer staat, behandelde hij verscheidene malen. Eens geeft hij het op het moment van het eerste lichten (no. 48), het aanbreken van den dag. als de duisternis begint te wijken voor het nog zwakke onwezenlijke licht. Dit ïs niet zonder dichterlijkheid door voeld en in de schilderij eenvoudig zuiver uitgesproken. Het is voor mijn begrip een der beste werken hier getoond. Er vlak bij staat een eenvoudig geval van ccn hooiberg waaromheen even subtiel het hier sterkere lichtspel geweven is. Als geval is het nuch terder dan de eerste schilderij, maar toch ook weer losser van de realiteit dan het gezond-boersche van bijvoorbeeld Bezaan, die soortgelijke gevallen en composities gaarne behandelt. Nog meer verlaat Van Urk de realiteit, om in een volledige transcriptie van de natuur over te gaan. in een paar dorps gezichten uit Canne (Limburg). Op het eer ste gezicht denkt men aan het Fransche Cannes, zóó on-hollandsch is de kleur van deze werken. Maar vooral die oploopende kerkstraat is mooi en vloeiend geschilderd in zïlvergrijzen hoofdtoon met reflexen van licht-rose email. Ook hier weer een dichter lijke omzetting van een dorpsbeeld, die niet. als een ansichtskaart. het straatje geeft, doch uit dat straat als motief een zeer persoon lijke emotie weer in beeld opbouwt. Dit num mer 33 lijkt mij van de beide Kerkstraatjes het meest volledig geslaagd en geeft van de geaardheid van 'den schilder wel een zeer goed idee. Er is van dat kerkpad ook 'n zwart krijt teekening (23) die ik noteerde, om hier als iets moois te memoreeren. In een paar figuurstukken met „Netten- boetsters" komt Van Urk weer op andere wijze tot iets goed. Daarin is hij donker en dreigend van kleur als een Spaansche ver taling van den gemoedelijk Hollandschen Akkeringa. Zijn kleur is romantisch, we zei den het al. Een dergelijk onderwerp is nog wel in dien dreigenden toon te genieten. De ietwat zoete romantiek van een Sadée of den ouden Artz is voor de schilders van deze generatie vergane grootheid. Maar aan den anderen kant is niet ieder geweldig, wie wil Zoo lijkt mij die ploeg op het veld. na het onweer, no. 47, een uit zijn krachten ge groeide Van Urk. Om aan dat geweldig instrument, onder dc onwcerslucht en op dat wijde verlaten veld werkelijk Iets geweldigs te geven, moet het wel met een Van Gogh- sche passie geschilderd zijn. En van passie tot pastiche is de schrede zoo klein. Van Urk, ten slotte, lijkt mij geen artist voor heftige dingen. Hij is, on nu zijn wij weer bij ons uitgangspunt, een idealistisch rmanticus, artist in de nuance, dc verfijning, de verdroomde werkelijkheid, eer dan in de ongebreidelde hartstocht. Alles bij elkaar redenen tc over om met dit werk te gaan kennis maken, nietwaar? Op de Waag brande de kachel niet den ganschen dag voor niets. J. H. DE BOIS. MUZIEK Loopt licht, wringt krachtig. Zeer solide gebouwd. De eenige werkelijk-roestv'rije wringer. Zware rollen met rubber van de allerbeste kwaliteit, dat gegarandeerd niet loslaat! Vraagt de condities! IVp| n Nederl. Wasch- en Wringmachines IfillalJ SINDS 30 JAREN AAN DE SPITS. - Heemsteedsch fanfarekorps „Excelsior' De jaarlijksche uitvoering van het Heem steedsch korps van gemeentelijk overheids personeel trok ook ditmaal als voorheen een volle zaal. Een feit dat in deze dagen niet on vermeld mag blijven. Excelsior dankt dit. naast zijn goeden kijk op den zin van zijn publiek („elck wat wils" mocht het devies zijn dezer verceniging voor een groot deel aan de goede eensgezindheid in den boezem der vereeniging. waar bestuurderen geen ar beid schuwen, hoe zwaar, hoe ondankbaar die mag zijn, Organiseeren zit den leden in 't blóed, en de goed ges aagde eerste-histrum- vieriug li". no? verseh Ir. 't geheugen. Voor d:ze uitvoering had d? directeur i Rcijnier van 't Hoff een smakelijk program ma samengesteld, waaruit wij meteen moch ten lezen, hoe het korps zich op den onlangs te Soest gehouden wedstrijd met eere onder scheidde. Want de ouverture „Médée", op 't moment dat de wedstrijd alweer een flinken tijd achter ons ligt, vertoonde nog alle teeke nen van degelijke studie. Dat de klank zoo voldeed, dankt men voorts aan de opstelling van het midden- en groot koper, waar de tenorhoorn den weg vond naar de tuba over het euphonium. De tenorhoorn kwam hier, vooral in zijn goed gespeelde solopartijen, heel mooi uit, en de daarachter gestelde alt hoorn en trombones zorgden voor de noodige afronding. Met deze opstelling toont de diri gent Reijnier van 't Hoff zijn goeden kijk op de middelen ter verkrijging van een mooi klankgeheel. Deze ouverture ..Médée" vond ik in alle opzichten het beste van den avond. De solisten van het klein koper speelden voorheen wel eens met meer trefzekerheid, en zij schenen dezen avond meer dan ooit op elkaar te rekenen. Te dikwijls echter bleef die onderlinge steun uit; waar de een faalde, onderging de ander daarvan de uitwerking, zoodat we in het oord van het klein koper wel eens generaalpauzen troffen, die de par tituur niet aanwees. Veel was er voorts te prijzen in „Féerle- ballet" van Delhaye en in een goede concert zaal zou 't geheel zeker nog beter tot zijn recht komen. De zaal van restaurant „Dreef- zicht" boet n.l. aan acoustiek in, wat zij aan comfort en gezelligheid te over heeft. En van deze laatste goede eigenschappen profi teerden de aanwezigen in ruime mate, vooral toen Louis Contran hen met zijn zelfvervaar- digcl aanvullend programma de beslomme ringen van den dagelijks weerkeerenden ar beid deed vergeten. G. J. KALT. Haarlem's Kinderkoor „Inter Nos." Precies op het vastgestelde uur ving diri gent Jan Booda zijn concert aan met de groote cantate „Lente" van Anna Lam- brechts-Vos. Dat was voor de kinderen een opdracht, die zij prachtig ten eind brachten. Zoo zij niet i-eeds een dosis plankenvastheid bezaten, het was stellig niet mogelijk ge weest. Van weifelen was geen sprake, van tegen-den-toon-zingen evenmin. En zoo be leefden de hoorders met één slag al de frisch- heid van den kinderzang. De sopraansoliste, mej. Corry Bijster, vond met eenige liederen van Cath. van Rennes en van Mortelmans op dit moment haar auditorium nog ééns zoo dankbaar gestemd. Haar frissche blanke stem past zich wonder wel aan bij de sfeer, die eenmaal de kinde ren hadden gebracht. En daar haar voor drachtskunst zich niet alleen bepaalt tot mooi zingen, maar aan 't woord genoegzame aandacht wijdt, bracht haar zang een veel vuldig genot. Alleen voor het zeer moeilijke lied van Mortelmans zijn de middelen nog niet gehee'l toereikend. Dit lied „Het jonge jaar" vraagt een adembeheersching, die al leen mogelijk is bij een zeer bijzondere phy- siek. Maar buiten kijf ligt het oogenblik niet meer ver af, dat Corry Bijster zich van een zóó groote opgaaf zonder buitengewone in spanning zal kunnen kwijten. Spelend als 't ware zong zij de soli in de cantates, en daar Emmy van Eden haar aan den vleugel se condeerde. bleef het luisteren naar haar fris- schen zang een ongestoord genot. De kinderen besloten daarop vóór de pauze het programma met het prettige werk van I-Iendrika van Tussenbroek „Een oud Sprook je". Hier was alles, ook de solozang, aan de kinderen overgelaten. Het in den .toren op gesloten prinsesje luisterde blij verrast naar het koor, dat haar van buiten de slotgracht toezong, en met een kloppend hart naar de beide prinsen, die bezwoeren, haar te zullen bevrijden. Zoo 't prinsesje artistiek is aan gelegd. zal zij haar oor leenen aan prins no. éér., die zingen kan. Is zij sportief begaafd, dan zal no. twee overwinnen, daar hij slechts beschikt over de kracht van zijn lon gen. 's Prinsenstem zit een flink eind te laag, zoo ongeveer waar de man zijn das draagt. Dat is niet goed. en wordt nooit goed, wat erger is. Het klokkenkoor. dat dit mooie werkje besluit, klonk zoo frisch en zoo mooi als men zich wenschen kan. Even te voren hadden de kinderen ook hun beste been voor gezet in „Dansliedje". Daar bereikten zij wel het uiterste aan klank en aan levendige voordracht. Een groote opgaaf wachtte hun nog na de pauze, de cantate van Kor Kuiler „Een Win terdag". Zij blijft door prachtige brokken muziek interesseeren; gelukkig, want de tekst heeft geen groei, een fout van het meerendeel onzer kindercantates. Zelfs een bekwaam musicus als Kor Kuiler zal zich bij zijn arbeid meermalen achter 't oor hebben gekrabd met een ..tjonge, hoe red ik me daar uit". Inderdaad klinkt uit den vloed van muziek menige simonsverzuchting op, tot opeens het rytme van een nieuw onder werp in den tekst 't stollend componisten- bloed aan 't schuimen zet. Dan moet je die kinderen aanzien. Want die maak je niets wijs. Het slechte in de muziek klinkt slap. het goede nog mooier dan je had verwacht. En in die allerbeste momenten heeft ook de toondichter als bekwaam oiauist een vlotte pianonavtij geschreven op die plaatsen aan Emmy van Eden g--" enkele moeilijk heid bood. Maar in 't ander geval (hoe kan 't. anders?) kraakte het wel eens Prachtig daarentegen klonk die partij, waar 't slot koor werd ingeleid. Dc muziek, al was zij een heele opgaaf, had een prettige vaart, en zij sleepte in dit slotkoor de kinderen mee, en nus hoorders, en den wakkeren dirigent, dri ditmaal zoo buitengewoon veel had in te sHidooren. TV zip hem aan. da+ hiï dit spelend doet omdat zoo'n kinde-kooruttvoeriing "aast «root wsrv dat hij heeft te doen, voor hem een even blij gebeuren is als voor ons: G. J. KALT. Han Beuker en Wouter Denijs The twinkling Five. Han Beuker en Wouter Denijs in hun Jazz- syncopations zijn hier r.eeds vroeger opge treden. Men kent mijn geringe voorliefde (of moet ik na Liefde zeggen?) .voor de Jazz: als ze ons echter niet alleen in welverzorg de n en briljanten vorm. maar bovendien op zóó welluidende en nimmer het oor beleedi- gende wijze geboden wordt als door onze Hollandsc'he duettisten heib ik er vrede mee Him klankeffecten suggereeren vaak het jazz-orkest; men hoort in verbeelding een saxofoon, een trompet, een xylofoon, een drum maar het blijven aanduidingen: de wreede werkelijkheid blijft ons bespaard Sinds hun vorig optreden te Haarlem hebben Beuker en Denijs het tot internationale bekendheid gebracht; hun tournee mei Maurice Chevalier bracht hen zelfs tot in Rome en Napels. Ik kende hun in het genre uitmuntende praestaties en die waren dus geen verrassing voor mij. Wé! waren dat- die der Twinkling Fiv.e. of eigenlijk Twinkling Four, want de vijfde, of beter gezegd: de eerste, was Haai Beuker. Een zangerskwartet, vier mooie ge schoolde stemmen; vier vrijmoedige verschij ningen, zonder de houterigheid, die we van Hollanders gewend zijn. Dus vreemden? Hun naam is Engelsch; zij begonnen met Duit- scbe - en Engelsche liedjes: een bewonderaar van import kon glunderen. Maar sposdig bleek dat de Four onze moedertaal te zuiver uitspraken om nog langer te kunnen ver moeden dat hun wieg buiten onze grenzen had gestaanWe hadden goede, echte Nederlanders voor ons, en als ik hun namen no:-m: Schansman, Gobets. Strooonenbergh en Lammen, zult ge zien dat het Nederlanders zijn die ook de ernstige kunst met waardig heid dienen. En ik kan tot mijn genoegen vermelden dat de erkenning van hun land aard de waard;ering voor hetgeen zij gaven verstrekt niet verminderd heeft. Men heeft gelachen, geschaterd en geklapt en terugge roepen nog eens en nog eens. Er waren inderdaad niet allien grapipdge maar ook geestige voordrachten. Het meest amusant waren de ..persiflages" of parodieën van de hand des pianisten, Han Beuker. Sommige daarvan toonden een met dien van Dr. Joh. Wagenaar verwanten geest Wel bezit Beuker nog niet het meesterschap over de verschillend? geparodieerde vormen, dat in Wagenaars spotternijen altijd zoo ver rast. maar toch was zijn oratorium-parodie op den tekst „Ik zag twee vlooien" zeer ver makelijk. al deed het mij eenigszins leed dat op h't blad muziekpapier der zangers de naam van Haycln in groote blauwe letters prijkte. Want het was geen Haydn wat we hoorden maltr we! een beetje .schlendrian" op de manier van Haydns tijd en w,? zijn nana Haydn te dankbaar voor de onvenvelkbave schoonheid die hij ons in zijn oratoria schonk dan dat we 'hem als mikpunt van onzen spot willen zien. Bovendien was de vorm hier niet in den haak. Op een recitatief volgt in den regel geen vierstemmig koor. Aardiger was de groote-opera-persiflages, waar flauw gevallen en op andere wijze geacteerd werd. een parodie op ..Daar zaten zeven kikkertjes" (.,'t waren er zeven" Wagenaar. ge hebt School gemaakt!) en ook de Russische dans op dien tekst, met het Wolgalied er listig lijk doorheen gevlochten. Deze en meer ander? soorten waren koste lijk en zijn verkrijgbaar bij The Twinkling Five, een Revel'ers-cornbinatie die voor géén buitenlandsche de vlag behoeft ite strijken. Wie eens een avond zich muzikaal amu seeren wil, de muziekkenner niet uitgesloten, ga hen hooien! K. DE JONG. HET TOONEEL Ver. Rotterdamsch-Hofstad Tooneel. Als ouders slapen Als ouders slapenis het voorbeeld van een Engelsch society-blijspelletje. 'n Beetje gewaagd, maar niet zoo erg, dat wij in de zaal er om behoeven te blozen, 'n beetje leeg, maar niet te veel om er kregelig van te worden, 'n beetje onmogelijk, maar toch zoo, dat je er om glimlacht en niet protesteert. Dit is een stuk. dat je moet gaan zien, als je prettig en copieus gedineerd hebt. Je moet niet al te critisch zijn, je moet er niet meer van verlangen dan wat je van een maga- sine-verhaaltje verwacht en als je tante met principes over moraal en zedelijkheid zich ergert over de al te wufte Lady Cattering, dan kun je haar zoo van ganschcr harte ge rust stellen, omdat het een Engelsch stuk is en alles dus aan het slot zonder ongeluk ken weer in het reine komt. In dit vroolijke spel voor ouders en volwas sen kinderen is het „juf", die voor dat goede slot zoret. Ja, ja, die juffen uit den goeien, ouden tijd. ze worden zeldzaam net als de paarden maar een heel enkelen keer ont moet je er nog wel eens één. zoo'n goeie, brave ziel, die 'n tweede moeder voor de kinderen is en heel haar leven „juf" blijft, omdat ze nu eenmaal juf is. Wat- zoo'n juf in een fa milie waard kan zijn, zien wij in het blijsuel van Anthony Kimmins. Als de ouders slanen, waakt zij en al is dat lady Cattering aller minst aangenaam, zij zorgt er toch maar voor, dat haar vlekken uit haar japon worden ge- wasschen en daarmede ook een vlek uit haar leven en dat Neville een van haar .ioneens niet zijn ongeluk tegemoet gaat. Dit blijsoel is een verheerlijking van de Tuf fen en dat is al een reden om er sympathie voor te hebben. Want zij mogen in meisjes boeken her^aaldelük op °en pie/jestal zijn ge plaatst.. ou het. tooneel zijn ze tot nu toe vrij wel verwaarloosd en wij zien aan deze brave Naucy hoe onbillijk dat is. Als ouders slapendan gebeuren er soms wonderlijke dingen, zooais Anthony Kimmins ons in zijn vroolijk spel wil laten zien. Trouwens ook. als ouders waken, warw wij zijn er niet weinig verbaasd over. dat Jerry, de zoon van Colonel en mevrouw Ham mond „Bubbles" Thompson, een juffie, dat hij zoo maar eens ontmoet, bij zijn ouders introduceert en te logeeren vraagt. Stijve Engelschen uit de society zooals deze colonel Hammond zijn anders niet gewoon hun slaapkamer zoo maar af tc staan voor het eerste het brste juffie. Maar doze colonel doet het ten gerieve van den schrijver, die haar noodig heeft als contrast tegenover Lady Cattering. de vlam van Neville, den anderen zoon, die ook bij de Hammonds lo geert en veel gevaarlijker blijkt te zijn dan „Bubbles" Thompson. Want Lady Cuttering flirt zoo op den man af met Neville als je dat tenminste nog flirten kunt noemen dat met zoo'n logé de ouders maar beter deden met niet te gaan slapen, tenminste wanneer er geen wakende juf in huis is. Bubbles Thompson is vergeleken bij Lady Cattering de onschuld zelf al weet zij ook weinig van vormen en manieren en al vindt zij het woord „hoepla" voldoende voor een kennis making met een heer. Maar Lady Cattering zou ik toch niet graag bij ouders met vol wassen kinderen introduceeren. zoowel niet om wat ik zoo alles van haar op de sofa heb gezien als om haar vocabulaire, waarvan het woordje „luizig" een veelvoorkomend exempel gaf. Het publiek van de tweede abonnementsvoor- stelling heeft zich met dit onschuldige schuldige gevalletje wel geamuseerd, al zal het dan ook wel nfet blind zijn geweest voor de zeer zwakke constructie o.a. van het derde bedrijf, waarin de schrijver met de grootste willekeur de menschen van en op het tooneel toovert en al zal een zeker ge voel van leegte ook wel de slot-indruk zijn geweest. Maar er bleef die goeie, brave nooit genoeg geprezen juf en het was tóch cok bij momenten wel amusant, vooral in het tweede bedrijf, toen Adri van Hees en Joeki Broedelet als sardines fn een blik op de sofa samengevouwen lagen en Piet Rienks en Annie van Duyn alle mogelijke moeite deden om hen maar niet te zien, wat hun -• dank zij de whiskey op een dressoir in het fond wonderwel gelukte. Zeer veel spel vereischte dit Engelsche blijspelletje niet, maar wat er van de spe lers gevraagd werd, gaven zij naar ons al ler genoegen. Vooral Piet Rienks was giste ren op dreef als de marinier! Hij was jong, levendig amusant en er zat gang in zijn spel! Adriaan van Hees, die door Lady Cattering voor zulke moeilijke perikelen werd ge plaatst en een leerschool in de liefde moest demonstreeren. deed dat met symoathieke jeugdige schuchterheid. Joeki Broedelet ver gat als Lady Cattering geen moment, dat zij m een Engelsch stuk stond. Hoe is het mo gelijk dachten wij nu en dan. dat je alles zoo onbewogen zegt en je zoudt soms denken, dat alles voor Lady Cattering maar ,,'n spel letje" was. Ik ben er niet. zeker van dat dit opzet was van Joeki Broedelet, maar vermoed, dat het ook 'n beetje onmacht was. Annie van Duyn debuteerde hier althans ik zag haar nooit te voren in de rol van Bubbles Thompson en zij deed dat op na tuurlijke. aardige manier, zoodat wij van een belofte mogen spreken. Eduard Verkade speelde colonel Hammond, zooals hij tiental len Engelsche heeren heeft- gespeeld, cor rect dus, volkomen als gentleman en in dit speciale geval met een pretttige gemoedelijk heid. Helèn.e Sistermans—Vink was een jeug dige moeder maar met een duidelijk moe derlijk accent. En dan was er niet te vergeten juf, de juf der juffen, mevrouw Enny Heymans-Snij- ders. die je om haar hartelijkheid en liefde zoo in je huis zoudt willen nemen. Een aar dig gespeelde rol, die volkomen tot haar recht kwam. Ik schreef reeds, dat het publiek zich amu seerde. Of de ouders minder rustig zijn gaan slapen? Ik vermoed, dat papa de wat on rustig geworden mama wel in slaap gesust zal hebben met de opmerking: „Welke ver standige ouders halen nu een lady Cattering en een Bubbles Thompson in huis?" En mama zal hebben geantwoord: Je hebt gelijk. Slaap lekker, man!" J. B. SCHUIL. SCHEEPVAARTBERICHTEN HOLLAND—AMERIKA LIJN. Delftdijk, Vancouver n. Rotterdam, 20 te Londen. Boschdijk 20 van Rotterdam n. New- York. Lochmonar, Rotterdam n. Vancouver 20 te Londen HALCYON LIJN. Vredenburg 20 van Vlaardingen te Nar vik voor Einden. Stad Haarlem 20 van Rotterdam te Ser- vola, voor Larmes. Stad Zaandam 20 v. Vlaardingen n, An- cona. Stad Zwolle 19 van Antwerpen te Mar seille, voor Oran-Huelva. Staid Vlaardingen Rotterdam n. Pto. Fer- rajo, p. 19 Ouessant. Stad Zaltbommel vertr. 21 n.m. van Sas van Gent n. Rotterdam. Rozenburg 21 v. Vlissingen te Rotter- dam- HOLLAND—AFRIKA LIJN. Heemskerk 21 van Beira te Rotterdam, Rietfontein 21 van Hamburg te Amster dam. Springfontein (thuisreis) 19 van Mom- bassa. Klipfontein vertrok 22 van Beira n. Rot terdam. Nijkerk (uitreis) 21 van Antwerpen. HOLLAND—OOST-AZIc LIJN. Zuiderkerk (thuisreis) 20 te Singapore. Arendskerk 21 van Rotterdam te Antwer pen. Ouderkerk (thuisreis) 19 van Genua. Grootekerk (uitreis) p. 19 Gibraltar. HOLLAND—BRITSCH-INDIë LIJN. Hoogkerk (thuisreis) 19 v. Madrasn. HOLLAND—AUSTRALIë LIJN. Nieuw Zeeland 19 van Melbourne n. Singa pore. Djambi (thuisreis) 19 te Bremen. Gaasterkerk (uitreis) 20 te Melbourne. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN. Alchiba 20 van Rotterdam n. Hamburg. Aldabi (thuisreis) 19 van Santos. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Dempo (uitreis) 20 (1 n.m.) Kaap del Armi. Garoet (thuisreis) 19 (8 n.m.) van Mar seille. Kota Tjandi (uitreis) p. 21 (1 v.m.) Fi- nisterre. Kota Nopan (thuisreis) 20 van BelatwaiL

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 10