STADSNIEUWS NIEUWE AFZETGEBIEDEN. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 13 JANUARI 1933 Polen wellicht? De met 1 Januari 1933 ontstane positie ten opzichte van Duitschland heeft weer nieuwe moeilijkheden voor onzen tuinbouw ten ge volge gehad. De nict-vcrlenging van het Douane- en Credietverdrag, hetwelk op 31 December 193T expireerde, heeft o.m. aan onze koolexporteurs grootc schade berokkend. Duitschland heeft de handen vrij gekregen en kan het invoerrecht op dit product ver- hoogen, waardoor de toch al geringe export geheel onmogelijk wordt gemaakt. Met enkele andere artikelen is het niet anders gesteld. Frankrijk heeft door verscherping van zijn contingenteeringsmaatregelen andere tuin- bouw-takken getroffen. De Ierschc Vrijstaat heeft door verhooging van invoerrechten op groenten de export uit ons land vrijwel on mogelijk gemaakt. Een gedeelte van onzen luxe tuinbouw is kortgeleden zwaar getrof fen door verhoogde invoerrechten in Tsjecho Slowakije. Zoo stapelt de eene ongelukstijding zich op de andere. Nieuwe afzetgebieden moeten ge zocht worden. Ongetwijfeld. Maar als deze terreinen omgeven zijn door hoogopgetrokken tariefmuren, is verovering bij voorbaat uit gesloten. Intusschen dient op Polen onze aandacht gevestigd te worden. Het is mij bekend, dat reeds meer dan eens transacties met dit land tot stand zijn gekomen, die hoop geven voor de toekomst. Trouwens, Polen heeft ook groote belangen bij een goede verstandhou ding met ons land. Men bedenke slechts dat uit dit land in 1931 voor circa 10 mlllioen gulden hout naar ons land is gevoerd, dat Polen ons verder nog: kolen, ijzer en suiker levert en dat in totaal in 1931 uit Polen voor 22 millioen gulden in ons land. werd inge voerd. Daartegenover staat een uitvoer uit Nederland naar Polen in 1931 van circa 7 millioen gulden. Deze uitvoer is in 1931 wel buitengewoon laag, vooral wanneer men be denkt, dat deze sedert 1928 van 23 millioen gulden op dit bedrag moest komen. In vier jaren tijd een achteruitgang van 16 millioen gulden, alleen in onzen uitvoer naar Polen. Daartegenover is de invoer van Polen in vier jaren betrekkelijk zeer weinig achteruitge gaan. In de jaren 1928 en 1930 bedroeg deze 27 millioen gulden, in 1929 en 1931 resp.; 24 en 22 millioen gulden. Welke houding neemt Polen nu aan? Ter versterking van zijn berooide staatskas en teneinde na deze versterking te kunnen mededoen aan de instandhouding van een weermacht, heeft Polen bijv. verhoogde in voerrechten voor verschillende onzer produc ten vastgesteld, terwijl daarnaast contin genteeringsmaatregelen zijn getroffen. Juist in de periode, dat de Nederlandsche tomaten bijv. ter markt komen, bedraagt het Poolsche invoerrecht op dit product 50 gul den per 100 K.G. Dat invoerrecht is feitelijk een invoerverbod. Met de komkommers is het ongeveer hetzelfde gesteld. Maar het hate lijke is, dat Italië, Hongarije, Roemenië en ecnige andere landen, in hunne handelsver dragen met Polen zeer lage tarieven hebben opgenomen, gedurende de maanden, dat deze landen bovengenoemde producten op de Poolsche markt kunnen leveren. Met de druiven is het nog vreemder gesteld. Het zou mogelijk zijn om in de herfstmaanden druiven naar Polen te exporteeren, omdat het invoerrecht daarvoor niet bepaald een beletsel vormt. Maar deze invoer in Polen is gecontingenteerd en ons land heeft van het toegestane contingent niets ontvangen! Intusschen schijnen er reeds wederzijdsche besprekingen gaande te zijn. Waarschijnlijk is de Nederlandsche contingenteering van den invoer van kleeding daaraan niet vreemd. Het hout en de kleeding zullen de onderhandelingsobjecten bij uitnemendheid moeten vormen. Wellicht valt daarmede iets te bereiken en wordt de mogelij heid gescha pen voor den uitvoer van verschillende Neder landsche tuinbouwproducten naar Polen. 1MOLLERUS. OVER KRANKZINNIGEN VERPLEGING. DE SUBSIDIE-REGELING DER VERPLEEG- KOSTEN VOOR DE OPEN AFDEELINGEN. Het rapport van de commissie uit de Prov. Staten van Noord-Holland die het voorstel van den heer Heyermans over de subsidie regeling voor de verpleegkostcn van patiënten in de zoogenaamde open afdeelingen der krankzinnigengestichten onderzocht, is ver schenen. Een lid dezer commissie wees cr op. dat Gedeputeerde Staten zich bij hun advies be roepen op de Wet, maar dat de Provincie herhaaldelijk door tal van maatregelen ge toond heeft, verder te willen gaan, indien de Wet zulks niet uitdrukkelijk verbiedt. De vraag is dus in dit geval niet: verplicht de Wet ons tot het geven van subsidie, maar is de Wet tegen subsidie? Dc quaestie van voor- en nazorg voor krankzinnigen valt hier onder. Alle psychiaters zijn overtuigd van het nut der open afdeelingen, de krankzinnig heidsverklaring is alleen noodig voor onder- curateelestelling. De Provincie trekt zich hier niets van aan en stelt zich op het stand punt der Wet; voor haar is het een finan- cieele quaestie en wanneer dc Provincie een anntal der in dc open afdeeling verpleegden financieel gelijkstelt met hen, voor wie een verklaring van krankzinnigheid is afgegeven, na advies hieromtrent van den Inspecteur, dan is de Provincie reeds inconsequent en wijkt zij van het wettelijk standpunt af. De Provincie moest nu het principe aanvaarden en wanneer er angst voor misbruik zou be staan, een bedrag vaststellen, waarboven de gemeente niet zouden mogen gaan. Men is echter bang, door een dergelijke handel wijze schade tc doen aan do eigen zieken huizen, hetgeen naar de mecning van spreker onjuist is. De bestaanszekerheid der provinciale in stellingen loopt geen gevaar, maar dc be langen der patiënten worden geschaad dooi de Wet. Een lid verwacht, dat door voor- en na zorg minder patiënten zullen behoeven te worden opgenomen: een ander lid verwacht het tegenovergesteld, daar door de voorzorg veel meer gevallen bekend zullen worden. In Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Zee land worden jaarlijks gelden gevoteerd voor hulp aan zenuwzieken. I-Iet in de Commissie aanwezige lid van Gedeputeerde Staten zegt, dat men de. gelcl- quaestie niet zóó maar kan uitschakelen en wel degelijk rekening moet houden met de tijdsomstandigheden. Helpen moge heer lijk zijn, daarnaast rijst de vraag: tot hoever kunnen wij gaan? Na nog eens gewezen te hebben op de regeling van 1925. die een groote tegemoetkoming was aan dc wenschen der voorstanders van open verpleging, ver klaart spreker, dat de Provincie zes ton op deze verpleging toelegt, veel meer dan welke andere Provincie ook. Een lid merkt op, dat ten aanzien van patiënten de schifting tusschcn wie krank zinnig zijn in den zin der Wet en wie niet, toch altijd moeilijkheden zal geven, maar anderen meenen, dat lact wel heel gemakke lijk is de financieele zijde uit te schakelen, maar dat het bestuur der Provincie toch tot plicht heeft, rekening te houden met de mid delen der Provincie en zij daarom instemming betuigen met de meening van Gedeputeer den, waar deze bctoogen, dat verandering niet noodig is. Omtrent, de voordracht, komt de Commissie dus niet tot een eenparige conclusie. HANDELSAVONDSCHOOLVEREENIGING. De Handelsavondschoolvereeniging geeft een feesta *nd op Zaterdag 14 Januari a.s. in het Gom. Concertgebouw. Opgevoerd zal worden oen revue, getiteld: Er wordt geklopt....", waaraan 1 35 per sonen, bijna allen leden der verceniging, medewerken. Na afloop dezer revue volgt er bal met medewerking van „The five Lee's". CONSULTATIEBUREAU VOOR ALCOHOLISME. STEUN DER PROVINCIE VOOR DIT HAARLEMSCHE BUREAU? Ged. Staten van Noord-Holland hebben de aanvraag om subsidie voor het medisch- maatschappelijk consultatiebureau voor alco holisme te Haarlem afgewezen. Een afwijzende beschikking op een verzoek om Rijkssubsidie is, volgens sommige leden der commissie uit de Prov. Staten, die deze voordracht onderzocht, geen reden voor dé Prov. Staten om eveneens subsidie te weige ren. Een lid twijfelt er aan, of men er zeker van is, dat voor 1933 geen subsidie door het Rijk zal worden toegekend. Verschillende andere leden kunnen zich met het voorstel vereenigen, niet alleen om dat bezuinigingsoverwegingen hen nopen zich tegen het toekennen van nieuwe subsidies te verzetten, maar ook omdat zij den regel, dat de Provincie alleen dan subsidieert, wanneer Rijk en Gemeente dit eveneens doen, willen blijven volgen. Bij één der leden rees de waag, of subsi dieer ing van dergelijke vereenigingen in het algemeen nog noodig is. Het aanwezige lid van Gedeputeerde Staten zette uiteen, dat het gevolgde sysbeem zoowel in het belang' der betrokken vereenigingen, als in dat der Provincie is; zekej-heid dat het Rijk voor 1933 geen subsidie verleent, is ver kregen. De meerderheid der Commissie vereenigt zich met de voordracht en adviseert derhalve tot aanneming van het afwijzende voorstel van Ged. Staten. ARROND.-RECHTBANK. Verduistering en valschhcid ïn geschrifte. Voor de rechtbank stond Donderdag terecht een 24-jarige expeditieknecht uit Zaandijk, die ecnigc malen bedragen van 1' 130, f 75 en f 12,90 aan de N.V. Zaanland- sehe Cacaofabriek Olie en ncvenbedrijf Lirio, tocbchoorendc, verduisterd zou hebben. Ook heeft hij, belast met dc expeditie van goederen naar dc winkels ontvangstbewij zen vervalscht. Op een vraag van den president ant woordde verdachte zich schuldig- gemaakt te hebben aan de genoemde feiten, omdat hij in moeilijkheden geraakt was. Ilij is al eerder voorwaardelijk veroordeeld en het vonnis is toen ten uitvoer gelegd, omdat hij uit het reciasseeringsgebouw weggeloopcn was, volgens verdachte omdat dc behande ling daar niet was als het behoorde. De officier requisitoir nemende, zeidc dat verdachte doelbewust zijn vervalschingen pleegde. Het wijst op een misdadig karakter. De eisch luidde acht maanden gevangenis straf. Uitspraak over 14 dagen. Mishandeling in Haarlemmermeer. Op 2 October hebben zich in een café in Haarlemmermeer wanordelijkheden afge speeld, waarbij dc caféhouder met een revol ver een bezoeker in den voet gescholen heeft. Dc caféhouder heeft wegens mishan deling voor den politierechter mr. Raedt terecht gestaan die dc zaak naar de recht bank heeft verwezen. Donderdagmiddag diende de zaak. Verde diger was mr. W. de Rijke. In verdachte's zaak zijn dien dag drie per sonen binnengekomen, die al onder den in vloed waren en daar nog drank gebruikten. Een hunner is weggegaan, een ander viel in slaap. De caféhouder heeft toen. zooals hij verklaarde, aan de beide aanwezigen bcvolen weg te gaan. Zij bleven echter. Verdachte heeft toen nogmaals gezegd weg tc gaan. De INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. Uitsluitend verkrijgbaar In de oranie-bandbulsjes van 20 tabl. 70 cts. en oranjezakjes van 2 labl. a 10 cts. bezoekers grepen hierop stoelen en sloegen naar den caféhouder met de woorden: „Ik sla je dood". Verdachte greep een revolver en riep: „Nu er uit of ik schiet!" De bezoeker pakte een kruk en gooide dit voorwerp naar den caféhouder, die daarop schoot, zooals hij vroeger verklaarde in de beenen, zooals hij nu zegt, per ongeluk. De vrouw van den caféhouder verklaarde door verdachte vastgegrepen te zijn toen zij hem tot weggaan maande. Bij het stoelen- gevecht is ze v.eggeloopen. De getuige (de aangevallene) ontkent, dat de cafèhoudster tegen hem gezegd heeft eruit te gaan. Verdediger: „Weet U nog wel goed hoe alles zich toedroeg?" Verdachte zegt, dat de cognacjes misschien wel invloed hebben uitgeoefend. Ook de pre sident gelooft dat getuige's herinnering niet erg scherp meer is. „Volgens getuiges mee ning, voor zoover hij weet" heeft hij geen stoel opgepakt, maar is weggegaan na het schot, dat viel, toen getuige vluchtend voor de revolver bij de deur stond. De officier acht de oorzaak der vechtpartij gelegen in de eenigszins dronken bezoekers, die de boel opschepten. Voor noodweer, waarop verd. zich zou kun nen beroepen, is meer noodig dan alleen dreigen met een kruk. Hij eischt een boete van f 50 met verbeurdverklaring van den re volver wegens mishandeling. De verdediger schilderde de toedracht van zaken, en stelde in het licht, dat de caféhou der opgewonden geworden is door de opvol gende feiten. Verdediging was noodzakelijk, en daarvoor heeft hij een schot gelost. Hij concludeerde vrijspraak en ontslag van rechtsvervolging of noodweerexces. Uitspraak over 14 dagen. EEN AFSCHEID. Donderdag had in de Zanderzaal van de afdeeling voor Physische Therapie en Ortho- paedie van het St.-Elisabeth's of Groote Gasthuis een eenvoudige plechtigheid plaats. Mej. C. Ie Minje, sedert 1903 assistente van het voormalige Zanderinstituut en sedert 1920 verbonden aan het St.-Elisabeth's of Groote Gasthuis, afdeeling Zanderzaal, nam wegens het bereiken van den 65-jarigen leef tijd, afscheid van directie, patiënten en per soneel om den dienst met pensioen te verla ten. De Geneesheer-directeur dr. L. C. Kersber gen sprak haar toe en memoreerde hoe zij gedurende een lange reeks van jaren de Zan derinstrumenten had bediend en daardoor veel patiënten had geholpen. Spreker dankte haar .yoor het vele dat zij heeft gepresteerd en wchschte^haar thans een welverdiende rust toé. Dr. W. Mol, daarna als haar afdeclings- hoofd het woord voerende, schetste in korte trekken de plichtsbetrachting en de ambitie van de scheidende, die niettegenstaande haar leeftijd het hoofd steeds recht op hield ten voorbeeld van vele jongeren. Spreker bood haar namens personeel en patiënten een prachtige fauteuil aan, vergezeld van een album met de namen der gevers. Mej. Ie Minje dankte daarna den Genees heer-directeur en haar afdeelingschef voor de goede woorden tot haar gesproken en de talrijke aanwezigen voor de betoonde be langstelling. GEESTELIJK ABNORMALE KINDEREN. OVER DE VERPLEGING. De Provinciale Staten van Noord-Holland benoemden een commissie om praeadvies uit te brengen over het voorstel van dr. Sajet over de verpleging van geestelijk abnormale kinderen. Een lid dezer commissie betreurde de af wijzende houding van het college van Ged. Staten tegenover dit voorstel. Het advies van den Rijksinspecteur im mers luidde gunstig. Door B. en W. van Am sterdam is weliswaar medegedeeld dat er zelden gebrek aan plaats voor de verpleging van zulke kinderen is, doch spreker meende, dit te moeten betwisten. Er zijn 5 gestichten, die deze kinderen opnemen. Van één daarvan geven Gedeputeerden toe, dat dikwijls lang op plaatsruimte gewacht moet worden, een ander mag eigenlijk geen kinderen uit Noord- Holland opnemen en is door contract met Zuid-Holland gebonden. Er blijven dan nog drie inrichtingen over, waarvan een uitslui tend brocderverpleging kent en de jongens ver pleegd worden tusschcn dc volwassenen. Te genover 251 jongens en 167 meisjes, die door Noord-Holland worden uitgezonden, ver pleegt Zuid-Holland 407 jongens en 216 meisjes, d.i. in verhouding tot de bevolking dier provincies 279 voor Noord-Holland en 319 voor Zuid-Holland. Wat betreft de meening van Amsterdam, dat hier zelden sprake is van plaatsgebrek, moge opgemerkt worden: le. dat in deze ge stichten kinderen alleen kunnen worden op genomen met een krankzinnigheidsverkla ring; 2e. dat de bestaande inrichtingen ver weg zijn, dus moeilijk voor bezoek; zij zijn gelegen te Udenhout. Druten, Ermelo, Oegst- geest en te Noordwijk. en ten 3e. dat er geen enkele neutrale inrichting bij is. Volgens de volkstelling van het jaar 1920 was 16,9 pet. der bevolking godsdienstloos. In deze inrich tingen zijn soms scholen en de ouders maken soms bezwaar tegen een confessioneele op voeding' hunner kinderen. Een jaar geleden is een rapport verschenen, uitgebracht door een commissie van het Witte Kruis, omtrent de verzorging van geestelijk defecte kinde ren. in dit rapport komen staatjes voor om trent het aantal verpleegde kinderen. De helft dier kinderen komt voor rekening van Amsterdam met 1235 kinderen; de andere helft bedraagt 285 voor Haarlem, 338 voor middelbare gemeenten en 145 voor platteland van Noord-Holland. Wegens plaatsgebrek konden -54 kinderen niet opgenomen worden. Gezien dc cijfers, mag men aannemen, dat voor vele kinderen ten plattelande geen op name is gevraagd. Een tweede lid betoogt, dat veelal rede nen van financieelen aard er toe leiden, dat jonge kinderen krankzinnig worden ver klaard. Dit lid heeft bezwaar tegen de tegen woordige wijze van verzorging, als daar zijn: kinderen tusschen volwassenen, opvoedba ren en onopvoedbaren tezamen verpleegd. Een ander lid betoogt, onder instemming, dat, waar blijkens de gegevens de geloovigen zoowel van Protestantsche als R.K. richting zelf voor hun kinderen zorgen, het niet te veel gevraagd is van neutralen te verlangen dat zij hetzelfde zullen doen. Weer andere leden vinden het prae-advies van Gedeputeerde Staten niet zwak. De nood zakelijkheid om over te gaan tot oprichting eener stichting vanwege de Provincie is nog niet aangetoond en de tijdsomstandigheden zijn niet van dien aai-d, dat men gemakkelijk overgaat tot nieuwe uitgaven. Het in de commissie aanwezige lid van Ge deputeerde Staten meent, dat het Gedepu teerde Staten van Noord-Holland zeker niet aan medegevoel voor ongelukkige naasten ontbreekt, getuige de drie eigen provinciale gestichten, waardoor Noord-Holland véél meer doet dan andere provinciën. Het is hier een quaestie van Wet. Doktoren hebben idealen; Gedeputeerden kunnen gevoelen voor het ideëele streven, doch daarnaast heb ben zij een andere verantwoordelijkheid. Zij zijn er van overtuigd, dat wat gedaan wordt voldoende is en de zeer groote kosten, ver bonden aan de oprichting van een nieuwe inrichting, in dezen tijd nog niet verant woord zijn. Om tot deze conclusie te komen, was een begin van onderzoek noodig, eerst bij den Inspecteur, daarna bij Amsterdam. De Wet verplicht niet tot opname van zwakzin nige psychopaten. Er is nog geen onderzoek ingesteld, of kinderen kunnen worden opge nomen in bestaande open inrichtingen. Gevraagd wordt nu: zou het mogelijk zijn in de bestaande inrichtingen alsnog plaats te maken? Omtrent de wenschelijkheid van een onderzoek, als bedoeld in het voorstel- Sajet c.s„ kon de commissie niet tot over eenstemming komen. DE RESTAURATIE DER BAKENES SERKERK. STEUN DER PROVINCIE. Ged. Staten van Noord-Holland hebben voorgesteld een subsidie te verleenen voor de restauratie der Bakenesserkerk te Haarlem. Een lid der commissie uit de Prov. Staten die over dit voorstel moet rapporteeren vroeg zich af, of het met het oog op de tijdsom standigheden niet beter was dit subsidie uit te stellen. Verschillende leden verklaarden zich tegen uitstel. Rijk en Gemeente subsi dieeren thans; deze subsidies mogen niet in gevaar gebracht worden, daarvoor hebben zij te grootc economische beteekenis. De Commissie adviseert tot aanneming dezer voordracht. NED. GROSSIERSBOND VOOR DEN VLEESCHHANDEL. JAARVERGADERING Donderdagmiddag vergaderde in het ca fé-restaurant Brinkmann. Gr. Markt, de Ned. Grossievsbond voor den Vleeschhandel, on der leiding van den heer S. Cohen Izn., te Rotterdam. Deze vergadering viel samen met de vie ring van het eerste lustrum der afd. Haar lem van den Bond en werd bijgewoond door den heer Schmal, Hoofd van de afd. Midden stand van het Dep. van Econ. Zaken en Ar beid, secretaris van het Instituut voor den Middenstand en den heer Ingenool, Direc teur van den Middenstandsbond. De voorzitter zeide in zijn openings woord dat de toestanden in het bedrijf se dert verleden jaar nog verslechterd zijn. Een lichtpunt is, dat de Ned. Grossiersbond is er kend door het Economisch Instituut voor den Middenstand. De Bond heeft zich ern stig beziggehouden met het veeverzekermgs- wezen. Met slagersbonden werd op de aan genaamste wijze samengewerkt. Verschillen de vraagstukken werden gezamenlijk bespro ken. Jammer is het, dat de saamhooriglieid in den Bond nog niet is, zooals zij behoort tc zijn: de afdeelingen Groningen en 's Her togenbosch vielen af. Het geschil met de ve— fondsen is tot groote tevredenheid van den Bond opgelost: uitgemaakt is, dat de Bond en de slagers het volste recht hebben op ver goeding voor afgekeurde levers. Het verslag van den secretaris, den heer I. van Creveld Jr., werd goedgekeurd. Aangenomen werd het voorstel van Arn hem: de Bond tracht tc bereiken, dat een slager, die uit een plaats vertrekt met ach terlating van schuld, in zijn nieuwe woon plaats niet eerder vleesch van aangesloten grossiers kan koopen, alvorens een regeling getroffen te hebben met zijn oude credi teuren. Eveneens een voorstel van Amsterdam: de Bond doet stappen, om te geraken tot ver betering van bestaande markttoestanden, waardoor liet gemakkelijker zal worden, tus schen de koeien in te komen. Overleg zal worden gepleegd met de marktmeesters. De afd. Den Haag stelde voor, dat de Bond dc Slachtveeverzekering in eigen beheer zou nemen. Iedere afdeeling kan dan haar eigen kas beheeren. De voorzitter stelde voor, deze zaak aan hangig te maken bij de Commissie van Over leg met de Slagersbonden. Dit voorstel werd aangenomen. Goedgekeurd werd hierna het verslag van den penningmeester, den heer M. I. van Cre veld, die aftrad en een woord van huide van den voorzitter in ontvangst had te nemen. Het verslag over het jaar 1932 wees een batig saldo aan van f 108.94. Als nieuwe penningmeester is aangewezen de heer J. Grous. Vóór zijn vertrek uit de vergadering hield de heer Schmal een korte toespraak, waarin hij de aandacht vestigde op het groote be lang van saamhoorigheidsgevoel en samen werking. De Grossiersbond ziet dit belang in. Dc plaats waar de volgende vergadering zal worden gehouden, zal door het bestuur nader bekend worden gemaakt. Na de rondvraag werd de vergadering ge sloten, waarna de deelnemers zich aan een gemeenschappelijken maaltijd in restaurant Brinkmann vereenigden. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. KORTE BONTJASJES NAAR MAAT ƒ29.75. LEIPZIGER BONTHANDEL, Groote Houtstraat 103. OFFICIEREN ALS FASCISTISCHE AANVOERDERS VRAGEN VAN Ir. ALBARDA. De heer Albarda (s.d.) heeft aan den minister van Defensie 'o.m. gewaagd, of hij onderzoeken wil of op Zaterdag 7 Januari te Utrecht, bij den zoogenaamden landdag van de Nationaal-socialistische beweging in Nederland, aan die bijeenkomst is deelgeno men door een sergeant van de genie, een eerste luitenant van de infanterie en een kapitein van de artillerie, alle drie in hun militaire uniform; of bij die gelegenheid een reserve-luitenant der marine is opgetreden als emmandant van een afdeeling der fas cistische weerbaarheid en of een beroeps officier, hoofd van de school voor reserve officieren der onbereden artillerie, dat fas cistische corps heeft geïnspecteerd, toen het zich op straat had opgesteld. Indien het militairen veroorloofd is, deel te nemen aan landdagen van fascisten en aan exercities en andere vertooningen van fascistische corpsen, meent de Minister dan niet, aldus de heer Albarda, dat aan mili tairen ook de deelneming aan bijeenkom sten en betoogingen der socialistische arbei dersbeweging moet worden toegestaan en is de minister dan bereid van die meening aan de militaire overheden in garnizoenen en kampementen onverwijld te doen blijken? VARKENSCENTRALE STEUNT DE SPOORWEGEN. De Nederlandsche Varkeniscentrale heeft een overeenkomst met de Nederlandsche spoorwegen gesloten waarbij zij zich ver bonden heeft, het vervoer van varkens, jaar lijks tenminste 11/2 millioen stuks per spoor te doen geschieden. NEDERLANDSCH VERKEERSSEIN UITNEMEND. MAAR AMSTERDAM KOOS IIET BUITENLANDSCHE. B. en W. van Den Haag deelen den ge meenteraad mede, dat de door de N.V. Heemaf te Hengelo geleverde seinlichten, welker plaatsing bij wijze van proef is ge schied, op uitstekende wijze hebben voldaan en dat de verkeersregeling met deze seinen in de praktijk is gebleken een uitnemende oplossing te zijn van de moeilijkheden, welke zich op drukke kruispunten voordoen. Nu de proef zoo goed heeft voldaan meenen B. en W., dat op meer kruispunten tot de inrichting van seininstallaties als de onder havige dient te worden overgegaan, waartoe zij voorstellen doen. Zooals men weet meenden B. en W. van Amsterdam, dat het sein van Heemaf niet deugde en te duur was en verkoos men een buitenlandsch fabrikaat.: Intuschen heeft een fabriek te Breda al weer een nieuw in Nederland gefabriceerd verkeerssein in den handel gebracht, dat werkt met pijlen van het door den Volken bond vastgestelde type, die vertikaal over groene en roode vlakken bewegen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt dc kopij den inzender niet teruggegeven. REMBRANDT'S „NACHTWACHT" De slotregels van het verslag van de lezing van Dr. Dc Liefde voor de Verceniging van Huisvrouwen, in Uw blad van 10 dezer, too- nen voor de zooveelste maal aan, dat men van Rembrandt's Nachtwacht een door den verkeerden naam gesuggereerde onjuiste op vatting heeft. Het stelt voor het feestelijke uitrukken van het Korporaalschap van Banninck bij feilen zonneschijn. Zelfs geen booglamp achter den beschouwer kan een zoo felle slagschaduw van Kock's uitgestoken hand op het gele jasje van zijn Adjudant werpen (die ook door kor te distantie grooter zou zijn), gezwegen van het anachronisme in deze veronderstelling. De maan kan het evenmin. Alleen de zon kan dat. En dan de schuintamboer, die het bewijs zou moeten leveren, dat het schilderij be snoeid werd, met volslagen miskenning van Rembrandt's handigheid om het schilderij voor de verbeelding nog ruimer te maken, dan het is ondanks de formidabele afmetin gen, die tamboer zou toch zeker thuis moe ten blijven. Waarom de brave bevolking uit haar welverdiende nachtrust wakker te trom melen? Zoo sterk is de suggestie, die van den naam uitgaat, dat iemand mij eens vroeg, wat dan die lantarentjes te beteekenen had den. die de wakers droegen? Zouden wij niet beter doen een anderen naam te verzinnen voor dit kunstwerk? Hoogachtend, M. D. L. ARTZ.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 14