HET BOEK IN ZWEDEN. HAARLEM'S DACBLAD DINSDAG 13 DECEMBER 1932 DERDE BLAD. LETTEREN EN KUNST. FEEST VAN HET BOEK TE STOCKHOLM. Hasse Zetterströms programma voor het Feest. Selma Lagerlöf en Prins Wilhelm van Zweden lezen uit hun werk voor. (Van onzen correspondent). STOCKHOLM, begin December. On dezen grauwen Decemberdag valt de avond vroeg met paarsig-grijzen nevel over het breede water, waar de schoone hout schepen van Eoslagen en Aland de donker- vochtige zeilen te drogen hebben geheschen en een pontje met een blanken rookpluim van kaai naar.kaai koerst. De kranen rate len en zwaaien over de witte kuststoomers, vrachtauto's bonken over de natte keien en boven de avondlijke stad gloort onwezenlijk rossig de mist in 't flikkerende neonlicht van reclames, de mist die tusschen de kale boomen van een verlaten park hangen blijft en als 'n wazig floers gespannen staat over de winkelstraten met hun drukte en lawaai en hun licht, hun bonte en over dadige licht, dat in het donkere asfalt spie gelt. Zware guirlandes van dennegroen bui gen van huis tot huis, fonkelende snoeren van electrische lampjes trekken kleurige lijnen over de straten en boven de autobus sen en taxi's van Drottninggatan hangen groote houten kaarsenkronen. Dat geeft kleur en fleur aan de grauwe stad in deze donkere midwintersehe dagen nu de sneeuw, die in haar Kersttijd zoo spookjesachtig mooi doet zijn, nog op zich wachten laat. In warenhuizen en winkels is de kerst drukte reeds in vollen gang. In de lichtbal van N. K. de Stockholmsehe Bijenkorf heft zich vijf verdiepingen hoog een toover- berg- met een slot en een schoone prinses, met draken en gedrochtelijke dwergen en in de etalage van P.U.B. steigeren vervaarlijke kerstbokken van stroo met zakdoeken en j schoenen, camera's en pyama's in den bek. Men dromt voor de lichte winkelruiten, waar al het goede en nuttige, als het schoone en nuttelooze, dat men elkaar met Kerstmis geven kan, ligt uitgestald. Daar is het fraaie porcelein van Rörstand en Gustavsberg, het kostbare en fijne, soms al te fijne kristal van Orrefors, het kloeke smeedwerk uit Dalarme en Harjedalen. Daar zijn weefsels uit alle hoeken des land, donkere stemmige en bonte vol juichende kleuren, eenvoudig en over- dadig-rijke. En daar zijn boeken, vele boe ken, want het boek het mooi uitgevoerde en in fr,aaien half-leeren band gebonden boek, is hier wel hét kerstgeschenk bij uitnemend heid. Het is in December een genot, langs de étalages van de weinige, maar zeer mooie en goed gesorteerde Stockholmsehe boekwinkels te gaan. Daar staan de prachtwerken in i hun hemelsblauwe of geelbruine banden met gouden stempel, daar liggen de verzamelde werken van Jack London en Walter Scott, Goehe en Strindberg in banden, die haast te mooi zijn om ze in handen te nemen, en daar zijn de nieuwe werken van de meeste bekende Zweedsche acteurs, die juist een week of twee geleden verschenen zijn. Het „Dagboek van Selma Ottilia Lovisa Lagerlöf" met zijn sierlijke krulletters op het blanke omslag, dat met een lichtblauw bandje dichtgebonden schijnt, het dagboek van zestig jaar geleden, dat de vrouwe van Mar- backa dezen zomer als derde deel van haar belangwekkende mémoires geschreven heeft, neemt in vele étalages de eereplaats in. Een nieuwe bundel van Hasse Zetterström zijn twee-en-twintigste meen ik ligt er naast „De man, dien gij gedood hebt", het felle realistische werk van Gustaf Ericsson, die na de voltooiing van zijn boek zelfmoord gepleegd zou hebben, maar in blakenden welstand te Parijs bleek te wonen. Er is een viertal nieuwe boeken van den schilder schrijver prof. Albert Engström, een der fijnste humoristen van Ccandinavië, er is een nieuw reisverhaal van den dierenfotograaf Bengt Berg. die in Bengalen op zoek naar den eenhoorn is geweest, en er zijn nog vele andere zware romans en detective-verhalen, sagen-boeken en dichtbundels en mémoires, waarvan sommige in de enkele weken, die sedert het verschijnen zijn verloopen, al ver schillende herdrukken beleefd hebben. Want de Zweed koopt zelfs in dezen tijd van crisis en financiëele narigheid boeken, al zijn de prijzen ook aanmerkelijk hooger dan in Holland en al geeft de zichzelf-respectee- rende Zweed ook immers de voorkeur aan boeken in half-leeren band. Die extra duur 1 zijn. In Berns wordt het Feest van het Boek gevierd. Berns is hét café-restaurant van den Stockholmschen burgerman, de toevlucht voor de provincialen, die er geïmponeerd worden door de martiale, zwaar-gegallon- neerdc portiers en de kwieke kellners. Er zijn veel spiegels aan de rijk met verguldsel ge sierde" wanden en tegen liet plafond prijken bruin-berookte portretten van beroemde componisten ui: den tijd toen Berns de glo rie was van de hoofdstedelingen, toen de befaamde „halve punch" nog veertig ore kostte en Strindberg en vele andere jonge kunstenaars in de wereldberoemde ..Roode Kamer" van Berns bijeen kwamen om over kunst en politiek en aile mogelijke- andere zaken te praten. Het publiek, dat dezen mid dag de groote zaal vult, voelt zich er wat onwennig. De uitgevers en de critici en de auteurs en de belangstellenden, die er nu achter een kopje slappe thee rond de kleine tafeltjes zitten, loopen Berns doorgaans voorbij. Maar zij kennen "de literaire tradi ties van deze toch zoo echt-Stockholmsche gelegenheid en zij hebben de uitnoodïging van de feestcommissie gaarne aangenomen, omdat het boek hen lief is en omdat het doel van dit feest de kassen van de Ver- eeniging van Auteurs en van de Vereenïging van Bedienden in den Boekhandel zoo flink mogelijk te spekken hun sympathiek moet zijn. Karl-Ottö Bonnier, de groote uit gever, strijkt zijn rossen baard en telt zijn auteurs: Selma Lagerlöf. Erik Lindorm, Inge borg Björklund, Sten Selander, en zoo voort. Men ziet Prins Wilhelm, die een hoofd boven de anderen uitsteekt en Marika Stjernstedt, de sympathieke presidente, en vele ande ren. die niet of slechts weinig in het buiten land bekend zijn. En op het podium, waar achter een kubistisch kamerscherm een berg landschap verstopt wordt, staan de beroemde rood-pluche meubelen uit de Roode Kamer. Het is die andere groote figuur uit de Zweedsche letterkunde van de laatste vijftig jaar, het is Selma Lagerlöf, die nu het eerst naar het podium gaat om uit eigen werk voor te lezen. Een lieve oude dame met sneeuwwit haar en een even blank schou dermanteltje van wit bont. In haar fijne handen houdt ze het dagboek van de veer tienjarige Selma Ottilia Lovisa en met zachte melodieuse stem leest ze, vertelt ze eigenlijk, over het Stockholm van zestig jaar geleden. Het is van een wonderlijke bekoring en de oude Varmlander die naast me zit heeft tranen in de oogen, want Selma Lagerlöf is bovenal een groote dichteres van het schoone Varmland. Op haar volgt Erik Lindorm met een paar naturalistische gedichten en na hem betreedt Ingeborg Björklund het podium om enkele moderne verzen te zeggen. Het is geen groot werk en het publiek, dat over het algemeen toch meer voelt voor de ro mantiek van het oude Zweedsche land dan voor die van trams en lichtreclames, is nogal rumoerig. Maar als na de pauze Prins Wil helm met twee stappen het trapje neemt en de fotografen hun blitzlicht op dezen langen, slanken man richten, die zijn succes als schrijver zeker niet aan zijn hooge af komst dankt, wordt het weer rustig. De prins vertelt over een vriend van hem in de Pro vence. een handelaar In oude kunst, die een kostelijke streek uithaalt, wanneer een rijke gravin een bepaald stel meubels wil heb ben, dat hij onmogelijk leveren kan. En'ten" slotte toch levert. Het is een der prachtigste humoristische vertelsels uit de Zweedsche literatuur en het applaus knettert als Prins Wilhelm na een half uur zijn boek sluit. Dan volgen nog Karin Boye. zeer sympathieke jonge dichteres en Sten Selander, die de on aangename taak heeft een lang lyrisch ge dicht tc moeten zeggen terwijl het publiek al naar de garderobes draaft. Want enkele uren later is er „literair bal", waarbij meer gedanst wordt, dan dat men aandacht aan de schoone letteren besteedt. Maar in alle geval, men is gekomen om met de schrijfsters en schrijvers samen zijn, cn men betaalt zijn tribuut, dat de belde verenigingen geheel ten goede komt en waardoor verschillende auteurs, die het thans moeilijk hebben, fi- nanciëel gesteund kunnen worden. Bij het „Feest van het boek" werd het „Boek van het Feest" verkocht, een aardig werkje met uitsluitend advertenties. Maar men leest het enkele malen over, voor het ergens bij de> hand in de (kast wordt gezet,want Prins Wilhelm en Sigfrid Siwertz, Lubbe Nordstrom en Agnes von Krusenstierna en tientallen andere schrijvers en schrijfsters hebben hun talenten op deze advertenties beproefd en de resultaten zijn over het al gemeen buitengewoon goed. Zou de Commissie voor de Nederlandsche Boekenweek niet eens'iets dergelijks kunnen ondernemen? Zoo maakt men hier reclame voor het boek. Waarschijnlijk is iedereen, die 't Feest meevierde, er over te vreden, ook onze vriend Hasse Zetterström. Al geeft hij dan in het Boek van het Feest een programma voor het Feest van het Boek. dat wij hieronder met toestemming van den auteur vertalen, al gelooven we niet. dat dit plan in ons land verwezenlijkt zou kunnen worden. Welnu: 11 uur v.m. De auteurs worden door hun uitgevers gewekt met een kopje thee op bed. Marika Stjernstedt krijgt twee kopjes en een eigen taart. 12 uur. Uitdeeling van gratificaties en voorschotten aan alle leden van de Vereeni- gïng van Auteurs. 1 uur. Bestorming van de boekwinkels. Lunch ten stadhufze. Uitdeeling van gratifi caties en voorschotten. 2 uur. Alle boeken van de vliegende win kels cn restant-exemplaren worden op de Groote Markt verbrand. De winkeliers wor den licht geroosterd. 3 uur. Sluiting van alle uitleen-biblotheken tot na de Kerstmis. De sleutels worden door Karl Otto Bonnfer bewaard. 6 uur. Diner in restaurant Högloftet, 't per soneel van de boekwinkels en van de uit geversmaatschappijen aangeboden door de Vereeniging van Auteurs. De uitgevers deelen gratificaties uit aan alle gasten. 9 uur. Spitsroedenloop van alle vooraan staande critici met muziek en Bengaalsch vuur. Daarna worden alle beeren en dames achter slot en grendel gezet tot na de Kerst mis. 12 uur. De auteurs worden door hun uit- gevers naar huis gebracht. Vervolgens bren gen de met een zangstem begaafde uitgevers eiken auteur voor zijn woning een serenade. Het recht tot wijziging van het programma wordt niet voorbehouden". C. G. B. RIKA nOPPER T*IT AMERIKA TERUG. Naar wij vernemen zullen Rika Hopper en haar echtgenoot en Jacques van Hoven Donderdagmiddag te 12.44 uur met den trein uit Brussel te Amst erdam van hun reis naar de Vereenigde Staten ieruskeeren. Hef Tooneel fe Amsterdam GEZELSCHAP SAALBORN. COETHE'S EC MO ND. Muziek van Beethoven. Nederland is arm aan historische tooneel- werken. Wanneer wij een zoo bij uitstek na tionale figuur ais Willem van Oranje op het tooneel willen zien. dan moeten wij tot Goe the gaan, omdat er geen enkel Hollandsch drama van eenige beteekenis bestaat, waarin het voor de geschiedenis van ons land meest belangrijke tijdperk van Willem de Zwijger is gedramatiseerd. Alleen Goethe heeft- dit ge daan Sardou's Patrie mogen wij niet mee rekenen, omdat dit- melodrama absoluut alle litteraire waarde mist en al was het daar om alleen, dan zouden wij de keuze van Eg- mond door Saalborn voor zijn jubileum moe ten toejuichen. Eigenlijk wekt het bevreemding, dat dit drama van Goethe niet eerder door een onzer gezelschappen op het repertoire is genomen. Ja. feitelijk moest dit voor ons. Nederlanders, zoo belangrijke werk minstens even dikwijls In ons land gespeeld worden als in Duitschland, waar het op het vaste speelplan van zoo wat alle eerste gezelschappen voorkomt. Want- al moge dit drama van Goethe niet tot zijn sterkste werken behooren en al is de figuur van Egmond historisch ook niet zuiver juist-, de geschiedenis van ons volk leeft toch in dit drama en niemand zal ontkennen, dat het een dichterlijk werk van groote allure is. Hebben wij allen, die de voorstelling Zaterdag of Zon- ,dag te Amsterdam bijwoonden dat niet- heel diep gevoeld in dat prachtige gesprek tus schen Willem van Oranje en Egmond. een tooneel, waarin Goethe een voor de geschie denis van ons land hoogst gewichtige episode zoo kernachtig dramatiseerde? De Duitscher Goethe stichtte met- zijn Eg mond een voor Nederland nationaal monu ment. Wie daaraan nog mocht twijfelen, ga Egmond zien en hij zal zeker sterk worden getroffen door dat tooneel tusschen Alva en Egmond. waarin Egmond de Nederlandsche gedachte uit dien tijd zoo gloedvol verkon digt. Welk een diepe, symbolische beteekenis krijgt voor ons het slot, de droom van Eg mond, waarin Clarchen als het beeld der vrij heid voor hem verschijnt. En eindigt het drama niet met de overwinnings-symphonïe van Beethoven, omdat uit den dood van Eg mond de vrijheid en de overwinning van Ne derland geboren zouden worden? Goet-he en Beethoven, twee der grootste genieën, die ooit de wereld heeft voortgebracht, putten uit Nederland's roemrijke periode de stof voor een kunstwerk van monumentale grootte en gaven er glorie aan en wij. Nederlanders vergaten dat en deden of dit werk niet bestond Saalborn heeft met zijn opvoering van Eg mond deze fout hersteld en daarmee een na tionale daad verricht. Moge hij daarvoor van het publiek dc belangstelling ondervinden, die deze daad in zoo hooge mate verdient. Niet alleen om geschiedkundige maar ook om artistieke redenen. Want- er gaat door dit jeugdwerk van Goethe hij schreef het in zijn Sturm und Drang-periode in 1775 en vol eindigde en verbeterde het 12 jaar later misschien nog niet de adem van het genie, maar dan toch van een grooten en fieren geest. In Egmon's liefdesgeschiedenis voor Clarchen. welke geheel een product is van Goethe's..fantasie in\vevkelijkheid_ was Egmond met de hertogin Sabi'na von der' Pfalz en vader voii 12 kinderen voelen wij het drama als verouderd, al is Clarchen dan ook een frisch. gezond, allerminst ouder- wet-sch s'entimenteel meisje. Maar met welk 'n kracht en een gloed zijn de historische voor ons Nederlanders verreweg belangrijkste tooneelen behandeld, welk een echt levende figuur is de vrijheidsheld Egmond in dit drama geworden, grooter en heroischer feite- lijd dan deze weifelende krijgsman als mensch in werkelijkheid was. En hoe boeiend tooneel is dit werk ondanks zijn 150-jarige ouderdom. Dit laatste vooral heeft ons de gemouvemen- teerde opvoering onder Saalborn's leiding" be wezen, Saalborn voelt als regisseur in tegen stelling met zijn grooten leermeester Royaards meer voor het dynami sche dan het statische element in een opvoe ring. Dit komt wel heel sterk weer uit in de opvoering van Egmond. Er was groote leven digheid telkens in de verschillende tooneelen, maar het werd ook in de volksscènes toch nooit roezig of ongemotiveerd druk. Saalborn heeft de groote lijn van het drama aldoor in het oog gehouden en zijn Egmond daarin tot de centrale vrijheidsfiguuv ge maakt- In zeer decoratieve milieus vooral de stadsgezichten en de interieurs van de Brusselsche paleizen waren prachtige decors, waarin de verschillende figuren het ook pictu raai zeer mooi deden is het drama gespeeld en door die minutieuse artistieke verzorging der aankleeding heeft Saalborn zich als re gisseur opnieuw den meest waardigen opvol ger van Royaards getoond. Den grootsten indruk maakten wel de ge sprekken van Egmond met Willem van Oranje eerst, later met- Alva. Deze twee tooneelen vor men voor mij de hoogtepunten van het drama en zij werden het ook in de opvoering. Er was beide keeren een sterke contrastwerking eerst tusschen den zwierigen, optimistischen. lucht- hart-igen Egmond en den koelen, berekenen den. maar door diepen ernst gedreven Oranje, later tusschen den rondborstigen. fieren. opbruisenden vrijheidsheld en den in zich zelf besloten, sinisteren, maccaberen Alva. Willem van Oranje treedt maar in één too neel op, maar hoe domineerend werd deze fi guur, waarlijk niet, alleen door zijn voor ons zoo groote historische beteekenis. maar ook door het zeer expressieve, krachtige spel van Richard Flink, die zich hoe langer hoe meer tot een onzer knapste acteurs ontwikkelt. Willem van Oranje stond onmiddellijk in al zijn grootheid voor ons. Elk woord, dat hij sprak, kreeg klank, kleur en kern van den speler. En hij was niet staatsman alleen maar ook mensch door zijn mannelijken ernst en zijn diep meegevoel voor Egmond. Dat de Alva van Tourniaire geheel beant woordde aan den Sfcaanschen veldheer van mijn verbeelding zou ik niet durven zeggen, maar hij was toch een zeer monumentale al was het dan ook 'n tikje marqué-achtig figuur. Zijn woorden klonken koud en hard als staal en hij deed mij denken aan een spin in haar web, die wacht- op het moment, tot zij haar prooi in haar macht zal hebben. Mooi was hier ook het contrast in kleeding, Alva onheilspellend in zijn somber, doodscn zwart, Egmond, jong en fleurig in zijn licht zijden costuum. En hoe prachtig speelde Saal born dit tafereel, jeugdig, overmoedig, vol brio, fier en frank in het begin, met een no bele verontwaardiging en volkomen edelman aan het slot, als hij Alva zijn degen toewerpt en hem die mannelijke, striemende woorden in het gezicht slingert. „Hij heeft vaker de zaak van den Koning verdedigd dan deze borst beschermd!!' Veel heeft Saalborn ook in de volksscènes bereikt. Er was aldoor kleur, leven en gedisci plineerde bewegelijkheid in de volksgroepen en er waren zeer geslaagde types onder, lie: meest markant wel Vansen. dc volksmenner, een zeer sterke creatie van Elïas van Praag, wiens woorden waren als giftig venijn en Jet- tor, de kleermaker, waarvan Dom de Gruyter weer iets zeldzaam gaafs wist te maken. Zeer heeft mij ook het spel van Louise Kooiman als de waarlijk vorstelijke Marga- retha van Parma geboeid. Zij speelde deze rol breed en mooi en in voornamen stijl. Haar dictie was kortweg voortreffelijk. Jammer, dat naast haar een zoo vlakke en onbetecke- nende Machiavelli Johan te Wechel stond. Saalborn roemde ik reeds om zijn spel in d-- twee tooneelen me: Willem van Oranje en Alva. Hij heeft de rol van Egmond breed cn kloek gespeeld, jong. krachtig, fleurig en zor geloos in het begin, mannelijk, fier en he roïsch aan het slot. En nu Clara van Carla de Rae:. Tot aan de pauze vond ik haar voor treffelijk. Zij was in haar liefde voor Egmond geen oogenblik sentimenteel. Frisch en ge zond was deze Clara en ook gevoelig. Dat ::ii geen zangeres bleek te zijn. kan men de ac trice moeilijk kwalijk nemen, maar zij gaf ons wat in dat drama van meer beteekenis ;s een jong meisje, dat de liefde van een F mond waard was. Na de pauze echter stelde zij te leur. Toen ontbrak haar de innerlijke kracht, die daar van haar verlangd werd. Zij declameerde meer dan dat zij het volk trachtte op te zetten tot oproer. Er klonk geen brandende hartstocht, geen vuur. geen glocci in haar stem en het was aan ook moeilijk te verwachten, dat het volk haar als een tweede Jeanne d' Are zou volgen. In haar tooneel met Brackenburg vrij zwak en te melodramatisch gespeeld door Henri Eerens had zij soms mooie, ontroerende momenten met onmiddellijk daarnaast oogenblikkon. die te zwak aandeden door een te kort aan dra matisch uitbeeldingsvermogen. Zij was een bekoorlijk, lief. maar niet een door liefdes vuur verteerd jong meisje. Ei- waren ook wel zwakke momen ten in deze opvoering zoo was Ford. Sterne- berg tot- schade van den totaal-indruk van, het slottafereel, een te zoe!elijke Ferdinand en deed het droombeeld van Egmond in der. ker ker mij aan een tableau-vivant van mijn vroegere soldaten denken, als zij de Neder landsche Maagd, omringd door de Hollandsche krijgsmacht wilden voorstellen maar hoe veel voortreffelijks stond daar niet tegen over. En laten wij vooral niet- de goddelijke muziek van Beethoven vergeten, die uit gevoerd door het Utrechtsche Orkest onder liding van Arnt-zenius met Goethe's drama een zoo volmaa en schoon geheel vormt. Ik heb eens de complete Egmond-muziek van de H. O. V. in een uitstekende uitvoering onder Nico Gerharz gehoord, maar hoe veel sterker was nu de indruk! Wolk eon waarlijk hemelsché muziek bij Clara's doocl! Hoe ont roerend mooi vult Beethoven hier Goethe aan! En welk een diepe beteekenis krijgt- het slot door de stralende, alles verlichtende mu ziek van Beethoven's overwinnings-sympho nïe. Wanneer Saalborn Egmond ook te Haar lem mocht komen geven wat wij hartelijk hopen dan moge de H. O. V. hier haar me dewerking verleenen tot- het verkrijgen van een zoo grootsch geheel. Ten slotte een woord van warme dank en van oprechte bewondering voor Saalborn. die zijn jubileum tot een waar t-ooneelfestijn heeft weten op te voeren, J. B. SCHUIL MUZIEK. Kamermuziekavond van de Afd. Haarlem der M. t. B. d. T. Hollandsch Strijkkwartet. Meerdere jaren hebben we het Hollandsch Strijkkwartet niet op het Haarlemsche po dium gezien, en het is dus geen wonder dat we onze oude bekenden met vreugde be groetten. Oude bekenden de samenstelling van het ensemble Is sinds hun vorig optre den alhier niet ongewijzigd gebleven: de al tist. Bram Mendes trad er uit: maar zijn op volger is een nog betere bekende van ons, is onze stadgenoot Jos. de Clerck. En dat- deze mutatie geen verzwakking met zich bracht bleek Maandagavond terst-ond bij de vertol king van Schuberts kwartet-deel in c kl. t. Hier waren een fijnheid van samenspel, een verijling van den klank waar te nemen, welke we in die mate vroeger niet van liet Hollandsch Strijkkwartet hadden gehoord, en die het nu in onze waardeering gelijkstelde met de beste ensembles die van buiten de grenzen tot ons kwamen. Schuberts heerlijke muziek klonk volkomen gelmmaterialiseerd en het hooge genot dat zij schonk werd slechts beperkt door een gevoel van spijt dat we het met één deel moesten stellen; dat Schubert het werk niet voortgezet en tot een vierdeelig geheel afgerond heeft. Het had, zooal geen equivalent, dan toch een waar dige tegenhanger van het beroemde d min. kwartet kunnen worden. Op het schoone openingstuk volgde een grooter en niet minder schoon werk: het strijkkwintet in g min. van Mozart. Wc ken nen de toonsoort g min. als de toonsoort dor somberheid voor Mozart; de beroemde Sym phonic kan als voorbeeld dienen. Zoo is het in het kwintet ook en een sterk chromati sche inslag maakt hier de sfeer nog troebe ler. In het Adagio een der heerlijkste van Mozart is de stemming gewijzigd: hei. leed uit zich vrij en vindt daarmee tevens de ver lichting en vertroosting, al brengt de smart nog bijwijlen een pijnlijke kramptrekking te weeg. Welk een beteekenis heeft hier het kleine motief dat de 2de alt (zeer verdien stelijk door den heer Blom gespeeld) in de diepste ligging op de c-snaar doet hoo ien! De vertroosting volgt, als gezegd, cn het is op dit punt dat ik het met de Interpretatie van ons ensemble niet geheel eens kan zijn: de tempoversnelling die hier werd aange bracht maakte de stemming m. i. te speclsch De canonische dialoog tusschen 1ste viool en lste alt komt mij voor een meer lyrisch ka rakter te bezitten. Na het Adagio versom bert de hemel nog eenmaal; nog duisterder dan voorheen wordt het om ons maar plotseling klaart de hemel op cn in het ron do-finale is de droefenis verdwenen. Dit is een verschil met de symphonie. waar het mineur tot het laatste blijft heerschen en zich zelfs tot heftigheid verscherpt. Het was een gelukkige gedachte van het Bestuur onzer Toonkunst-afdeellng om een kwintet ten gehoore te doen brengen; men hoort de prachtige werken voor deze samen stelling veel te weinig. En zoo kunnen we voor deze daad dankbaar zijn en dc hoop uitspreken dat zij door meerdere dergelijke gevolgd moge worden. Een groot werk. wachtte ons nog na de pauze: Francks Strijkkwartet. Eigenlijk was dit één jaar voor 's meesters dood geschre ven opus haast te zwaar voor ons opne- mingsvermogen. De gecompliceerde en rus- telooze chromatiek vermoeide ecnigszin.s; ondanks de coupures in de finale deed zich ce lengte gevoelen. Het geestige Scherzo en het warm gevoelde - cn gespeelde! Ada gio drongen het meest onmiddellijk door. Fr waren meer. veel meer mooie momenten: het grandioze begin, het fugato in het- Allegro welk een toonschoonheid in de expositie door de alt! de recapitulaties die aan Beetho ven? 9de Symphonie herinneren; de vir tuositeit bij de voordracht van het Scherzo verblufte. Maar als geheel lag het ons. on danks de superieure eigenschappen van com positie en vertolking, rijkelijk zwaar. Het was dus een avond, rijk van inhoud; oen avond die ons doet verlangen de heeren Ley- densdorff. Röntgen, De Clerck en Canivez spoedig op het Haarlemsche podium weer te zien. De langdurige huldiging maakt dit niet onwaarschijnlijk. K. DE JONG- Berber-Strijkkwartet Dat dit kwartet den naam draagt van het vrouwelijk medelid Prof. MHly Berber, wil nog geenszins zeggen dat Miily Berber de ziel is van dit ensemble. Veeleer is de cellist Hermann Hoenes de aanvoerder, al zit dan de bekwame violiste aan den lessenaar der eerste viool. Het spel van het Ber'oer-kwar- tet is degelijk verzorgd. Er spreekt een kloe ke geest uit; vrouwelijk <i:i gunstigen zoo min als in tegengestelden zin' kan men het niet noemen. Wel heeft een der mannelijke medeleden den invloed ondergaan van het spel der eerste violiste. Milly Berber heeft de gewoonte, den toon naar 't midden plot seling aan te zwellen cn even snel weer in kracht te laten afnemen, hetgeen aan haar spel een ongunstig karakter geeft. De tweede violist Erlck Schaette volgt haar daarin gaarne na. maar is in oogenblikken dat hij zich minder heeft te voegen naar zijn vrou welijke collega, musicus genoeg om deze speelwijze af te leggen. De altviolist Dr. Cari Weymar treedt minder op den voorgrond. Men kan zich niet losmaken van- de Idee dat hij de deugd der bescheidenheid wat al te vee": In toepassing brengt, want de duidelijk heid der partituur lijdt daar meermalen on der. Het uiterst klare Haydn-kwartet In C (op. '20 no. 2) opende het programma Het con cert werd gegeven in de bovenzaal van het Gem. Concertgebouw. Men weet. dat hier eer. geraffineerd samen spel wordt gevraagd: elk der vier spelers moet welbewust bijdragen tot het verkrijgen van het klankever.wlcht. Hierin slaande men bij Haydn nog niet aanstonds. De toon van den cellist is buitengewoon expansief, die der eerste violiste daarentegen ietwat vlak. Ook later nor: bij Mozart 'eed de duidelijk heid niet onbelangrijk onder dit tekort aan evenwicht. Voorts ondervond het Menuet met zijn opvallende accentueering om de andere noot. het- nadeel van de hierboven gewraakte speelwijze der violiste. De frappante rythme- verschulvlng ging vrijwel ongemerkt langs ons heen, en ook de overigens knap gespeel de doorvoering van het eerste deel boette hierdoor aan duidelijkheid In. I-Iet slotdeel evenwel werd tot een groote verrassing. De structuur van deze zeer schoone Mozart-finale allereerst werkte mede. om de beste speel- hoedanigheden van het viertal op schitte rende wijze naar voren te brengen. Het ijs was gebroken, cn nu belette ons niets moer om bij het ingaan der pauze het ensemble hartelijk toe tc juichen. Na de rustpoos ping Schubert's kwartet in A-moll. Veilig mogen we zeggen, dat hier de hoorder algeheele bevrediging vond. Dc voor heen niet verwarmende viooltoon der violiste Kreeg hier ziel en leven en vooral hel An dante (den hoorder bekend om 't Rosamun- de-thema) voldeed in velerlei opzicht. Het was zeer jammer, ook voor het concertbureau „Beveoka", dat er voor dit concert zoo weinig luisteraars naar de zaal waren gekomen. De gelijktijdig plaats hebbende uitvoering van „Toonkunst" zal aan dit zeer matig bezoek niet vreemd zijn geweest G. J. KALT. JAARFEEST „AVADIA". Zaterdagavond vierde de school vereeniging van de Meisjes H.B.5. „Avadla" haar jaar- lijkschen feestavond in de tuinzalen van de gemeentelijke concertzaal. Na een kort openfngswoord van de voor zitster werd opgevoerd het mlddeleeuwsch drama ..De moord op Urk". Daarna volgde de Revue operette in t-wce acten getiteld „Femina". Deze revue had een groot succes. Het vlotte spel van dc actrices en de mooi verzorgde aankleeding viel bij het talrijke publiek zeer in den smaak. Het slotnummer, het clublied van Avadla, werd door allen meegezongen. Een gezellig bal besloot deze zeer geslaagde voorstelling en hield de introduces nog tot 2 uur bijeen. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantiooordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, icordt de kopij den inzender niet teruggegeven. DUMPING DOOR JAPAN. Geachte redactie. Vóór eenigen tijd stond de'geheele pers in het teeken van strijd tegen de z.g. Russische „Dumping". Allerlei elementen beijvereen zich om het sovjetsysteem aan te vallen. Men sprak van „dwangarbeid die de oor zaak zou zijn van de goedkoope artikelen die op de internationale wereldmarkt werden gebracht. Goedgeioovige burgers spraken er schande van, en Heten zich niet onbetuigd door de berichten nog aan te dikken. Toen naderhand bleek dat deze berichten onjuist waren luwde de anti-Sovjet-campagne op dit terrein. Nu er echter, van werkelijke dumping spra ke is, zwijgt de pers in alle talen. Het bevreemdt- mij, als zoovelen, dat er niet wordt geprotesteerd tegen de artikelen uit Japan, waarmede de wereldmarkt wordt overstroomd, en die de geheele wereld-in dustrie ondermij nee. Ten overvloede zU het bekend, dat de ar beiders, die deze goedkoope artikelen pro- duceeren, leven onder de allerslechtste om standigheden, die men zich kan denken. Wat Japan met oorlogvoeren weggooit in het verre Oosten, wordt op dc levensvoor waarden van Japansche arbeiders en boeren verhaald. Het dumpingstelsel wordt dankbaar ge bruikt. om de expansiczucht van Japan te bevredigen en de werkloosheid ln de verschil lende landen nog te vergrooten. Wanneer word: aan dit bedrijf nu paal en perk ge steld? Waar blijven de protesten? EEN ABONNé. (Wij willen dit ingezonden stuk niet plaat sen zonder er bij aan te teekenen cat de „dumping" door Japan geenszins zonder criliek in de Nederlandsche pers is gebleven. Red.). Selma Lagerlöf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1932 | | pagina 9