BRIDGE
I
wPw
mmm
EEN WEKELIJKSCHE RUBRIEK.
DAMRUBRIEK
HAARLEM'S DACBLAD
DINSDAC 17 JANUARI 1933
SPORT EN SPEE.
door M. W. ETTY LEAL
XLVIL
Een Nieuw Bied-systcem,
De nieuwtjes op Bridgegebied zijn niet van
de lucht. Nadat er eerst nieuwe spelregels
verschenen waren, worden wij thans verblijd
met een nieuw bied-systeem, alsof er op dat
gebied al geen keuze genoeg was'
Zekere Gordon Reeve, een Engelschman,
was drie jaar lang aan het ziekbed gekluis
terd; hij verveelde zich natuurlijk en kortte
den tijd door telkens kaarten te wasschen,
uit te deelen en de gerangschikte uitkomsten
te analyseeren. Tn totaal heeft hij 100.000
spellen uitgedeeld en daaruit tabellen opge
maakt. Hij overwoog telkens of een kleuren-
bod dan wel Sans meer kans van slagen zou
hebben gehad en kwam tot de conolusle dat
van 100 spelen er in 70 een manchebod zit.
Een mogelijke manche lag er ln 56 pet.,
Schoppen en Harten 28 pet., Ruiten en Kla
veren 14 pet.
Hoewel Rceve nu weliswaar in zijn statis
tieken vond dat Sans dikwijls prachtkansen
voor een manche bood, waarschuwt hij met
klem togen overdreven Sans-forceeringen.
Dat zulke biedingen dikwijls op een debacle
kunnen ultloopcn, zal menigeen wel aan den
lijve hebben ondervonden.
Wij zullen hem niet verder In zijn statis
tieken volgen, maar slechts in korte trekken
zijn nieuwe systeem schetsen. Hij onder
scheidt evenals Culbertson openingsbod en
volgbod. Om met het openingsbod te begin
nen, kent hij aan de honneurs zekere waar
den toe: Aas 4, Heer 3, Vrouw 2 en Boer 1
punt. In totaal zijn er dus 40 punten in het
spel. Bij een gezamenlijk aantal 12 punten
bij O-W of N-Z kan men volgens Reeve voor
meer dan 50 pet. rekenen op een manche.
Heeft de openingsbieder 12 punten, in handen
of meer, doch minder dan 18, met dekking in
minstens 3 kleuren dan bicdc hij over het al
gemeen 1 Sans. Heeft hij 18 punten of meer,
voorts ook dekking in minstens 3 kleuren,
dan biode hij 2 Sans en bij 23 punten in zijn
hand kan hij als hij dezelfde dekking heeft
tot 3 Sans gaan. Zijn partner moet met min
der dan 6 punten in de hand passen, met
610 punten ophoogen tot 2 Sans en met 11
punten of meer tot 3 Sans gaan. Was het
openingsbod 2 Sans, dan mag hij tot 3 gaan
met 5 punten In zijn spel.
Klein slem is bledbaar op totaal 35 punten,
groot slem op 38. Heeft de openingsbieder 23
of meer in zijn hand dan kan hij direct tot
6 Sans gaan. bij 26 tot Groot Slem ln Sans.
Als de openingsbieder geen dekking in 3
kleuren heeft, mag hij geen kleur bieden als
hij er niet minstens 3 van in de hand heelt
(over het algemeen golden bij vroegere bied-
systeemen vier kaarten als een minimum).
Dat bieden van een kleur geeft slechts aan
2 trekken ln die kleur, men moet in die spe
ciale kleur minstens 10 punten hebben. Ope
nen met 1 ln een kleur is geen „forcing bid",
dus de partner kan er op passen. De partner
laat een volgbod liooren als hij minstens 9
punten heeft en gaat dan tot 1 Sans, bij 12
tot 2 Sans, bij 15 tot 3. Herbiedt dan na een
volgbod van den partner de openingsbieder
zijn oorspronkelijk geboden kleur, dan geeft
dit aan dat hij minstens een vijf kaart in die
kleur heeft, terwijl overgang in een andere
kleur aanduidt eveneens een vijf kaart doch
zonder topkaarten (Aas, Heer).
Heeft de partner na het openingsbod min
der dan 9 punten, dan mag hij geen Sans
bieden, doch wel een kleur als hij daar twee
vaste trekken in heeft en minstens 5 van die
kleur. Anders zal hij moeten passen, tenzij
hij zulk een bijzonder spel heeft (b.v. een
zevenkaart) dat hij het gewenscht vindt om
zijn partner daarvan een indicatie te geven.
Erg veel nieuws bevat dit systeem niet;
met welk systeem men ook speelt, men zal
een zekere „leeling" moeten hebben of men
iets zal bieden of niet. Het is over het al
gemeen bij Bridge dusdanig dat men aan
gezond verstand meer heeft dan aan inge
wikkelde biedregels. Er zit echter wel iets
goeds in dit systeem, waarom wij er eenige
karakteristieke kenmerken van opsomden.
Wie in het begin moeilijkheden heeft met
bied-taxaties, kan gebruikmaken van een
eenvoudig „spickmiddel" in den handel ge
bracht door Gebr. Rikkers te Amsterdam:
BID-O-METER.
Damredacteur: J. W. VAN DARTELEN
Kocdiefslaan 42, hoek van de Spiegellaan
Heemstede.
Alle correspondentie, deze rubriek be
treffende, gelieve men te zenden naar
bovenstaand adres.
Voor onzen ladderwedstrijd geven wij hier
onder ter oplossing de twee laatste problemen
van de serie op hetzelfde motief gebouwde
composities van den lsten prijs winnaar in
onzen Internationalen Problemisten Wed
strijd, Ara. A. Polman.
Onze damspelende lezers zullen het ver
nuft van deze componist wel bewonderd
hebben. Polman is er werkelijk schitterend in
geslaagd t' bewijs te leveren dat een bepaald
thema zelfs met zeer weinig schijvenmateri-
aal op verscheidene manieren en in verschil
lende vormen is te bewerken.
Deze serie is dan ook een fraaie aanwinst
voor de Hollandsche probleemkunst te
noemen.
WEDSTRIJDPROBLEEM No. 1872.
Auteur: Ara. A. Polman, Almelo.
Eerste publicatie.
ZWART
§f JU
s
m m
m p
Ij
m
K
Wv.
H
U
a
m pp
H
ül rj
fg fü
o
Hf
WIT
Stand in cijfers!
Zwart 9 schijven: 6 7 12-14 16 21 32 en 35.
Wit 8 schijven 22 23 27 34 38 32 47 cn 48.
Wit speelt en wint.
WEDSTRIJDPROBLEEM No. 1873.
Auteur; Arn A. Polman, Almelo.
Eerste publicatie.
ZWART
WIT
Stand in cijfers:
Zwart 6 schijven op: 0 7 13 19 23 cn 24.
Wit 6 schijven op: 21 22 33 38 39 en 44.
.Wit speelt en wint.
Oplossingen dezer beide vraagstukken worden
gaarne ingewacht tot uiterlijk Maandagavond
23 Januari a.s. bij den redacteur dezer ru
briek.
OPLOSSINGEN.
No. 1864.
Am. A. Polman, Almelo.
Wit: 38—33 (Zwart 29:38) 49—43!!! (Zwart
38:49 gedwongen) 39—33 (Zwart 28:50) 35:44
(Zwart 50:31) 36:27 (Zwart 49:21) 26:8. en
wint.
No. 1865.
Arn. A. Polman, Almelo.
Wit: 38—28 (Zwart 23:32) 41—37 (Zwart
32:41 (Zwart 36:47) 44—40 (Zwart 35:44)
43—39 (Zwart 44:33) 38:27 (Zwart 47;21)
26:8 cn wint.
In den diagramstand mag Wit niet 2621
spelen wegens Zwart 13—19, 23—28 en 19:46.
OPENINGSSTUDIE 1874.
In een tournool, gehauden in de Damïer de
le Seine te Parijs in November 1932 (au
Critérium des As), kwam onderstaande zeer
belankwekkende openingsstudie voor.
Wit: Abel Verse.
Zwart: Nathan.
1. 33—28, 18—23; 2. 39—33, 12—18; 3. 44—
39, 20—24; 4. 34—30, 7—12 ;5. 30—25. 18—22?
Hier maakte Zwart een positiefout, waar
van Wit op geniale wijze profiteerde!
6. 39—34!, 12—18; 7. 34—29, 23:34; 8. 40:20,
15:24; 9. 32—27,2—7; 10. 37—32, 7—12; 11.
4944, 1—7; 12. 41—37,10—15; 13. 43—39!,
5—10; 14. 45—40, 15—20; 15. 46—41, 10—15;
16. 48—43, 4—10; 17. 50—45, 16—21.
Zwart wordt dus nu gedwongen een schijf
tc offeren!
Een zeer interessante en leerrijke openings
studie.
ONZE LADDERWEDSTRIJD.
Hieronder publiceeren wij den stand van
onzen ladderwedstrijd (bijgewerkt t.m. wed-
strijdproblecm No. 1865). Deze luidt thans als
volgt:
No.
Deelnemers
pnt.
1.
F. A Berkemeier, Haarlem
112
2.
C. Rietman, Haarlem
lil
3.
W. C. Groenlngs. Haarlem
110
4.
L. P. Huges, Haarlem
109
5.
J. B. Sluiter Jr., Aerdcnhout
106
6.
W. Jonkhof, ITaarle m
105
7.
J. van Steenwijk, Ede (Gelderland)
105
8.
J. v. d» Vlugt. Haarlem
102
9.
II. F. Antonisse, Santpoort
94
10.
D. Kleen, Heemstede (1)
86
11.
Jos. Weber, Haarlem
82
12.
H. Auvent, Haarlem
81
13.
A. Smit. Haarlem
73
14.
F. van Marrelo, Haarlem
71
15.
H. Berghuis, Haarlem
71
16.
J. H. Hilders, Lisse
69
17.
S. van Duin, Abbenes
67
18.
J. van Berkum. Haarelm (1)
62
19.
Nicolaas Knopper, Heemstede
58
20.
A. v. d. Wiel, Overveen.
21.
Joh. Knopper. Heemstede
55
22.
C. M. Beck. Hearlem (1)
54
23.
Chr. Gerritsen. Bennebroek (1)
51
24.
W. Stroo, Haarlem (1)
46
25.
P. A. Nooij, Haarlem
44
26.
H. W. Germeraad, Haarle m
43
27.
II. G. J. Andriessen. Haarlem
43
28.
J. Geijteman, Haarlem
36
29.
H. Beek, Haarlem (1)
30
30.
H. Knopper, Heemstede
30
31.
B. Hennekc, Haarlem
28
32.
II. v. d. Werff Jr.. Haarlem
27
33.
J. P. Exel Sr.. Bloemendaal (1)
27
34.
A. J. Luske, Haarlem
24
35.
J. L. Veen. Heemstede
24
36.
II. Grecuw, Haarlem
23
37.
J. W, Luiten Jr., Haarlem
2Q
38.
J. P. Exel Jr., Haarlem (1)
19
39.
C. Smit, Vijfhuizen
16
40.
KI. Munsterman, Santpoort
16
41.
H. van Lunenburg Jr., Haarlem
12
42.
W. van Daalen, Haarlem.
10
43.
J. Claus, Haarlem (1)
10
44.
J. F. v. d. Woestijne, Heemstede
8
45.
W. de Jong, Haarlem (10 jaar
5
46.
Mej. A. Schreurs, Haarlem (1)
4
47.
W. Biere Jr., Haarlem
4
48.
W. J. v. d. Voort, Nieuw-Vennep (1)
4
49.
J. F. v. d. Mark Jr., Haarlem
3
50.
„Figaro", Haarlem
J. Paap, Zandvoort
3
51.
2
52.
J. Siegerist, Haarlem
2
De „December-prijs" van onzen oplossers
wedstrijd werd gewonnen door den heer F.
A. Berkemeier te Haarlem (lid der Dam
club „Haarlem").
De beschikbaar gestelde medaille hebben
wij intusschen aan den heer Berkemeier toe
gezonden.
WIELRIJDEN.
COMITé HULDEBLIJK
A. N. W. B. 1933.
DR. W. DE VLUGT EERE-VOORZITTER.
Dr. W. de Vlugt, burgemeester van Amster
dam heeft het eere-voorzitterschap aanvaard
van het Comité Huldeblijk A.N.W.B. 1933, dat
zich, zooals bekend, ten doel stelt den A. N.
W. B. Toeristenbond voor Nederland bij ge
legenheid van zijn vijftig-jarig bestaan in
Juni van dit jaar een huldeblijk aan te bie
den.
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL.
NED. TOONEEL VOOR KINDEREN.
BRUINTJE BEER.
Bruintje Beer heeft in Haarlem heel wat
vriendjes en vriendinnetjes. Ze waren in groo-
ten getale opgekomen om Bruintje in leven
den lijve te zien, ja, zóó vol was het geloo-
pen, dat er om in de dierentaal te blijven
geen kip zelfs meer bij kon.
Wie zou zich verwonderen over die groote
genegenheid der kinderen voor Bruintje
Beer. Want klopt er onder zijn bruine huid
geen ridderlijk hart en is hij voor het jonge
goed niet ,,le chevalier sans peur et sans
reproche"? Toen hij Zaterdagmiddag per
,auto-ped" verscheen en hij dwars door de
kinderschaar heen peddelde, was het 'n ge
juich van wat ben je me. Dat was eigenlijk
het aardigste van den heelen middag, die
enthousiaste verwelkoming door de kinderen
van hun geliefden Bruin. En dan dat aller
leukste moment, toen de kleine Jan Blijstra
gehuldigd werd, omdat hij jarig was en er op
eens 'n piepend meisjesstemmetje in de zaal
riep: „Ik ben ook jarig!" en dadelijk daarop
zoo'n kleine uk deftig naar het tooneel stapte
om 'n hand te krijgen van den beminden
Bruintje Beer! Toen was er de ware, echte
kinderstemming, en leefde heel de zaal van
jong tot oud mee.
Die stemming heb ik verder Zaterdagmid
dag te veel gemist. Wat had het aardig kun
nen zijn en wat was liet feitelijk 'n doodsche
boel! O zeker, ik geloof wel, dat de kinderen
het heel mooi vonden, maar dat erg mooie
was nu juist mijn groote grief. Het was alles
heel verzorgd van aankleeding, er werd zui
ver en goed gezongen, er werd zelfs gedanst
op de „bekroonde Tango" van Gerrit van Wee
zei voor kinderen van 7, 8 jaar!! - maar
het was alles zonder eenig leven. Zelfs toen
Bruintje Beer met Freddie Snuit. Big Krul
staart. Bullie Mops, Wim Das en Vosje Loos in
den tuin van den toovenaar speelde, was het
feitelijk de dood in den pot! Was dat nu een
vroolijke, jolige dierenschaar? Zelfs Bruintje
Beer vond ik heel den middag een saai, vad
sig beest, dat meer aan 'n ouwen heer dan
aan 'n jong riddertje in dierenhuid deed
denken. Het werd nog veel saaier toen Bruin
tje in het land van de Sneeuwkoningin kwam,
waar de elfen stijfjes dansten en zongen als
in 'n vervelende operette! En in het paleis
van Koning Weltevree vielen wij bijna mee in
slaap ondanks of misschien wel door de
prijs-bekroonde tango van Gerrit van Weezel.
„De kinderen vonden het toch mooi!" zal
men mij misschien toevoegen. Ik geloof het
graag, maar hoeveel mooier zouden zij het
gevonden hebben, als die groote menschen op
het tooneel wat minder statig en deftig had
den gedaan en wat meer werkelijk contact
met dc kinderen hadden gezocht. Wanneer ik
denk aan dc jaarlijksche kindervoorstellingen
op de St. Nicolaasfeesten van den Bond van
Onderwijzers, aan de uitbundige pret daar in
de Concertzaal, aan de gierende lach en toch
ook weer de ernstige aandacht op andere
momenten en ik vergelijk daarmee de vertoo
ning van Bruintje Beer, dan weet ik tegelijk,
wat er Zaterdagmiddag aan ontbrak. Het was
het waarachtige contact tusschen tooneel en
zaal, het echte medeleven der kinderen met
Bruintje Beer. Alleen bij de entree van Bruin
tje op zijn auto-ped was hij één met de kin
deren. Wanneer hij den verderen middag toch
Bruintje Beer voor de jongens en meisjes was,
dan had hij dat te danken aan de onbeperkte
fantasie der kinderen, die aanvullen, ook
waar de verbeeldingskracht der groote men
schen te kort schiet.
Ik zou onbillijk zijn tegenover het gezel
schap. wanneer ik hier niet constateerde, dat
de kinderen aan het slot Bruintje cn zijn
makkers luide toejuichten en ik twijfel er
dan ook niet aan of de tweede voorstelling,
die spoedig zal volgen, zal zeker wel even vol
zijn als die van Zaterdagmiddag.
J. B. SCHUIL
BLOEMENDAAL'S TOONEEL.
Mésalliance.
In het vorige seizoen woonde ik voor het
eerst een opvoering bij van de nog jonge ver-
eenlging „Bloemendaal's Tooneel". Nu, eenige
maanden later, had men mij bij de opvoe
ring van mijn „Mésalliance" voor de tweede
maal uitgenoodigd en met genoegen kon ik
constateeren, dat er na de vertooning van
Z.B.B.H.H. een groote vooruitgang merkbaar
was. En dat was te verblijdender, omdat Més
alliance een vrij sterke bezetting vraagt on
er dus heel wat speelkrachten aan te pas ko
men.
Ik heb in de opvoering van Zaterdagavond,
die werd gegeven in het tooneelzaaltje van
Hotel Vreeburg, heel wat kunnen waardee-
ren al waren er dan ook en hoe kan dat
anders bij een zoo jonge club natuurlijk
nog zwakke momenten. Maar er was begrip
bij de spelers en men zocht het wat in
Mésalliance ook moet zoo veel mogelijk in
natuurlijk realistisch spel. Het stuk zou
ongetwijfeld nog beter tot zijn recjit zijn ge
komen, wanneer er een grooter en overtui
gender tegenstelling ware geweest tusschen
de Van Weelderens en de eenvoudige familie
van Jo. Nu kon men niet altijd gelooven aan
de deftigheid van den heer en mevrouw Van
Weelderen, althans niet van papa. Zijn
grime en kleeding waren niet verzorgd ge
noeg en ook zijn spel miste het cachet, dat
deze rol verlangde. Mevrouw Van Weelderen
was veel beter en vooral haar dictie en be
schaafde uitspraak kon ik waardeeren.
De familie van Jo daarentegen vader en
moeder Wolters, tante Bet en oom Lith, de
loods kreeg wel degelijk de juiste kleur.
Jan Wolters trof mij door zijn natuurlijk
accent en 'n zekere bonhomie, die wel bij
deze figuur paste. Wijselijk liet hij zich niet
verleiden tot te groote hevigheid in de dra
matische tooneelen. Zijn spel zal er nog bij
winnen, wanneer hij een volgenden keer zijn
armen wat meer in bedwang weet te houden.
Ant won het van hem door haar warmte en
innigheid.
Zij maakte deze waarlijk niet gemakkelijke
moederrol verreweg de zwaarste in het stuk
tot iets zeer goeds, waarvoor ik haar heel
erkentelijk ben. Dirk Lith heeft het altijd
veel gemakkelijker. Hij behoeft maar te ver
schijnen, of hij heeft al de sympathie van
het Hollandsch publiek, dat nu eenmaal van
den „ronden zeeman" houdt. Li'th zag er
evenals trouwens Wolters wat te jong uit,
maar zijn spel had het breede en robuste en
toch sobere, dat de rol verlangt. Een zeer ver
dienstelijke uitbeelding. En ook tante Bet,
de stokdoove hofjesjuffrouw, heeft er in
de vertooning veel toe bijgedragen het milieu
te typeeren.
Voor Henk en Jo is de taak altijd, veel
moeilijker. Jo was heel den avond zeer goed,
maar het best toch in haar fleurig gespeeld
tooneeltje met oom Lith in II. Doch ook ver
der hield zij haar rol op een voor een dilet
tante respectabele hoogte. Zij bracht van na
ture iets van de eenvoudige Woltersen mee op
het tooneel en toch ook genoeg van de be
schaving, waardoor zij een Henk van Weelde
ren had veroverd. En zij wist telkens vrij zui
ver de vele overgangen in haar rol weer te
geven. Henk. de zeeofficier, kwam eerst recht
op dreef, toen hij zijn uniform droeg._ In II
viel het moeilijk in hem te gelooven, maar in
het laatste bedrijf was hij er dadelijk in en
de scènes met Van Eckeren en zijn ouders
speelde hij met overtuiging. aplomb en
warmte, zoodat hij dc noodige spanning in
deze tooneelen wist tc brengen.
De „jour" in III werd goed in toon ge
speeld. Alleen was het een fout, dat de gasten
niet met- mantel en hoed waren verschenen.
Ook kleinere rollen zooals Keetje, het
dienstmeisje, Cramers en Troost wai*en naar
behooren bezet, zoodat een geheel werd ver
kregen. dat ook den auteur kon bevredigen,
al werden niet al zijn wenschen vervuld.
Aan het slot huldigden de spelers hun re
gisseur, den heer Van der Schaaf, die deze
hulde verdiende, want hij heeft de voorstel
ling met begrip geleid, zoodat het welslagen
voor een belangrijk deel aan hem te danken
was.
MUZIEK
Hef
Solisfenconcours van
„Utile Dulci".
De Zondagmiddag.
De jubileerende vereeniging besloot het
concours op dezen Zondag (den Zaterdag was
er, tot teleurstelling van velen, die onjuist
waren ingelicht, geen wedstrijd). Men ving
weer aan des middags om 12 uur en werkte
onafgebroken door tot over zessen.
Naast de eervol te vermelden namen van
solisten, die het werk van menig vakmusicus
evenaarden of overtroffen, waren er dezen
Zondag meerderen, die zich liever niet in den
wedstrijd moeten begeven. Er kwamen uit in
afdeelingen, die hooge verwachtingen deden
koesteren van de te leveren prestaties. Zoo
waren uit Heusden, dat op dezen wedstrijd
lang niet slecht vertegenwoordigd was, een
bespeler der bugle, die niet anders dan een
slap en voos geluid wist voort te brengen; een
pistonnist die op 't punt van stemming de
wonderlijkste capriolen maakte eerst te
hoog, dan te laag, en zoo al naar hem de
luim dit ingaf.
Een dubbel kwartet uit dezelfde plaats le
verde daarentegen weer extra goed werk.
Eerstgenoemde solist kwam uit in de afd.
uitmuntendheid, een jonge collega, met het
zelfde instrument, in de laagste afdeeling;
beider prestaties maakten geen noemens
waard verschil. Onmiddellijk hierna volgde
uit Herpt een bespeler der bes-bombardon,
wiens prachtig werk algemeene bewondering
wekte. Zulk een dilettant siert de kunst van
Sinte Caecilia.
Uit Culemborg was men ook heel goed (en
talrijk) vertegenwoordigd. Twee klarinettis
ten. die elkaar de zege betwistten, en allebei
met een eersten prijs en hoog puntental uit
den strijd kwamen; een xylophonist en een
bespeler der tuba. die den bezoeker van het
concours hooge voldoening gaven: een es-
bas en een bariton, die al weer hun korps
..Concordia" alle eer aandeden, en evenals de
vorige eervol werden onderscheiden.
Uit Velsen was Inmiddels nog een hoboïst
verschenen, die evenwel door zijn buurman
uit Beverwijk (beiden waren de eenige ver
tegenwoordigers van dit uiterst moeilijk te
behandelen instrument) overtroffen werd.
Over den laatste spreek ik nog in het twee
de deel van dit verslag. De eerste, lid van St.
Caecilia te Velsen, behaalde met 116 punten
een tweeden prijs.
Veel belangstelling ook was er voor een
kwartet, leden van 's-Hertogenbosch' muziek
korps en voor de weergave van Mozart's
„Zauberflóte' -ouverture, Al kwamen ook de
tutti in 't gedrang bij een zoo matige bezet
ting, het was toch in alle opzichten prachtig
werk. De grijze directeur was nog op andere
wijze bezig, de mannen van zijn korps arran
gementen van goede muziek voor te leggen.
Helaas viel ditmaal de keuze niet zoo ge
lukkig uit. Want het Largo appassionato (het
is uit de tweede piano-sonate van op. 2) ver
liest te veel in de middenstemmen, al geeft
de uitgebreide Liedvorm van dit heerlijk stuk
(driemaal het thema, twee alternatieven, en
heerlijk gevarieërd wel aanleiding, om het
voor blaasinstrumenten om te zetten. In
Beethoven's tijd werd het gespeeld voor strijk
kwartet (de middelstemmen in dubbelgrepen)
en ook voor symphonie-orkest. Hier echter
klonk het te ijl, en een hoogere onderschei
ding dan een tweeden prijs kon de uitvoering
niet wegdragen.
Het werk van dezen middag geeft geen
aanleiding om het nog verder in détails te
bespreken.
De Zondagavond.
Het werd weer, evenals den vorigen Zon
dag, woekeren met den tijd. zoowel voor öe
heeren der jury (Joh. de Klerk, M. C .v. d. Ro-
vaart) als voor hen die de juryleden bijstaan
met hun administratieven arbeid. Wanneer
na afloop van den wedstrijd voorzitter Dui-
neveld de jury dank bracht voor den uiterst
zwaren arbeid, dan vond die dankbetuiging
weerklank in de zaal. Ook de heeren F. Blom
en Th. van Hoeven, resp. secretaris en pen
ningmeester erlangden woorden van waar
deering. Maar revenons a nos moutons.
Tot het allerbeste ^van dezen avond be
hoorde buiten kijf wat tot ons kwam uit
Westzaan. Bij vroegere wedstrijden schreef ik
meerdere malen over de muziekvereeniging
„Crescendo', onder de perfecte leiding van
„Toon" de Vries. Ook concerteerde Crescen
do hier wel in den tuin van liet Brongebouw.
Allereerst verraste door feillooze techniek
de jonge Anske Hagemeyer, superieur bespe
ler der sopraan-saxophoon. Zijn broer Ch. J.
Hagemeyer wekte bewondering door het con
certstuk dat hij voordroeg op de bombardon.
En tenslotte kwam de solo-sax, de bekende
Klaas Schut, in samenwerking met den eerst-
genoemden, een duet (air varié) voordragen,
op een wijze, die in muzikaliteit evenaarde,
wat wij den eersten Zaterdag hoorden van
Waterlandsch fanfarekorps, Nieuwendam. De
drie groepen van het roemruchtig „Crescen
do" behaalden dan elk een eersten prijs, resp.
met 156, 158 en 150 punten. Daarmede
plaatsten alle drie groepen zich men één slag
op de keurlijst van hen die daarin het hoogst
aantal punten behaalden.
Uit Ouderkerk a.d. Amstel was mén ook in
flinken getale opgekomen en, alle leden van
dezelfde vereeniging, deden hun korps eer
aan. Alleen kon in een der kwartetten de
toon der 2e bugle mij maar niet bevallen. Het
harmonie-orkest uit Utrecht beleefde ook
heel veel pleizier van zijn voorbereiding tot
dit concours. Groote eer legde de solo-klari
nettist in, terwijl alweer de pistonnist H.
Schipper naar mijn smaak een al te slappen
toon ontwikkelde.
Met hetzelfde werk van Beethoven (op 87)
waarover ik de vorige week scheef, kwam nu
een trio uit Bussum uit. Ik noemde toen ver
schillende arrangeerprijzen, waarop dit werk
wordt uitgevoerd. Heden hoorden we 't voor
twee klarinetten en bariton-saxophone.
Het Menuetto uit dit werk klonk prachtig
en werd in mooi technisch evenwicht voor
gedragen. Een eerste prijs met 144 p. moch
ten de muzikanten meedragen.
Een dubbelkwartet uit de hoofdstad (8
saxophones) was niet bijster mooi van klank.
Een Haarlemmer, de es-klarinettist P. Joos-
ten van R. K. Harmonie „St.-Caecilia" droeg
meer eer weg. Zoo hij bij dé fermate's en in
de cadenzen van dit stuk van Blémant niet
wat overijling had getoond, zou hij zijn eer
sten prijs stellig met een nog grooter pun
tental dan 134 hebben behaald.
Van hetzelfde korps behaalde in de 2e afd.
(de eerste was in de afd. Uitmuntendheid) de
heer C. v. d. Stoop een tweeden prijs meb
116 p. Deze klarinettist was, wegens een pas
overwonnen ziekte, niet geheel gedisponeerd.
Met eere onderscheidde zich ook de heer
P. Nielen. van Beverwijk's Harmoniekapel. In
de eer-afd. veroverde hij (met de Bergson-
aria) een eersten prijs met 136 p. Bijzonder
gewaardeerd werd, als lid derzelfde vereeni
ging de hoboïst S. Waagmeester. die twee
deelen uit een hoboconcert van Haydn voor
droeg. Van deze uiterst inspannende opgaaf
kweet hij zich zóó, dat met 140 p. hem een
eerste prijs werd toegekend.
„Kunstgenot", Haarlem, was vertegenwoor
digd door C. v. d. Kleef, piston, die beschei-
denlijk uitkwam in de derde afdeeling, maar
daar een tweeden prijs mocht halen met
114 p.
Aan het slot van den wedstrijd werd den
aanwezigen nog mededeeling gedaan aan
gaande het behalen van de hoogste punten
tallen in de verschillende blazersgroepen.
De lijst moge hier volgen:
Klasse Hout: Anske Hagemeijer „Crescen
do", Westzaan 156 p.
Klasse Koper: Chr. J. Hagemeijer, idem,
158 p.
Duo's: Klaas Schut en A. Hagemeijer,
idem, 150 p.
Trio's: Harmonie „Crescendo", Busr.um,
144 p.
Kwartetten: Hillegom's Harmoniekapel,
144 p.
Dubbelkwartetten: Harmonie „H. Familie"
Heusden 140 p.
Als winnaar van het verguld zilveren ge
ëmailleerd kruis met kroon, wegens het be
halen van het hoogst aantal punten over
het geheele concours, worde tenslotte ge
noemd de heer Ch. J. Hagemeijer, van
„Crescendo"-Westzaan.
Wij mogen tenslotte niet onvermeld laten,
dat dit mooi geslaagde concours op alle drie
dagen verliep in de meest volmaakte orde,
zoodat ook om deze reden „Utile Dulci" met
genoegen mag terugzien op de viering van
zijn derde lustrum,
G. J. KALT.
TIJDSCHRIFTEN.
„Nederlandsch-Indië Oud en'
Nieuw".
We ontvingen een exemplaar van het tijd
schrift „Nederlandsch-Indië Oud en Nieuw",
een populair wetenschappelijk tijdschrift, dat
reeds zeventien jaar bestaat en dat nu
voortaan in samenwerking met de Stoom
vaart-Maatschappij „Nederland" zal worden
uitgegeven. Het boek, dat rijk geïllustreei'd is,
ziet er keurig typografisch verzorgd uit.
Majoor Frans door A. L. G.
Bosboom Toussaint.
Verschenen is de vierde druk van Bosboom
Touissaint's werk Majoor Frans. De uitgavq
is van de Wereldbibliotheek, het bandontwerp
.voor het hoek is yan Herman Hana,