VOOR DE VROUW
ABR. MEIJER
De Vrouw in de XXe eeuw.
SNEEUW EN IJS.
HAARLEM'S DACBLAD
DONDERDAG 26 JANUARI 1933
DE MODE VAN MORGEN.
Wat het aanstaande voorjaar brengen zal?
Nu reeds is met zekerheid te zeggen, dat het
kleine en heel kleine hoedje zich niet zal la
ten verdringenal zal het ook weer eenigs
zins anders worden gedragen, dan we dit de
laatste maanden gewend zijn. Zoomin hoedje
als mutsje mag nog achter op het hoofd
worden gedragen. Het nieuwe hoedje zal zeer
klein zijn en schuin op het rechter oog staan.
Dat ls wel de voornaamste wijziging in de
hocdenmode van dezen nawir.ter en mis
schien ook wel voor de eerste voorjaarshoe
den. Reeds nu zien we hier en daar stroo
dragen, dan wel stroo, gecombineerd met flu
weel, velours of stof. Daarnaast echter wor
den ook nog veel hoedjes en mutsjes gedra
gen, vervaardigd uit dezelfde stof als man
tel of costuum, in welke gevallen dan ook
het sjaaltje en.... de tasch bijpassend zijn.
Veel modelletjes herinneren ons aan de mi
litaire muts, weer andere doen door den mi
niatuurvorm denken aan de kleine dings-
kens, die pierrots dragen. Maar een strikje
hier of daar een kleurige pompoen, een veer
tje of een voilette, geven het hoedje weer het.
vrouwelijke karakter, ontnemen het hef wat
al te sobere. En nu we het toch over de mode
hebben, moet nog even vermeld, dat Parijs
blijkbaar bezig is. de crisis te overwinnen.
Tegen alle verwachtingen in was"het winter
seizoen een groot succes. De zoo charmante
korte bontmanteltjes of eigenlijk meer vest
jes. werden door de dameswereld in en bui
ten Frankrijk met vreugde aanvaard. Dit
geldt ook al voor de capes en pelerines. die
naar alle waarschijnlijkheid ook het komen
de voorjaar den boventoon zullen voeren.
Reeds nu worden ze zeer veel gezien. Die met
bont gegarneerde pelerléntjes worden reeds
als een completeering van het toiletje be
schouwd en daarom ook onder den mantel
gedi'agen. Als we van bont spreken, moet ook
een woordje over de mof worden gezegd, het
mofje, dat zich elk seizoen weer kenbaar
maakt en waarvan toch nooit ernstig notitie
wordt genomen. Misschien om het iedereen
naar den zin te maken brachten de bont
werkers nog onlangs moffen in alle afmetin
gen en bontsoorten.
De mantels zijn de laatste weken weer
wat rechter en strenger van lijn geworden,
met, breed schouder-silhouet. Wat de kleuren
betreft, schijnt men het eenkleurig costuum
moede te wox-den. De vrouw van hoedje tot
schoentje in rood. blauw, of violet, is een
mode, die zich heeft overleefd.
Het zal niet lang meer duren, of scho.en-
tjes, japonnetje en handtaschje zullen elk
een eigen cn ander coloriet vertoonen,
natuurlijk niet, zonder op elkaar te zijn af
gestemd. Van deze komende kleurensympho-
nie vormen de tegenwoordige toiletjes reeds
de voorhoede. Wc zien niet slechts de ge-
gebruikelijke- en altijd dankbare samenstel
ling wit-zwart en hot vriendelijk maken van
deze laatste kleur, door het aanbrengen van
lichtere tinten-Wer en daar. maar ook duiken
al kleurencombinaties op. zóó fel contrast.ee-
rend, dat we ze voor enkele maanden nog
voor volstrekt onmogelijk zouden hebben ge
houden. Een japonnetje bijv., waarvan de
mouwen verschillend van tint en zelfs van
motief zijn. Een crêpe de Chine toiletje o.a.
met een mouw van zwart fluweel.
Vrijwel alle nieuwe toiletjes hebben een
ïeeren-, fluweelen- of stoffenceintuur, die
naar eigen smaak meer of minder kan wor
den opgeschoven. Gewoonlijk zijn ze tamelijk
breed, van voren geknoopt, dan wel met een
gesp aan den rugkant.
INGEZONDEN IMF.DFDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
WEEKNIEUWS
CR. HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
Door hare groote verscheidenheid
past onze sorteering zich aan bij élke
weersgesteldheid. Voor het huidige win-
teriveer hebben icij trainingspakken,
gcmoUonnecrd, vlotte ijspuUovers niet
hoogc kraag, witte wollen truien,
wanne kleurige sjaals en wanne wollen
handschoenen.
Alles Abr. Meijer kwaliteit
„,Ik wou, dat ik
een jongen was".
Als kind, als meis
je hebben we dat
zeker meer dan
eens verzucht. Jon
gens mogen altijd
meer dan meisjes;
moeder is voor hen
niet zoo bang, ze
hebben kleeren aan
die niet zoo gauw
scheuren en er
wordt bij hen niet
zoo erg op gelet of
er eens ergens een
vlek zit.
En later, als je in
de jaren komt, dat je zoo graag op avontuur
uit wilt. Dan lees je van jongens die als koks
maatje naar verre landen gingen, die ïn
Amerika krantenjongens werden en daar
eindigden als millionnair. Zooiets was
niet voor meisjes weggelegd.
We hebben allemaal verzucht: „was ik maar
een jongenen we zijn hoe langer hoe
meer op jongens gaan lijken. Er komen steeds
meer avontuurlijke vrouwen, op sportgebied
willen we niet meer voor de mannen onder
doen, onze kleeding is eenvoudiger gewor
den, hoewel we op dit gebied al weer over
het hoogtepunt heen zijn.
In ieder geval: we stellen er geen prijs op,
om wat je zoo noemt: een echte vrouw te zijn.
We beschouwen ons als gelijken van den man.
in de maatschappij willen we niet in de tweede
plaats komen. Jc hoeft dat niet meer te zeg
gen. het is zoo gewoon en van zelf sprekend
geworden. Maar toch voelen -we ons nog al
tijd min of meer strijdlustig. Beschouwt de
man ons werkelijk als zijn gelijke of is het
maar schijn? Kom je niet altijd toch nog een
beetje achteraan? En wat zijn er niet veel
mannen die je bij het sollïciteeren naar een
baantje niet in de eerste plaats als werk
kracht maar als vrouw beschouwen? In den
strijd om het bestaan heeft menige vrouw
dikwijls gewenscht: „was ik maar een man".
We zijn ontevreden met ons lot; we zien
de voordeelen van het andere geslacht en
vergeten dat ook wij onze voordeelen hebben,
dat er werk is waarbij al onze vrouwelijke
eigenschappen worden gevraagd, werk dat
nooit op zoo'n speciale manier door mannen
kan worden verricht.
Soms ontmoet je tusschen allerlei studee-
rende, filosofeerende meisjes en vrouwen,
tusschen werkende huismoeders en moeders
die hevig aan politiek en partijwerk doen
opeens een echte vrouw.
Schrikt u niet. ik bedoel geen slovende
huismoeder, geen vrouw die doof en blind is
voor wat er gebeurt buiten haar eigen krin
getje, die alleen oog en oor heeft voor eigen
man en eigen kinderen. Nee, juist een vrouw
die oog en oor heeft voor alles wat er om
haar heen gebeurt, die voor een grooten
kring van menschen altijd, tijd vindt om te
bemoedigen, raad te geven, hulp te verlee-
nen. Als je zoo'n vrouw ontmoet dan voel je
weer wat wij vrouwen toch voor hebben op
de mannen: onze intuïtie en onze moeder
lijke eigenschapen, dan voel je weer wat een
vrouw kan zijn die niet de ambitie heeft voor
alles op een man te lijken.
Nu is het waar dat de eene vrouw
veel -meer gelegenheid krijgt dan de andere
om die echt vrouwelijke eigenschappen te
toonen. Een vrouw van een dokter of van
een dominee is wat dat betreft veel meer be
voorrecht. dan het kantoormeisje, dan de
huismoeder, die om de een of andere reden
maar een beperkt vrienden-kringetje heeft.
Maar er zijn toch altijd wel collega's die be
hoefte hebben aan een vriendelijk woordje,
als ze moeilijkheden hebben.
En iemand die iets wil zijn voor zijn mede-
menschen, die breidt van zelf zijn vrienden
kring uit.
Vrouwelijke intuïtie, begrip en liefde.
De wereld kan er moeilijk buiten. Laten we
"voor alles toch ook vrouwen blijven!
BEP OTTEN.
WEKELIJKSCH KNIPPATROON.
3.5S?6 aóldA
We brengen nu weer eens een wax-m huis
japonnetje en een uitstekend bijpassenden
mantel, die beide ook in de groote maten te
krijgen zijn.
Het jurkje rechts (J 4876) is uit gebloemde
of gestreepte wolstof. De gestepte naden
gaan aan het rokje in plooien over, wat het
geheel buitengewoon vlot maakt De gar
neering bestaat uit knoopjes. Bij een stof-
breedte van 130 c.M, hebben we ongeveer
3 Meter stof noodig. Het knippatroon wordt
geleverd in de maten 44 en 48 en de prijs
is 0.70.
De mantel links fJ 6104) is eveneens door
stepnaden gegarneerd. Ee.n zwarte vos- of
sealkraag vervolmaakt dit modelletje. Stof-
verbruik 3 70 Meter bij een stof breedte van
130 c.M. Dit knippatroon wordt geleverd in
de maten 48 en 52. De prijs is eveneens
0.70.
De patronen kunnen worden aangevraagd
bij de ,.Afd. Knippatronen" van de Uit
geversmaatschappij ..De Mijlpaal", postbox
175, Amsterdam. Het bedrag f 0.70 per
patroon) kan worden voldaan per postwissel,
in postzegels of door storting op post
rekening 41632.
De lezeressen worden vriendelijk verzocht,
bij bestelling het nummer van her, patroon
en de verlangde maat duidelijk op te geven.
Men voorkomt, daarmede onnoodige vertra
ging in de toezending.
KEUKENGEHEIMEN.
Portugeesche schotel (4 personen): 4 goud-
reinetten. 8 gekookte aardappelen. 2 uien, 1
klein blikje tomatenpuree. 80 gr. boter. 2 1/2
d.L. bouillon (b.v. van 1 bouillonblokje), zout,
peper.
Snipper de uien fijn en laat ze in de boter
zachtjes gaarsmoren, voeg er dan de ge
schilde en in stukjes gesneden appelen en
de in blokjes gesneden aardappelen bij en
laat alles even doorbakken. Roer de tomaten
puree er door, voeg zout en peper naar smaak
toe en maak het mengsel voldoende vochtig
met de bouillon. Laat alles nog een minuut
of vijf met elkaar stoven, breng het gerecht
dan over op een verwarmde schotel en schik
een rand van aardappelpuree, droog gekookte
rijst of macaroni er omheen. Deze Portugee
sche schotel is een zeer geschkt vegetarisch
gerecht, mits de bouillon wordt gemaakt van
b.v. Marmite of Povietjes.
Gebakken lever (4 personen): 1.1/2 pond
kalfs-, runder- of varkenslever, desverkie-
zende 8 plakjes rookspek (ongeveer 250 gr.),
zout, peper, bloem, 80 gr. boter. Snijd de
lever in 8 niet te dikke plakken (of bestel de
lever in plakken gesneden bij den slager),
wasch ze en wrijf ze in met peper en zout.
Wentel de lapjes aan alle kanten door de
bloem en bak ze in de boter in de koekepan
bruin en gaar (20 minuten). Leg ze op een
verwarmde schotel, maak de jus met wat
water af en giet ze over het vleesch, dat
warm gehouden wordt, terwijl het spek wordt
gebakken. Wasch het spek met lauw water
en laat de plakjes in de koekepan vlug goud
bruin bakken, anders bakt er teveel vet uit.
Leg op ieder plakje lever een plakje spek en
presenteer bij dit gerecht gebakken aardap
pelen en appelmoes of gebakken uien. In
plaats van de plakjes gebakken spek kan
evenals bij rolpens, op ieder plakje lever een
schijf gebakken appel gelegd worden.
Appclschuimkop (4 personen)1 pond zure
appelen, 3 eiwitten, 250 gr. suiker.
Schil de appelen, snijd ze in vieren en ver
wijder de klokhuizen; bewaar de geschilde
appelen onder water om ze mooi blank te
houden. Zet de appelen op met zooveel ko
kend water, dat de bodem der pan een paar
c.M. bedekt is; kook ze vlug gaar. roer 1 ons
suiker er door en zeef de massa door een
paardeharen zeef. Breng het appelmoes over
in een vuurvaste schotel. Sla de eiwitten heel
stijf, klop de suiker (op een eetlepel na) vlug
er door en strijk het eiwitschuim eenigszins
onregelmatig over de appelmoes, zoodat er
een min of meer grillige berg wordt gevormd.
Strooi de rest- van de suiker over de schotel
en zet deze dan lal 1/2 uur in een zeer
zachte oven, tot het schuim droog en bros is
geworden, maar licht van kleur is gebleven.
C. F.
De binnenstad kenmerkt zich door een
vieze papmassa, maar in de buitenwijken
heeft de sneeuw zich aardig weten te hand
haven, en om de hoeken van de straten blijkt
maar al te duidelijk, dat de koude Noord-
Oostenwind een temperatuur van ettelijke
graden onder nul heeft En de weervoorspel
ling heeft het zeer beslist over toenemende
vorst, zoodat het er uit ziet, alsof in de eer
ste dagen nog geen verandering is te ver
wachten. Zoo is dan toch de aangekondigde
winter gekomen en vooral door de jeugd
wordt genoten van de heerlijkheden van het
ijs.
Opvallend is het, dat er in de laatste win
ters, waarin kwestie van schaatsenrijden is
geweest, het schoonrïjden zooveel meer in
trek is gekomen. Vermoedelijk zal de langdu
rige winter van 1929 daar wel het zijne toe
bijgedragen hebben, maar dat zal toch niet
de eenige reden zijn, dat er door zoovelen met
groote behendigheid en elegance over het ijs
wordt gezwierd. Wij leven nu eenmaal in een
tijd. dat de sportbeoefening meer naar de fi
nesses leidt dan vroeger, dat het door de uit
blinkers niet voldoende wordt geacht om al
leen maar een bepaalde sport goed te doen,
maar dat zij er ook iets anders in willen pres-
teeren dan een ander.
Voor het schaatsenrijden heeft dit tenge
volge, dat er staaltjes van rijden worden
vertoond, die buitengewoon zijn en dat dit op
anderen weer zoo animeerend werkt, dat ook
zij een poging wagen om eens wat anders te
kunnen dan het gewone rechtuitrijden.
Zoolang dit alles niet leidt tot. overdrijving
en opzettelijke vertooningen voor een belang
stellend publiek aan den kant. is het buiten
gewoon aantrekkelijk, en wie de moeite wil
nemen, er eens op te letten, kan staaltjes
van meesterschap op de schaatsen zien, die
dikwijls zeer merkwaardig zijn.
Het is ook een leuk gezicht, om jonge kin
deren met groote ambitie bezig te zien zich
de kunst van schoonrijden eigen te maken:
zij zien niets, zij hooren niets, hun aandacht
is alleen gericht op den specialen slag die zij
De Vrouw van Beginselen.
„Het. is zulk heerlijk -weer, ga je mee wan
delen?" De aangesprokene schudde afwerend
het hoofd. Ze wilde niet zien de verlangende
uitdrukking in de kinderoogen, die haar
smeekten, om ja te zeggen, nu de zon lokte,
cn een geheim brandde op de lippen van de
bakvisch, die behoefte had haar vertrouwen
tc schenkennu, en niet morgen of over
morgen, als het tante zou passen. Tante had
zich voorgenomen vandaag haar bezoek t.e
brengen aan de oude dienstbode, en als zij
het uitstelde, zou er morgen misschien wat
anders zijn. en het zou er niet van komen;
dat mocht zij niet wagen. Zij was er niet zoo
een. die maar van den inval van net oogen-
blik leefde, haar dagprogram zat flink in
elkaar, en er mocht niet van afgeweken, dan
zóu de economie van haar week in de war
zijn!
De keline zag het in de plotseling stijf op
elkaar geknepen lippen, die alle zwakheid
van toegeven uitsloten. Heel diep in haar
zong misschien ook wel een stem, die riep
om lucht en leven, maar de plicht schreef
voor. dat. het ziekenbezoek vandaag zou wor
den afgelegd, en dan zou het verkeerd zijn
te luisteren naar dc stem van jeugd en blij
heid, die naar buiten wilde, vandaag, nu
dc zon scheen en de hemel blauw lachte.
Lily zuchtte onhoorbaar, maar zij slooh
weg, zij zou dan wel wandelen met een vrien
dinnetje, dat haar beter begreep. De stem
ming van vertrouwelijkheid was voorbij
Later, toen de verwijten kwamen, mokte het
kind in stilte; waarom had men haar ook
aan zichzelf overlaten, toen zij steun zocht
en raad? De jeugd kon niet wachten. „Les
violettes on cueille au printemps
Maar de vrouw van beginselen wist niet,
dat zij zelf iets had vernield, toen zij onge
voelig bleef voor den aandrang van een paar
oogen, die hun geheim van jonge liefde ver
telden, toen zij den conventioneelen plicht
verkoos boven den plicht, die het leven zelf
haar oplegde, en als een doove of blinde
recht voor zich uitwandelde, zonder te hoo
ren of te zien,'wat op de zijpaadjes gebeurde
cn haar dieper raakte dan de patient, die
haar bloemen den volgenden dag ook zou
hebben bewonderd.
Dc vrouw van beginselen, ze kan zoo vree-
selijk tegen zichzelf zijn. zoo haar roeping
miskennen, als zij zich doeleinden schept, die
heel nuttig schijnen,'maai' haar dwingen een
taak te verrichten, die anderen veel beter
kunnen volbrengen, terwijl zij haar naaste
liefhebberijen verwaarsloost, omdat deze niet
passen in het kader, dat zij voor zichzelf
heeft afgebakend. En als zij zich nog maar
bepaalde tot het bederven van eigen plezier,
het zich ontzeggen van genoegens, waarop
zij meent geen recht te hebben, omdat de
lijn van plicht anders loopt!
Maar wee. als er is het jonge meisje, dat
van haar belangstelling of sympathie ver
wacht voor een vroolijk plannetje, waarin
heelemaal geen kwaad steekt, en waartegen
geen ander bezwaar bestaat, dan dat het
moet volbracht in den tiid, dien de „vrouw
van plicht" had bestemd voor nuttige han
delingen. brave daden, degelijke werkzaam
heden. die wel is waar best uitstel gedoogen,
maar welke zij nu eenmaal niet wil offeren
aan een pretje.
En even jammer is het, als haar mede
werking wordt gevraagd voor een bijzonder
mooi plan, maar een, dat niet strookt, met
haar beginselen, of omdat daaraan menschen
medewerken, die in haai- oogen niet deugen,
omdat zij te coquet of te ij del, te oppervlak
kig of te wuft zijn! Het kan ook zijn, dat zij
den opzet niet vertrouwt, omdat men de zaak
niet grondig genoeg zal aanpakken, of haar
te vlug wil op touw zetten. Al zou zij met
haar kennis, haar organisatievermogen, haar
relaties, of haar financiën een voortreffe
lijke hulpkracht zijn, zij weigert haar steun,
omdat zij stijf volhoudt, dat men niet kan
slagen, dat zij haar naam niet kan geven
aan een dergelijke onderneming, dat zij met
zulke menschen niet in een comité wil zitten,
dat het alles dilettantisme wordt en dat an
deren het maar moeten opknappen.
Uit, overtuiging zal zij, waar zij kan. eerder
tegenwerken dan 'n gegeven, 'n brou beschik
baar te stellen voor de anderen, die deze-i
hulpmiddelen noodig hebben en hadden ge
rekend op haar tegemoetkoming. Zij wil dat
het zal mislukken, omdat zij niet kan ver
dragen. dat iets dat niet oer-solide is. succes
zal hebben. Zij maakt van haar beginselen
een dogma, inplaats van ze in dienst te stel-
len van het werk, dat zoo degelijk mogelijk
kan worden, als zij toeziet, en, door wenken
en aanwijzingen een te zwakken opzet ver
betert, redt, wat er te redden valt.
Beginselen zijn uitstekend, en over het al
gemeen zijn de vrouwen, die in het open
baar werken meer beginselvast, minder op
portunistisch dan mannen. Maar de beginsel
trouwheid. waardoor de kolonie verloren gaat,
staat gelijk met het loopen met het hoofd
tegen den muur. Niemand heeft er nut van
en men berokkent eerder zich zelf en
anderen schade, dan dat men iemand eer
bied afdwingt voor een koppigheid, die ge
brek aan gezond inzicht schijnt.
Er zijn gevallen, waarbij het waardiger is,
voor zijn ideaal te sterven, dan zonder dat
ideaal te leven, waarbij een man of vrouw
met karakter, liever alles verliest, zélfs zijn
leven dan mee te doen aan een laagheid of
misdaad, maar zulke gevallen komen niet
eiken dag voor, men kan ook eigen over
tuiging overschatten en meer bereiken door
ten deele toe te geven dan door alles op het
spel te zetten en zich terug te trekken, omdat
niet alles geschiedt zooals men het zich had
voorgesteld.
In het vereenïgingsleven hebben tal van
vrouwen reeds geleerd, dat slechts compromis
den strijd kunnen vermijden, welke alles om
verwerpt en alle opbouwend werk op den duur
onmogelijk maakt. Er blijven echter altijd
vrouwen, die hardleersch zijn en 'door hfeb
„alles, of niets" de zaak waarvoor zij strijden
in gevaar brengen. Zij blijven een beletsel
voor alle samenwerking, en maken zichzelf
en anderen den arbeid onmogelijk. De vrouw
van beginsel is onmisbaar. Er moeten richt
snoeren zijn, we mogen ons niet laten drijven
door onze grillen en invallen, door de om
standigheden alleen: maar omgekeerd wachte
de vrouw van beginselen zich voor over
drijving. Zij houde in het oog, dat niets ab
soluut is. en twijfele daarom ook aan de
volmaaktheid van eigen inzicht, in het be
lang van het geheel, dat haar goeden wil
noodig heeft, maar ook den steun van velen
die anders denken dan zij.
EMMY i B.
aan het oefenen zijn. Bovendien hebben zij
het geluk, dat een valpartijfje hen niets kan
schelen, terwijl volwassenen, vooral wanneer
hun eerste jeugd voorbij is, daarvoor meestal
veel te benauwd zijn. Of dat door het dwaze
figuur komt, dat zij meenen te slaan, of dat
het angst is voor den val zelf, zal wel ver
schillend zijn voor verschillende menschen.
Behalve de ijspret is er intusschen nog heel
wat anders te beleven ook in deze koude da
gen,en menigeen die het nog goed heeft, zal
ook weieens een gedachte willen wijden aan
zijn medemenschen, die er minder gelukkig
aan toe zijn, en wanneer hij dan die gedach
te in een daad omzet, kan een medemensch.
er een gelukkig moment door hebben, terwijl
niemand er zijn neus in behoeft te steken op
welke wijze dit wordt gedaan. Vindt men het
beste om wat geld ter beschikking te stel
len, dan zal dat zeer welkom zijn, is men de
meening toegedaan dat kleeren of andere
gaven meer gewenscht zijn, dan zullen die
door de meesten ook met graagte worden aan
vaard. Het gaat echter niet aan, om zich aan
de moeilijkheden onzer medemenschen te
onttrekken, en het is ook nauwelijks denk
baar, dat iemand die nog wat te missen heeft
dat zou willen doen.
Bedenk wat het is om niet alleen niet té
kunnen werken, maar ook last van de kou
te hebben en zoo draait men in een krin
getje rond door de gedwongen werkloos
heid de kou dubbel te voelen en geen kans
te hebben om zich warm te werken. Dat is
niet iets om licht over te denken, en wie zich
daarin wil verplaatsen, zal zeker zijn steen
tje willen bijdragen om hierin wat verlich
ting te brengen. E. E. J.P.
EEN EICENCEBREIDE KANTEN
JUMPER.
Het voordeel van
eigengebreide jum
pers boven klaarge-
kochte is nog altijd,
tweeërlei: ten eerste
heeft men „iets
anders dan anders"
als men het zelf
maakt, en ten twee
de kost een eigenge
breide alleen maai:
de prijs van de be-
noodigde wol. Voor
kantbreien geldt dit
nog sterker, omdat
kantbreien nu een
maal nogal een
werk is zoodat ik
dan ook aan begin
nende breisters
zijn die er overigens tegenwoordig nog wel?,
neit zou aanraden meteen met onderstaand
patroon van wal te steken.
De jumper wordt gebreid van heele dunné
koordwol op pennen 3 1/2, de boord en man
chetten breit men, om ze goed aansluitend
te krijgen, op pennen nummer 2 of 2 1/2. De
jumper op de teekening is afgewerkt met
een lange smalle, twee maal omgeslagen
shawl, die dichtgenaaid en desnoods in het
midden van achteren even gehecht wordt.
Men kan de trui natuurlijk ook zonder
maken, daar de halsopening in ieder geval
op de gewone wijze met een bies één recht,
één averecht afgewerkt moet worden, zoodat
men hem zelfs naar keuze al of niet kan
dragen.
Voor een gewone maat zet men voor cïè
boord 124 steken op, en breit, als men die
een beetje hoog wil hebben, 15 cJVf. twee
recht, twee averecht. Vervolgens gaat men
over tot het kantpatroon, waarvan het recept
hieronder volgt:
Eerste pen: 1ste steek afhalen. Vervolgensr
1 omslaan, 1- afhalen, 1 recht, de afgehaalde
over de gebreide halen, 2 recht. Dit herhalen
tot aan het eind, sluiten met 1 omslaan, 2
samenbreien, 1 recht.
Tweede pen: averecht overbreien.
Derde pen1ste steek afhalen, 2 recht. Ver
volgens: l recht, 1 omslaan, l afhalen, 2
recht samen breien, de afgehaalde over de.
gebreide halen, 1 omslaan. Dit herhalen tot
aan het eind, sluiten met 3 rechte.
Vierde pen: averecht overbreien.
Vijfde pen: eerste steek afhalen, twee
rechts. Vervolgens: 2 recht, 1 omslaan, 1 af
halen, 1 recht, de afgehaalde over de ge
breide halen. Dit herhalen tot aan het eind,
sluiten met 3 rechte.
Zesde pen: averecht overbreien.
Zevende pen: eerste steek afhalen, 2 recht,
1 omslaan. Vervolgens: 1 afhalen, 2 samen
breien, de afgehaalde over de gebreide halen,
1 omslaan, 1 recht, 1 omslaan. Dit herhalen
tot aan het eind, sluiten met 2 samen breien,
2 recht.
Achtste pen: averecht overbreien.
Het verdient aanbeveling om, als men ten
minste niet dadelijk durft te beginnen, eerst
een proeflapje te maken, waarvoor men, om
het patroon uit te laten komen, een zeker
aantal malen vier steken op moet zetten. Wil
men het a.antal steken van de trui vergroo-
ten of verkleinen, dan geldt daarvoor de
zelfde regel.
De jumper wordt
verder volgens het
gewone patroon ge
breid: zes steken aan
weerszijden af kanten
voor het armsgat, op
dezelfde hoogte be
ginnen met de hals
opening. Achterkant
idem dito, alleen
natuurlijk geen hals
opening, de boven
kant wordt recht.
Het aantal steken,
dat men voor de
mouw moet opzetten,
berekent men het
beste aan de hand
van het reeds ge
breide voor- of ach
terpand, men breidt er op de gewone wijze
een niet te groote kop in. Men kan de man
chet heel lang. tot aan de elleboog, of kort ma
ken, naar keuze.
Wil men op de boven omschreven
wijze een shawl maken, die op de trui het
effect van een gedrapeerde halsopening
maakt, dan maakt men die 10 c.M. breed, en
ongeveer 130 lang, naait de twee smalle uit
einden aan elkaar, slaat hem twee maal om
en drapeert hem een beetje. Het effect is in
allen gevalle weer eens anders dan dat van
de gewone, puntige halsopeningen.
WILLY VAN DER TAK.,