HET BOEK IN ZWEDEN.
HAARLEM'S DACBLAD DINSDAG 13 DECEMBER 1932
DERDE BLAD.
LETTEREN EN KUNST.
FEEST VAN HET BOEK TE STOCKHOLM.
Hasse Zetterströms programma voor het
Feest. Selma Lagerlöf en Prins Wilhelm
van Zweden lezen uit hun werk voor.
(Van onzen correspondent).
STOCKHOLM, begin December.
On dezen grauwen Decemberdag valt de
avond vroeg met paarsig-grijzen nevel over
het breede water, waar de schoone hout
schepen van Eoslagen en Aland de donker-
vochtige zeilen te drogen hebben geheschen
en een pontje met een blanken rookpluim
van kaai naar.kaai koerst. De kranen rate
len en zwaaien over de witte kuststoomers,
vrachtauto's bonken over de natte keien en
boven de avondlijke stad gloort onwezenlijk
rossig de mist in 't flikkerende neonlicht
van reclames, de mist die tusschen de
kale boomen van een verlaten park hangen
blijft en als 'n wazig floers gespannen staat
over de winkelstraten met hun drukte en
lawaai en hun licht, hun bonte en over
dadige licht, dat in het donkere asfalt spie
gelt. Zware guirlandes van dennegroen bui
gen van huis tot huis, fonkelende snoeren
van electrische lampjes trekken kleurige
lijnen over de straten en boven de autobus
sen en taxi's van Drottninggatan hangen
groote houten kaarsenkronen. Dat geeft
kleur en fleur aan de grauwe stad in deze
donkere midwintersehe dagen nu de sneeuw,
die in haar Kersttijd zoo spookjesachtig mooi
doet zijn, nog op zich wachten laat.
In warenhuizen en winkels is de kerst
drukte reeds in vollen gang. In de lichtbal
van N. K. de Stockholmsehe Bijenkorf
heft zich vijf verdiepingen hoog een toover-
berg- met een slot en een schoone prinses,
met draken en gedrochtelijke dwergen en in
de etalage van P.U.B. steigeren vervaarlijke
kerstbokken van stroo met zakdoeken en
j schoenen, camera's en pyama's in den bek.
Men dromt voor de lichte winkelruiten, waar
al het goede en nuttige, als het schoone en
nuttelooze, dat men elkaar met Kerstmis
geven kan, ligt uitgestald. Daar is het fraaie
porcelein van Rörstand en Gustavsberg, het
kostbare en fijne, soms al te fijne kristal van
Orrefors, het kloeke smeedwerk uit Dalarme
en Harjedalen. Daar zijn weefsels uit alle
hoeken des land, donkere stemmige en bonte
vol juichende kleuren, eenvoudig en over-
dadig-rijke. En daar zijn boeken, vele boe
ken, want het boek het mooi uitgevoerde en
in fr,aaien half-leeren band gebonden boek,
is hier wel hét kerstgeschenk bij uitnemend
heid. Het is in December een genot, langs de
étalages van de weinige, maar zeer mooie en
goed gesorteerde Stockholmsehe boekwinkels
te gaan. Daar staan de prachtwerken in
i hun hemelsblauwe of geelbruine banden met
gouden stempel, daar liggen de verzamelde
werken van Jack London en Walter Scott,
Goehe en Strindberg in banden, die haast
te mooi zijn om ze in handen te nemen, en
daar zijn de nieuwe werken van de meeste
bekende Zweedsche acteurs, die juist een
week of twee geleden verschenen zijn. Het
„Dagboek van Selma Ottilia Lovisa Lagerlöf"
met zijn sierlijke krulletters op het blanke
omslag, dat met een lichtblauw bandje
dichtgebonden schijnt, het dagboek van
zestig jaar geleden, dat de vrouwe van Mar-
backa dezen zomer als derde deel van haar
belangwekkende mémoires geschreven heeft,
neemt in vele étalages de eereplaats in.
Een nieuwe bundel van Hasse Zetterström
zijn twee-en-twintigste meen ik ligt er
naast „De man, dien gij gedood hebt", het
felle realistische werk van Gustaf Ericsson,
die na de voltooiing van zijn boek zelfmoord
gepleegd zou hebben, maar in blakenden
welstand te Parijs bleek te wonen. Er is een
viertal nieuwe boeken van den schilder
schrijver prof. Albert Engström, een der
fijnste humoristen van Ccandinavië, er is een
nieuw reisverhaal van den dierenfotograaf
Bengt Berg. die in Bengalen op zoek naar
den eenhoorn is geweest, en er zijn nog vele
andere zware romans en detective-verhalen,
sagen-boeken en dichtbundels en mémoires,
waarvan sommige in de enkele weken, die
sedert het verschijnen zijn verloopen, al ver
schillende herdrukken beleefd hebben. Want
de Zweed koopt zelfs in dezen tijd van crisis
en financiëele narigheid boeken, al zijn de
prijzen ook aanmerkelijk hooger dan in
Holland en al geeft de zichzelf-respectee-
rende Zweed ook immers de voorkeur aan
boeken in half-leeren band. Die extra duur
1 zijn.
In Berns wordt het Feest van het Boek
gevierd. Berns is hét café-restaurant van den
Stockholmschen burgerman, de toevlucht
voor de provincialen, die er geïmponeerd
worden door de martiale, zwaar-gegallon-
neerdc portiers en de kwieke kellners. Er zijn
veel spiegels aan de rijk met verguldsel ge
sierde" wanden en tegen liet plafond prijken
bruin-berookte portretten van beroemde
componisten ui: den tijd toen Berns de glo
rie was van de hoofdstedelingen, toen de
befaamde „halve punch" nog veertig ore
kostte en Strindberg en vele andere jonge
kunstenaars in de wereldberoemde ..Roode
Kamer" van Berns bijeen kwamen om over
kunst en politiek en aile mogelijke- andere
zaken te praten. Het publiek, dat dezen mid
dag de groote zaal vult, voelt zich er wat
onwennig. De uitgevers en de critici en de
auteurs en de belangstellenden, die er nu
achter een kopje slappe thee rond de kleine
tafeltjes zitten, loopen Berns doorgaans
voorbij. Maar zij kennen "de literaire tradi
ties van deze toch zoo echt-Stockholmsche
gelegenheid en zij hebben de uitnoodïging
van de feestcommissie gaarne aangenomen,
omdat het boek hen lief is en omdat het
doel van dit feest de kassen van de Ver-
eeniging van Auteurs en van de Vereenïging
van Bedienden in den Boekhandel zoo
flink mogelijk te spekken hun sympathiek
moet zijn. Karl-Ottö Bonnier, de groote uit
gever, strijkt zijn rossen baard en telt zijn
auteurs: Selma Lagerlöf. Erik Lindorm, Inge
borg Björklund, Sten Selander, en zoo voort.
Men ziet Prins Wilhelm, die een hoofd boven
de anderen uitsteekt en Marika Stjernstedt,
de sympathieke presidente, en vele ande
ren. die niet of slechts weinig in het buiten
land bekend zijn. En op het podium, waar
achter een kubistisch kamerscherm een berg
landschap verstopt wordt, staan de beroemde
rood-pluche meubelen uit de Roode Kamer.
Het is die andere groote figuur uit de
Zweedsche letterkunde van de laatste vijftig
jaar, het is Selma Lagerlöf, die nu het eerst
naar het podium gaat om uit eigen werk
voor te lezen. Een lieve oude dame met
sneeuwwit haar en een even blank schou
dermanteltje van wit bont. In haar fijne
handen houdt ze het dagboek van de veer
tienjarige Selma Ottilia Lovisa en met zachte
melodieuse stem leest ze, vertelt ze eigenlijk,
over het Stockholm van zestig jaar geleden.
Het is van een wonderlijke bekoring en de
oude Varmlander die naast me zit heeft
tranen in de oogen, want Selma Lagerlöf is
bovenal een groote dichteres van het schoone
Varmland. Op haar volgt Erik Lindorm met
een paar naturalistische gedichten en na
hem betreedt Ingeborg Björklund het podium
om enkele moderne verzen te zeggen. Het is
geen groot werk en het publiek, dat over
het algemeen toch meer voelt voor de ro
mantiek van het oude Zweedsche land dan
voor die van trams en lichtreclames, is nogal
rumoerig. Maar als na de pauze Prins Wil
helm met twee stappen het trapje neemt
en de fotografen hun blitzlicht op dezen
langen, slanken man richten, die zijn succes
als schrijver zeker niet aan zijn hooge af
komst dankt, wordt het weer rustig. De prins
vertelt over een vriend van hem in de Pro
vence. een handelaar In oude kunst, die een
kostelijke streek uithaalt, wanneer een rijke
gravin een bepaald stel meubels wil heb
ben, dat hij onmogelijk leveren kan. En'ten"
slotte toch levert. Het is een der prachtigste
humoristische vertelsels uit de Zweedsche
literatuur en het applaus knettert als Prins
Wilhelm na een half uur zijn boek sluit. Dan
volgen nog Karin Boye. zeer sympathieke
jonge dichteres en Sten Selander, die de on
aangename taak heeft een lang lyrisch ge
dicht tc moeten zeggen terwijl het publiek
al naar de garderobes draaft. Want enkele
uren later is er „literair bal", waarbij meer
gedanst wordt, dan dat men aandacht aan
de schoone letteren besteedt. Maar in alle
geval, men is gekomen om met de schrijfsters
en schrijvers samen zijn, cn men betaalt zijn
tribuut, dat de belde verenigingen geheel
ten goede komt en waardoor verschillende
auteurs, die het thans moeilijk hebben, fi-
nanciëel gesteund kunnen worden.
Bij het „Feest van het boek" werd het
„Boek van het Feest" verkocht, een aardig
werkje met uitsluitend advertenties. Maar
men leest het enkele malen over, voor het
ergens bij de> hand in de (kast wordt gezet,want
Prins Wilhelm en Sigfrid Siwertz, Lubbe
Nordstrom en Agnes von Krusenstierna en
tientallen andere schrijvers en schrijfsters
hebben hun talenten op deze advertenties
beproefd en de resultaten zijn over het al
gemeen buitengewoon goed.
Zou de Commissie voor de Nederlandsche
Boekenweek niet eens'iets dergelijks kunnen
ondernemen?
Zoo maakt men hier reclame voor het
boek. Waarschijnlijk is iedereen, die 't Feest
meevierde, er over te vreden, ook onze vriend
Hasse Zetterström. Al geeft hij dan in het
Boek van het Feest een programma voor het
Feest van het Boek. dat wij hieronder
met toestemming van den auteur vertalen, al
gelooven we niet. dat dit plan in ons land
verwezenlijkt zou kunnen worden. Welnu:
11 uur v.m. De auteurs worden door hun
uitgevers gewekt met een kopje thee op bed.
Marika Stjernstedt krijgt twee kopjes en een
eigen taart.
12 uur. Uitdeeling van gratificaties en
voorschotten aan alle leden van de Vereeni-
gïng van Auteurs.
1 uur. Bestorming van de boekwinkels.
Lunch ten stadhufze. Uitdeeling van gratifi
caties en voorschotten.
2 uur. Alle boeken van de vliegende win
kels cn restant-exemplaren worden op de
Groote Markt verbrand. De winkeliers wor
den licht geroosterd.
3 uur. Sluiting van alle uitleen-biblotheken tot
na de Kerstmis. De sleutels worden door Karl
Otto Bonnfer bewaard.
6 uur. Diner in restaurant Högloftet, 't per
soneel van de boekwinkels en van de uit
geversmaatschappijen aangeboden door de
Vereeniging van Auteurs. De uitgevers deelen
gratificaties uit aan alle gasten.
9 uur. Spitsroedenloop van alle vooraan
staande critici met muziek en Bengaalsch
vuur. Daarna worden alle beeren en dames
achter slot en grendel gezet tot na de Kerst
mis.
12 uur. De auteurs worden door hun uit-
gevers naar huis gebracht. Vervolgens bren
gen de met een zangstem begaafde uitgevers
eiken auteur voor zijn woning een serenade.
Het recht tot wijziging van het programma
wordt niet voorbehouden".
C. G. B.
RIKA nOPPER T*IT AMERIKA TERUG.
Naar wij vernemen zullen Rika Hopper
en haar echtgenoot en Jacques van Hoven
Donderdagmiddag te 12.44 uur met den trein
uit Brussel te Amst erdam van hun reis naar
de Vereenigde Staten ieruskeeren.
Hef Tooneel fe Amsterdam
GEZELSCHAP SAALBORN.
COETHE'S EC MO ND.
Muziek van Beethoven.
Nederland is arm aan historische tooneel-
werken. Wanneer wij een zoo bij uitstek na
tionale figuur ais Willem van Oranje op het
tooneel willen zien. dan moeten wij tot Goe
the gaan, omdat er geen enkel Hollandsch
drama van eenige beteekenis bestaat, waarin
het voor de geschiedenis van ons land meest
belangrijke tijdperk van Willem de Zwijger is
gedramatiseerd. Alleen Goethe heeft- dit ge
daan Sardou's Patrie mogen wij niet mee
rekenen, omdat dit- melodrama absoluut alle
litteraire waarde mist en al was het daar
om alleen, dan zouden wij de keuze van Eg-
mond door Saalborn voor zijn jubileum moe
ten toejuichen.
Eigenlijk wekt het bevreemding, dat dit
drama van Goethe niet eerder door een onzer
gezelschappen op het repertoire is genomen.
Ja. feitelijk moest dit voor ons. Nederlanders,
zoo belangrijke werk minstens even dikwijls In
ons land gespeeld worden als in Duitschland,
waar het op het vaste speelplan van zoo wat
alle eerste gezelschappen voorkomt. Want- al
moge dit drama van Goethe niet tot zijn
sterkste werken behooren en al is de figuur
van Egmond historisch ook niet zuiver juist-,
de geschiedenis van ons volk leeft toch in dit
drama en niemand zal ontkennen, dat het een
dichterlijk werk van groote allure is. Hebben
wij allen, die de voorstelling Zaterdag of Zon-
,dag te Amsterdam bijwoonden dat niet- heel
diep gevoeld in dat prachtige gesprek tus
schen Willem van Oranje en Egmond. een
tooneel, waarin Goethe een voor de geschie
denis van ons land hoogst gewichtige episode
zoo kernachtig dramatiseerde?
De Duitscher Goethe stichtte met- zijn Eg
mond een voor Nederland nationaal monu
ment. Wie daaraan nog mocht twijfelen, ga
Egmond zien en hij zal zeker sterk worden
getroffen door dat tooneel tusschen Alva en
Egmond. waarin Egmond de Nederlandsche
gedachte uit dien tijd zoo gloedvol verkon
digt. Welk een diepe, symbolische beteekenis
krijgt voor ons het slot, de droom van Eg
mond, waarin Clarchen als het beeld der vrij
heid voor hem verschijnt. En eindigt het
drama niet met de overwinnings-symphonïe
van Beethoven, omdat uit den dood van Eg
mond de vrijheid en de overwinning van Ne
derland geboren zouden worden? Goet-he en
Beethoven, twee der grootste genieën, die
ooit de wereld heeft voortgebracht, putten
uit Nederland's roemrijke periode de stof
voor een kunstwerk van monumentale grootte
en gaven er glorie aan en wij. Nederlanders
vergaten dat en deden of dit werk niet bestond
Saalborn heeft met zijn opvoering van Eg
mond deze fout hersteld en daarmee een na
tionale daad verricht. Moge hij daarvoor van
het publiek dc belangstelling ondervinden, die
deze daad in zoo hooge mate verdient.
Niet alleen om geschiedkundige maar ook
om artistieke redenen. Want- er gaat door dit
jeugdwerk van Goethe hij schreef het in
zijn Sturm und Drang-periode in 1775 en vol
eindigde en verbeterde het 12 jaar later
misschien nog niet de adem van het genie,
maar dan toch van een grooten en fieren
geest. In Egmon's liefdesgeschiedenis voor
Clarchen. welke geheel een product is van
Goethe's..fantasie in\vevkelijkheid_ was
Egmond met de hertogin Sabi'na von der'
Pfalz en vader voii 12 kinderen voelen wij
het drama als verouderd, al is Clarchen dan
ook een frisch. gezond, allerminst ouder-
wet-sch s'entimenteel meisje. Maar met welk 'n
kracht en een gloed zijn de historische
voor ons Nederlanders verreweg belangrijkste
tooneelen behandeld, welk een echt levende
figuur is de vrijheidsheld Egmond in dit
drama geworden, grooter en heroischer feite-
lijd dan deze weifelende krijgsman als mensch
in werkelijkheid was. En hoe boeiend tooneel
is dit werk ondanks zijn 150-jarige ouderdom.
Dit laatste vooral heeft ons de gemouvemen-
teerde opvoering onder Saalborn's leiding" be
wezen,
Saalborn voelt als regisseur in tegen
stelling met zijn grooten leermeester
Royaards meer voor het dynami
sche dan het statische element in een opvoe
ring. Dit komt wel heel sterk weer uit in de
opvoering van Egmond. Er was groote leven
digheid telkens in de verschillende tooneelen,
maar het werd ook in de volksscènes
toch nooit roezig of ongemotiveerd druk.
Saalborn heeft de groote lijn van het drama
aldoor in het oog gehouden en zijn Egmond
daarin tot de centrale vrijheidsfiguuv ge
maakt- In zeer decoratieve milieus vooral
de stadsgezichten en de interieurs van de
Brusselsche paleizen waren prachtige decors,
waarin de verschillende figuren het ook pictu
raai zeer mooi deden is het drama gespeeld
en door die minutieuse artistieke verzorging
der aankleeding heeft Saalborn zich als re
gisseur opnieuw den meest waardigen opvol
ger van Royaards getoond.
Den grootsten indruk maakten wel de ge
sprekken van Egmond met Willem van Oranje
eerst, later met- Alva. Deze twee tooneelen vor
men voor mij de hoogtepunten van het drama
en zij werden het ook in de opvoering. Er was
beide keeren een sterke contrastwerking eerst
tusschen den zwierigen, optimistischen. lucht-
hart-igen Egmond en den koelen, berekenen
den. maar door diepen ernst gedreven
Oranje, later tusschen den rondborstigen.
fieren. opbruisenden vrijheidsheld en den in
zich zelf besloten, sinisteren, maccaberen
Alva.
Willem van Oranje treedt maar in één too
neel op, maar hoe domineerend werd deze fi
guur, waarlijk niet, alleen door zijn voor ons
zoo groote historische beteekenis. maar ook
door het zeer expressieve, krachtige spel van
Richard Flink, die zich hoe langer hoe meer
tot een onzer knapste acteurs ontwikkelt.
Willem van Oranje stond onmiddellijk in al
zijn grootheid voor ons. Elk woord, dat hij
sprak, kreeg klank, kleur en kern van den
speler. En hij was niet staatsman alleen maar
ook mensch door zijn mannelijken ernst en
zijn diep meegevoel voor Egmond.
Dat de Alva van Tourniaire geheel beant
woordde aan den Sfcaanschen veldheer van
mijn verbeelding zou ik niet durven zeggen,
maar hij was toch een zeer monumentale
al was het dan ook 'n tikje marqué-achtig
figuur. Zijn woorden klonken koud en hard
als staal en hij deed mij denken aan een spin
in haar web, die wacht- op het moment, tot
zij haar prooi in haar macht zal hebben.
Mooi was hier ook het contrast in kleeding,
Alva onheilspellend in zijn somber, doodscn
zwart, Egmond, jong en fleurig in zijn licht
zijden costuum. En hoe prachtig speelde Saal
born dit tafereel, jeugdig, overmoedig, vol
brio, fier en frank in het begin, met een no
bele verontwaardiging en volkomen edelman
aan het slot, als hij Alva zijn degen toewerpt
en hem die mannelijke, striemende woorden
in het gezicht slingert. „Hij heeft vaker de
zaak van den Koning verdedigd dan deze
borst beschermd!!'
Veel heeft Saalborn ook in de volksscènes
bereikt. Er was aldoor kleur, leven en gedisci
plineerde bewegelijkheid in de volksgroepen
en er waren zeer geslaagde types onder, lie:
meest markant wel Vansen. dc volksmenner,
een zeer sterke creatie van Elïas van Praag,
wiens woorden waren als giftig venijn en Jet-
tor, de kleermaker, waarvan Dom de Gruyter
weer iets zeldzaam gaafs wist te maken.
Zeer heeft mij ook het spel van Louise
Kooiman als de waarlijk vorstelijke Marga-
retha van Parma geboeid. Zij speelde deze rol
breed en mooi en in voornamen stijl. Haar
dictie was kortweg voortreffelijk. Jammer,
dat naast haar een zoo vlakke en onbetecke-
nende Machiavelli Johan te Wechel
stond.
Saalborn roemde ik reeds om zijn spel in d--
twee tooneelen me: Willem van Oranje en
Alva. Hij heeft de rol van Egmond breed cn
kloek gespeeld, jong. krachtig, fleurig en zor
geloos in het begin, mannelijk, fier en he
roïsch aan het slot. En nu Clara van Carla
de Rae:. Tot aan de pauze vond ik haar voor
treffelijk. Zij was in haar liefde voor Egmond
geen oogenblik sentimenteel. Frisch en ge
zond was deze Clara en ook gevoelig. Dat ::ii
geen zangeres bleek te zijn. kan men de ac
trice moeilijk kwalijk nemen, maar zij gaf ons
wat in dat drama van meer beteekenis ;s
een jong meisje, dat de liefde van een F
mond waard was. Na de pauze echter stelde
zij te leur. Toen ontbrak haar de innerlijke
kracht, die daar van haar verlangd werd. Zij
declameerde meer dan dat zij het volk
trachtte op te zetten tot oproer. Er klonk geen
brandende hartstocht, geen vuur. geen glocci
in haar stem en het was aan ook moeilijk te
verwachten, dat het volk haar als een
tweede Jeanne d' Are zou volgen. In haar
tooneel met Brackenburg vrij zwak en te
melodramatisch gespeeld door Henri Eerens
had zij soms mooie, ontroerende momenten
met onmiddellijk daarnaast oogenblikkon. die
te zwak aandeden door een te kort aan dra
matisch uitbeeldingsvermogen. Zij was een
bekoorlijk, lief. maar niet een door liefdes
vuur verteerd jong meisje.
Ei- waren ook wel zwakke momen
ten in deze opvoering zoo was Ford. Sterne-
berg tot- schade van den totaal-indruk van,
het slottafereel, een te zoe!elijke Ferdinand en
deed het droombeeld van Egmond in der. ker
ker mij aan een tableau-vivant van mijn
vroegere soldaten denken, als zij de Neder
landsche Maagd, omringd door de Hollandsche
krijgsmacht wilden voorstellen maar hoe
veel voortreffelijks stond daar niet tegen
over. En laten wij vooral niet- de goddelijke
muziek van Beethoven vergeten, die uit
gevoerd door het Utrechtsche Orkest onder
liding van Arnt-zenius met Goethe's drama
een zoo volmaa en schoon geheel vormt.
Ik heb eens de complete Egmond-muziek
van de H. O. V. in een uitstekende uitvoering
onder Nico Gerharz gehoord, maar hoe veel
sterker was nu de indruk! Wolk eon waarlijk
hemelsché muziek bij Clara's doocl! Hoe ont
roerend mooi vult Beethoven hier Goethe
aan! En welk een diepe beteekenis krijgt- het
slot door de stralende, alles verlichtende mu
ziek van Beethoven's overwinnings-sympho
nïe. Wanneer Saalborn Egmond ook te Haar
lem mocht komen geven wat wij hartelijk
hopen dan moge de H. O. V. hier haar me
dewerking verleenen tot- het verkrijgen van
een zoo grootsch geheel.
Ten slotte een woord van warme dank en
van oprechte bewondering voor Saalborn. die
zijn jubileum tot een waar t-ooneelfestijn heeft
weten op te voeren,
J. B. SCHUIL
MUZIEK.
Kamermuziekavond van de Afd. Haarlem
der M. t. B. d. T.
Hollandsch Strijkkwartet.
Meerdere jaren hebben we het Hollandsch
Strijkkwartet niet op het Haarlemsche po
dium gezien, en het is dus geen wonder dat
we onze oude bekenden met vreugde be
groetten. Oude bekenden de samenstelling
van het ensemble Is sinds hun vorig optre
den alhier niet ongewijzigd gebleven: de al
tist. Bram Mendes trad er uit: maar zijn op
volger is een nog betere bekende van ons, is
onze stadgenoot Jos. de Clerck. En dat- deze
mutatie geen verzwakking met zich bracht
bleek Maandagavond terst-ond bij de vertol
king van Schuberts kwartet-deel in c kl. t.
Hier waren een fijnheid van samenspel, een
verijling van den klank waar te nemen,
welke we in die mate vroeger niet van liet
Hollandsch Strijkkwartet hadden gehoord, en
die het nu in onze waardeering gelijkstelde
met de beste ensembles die van buiten de
grenzen tot ons kwamen. Schuberts heerlijke
muziek klonk volkomen gelmmaterialiseerd
en het hooge genot dat zij schonk werd
slechts beperkt door een gevoel van spijt dat
we het met één deel moesten stellen; dat
Schubert het werk niet voortgezet en tot een
vierdeelig geheel afgerond heeft. Het had,
zooal geen equivalent, dan toch een waar
dige tegenhanger van het beroemde d min.
kwartet kunnen worden.
Op het schoone openingstuk volgde een
grooter en niet minder schoon werk: het
strijkkwintet in g min. van Mozart. Wc ken
nen de toonsoort g min. als de toonsoort dor
somberheid voor Mozart; de beroemde Sym
phonic kan als voorbeeld dienen. Zoo is het
in het kwintet ook en een sterk chromati
sche inslag maakt hier de sfeer nog troebe
ler. In het Adagio een der heerlijkste van
Mozart is de stemming gewijzigd: hei. leed
uit zich vrij en vindt daarmee tevens de ver
lichting en vertroosting, al brengt de smart
nog bijwijlen een pijnlijke kramptrekking te
weeg. Welk een beteekenis heeft hier het
kleine motief dat de 2de alt (zeer verdien
stelijk door den heer Blom gespeeld) in
de diepste ligging op de c-snaar doet hoo
ien! De vertroosting volgt, als gezegd, cn het
is op dit punt dat ik het met de Interpretatie
van ons ensemble niet geheel eens kan zijn:
de tempoversnelling die hier werd aange
bracht maakte de stemming m. i. te speclsch
De canonische dialoog tusschen 1ste viool en
lste alt komt mij voor een meer lyrisch ka
rakter te bezitten. Na het Adagio versom
bert de hemel nog eenmaal; nog duisterder
dan voorheen wordt het om ons maar
plotseling klaart de hemel op cn in het ron
do-finale is de droefenis verdwenen. Dit is
een verschil met de symphonie. waar het
mineur tot het laatste blijft heerschen en
zich zelfs tot heftigheid verscherpt.
Het was een gelukkige gedachte van het
Bestuur onzer Toonkunst-afdeellng om een
kwintet ten gehoore te doen brengen; men
hoort de prachtige werken voor deze samen
stelling veel te weinig. En zoo kunnen we
voor deze daad dankbaar zijn en dc hoop
uitspreken dat zij door meerdere dergelijke
gevolgd moge worden.
Een groot werk. wachtte ons nog na de
pauze: Francks Strijkkwartet. Eigenlijk was
dit één jaar voor 's meesters dood geschre
ven opus haast te zwaar voor ons opne-
mingsvermogen. De gecompliceerde en rus-
telooze chromatiek vermoeide ecnigszin.s;
ondanks de coupures in de finale deed zich
ce lengte gevoelen. Het geestige Scherzo en
het warm gevoelde - cn gespeelde! Ada
gio drongen het meest onmiddellijk door. Fr
waren meer. veel meer mooie momenten: het
grandioze begin, het fugato in het- Allegro
welk een toonschoonheid in de expositie door
de alt! de recapitulaties die aan Beetho
ven? 9de Symphonie herinneren; de vir
tuositeit bij de voordracht van het Scherzo
verblufte. Maar als geheel lag het ons. on
danks de superieure eigenschappen van com
positie en vertolking, rijkelijk zwaar. Het
was dus een avond, rijk van inhoud; oen
avond die ons doet verlangen de heeren Ley-
densdorff. Röntgen, De Clerck en Canivez
spoedig op het Haarlemsche podium weer
te zien. De langdurige huldiging maakt dit
niet onwaarschijnlijk.
K. DE JONG-
Berber-Strijkkwartet
Dat dit kwartet den naam draagt van het
vrouwelijk medelid Prof. MHly Berber, wil
nog geenszins zeggen dat Miily Berber de
ziel is van dit ensemble. Veeleer is de cellist
Hermann Hoenes de aanvoerder, al zit dan
de bekwame violiste aan den lessenaar der
eerste viool. Het spel van het Ber'oer-kwar-
tet is degelijk verzorgd. Er spreekt een kloe
ke geest uit; vrouwelijk <i:i gunstigen zoo
min als in tegengestelden zin' kan men het
niet noemen. Wel heeft een der mannelijke
medeleden den invloed ondergaan van het
spel der eerste violiste. Milly Berber heeft
de gewoonte, den toon naar 't midden plot
seling aan te zwellen cn even snel weer in
kracht te laten afnemen, hetgeen aan haar
spel een ongunstig karakter geeft. De tweede
violist Erlck Schaette volgt haar daarin
gaarne na. maar is in oogenblikken dat hij
zich minder heeft te voegen naar zijn vrou
welijke collega, musicus genoeg om deze
speelwijze af te leggen. De altviolist Dr. Cari
Weymar treedt minder op den voorgrond.
Men kan zich niet losmaken van- de Idee dat
hij de deugd der bescheidenheid wat al te
vee": In toepassing brengt, want de duidelijk
heid der partituur lijdt daar meermalen on
der.
Het uiterst klare Haydn-kwartet In C (op.
'20 no. 2) opende het programma Het con
cert werd gegeven in de bovenzaal van het
Gem. Concertgebouw.
Men weet. dat hier eer. geraffineerd samen
spel wordt gevraagd: elk der vier spelers
moet welbewust bijdragen tot het verkrijgen
van het klankever.wlcht. Hierin slaande men
bij Haydn nog niet aanstonds. De toon van
den cellist is buitengewoon expansief, die
der eerste violiste daarentegen ietwat vlak.
Ook later nor: bij Mozart 'eed de duidelijk
heid niet onbelangrijk onder dit tekort aan
evenwicht.
Voorts ondervond het Menuet met zijn
opvallende accentueering om de andere noot.
het- nadeel van de hierboven gewraakte
speelwijze der violiste. De frappante rythme-
verschulvlng ging vrijwel ongemerkt langs
ons heen, en ook de overigens knap gespeel
de doorvoering van het eerste deel boette
hierdoor aan duidelijkheid In. I-Iet slotdeel
evenwel werd tot een groote verrassing. De
structuur van deze zeer schoone Mozart-finale
allereerst werkte mede. om de beste speel-
hoedanigheden van het viertal op schitte
rende wijze naar voren te brengen. Het ijs
was gebroken, cn nu belette ons niets moer
om bij het ingaan der pauze het ensemble
hartelijk toe tc juichen.
Na de rustpoos ping Schubert's kwartet in
A-moll. Veilig mogen we zeggen, dat hier de
hoorder algeheele bevrediging vond. Dc voor
heen niet verwarmende viooltoon der violiste
Kreeg hier ziel en leven en vooral hel An
dante (den hoorder bekend om 't Rosamun-
de-thema) voldeed in velerlei opzicht. Het
was zeer jammer, ook voor het concertbureau
„Beveoka", dat er voor dit concert zoo weinig
luisteraars naar de zaal waren gekomen. De
gelijktijdig plaats hebbende uitvoering van
„Toonkunst" zal aan dit zeer matig bezoek
niet vreemd zijn geweest
G. J. KALT.
JAARFEEST „AVADIA".
Zaterdagavond vierde de school vereeniging
van de Meisjes H.B.5. „Avadla" haar jaar-
lijkschen feestavond in de tuinzalen van de
gemeentelijke concertzaal.
Na een kort openfngswoord van de voor
zitster werd opgevoerd het mlddeleeuwsch
drama ..De moord op Urk". Daarna volgde
de Revue operette in t-wce acten getiteld
„Femina". Deze revue had een groot succes.
Het vlotte spel van dc actrices en de mooi
verzorgde aankleeding viel bij het talrijke
publiek zeer in den smaak. Het slotnummer,
het clublied van Avadla, werd door allen
meegezongen.
Een gezellig bal besloot deze zeer geslaagde
voorstelling en hield de introduces nog tot
2 uur bijeen.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantiooordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, icordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
DUMPING DOOR JAPAN.
Geachte redactie.
Vóór eenigen tijd stond de'geheele pers in
het teeken van strijd tegen de z.g. Russische
„Dumping". Allerlei elementen beijvereen
zich om het sovjetsysteem aan te vallen.
Men sprak van „dwangarbeid die de oor
zaak zou zijn van de goedkoope artikelen die
op de internationale wereldmarkt werden
gebracht.
Goedgeioovige burgers spraken er schande
van, en Heten zich niet onbetuigd door de
berichten nog aan te dikken. Toen naderhand
bleek dat deze berichten onjuist waren luwde
de anti-Sovjet-campagne op dit terrein.
Nu er echter, van werkelijke dumping spra
ke is, zwijgt de pers in alle talen.
Het bevreemdt- mij, als zoovelen, dat er niet
wordt geprotesteerd tegen de artikelen uit
Japan, waarmede de wereldmarkt wordt
overstroomd, en die de geheele wereld-in
dustrie ondermij nee.
Ten overvloede zU het bekend, dat de ar
beiders, die deze goedkoope artikelen pro-
duceeren, leven onder de allerslechtste om
standigheden, die men zich kan denken.
Wat Japan met oorlogvoeren weggooit in
het verre Oosten, wordt op dc levensvoor
waarden van Japansche arbeiders en boeren
verhaald.
Het dumpingstelsel wordt dankbaar ge
bruikt. om de expansiczucht van Japan te
bevredigen en de werkloosheid ln de verschil
lende landen nog te vergrooten. Wanneer
word: aan dit bedrijf nu paal en perk ge
steld? Waar blijven de protesten?
EEN ABONNé.
(Wij willen dit ingezonden stuk niet plaat
sen zonder er bij aan te teekenen cat de
„dumping" door Japan geenszins zonder
criliek in de Nederlandsche pers is gebleven.
Red.).
Selma Lagerlöf.