STADSNIEUWS
NIEUWE AFZETGEBIEDEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 13 JANUARI 1933
Polen wellicht?
De met 1 Januari 1933 ontstane positie ten
opzichte van Duitschland heeft weer nieuwe
moeilijkheden voor onzen tuinbouw ten ge
volge gehad. De nict-vcrlenging van het
Douane- en Credietverdrag, hetwelk op 31
December 193T expireerde, heeft o.m. aan
onze koolexporteurs grootc schade berokkend.
Duitschland heeft de handen vrij gekregen
en kan het invoerrecht op dit product ver-
hoogen, waardoor de toch al geringe export
geheel onmogelijk wordt gemaakt. Met enkele
andere artikelen is het niet anders gesteld.
Frankrijk heeft door verscherping van zijn
contingenteeringsmaatregelen andere tuin-
bouw-takken getroffen. De Ierschc Vrijstaat
heeft door verhooging van invoerrechten op
groenten de export uit ons land vrijwel on
mogelijk gemaakt. Een gedeelte van onzen
luxe tuinbouw is kortgeleden zwaar getrof
fen door verhoogde invoerrechten in Tsjecho
Slowakije.
Zoo stapelt de eene ongelukstijding zich op
de andere. Nieuwe afzetgebieden moeten ge
zocht worden. Ongetwijfeld. Maar als deze
terreinen omgeven zijn door hoogopgetrokken
tariefmuren, is verovering bij voorbaat uit
gesloten.
Intusschen dient op Polen onze aandacht
gevestigd te worden. Het is mij bekend, dat
reeds meer dan eens transacties met dit land
tot stand zijn gekomen, die hoop geven voor
de toekomst. Trouwens, Polen heeft ook
groote belangen bij een goede verstandhou
ding met ons land. Men bedenke slechts dat
uit dit land in 1931 voor circa 10 mlllioen
gulden hout naar ons land is gevoerd, dat
Polen ons verder nog: kolen, ijzer en suiker
levert en dat in totaal in 1931 uit Polen voor
22 millioen gulden in ons land. werd inge
voerd. Daartegenover staat een uitvoer uit
Nederland naar Polen in 1931 van circa 7
millioen gulden. Deze uitvoer is in 1931 wel
buitengewoon laag, vooral wanneer men be
denkt, dat deze sedert 1928 van 23 millioen
gulden op dit bedrag moest komen. In vier
jaren tijd een achteruitgang van 16 millioen
gulden, alleen in onzen uitvoer naar Polen.
Daartegenover is de invoer van Polen in vier
jaren betrekkelijk zeer weinig achteruitge
gaan. In de jaren 1928 en 1930 bedroeg deze
27 millioen gulden, in 1929 en 1931 resp.; 24
en 22 millioen gulden.
Welke houding neemt Polen nu aan? Ter
versterking van zijn berooide staatskas en
teneinde na deze versterking te kunnen
mededoen aan de instandhouding van een
weermacht, heeft Polen bijv. verhoogde in
voerrechten voor verschillende onzer produc
ten vastgesteld, terwijl daarnaast contin
genteeringsmaatregelen zijn getroffen.
Juist in de periode, dat de Nederlandsche
tomaten bijv. ter markt komen, bedraagt het
Poolsche invoerrecht op dit product 50 gul
den per 100 K.G. Dat invoerrecht is feitelijk
een invoerverbod. Met de komkommers is het
ongeveer hetzelfde gesteld. Maar het hate
lijke is, dat Italië, Hongarije, Roemenië en
ecnige andere landen, in hunne handelsver
dragen met Polen zeer lage tarieven hebben
opgenomen, gedurende de maanden, dat deze
landen bovengenoemde producten op de
Poolsche markt kunnen leveren. Met de
druiven is het nog vreemder gesteld. Het
zou mogelijk zijn om in de herfstmaanden
druiven naar Polen te exporteeren, omdat
het invoerrecht daarvoor niet bepaald een
beletsel vormt. Maar deze invoer in Polen
is gecontingenteerd en ons land heeft van
het toegestane contingent niets ontvangen!
Intusschen schijnen er reeds wederzijdsche
besprekingen gaande te zijn. Waarschijnlijk
is de Nederlandsche contingenteering van
den invoer van kleeding daaraan niet
vreemd. Het hout en de kleeding zullen de
onderhandelingsobjecten bij uitnemendheid
moeten vormen. Wellicht valt daarmede iets
te bereiken en wordt de mogelij heid gescha
pen voor den uitvoer van verschillende Neder
landsche tuinbouwproducten naar Polen.
1MOLLERUS.
OVER KRANKZINNIGEN
VERPLEGING.
DE SUBSIDIE-REGELING DER VERPLEEG-
KOSTEN VOOR DE OPEN AFDEELINGEN.
Het rapport van de commissie uit de Prov.
Staten van Noord-Holland die het voorstel
van den heer Heyermans over de subsidie
regeling voor de verpleegkostcn van patiënten
in de zoogenaamde open afdeelingen der
krankzinnigengestichten onderzocht, is ver
schenen.
Een lid dezer commissie wees cr op. dat
Gedeputeerde Staten zich bij hun advies be
roepen op de Wet, maar dat de Provincie
herhaaldelijk door tal van maatregelen ge
toond heeft, verder te willen gaan, indien de
Wet zulks niet uitdrukkelijk verbiedt. De
vraag is dus in dit geval niet: verplicht de
Wet ons tot het geven van subsidie, maar
is de Wet tegen subsidie? Dc quaestie van
voor- en nazorg voor krankzinnigen valt hier
onder. Alle psychiaters zijn overtuigd van het
nut der open afdeelingen, de krankzinnig
heidsverklaring is alleen noodig voor onder-
curateelestelling. De Provincie trekt zich hier
niets van aan en stelt zich op het stand
punt der Wet; voor haar is het een finan-
cieele quaestie en wanneer dc Provincie een
anntal der in dc open afdeeling verpleegden
financieel gelijkstelt met hen, voor wie een
verklaring van krankzinnigheid is afgegeven,
na advies hieromtrent van den Inspecteur,
dan is de Provincie reeds inconsequent en
wijkt zij van het wettelijk standpunt af. De
Provincie moest nu het principe aanvaarden
en wanneer er angst voor misbruik zou be
staan, een bedrag vaststellen, waarboven de
gemeente niet zouden mogen gaan. Men is
echter bang, door een dergelijke handel
wijze schade tc doen aan do eigen zieken
huizen, hetgeen naar de mecning van spreker
onjuist is.
De bestaanszekerheid der provinciale in
stellingen loopt geen gevaar, maar dc be
langen der patiënten worden geschaad dooi
de Wet.
Een lid verwacht, dat door voor- en na
zorg minder patiënten zullen behoeven te
worden opgenomen: een ander lid verwacht
het tegenovergesteld, daar door de voorzorg
veel meer gevallen bekend zullen worden. In
Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Zee
land worden jaarlijks gelden gevoteerd voor
hulp aan zenuwzieken.
I-Iet in de Commissie aanwezige lid van
Gedeputeerde Staten zegt, dat men de. gelcl-
quaestie niet zóó maar kan uitschakelen
en wel degelijk rekening moet houden met
de tijdsomstandigheden. Helpen moge heer
lijk zijn, daarnaast rijst de vraag: tot hoever
kunnen wij gaan? Na nog eens gewezen te
hebben op de regeling van 1925. die een
groote tegemoetkoming was aan dc wenschen
der voorstanders van open verpleging, ver
klaart spreker, dat de Provincie zes ton op
deze verpleging toelegt, veel meer dan welke
andere Provincie ook.
Een lid merkt op, dat ten aanzien van
patiënten de schifting tusschcn wie krank
zinnig zijn in den zin der Wet en wie niet,
toch altijd moeilijkheden zal geven, maar
anderen meenen, dat lact wel heel gemakke
lijk is de financieele zijde uit te schakelen,
maar dat het bestuur der Provincie toch tot
plicht heeft, rekening te houden met de mid
delen der Provincie en zij daarom instemming
betuigen met de meening van Gedeputeer
den, waar deze bctoogen, dat verandering
niet noodig is.
Omtrent, de voordracht, komt de Commissie
dus niet tot een eenparige conclusie.
HANDELSAVONDSCHOOLVEREENIGING.
De Handelsavondschoolvereeniging geeft
een feesta *nd op Zaterdag 14 Januari a.s.
in het Gom. Concertgebouw.
Opgevoerd zal worden oen revue, getiteld:
Er wordt geklopt....", waaraan 1 35 per
sonen, bijna allen leden der verceniging,
medewerken.
Na afloop dezer revue volgt er bal met
medewerking van „The five Lee's".
CONSULTATIEBUREAU VOOR
ALCOHOLISME.
STEUN DER PROVINCIE VOOR DIT
HAARLEMSCHE BUREAU?
Ged. Staten van Noord-Holland hebben de
aanvraag om subsidie voor het medisch-
maatschappelijk consultatiebureau voor alco
holisme te Haarlem afgewezen.
Een afwijzende beschikking op een verzoek
om Rijkssubsidie is, volgens sommige leden
der commissie uit de Prov. Staten, die deze
voordracht onderzocht, geen reden voor dé
Prov. Staten om eveneens subsidie te weige
ren. Een lid twijfelt er aan, of men er zeker
van is, dat voor 1933 geen subsidie door het
Rijk zal worden toegekend.
Verschillende andere leden kunnen zich
met het voorstel vereenigen, niet alleen om
dat bezuinigingsoverwegingen hen nopen zich
tegen het toekennen van nieuwe subsidies te
verzetten, maar ook omdat zij den regel, dat
de Provincie alleen dan subsidieert, wanneer
Rijk en Gemeente dit eveneens doen, willen
blijven volgen.
Bij één der leden rees de waag, of subsi
dieer ing van dergelijke vereenigingen in het
algemeen nog noodig is.
Het aanwezige lid van Gedeputeerde Staten
zette uiteen, dat het gevolgde sysbeem zoowel
in het belang' der betrokken vereenigingen,
als in dat der Provincie is; zekej-heid dat het
Rijk voor 1933 geen subsidie verleent, is ver
kregen.
De meerderheid der Commissie vereenigt
zich met de voordracht en adviseert derhalve
tot aanneming van het afwijzende voorstel
van Ged. Staten.
ARROND.-RECHTBANK.
Verduistering en valschhcid ïn
geschrifte.
Voor de rechtbank stond Donderdag
terecht een 24-jarige expeditieknecht uit
Zaandijk, die ecnigc malen bedragen van
1' 130, f 75 en f 12,90 aan de N.V. Zaanland-
sehe Cacaofabriek Olie en ncvenbedrijf
Lirio, tocbchoorendc, verduisterd zou hebben.
Ook heeft hij, belast met dc expeditie van
goederen naar dc winkels ontvangstbewij
zen vervalscht.
Op een vraag van den president ant
woordde verdachte zich schuldig- gemaakt
te hebben aan de genoemde feiten, omdat
hij in moeilijkheden geraakt was. Ilij is al
eerder voorwaardelijk veroordeeld en het
vonnis is toen ten uitvoer gelegd, omdat hij
uit het reciasseeringsgebouw weggeloopcn
was, volgens verdachte omdat dc behande
ling daar niet was als het behoorde.
De officier requisitoir nemende, zeidc dat
verdachte doelbewust zijn vervalschingen
pleegde. Het wijst op een misdadig karakter.
De eisch luidde acht maanden gevangenis
straf.
Uitspraak over 14 dagen.
Mishandeling in Haarlemmermeer.
Op 2 October hebben zich in een café in
Haarlemmermeer wanordelijkheden afge
speeld, waarbij dc caféhouder met een revol
ver een bezoeker in den voet gescholen
heeft. Dc caféhouder heeft wegens mishan
deling voor den politierechter mr. Raedt
terecht gestaan die dc zaak naar de recht
bank heeft verwezen.
Donderdagmiddag diende de zaak. Verde
diger was mr. W. de Rijke.
In verdachte's zaak zijn dien dag drie per
sonen binnengekomen, die al onder den in
vloed waren en daar nog drank gebruikten.
Een hunner is weggegaan, een ander viel in
slaap. De caféhouder heeft toen. zooals hij
verklaarde, aan de beide aanwezigen bcvolen
weg te gaan. Zij bleven echter. Verdachte
heeft toen nogmaals gezegd weg tc gaan. De
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel.
Uitsluitend verkrijgbaar In de oranie-bandbulsjes van 20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 labl. a 10 cts.
bezoekers grepen hierop stoelen en sloegen
naar den caféhouder met de woorden: „Ik
sla je dood". Verdachte greep een revolver en
riep: „Nu er uit of ik schiet!"
De bezoeker pakte een kruk en gooide dit
voorwerp naar den caféhouder, die daarop
schoot, zooals hij vroeger verklaarde in de
beenen, zooals hij nu zegt, per ongeluk.
De vrouw van den caféhouder verklaarde
door verdachte vastgegrepen te zijn toen zij
hem tot weggaan maande. Bij het stoelen-
gevecht is ze v.eggeloopen.
De getuige (de aangevallene) ontkent, dat
de cafèhoudster tegen hem gezegd heeft
eruit te gaan.
Verdediger: „Weet U nog wel goed hoe alles
zich toedroeg?"
Verdachte zegt, dat de cognacjes misschien
wel invloed hebben uitgeoefend. Ook de pre
sident gelooft dat getuige's herinnering niet
erg scherp meer is. „Volgens getuiges mee
ning, voor zoover hij weet" heeft hij geen
stoel opgepakt, maar is weggegaan na het
schot, dat viel, toen getuige vluchtend voor
de revolver bij de deur stond.
De officier acht de oorzaak der vechtpartij
gelegen in de eenigszins dronken bezoekers,
die de boel opschepten.
Voor noodweer, waarop verd. zich zou kun
nen beroepen, is meer noodig dan alleen
dreigen met een kruk. Hij eischt een boete
van f 50 met verbeurdverklaring van den re
volver wegens mishandeling.
De verdediger schilderde de toedracht van
zaken, en stelde in het licht, dat de caféhou
der opgewonden geworden is door de opvol
gende feiten. Verdediging was noodzakelijk,
en daarvoor heeft hij een schot gelost. Hij
concludeerde vrijspraak en ontslag van
rechtsvervolging of noodweerexces.
Uitspraak over 14 dagen.
EEN AFSCHEID.
Donderdag had in de Zanderzaal van de
afdeeling voor Physische Therapie en Ortho-
paedie van het St.-Elisabeth's of Groote
Gasthuis een eenvoudige plechtigheid plaats.
Mej. C. Ie Minje, sedert 1903 assistente van
het voormalige Zanderinstituut en sedert
1920 verbonden aan het St.-Elisabeth's of
Groote Gasthuis, afdeeling Zanderzaal, nam
wegens het bereiken van den 65-jarigen leef
tijd, afscheid van directie, patiënten en per
soneel om den dienst met pensioen te verla
ten.
De Geneesheer-directeur dr. L. C. Kersber
gen sprak haar toe en memoreerde hoe zij
gedurende een lange reeks van jaren de Zan
derinstrumenten had bediend en daardoor
veel patiënten had geholpen.
Spreker dankte haar .yoor het vele dat zij
heeft gepresteerd en wchschte^haar thans
een welverdiende rust toé.
Dr. W. Mol, daarna als haar afdeclings-
hoofd het woord voerende, schetste in korte
trekken de plichtsbetrachting en de ambitie
van de scheidende, die niettegenstaande
haar leeftijd het hoofd steeds recht op hield
ten voorbeeld van vele jongeren. Spreker
bood haar namens personeel en patiënten
een prachtige fauteuil aan, vergezeld van
een album met de namen der gevers.
Mej. Ie Minje dankte daarna den Genees
heer-directeur en haar afdeelingschef voor
de goede woorden tot haar gesproken en de
talrijke aanwezigen voor de betoonde be
langstelling.
GEESTELIJK ABNORMALE
KINDEREN.
OVER DE VERPLEGING.
De Provinciale Staten van Noord-Holland
benoemden een commissie om praeadvies uit
te brengen over het voorstel van dr. Sajet
over de verpleging van geestelijk abnormale
kinderen.
Een lid dezer commissie betreurde de af
wijzende houding van het college van Ged.
Staten tegenover dit voorstel.
Het advies van den Rijksinspecteur im
mers luidde gunstig. Door B. en W. van Am
sterdam is weliswaar medegedeeld dat er
zelden gebrek aan plaats voor de verpleging
van zulke kinderen is, doch spreker meende,
dit te moeten betwisten. Er zijn 5 gestichten,
die deze kinderen opnemen. Van één daarvan
geven Gedeputeerden toe, dat dikwijls lang
op plaatsruimte gewacht moet worden, een
ander mag eigenlijk geen kinderen uit Noord-
Holland opnemen en is door contract met
Zuid-Holland gebonden. Er blijven dan nog
drie inrichtingen over, waarvan een uitslui
tend brocderverpleging kent en de jongens ver
pleegd worden tusschcn dc volwassenen. Te
genover 251 jongens en 167 meisjes, die door
Noord-Holland worden uitgezonden, ver
pleegt Zuid-Holland 407 jongens en 216
meisjes, d.i. in verhouding tot de bevolking
dier provincies 279 voor Noord-Holland en 319
voor Zuid-Holland.
Wat betreft de meening van Amsterdam,
dat hier zelden sprake is van plaatsgebrek,
moge opgemerkt worden: le. dat in deze ge
stichten kinderen alleen kunnen worden op
genomen met een krankzinnigheidsverkla
ring; 2e. dat de bestaande inrichtingen ver
weg zijn, dus moeilijk voor bezoek; zij zijn
gelegen te Udenhout. Druten, Ermelo, Oegst-
geest en te Noordwijk. en ten 3e. dat er geen
enkele neutrale inrichting bij is. Volgens de
volkstelling van het jaar 1920 was 16,9 pet.
der bevolking godsdienstloos. In deze inrich
tingen zijn soms scholen en de ouders maken
soms bezwaar tegen een confessioneele op
voeding' hunner kinderen. Een jaar geleden
is een rapport verschenen, uitgebracht door
een commissie van het Witte Kruis, omtrent
de verzorging van geestelijk defecte kinde
ren. in dit rapport komen staatjes voor om
trent het aantal verpleegde kinderen. De
helft dier kinderen komt voor rekening van
Amsterdam met 1235 kinderen; de andere
helft bedraagt 285 voor Haarlem, 338 voor
middelbare gemeenten en 145 voor platteland
van Noord-Holland. Wegens plaatsgebrek
konden -54 kinderen niet opgenomen worden.
Gezien dc cijfers, mag men aannemen, dat
voor vele kinderen ten plattelande geen op
name is gevraagd.
Een tweede lid betoogt, dat veelal rede
nen van financieelen aard er toe leiden, dat
jonge kinderen krankzinnig worden ver
klaard. Dit lid heeft bezwaar tegen de tegen
woordige wijze van verzorging, als daar zijn:
kinderen tusschen volwassenen, opvoedba
ren en onopvoedbaren tezamen verpleegd.
Een ander lid betoogt, onder instemming,
dat, waar blijkens de gegevens de geloovigen
zoowel van Protestantsche als R.K. richting
zelf voor hun kinderen zorgen, het niet te
veel gevraagd is van neutralen te verlangen
dat zij hetzelfde zullen doen.
Weer andere leden vinden het prae-advies
van Gedeputeerde Staten niet zwak. De nood
zakelijkheid om over te gaan tot oprichting
eener stichting vanwege de Provincie is nog
niet aangetoond en de tijdsomstandigheden
zijn niet van dien aai-d, dat men gemakkelijk
overgaat tot nieuwe uitgaven.
Het in de commissie aanwezige lid van Ge
deputeerde Staten meent, dat het Gedepu
teerde Staten van Noord-Holland zeker niet
aan medegevoel voor ongelukkige naasten
ontbreekt, getuige de drie eigen provinciale
gestichten, waardoor Noord-Holland véél
meer doet dan andere provinciën. Het is hier
een quaestie van Wet. Doktoren hebben
idealen; Gedeputeerden kunnen gevoelen
voor het ideëele streven, doch daarnaast heb
ben zij een andere verantwoordelijkheid. Zij
zijn er van overtuigd, dat wat gedaan wordt
voldoende is en de zeer groote kosten, ver
bonden aan de oprichting van een nieuwe
inrichting, in dezen tijd nog niet verant
woord zijn. Om tot deze conclusie te komen,
was een begin van onderzoek noodig, eerst
bij den Inspecteur, daarna bij Amsterdam. De
Wet verplicht niet tot opname van zwakzin
nige psychopaten. Er is nog geen onderzoek
ingesteld, of kinderen kunnen worden opge
nomen in bestaande open inrichtingen.
Gevraagd wordt nu: zou het mogelijk zijn
in de bestaande inrichtingen alsnog plaats
te maken? Omtrent de wenschelijkheid van
een onderzoek, als bedoeld in het voorstel-
Sajet c.s„ kon de commissie niet tot over
eenstemming komen.
DE RESTAURATIE DER BAKENES
SERKERK.
STEUN DER PROVINCIE.
Ged. Staten van Noord-Holland hebben
voorgesteld een subsidie te verleenen voor de
restauratie der Bakenesserkerk te Haarlem.
Een lid der commissie uit de Prov. Staten
die over dit voorstel moet rapporteeren vroeg
zich af, of het met het oog op de tijdsom
standigheden niet beter was dit subsidie uit
te stellen. Verschillende leden verklaarden
zich tegen uitstel. Rijk en Gemeente subsi
dieeren thans; deze subsidies mogen niet
in gevaar gebracht worden, daarvoor hebben
zij te grootc economische beteekenis.
De Commissie adviseert tot aanneming
dezer voordracht.
NED. GROSSIERSBOND VOOR DEN
VLEESCHHANDEL.
JAARVERGADERING
Donderdagmiddag vergaderde in het ca
fé-restaurant Brinkmann. Gr. Markt, de Ned.
Grossievsbond voor den Vleeschhandel, on
der leiding van den heer S. Cohen Izn., te
Rotterdam.
Deze vergadering viel samen met de vie
ring van het eerste lustrum der afd. Haar
lem van den Bond en werd bijgewoond door
den heer Schmal, Hoofd van de afd. Midden
stand van het Dep. van Econ. Zaken en Ar
beid, secretaris van het Instituut voor den
Middenstand en den heer Ingenool, Direc
teur van den Middenstandsbond.
De voorzitter zeide in zijn openings
woord dat de toestanden in het bedrijf se
dert verleden jaar nog verslechterd zijn. Een
lichtpunt is, dat de Ned. Grossiersbond is er
kend door het Economisch Instituut voor
den Middenstand. De Bond heeft zich ern
stig beziggehouden met het veeverzekermgs-
wezen. Met slagersbonden werd op de aan
genaamste wijze samengewerkt. Verschillen
de vraagstukken werden gezamenlijk bespro
ken. Jammer is het, dat de saamhooriglieid
in den Bond nog niet is, zooals zij behoort tc
zijn: de afdeelingen Groningen en 's Her
togenbosch vielen af. Het geschil met de ve—
fondsen is tot groote tevredenheid van den
Bond opgelost: uitgemaakt is, dat de Bond
en de slagers het volste recht hebben op ver
goeding voor afgekeurde levers.
Het verslag van den secretaris, den heer I.
van Creveld Jr., werd goedgekeurd.
Aangenomen werd het voorstel van Arn
hem: de Bond tracht tc bereiken, dat een
slager, die uit een plaats vertrekt met ach
terlating van schuld, in zijn nieuwe woon
plaats niet eerder vleesch van aangesloten
grossiers kan koopen, alvorens een regeling
getroffen te hebben met zijn oude credi
teuren.
Eveneens een voorstel van Amsterdam: de
Bond doet stappen, om te geraken tot ver
betering van bestaande markttoestanden,
waardoor liet gemakkelijker zal worden, tus
schen de koeien in te komen. Overleg zal
worden gepleegd met de marktmeesters.
De afd. Den Haag stelde voor, dat de Bond
dc Slachtveeverzekering in eigen beheer zou
nemen. Iedere afdeeling kan dan haar eigen
kas beheeren.
De voorzitter stelde voor, deze zaak aan
hangig te maken bij de Commissie van Over
leg met de Slagersbonden. Dit voorstel werd
aangenomen.
Goedgekeurd werd hierna het verslag van
den penningmeester, den heer M. I. van Cre
veld, die aftrad en een woord van huide van
den voorzitter in ontvangst had te nemen.
Het verslag over het jaar 1932 wees een batig
saldo aan van f 108.94.
Als nieuwe penningmeester is aangewezen
de heer J. Grous.
Vóór zijn vertrek uit de vergadering hield
de heer Schmal een korte toespraak, waarin
hij de aandacht vestigde op het groote be
lang van saamhoorigheidsgevoel en samen
werking. De Grossiersbond ziet dit belang in.
Dc plaats waar de volgende vergadering zal
worden gehouden, zal door het bestuur nader
bekend worden gemaakt.
Na de rondvraag werd de vergadering ge
sloten, waarna de deelnemers zich aan een
gemeenschappelijken maaltijd in restaurant
Brinkmann vereenigden.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
KORTE BONTJASJES
NAAR MAAT ƒ29.75.
LEIPZIGER BONTHANDEL,
Groote Houtstraat 103.
OFFICIEREN ALS FASCISTISCHE
AANVOERDERS
VRAGEN VAN Ir. ALBARDA.
De heer Albarda (s.d.) heeft aan den
minister van Defensie 'o.m. gewaagd, of hij
onderzoeken wil of op Zaterdag 7 Januari
te Utrecht, bij den zoogenaamden landdag
van de Nationaal-socialistische beweging in
Nederland, aan die bijeenkomst is deelgeno
men door een sergeant van de genie, een
eerste luitenant van de infanterie en een
kapitein van de artillerie, alle drie in hun
militaire uniform; of bij die gelegenheid een
reserve-luitenant der marine is opgetreden
als emmandant van een afdeeling der fas
cistische weerbaarheid en of een beroeps
officier, hoofd van de school voor reserve
officieren der onbereden artillerie, dat fas
cistische corps heeft geïnspecteerd, toen het
zich op straat had opgesteld.
Indien het militairen veroorloofd is, deel
te nemen aan landdagen van fascisten en
aan exercities en andere vertooningen van
fascistische corpsen, meent de Minister dan
niet, aldus de heer Albarda, dat aan mili
tairen ook de deelneming aan bijeenkom
sten en betoogingen der socialistische arbei
dersbeweging moet worden toegestaan en is
de minister dan bereid van die meening aan
de militaire overheden in garnizoenen en
kampementen onverwijld te doen blijken?
VARKENSCENTRALE STEUNT DE
SPOORWEGEN.
De Nederlandsche Varkeniscentrale heeft
een overeenkomst met de Nederlandsche
spoorwegen gesloten waarbij zij zich ver
bonden heeft, het vervoer van varkens, jaar
lijks tenminste 11/2 millioen stuks per spoor
te doen geschieden.
NEDERLANDSCH VERKEERSSEIN
UITNEMEND.
MAAR AMSTERDAM KOOS IIET
BUITENLANDSCHE.
B. en W. van Den Haag deelen den ge
meenteraad mede, dat de door de N.V.
Heemaf te Hengelo geleverde seinlichten,
welker plaatsing bij wijze van proef is ge
schied, op uitstekende wijze hebben voldaan
en dat de verkeersregeling met deze seinen
in de praktijk is gebleken een uitnemende
oplossing te zijn van de moeilijkheden, welke
zich op drukke kruispunten voordoen.
Nu de proef zoo goed heeft voldaan meenen
B. en W., dat op meer kruispunten tot de
inrichting van seininstallaties als de onder
havige dient te worden overgegaan, waartoe
zij voorstellen doen.
Zooals men weet meenden B. en W. van
Amsterdam, dat het sein van Heemaf niet
deugde en te duur was en verkoos men een
buitenlandsch fabrikaat.:
Intuschen heeft een fabriek te Breda al
weer een nieuw in Nederland gefabriceerd
verkeerssein in den handel gebracht, dat
werkt met pijlen van het door den Volken
bond vastgestelde type, die vertikaal over
groene en roode vlakken bewegen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt dc kopij den inzender niet
teruggegeven.
REMBRANDT'S „NACHTWACHT"
De slotregels van het verslag van de lezing
van Dr. Dc Liefde voor de Verceniging van
Huisvrouwen, in Uw blad van 10 dezer, too-
nen voor de zooveelste maal aan, dat men
van Rembrandt's Nachtwacht een door den
verkeerden naam gesuggereerde onjuiste op
vatting heeft.
Het stelt voor het feestelijke uitrukken van
het Korporaalschap van Banninck bij feilen
zonneschijn. Zelfs geen booglamp achter den
beschouwer kan een zoo felle slagschaduw
van Kock's uitgestoken hand op het gele jasje
van zijn Adjudant werpen (die ook door kor
te distantie grooter zou zijn), gezwegen van
het anachronisme in deze veronderstelling.
De maan kan het evenmin. Alleen de zon kan
dat.
En dan de schuintamboer, die het bewijs
zou moeten leveren, dat het schilderij be
snoeid werd, met volslagen miskenning van
Rembrandt's handigheid om het schilderij
voor de verbeelding nog ruimer te maken,
dan het is ondanks de formidabele afmetin
gen, die tamboer zou toch zeker thuis moe
ten blijven. Waarom de brave bevolking uit
haar welverdiende nachtrust wakker te trom
melen?
Zoo sterk is de suggestie, die van den
naam uitgaat, dat iemand mij eens vroeg,
wat dan die lantarentjes te beteekenen had
den. die de wakers droegen?
Zouden wij niet beter doen een anderen
naam te verzinnen voor dit kunstwerk?
Hoogachtend,
M. D. L. ARTZ.