I KARSOTE I TERUG UIT BORNEO, Mooie witte tanden HAARLEM'S DAGBLAD DONDERDAG 26 JANUARI 1933 De heer H. F. Tillema over de Dajaks. „De Dajaks, op Borneo, zijn een wreed, bloeddorstig volk, hetgeen wel blijkt uit het feit, dat zij het „koppensnellen" nog beoefe nen". Zóó, of zoo ongeveer, stond het In onze aardrlj kskundebo ek j es. H. F. Tillema. „De Dajaks, op Borneo" zijn vriendelijke, hulpvaardige, zachtzinnige, en toch dappere menschen, die geen vlieg kwaad zullen doen, wat duidelijk blijkt uit hun omgang met kinderen en uit al hun doen en laten". Ziedaar de meening over de Dajaks van den heer H. F. Tillema, te Bloemendaal. En hij kan het weten, want hij is pas van een reis naar en door Borneo teruggekeerd ('t is waarlijk niet zijn eerste reis naar „Neder land tusschen de tropen"!) en hij heeft maanden en maanden onder de Dajaks ge leefd. Enthousiast over alles wat hij gehoord en gezien heeft; enthousiast over het feit dat de goede verwachtingen die hij van de Da jaks had, zijn bewaarheid; als het ware „be laden" met allerlei prachtig bewerkte voor werpen voor gebruik of sier, is de heer Til lema van zijn Borneosche reis teruggeko men. En hij vertelde ons er van. Zijn reis had uitsluitend een humanitair doel: het odium dat op de Dajaks rust, ten gevolge van de elkaar napraténde aardrijks kunde boekjes, weg te nemen en aan te too- nen dat die slechte Dajaks menschen zijn als u en ik; menschen die, als u en ik, wor den voortgedreven door de zorg voor hun eigen belang en ook laboreeren aan dezelfde ijdelheid, die u en ikmisschien niet zoo gemakkelijk zullen erkennen. Hoe de heer Tillema dit doel denkt te be reiken? Door artikelen te schrijven in tijd schriften, door lezingen te houden en films te vertoonen. Want deze Bloemendaalsche ontdekkingsreiziger heeft op zijn tochten met groote inspanning 4000 M. film gemaakt en 700 foto's. Een gemakkelijk werk was dit niet en nu is hij bezig, titels voor de films te schrijven, evenzeer een inspannende arbeid, omdat in die bijschriften veel moet gezegd worden in weinig woorden. Dajaksche vrouw, bezig met Tcraalwerk. Over de Dajaks raakt de heer Tillema niet uitgepraat. Hij vertelde ons, hoe gemakkelijk dit goe dige volk te benaderen is, voor iemand die wat van hun taal kent. Hij heeft hun Heilige Feesten meegemaakt, die altijd binnenshuis worden gegeven, maar die nu voor hem in het daglicht zijn gereconstrueerd, om hem gelegenheid te geven, ze te filmen. Wel 'n honaerd men schen nemen in zoo'n kampong aan zulk een feest deel; de mannen, in vollen krijgsdos, met de prachtige veeren als hoofdtooi, dan sen vol geestdrift van 's nachts 1 uur tot G uur in den morgen, onvermoeid, want zij zijn overtuigd, dat de geesten in hen gevaren zijn en dat geeft hun kracht. Een gezicht, om nooit te vergeten. Op het koppensnellen gaf de heer Tillema ons een voor ons geheel nieuwen kijk. ..U weet", zoo zei hij, „dat het Nederland- sche Gouvernement het koppensnellen ver boden heeft, omdat er internationale ver wikkelingen uit konden ontstaan, in verband met- de nabijheid van Britsch Borneo. En nu ga ik u iets zeggen dat u paradoxaal zal voorkomen: Dat verbod is een wreed verbod. Het koppensnellen toch is het grondbegin sel van den godsdienst der Dajaks. Van een gesnelden kop gaat voor hen magische kracht uit: een gesnelde kop brengt geluk en voorspoed en geeft een goede oogst in den kampong. De koppensneller doet dus in de oogen der Dajaks goed werk. N u zijn zij hun houvast kwijt, te meer omdat wij voor het koppensnellen geen andere geestelijke waar den, hetzij zendings- ol' missiewerk of iets anders, in de plaats gesteld hebben". De techniek van het weven, de kennis waarvan vroeger algemeen onder de Dajak sche vrouwen was verspreid, bleek alleen nog bewaard te zijn gebleven in het geheugen van drie Dajaksche „besjes" en de oude vrouwen rustten niet, vóórdat zij voor den Europeaan, den vriend van den onder de Dajaks zoo populairen arts De Rooy (die den heer Tillema overal terzijde heeft gestaan, waar hij maar kon), een stukje padden ge weven. Dankbaar heeft de heer Tillema dit staaltje van uitgestorven Dajaksche weef kunst meegenomen naar Bloemendaal! Het pottenbakken is een godsdienstige handeling, die slechts gedurende een zeker deel van het jaar mag plaats hebben, maar de heer Tillema wist den resident te bewe gen. het hoofd van een kampong er toe te brengen, dat- eenige menschen den heer Til lema deden kennis maken met de aardige techniek van het potten bakken. buiten den daarvoor bepaalden Otijd. Er zijn blijkbaar dus cok ..des accomode- ments" met den Dajaksclien hemel moge lijk! En zoo is de heer Tillema nu de geluk kige bezitter van een Dajaksch „pulletje", dat hij heeft zien bakken en daarna bedekken met con laagje damar (hars) om het water dicht te maken. In de vlucht der vogels zien de Dajaks goe de of slechte voorteekenen. Zij beginnen niet te planten, vóórdat de goden door middel der vogels een teeken gegeven hebben. Vliegt de vogel van links naar rechts, dan mag er geplant worden, maar vliegt hij van rechts naar links, dan mag het niet. Malaria en krop komen zeer veel voor onder de- bevolwklng maar dokter De Rooy neemt energiek maatregelen en spoedig zal er in den gezondheidstoestand een groote verandering ten goede merkbaar zijn. Van Tandjong Seilor (Boelangan) uit, maakte de heer Tillema den zwaarsten tocht: de rivier de Ka jan op en zoo de binnen landen in met een militair transport, be staande uit een sergeant, vijf soldaten en 20 koelies: dwangarbeiders, die een ontzettende moeite hebben gehad met de 12 zware kof fers van den heer Tillema. Men vergete niet, dat niet de geheele weg met prauwen kon worden afgelegd, maar dat de tocht over een afstand van ongeveer 27 K.M. te voet moest worden gemaakt, waarbij zich tal van moei lijkheden voordoen. Toch doet zulk een mi litair transport denzelfden tocht iedere maand om voorraden te brengen aan een militairen post in de binnenlanden. Draagmand voor een ldnd. Van de mensche- lijjce figuur er op gaat magische kracht uit en daarom kunnen alleen personen van den allerhoogsten adel de mand dragen. Doet dit iemand van minderen rang, dan sterft het kind. Toen de heer Tillema eenmaal „boven" was, heeft hij met dokter De Rooy nog gedu rende 6 maanden tournées gemaakt, alle kampongs daar bezocht, waar tezamen 20.000 menschen wonen, hun godsdienst, zeden en gewoonten bestudeerd; foto's gemaakt en ge filmd. Deze eerst tocht duurde uit en thuis 8 maanden; later is de heer Tillema nog zij rivieren op geweest, ook om op verzoek van de missie films te maken. In het geheel heeft hij in 15 maanden Bloemendaal niet gezien en hij is thuisge komen, veel kennis, veel ervaring en veel. herinneringen rijker. Wij durven voorspellen, dat hij nóg wel eens zal uitvliegen naar zijn geliefd Indië, dat (tenminste Java, waar hij op het gebied der hygiëne tal van verbeteringen wist te bren gen), zooveel aan hem te danken heeft en waaraan hij, wederkeerig, zooveel dankt. BINNENLAND (Zie ook elders in dit nummer). SPIERINGVISSCHERS AFGEDREVEN. OP IJSSCHOTS IN IJSELMEER. De Tel. verneemt uit Blokzijl: Een aantal spieringvisschers is op een ijs schots afgedreven. Pogingen tot redding worden ondernomen. Assistentie werd verzocht van de Lemster reddingboot „Hilda". Getracht zal worden de reddingboot door de geheel toegevroren Lem ster haven en de ijsstrook in zee naar het open water te brengen. VERNIEUWDE CONTINGEN- TEERINGEN GELDEND TOT 1 FEBRUARI 1934. Dezer dagen zullen, naar het Hbld. meldt, de koninklijke besluiten gepubliceerd wor den met betrekking tot de vernieuwing van verschillende contingenteeringen, welke per 31 Januari afloopen. Met ingang van 1 Fe bruari zullen voor de textielgoederen de vol gende regelingen gelden: De invoer van tricot-goederen zal zijn be perkt tot 75 procent van de gemiddelde waai de van den invoer gedurende 1929, 1930, en 1931 (vorige coniingenteering 70 pet. met 1929 en 1930 als basisjaren). De invoer van wollen en halfwollen stoffen zal zijn beperkt tot 65 pet. van de gemiddelde waarde van den invoer in 1929, 1930 en 1931 (ongewijzigd). De invoer van bovenkleeding voor man nen en jongens zal zijn. beperkt tot 62 1/2 pet. van de gemiddelde waarde in 1929. 1930 en 1931 (ongewijzigd); voor bovenkleeding voor vrouwen, meisjes en kleine kinderen is de invoer beperkt tot 70 pet. van de gemid delde waarde van den invoer in 1929. 1930 en 1931 (vorige coniingenteering 62 1/2 pet. met 1930 en 1931 als basisjaren, behalve voor bo venkleeding van vrouwen, niet van wol. half- wol en niet van rubber, voor welke artikelen 100 pet. van de waarde van den gemiddelden invoer van 1929. 1930 en 1931 gold), voor bo venkleeding met rubber- 75 pet. van de ge middelde waarde van den invoer in 1930 en 1931 i vorige contingenteering 25 pet. met 1930 en 1931 als basisjaren. De termijn van deze contingenteeringen is van 1 Februari 1933 tot 1 Februari 1934. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. GEEN VERKOUDHEID MEER. HOE DEZE TE VOORKOMEN. Indien ge verkouden of grieperig zijt, sprenkel dan 10 a 15 droppels Karsote een nieuwe wetenschappelijke uitvinding op Uw zakdoek en adem de dampen diep in, die hiervan opstijgen. Karsote is een radicaal verdel gingsmiddel voor de bacteriën, van verkoudheid en griep. Bij het opsnuiven dringen de ver- frisschende, bacterie-dooden- de dampen tot in de kleinste hoekjes van neus, keel en lucht- kanalen. Bijna onmiddellijk daar op is de neus geopend, de keel ontdaan van slijm, de geïrriteerde slijmvliezen verzacht. Uw verkoudheid is ge ëindigd. Karsote doet verkoudheden en grie perigheid in enkele uren ophouden en voor komt ernstiger aandoeningen. is verkrijgb. bij alle apothekers en drogisten a 0.90 per flacon zakformaat en 1.50 per flacon (2 maal de kleine maat). EERSTE KAMER, De Eerste Kamer is gisteren in korte ver gadering bijeen geweest. Aanvankelijk was de meening, dat de Senaat nog wat langer, dan enkele tientallen minuten bijeen zou blijven er werd een vergadering verwacht om de wijziging van de Tarwewet af te doen. Minister Verschuur verbleef echter nog in het buitenland, teneinde wat op zijn verhaal te komen. De Kamer deed af het nieuwe handelsver drag met Turkije en dat met Zwitserland. Over het laatste heeft de heer van Citters (ar.) gesproken. Hij was bevreesd voor het opnemen in het verdrag van de oude, vol strekte toepassmg van het meest-begunsti- gingsrecht. Hij was daarvoor bevreesd, wijl in latere verdragen (Ouchy bijv.) een gewijzig de interpretatie van het meest begunstigings- recht zijn intrede heeft gedaan. De volstrekte interpretatie in het Zwitsersche verdrag zou ook wijl het, naar de woorden van den heer van Citters, een voorbeeld kan zijn voor latere verdragen in den weg kunnen staan aan het, in de huidige wereld vol economische moeilijkheden, verkrijgen van de meeste voor- deelen. De minister van Buitenlandsche Zaken daarop geantwoord, dat hoewel de meestbe- gunstiging de grondslag moet blijven van on ze handelspolitieke verdragen, in sommige perioden het huldigen van een minder stren ge opvatting wenschelijk i's. Intusschen wilde de minister den heer Van Citters wel verzeke ren, dat de regeering zich niet zal binden aan conventioneele bepalingen welke haar in de eerstkomende vijf jaren het tractaat geldt namelijk voor dren termijn in moeilijkhe den zou kunnen brengen. Het ontwerp betr. het internationale ver drag over den gedwongen arbeid (Genève 1930) lokte geen discussie uit. Bij den aanvang der vergadering werd de opvolger van Mr. de Veer, n.l. Jhr. mi. A. A. M. van Asch van Wijk, (a.r.) beëedigd. De vergadering is tot nadere bijeenroeping uiteen. INTIMUS. DE GOEDERENTARIEVEN DER SPOORWEGEN. De directie doet voorstellen tot verlaging. ZEVENTIEN PROCENT DER OPBRENGST PRIJSGEGEVEN. De directie der Nederlandsche Spoorwegen heeft bij den minister van Waterstaat een aantal wijzigingsvoorstellen der goederenta rieven ingediend, welke naast een belang rijke verlaging ook ingrijpende wijzigingen zullen brengen in de grondslagen der vracht berekening. De tegenwoordige indeeling in vier catego rieën (vrachtgoed, ijlgoed, bestelgoed, ge woon vervoer en bestelgoedsnelvervoer) zal worden vervangen door een indeeling in drie categorieën nl vrachtgoed, snelgoed en ex- pressgoed. Het snelgoed zal zijn een samensmelting tusschen ijlgoed en bestelgoed gewoon ver voer; het expresgoed zal zijn het tegenwoor dige bestelgoed-snelvervoer. Vervallen zullen tal van bijkomende kos ten als bestelloon, stationskosten, loon voor reinigen en ontsmetten van wagens en be houdens een aantal uitzonderingen het overbrehgloon van wagenladingen. Het afhaalloon te Amsterdam, 's-Graven- hage, Rotterdam en Voorburg, de provisie voor voorschotten en remboursementen, de prijzen der adreskaarten en vrachtbrieven en het weeggeld worden verlaagd. Tegelijk met de nieuwe tarieven, waarvan de invoering zoo mogelijk nog op 1 Mei a.s. zal geschieden, wordt een kleiner model vrachtbrief, ongeveer de halve grootte van den tegenwoordigen, ingevoerd. De directie schat, dat door deze tariefsver laging 17 pet. der opbrengst, welke de tegen woordige tarieven opleveren, wordt prijsge geven. IR. R. A. VAN SANDICK OVERLEDEN. Te 's-Gravenhage is, 77 jaren oud, over leden ir. R. A. van Sandick. oud algemeen secretaris van het Kon. Instituut van Inge nieurs en oud-hoofdredacteur van „De Inge nieur". MARKTNIEUWS GROENTEMARKT xE HAARLEM Brusselsch lof 1418 cent per KG. Knakpeen 69 cent per KG. Veldsla 60—80 cent per KG. Spruiten f 2.75f 4.25 per zak. Boerenkool 2360 cent per kist. Groene kool 2060 cent per kist. Gele kool 4075 cent. Andijvie 4070 cent per kist. Roode kool 510 cent per stuk. Bloemkool 612 cent per stuk. Knolselderij 210 cent per stuk. Pieterselie 615 cent per bos. Selderij 310 cent per bos. Prei 5—15 cent per bos. LANGS DE STRAAT. Catastrophe. Een weifelend winterzonnetje wuift over de stille straat. Behalve een goedmoedige, dikbuikige agent is er in de geheele straat niets anders te zien dan een viezige, dikke sneeuwmodder: de schaduwzijde van de witte wintertooi van den vorigen dag. De agent blaast bedaard de druppeltjes van z'n grijze snor, zet z'n rechtervoet voor zijn linker om dat deze nu al zoo lang vooraan gestaan heeft en lijkt tevreden te zijn met z'n wijk, daar alle burgers zich nog thuis bevinden, en er dLis niets aan het handje is. Eidoch; de eerste die dezen dag zijn pad kruist maakt aan het druppeltjes-blazen en voetje-verwisselen een einde want Het is een banketbakkersjongen, één van dat soort, wiens gezicht hem direct voor de verdenking dat hij het buskruit heeft uitge vonden, vrijpleit. Onder zijn linkerarm houdt hij de bekende bruine doos, zoo'n doos waar van je direct weet, als-ie ergens bezorgd wordt, dat daarbinnen iemand jarig is. In de andere hand houdt hij opschepperig- nonchalant zijn stuur vast. Men beweert wel eens dat iedereen zijn lot in zijn eigen hand heeft; als het ergens toe passelijk is was het zeer zeker hier het ge val. Deze hand immers besliste over het wel en wee van fiets, berijder en taartjesdoos! Endeze hand deed haar plicht niet. Inplaats dat zij zorgde voor de goede ver houding tusschen gewenschte richting en evenwichtsgevoel, deed zij de laatste factor te kort (waarbij nog komt dat de straat bo- terglad was door de sneeuwprut), en het on heil was daar. Een klein, maar echt ge meend angstgilletje was de ouverture van het eerste bedrijf, fietsgekletter de entr'acte en het neerkomen van den berijder besloot als catastrophe de tragedie. De waardige agent was in twee overeen komstige passen bij het slachtoffer; helaas echter te laat. De taartjesdoos lag in de ver drukking onder het toreede zitvlak van den gevallene aan den eenen kant en de bruin zwarte sneeuwcrême aan den anderen. Hope loos, hulpeloos blikte het slachtoffer naar den hulpvaardigen agent omhoog; hij voelde in den letterlijken zin des woords nattigheid. Een vaste greep hielp den laag bij den grondschen taartjespletter op den been en maakte aan alle gissingen omtrent 't lot van de zoetigheden een einde. Een Moorkop en een schuimpje zaten, teeder aaneengedrukt, op den linkerbroekspijp, een roomhoorn-a- beurre-de-neige vloeide over een jas knoop terwijl een moccataartje genoeglijk in 's mans rechter schoen was gekropen; een tompoLice met een vruchtentaartje had onder een der oksels een behaaglijk séparé gevon den. Onnoodig te vermelden, dat het geheel op een ondergrond van slagroom met modder was aangebracht. Omstanders (waar komen die zoo gauw vandaan?) boden de behulpzame hand bij het bergen van de fiets en de taartjes-doos- deksel-in-splinters. En terwijl de droeve stoet de aftocht blies, zei de pindaman: „....lekkerrrr W. SCH. MICKY MOUSE ALS HANDELS MERK. SMAKELIJKE OVERWEGINGEN VOOR HET HOF. Ten name van Van Delft's Fabrieken le Koog aan de Zaan was, zoo lezen wij in „Han delsbelangen", het merk Micky Mouse voor biscuits en koekjes ingeschreven. Deze firma schijnt dit merk aanvankelijk niet voor biscuits te hebben gebezigd, wel voor koekjes. Deze Micky Mouse blijkt voor biscuit- en koekjesfabrikanten al evenveel aantrekkings kracht te bezittten als voor zijn tallooze jeugdige vereerders, ten minste ook de N.V. J. ten Hope's Handelmaatschappij te Rotter dam had de Micky Mouse als merk gekozen voor biscuits. Sedert 4 Januari 1932 bezigde zij dit merk en zij meende dat dit haar recht gaf vernietiging van de inschrijving ten name van Van Delft's Fabrieken te vorde ren, althans voor wat betreft biscuits. De rechtbank wees het verzoek echter ge heel af. Inschrijving schept een vermoeden van gebruik van den dag der inschrijving af en dit vermoeden wijkt alleen voor bewijs van eerder gebruik. Te niet gaan door niet gebruik van het recht op een merk kan pas plaats hebben na drie jaar niet gebruik, zoo dat daarvan hier geen sprake kon zijn. Bo vendien, ieder koekje mocht geen biscuitje zijn, ieder biscuitje was wel een koekje en daarom waren het wel degelijk waren van dezelfde soort. Niet betwist was door Ten Hope, dat de andere partij het merk Micky Mouse wel gebezigd had voor koekjes. Ook op dien grond zou het verzoek om nietigver klaring van de inschrijving ten name van Van Delft zijn afgestuit. In appèl vernietigde het hof deze beschik king en verklaarde Ten Hope zelfs niet- ontvankelijk, wat inderdaad misschien nog wel juister is. Art. 10 der Merkenwet geeft het recht ver nietiging van een inschrijving te vragen op grond van overeenstemming met een merk, dat men reeds voerde. Die overeenstemming moet dus aanwezig zijn op het moment, dat het aangevallen merk ingeschreven wordt. Dat was hier niet het geval en het vas ook nvet eens gesteld, omdat niet gesteld was, dat zij eenig recht op een overeenstemmend merk had, op 17 October 1931 (datum der inschrij ving). Daarom stond haar de weg van art. 10 der Merkenwet niet open en moest zij niet- ontvankelijk verklaard worden in haar vor dering. Inmiddels greep het hof de gelegenheid aan om zijn opinie over de verhouding „bis cuits" „koekjes" tczeggen. Het hof was het daarover eens met de rechtbank. Degenen die onder biscuits alleen „droge" koekjes willen verstaan, hadden volgens het hof ongelijk. Er zijn verschillende biscuits in den handel, die, aldus het hof, allerminst „droog" zijn. En tenslotte hield het hof hun voor, dat „droge" koekjes tenslotte toch „koekjes" blijven. STEUN AAN DE BINNENSCHEEPVAART. Het comité van actie tegen het wetsont werp inzake tijdelijke maatregelen ter bevor dering van een zoo evenredig mogelijke vrachtverdeeling in de binnenscheepvaart be legt een congres te 's-Gravenhage op Vrijdag middag 3 Februari a.s. in „Twee Steden". Dr. F. E. Posthuma heeft zich bereid ver klaard het congres te leiden. Als sprekers zijn uitgenoodigd de heeren H. P. Gelderman C.M.zn., mr. C. C. Gischler en ir. A. Plate. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. 1111 1 ll111"'"' groote waardec- ring en volle tevreden beid omtrent „Chlorodont- tandpasta" te betuigen. Ik gebruik „Chlorodont" al jaren lang en word om mijn mooie witte tanden, die ik ten slotte uitsluitend door dagelijksch gebruik van Uw „Chlorodont-tandpasta" heb verkregen, vaak benijd." C. Reichelt, Sch. Verlangt alleen de echte Chlorodont-tandpasta, tube 35 cent en 60 cent! LETTEREN EN KUNST HET TOONEEL „Vadertje Langbeen". Tooneelvereen. „Vriendschap zij ons doel". In de niet gemakkelijk te bespelen groote zaal van St. Bavo in de Smedestraat voerde de Haarlemsche Tooneelvereeniging „Vriend schap zij ons doel" Dinsdagavond de vroolijke geschiedenis „Vadertje Langbeen" op, het stuk, bewerkt door Jaap van der Poll naar Jean Webster's „Daddy Longlegs", waarmede jaren geleden beroepsgezelschappen succes behaalden. Het aardige stuk, dat nu op verschillende plaatsen alweer wat ouderwets-romantisch aandoet, had ook nu bij de in grooten getale opgekomen leden van „V. Z. O. D." een uit bundig succes. En welverdiend. Want er was blijkbaar ernstig gewerkt. In aanmerking ge nomen, dat hier dilettanten aan 't woord wa ren, kon deze voorstelling, als geheel, zeer bevredigend genoemd worden. De lach was niet van de lucht en over stemde vaak de spelers, van wie enkele toch al dikwijls moeilijk te verstaan waren; een gevolg van nog lang niet voldoende de zaal in spelen. Zoo zal menigeen van Julia Pendle ton bij haar eerste optreden heel wat gemist hebben. Jerusha Abott, „Judy", werd zeer voldoende vertolkt. Toch zijn uit deze rol nog heel wat meer schatten aan levendigheid, losheid en geestigheid op te diepen, dan deze „Judy" er vermocht uit te halen. Maar zij had zich toch blijkbaar met toewijding aan de rol van de vondelinge, die tenslotte zoo boft, gege ven en de resultaten waren dan ook prijzens waard. Jervis Pendleton was een verdienstelijke „Vadertje Langbeen", toch niet genoeg heer in optreden enuitspraak. Ja, die uitspraak heeft ons bepaald gehin derd, niet alleen van Jervis, maar ook van verschillende andere speelsters en spelers. Van het tooneel moet, tenzij het stuk het anders eischt, beschaafd Nederlandsch klin ken. Speciaal Haarlemsche klanken mogen er niet bij zijn. En als je nu op sommige oogenblikken je oogen sloot en je liet dit Nederlandsch over je heen gaan, dacht je: neen, dit is toch niet de taal van een jongen man die op een buiten woont en er een huis knecht op na houdt, of: neen, zóó spreekt toch een jonge dame, die zulk een uitsteken de opvoeding heeft genoten, niet. Aan die uitspraak bij V.Z.O.D. zal bepaald iets gedaan moeten worden. De opmerking, dat uit de rollen méér kon gehaald worden, geldt eigenlijk voor alle leden van den werkenden kring van „V. Z. O. D." zoo' hebben we op het beroepstooneel Mr. Wycoff heel wat overtuigender varkens geluiden hooren uitstooten dan hij gister avond voortbracht. Overigens werd deze re- gentenrol met zin voor humor gespeeld. Zooals gezegd: deze opvoering was bevre digend en ernstig voorbereid, maar zij kwam nergens boven het middelmatige uit. E. STaDTISCHE BüHNEN HANNOVER. EEN TOURNEE DOOR NEDERLAND. Löffler College Crampton" (Max Gaede Van 4 tot 17 Februari a.s. zullen de „Staed- tische Bühnen Hannover", onder leiding van den intendant-generaal Dr. Georg Altman, een tournée door Nederland maken. Het bij zonder doel dezer tournée is. bekende Duit- sche dichters meer bekendheid te doen ver werven bij het Nederlandsche publiek en zoodoende de cultureele relaties tusschen Ne derland en Duitschland uit te breiden. Daarnaast werd gemeend, dat van het jaar 1932, waarin de honderdste sterfdag van Goethe en de zeventigste verjaardag van Gerhart Hauptman gevierd werden feiten die ook Hollandsche tooneelgezelschappen aanleiding hebben gegeven, stukken van deze dichters op te voeren een zekere roeping uitging, om een hoofdwerk van deze dichters in de oorspronkelijke taal te laten opvoeren. De keuze is gevallen op „Urfaust" van Goe the, het geniale en buitengewoon indrukwek kende werk, dat in vele opzichten geheel ver schilt van de later voltooide en meer beken de „Faust" en dat door de „Staedtische Bühnen Hannover" in een zeer bijzondere insceneering, nl. in den stijl van den tijd van den jongen Goethe, gegeven wordt voorts op „College Crampton" van Gerhart Haupt- mann, het aangrijpende en toch niet van humor ontbloote kunstenaarsdrama. Er is voor dit tournée een eere-comité be noemd, waarin vele bekende Nederlanders zitting genomen hebben.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 10