Hoe ontstond brand op de
p. C. Hooft?
BIJ FELLE KOUDE
Christiaans' Goederenhandel n.v.
HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 21 JANUARI 1933
ZESDE BLAD.
Raad voor de Scheepvaart onderzoekt de zaak.
Kortsluiting, rooken of ventilateurs de oorzaak?
Niets van bijzondere omstandigheden gebleken.
De Raad voor de Scheepvaart te Amster
dam heeft Vrijdag onder leiding van Prof. Mr.
B. M. Taverne een onderzoek ingesteld naai
de oorzaak van oen orand, welke in den nacnt
van 13 op 14 November is uitgebroken aan
boord van het motorschip „Pieter Cornelis
zoon Hooft", van de Stoomvaart Maatschappij
„Nederland"', tengevolge waarvan dit mail
schip volkomen werd verwoest.
De belangstelling voor deze zaak, uiteraard
voornamelijk uit scheepvaart-, scheep
vaart-technische en andere technische
kringen, was buitengewoon groot; de voor
het publiek gereserveerde ruimte was geheel
bezet. Voor de ..Nederland" was o.m. aan
wezig de heer Koning, een der directeuren.
Alvorens tot het onderzoek over te gaan.
legde de voorzit tor, namens den Raad, een
verklaring af. Hij herinnerde aan de drie
laatste groote scheepsbranden n.l. op de
Philippas, de Hooft en de Atlantique.
Komende tot het onderzoek naar de oor
zaak van den brand van de P. C. Hooft,
stelde spr. de vraag of dit onderzoek het zoo
vurig gewenschte resultaat zal opleveren, het
vaststellen van de oorzaak.
De ondervinding betreffende het onderzoek
van scheepsbranden opgedaan, stemt niet
optimisch. De Raad voor de Scheepvaart
heeft meermalen als zijn oordeel moeten
uitspreken, dat de oorzaak niet of niet met
zekerheid kon worden vastgesteld.
Het negatieve resultaat van zulk een on
derzoek moet echter niet tot de conclusie
voeren, dat een onderzoek achterwege kan
blijven.
Bij een dergelijk onderzoek komen andere
zeer gewichtige kwesties dan die van de oor
zaak aan de orde en spreker noemde ten
eerste de middelen tot voorkoming van brand,
ten tweede de middelen tot het zoo spoedig
mogelijk ontdekken van den brand, ten
derde de blussching, terwijl ten vierde de
eleetrische installatie, juist uit het oogpunt
van brandgevaar vooral in de latere jaren,
een voorwerp van voortdurende zorg en
studie is geweest.
Terzake van al deze vier punten heeft men
reeds vele vorderingen gemaakt.
Spr. wijdde vervolgens aandacht aan het
verschil in omstandigheden bij de branden
op de P. C. Hooft, de Georges Philippar en
de Atlantique, beide laatstgenoemde schepen
waren op zee en hadden bemanning en/of
passagiers aan boord; de P C. Hooft was on
bemand.
De mogelijkheid is niet ondenkbaar, dat
een zelfde begin van brand bij een bemand
schip in de kiem gesmoord, bij een onbe
mand schip het verlies van het geheele schip
ten gevolge heeft. Laten wij] hopen, aldus
spr., dat, indien de concreteoorzaken van
deze scheepsramp niet aan den dag mochten
treden, het onderzoek althans iets zal kun
nen leeren aangaande de oorzaken, welke
eventueel onder de gegeven omstandigheden
een ramp, als hier heeft plaats gehad, ten
gevolge kunnen hebben. Dan immers is de
weg der proventie aangewezen. Spr. gaf nog
de verzekering, dat allen die inderdaad
meenen dat zij overeenkomstig de bepalingen
van de Schepenwet inlichtingen zouden kun
nen geven omtrent de oorzaken van den
brand, bij den Raad een open oor zullen
vinden.
Spr. deelde mede, dat van de zijde der as
suradeurs den Raad een suggestie in een be
paalde richting heeft bereikt. Daai-van zal
nog nader mededeeling worden gedaan.
Tenslotte wilde spreker nog een misver
stand wegnemen. Hij deelde mede, dat per
abuis bij de oproeping van getuigen, evenals
bij het aanbrengen van deze zaak bij den
Raad, is gesproken van: Vermoedelijk door
kortsluiting brand aan boord ontstaan. Er
had alleen moeten staan: Brand aan boord
van de „P. C. Hooft". Spr. stelde er als leider
van het te houden onderzoek prijs op, uit
drukkelijk te verklaren, dat eenige suggestie
ten aanzien van de vermoedelijke oorzaak
van deze ramp aan een en ander ten eenen-
male vreemd is. De Raad heeft dienaan
gaande eenïg vermoeden, noch eenige veron
derstelling. Slechts naar aanleiding van het
geen bij dit openbare onderzoek aan het
ilcht zal komen, zal de Raad beraadslagen.
Getuigenverhoor.
Als eerste getuige werd gehoord de heer J.
W. Muller, assistent-instructeur bij de Stoom
vaart Mij. „Nederland Getuige is belast met
het klaarmaken van de schepen voor het
gassen; het werk daarvoor, dat volgens een
bepaalde instructie geschiedt, gebeurt onder
zijn toezicht. Wat de „Hooft" betreft, is ge
tuide Zondagochtend 13 November te 9 uur
aan boord geweest; daar bevonden zich toen
de gassers en vier man van de „Nederland".
Er is onderzocht of alles in orde was. Met het
ontgassen zelf wordt een paar dagen tevoren
begonnen.
Zondagnacht te 12.15 uur werd getuige er
telefonisch van in kennis gesteld, dat er rook
was waargenomen op het sloependek van de
„Hooft". Met den stuurman van de wacht is
hij aan boord gegaan; de machinist en don
keyman waren in de motorkamer, die al
was vrij gegeven. Men zag. dat in de eerste
klasse muzieksalon, aan stuurboord, brand
was; of het ook onder den salon brandde, viel
niet waar te nemen. De brandweer was in
middels reeds gewaarschuwd. Met de eigen
brandbluschleiding was het blusschingswerk
reeds begonnen. Van den beginne af reeds
liet de brand zich buitengewoon ernstig aan
zien. De „fans" in den salon zijn tijdens de
ontgassing niet in werking geweest. Wel was
er eenige haast om het schip gasvrij te krij
gen, daar het dokken moest.
Derhalve zijn wel de ventilatoren in de
ruimen aangezet.
In het algemeen wordt het bij de ontgas
sing niet gedaan.
Spr. verklaarde geen. idee te hebben, hoe
- zoo'n brand kan ontstaan. In zijn voorloo-
pige verklaring echter heeft hij het woord
„kortsluiting" als oorzaak genoemd. Het
warmloopen van een fan heeft getuige wel
eens bijgewoond. Hij heeft geconstateerd, dat
zoo'n ventilator dan soms roodgloeiend wordt.
De fan wordt beschermd door een koker. In
dien er echter lading in de buurt is, bestaat
er brandgevaar. Als de fan gloeiend wordt,
wordt hij afgezet.
Voorzitter: „Noemt u dat dan kortslui
ting?"
„Getuige: „Neen, zoo kan ik het niet noe
men".
Verder blijkt, dat getuige in zijn voorloo-
pige verklaring ook gesproken heeft van kort
sluiting achter een schakelbord, hetgeen den
voorzitter de opmerking ontlokt, dat getuige
wel eens voorzichtiger mag zijn met zijn ver
klaringen".
Getuige verklaart verder dat zijn bemoeie
nis ophoudt als het schip klaar is om te
gassen. Het schip,was Zondagavond niet vrij
gegeven; het personeel van de gemeente was
Zaterdagavond weggegaan.
Een der leden van Raad merkte op, dat
het schip dus feitelijk nog onder toezicht
van de gemeente-ambtenaren stond, maar
dat dezen niet aan boord waren.
Op vragen van andere leden van den Raad
antwoordt get, nog dat hij gassers wel eens
aan boord van schepen, die gegast werden,
heeft zien rooken, maar dan in de hut van
den electricien. Gevraagd, of hij zeker wist
dat er geen fan in den muzieksalon aan
stond, antwoord get. dat hij het niet ge
zien heeft, maar dat het nooit voorkomt.
Het schip, zegt get. verder, was in ander
half uur tijd van onder tot boven één vuur
zee. Normale middelen om den brand te be
perken door het wegnemen van trekking in
het. schip, stonden niet ter beschikking, om
dat men niet in het schip kon, aangezien dit
vol gas stond.
De leidingen goed?
Desecretaris leest vervolgens een van de
betrokken verzekeringsmaatschappijen inge
komen brief voor, waarin de wenschelijkheid
wordt betoogd dat de Raad voor de Scheep
vaart bij zijn onderzoek ook de vraag be
trekt naar de wijze waarop de eleetrische
leidingen in de „Hooft" zijn aangelegd en
hoever dit tot het ontstaan der schade fean
hebben meegewerkt.
Er wordt wel eens gerookt
De volgende getuige is de heer Vader, in
specteur van den Gemeentelijken Ontsmet-
ting'sdienst van schepen, die technische me-
dedeelingen doet over de wijze, waarop sche
pen worden gegast en ontgast. Gebruikt
wordt voor het gassen o.m. blauwzuurgas in
vloeibaren toestand; voor een schip als de
„Hooft" zijn ongeveer 60 a 70 kilogram noo-
dig, die in vooraf bepaalde ruimten worden
neergezet. Gewerkt is met een ploeg van tien
man. Vóór het gassen worden eleetrische
kacheltjes gebrand, om behoorlijke tempera
tuur te krijgen.- Tijdens het gassen brandden
de kacheltjes, voor zoover get. weet, niet; de
stroom voor het licht wordt van den wal ge
leverd. Toen de gebruikelijke rondes voor
het gassen gemaakt werden, waren nog twee
hofmeesters, de administrateur en een stuur
man met vier menschen van de walploeg
aan boord.
Het komt wel eens voor dat door de ach-
terblijvenden gerookt wordt.
Verder deelt get. mede, dat cyaanwater-
stofgas brandbaar was', doch alleen in be
paalde concentratie, welke hier niet was ge
bruikt. De stof, welke aan het gas wordt toe
gevoegd om het een reuk te geven, is niet
brandbaar. Het gassen duurt, als alles goed
verwarmd is, vier uur, anders zes uur.
Met de „Huyghens" is het eens gebeurd dat,
toen dit schip eerder was vrijgegeven, de laad
ruimten nog gas bleken te bevatten. Van de
zijde van de „Nederland" is toen het plan ge
opperd om de ruimventilatoren aan te zet
ten; vroeger gebeurde dit niet.
Toen get. Zondagmiddag in de muzieksalon
eerste klasse kwam, heeft hij daar niets bij
zonder bemerkt, ook geen in werking zijnde
fans. Of er nog gas was kon hij niet ruiken,
omdat hij een gasmasker voor had. De moter
kamer wordt niet gegast en hij het aanboord
komen zoo goed mogelijk dicht gehouden.
Zorgvuldig wordt gecontróleerd of er geen
gas in de motorkamer is.
Getuige vindt het "t meest voor de hand
liggen, dat kortsluiting de oorzaak van den
brand is geweest. Bij het voorloopige onder
zoek had hij die meening hierop gegrond,
omdat hem ter oore was gekomen, dat er al
meermale kortsluiting op de „Hooft" was
geweest. Tot acht uur is er geen stroom
aan boord geweest, alleen stroom van den
wal.
Hierna wordt gehoord de heer Calf, ad-
iunct-inspecteur bij den Sanitairen Haven
dienst. Toen get. van boord ging, was
er geen licht meer, naar zijn overtuiging
waren ook de kacheltjes in de hutten enz.,
uil. Het schip was toen aan de werking van
het gas overgegeven. Te ongeveer vijf uur
s middags get. is gedurende het tijdsver
loop van de ontgassing voortdurend op het
terrein gebleven is get. weer aan boord
gegaan en heeft hij de noodverlichting wel
aangezet. Te ongeveer kwart voor zes was de
ploeg met het opengooien van luiken en
deuren gereed, en alle werkzaamheden ge
daan om het gas te doen ontsnappen. Get.
is toen weer aan boord gegaan en heeft ge
wacht op den electricien. gezamenlijk met
dezen heeft hij de „Hooft" weer betreden. De
electricien heeft daarop den machinist en
donkevman laten roepen; met hun vieren
zijn zij toen naar de motorkamer gegaan,
nadat get. eerst gecontroleerd had of deze
vrij was van gas. Er is toen van den wal af
gezorgd dat het schip in alle deelen licht
kreeg; get. heeft toen met den electricien de
verschillende ruimten van het geheele schip
onderzocht; kort daarop heeft de electri
cien den ventilator werkende op het ruim en
de vierde klasse aangezet. Later zijn er'nog
meer aangezet, o.a. de sirocco van het Ja-
vanenverblijf achter.
Zoodra men overtuigd is dat het gas gc-
INGEZONDEX MEDEDEELIXGEN
a GO Cts. per regel.
ANTHRACIET van FRANS PERQUIN.
TELEFOON 10212.
Zomerkade 53
Zaanenstraat 1
GROOTE OPRUIMING van Confectie
STORMLOOPPRIJZEN
Costumes vanaf f4,50
Winterjassen vanaf f5,50
Ziet de etalage Zomerkade 53
SLECHTS ENKELE DAGEN
heel is weggetrokken, is de taak van het
personeel van den Ontsmettingsdienst "afge-
loopen.
Get. had vier uur den volgenden ochtend
weer aan boord moeten gaan voor het vrij
geven van het schip voor het werk.
Een verbrand kleedje.
Get. deelt nog mede dat hij Zondagmor
gen aan den achterkant van ruim drie op
dek A een zeildoekkleedje op een luchtkoker
heeft zien liggen, waarin een gat was ge
brand. Bij informatie op den bak hoorde hij
toen dat ter plaatse een ventilator warm ge-
loopen was en dat men deze toen op het
kleedje gelegd had, waardoor dit geschroeid
was.
Meermalen brandjes.
De secretaris doet hierna voorlezing van
een verklaring van den administrateur van
„de P. C. Hooft", waaruit blijkt, dat er vroe
ger meermalen en wel in de rooksalon tweede
klasse in eenige hutten van kantoorpersoneel
en van den maitre d'hotel een begin van
brand is geweest, ontstaan in de nabijheid
van ventilatoren.
Vervolgens wordt gepauzeerd.
Na de pauze wordt als eerste getuige ge
hoord de heer J. Cornelisse, walelectricien
bij de Maatschappij „Nederland", in welke
kwaliteit hij te maken heeft met gassen en
ontgassen van schepen. Zondagmorgen, ver
klaart hij. is de dynamo van de „Hooft" vast
gezet en een verbinding met den wal tot
stand gebracht, waarmede aan boord alleen
licht kan branden.
Get. controleerde daarna het geheele schip
en schakelde de verlichting aan, waar dit
voor de ontgassing noodig was. Voor zoover
blijkt dat er onnoodig licht brandt, doet hij
dit uit. De fans in de hutten kunnen niet
met deze noodverlichting branden.
"s Avonds heeft hij de dynamo aangezet in
de motorkamer. Er was toen eigen electrici-
teit, zoodat de noodverlichting uitgeschakeld
kon worden: ook de in de motorkomer aan
wezige omvormer voor de ventilatoren in de
ruimen is door hem aangezet. Toen get. het
schip verliet, werkten in alle ruimen en
thermotanks de fans.
Den volgenden morgen te zeven uur, toen
hij in het dok kwam, hoorde en zag hij dat
de „Hooft" in lichtelaaie stond. De fans in
de verblijven worden niet gebruikt. Getuige
acht het haast niet mogelijk, dat door het
warmloopen van een fan brand ontstaat;
kortsluiting kan hij moeilijk aannemen. Za
terdagavond is te half zeven een fan van
luik drie warm geloopen; zoo'n fan is feite
lijk een gesloten ijzeren bus en deze wordt in
geval van warmloopen net als een kachel.
Get. ziet er absoluut geen gevaar is om de
fans, zonder dat er op gelet wordt, te laten
draaien. In het geval van de „Hooft" waren
de fans in de kokers der ruimen aangezet
om het schip eerder bedrijfsklaar te heb-.
Hij had hiervoor order gekregen van den
chef van de werkplaats, die deze op zijn
beurt weer had ontvangen van den techni-
schen dienst der maatschappij. Het in het
zeildoek gebrande gat heeft getuige niet
gezien.
De volgende getuige, de donkeyman J.
Derlagen. verklaart o.m. dat hij bij twaalven
den brand ontdekt heeft.
De volgende getuige, de heer F. F. Buigholt
vierde machinist, zag bij den brand op de
kade komende, opeens alle lichten successie
velijk uitgaan. Hij heeft toen ook gespro
ken van kortsluiting, hoewel dit slechts een
veronderstelling was. Wel is hij sterk geneigd
aan kortsluiting als oorzaak van den brand
te deffken, omdat er door het telkens over
schakelen en uit- en inschakelen stroom-
stooten in de leiding zijn opgetreden, waar
door eerder dan bij constanten stroom kort
sluiting kan optreden als er in de leiding
iets niet in orde is. Een veronderstelling, die
de voorzitter voor rekening van getuige liet.
Het blijkt dat getuige, kort nadat de brand
ontdekt werd,de centrale ventilatie heeft af
gezet, later, toen de brandweer aan boord
was. is hij nog in de motorkamer geweest
om de dynamo uit te schakelen.
Een der firmanten van de Firma Groene-
veld en v. d. Poll. die vervolgens gehoord
werd deelt mede. dat de firma de materialen
heeft geleverd voor de eleetrische installa
tie op de „Hooft"' en het toezicht op de mon
tage heeft gehad.
Het is niet uitgesloten dat er brand zou
kunnen ontstaan; echter moet de koker van
een ruimflan dan door hout of ander mate
riaal gaan. Op de ,.P. C. Hooft" bevonden
zich evenwel dergelijke ruimfans niet in de
buurt, waar de vuurhaard geweest is.
Deskundige deelt nog mede, dat er tijdens
de reis wel eens aan zekeringen geknoeid
wordt, bij de wilde vaart gebeurt dit veel, bij
groote scheepvaartmaatschappijen is het
uitzondering. De leidingen aan boord van
de „Hooft" waren uitstekend. Naar deskun
dige meent heeft een der leden van den Raad
zeer juist verklaard dat kortsluiting ten
aanzien van het- ontstaan van een brand het
minst gevaai'lijke is. Het woord kortsluiting
wordt maar al te veel misbruikt. Het ont
staan van brand door een electrischen
kachel lijkt deskundige allerminst waar
schijnlijk:
Te ruim tien over vier werd dc zitting ge
sloten. onder mededeeling. van den voorzit
ter dat de Raad zich voorbehoudt om op en
kele punten nog een nader onderzoek in te
stellen. In een volgende zitting zullen dan
nog andere getuigen worden gehoord.
VRACHTSCHIP IN NOOD.
NEW YORK, 20 Januari (Reuter) Alhier is
een S.O.S.-bericht opgevangen van het 3000
ton metende vrachtschip „City of Exeter"
dat onmiddellijke hulp vraagt.. Het schip be
vindt zich op 600 mijl ten Oosten van Kaap
Race.
IJMUIDEN
DE STAKING IN HET
VISSCHERIJBEDRIJF.
DE HOUDING VAN DEN VISCHHANDEL.
In een Vrijdagmorgen door dc IJmuider
Vischhandelsvereeniglng gehouden ledenver
gadering werd de toestand, geschapen door
ce staking ernstig onder de oogen gezien.
Ten opzichte van de visch van trawlers,
waarvan de reeders de eischen der IJmuider
Federatie hebben ingewilligd cn die door
leden van deze organisatie gelost mochten
worden werd besloten deze visch, als tot nu
toe niet te kqgpen.
OOK DE ZEELIEDEN WENSCHEN
GECOMBINEERD TE VERGADEREN.
Naar wij vernemen heeft een vijftigtal
Christelijk georganiseerde zeelieden een
schriftelijk verzoek bij huil bestuur ingediend
om gecombineerd te vergaderen met de zee
lieden der IJmuider Federatie.
RECORD-OMZET TE HULL.
Gedurende het vorig jaar bedroeg de visch -
aanvocr te Huil 4.370.560 cwts. waarmede een
nieuw record werd bereikt. Dc omzet was
47.877 cwts. meer dan in 1931.
De opbrengst vermindex-dc echter met
147.434. De aanvoer der buitenlandsche
visschervaartuigen, die van boven genoemd
totaalcijfer begrepen is bedroeg slechts 13
van die van 1931.
Opgemerkt dient te worden, dat in Huil
geen enkele trawler door de buitenlandsche
concurrentie is opgelegd. Het loon der yisch-
lossers is dezer dagen met 2 s. 3 d. per dag
verlaagd.
DE TARANA NAAR FRANKRIJK
VERKOCHT?
Naar wij vernemen, is het thans zoo goed
als zeker, dat dc grootste en modernste
trawler der Nederlandsche vloot de te Rot
terdam gebouwde en thuisbehoorende motor-
trawler Tarana naar Frankrijk is verkocht.
Weliswaar is de koop nog niet definitief,
maar het contract kan elk oogenblik getee-
kend worden.
Dc Tarana, die een aantal reizen op onze
haven heeft gemaakt, is voorzien van een
880 P.K. Burmeïster en Wain motor. De af
metingen bedragen 45.90 x 7.45 x 4.15 M.
Het schip trok bij zijn eerste bezoek in de
Visschershaven de algemeene aandacht.
SPEELTUIN VEREENIG ING
„DE MOERBERG"
Men verzoekt ons van het volgende mel
ding te willen maken:
Zooals bij velen bekend is, heeft boven
genoemde vereeniging van B. en W. de be
schikking gekregen "over het terrein, gelegen
bij school J. in Nieuw-IJmuiden. Het bestuur
is hierna direct aan het werk gegaan, om op
dit terrein ten spoedigste den speeltuin in
orde te maken. Reeds zijn verschillende
speelwerktuigen besteld en men hoopt binnen
niet al te langen tijd, een rustige speelplaats
voor de kinderen te hebben.
Vele bewoners van Nieuw-IJmuiden zijn
al als lid tot de vei'eeniging toegetreden.
Maar zal alles goede slagen, en de speeltuin
worden ingericht, zoo het bestuur dat gaarne
wenscht, dan is er hulp. ja nog veel hulp
noodig. Daartoe doet het bestuur middels
ons blad een beroep op hen die zich tot dus
ver nog niet als lid hebben opgegeven, dit
alsnog te doen. Om financiecle redenen be
hoeft dit voor niemand een bezwaar te zijn,
daar het lidmaatschap slechts 25 cents per
maand, per gezin kost. Hiervoor hebben dan
alle kinderen uit het gezin ten allen tijde
toegang tot den speeltuin.
HERM. v. d. WIELE Jr. f
Gisteren is hier plotseling overleden de
heer Herm. v. d. Wiele Jr., in leven kapitein
op de sleepboot Nestor van Bureau- Wijs
muller. De overledene stond vroeger in
dienst bij de sleepdienst-maatschappij
„IJmuiden" doch hij trad in Januari 1920.
toen Bureau Wijsmuller het kantoor te
IJmuiden opende in zijn dienst en kreeg da
delijk het commando over de sleepboot Sirn-
son. Toen deze sleepboot verkocht werd
kreeg hij de sleepboot Nestor als kapitein en
sedert dien heeft hij op die boot gevaren. Do
overledene was wat men noemt een „weer
bare kerel", die door zijn actief en joviaal op
treden de achting van zijn directie, van zijn
collega's en van zijn ondergeschikten wist te
verwerven.
Het meest was hij in zijn element als er
voor de sleepbooten bergingswerk te doen
was en nog bij het dichtmaken van de P. C.
Hooft te Amsterdam was hij druk in de weer.
Herm. van der Wiele was een broer van den
bekenden kapitein „Nannie"' van der Wiele,
die 19 December 1919 bij het reddingswerk
van twee bij Egmond gestrande Duitsche
lichters verdronk.
De teraardebestelling zal a.s. Dinsdag op
de Alg. Begraafplaats alhier geschieden.
Uit rouwbetoon waait op het directiege
bouw de vlag halfstok.
CONCINERE HERV. KERKKOOR.
Op Dinsdagavond 24 Januari a.s. hopen
de Christ. Muziekclub Concinere, dirigent de
heer D. Klut en het Hervormd Kerkkoor,
dirigente mej. C. van Heyst in de gymnastiek
zaal van de Julianaschool (Engelmundus-
weg) een feestconcert te geven ter gelegen
heid van hun beider 10-iarig bestaan. De
opbrengst van dit jubileums-concert Z3l
tengoede komen aan het bouwfonds voor de
nieuw te bouwen Hervormde kerk te IJmui-
den-Oost.
Men heeft zich ten doel gesteld hiervoor
nog dit jaar de verdere noodzakelijke bouw
kosten te dekken
Het programma dat rijk gevarieerd is. ver
meldt o.m. voor het orkest: Mendelsssohn's
Hochzeitsmarsch, Ouverture Zauberflöte en
het concert van Joseph Haydn voor hobo met
orkestbegeleiding (solist de heer D. Klut JrJ
Het kerkkoor zal ten gehoore brengen hel
Gloria uit Haydn's Theresien-Messe, een
koor uit „De Schöpfung", het oratorium
van denzelfden componist en een compositie
van Weiss, Storm op het Meer", de laatste
nummers met begeleiding van Concinere,
Ds. Wildschut zal den avond openen en
sluiten.
VELSEN
FEESTAVOND SOLI DEO GLORIA.
Het Christelijk Gemengd koor Soli Deo
Gloria tc Velsen-Noord, directeur de heer S.
Wiersma, heeft gemeend de herdenking van
het een-jarig bestaan der vereeniging op
ecnlgszlns feestelijke wijze te moeten vieren
en had daartoe Vrijdag een propaganda-
avond belegd in de turnzaal der Chr. School
„Uw Koninkrijk komc" aan de Langcveld-
straat.
De zaal was flink met belangstellenden be
zet toen de voorzitter, de heer D. Pel. den
avond inleidde met gemeenschappelijk zin
gen van gezang 345 1 en 2 uit Joh. de Heer s
Zangbundel, waarna hij een kort overzicht
gaf van het ontstaan der vereeniging, welke
allereerst door den heer Koelmans en thans
gedurende een vijftal maanden door direc
teur Wiersma geleid werd.
De verslagen van secretaresse en penning-
meesteresse werden door het auditorium met
instemming ontvangen. Zij lieten aan duide
lijkheid niets te wenschen over. We vermel
den eenige feiten er uit.
Soli Deo Gloria werd op 13 Januari vorig
jaar opgericht met 32 leden en ls thans tot
een koor met bijna 40 zangers en zangei-cs-
son uitgegroeid. Reeds vele malen was In
Velsen-Noord gepoogd een eigen koor op te
richten, maar steeds waren deze ensembles
na korten tijd zacht en kalm verdwenen. Bij
Soli Deo Gloria laat zich dit echter beter
aanzien.
De rekening der penningmeesteresse sloot
met een batig saldo van f 3.46 en zeer wei
nig contributie-schuld.
Het koor heel' daarna enkele nummers
onder directeur Wiersma's suggestieve leiding
doen hooren. waarvan Beethoven's composi
tie De Heem'len roemen en De Avondklokken
van Abt mij zeer wel konden voldoen.
Er schuilt goed amteriaal onder inzonder
heid tusschen alten en tenoren. Ook het bas-
register paste zich aan het geheel beschaafd
aan. De sopranen had Ik nog wat vrijer uit
willen hooren zingen, doch daar kwam wel
licht nog wat plankenkoorts bij.
In ieder geval een koor, waarmee zeer ze
ker iets te bereiken valt.
Het instrumentaal gedeelte van het pro
gramma moest wegens omstandigheden ver
vallen.
Hiervoor in de plaats trad het gemengd
dubbel kwartet „Onder Ons"' uit IJmuiden-
Oost op. dat met Lentelied en Molenaars
dochter veel succes oogstte.
Er werd over 't algemeen zeer forsch ge
zongen cn vooral de mannenstemmen domi
neerden weer. iets waarvoor zij zich wel mo
gen hoeden. Want Juist In het fijne van
kwartetzang vallen kleinigheden als deze
spoedig op.
Het Molenaarsdochtertje van O. Koop ver
wierf een extra bijvalsbetuiging voor dit nog
jeugdige ensemble.
De rest van den avond werd doorgebracht
met voordrachten en vrijwillige kwartetten-
wedstrijden. welke laatste we maar met den
mantel der liefde zullen bedekken.
't Was een feestavond en het goedgestém-
de publiek heeft zich ongetwijfeld geamu
seerd.
W.
VAN HET PLAATSELIJK CRISIS-
COMITé. v
ONTVANGSTEN.
Sedert de vorige opgave (20 December
j.l.) ontving de penningmeester in totaal
i 2006,71 (met inbegrip van de „hulsttakjes
collecte"), waaronder f 20.75 cn f 18.05 van
het personeel der bedrijven voor Gas en Wa
ter en f 70 van het personeel van het Prov.
Electrisch Bedrijf.
SANTPOORT
„SANTPOORT'S BLOEI'-AVOND.
In „Zomerlust" had „Santpoort's Bloei"
met medewerking van den heer J. Drijver en
een dubbelmannenkwartet uit iJmuiden-
Oost een populair wetenschappelijken en ont
spanningsavond georganiseerd, waarvoor dc
belangstelling bevredigend kon worden ge
noemd.
Na een woord van welkom gesproken te
hebben, memoreerde de voorzitter van
„Santpoort s Bloei", wat de vereeniging al
zoo in den loop van haar bestaan tot stand
had gebracht en wat zij in de toekomst nog
hoopte te'doen. Krachtig wekte hij op het
ledental nog te vergrooten.
Hierna sprak de heer Drijver over „De Vo
gelrijkdom van Kennemerland". Van ouds,
aldus spr.. Is Kennemerland bekend om zijn
natuurschoon. Men zou zelfs kunnen zeggen,
dat het natuurschoon zijn stempel gedrukt
heeft op de geschiedenis dezer streek, want
zonder deze natuurweeldc had Kennemer
land niet zijn edelen gehad, geen vertegen
woordigers uit den gegoeden middenstand c-n
zouden thans de forensen er zich niet toe
voelen aangetrokken.
Het natuurschoon is echter sterk achter
uit gegaan. Dat zegt mij Vooral het bekende
werk „Het zegepralend Kennemerland". De
grootste veranderingen dateeren uit de laat
ste jaren, vooral in dc laatste jaren. Spr.
denkt speciaal aan de Breesaap, Toch wil ik
nog niet klagen aldus spr., want er rest ons
nog veel schoons. Ik hoop echter van harte,
dat de overheid zich de groote beteekcnls van
natuurschoon bewust zal zijn. want voor een
plaats als de onze is natuurschoon een eer
ste vereischte om tot grooten bloei tc komen.
Hierna liet spr. de aanwezigen aan de
hand van prachtige lantaarnplaatjes
foto's van den bekenden natum-hlstoricus
Burdet lets van den vogelrijkdom van
Kennemerland zien. Op buitengewoon on
derhoudende wijze vertelde de heer Drijver
tal van aardige bijzonderheden uit het leven
van spreeuw, lijster, nachtegaal, mees. win
terkoninkje. roodborstje, koekoek, grauwe
klauwier, ijsvogel enz. Juist door de wijze van
vertellen boeide dc heer Drijver zoo en bleek,
met welk een sroote liefde hij zijn onderwerp
behandelde. We zijn er van overtuigd, dat
onze natuurminnende plaatsgenoot veel van
die liefde oo de aanwezigen heeft overge
bracht cn daardoor het doel. dat hij en
„Santooort's Bloei" zich gesteld hadden, be
reikt is geworden.
Henk Arlsz zong met zijn kwartet oen vier
tal nummers. Vooral met „Abendstandchen"
had hij veel succes. Dit werd ook inderdaad
mooi gezongen