I"
111
I
R.A.I. Stand 59
LIMS P. VAN
PT
JAN R. DU RIEU
TENTOONSTELLING
FRANS P. VAN RUMPT
Tl
De Auto,
AUTOGARAGE
LEVERT
BESCHIKT
VERHUURT
,ESSO"
van Automobielen en Motorrijwielen 1933
NORTON, D.K.W., CALTHORPE
NEW IMPERIAL
Motoren en D.K.W. Automobielen
Spaarnwouderstraat 103-105, Houtmarkt 23
HAARLEM TELEFOON 13127
MOTORRIJWIELEN
De BESTE TWEETACTMOTOR, die U kunt koopen. Bij zeer LAGE
ONDERHOUDSKOSTEN GROOTE BEDRIJFSZEKERHEID.
Deze motoren zijn, behalve hun geschiktheid voor
TOERISME, de aangewezen BEDRIJFSMOTOREN.
K.M. 175 ccm. met licht en hoorn
SPORT 200 ccm. met duo en accu-installatie
T.M. 250
T.B. 250 -
SPORT en
295.—
399.—
495.—
- 565.—
SPORT 350 ccm. Compleet als boven 645:
SUPERSPORT 500, waterkoeling. Compleet als boven „710.
600, 775
WIJ GEVEN U ZEER GAARNE INLICHTINGEN OF DEMONSTRATIE
VRAAGT ONZE BETALINGSVOORWAARDEN.
Spaarnwouderstraat 103—105
Houtmarkt 23
Telefoon 13127
Hoofdagent:
Voor het district Haarlem
Haarlem, Olieslagerslaan 36-44
Telefoon 10570, bij geen gehoor 13441
BIEDT
ieder merk Automobiel met uiterst coulante
Service.
over een tienjarige ervaring en herstelt ieder
merk Automobiel in haar werkplaats, die
van moderne gereedschappen Is voorzien.
luxe Automobielen zonder en met chauffeur,
ook des nachts, zonder verhooging van
K.M, prijs.
In haar centraal verwarmde Garages ruime
gelegenheid tot stalling.
.STANDARD" Benzine
„Beverol" uit verzegelde blikken.
N.B.Aan serieuze reflectanten wordt -
uitsluitend op schriftelijke aanvraag -
een of meer Toegangsbewijzen voor
de R. A. I. toegezonden.
Wij vestigen Uw aandacht op de buitengewoon interes
sante stands van de door ons vertegenwoordigde merken
Op deze stands zullen wij steeds aanwezig zijn, om U
alle gewenschte inlichtingen of demonstratie te geven.
hef meest benutte voertuig
Van slakkengang tot recordsnelheid
Bijzonderheden uit de Historie.
en "tooneel van schrikkende, steige
rende paarden, van zenuwachtige
dames, die in onmacht zouden zijn
gevallen, als men haar niet een
fleschje met welriekenden inhoud onder
den neus had gehouden, van blaffende
honden en verbaasde toeschouwers de
eerste auto rijdt door de stad, met veel lawaai
en nog meer blauwigen benzinedamp. Het
ziet er uit als een rijtuig, welks paarden men
heeft uitgespannen en dat nu als behekst
zichzelf voortbeweegt, zij het, dat het zoo
nu cn dan stilstaat, zonder dat dit de bedoe
ling is.
Het was in het jaar 1875. dat de Oosten
rijker Marcus den eersten auto construeerde,
die was voorzien van een verbrandingsmotor,
een klein voertuig van hout, gedreven door
een kleinen benzinemotor: de drijfkracht
werd door middel van schijven en koppeling
op de achterwielen overgebracht.
Al veel langer waren ingenieuze geesten be
zig geweest met het bedenken van een con
structie, die het den mensch mogelijk zou
maken, zich snel voort te bewegen, terwijl
het paard als trekkracht overbodig' zou zijn.
zooals het met dergelijke processen vaak gaat,
verschillende menschen werkten op verschil
lende plaatsen aan hetzelfde probleem. In
het algemeen wordt beweerd dat de eer dei-
Merkwaardig, dat verschillende bekende
schrijvers tot de pioniers van het automobilis
me behoorden. Wells is van den aanvang af
een hartstochtelijk automobilist geweest en
Zola en Herzog doen niet voor hem onder. De
laatste is zelfs de man die de eerste officieel
toegelaten auto in Duitschland bezit en die
daardoor 1 als autonummer heeft.
In Engeland, het land van de traditie, kan
men de oude vormen nog niet vergeten. Elk
jaar wordt daar een wegwedstrijd gehouden
op het traject Londen-Brighton met wagens
die tenminste zevenentwintig jaar oud zijn.
Men herdenkt daarmede den eersten auto
wedstrijd. die in 1896 werd gehouden, toen de
weg zonder beperkingen voor het autoverkeer
werd opengesteld. Vóór dien tijd was daar de
snelheid bij de wet beperkt tot V/2 K.M. per
uur, terwijl ae voertuigen moesten worden
voorafgegaan door een man met een rooden
vlag. Het schijnt in die heerlijke tijden van
gemoedelijkheid en rust wel te zijn voorgeko
men dat de roode voorlooper, die naar huis
verlangde, den bestuurder toevoegde: „Kan je
niet wat vlugger? Zie, dat je mij bijhoudt".
De eerste Nederlandsche
automobielfabriek.
Op het oogenblik bestaat er geen enkele
Nederlandsche automobielfabriek. Maar er
zijn er wel geweest. In 1899 werden de eerste
auto's van Nederlandschen oorspx-ong ver
vaardigd en wel door de „Simplex" die zich
voordien bezig hield met het fabriceeren
van rijwielen.
In een artikel, dat in dien tijd de aan
dacht op dit gedenkwaardige feit ves
tigde, wordt gezegd Geen mindere
dan Edison heeft zich kortgeleden in
de meest geestdriftige bewoordin
gen uitgelaten over de „auto'„ als
Eet Rolls-Royce-paartje.
„Een goed chauffeur moet op heel wat let
ten: allereerst op zijn stuurtoestel, dan op de
hefboomen tot wijziging der snelheden, op de
remtoestellen, op de regeling der carbuatie, op
den toevoer van smeerolie, enz. Kracht is
voor dat alles niet vereischt: wel voortduren
de oplettendheid, en in 't geval er soms eetl
kink in de kabel komt, eexx goede dosis han
digheid en tegenwoordigheid van geest. AI
spoedig leert men echter een aantal van dezei
manipulatiën als het ware instinctmatig,
automatisch verrichten. Wie dat niet kan
leeren; wie zich telkens moet afvragen: wat
moet ik nu doen; wie zich niet weet te red*
den als hier of daar een kleinigheid haperf^j
wie bang is, zich de handen vuil te makenL
als er aan de machine iets te herstellen valt*
doet wel zich alleen in gezelschap van een gei
oefend chauffeur aan het voertuig der toe
komst toe te vertrouwen".
Men ziet, in een jaar of dertig is op ven»
keersgebied wel veel veranderd. Het slakken-
gangetje van 3K.M., dat den man met
den rooden vlag nog aan een betrekking
hielp, heeft plaats gemaakt voor snelheden
van honderden K.M. De man met den rooden
vlag zou hier niet alleen weinig nut hebbenS
zijn leven zou ook min of meer in de waag
schaal gesteld zijn.
Vroeger was elegance hoojdzaalc..„.„
uitvinding van den eersten wagen, dié zich
zelf voortbewoog, toekomt aan den Fransch-
man Cugnot, die omstreeks 1770 een driewie-
lig rijtuig bouwde, dat een log stoomapparaat
op het eenige voorwiel had. Het schijnt dat
dit vehikel een snelheid van twee-en-een-
halven mijl per uur kon bereiken, maar het
moest om de dertig meter stoppen om zijn
stoomvoorraad op peil te brengen! Cugnot's
tweede auto, door hem in 1771 vervaardigd, is
thans nog te bewonderen in het Conserva
toire des Arts en Métiers te Parijs.
In de 19de eeuw waren de vorderingen op
dit gebied belangrijk grooter dan in de voor
afgaande. Een geheele lijst van onderzoekers
zou kunnen worden opgesomd.
Daimler en Benz, die in 1885, dus tien jaar
na Marcus, met hun scheppingen kwamen,
gelden als de eigenlijke uitvinders van de
auto. Vijf jaar later vond Dunlop den lucht
band uit waardoor het rijden aangenamer
word.
En hoe verdroeg het publiek deze sensatio-
neele verkeersveranderingen? Hoe stond het
tegenover de nieuwe vindingen? Welnu, het
was onrustig, lichtelijk opgewonden, voelde
zich min of meer bedreigd. De overheid moest
ingrijpen, om de voetgangers gerust te stel
len. strenge verordeningen werden gemaakt,
een maximum-snelheid vastgesteld. Men ziet:
er is niets nieuws onder de zon! In vele ste
den werd den „snelheidsmaniakken" een
vaartje van slechts acht kilometer toegestaan
terwijl in die tijden bij wegwedstrijden toch
reeds een snelheid van bijna veertig kilome
ters werd bereikt. In een wedstrijd Parijs-
Marseille legden de overwinnaars het geheele
traject af in den recordtijd van 67 uur. In
hun verslagen spraken de bladen toen van
„duivelsche rennen".
Maar dan zijn er reeds menschen, die met
het uiterlijk van den wagen niet tevreden
zijn: een paard-en-wagen zonder paard kan
hen niet lager behagen. Prijsvragen worden
uitgeschreven: wie bedenkt den elegantsten
vorm van de auto? De meest wondei-lijke
antwoorden komen op die prijsvragen bin
nen wonderlijk naar ónze opvattingen al
thans. Eén der prijswinnaars stelt voor: een
zeer hoogen gesloten wagen met bucolische
versieringen in den stijl Louis XVI; een an
der suggereert een vesting van twee verdie
pingen met uitkijktorens en een commando
brug voor den bestuurder. De meeste fantasie
toonde wel de man, die den „zwaan-auto"
wilde construeeren. Volgens dezen heer Mille
moest de motor zich binnen in den wagen
bevinden. De zwaan moest een mand van
stroo trekken, waarin de bestuurder plaats
nam.
Deze verlichte geesten zou men in zekeren
zin martelaren van een nieuwe vinding kun
nen noemen: te veel van hun verbeeldings
kracht verspilden zij bij het bedenken van
een uiterlijk, dat den auto zou passen. Maai
de auto heeft in die eerste jaren inderdaad
al martelaren gehad, die als slachtoffer zijn
gevallen. Zoo bijvoorbeeld Hay, die veronge
lukte doordat zijn wagen niet sterk genoeg
kon remmen. Met een snelheid van dertig
kilometer reed hij over den weg: bij een hel
ling brak zijn rem, waardoor de auto tegen
een muur botste. Hay en zijn vrouw werden
gedood en het gevolg van dit ongeval was, dat
men naar sterkere, betere remmen ging
zoeken.
In den aanvang schenen vooral de dieren
aan het nieuwmodische verkeersmiddel een
bi-oertje dood te hebben. Interessant zijn ver
schillende dagbladberichten in dit vérband.
Bijvoorbeeld: „In de nabijheid van Dresden
hebben wild geworden koeien een auto over
vallen, welks bestuurder zich slechts met de
grootste moeite kon redden voor de woede dei-
opgewonden dieren"'. Of: „Nabij Orléans is
heden een ongeval gebeurd, dat slechts dank
zij een gelukkig toeval geen mcnschenlevens
eischte. Een stier stortte zich op een dier
nieuwerwetsche zichzelf voortbewegende ben-
zlncwagens en vernielde hem bijna geheel.
De bestuurder kon nog juist in den sloot
langs den weg springen, die door den regen
val der laatste dagen geheel met water was
gevuld. Op het hulpgeroep van den man ijl
den verschillende personen toe. De bestuurder
,gon uit het water gehaald worden en de stier
van verdere vernielingen worden afgehouden".
thans viert snelheid hoogtij.
het voertuig der toekomst.
Zooals bij hem te verwachten was,
had hij daarbij in de eerste plaats
het oog op de door electrische drijfkracht,
door accumulatoren voortbewogen auto's. On
getwijfeld is ook voor ons zoo'n electrische
auto het ideaal, maar vóór dat dit ideaal
wordt verwezenlijkt, namelijk zóó, dat het ge
meengoed kan worden en ook financieel met
andere systemen kan concurreeren, dienen de
accumulatoren belangrijk verbeterd te wor
den. In de eerste plaats moeten zij goedkoo-
per worden, in de tweede plaats lichter, en
in de derde plaats meer bestand tegen de
schokken, welke zij, vooral op een dikwijls
gebrekkig plaveisel, te verduren hebben. Wel
licht brengt reeds de allernaaste toekomst
ons de vervulling van deze wenschen, wellicht
ook zullen nog vele jaren verloopen eer het
theoretisch noodig geachte werkelijkheid is
geworden. En tot zoolang is, naar het ons
voorkomt, de benzine-auto „favoriet".
Die „toekomst" heeft inderdaad door elec-
Iriciteit voortbewogen machines gebracht.
Maar zij bleken toch niet het ideaal te zijn:
zij hebben weder het veld moeten ruimen
voor de benzine-auto's. Overigens zal ieder
zich de „atax" herinneren, die, den wipneus
eigenwijs in de hoogte gestoken, langs de
straten voortsnorde.
Een tusschenvorm tusschen auto en electri
sche tram dus in zekeren zin een door
electriciteit gedreven auto, is de z.g. trolley
bus, zooals die in Groningen rijdt. De trolley
bus is een autobus, die niet op rails rijdt,
maar toch door een beugel met het electri
sche het is verbonden. Ongeveer twee meter
kan het voertuig uitwijken. In Engeland en
Duitschland wordt dit systeem meer toege
in hetzelfde artikel over de „Simplex"-
fabriek wordt opgemerkt, dat de automobiel
zich van het motorrijwiel onderscheidt, door
dat zij vier wielen heeft in plaats van twee
en zitplaatsen heeft voor twee of meer perso
nen. Alles is grooter, forscher en het aantal
paardekrachten, dat de motor kan voort
brengen, is theoretisch eigenlijk onbegrensd.
Dikwijls heeft de motor inplaats van één.
twee cylinders, bij een zeer krachtige machi
ne zelfs vier hetgeen ook aan den regelma
tiger! gang ten goede komt".
Statistiek
Statistieken zijn zeer leerzame, maar ook
doorgaans zeer droge dingen. Dat hebben
velen vóór mij ingezien en dezulken hebben
getracht dezen commerciëelen pil, die vooral
in deze dagen wel wat extra glans noodig
heeft, te vergulden, door hem in wat popu
lairder en aantrekkelijker vorm ten tooneele
te voeren.
U kent het genre: Wanneer alle in deze
wereld tot lekka-lekka gemaakte pinda-
pindas op een hoop werden gelegd, dan zon
de toren van de Groote Kerk niet meer de
hoogste top in Haarlem zijn.
Dat genre, bedoel ik. En het is ook voor
automobielen bruikbaar en daarom aange
wezen voor een nummer als dit, dat tegelijk
informatief en gezellig wil zijn.
Ik wou dan maar zeggen:
Als alle benzine, die jaarlijks in Nederland
wordt gebruikt, in een groot bassin werd ge
goten, zou zelfs geen Rotterdammer er ook
maar van twee meter hoogte inspringen.
Wanneer men alle banden, die in een jaat
verslijten op de Groote Markt ging opstape
len, zou „men" al heel gauw via de Smsde-
straat naar Santpoort verhuizen.
Als alle wandelaars, die in een jaar tijd
door autos worden aangereden op een rij
midden op den Heerenweg werden gezet, zou
dat den automobielbestuurders een heeleboel
moeite besparen.
Wanneer alle autos die in Nederland rij
den, naast elkaar op ons Westerstrand werden!
geyet, zou dat een oogenblik van oprechte
verademing geven voor het niet chauffeeren-
de deel van het Nederlandsche volk.
En zoo zou ik nog een tijd kunnen door
gaan, maar statistieken zijn zoo droog, dat
ze ook den samensteller weieens gaan ver
velen. Als u er nog niet genoeg van hebt,
maakt u er dan een gezelschapsspelletje van
voor vanavond of morgenavond in dett
familiekring.
De wagen van Lilian Harvey,