I
KARSOTE
I
TERUG UIT BORNEO,
Mooie witte tanden
HAARLEM'S DAGBLAD
DONDERDAG 26 JANUARI 1933
De heer H. F. Tillema over de Dajaks.
„De Dajaks, op Borneo, zijn een wreed,
bloeddorstig volk, hetgeen wel blijkt uit het
feit, dat zij het „koppensnellen" nog beoefe
nen".
Zóó, of zoo ongeveer, stond het In onze
aardrlj kskundebo ek j es.
H. F. Tillema.
„De Dajaks, op Borneo" zijn vriendelijke,
hulpvaardige, zachtzinnige, en toch dappere
menschen, die geen vlieg kwaad zullen doen,
wat duidelijk blijkt uit hun omgang met
kinderen en uit al hun doen en laten".
Ziedaar de meening over de Dajaks van
den heer H. F. Tillema, te Bloemendaal. En
hij kan het weten, want hij is pas van een
reis naar en door Borneo teruggekeerd ('t is
waarlijk niet zijn eerste reis naar „Neder
land tusschen de tropen"!) en hij heeft
maanden en maanden onder de Dajaks ge
leefd.
Enthousiast over alles wat hij gehoord en
gezien heeft; enthousiast over het feit dat
de goede verwachtingen die hij van de Da
jaks had, zijn bewaarheid; als het ware „be
laden" met allerlei prachtig bewerkte voor
werpen voor gebruik of sier, is de heer Til
lema van zijn Borneosche reis teruggeko
men.
En hij vertelde ons er van.
Zijn reis had uitsluitend een humanitair
doel: het odium dat op de Dajaks rust, ten
gevolge van de elkaar napraténde aardrijks
kunde boekjes, weg te nemen en aan te too-
nen dat die slechte Dajaks menschen zijn
als u en ik; menschen die, als u en ik, wor
den voortgedreven door de zorg voor hun
eigen belang en ook laboreeren aan dezelfde
ijdelheid, die u en ikmisschien niet zoo
gemakkelijk zullen erkennen.
Hoe de heer Tillema dit doel denkt te be
reiken? Door artikelen te schrijven in tijd
schriften, door lezingen te houden en films
te vertoonen. Want deze Bloemendaalsche
ontdekkingsreiziger heeft op zijn tochten met
groote inspanning 4000 M. film gemaakt en
700 foto's. Een gemakkelijk werk was dit niet
en nu is hij bezig, titels voor de films te
schrijven, evenzeer een inspannende arbeid,
omdat in die bijschriften veel moet gezegd
worden in weinig woorden.
Dajaksche vrouw, bezig met Tcraalwerk.
Over de Dajaks raakt de heer Tillema niet
uitgepraat.
Hij vertelde ons, hoe gemakkelijk dit goe
dige volk te benaderen is, voor iemand die
wat van hun taal kent.
Hij heeft hun Heilige Feesten meegemaakt,
die altijd binnenshuis worden gegeven,
maar die nu voor hem in het daglicht zijn
gereconstrueerd, om hem gelegenheid te
geven, ze te filmen. Wel 'n honaerd men
schen nemen in zoo'n kampong aan zulk een
feest deel; de mannen, in vollen krijgsdos,
met de prachtige veeren als hoofdtooi, dan
sen vol geestdrift van 's nachts 1 uur tot G
uur in den morgen, onvermoeid, want zij
zijn overtuigd, dat de geesten in hen gevaren
zijn en dat geeft hun kracht. Een gezicht, om
nooit te vergeten.
Op het koppensnellen gaf de heer Tillema
ons een voor ons geheel nieuwen kijk.
..U weet", zoo zei hij, „dat het Nederland-
sche Gouvernement het koppensnellen ver
boden heeft, omdat er internationale ver
wikkelingen uit konden ontstaan, in verband
met- de nabijheid van Britsch Borneo. En nu
ga ik u iets zeggen dat u paradoxaal zal
voorkomen: Dat verbod is een wreed verbod.
Het koppensnellen toch is het grondbegin
sel van den godsdienst der Dajaks. Van een
gesnelden kop gaat voor hen magische
kracht uit: een gesnelde kop brengt geluk en
voorspoed en geeft een goede oogst in den
kampong. De koppensneller doet dus in de
oogen der Dajaks goed werk. N u zijn zij hun
houvast kwijt, te meer omdat wij voor het
koppensnellen geen andere geestelijke waar
den, hetzij zendings- ol' missiewerk of iets
anders, in de plaats gesteld hebben".
De techniek van het weven, de kennis
waarvan vroeger algemeen onder de Dajak
sche vrouwen was verspreid, bleek alleen
nog bewaard te zijn gebleven in het geheugen
van drie Dajaksche „besjes" en de oude
vrouwen rustten niet, vóórdat zij voor den
Europeaan, den vriend van den onder de
Dajaks zoo populairen arts De Rooy (die den
heer Tillema overal terzijde heeft gestaan,
waar hij maar kon), een stukje padden ge
weven. Dankbaar heeft de heer Tillema dit
staaltje van uitgestorven Dajaksche weef
kunst meegenomen naar Bloemendaal!
Het pottenbakken is een godsdienstige
handeling, die slechts gedurende een zeker
deel van het jaar mag plaats hebben, maar
de heer Tillema wist den resident te bewe
gen. het hoofd van een kampong er toe te
brengen, dat- eenige menschen den heer Til
lema deden kennis maken met de
aardige techniek van het potten
bakken. buiten den daarvoor bepaalden
Otijd. Er zijn blijkbaar dus cok ..des accomode-
ments" met den Dajaksclien hemel moge
lijk! En zoo is de heer Tillema nu de geluk
kige bezitter van een Dajaksch „pulletje", dat
hij heeft zien bakken en daarna bedekken
met con laagje damar (hars) om het water
dicht te maken.
In de vlucht der vogels zien de Dajaks goe
de of slechte voorteekenen. Zij beginnen niet
te planten, vóórdat de goden door middel
der vogels een teeken gegeven hebben. Vliegt
de vogel van links naar rechts, dan mag er
geplant worden, maar vliegt hij van rechts
naar links, dan mag het niet.
Malaria en krop komen zeer veel voor
onder de- bevolwklng maar dokter De Rooy
neemt energiek maatregelen en spoedig zal
er in den gezondheidstoestand een groote
verandering ten goede merkbaar zijn.
Van Tandjong Seilor (Boelangan) uit,
maakte de heer Tillema den zwaarsten tocht:
de rivier de Ka jan op en zoo de binnen
landen in met een militair transport, be
staande uit een sergeant, vijf soldaten en 20
koelies: dwangarbeiders, die een ontzettende
moeite hebben gehad met de 12 zware kof
fers van den heer Tillema. Men vergete niet,
dat niet de geheele weg met prauwen kon
worden afgelegd, maar dat de tocht over een
afstand van ongeveer 27 K.M. te voet moest
worden gemaakt, waarbij zich tal van moei
lijkheden voordoen. Toch doet zulk een mi
litair transport denzelfden tocht iedere maand
om voorraden te brengen aan een militairen
post in de binnenlanden.
Draagmand voor een ldnd. Van de mensche-
lijjce figuur er op gaat magische kracht uit
en daarom kunnen alleen personen van den
allerhoogsten adel de mand dragen. Doet
dit iemand van minderen rang, dan sterft
het kind.
Toen de heer Tillema eenmaal „boven"
was, heeft hij met dokter De Rooy nog gedu
rende 6 maanden tournées gemaakt, alle
kampongs daar bezocht, waar tezamen 20.000
menschen wonen, hun godsdienst, zeden en
gewoonten bestudeerd; foto's gemaakt en ge
filmd.
Deze eerst tocht duurde uit en thuis 8
maanden; later is de heer Tillema nog zij
rivieren op geweest, ook om op verzoek van
de missie films te maken.
In het geheel heeft hij in 15 maanden
Bloemendaal niet gezien en hij is thuisge
komen, veel kennis, veel ervaring en veel.
herinneringen rijker.
Wij durven voorspellen, dat hij nóg wel
eens zal uitvliegen naar zijn geliefd Indië, dat
(tenminste Java, waar hij op het gebied der
hygiëne tal van verbeteringen wist te bren
gen), zooveel aan hem te danken heeft en
waaraan hij, wederkeerig, zooveel dankt.
BINNENLAND
(Zie ook elders in dit nummer).
SPIERINGVISSCHERS
AFGEDREVEN.
OP IJSSCHOTS IN IJSELMEER.
De Tel. verneemt uit Blokzijl:
Een aantal spieringvisschers is op een ijs
schots afgedreven. Pogingen tot redding
worden ondernomen.
Assistentie werd verzocht van de Lemster
reddingboot „Hilda". Getracht zal worden de
reddingboot door de geheel toegevroren Lem
ster haven en de ijsstrook in zee naar het
open water te brengen.
VERNIEUWDE CONTINGEN-
TEERINGEN
GELDEND TOT 1 FEBRUARI 1934.
Dezer dagen zullen, naar het Hbld. meldt,
de koninklijke besluiten gepubliceerd wor
den met betrekking tot de vernieuwing van
verschillende contingenteeringen, welke per
31 Januari afloopen. Met ingang van 1 Fe
bruari zullen voor de textielgoederen de vol
gende regelingen gelden:
De invoer van tricot-goederen zal zijn be
perkt tot 75 procent van de gemiddelde waai
de van den invoer gedurende 1929, 1930, en
1931 (vorige coniingenteering 70 pet. met 1929
en 1930 als basisjaren).
De invoer van wollen en halfwollen stoffen
zal zijn beperkt tot 65 pet. van de gemiddelde
waarde van den invoer in 1929, 1930 en 1931
(ongewijzigd).
De invoer van bovenkleeding voor man
nen en jongens zal zijn. beperkt tot 62 1/2
pet. van de gemiddelde waarde in 1929. 1930
en 1931 (ongewijzigd); voor bovenkleeding
voor vrouwen, meisjes en kleine kinderen is
de invoer beperkt tot 70 pet. van de gemid
delde waarde van den invoer in 1929. 1930 en
1931 (vorige coniingenteering 62 1/2 pet. met
1930 en 1931 als basisjaren, behalve voor bo
venkleeding van vrouwen, niet van wol. half-
wol en niet van rubber, voor welke artikelen
100 pet. van de waarde van den gemiddelden
invoer van 1929. 1930 en 1931 gold), voor bo
venkleeding met rubber- 75 pet. van de ge
middelde waarde van den invoer in 1930 en
1931 i vorige contingenteering 25 pet. met 1930
en 1931 als basisjaren.
De termijn van deze contingenteeringen is
van 1 Februari 1933 tot 1 Februari 1934.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
GEEN VERKOUDHEID MEER.
HOE DEZE TE VOORKOMEN.
Indien ge verkouden of grieperig zijt, sprenkel
dan 10 a 15 droppels Karsote een nieuwe
wetenschappelijke uitvinding op
Uw zakdoek en adem de dampen
diep in, die hiervan opstijgen.
Karsote is een radicaal verdel
gingsmiddel voor de bacteriën,
van verkoudheid en griep. Bij
het opsnuiven dringen de ver-
frisschende, bacterie-dooden-
de dampen tot in de kleinste
hoekjes van neus, keel en lucht-
kanalen. Bijna onmiddellijk daar
op is de neus geopend, de keel
ontdaan van slijm, de geïrriteerde
slijmvliezen verzacht. Uw verkoudheid is ge
ëindigd. Karsote doet verkoudheden en grie
perigheid in enkele uren ophouden en voor
komt ernstiger aandoeningen.
is verkrijgb. bij alle apothekers en drogisten a
0.90 per flacon zakformaat
en 1.50 per flacon (2 maal de kleine maat).
EERSTE KAMER,
De Eerste Kamer is gisteren in korte ver
gadering bijeen geweest. Aanvankelijk was
de meening, dat de Senaat nog wat langer,
dan enkele tientallen minuten bijeen zou
blijven er werd een vergadering verwacht
om de wijziging van de Tarwewet af te doen.
Minister Verschuur verbleef echter nog in het
buitenland, teneinde wat op zijn verhaal te
komen.
De Kamer deed af het nieuwe handelsver
drag met Turkije en dat met Zwitserland.
Over het laatste heeft de heer van Citters
(ar.) gesproken. Hij was bevreesd voor het
opnemen in het verdrag van de oude, vol
strekte toepassmg van het meest-begunsti-
gingsrecht. Hij was daarvoor bevreesd, wijl in
latere verdragen (Ouchy bijv.) een gewijzig
de interpretatie van het meest begunstigings-
recht zijn intrede heeft gedaan. De volstrekte
interpretatie in het Zwitsersche verdrag zou
ook wijl het, naar de woorden van den
heer van Citters, een voorbeeld kan zijn voor
latere verdragen in den weg kunnen staan
aan het, in de huidige wereld vol economische
moeilijkheden, verkrijgen van de meeste voor-
deelen.
De minister van Buitenlandsche Zaken
daarop geantwoord, dat hoewel de meestbe-
gunstiging de grondslag moet blijven van on
ze handelspolitieke verdragen, in sommige
perioden het huldigen van een minder stren
ge opvatting wenschelijk i's. Intusschen wilde
de minister den heer Van Citters wel verzeke
ren, dat de regeering zich niet zal binden aan
conventioneele bepalingen welke haar in de
eerstkomende vijf jaren het tractaat geldt
namelijk voor dren termijn in moeilijkhe
den zou kunnen brengen.
Het ontwerp betr. het internationale ver
drag over den gedwongen arbeid (Genève
1930) lokte geen discussie uit.
Bij den aanvang der vergadering werd de
opvolger van Mr. de Veer, n.l. Jhr. mi. A. A.
M. van Asch van Wijk, (a.r.) beëedigd.
De vergadering is tot nadere bijeenroeping
uiteen.
INTIMUS.
DE GOEDERENTARIEVEN DER
SPOORWEGEN.
De directie doet voorstellen tot
verlaging.
ZEVENTIEN PROCENT DER OPBRENGST
PRIJSGEGEVEN.
De directie der Nederlandsche Spoorwegen
heeft bij den minister van Waterstaat een
aantal wijzigingsvoorstellen der goederenta
rieven ingediend, welke naast een belang
rijke verlaging ook ingrijpende wijzigingen
zullen brengen in de grondslagen der vracht
berekening.
De tegenwoordige indeeling in vier catego
rieën (vrachtgoed, ijlgoed, bestelgoed, ge
woon vervoer en bestelgoedsnelvervoer) zal
worden vervangen door een indeeling in drie
categorieën nl vrachtgoed, snelgoed en ex-
pressgoed.
Het snelgoed zal zijn een samensmelting
tusschen ijlgoed en bestelgoed gewoon ver
voer; het expresgoed zal zijn het tegenwoor
dige bestelgoed-snelvervoer.
Vervallen zullen tal van bijkomende kos
ten als bestelloon, stationskosten, loon voor
reinigen en ontsmetten van wagens en be
houdens een aantal uitzonderingen het
overbrehgloon van wagenladingen.
Het afhaalloon te Amsterdam, 's-Graven-
hage, Rotterdam en Voorburg, de provisie
voor voorschotten en remboursementen, de
prijzen der adreskaarten en vrachtbrieven en
het weeggeld worden verlaagd.
Tegelijk met de nieuwe tarieven, waarvan
de invoering zoo mogelijk nog op 1 Mei a.s.
zal geschieden, wordt een kleiner model
vrachtbrief, ongeveer de halve grootte van
den tegenwoordigen, ingevoerd.
De directie schat, dat door deze tariefsver
laging 17 pet. der opbrengst, welke de tegen
woordige tarieven opleveren, wordt prijsge
geven.
IR. R. A. VAN SANDICK OVERLEDEN.
Te 's-Gravenhage is, 77 jaren oud, over
leden ir. R. A. van Sandick. oud algemeen
secretaris van het Kon. Instituut van Inge
nieurs en oud-hoofdredacteur van „De Inge
nieur".
MARKTNIEUWS
GROENTEMARKT xE HAARLEM
Brusselsch lof 1418 cent per KG.
Knakpeen 69 cent per KG.
Veldsla 60—80 cent per KG.
Spruiten f 2.75f 4.25 per zak.
Boerenkool 2360 cent per kist.
Groene kool 2060 cent per kist.
Gele kool 4075 cent.
Andijvie 4070 cent per kist.
Roode kool 510 cent per stuk.
Bloemkool 612 cent per stuk.
Knolselderij 210 cent per stuk.
Pieterselie 615 cent per bos.
Selderij 310 cent per bos.
Prei 5—15 cent per bos.
LANGS DE STRAAT.
Catastrophe.
Een weifelend winterzonnetje wuift over
de stille straat. Behalve een goedmoedige,
dikbuikige agent is er in de geheele straat
niets anders te zien dan een viezige, dikke
sneeuwmodder: de schaduwzijde van de witte
wintertooi van den vorigen dag. De agent
blaast bedaard de druppeltjes van z'n grijze
snor, zet z'n rechtervoet voor zijn linker om
dat deze nu al zoo lang vooraan gestaan
heeft en lijkt tevreden te zijn met z'n wijk,
daar alle burgers zich nog thuis bevinden,
en er dLis niets aan het handje is.
Eidoch; de eerste die dezen dag zijn pad
kruist maakt aan het druppeltjes-blazen en
voetje-verwisselen een einde want
Het is een banketbakkersjongen, één van
dat soort, wiens gezicht hem direct voor de
verdenking dat hij het buskruit heeft uitge
vonden, vrijpleit. Onder zijn linkerarm houdt
hij de bekende bruine doos, zoo'n doos waar
van je direct weet, als-ie ergens bezorgd
wordt, dat daarbinnen iemand jarig is. In
de andere hand houdt hij opschepperig-
nonchalant zijn stuur vast.
Men beweert wel eens dat iedereen zijn lot
in zijn eigen hand heeft; als het ergens toe
passelijk is was het zeer zeker hier het ge
val. Deze hand immers besliste over het wel
en wee van fiets, berijder en taartjesdoos!
Endeze hand deed haar plicht niet.
Inplaats dat zij zorgde voor de goede ver
houding tusschen gewenschte richting en
evenwichtsgevoel, deed zij de laatste factor
te kort (waarbij nog komt dat de straat bo-
terglad was door de sneeuwprut), en het on
heil was daar. Een klein, maar echt ge
meend angstgilletje was de ouverture van
het eerste bedrijf, fietsgekletter de entr'acte
en het neerkomen van den berijder besloot
als catastrophe de tragedie.
De waardige agent was in twee overeen
komstige passen bij het slachtoffer; helaas
echter te laat. De taartjesdoos lag in de ver
drukking onder het toreede zitvlak van den
gevallene aan den eenen kant en de bruin
zwarte sneeuwcrême aan den anderen. Hope
loos, hulpeloos blikte het slachtoffer naar den
hulpvaardigen agent omhoog; hij voelde in
den letterlijken zin des woords nattigheid.
Een vaste greep hielp den laag bij den
grondschen taartjespletter op den been en
maakte aan alle gissingen omtrent 't lot van de
zoetigheden een einde. Een Moorkop en een
schuimpje zaten, teeder aaneengedrukt, op
den linkerbroekspijp, een roomhoorn-a-
beurre-de-neige vloeide over een jas
knoop terwijl een moccataartje genoeglijk in
's mans rechter schoen was gekropen; een
tompoLice met een vruchtentaartje had onder
een der oksels een behaaglijk séparé gevon
den. Onnoodig te vermelden, dat het geheel
op een ondergrond van slagroom met modder
was aangebracht.
Omstanders (waar komen die zoo gauw
vandaan?) boden de behulpzame hand bij
het bergen van de fiets en de taartjes-doos-
deksel-in-splinters.
En terwijl de droeve stoet de aftocht blies,
zei de pindaman: „....lekkerrrr
W. SCH.
MICKY MOUSE ALS HANDELS
MERK.
SMAKELIJKE OVERWEGINGEN VOOR
HET HOF.
Ten name van Van Delft's Fabrieken le
Koog aan de Zaan was, zoo lezen wij in „Han
delsbelangen", het merk Micky Mouse voor
biscuits en koekjes ingeschreven.
Deze firma schijnt dit merk aanvankelijk
niet voor biscuits te hebben gebezigd, wel
voor koekjes.
Deze Micky Mouse blijkt voor biscuit- en
koekjesfabrikanten al evenveel aantrekkings
kracht te bezittten als voor zijn tallooze
jeugdige vereerders, ten minste ook de N.V.
J. ten Hope's Handelmaatschappij te Rotter
dam had de Micky Mouse als merk gekozen
voor biscuits. Sedert 4 Januari 1932 bezigde
zij dit merk en zij meende dat dit haar recht
gaf vernietiging van de inschrijving ten
name van Van Delft's Fabrieken te vorde
ren, althans voor wat betreft biscuits.
De rechtbank wees het verzoek echter ge
heel af. Inschrijving schept een vermoeden
van gebruik van den dag der inschrijving af
en dit vermoeden wijkt alleen voor bewijs
van eerder gebruik. Te niet gaan door niet
gebruik van het recht op een merk kan pas
plaats hebben na drie jaar niet gebruik, zoo
dat daarvan hier geen sprake kon zijn. Bo
vendien, ieder koekje mocht geen biscuitje
zijn, ieder biscuitje was wel een koekje en
daarom waren het wel degelijk waren van
dezelfde soort. Niet betwist was door Ten
Hope, dat de andere partij het merk Micky
Mouse wel gebezigd had voor koekjes. Ook
op dien grond zou het verzoek om nietigver
klaring van de inschrijving ten name van
Van Delft zijn afgestuit.
In appèl vernietigde het hof deze beschik
king en verklaarde Ten Hope zelfs niet-
ontvankelijk, wat inderdaad misschien nog
wel juister is.
Art. 10 der Merkenwet geeft het recht ver
nietiging van een inschrijving te vragen op
grond van overeenstemming met een merk,
dat men reeds voerde. Die overeenstemming
moet dus aanwezig zijn op het moment, dat
het aangevallen merk ingeschreven wordt.
Dat was hier niet het geval en het vas ook
nvet eens gesteld, omdat niet gesteld was, dat
zij eenig recht op een overeenstemmend merk
had, op 17 October 1931 (datum der inschrij
ving). Daarom stond haar de weg van art. 10
der Merkenwet niet open en moest zij niet-
ontvankelijk verklaard worden in haar vor
dering.
Inmiddels greep het hof de gelegenheid
aan om zijn opinie over de verhouding „bis
cuits" „koekjes" tczeggen. Het hof was
het daarover eens met de rechtbank. Degenen
die onder biscuits alleen „droge" koekjes
willen verstaan, hadden volgens het hof
ongelijk. Er zijn verschillende biscuits in den
handel, die, aldus het hof, allerminst „droog"
zijn. En tenslotte hield het hof hun voor,
dat „droge" koekjes tenslotte toch „koekjes"
blijven.
STEUN AAN DE BINNENSCHEEPVAART.
Het comité van actie tegen het wetsont
werp inzake tijdelijke maatregelen ter bevor
dering van een zoo evenredig mogelijke
vrachtverdeeling in de binnenscheepvaart be
legt een congres te 's-Gravenhage op Vrijdag
middag 3 Februari a.s. in „Twee Steden".
Dr. F. E. Posthuma heeft zich bereid ver
klaard het congres te leiden.
Als sprekers zijn uitgenoodigd de heeren
H. P. Gelderman C.M.zn., mr. C. C. Gischler
en ir. A. Plate.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
1111 1 ll111"'"' groote waardec-
ring en volle tevreden beid omtrent „Chlorodont-
tandpasta" te betuigen. Ik gebruik „Chlorodont" al
jaren lang en word om mijn mooie witte tanden, die
ik ten slotte uitsluitend door dagelijksch gebruik van
Uw „Chlorodont-tandpasta" heb verkregen, vaak
benijd." C. Reichelt, Sch. Verlangt alleen de echte
Chlorodont-tandpasta, tube 35 cent en 60 cent!
LETTEREN EN KUNST
HET TOONEEL
„Vadertje Langbeen".
Tooneelvereen. „Vriendschap
zij ons doel".
In de niet gemakkelijk te bespelen groote
zaal van St. Bavo in de Smedestraat voerde
de Haarlemsche Tooneelvereeniging „Vriend
schap zij ons doel" Dinsdagavond de vroolijke
geschiedenis „Vadertje Langbeen" op, het
stuk, bewerkt door Jaap van der Poll naar
Jean Webster's „Daddy Longlegs", waarmede
jaren geleden beroepsgezelschappen succes
behaalden.
Het aardige stuk, dat nu op verschillende
plaatsen alweer wat ouderwets-romantisch
aandoet, had ook nu bij de in grooten getale
opgekomen leden van „V. Z. O. D." een uit
bundig succes. En welverdiend. Want er was
blijkbaar ernstig gewerkt. In aanmerking ge
nomen, dat hier dilettanten aan 't woord wa
ren, kon deze voorstelling, als geheel, zeer
bevredigend genoemd worden.
De lach was niet van de lucht en over
stemde vaak de spelers, van wie enkele toch
al dikwijls moeilijk te verstaan waren; een
gevolg van nog lang niet voldoende de zaal
in spelen. Zoo zal menigeen van Julia Pendle
ton bij haar eerste optreden heel wat gemist
hebben.
Jerusha Abott, „Judy", werd zeer voldoende
vertolkt. Toch zijn uit deze rol nog heel wat
meer schatten aan levendigheid, losheid en
geestigheid op te diepen, dan deze „Judy" er
vermocht uit te halen. Maar zij had zich
toch blijkbaar met toewijding aan de rol van
de vondelinge, die tenslotte zoo boft, gege
ven en de resultaten waren dan ook prijzens
waard.
Jervis Pendleton was een verdienstelijke
„Vadertje Langbeen", toch niet genoeg heer
in optreden enuitspraak.
Ja, die uitspraak heeft ons bepaald gehin
derd, niet alleen van Jervis, maar ook van
verschillende andere speelsters en spelers.
Van het tooneel moet, tenzij het stuk het
anders eischt, beschaafd Nederlandsch klin
ken. Speciaal Haarlemsche klanken mogen
er niet bij zijn. En als je nu op sommige
oogenblikken je oogen sloot en je liet dit
Nederlandsch over je heen gaan, dacht je:
neen, dit is toch niet de taal van een jongen
man die op een buiten woont en er een huis
knecht op na houdt, of: neen, zóó spreekt
toch een jonge dame, die zulk een uitsteken
de opvoeding heeft genoten, niet.
Aan die uitspraak bij V.Z.O.D. zal bepaald
iets gedaan moeten worden.
De opmerking, dat uit de rollen méér kon
gehaald worden, geldt eigenlijk voor alle
leden van den werkenden kring van „V. Z.
O. D." zoo' hebben we op het beroepstooneel
Mr. Wycoff heel wat overtuigender varkens
geluiden hooren uitstooten dan hij gister
avond voortbracht. Overigens werd deze re-
gentenrol met zin voor humor gespeeld.
Zooals gezegd: deze opvoering was bevre
digend en ernstig voorbereid, maar zij kwam
nergens boven het middelmatige uit.
E.
STaDTISCHE BüHNEN
HANNOVER.
EEN TOURNEE DOOR NEDERLAND.
Löffler College Crampton" (Max Gaede
Van 4 tot 17 Februari a.s. zullen de „Staed-
tische Bühnen Hannover", onder leiding van
den intendant-generaal Dr. Georg Altman,
een tournée door Nederland maken. Het bij
zonder doel dezer tournée is. bekende Duit-
sche dichters meer bekendheid te doen ver
werven bij het Nederlandsche publiek en
zoodoende de cultureele relaties tusschen Ne
derland en Duitschland uit te breiden.
Daarnaast werd gemeend, dat van het jaar
1932, waarin de honderdste sterfdag van
Goethe en de zeventigste verjaardag van
Gerhart Hauptman gevierd werden feiten
die ook Hollandsche tooneelgezelschappen
aanleiding hebben gegeven, stukken van deze
dichters op te voeren een zekere roeping
uitging, om een hoofdwerk van deze dichters
in de oorspronkelijke taal te laten opvoeren.
De keuze is gevallen op „Urfaust" van Goe
the, het geniale en buitengewoon indrukwek
kende werk, dat in vele opzichten geheel ver
schilt van de later voltooide en meer beken
de „Faust" en dat door de „Staedtische
Bühnen Hannover" in een zeer bijzondere
insceneering, nl. in den stijl van den tijd van
den jongen Goethe, gegeven wordt voorts
op „College Crampton" van Gerhart Haupt-
mann, het aangrijpende en toch niet van
humor ontbloote kunstenaarsdrama.
Er is voor dit tournée een eere-comité be
noemd, waarin vele bekende Nederlanders
zitting genomen hebben.