Toen liet volle maan was...
DE ..PRINS DER NEDERLANDEN" die aan de Amster-
damsche brandweer is afgestaan als ocfenschip. is naar
den steiger der Holland-Ajnerikalijn te Amsterdam ver
sleept.
DE BOUW VAN DE NIEUWE VERKEERSBRUG OVER
DE WAAL bij Zaltbommel
FEUILLETON
Naar het Engelsch
van
JEFFERY FARNOL.
m.
„Wie is dié "dikke roode vent, Adam?"
vroeg hij met een hoofdknik in de richting,
waar de vent in kwestie bezig was met een
worstachtigen vinger in een stoel te prik
ken.
„Dat is meneer Greims van Cranbrook. me
neer", zei Adam met een stuursch gezicht.
..Hij noemt zich zelf korenhandelaar; maar
ik neem "m, na 't doet er niet toe. Alleen kan
ik je vertelle, dat ie niet van het koren rijk
is geworden, meneer en hij is 't, voor wien we
hier op Daplemere eigenlijk sloven en werken
yan 's mergens tot 's avonds.
„Hoe bedoel je dat, Adam?"
„Hij het de hiepeteek op Dapplemere, me
neer".
„Hoeveel is die hypotheek. Adam?
„Der staat nog over de drieduizend pond
meneer, en die motte van 't jaar afgelost met
de rente", zuchtte Adam.,,'t is een beesti
ge hoop geld".
Bellew dacht aan de sommen die hij uit
gegeven had voor zijn yacht, voor zijn drie
race-wagens en voor andere „genoegens".
Drie duizend pond, vijftienduizend dollar!
Die zouden haar tot een vrij mensch maken
onafhankelijk, vrij van zorgen! Vijftien
duizend dollar! Hij herinnerde zich dat hij
die som eens, in één avond verloren had met
poker.
„Vervloekt", zei Adam ineens. ..Dat gezicht
met die varkensooge van Greims, die naar
al onze mooi meubels kijke, keere den ouwen
Adam, bikans binnenste buiten in me, me
neer Belloe. Kijk 'm nou toch es op die stoel
slaan!"
Adam keerde zich plotseling om. drong
door de menigte heen naar de plaats waar de
heer Greims bezig was de springveeren van
een armstoel te onderzoeken en liet zich zoo
danig door de gretige koopers opzij dringen,
dat hij met een harden bons tegen den rood-
nek aanviel en hem daarbij gevoelig op zijn
teenen trapte, met het eenig gevolg dat de
uitdrukking van droomerige onschuld op zijn
tronie, bij het hooren van des heeren Greims
verontwaardigde kreten, veranderde in een
uitdrukking van onschuldige verbazing.
„Kan je niet kijken, waar je je pooten zet,
lompe ezel!" raasde de woedende Greims
roodnekkiger dan ooit.
„Vreskuus meneer Greims", zei Adam ern
stig, „maar met al die pooten van tafels en
stoelen en kasten en canepees en van al die
mensche hier, raak ik zoo in de war. dat ik
een steert mag krijge a'k nog weet welke van
mienzelf of van oe of van iemand anders
zijne. Meneer Greims, ik ben zoo vrij as uw
vreskuus te vrage".
Na welke toespraak Adam plotseling strui
kelde over de klomp van een boer, tengevolge
waarvan hij Greims met zijn elleboog in
diens maag stompte, zoodat. hij zich kreu
nend achteruit wrong, in de menigte ver
dween en den stoel met rust liet.
Ondertusschen zat Bellew in zijn hoekje en
keek naar de drukte en dacht aan haar. die,
moedig als zij was, toch op het laatste oogen-
blik was weggegaan om deze hel te ontloo-
pen. Op eens zag hij dat de korenhandelaar
niet ver van hem op een stoel was gaan zit
ten, blazend van hitte en verontwaardiging,
en daar begroet werd door een ander indi
vidu. klein van stuk en met oogen als een rat.
Hij wenschte den heer Greims een eerbiedi
gen goeden morgen. „Die Adam daar", hijg
de de korenman, „moest naar de stallen wor
den gebracht, daar hoort ie thuis. Die vent
heeft wel drie stel ellebogen en voeten te veel.
Hij moest er uit worden gesmeten!"
„Ja", zei de ander, ,.u heeft gelijk, meneer
Greims, hij moest er uit gesmeten, maar
En wat denkt u van de meubels, meneer
„Zoo zoo, Parsons", zei Greims, „zoo, zoo!"
„Hebt u plan te koopen?"
„Ik zal", antwoordde de korenhandelaar
met nadruk, „ik zal beslag leggen op die go-
belinstoelen enne de staande klok in den
hoek, enne.... het groote, gebeeldhouwde
ledikant enboven al dat buffet hier.
Voor zoover ik weet is er geen buffet, in het
heele land, waarbij het hoeft achter tc staan.
Massief mahonie, meneer en het snijwerk!"
En hij tikte met zijn worstvinger op het meu
bel in kwestie. „O, ik heb al jaren oog gehad
op dat buffet. Ik wist dat ik het den een
of anderen dag zou krijgen. Het verwondert
me alleen, dat ze niet eerder heeft moeten
verkoopen".
„U bedoelt Anthea Devine?"
„Ja. die bedoel ik. Ik neb me herhaaldelijk
afgevraagd, hoe ze met die hypotheek, aflos
sing en rente, der hoofd nog zoo lang boven
water hebt kunnen houden. Maar let op wat
ik zeg, Parsons. Het duurt niet lang, of ze
houdt weer verkooping. en dan gaat het zaa-
kie, Parsons".
.Nou, ik heb altijd gezegd: 't gaat nooit
met een vrouw alleen op een boerderij", zei
Parsons. „Maar wat ik zeggen wou, die kast
daar Sheraton geloof ik wat denkt u
dat die zoowat waard is, zoo onder u en mij?"
vroeg de rat-oog.
„Dat kan ik je niet zegge tot ik 'm bekeke
heb, gevoeld heb", antwoordde de korenman,
opstaande. „Laat me mijn hand er op leg-
genen ik zeg 't je op een schelling".
Zij baanden hun we^ door het volk. Bellew
zat emt zijn kind op zijn handen toe te kijken
en bemerkte niet dat zijn pijp al lang uit
was.
De groote staande klok, niet ver van hem
af, tikte rustig en regelmatig voort, onver
stoord door de drukte, zooals ze al gedaan
had van den dag af dat ze gemaakt was: dat
was (zooals de inscriptie op dc wijzerplaat
uitwees) geweest in het jaar 1732. door Jabez
Havesham te Londen. Deze oude dame begon
plotseling een zeer heesch geluid voort te
brengen, hetgeen, gezien haar hoogen leef
tijd geen verwondering behoeft te wekken
en, nadat de lange, heesche zucht was uitge
storven, liet ze twaalf maal den zachten, vol
len klank van haar zilveren bel weergalmen
om aan wie het hooren wilde, mede te dee-
len, dat het middag was.
Waarop de deurwaarder, met zijn hoed
achter op zijn hoofd, op zijn horloge keek,
den roodneuzigen Theodore toeknikte, op een
verhoogde zitplaats klom en drie hamersla
gen op zijn lessenaartje gaf.
„Heeren", begon hij.
Maar hij werd onderbroken door een woe
dende stem.
„Ho stomme pummel! Hou je elleboge
thuis, varken! En je staat weer met je poote
op me teene. Vervloekt, as je hier geen ruimte
het, ga der dan uit".
Waarop de deurwaarder met groot geweld
begon te hameren, hiermede de herrie tot
bedaren bracht en opnieuw begon met zijn
grappigsten glimlach:
„Heeren, u hebt gelegenheid gehad om de
meubels te bezichtigen, die ik hier zal vellen.
Ik zal u wel niet behoeven te zeggen, dat er
moeilijk een mooiere collectie antieke meubels
zal kunnen worden gevonden en daar ik mag
aannemen, dat we het hierover allemaal eens
zijn, wil ik maar, zonder verdere plichtple
gingen met mijn taak beginnen. Vooreerst
hebben we hier een kamerschut, zes voet
hoog (breng het schutsel, Theodore). Hier is
heeren. Gesneden rozenhout, met de hand
beschilderde paneelen, in uitstekenden staat,
Wie biedt er wat voor dit kamerschut, hee
ren. Kom!"
„Vijftien shilling", riep een stem.
„Begin maar zoo laag als je wilt, hoeren.
iemand biedt vijftien shilling voor
„Zestien!" van een heer met één dicht oog
en een litteeken op zijn wang.
„Een pond!" riep Adam.
„Een en twintig!" zei het litteeken met na
druk.
„Vijf en twintig!" 2ei Adam.
„Vijf en twintig!" riep de deurwaarder.
„Niemand meer? Een echt antiek kamer
schut! Niemand? Eenmaal vijf en twintig
andermaal af! Voor den meneer met
de halsdoek, Theodore".
„Dat was Job Jagway, meneer!" fluisterde
Adam Bellew toe. „Lekker zijn neus voorbij.
De deurwaarder begon opnieuw:
„No. 2. heeren! Zes antieke, gebeeldhouwde
stoelen, met gobelin-bekleeding. Met twee
bijbehoorende armstoelen. Wie biedt...."
„Dertig shilling!" uit de menigte.
„Ha, ha! geen grappen! Heeren. Dertig
shilling, die is goed. Kom heeren!
„Drie pond!" van den roodhals-korenhan-
delaar.
„Drie pond, drie", zei de rat-oog.
„Vier pond", korenhandelaar.
„Vier pond tien", riep Adam.
„Vijf", knikte Greims.
„Zes", loeide Adam.
„Zeven", Parsons.
„Acht", Greims.
„Tien", krijsche Adam, die zenuwachtig
begon te worden.
„Elf", zei Greims, die zijn hals weer begon
af te vegen.
Adam aarzelde. Elf pond leek hem erg veel
voor deze oude stoelen, die hij Prudence en
de beide roodwangige dienstmeisjes eiken
morgen had zien afstoffen. Enhet was
zijn eigen geld niet! Dus aarzelde hij en
gluurde even naar den hoek bij de klok.
■Elf pond!" riep de deurwaarder. „Deze
mooie, gebeeldhouwde antieke stoelen voor
elf pond! Elf, eenmaal, andermaal
„Vijftien", zei een stem In een hoek.
.tWofdt vervol&J^
DE BIJZETTING VAN HET STOFFELIJK OVERSCHOT van Mr, Dr. Graaf van Lyndon van Sandenburg, in
leven vice-president van den Raad van State, heeft Donderdagmorgen op het kerkhof te Neer Langbroek plaats
gehad.
filj GELEGENHEID van het neerleggen van zijn ambt van
Consul-Generaal van Noorwegen heeft de heer C. Skybak
te Rotterdam een afscheidsdiner gegeven
Z. K. H. PRINS HENDRIK EN H. K. H. PRINSES JULIANA
waren aanwezig bij de bijzetting van wijlen Mr. Dr. F. A.
C. Graaf van Lynden vati Sa-ndenburg te Neer Langbroek.
DE PARIJSCHE POLITIE heeft een nieuw systeem van
draadlooze telefonie voor haar dienst ingevoerd. De auto's
der politie zijn met zend- en ontvanginstallaties uitgerust
-■ m
GLORIA EN PEGGY de twee dochtertjes van den filin-
artist Harold Lloyd, die in St. Moritz vertoeven, t-acteercn
Itaar gouvernante op een rit door dc sneeuw.