Hoe ontstond brand op de p. C. Hooft? BIJ FELLE KOUDE Christiaans' Goederenhandel n.v. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 21 JANUARI 1933 ZESDE BLAD. Raad voor de Scheepvaart onderzoekt de zaak. Kortsluiting, rooken of ventilateurs de oorzaak? Niets van bijzondere omstandigheden gebleken. De Raad voor de Scheepvaart te Amster dam heeft Vrijdag onder leiding van Prof. Mr. B. M. Taverne een onderzoek ingesteld naai de oorzaak van oen orand, welke in den nacnt van 13 op 14 November is uitgebroken aan boord van het motorschip „Pieter Cornelis zoon Hooft", van de Stoomvaart Maatschappij „Nederland"', tengevolge waarvan dit mail schip volkomen werd verwoest. De belangstelling voor deze zaak, uiteraard voornamelijk uit scheepvaart-, scheep vaart-technische en andere technische kringen, was buitengewoon groot; de voor het publiek gereserveerde ruimte was geheel bezet. Voor de ..Nederland" was o.m. aan wezig de heer Koning, een der directeuren. Alvorens tot het onderzoek over te gaan. legde de voorzit tor, namens den Raad, een verklaring af. Hij herinnerde aan de drie laatste groote scheepsbranden n.l. op de Philippas, de Hooft en de Atlantique. Komende tot het onderzoek naar de oor zaak van den brand van de P. C. Hooft, stelde spr. de vraag of dit onderzoek het zoo vurig gewenschte resultaat zal opleveren, het vaststellen van de oorzaak. De ondervinding betreffende het onderzoek van scheepsbranden opgedaan, stemt niet optimisch. De Raad voor de Scheepvaart heeft meermalen als zijn oordeel moeten uitspreken, dat de oorzaak niet of niet met zekerheid kon worden vastgesteld. Het negatieve resultaat van zulk een on derzoek moet echter niet tot de conclusie voeren, dat een onderzoek achterwege kan blijven. Bij een dergelijk onderzoek komen andere zeer gewichtige kwesties dan die van de oor zaak aan de orde en spreker noemde ten eerste de middelen tot voorkoming van brand, ten tweede de middelen tot het zoo spoedig mogelijk ontdekken van den brand, ten derde de blussching, terwijl ten vierde de eleetrische installatie, juist uit het oogpunt van brandgevaar vooral in de latere jaren, een voorwerp van voortdurende zorg en studie is geweest. Terzake van al deze vier punten heeft men reeds vele vorderingen gemaakt. Spr. wijdde vervolgens aandacht aan het verschil in omstandigheden bij de branden op de P. C. Hooft, de Georges Philippar en de Atlantique, beide laatstgenoemde schepen waren op zee en hadden bemanning en/of passagiers aan boord; de P C. Hooft was on bemand. De mogelijkheid is niet ondenkbaar, dat een zelfde begin van brand bij een bemand schip in de kiem gesmoord, bij een onbe mand schip het verlies van het geheele schip ten gevolge heeft. Laten wij] hopen, aldus spr., dat, indien de concreteoorzaken van deze scheepsramp niet aan den dag mochten treden, het onderzoek althans iets zal kun nen leeren aangaande de oorzaken, welke eventueel onder de gegeven omstandigheden een ramp, als hier heeft plaats gehad, ten gevolge kunnen hebben. Dan immers is de weg der proventie aangewezen. Spr. gaf nog de verzekering, dat allen die inderdaad meenen dat zij overeenkomstig de bepalingen van de Schepenwet inlichtingen zouden kun nen geven omtrent de oorzaken van den brand, bij den Raad een open oor zullen vinden. Spr. deelde mede, dat van de zijde der as suradeurs den Raad een suggestie in een be paalde richting heeft bereikt. Daai-van zal nog nader mededeeling worden gedaan. Tenslotte wilde spreker nog een misver stand wegnemen. Hij deelde mede, dat per abuis bij de oproeping van getuigen, evenals bij het aanbrengen van deze zaak bij den Raad, is gesproken van: Vermoedelijk door kortsluiting brand aan boord ontstaan. Er had alleen moeten staan: Brand aan boord van de „P. C. Hooft". Spr. stelde er als leider van het te houden onderzoek prijs op, uit drukkelijk te verklaren, dat eenige suggestie ten aanzien van de vermoedelijke oorzaak van deze ramp aan een en ander ten eenen- male vreemd is. De Raad heeft dienaan gaande eenïg vermoeden, noch eenige veron derstelling. Slechts naar aanleiding van het geen bij dit openbare onderzoek aan het ilcht zal komen, zal de Raad beraadslagen. Getuigenverhoor. Als eerste getuige werd gehoord de heer J. W. Muller, assistent-instructeur bij de Stoom vaart Mij. „Nederland Getuige is belast met het klaarmaken van de schepen voor het gassen; het werk daarvoor, dat volgens een bepaalde instructie geschiedt, gebeurt onder zijn toezicht. Wat de „Hooft" betreft, is ge tuide Zondagochtend 13 November te 9 uur aan boord geweest; daar bevonden zich toen de gassers en vier man van de „Nederland". Er is onderzocht of alles in orde was. Met het ontgassen zelf wordt een paar dagen tevoren begonnen. Zondagnacht te 12.15 uur werd getuige er telefonisch van in kennis gesteld, dat er rook was waargenomen op het sloependek van de „Hooft". Met den stuurman van de wacht is hij aan boord gegaan; de machinist en don keyman waren in de motorkamer, die al was vrij gegeven. Men zag. dat in de eerste klasse muzieksalon, aan stuurboord, brand was; of het ook onder den salon brandde, viel niet waar te nemen. De brandweer was in middels reeds gewaarschuwd. Met de eigen brandbluschleiding was het blusschingswerk reeds begonnen. Van den beginne af reeds liet de brand zich buitengewoon ernstig aan zien. De „fans" in den salon zijn tijdens de ontgassing niet in werking geweest. Wel was er eenige haast om het schip gasvrij te krij gen, daar het dokken moest. Derhalve zijn wel de ventilatoren in de ruimen aangezet. In het algemeen wordt het bij de ontgas sing niet gedaan. Spr. verklaarde geen. idee te hebben, hoe - zoo'n brand kan ontstaan. In zijn voorloo- pige verklaring echter heeft hij het woord „kortsluiting" als oorzaak genoemd. Het warmloopen van een fan heeft getuige wel eens bijgewoond. Hij heeft geconstateerd, dat zoo'n ventilator dan soms roodgloeiend wordt. De fan wordt beschermd door een koker. In dien er echter lading in de buurt is, bestaat er brandgevaar. Als de fan gloeiend wordt, wordt hij afgezet. Voorzitter: „Noemt u dat dan kortslui ting?" „Getuige: „Neen, zoo kan ik het niet noe men". Verder blijkt, dat getuige in zijn voorloo- pige verklaring ook gesproken heeft van kort sluiting achter een schakelbord, hetgeen den voorzitter de opmerking ontlokt, dat getuige wel eens voorzichtiger mag zijn met zijn ver klaringen". Getuige verklaart verder dat zijn bemoeie nis ophoudt als het schip klaar is om te gassen. Het schip,was Zondagavond niet vrij gegeven; het personeel van de gemeente was Zaterdagavond weggegaan. Een der leden van Raad merkte op, dat het schip dus feitelijk nog onder toezicht van de gemeente-ambtenaren stond, maar dat dezen niet aan boord waren. Op vragen van andere leden van den Raad antwoordt get, nog dat hij gassers wel eens aan boord van schepen, die gegast werden, heeft zien rooken, maar dan in de hut van den electricien. Gevraagd, of hij zeker wist dat er geen fan in den muzieksalon aan stond, antwoord get. dat hij het niet ge zien heeft, maar dat het nooit voorkomt. Het schip, zegt get. verder, was in ander half uur tijd van onder tot boven één vuur zee. Normale middelen om den brand te be perken door het wegnemen van trekking in het. schip, stonden niet ter beschikking, om dat men niet in het schip kon, aangezien dit vol gas stond. De leidingen goed? Desecretaris leest vervolgens een van de betrokken verzekeringsmaatschappijen inge komen brief voor, waarin de wenschelijkheid wordt betoogd dat de Raad voor de Scheep vaart bij zijn onderzoek ook de vraag be trekt naar de wijze waarop de eleetrische leidingen in de „Hooft" zijn aangelegd en hoever dit tot het ontstaan der schade fean hebben meegewerkt. Er wordt wel eens gerookt De volgende getuige is de heer Vader, in specteur van den Gemeentelijken Ontsmet- ting'sdienst van schepen, die technische me- dedeelingen doet over de wijze, waarop sche pen worden gegast en ontgast. Gebruikt wordt voor het gassen o.m. blauwzuurgas in vloeibaren toestand; voor een schip als de „Hooft" zijn ongeveer 60 a 70 kilogram noo- dig, die in vooraf bepaalde ruimten worden neergezet. Gewerkt is met een ploeg van tien man. Vóór het gassen worden eleetrische kacheltjes gebrand, om behoorlijke tempera tuur te krijgen.- Tijdens het gassen brandden de kacheltjes, voor zoover get. weet, niet; de stroom voor het licht wordt van den wal ge leverd. Toen de gebruikelijke rondes voor het gassen gemaakt werden, waren nog twee hofmeesters, de administrateur en een stuur man met vier menschen van de walploeg aan boord. Het komt wel eens voor dat door de ach- terblijvenden gerookt wordt. Verder deelt get. mede, dat cyaanwater- stofgas brandbaar was', doch alleen in be paalde concentratie, welke hier niet was ge bruikt. De stof, welke aan het gas wordt toe gevoegd om het een reuk te geven, is niet brandbaar. Het gassen duurt, als alles goed verwarmd is, vier uur, anders zes uur. Met de „Huyghens" is het eens gebeurd dat, toen dit schip eerder was vrijgegeven, de laad ruimten nog gas bleken te bevatten. Van de zijde van de „Nederland" is toen het plan ge opperd om de ruimventilatoren aan te zet ten; vroeger gebeurde dit niet. Toen get. Zondagmiddag in de muzieksalon eerste klasse kwam, heeft hij daar niets bij zonder bemerkt, ook geen in werking zijnde fans. Of er nog gas was kon hij niet ruiken, omdat hij een gasmasker voor had. De moter kamer wordt niet gegast en hij het aanboord komen zoo goed mogelijk dicht gehouden. Zorgvuldig wordt gecontróleerd of er geen gas in de motorkamer is. Getuige vindt het "t meest voor de hand liggen, dat kortsluiting de oorzaak van den brand is geweest. Bij het voorloopige onder zoek had hij die meening hierop gegrond, omdat hem ter oore was gekomen, dat er al meermale kortsluiting op de „Hooft" was geweest. Tot acht uur is er geen stroom aan boord geweest, alleen stroom van den wal. Hierna wordt gehoord de heer Calf, ad- iunct-inspecteur bij den Sanitairen Haven dienst. Toen get. van boord ging, was er geen licht meer, naar zijn overtuiging waren ook de kacheltjes in de hutten enz., uil. Het schip was toen aan de werking van het gas overgegeven. Te ongeveer vijf uur s middags get. is gedurende het tijdsver loop van de ontgassing voortdurend op het terrein gebleven is get. weer aan boord gegaan en heeft hij de noodverlichting wel aangezet. Te ongeveer kwart voor zes was de ploeg met het opengooien van luiken en deuren gereed, en alle werkzaamheden ge daan om het gas te doen ontsnappen. Get. is toen weer aan boord gegaan en heeft ge wacht op den electricien. gezamenlijk met dezen heeft hij de „Hooft" weer betreden. De electricien heeft daarop den machinist en donkevman laten roepen; met hun vieren zijn zij toen naar de motorkamer gegaan, nadat get. eerst gecontroleerd had of deze vrij was van gas. Er is toen van den wal af gezorgd dat het schip in alle deelen licht kreeg; get. heeft toen met den electricien de verschillende ruimten van het geheele schip onderzocht; kort daarop heeft de electri cien den ventilator werkende op het ruim en de vierde klasse aangezet. Later zijn er'nog meer aangezet, o.a. de sirocco van het Ja- vanenverblijf achter. Zoodra men overtuigd is dat het gas gc- INGEZONDEX MEDEDEELIXGEN a GO Cts. per regel. ANTHRACIET van FRANS PERQUIN. TELEFOON 10212. Zomerkade 53 Zaanenstraat 1 GROOTE OPRUIMING van Confectie STORMLOOPPRIJZEN Costumes vanaf f4,50 Winterjassen vanaf f5,50 Ziet de etalage Zomerkade 53 SLECHTS ENKELE DAGEN heel is weggetrokken, is de taak van het personeel van den Ontsmettingsdienst "afge- loopen. Get. had vier uur den volgenden ochtend weer aan boord moeten gaan voor het vrij geven van het schip voor het werk. Een verbrand kleedje. Get. deelt nog mede dat hij Zondagmor gen aan den achterkant van ruim drie op dek A een zeildoekkleedje op een luchtkoker heeft zien liggen, waarin een gat was ge brand. Bij informatie op den bak hoorde hij toen dat ter plaatse een ventilator warm ge- loopen was en dat men deze toen op het kleedje gelegd had, waardoor dit geschroeid was. Meermalen brandjes. De secretaris doet hierna voorlezing van een verklaring van den administrateur van „de P. C. Hooft", waaruit blijkt, dat er vroe ger meermalen en wel in de rooksalon tweede klasse in eenige hutten van kantoorpersoneel en van den maitre d'hotel een begin van brand is geweest, ontstaan in de nabijheid van ventilatoren. Vervolgens wordt gepauzeerd. Na de pauze wordt als eerste getuige ge hoord de heer J. Cornelisse, walelectricien bij de Maatschappij „Nederland", in welke kwaliteit hij te maken heeft met gassen en ontgassen van schepen. Zondagmorgen, ver klaart hij. is de dynamo van de „Hooft" vast gezet en een verbinding met den wal tot stand gebracht, waarmede aan boord alleen licht kan branden. Get. controleerde daarna het geheele schip en schakelde de verlichting aan, waar dit voor de ontgassing noodig was. Voor zoover blijkt dat er onnoodig licht brandt, doet hij dit uit. De fans in de hutten kunnen niet met deze noodverlichting branden. "s Avonds heeft hij de dynamo aangezet in de motorkamer. Er was toen eigen electrici- teit, zoodat de noodverlichting uitgeschakeld kon worden: ook de in de motorkomer aan wezige omvormer voor de ventilatoren in de ruimen is door hem aangezet. Toen get. het schip verliet, werkten in alle ruimen en thermotanks de fans. Den volgenden morgen te zeven uur, toen hij in het dok kwam, hoorde en zag hij dat de „Hooft" in lichtelaaie stond. De fans in de verblijven worden niet gebruikt. Getuige acht het haast niet mogelijk, dat door het warmloopen van een fan brand ontstaat; kortsluiting kan hij moeilijk aannemen. Za terdagavond is te half zeven een fan van luik drie warm geloopen; zoo'n fan is feite lijk een gesloten ijzeren bus en deze wordt in geval van warmloopen net als een kachel. Get. ziet er absoluut geen gevaar is om de fans, zonder dat er op gelet wordt, te laten draaien. In het geval van de „Hooft" waren de fans in de kokers der ruimen aangezet om het schip eerder bedrijfsklaar te heb-. Hij had hiervoor order gekregen van den chef van de werkplaats, die deze op zijn beurt weer had ontvangen van den techni- schen dienst der maatschappij. Het in het zeildoek gebrande gat heeft getuige niet gezien. De volgende getuige, de donkeyman J. Derlagen. verklaart o.m. dat hij bij twaalven den brand ontdekt heeft. De volgende getuige, de heer F. F. Buigholt vierde machinist, zag bij den brand op de kade komende, opeens alle lichten successie velijk uitgaan. Hij heeft toen ook gespro ken van kortsluiting, hoewel dit slechts een veronderstelling was. Wel is hij sterk geneigd aan kortsluiting als oorzaak van den brand te deffken, omdat er door het telkens over schakelen en uit- en inschakelen stroom- stooten in de leiding zijn opgetreden, waar door eerder dan bij constanten stroom kort sluiting kan optreden als er in de leiding iets niet in orde is. Een veronderstelling, die de voorzitter voor rekening van getuige liet. Het blijkt dat getuige, kort nadat de brand ontdekt werd,de centrale ventilatie heeft af gezet, later, toen de brandweer aan boord was. is hij nog in de motorkamer geweest om de dynamo uit te schakelen. Een der firmanten van de Firma Groene- veld en v. d. Poll. die vervolgens gehoord werd deelt mede. dat de firma de materialen heeft geleverd voor de eleetrische installa tie op de „Hooft"' en het toezicht op de mon tage heeft gehad. Het is niet uitgesloten dat er brand zou kunnen ontstaan; echter moet de koker van een ruimflan dan door hout of ander mate riaal gaan. Op de ,.P. C. Hooft" bevonden zich evenwel dergelijke ruimfans niet in de buurt, waar de vuurhaard geweest is. Deskundige deelt nog mede, dat er tijdens de reis wel eens aan zekeringen geknoeid wordt, bij de wilde vaart gebeurt dit veel, bij groote scheepvaartmaatschappijen is het uitzondering. De leidingen aan boord van de „Hooft" waren uitstekend. Naar deskun dige meent heeft een der leden van den Raad zeer juist verklaard dat kortsluiting ten aanzien van het- ontstaan van een brand het minst gevaai'lijke is. Het woord kortsluiting wordt maar al te veel misbruikt. Het ont staan van brand door een electrischen kachel lijkt deskundige allerminst waar schijnlijk: Te ruim tien over vier werd dc zitting ge sloten. onder mededeeling. van den voorzit ter dat de Raad zich voorbehoudt om op en kele punten nog een nader onderzoek in te stellen. In een volgende zitting zullen dan nog andere getuigen worden gehoord. VRACHTSCHIP IN NOOD. NEW YORK, 20 Januari (Reuter) Alhier is een S.O.S.-bericht opgevangen van het 3000 ton metende vrachtschip „City of Exeter" dat onmiddellijke hulp vraagt.. Het schip be vindt zich op 600 mijl ten Oosten van Kaap Race. IJMUIDEN DE STAKING IN HET VISSCHERIJBEDRIJF. DE HOUDING VAN DEN VISCHHANDEL. In een Vrijdagmorgen door dc IJmuider Vischhandelsvereeniglng gehouden ledenver gadering werd de toestand, geschapen door ce staking ernstig onder de oogen gezien. Ten opzichte van de visch van trawlers, waarvan de reeders de eischen der IJmuider Federatie hebben ingewilligd cn die door leden van deze organisatie gelost mochten worden werd besloten deze visch, als tot nu toe niet te kqgpen. OOK DE ZEELIEDEN WENSCHEN GECOMBINEERD TE VERGADEREN. Naar wij vernemen heeft een vijftigtal Christelijk georganiseerde zeelieden een schriftelijk verzoek bij huil bestuur ingediend om gecombineerd te vergaderen met de zee lieden der IJmuider Federatie. RECORD-OMZET TE HULL. Gedurende het vorig jaar bedroeg de visch - aanvocr te Huil 4.370.560 cwts. waarmede een nieuw record werd bereikt. Dc omzet was 47.877 cwts. meer dan in 1931. De opbrengst vermindex-dc echter met 147.434. De aanvoer der buitenlandsche visschervaartuigen, die van boven genoemd totaalcijfer begrepen is bedroeg slechts 13 van die van 1931. Opgemerkt dient te worden, dat in Huil geen enkele trawler door de buitenlandsche concurrentie is opgelegd. Het loon der yisch- lossers is dezer dagen met 2 s. 3 d. per dag verlaagd. DE TARANA NAAR FRANKRIJK VERKOCHT? Naar wij vernemen, is het thans zoo goed als zeker, dat dc grootste en modernste trawler der Nederlandsche vloot de te Rot terdam gebouwde en thuisbehoorende motor- trawler Tarana naar Frankrijk is verkocht. Weliswaar is de koop nog niet definitief, maar het contract kan elk oogenblik getee- kend worden. Dc Tarana, die een aantal reizen op onze haven heeft gemaakt, is voorzien van een 880 P.K. Burmeïster en Wain motor. De af metingen bedragen 45.90 x 7.45 x 4.15 M. Het schip trok bij zijn eerste bezoek in de Visschershaven de algemeene aandacht. SPEELTUIN VEREENIG ING „DE MOERBERG" Men verzoekt ons van het volgende mel ding te willen maken: Zooals bij velen bekend is, heeft boven genoemde vereeniging van B. en W. de be schikking gekregen "over het terrein, gelegen bij school J. in Nieuw-IJmuiden. Het bestuur is hierna direct aan het werk gegaan, om op dit terrein ten spoedigste den speeltuin in orde te maken. Reeds zijn verschillende speelwerktuigen besteld en men hoopt binnen niet al te langen tijd, een rustige speelplaats voor de kinderen te hebben. Vele bewoners van Nieuw-IJmuiden zijn al als lid tot de vei'eeniging toegetreden. Maar zal alles goede slagen, en de speeltuin worden ingericht, zoo het bestuur dat gaarne wenscht, dan is er hulp. ja nog veel hulp noodig. Daartoe doet het bestuur middels ons blad een beroep op hen die zich tot dus ver nog niet als lid hebben opgegeven, dit alsnog te doen. Om financiecle redenen be hoeft dit voor niemand een bezwaar te zijn, daar het lidmaatschap slechts 25 cents per maand, per gezin kost. Hiervoor hebben dan alle kinderen uit het gezin ten allen tijde toegang tot den speeltuin. HERM. v. d. WIELE Jr. f Gisteren is hier plotseling overleden de heer Herm. v. d. Wiele Jr., in leven kapitein op de sleepboot Nestor van Bureau- Wijs muller. De overledene stond vroeger in dienst bij de sleepdienst-maatschappij „IJmuiden" doch hij trad in Januari 1920. toen Bureau Wijsmuller het kantoor te IJmuiden opende in zijn dienst en kreeg da delijk het commando over de sleepboot Sirn- son. Toen deze sleepboot verkocht werd kreeg hij de sleepboot Nestor als kapitein en sedert dien heeft hij op die boot gevaren. Do overledene was wat men noemt een „weer bare kerel", die door zijn actief en joviaal op treden de achting van zijn directie, van zijn collega's en van zijn ondergeschikten wist te verwerven. Het meest was hij in zijn element als er voor de sleepbooten bergingswerk te doen was en nog bij het dichtmaken van de P. C. Hooft te Amsterdam was hij druk in de weer. Herm. van der Wiele was een broer van den bekenden kapitein „Nannie"' van der Wiele, die 19 December 1919 bij het reddingswerk van twee bij Egmond gestrande Duitsche lichters verdronk. De teraardebestelling zal a.s. Dinsdag op de Alg. Begraafplaats alhier geschieden. Uit rouwbetoon waait op het directiege bouw de vlag halfstok. CONCINERE HERV. KERKKOOR. Op Dinsdagavond 24 Januari a.s. hopen de Christ. Muziekclub Concinere, dirigent de heer D. Klut en het Hervormd Kerkkoor, dirigente mej. C. van Heyst in de gymnastiek zaal van de Julianaschool (Engelmundus- weg) een feestconcert te geven ter gelegen heid van hun beider 10-iarig bestaan. De opbrengst van dit jubileums-concert Z3l tengoede komen aan het bouwfonds voor de nieuw te bouwen Hervormde kerk te IJmui- den-Oost. Men heeft zich ten doel gesteld hiervoor nog dit jaar de verdere noodzakelijke bouw kosten te dekken Het programma dat rijk gevarieerd is. ver meldt o.m. voor het orkest: Mendelsssohn's Hochzeitsmarsch, Ouverture Zauberflöte en het concert van Joseph Haydn voor hobo met orkestbegeleiding (solist de heer D. Klut JrJ Het kerkkoor zal ten gehoore brengen hel Gloria uit Haydn's Theresien-Messe, een koor uit „De Schöpfung", het oratorium van denzelfden componist en een compositie van Weiss, Storm op het Meer", de laatste nummers met begeleiding van Concinere, Ds. Wildschut zal den avond openen en sluiten. VELSEN FEESTAVOND SOLI DEO GLORIA. Het Christelijk Gemengd koor Soli Deo Gloria tc Velsen-Noord, directeur de heer S. Wiersma, heeft gemeend de herdenking van het een-jarig bestaan der vereeniging op ecnlgszlns feestelijke wijze te moeten vieren en had daartoe Vrijdag een propaganda- avond belegd in de turnzaal der Chr. School „Uw Koninkrijk komc" aan de Langcveld- straat. De zaal was flink met belangstellenden be zet toen de voorzitter, de heer D. Pel. den avond inleidde met gemeenschappelijk zin gen van gezang 345 1 en 2 uit Joh. de Heer s Zangbundel, waarna hij een kort overzicht gaf van het ontstaan der vereeniging, welke allereerst door den heer Koelmans en thans gedurende een vijftal maanden door direc teur Wiersma geleid werd. De verslagen van secretaresse en penning- meesteresse werden door het auditorium met instemming ontvangen. Zij lieten aan duide lijkheid niets te wenschen over. We vermel den eenige feiten er uit. Soli Deo Gloria werd op 13 Januari vorig jaar opgericht met 32 leden en ls thans tot een koor met bijna 40 zangers en zangei-cs- son uitgegroeid. Reeds vele malen was In Velsen-Noord gepoogd een eigen koor op te richten, maar steeds waren deze ensembles na korten tijd zacht en kalm verdwenen. Bij Soli Deo Gloria laat zich dit echter beter aanzien. De rekening der penningmeesteresse sloot met een batig saldo van f 3.46 en zeer wei nig contributie-schuld. Het koor heel' daarna enkele nummers onder directeur Wiersma's suggestieve leiding doen hooren. waarvan Beethoven's composi tie De Heem'len roemen en De Avondklokken van Abt mij zeer wel konden voldoen. Er schuilt goed amteriaal onder inzonder heid tusschen alten en tenoren. Ook het bas- register paste zich aan het geheel beschaafd aan. De sopranen had Ik nog wat vrijer uit willen hooren zingen, doch daar kwam wel licht nog wat plankenkoorts bij. In ieder geval een koor, waarmee zeer ze ker iets te bereiken valt. Het instrumentaal gedeelte van het pro gramma moest wegens omstandigheden ver vallen. Hiervoor in de plaats trad het gemengd dubbel kwartet „Onder Ons"' uit IJmuiden- Oost op. dat met Lentelied en Molenaars dochter veel succes oogstte. Er werd over 't algemeen zeer forsch ge zongen cn vooral de mannenstemmen domi neerden weer. iets waarvoor zij zich wel mo gen hoeden. Want Juist In het fijne van kwartetzang vallen kleinigheden als deze spoedig op. Het Molenaarsdochtertje van O. Koop ver wierf een extra bijvalsbetuiging voor dit nog jeugdige ensemble. De rest van den avond werd doorgebracht met voordrachten en vrijwillige kwartetten- wedstrijden. welke laatste we maar met den mantel der liefde zullen bedekken. 't Was een feestavond en het goedgestém- de publiek heeft zich ongetwijfeld geamu seerd. W. VAN HET PLAATSELIJK CRISIS- COMITé. v ONTVANGSTEN. Sedert de vorige opgave (20 December j.l.) ontving de penningmeester in totaal i 2006,71 (met inbegrip van de „hulsttakjes collecte"), waaronder f 20.75 cn f 18.05 van het personeel der bedrijven voor Gas en Wa ter en f 70 van het personeel van het Prov. Electrisch Bedrijf. SANTPOORT „SANTPOORT'S BLOEI'-AVOND. In „Zomerlust" had „Santpoort's Bloei" met medewerking van den heer J. Drijver en een dubbelmannenkwartet uit iJmuiden- Oost een populair wetenschappelijken en ont spanningsavond georganiseerd, waarvoor dc belangstelling bevredigend kon worden ge noemd. Na een woord van welkom gesproken te hebben, memoreerde de voorzitter van „Santpoort s Bloei", wat de vereeniging al zoo in den loop van haar bestaan tot stand had gebracht en wat zij in de toekomst nog hoopte te'doen. Krachtig wekte hij op het ledental nog te vergrooten. Hierna sprak de heer Drijver over „De Vo gelrijkdom van Kennemerland". Van ouds, aldus spr.. Is Kennemerland bekend om zijn natuurschoon. Men zou zelfs kunnen zeggen, dat het natuurschoon zijn stempel gedrukt heeft op de geschiedenis dezer streek, want zonder deze natuurweeldc had Kennemer land niet zijn edelen gehad, geen vertegen woordigers uit den gegoeden middenstand c-n zouden thans de forensen er zich niet toe voelen aangetrokken. Het natuurschoon is echter sterk achter uit gegaan. Dat zegt mij Vooral het bekende werk „Het zegepralend Kennemerland". De grootste veranderingen dateeren uit de laat ste jaren, vooral in dc laatste jaren. Spr. denkt speciaal aan de Breesaap, Toch wil ik nog niet klagen aldus spr., want er rest ons nog veel schoons. Ik hoop echter van harte, dat de overheid zich de groote beteekcnls van natuurschoon bewust zal zijn. want voor een plaats als de onze is natuurschoon een eer ste vereischte om tot grooten bloei tc komen. Hierna liet spr. de aanwezigen aan de hand van prachtige lantaarnplaatjes foto's van den bekenden natum-hlstoricus Burdet lets van den vogelrijkdom van Kennemerland zien. Op buitengewoon on derhoudende wijze vertelde de heer Drijver tal van aardige bijzonderheden uit het leven van spreeuw, lijster, nachtegaal, mees. win terkoninkje. roodborstje, koekoek, grauwe klauwier, ijsvogel enz. Juist door de wijze van vertellen boeide dc heer Drijver zoo en bleek, met welk een sroote liefde hij zijn onderwerp behandelde. We zijn er van overtuigd, dat onze natuurminnende plaatsgenoot veel van die liefde oo de aanwezigen heeft overge bracht cn daardoor het doel. dat hij en „Santooort's Bloei" zich gesteld hadden, be reikt is geworden. Henk Arlsz zong met zijn kwartet oen vier tal nummers. Vooral met „Abendstandchen" had hij veel succes. Dit werd ook inderdaad mooi gezongen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 19