BRIEVEN VAN EEN CONTROLEUR B.B.
1
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
TRUCS IN DE FILM-STUDIO'S.
DE MODERNE ROBINSON CRUSOE.
EEN BURGERLIJKE STAND VOOR
KUNSTWERKEN GEVRAAGD.
E
VIERDE BLAD.
ZATERDAC 4 FEBRUAR11933
P
Over breekbare stoelen en nachttreinen.
Door L'Esfrange Fawcetf.
De camera liegt alleen als het strict noodig
is. Vele film-gevechten brengen verstuikte
polsen en enkels en talrijke andere kwetsu
ren met zich mee en meer dan één film
acteur is van een pier gesprongen of in een
hoop roet gedoken alleen om het publiek te'
laten lachen.
Zulke tooneeltjes komen het best uit, als
ze in werkelijkheid gebeurd zijn, zonder
hulp van trucs of kunstgrepen. Men zegt, dat
voor een der bekendste vliegfilms 6 personen
hun leven verloren hebben bij de opnemin
gen.
Maar de huidige vergevorderde techniek
op het gebied van fotografie kan veel, heel
veel bereiken en elke truc, die tijd en geld
spaart, die de gevaren voor spelers en came
ramen vermindert en in staat stelt in de stu
dio's te blijven werken, wordt dankbaar en
gretig aanvaard.
Als een wolkenkrabber of ander groot ge
bouw, een fabriek e.d. op den filmband wordt
neergelegd, dan geschiedt dit, doordat men
een combinatie filmt van een op ware grootte
gebouwd stuk decor en een model. In de studio
richt men bijv. een achtergrond op, het on
derste deel van een huis, met deuren en ra
men, op ware grootte. Het bovenstuk van dat
gebouw wordt alleen als model gemaakt,
waarvan een weerkaatsing door middel van
spiegels, geworpen wordt in de cameralens
zóó, dat het precies aansluit op het op de
gewone grootte in de studio gebouwde gedeel
te van het huis.
Moeilijker is hét, om nét té doen of iemand
door een straat in Londen of Parijs loopt,
terwijl hij daar nooit geweest is en slechts
door de studio wandelt. Men neemt den wan
delaar in de studio op, voor een neutralen
achtergrond met een camera, waarin inge
zet is een stuk film, genomen van den ver-
eischten achtergrond. Als de uiteindelijke
combinatie van die beide opnemingen op het
doek wordt geprojecteerd is er een deskun
dige voor noodig om uit te, kunnen maken of
de acteur werkelijk gefotografeerd is in Lon
den of Parijs of niet. Plet is duidelijk, dat het
makkelijker eii onopvallerder is een film
toestel in een gesloten auto met het „oog" al
leen op de straat gericht door Parijs te rijden
om den achtergrond op te nemen, dan een
acteur daar werkelijk te laten loopen. Voor
dat een meter gedraaid was, zou de straat
zwart van de nieuwsgierigen zijn en de po
litie zou een dringend verzoek doen aan de
filmmenschen weg te gaan.
Als bij een filmruzie in een café ëen der
meespelenden een slag op zijn hoofd krijgt
met een flesch, dan moet u zich niet vergis
sen en te goed vertrouwend zijn! Het is nooit
veilig om iemand met een flesch te slaan!
Er worden bij zulke karweitjes speciale
bleek-flesschen gebruikt, die van een bizon
der (zacht!) materiaal zijn, in de studio's
„suiker" genaamd. Het voordeel van deze
breekbare stof is, dat ze nooit iemand kwet
sen kan en niet versplintert. U. kunt gerust
uw hoofd of hand door zoo'n stuk „glas" ste
ken want ge zult geen schrammetje krijgen!
Een ander veel-gebruikt materiaal in nogal
„wilde" scènes is het z-.g. yacca-hout. Daar
worden o.a. stoelen en bankjes van gemaakt,
die er precies zoo uitzien als echt-houten
meubels, doch die ongelooflijk licht en breek
baar zijn en geen spijkers bezitten. Speciaal
geschikt in komische films. Als de niet op
prijs gestelde schoonzoon door de hal wordt
gegooid door een nijdig en schoonpa en een
prachtigen Chippendale stoel in puin trapt,
dan moet men deze twee dingen begrijpen:
ten eerste, dat het lichaam van den acteur
geen nadeel mag ondervinden en ten tweede
dat echte Chippendale-stoelen zoo duur zijn,
dat zelfs in een superfilm zoo weinig mogelijk
echte gebroken moeten worden.
Het is verwonderlijk, wat in de studio kan
worden bereikt met verlichting. Stel U voor,
dat ge met den nachttrein reist en dat ge
het effect van het voorbijschietend landschap
op den filmband wilt vastleggen. Wanneer
ge dat zoudt probeeren in werkelijkheid, dan
zou zelfs de gevoeligste film slechts vlekken
en strepen vertoonen, vooral als de trein
snel rijdt. En als de trein langzaam zou rij
den, dan zou het heele effect van de spoor
verloren gaan.
Men doet het nu meestal als volgt. In de
studio schildert men een miniatuur landschap
in den vorm van een grooten cirkel. Daarvoor
worden van hout en gips stationnetjes ge
bouwd, huizen, boomen, telegraafpalen enz.
enz. Midden in dien cirkel wordt de camera
opgesteld, die op het statief ronddraaiende,
dit miniatuur landschap opneemt. Naast de
camera, meedraaiend, bevindt zich een
lichtbron, die den achtergrond verlicht, zoo
als een landschap uit den nachttrein verlicht
zou worden.
Zoo filmt de camera en fotografeert alles,
den indruk wekkend, of ze dat uit een trein
doet. Ze filmt net zoo lang. tot de vereischte
filmlengte is bereikt, en het kan dus voor
komen, dat ze vaker dan één maal dien cir
kel-achtergrond neemt. Maar het publiek let
niet zoozeer daarop, dat het opvalt, dat het
zelfde stuk nóg eens op het doek verschijnt.
Als nu opgenomen moet worden, wat in
den coupé geschiedt, plaatst men transpa
rante schermen in de ramen van den studio
coupé en projecteert daarop de film van den
gebouwden achtergrond gemaakt. En nu wor
den de acteerende personen gefilmd en het
coupéraam, dat dus eigenlijk een bioscoop
doek is. Zoo krijgen de toeschouwers de illu
sie, dat de spelers werkelijk in een rijdenden
nachttrein zitten.
Er zijn geen grenzen aan de vindingrijk
heid van het studio-personeel en veel voor
beelden zouden aan te halen zijn. Hier is er
één, dat me sterk trof. Het ging over een ko
miek, die uit de lucht kwam vallen met een
paraplu als parachute en die in een dade
lijk wegrijdende auto terechtkwam. Het was
natuurlijk onmogelijk den „kostbaren" ko
miek van eenige hoogte in een auto te laten
ploffen. Maar wel kon men de auto met den
pian cr in achteruit laten rijden en den man
aan een touw, vastgemaakt boven op de pa
raplu, eruit trekken.
„Maar", zult ge zeggen, „dan zie je hem
niet uit de lucht vallen in de auto!"
O, jawel, als de camera maar bij het opne
men teruggedraaid wordt! Dan zal bij het
projecteeren het gewenschte effect verkregen
worden, en het is grappig ook, dat is zeker!
Er worden vele trucs in de studio's toege
past, zeer vele. Doch de bioscoopbezoeker trekt
zich hiervan weinig aan, zoolang hij maar de
illusie heeft, dat het „echt" is, wat hij ziet.
STUDIO SNUFJES.
Schlumpsi, de internationaal bekende Ber-
lïjnsche ruigharige terrier, is aan honden
ziekte overleden. Schlumpsi speelde de hoofd
rol in de amusementsfilm Tingeltangel en in
de tweeacter Schlumpsi gaat naar de Win
tersport. Het hondje was zeer populair.
Behalve Martha Eggerth en Iwan Petro-
witch heeft regisseur Richard Oswald thans
ook Ernst Verebes, den bekenden Hongaar-
schen acteur, voor Die Blume von Hawaii,
Paul Abraham's vermaarde operette geënga
geerd. De opnamen zijn onlangs begonnen.
De Vandor Film te Parijs heeft het plan
opgevat den beroemden roman Der Tunnel
van Kellermann te verfilmen. Dit werk is in
de stomme periode reeds tweemaal verfilmd
en thans zal regisseur Dupont er zijn krach
ten aan geven. De mannelijke hoofdrol wordt
gespeeld door Paul Hartmann, terwijl onder
handelingen gaande zijn met Werner Krauss
voor de rol van den millionair.
Mariene Dietrich begint dezer dagen on
der leiding van Rouben Mamoulian met de
opnamen voor haar nieuwe film „The Song
of Songs" gebaseerd op Hermann Suder-
mann's „Das Hohe Lied".
Deze rol was eerst bedoeld voor Miriam
Hopkins, doch nu Marlene's nieuwe vonStern-
berg film „Hurricane" vaar de baan is. heeft
men Mariene gekozen voor Song of Songs.
Paramount heeft een scenario aangekocht
dat geschreven werd door de populaire
Oceaanvliegster Amelia Earhardt, en dat ge
titeld is „Twelve Hours to Paris". Het ma-
nuscrip behandelt een toekomstige luchtvel'-
keerdienst tussclien Europa en Amerika.
Norman Taurog, de regisseur van „Skippy"
die met deze film de regieprijs voor het jaar
1931 van de Academy of Motion Picture Arts
and Sciences won, zal de leiding op zich ne
men van de nieuwe Maurice Chevalier film
„The Way to Love". Charlie Ruggles en Ed
ward Everett Horton zijn reeds door hem ge
ëngageerd om de komische rollen in deze film
te spelen, de vrouwelijke hoofdrol speelt
Carole Lombard.
De zwemkampioene Helen Madison, die
kort geleden professional geworden is, werd
door Mack Sennett geëngageerd om op te
treden in een komische twee-acter voor Pa
ramount.
De bekende komiek Charley Ohase, zal de
hoofdrol vervullen in een klucht Tarzan in
the Wrong, waarin de vrouwelijke hoofd
rol vervuld zal worden door Mui-iel Evans.
WIST DAT....
Claudette Colbert, in Parijs geboren, op
Kerstdag 1924 haar debuut maaküe aan het
tooneel?
Marie Dressier en Charlie Chaplin vroeger
tesamen zijn opgetreden in de film: Tilley's
Punctured Romance?
Dorothy Jordan oorspronkelijk geen enga
gement in de studio's kon krijgen, omdat men
naar te jong vond en dacht, dat zij van school
weggeloopen was?
Buster Keaton met beide handen even
goed kan schrijven?
Buster Keaton, die als gewoon soldaat
dienst nam, het gedurende den oorlog tot
sergeant-majoor bracht?
In mijn vorïgen brief schreef ik u dat ik
eens wat uitvoeriger over de Kerapatan (In-
heemsche Rechtbank) zou schrijven en ik
zal daar maar eens een apart epistel over
maken. Ik heb weer een week vol van die
zaakjes achter den rug en dat gaat je zoo
langzamerhand knapjes vervelen, zult me
dat moeten toegeven als ik u vertel dat ik
in de anderhalf jaar dat ik hier zit. 151 za
ken heb behandeld, waarbij 19 beklaagden
tot een totaal van 238 jaar en 7 maanden
werden veroordeeld (u ziet ik houd de statis
tiek goed bij, maar dat hoort nu eenmaal bij
je baantje!) En dat zou allemaal aardig zijn.
als al die zaken aardige oftewel interessante
gevallen waren, maar dat is hier in de Ma-
leische (beter gezegd Soembawareesche) lan
den haast nooit het geval. Het grootste deel
zijn diefstalzaken, die dan nog zoo stom zijn
bedreven, dat je je zelfs niet kunt bekwamen
op detective- of kruisverhoor kundigheden,
waarbij nog komt dat de beklaagden meestal
zelfs te stom zijn om te ontkennen. Alleen
zoo af en toe, één op de tien, komt er eens
een interessante zaak en dat betreft dan
Dit is de Berlijnsche dokter Ritter in zijn luchtige woning op de Galapagos-eilanden,
waar hij al eenigen tijd vertoeft, omdat de Westersche beschaving hem niet meer aan
staat. Naast hem een zijner volgelingen.
Een werk voor den Volkenbond.
El- is een nieuwe ijkwet in aantocht. Niet
alleen onze zilveren lepels, maar ook onze
gasmeters enz. zullen worden geijkt.
Wordt er niet iets kostbaarders dan zil
veren lepels en gasmeters bij die ijkerij ver
geten? Ik heb het oog op kunstwerken, de
kinderen van den geest.
Men moet dien tijd met slapen hebben ge
sleten, als men niet al eens gehoord heeft van
den heer Wacker, die zoo wakker was met de
van Goghs, en van de la Faille, die een failure
beging met diezelfde van Goghs. Een toen
kwamen de schilderijen van Chanterou uit
BrusselWelk een blamage!
En hebt -ge soms vergeten, hoe die trieste
kleinzoon van Jan Frangois Millet kort ge
leden schandegeld kon verzamelen, doordat
zijn grootvader's schilderijen nooit waren ge
registreerd en geijkt? Men weet, dat dit heer
schap, Charles Millet, die van der jeugd af
aan „in den trant" van zijn grootvader schil
derijtjes fabriceerde, welke hij door de
naamsgelijkenis niet kwaad verkocht 'dit
hoefde in 't begin geen bedrog te zijn), lang
zamerhand is overgegaan tot het signeeren
van copieën of variaties niet alleen met
den roemruchten familienaam van den
grootvader, maar ook met de voorletters J. F.
Ten slotte was hij zoover afgedwaald, dat hij
allerlei copieën naar andere grootheden, zoo
als Degas en Corot, valschelijk onderteekende.
Hij is er toen ingeloopen. de kleinzoon en
naamdrager! Moge de groote schim van
Jean Francois er nooit iets van ervaren
hebben!
Maar, de gedachte dringt zich op: is aan al
zulke narigheid nu niets te.... voorkomen?
Zou de verwarring niet een beetje kunnen
worden opgeheven, die bestaat op het gebied
der naamgeving aan oude, en zelfs' aan
piepjonge kunstwerken?
Zou het zoo duur zijn, of zou het te Inge
wikkeld wezen om een kunstwerken-register
in te richten en internationaal bij te houden,
zooals er bevolkings-registers bestaan die
(natuurlijk!) zelf niet onfeilbaar zijn; en dus
zullen de kunstwerken-registers ook niet on
feilbaar zijn, maar ook zij zullen hun reden
van bestaan kunnen hebben.
Het dunkt ons, dat de goede wil hier alles
zou vermogen, de goede internationale wil
wel te verstaan.
De kunstkenners, wier werken van blijven
de waarde zijn, weten zelf heel goed, dat
deze van blijvende waarde zijn. Van hun
medewerking kan men (gegeven het groote
morcclc en soms tockomstig-financiccie be
lang. dat voor hen in registreering gelegen
is) steeds verzekerd wezen, indien men ten
minste zorg draagt, dat geen aangifte-kosten
van hen gevergd worden, en dat zij evenmin
door hun aangifte gevaar loopen naderhand
economisch nadeel te ondervinden. (Bijvoor
beeld moeten de registers geen aanwijzingen
geven voor den belasting-inspecteur).
Naast de kunstenaars van blijvende betee-
kenis leven honderden kleine kunstenaars
nagenoeg zonder blijvende beteekenis. En
behalve deze honderden telt Europa duizen
den, die schilderen of beelhouwen "of bouwen
zonder dat hun werk persoonlijkheid of in
nerlijke waarde bezit. Voor de geschiedenis
van de kunst bleef het precies hetzelfde, in
dien hun werk er nooit geweest was. Deze
kleine kunstenaars, en ook het meerendeel
van de ijeelemaal-niet-kunstenaars, zullen
hun werken natuurlijk ook willen ingeschre
ven zien, en voor zooveel mogelijk door een
of ander bewijs geïdentificeerd, net als de
producten der echte meesters, boven wie zij
zich trouwens dikwijls verheven achten, en
boven wie de menigte ze bij hun leven dik
wijls verre verheft (zooals Lairesse tijdens
zijn leven wereldberoemd was, een poos zelfs
ver boven zijn tijdgenoot Rembrandt).
Maar wat is er tégen zoo'n complete regis-
treering? Zelfs zonder de schilderijen, beeld
houwwerken enz. te verplaatsen zal een in
schrijving per gemeente mogelijk zijn, zoo
lang de auteurs van de werken nog leven.
Voor de levende schilders zou dit nuttig zijn.
Nog onlangs leurde iemand, die zich voor een
onzer bekendste Nederlandsche schilders uit
gaf, met vervalschingen, en hij kon dit ge
makkelijk doen.
Had bij Vincent van Gogh's leven een
kunstwerken-register bestaan, Theo van
Gogh zou zeer zeker de werken van den toen
zoo onberoemden broer hebben doen in
schrijven en waarmerken, en de affaire van
de valsche van Gogh's had niet zooveel stof
opgewaaid. De menschheid ware zekerder
geweest omtrent haar onvervreemdbaren
eigendom.
Het spreekt, vanzelf, dat geen kunstenaar
zou mogen verplicht worden, werk dat hij
nog onder zich had, te laten registreeren.
Menigmaal acht een artist een bepaald werk
niet rijp genoeg om het te „erkennen".
Dwang het te erkennen zou soms op betreu
renswaardige wijze er toe leiden, dat de man
zijn werk nog liever vernietigde. Is de kun
stenaar gestorven, dan kunnen de erven be
slissen, of de Staat.
Nu zijn er echter niet alleen werken van
levende kunstenaars in onze musea, bij de
kunsthandelaren en in de particuliere ver
zamelingen. Er zijn er duizenden, waarvan de
schepper sinds eeuwen dood Is. En wat is
daarvan echt? De Amerikaansclie „private
galleries" zitten, naar uitstekende getuige
nissen ons geleerd hebben, stikvol schijn-
Rembrandts. simili-Vermeers van Delft en
pseudo-DonatelIo-beelden
De volkenbond zou een commissie van b.v.
drie kunstkenners moeten benoemen, wier
eerlijkheid internationaal is erkend, figuren
als Nansen op zijn gebied was, en dezen zon
den in de verschillende landen subcommissies
kunnen instellen tot het garandeeren, na
tuurlijk onder reserve, maar officieel, van de
echtheid re oude schilderijen, beeldhouw
werken. enz. Voor dien arbeid moest men
liefst geen kosten in rekening brengen aan
de eigenaars, al zijn ze nog zoo rijk. Lr elk
geval geen kosten, indien de door dezen op
gegeven kunstenaarsnaam door de commissie
erkend werd.
Maar zulk een internationale waarmerking
zou dan ook liefst van den Volkenbond moe
ten uitgaan, of van een andere, door de heele
beschaafde wereld erkende instantie. De
groote vereenigingen van beeldende kunste
naars in alle landen zouden in deze zaak met
vrucht kunnen voorgaan. Ja, mocht aan een
internationale of zelfs nationale organisatie
met officieel karakter niet kunnen worden
gedacht, dan zouden landsgewijs hoogstaan
de persoonlijkheden een registratie, als hier
bedoeld is, kunnen in de hand nemen.
Wil men het kunstwerk, hoewel een kind
des geestes, niet de behandeling gunnen van
de op het stadhuis ingeschreven „denkende"
wezens?
Zijn zij niet goed genoeg voor een „Burger
lijke Stand"?
Dan is er in de wereld van de stomme ma
terie nog een parallel te vinden: wij begon
nen dit opstel immers met tc herinneren
aan den ijk van edele metalen, maten en ge
wichten?
Wie onzer, die ergens een zoogezegd gou
den sieraad in handen neemt, of al is het
maar een zilveren lepel, beziet niet de rijks
merkjes, die erin gedrukt staan, en wie onzer
is er onbekend mee, dat de gezellige koperen
gewichten alle keurig gewaarmerkt zijn. en
soms vele malen, door het Rijk? Nu zal men
ook electrische meters en gasmeters enz. enz.
gaan ijken. Zouden er geen keurmeesters
denkbaar zijn, die formulieren invulden te
zamen met de artisten, en aan deze artisten
bewijzen achterlieten („merken") op. bij of in
het kunstwerk, terwijl de keurmeesters zelf
lijsten bijhielden van alle kunstwerken van
hun ressort, gedateerd naar tijd van vol
tooiing?
Zelfs de koetjes en de kalfjes hebben ten
onzent, en bijna overal trouwens in de we
reld, hun Burgerlijken Stand, al is daarbij
geèn afdeeling Huwelijken eerste, tweede en
derde klasse. maar er is een afdeeling Ge
boorten. daar komt het op aan en zou-
dpn dan ook niet kunstwerken, die geestes
kinderen, recht hebben op Geboorteregisters?
Mr. W. ELAND.
Inlandsche rechtszaken.
meestal moord, doodslag, mishandeling of
ook overspel of schaking. Jullie vindt het
misschien erg onzedelijk of sadistisch dat ik
het zeg, maar als ik zoo'n zaak in het regis
ter zie staan, spits ik mijn ooren en vlas op
sensatie en een aardige (pardon interessante)
zaak.
Maar dat valt hier ook meestal nog tegen,
omdat de Socmbawarees moordt of schaakt,
op dc meest prozaïsche gronden. Het was
vroeger op Borneo heel wat interessanter:
hier doorgaans alleen als je een Tlmorees of
eentje van Flores of Soemba voor de groene
tafel krijgt. Dan merk je zoo heel goed het
verschil tussclien den flcgmatieken, ik zou
haast zeggen beschaafden Islamiet (Maleier
en wat dies meer heet) en den spontane, on-
beschaafden Heiden. De Maleier steelt uit ge
makzucht, luiheid of armoede; moordt alleen
uit gemeenheid of slaat dood als hij niet an
ders kan, of als hij eens, wat hoogst zelden
gebeurt, door woede of wat ook. uit den plooi
raakt. Hij schaakt of pleegt overspel omdat
hem dat goedkoopcr uitkomt, or prettiger is.
zonder kans op lichamelijk gevaar. Hij weet
steeds dat wat hij doet. verkeerd is. maar hij
overweegt dat dc eventueele straf, die hij
misschien wel, misschien ook niet krijgt, ook
wel weer tc overleven valt en nieL zoo heel
erg is (gevangenisstraf is voor een Inlander
geen schande). De Heiden, ik denk hier aan
de Dajaks die ik zoo goed ken. en de Alfoeren
die ik hier soms ontmoet, gaan alleen vol
gens hun eigen redeneering te werk en ko
men dan met die redeneering totaal in strijd
met de wet en dus ook voor den rechter. Ste
len doet de man heel weinig, alleen als het
erg noodig is of als hij nu eenmaal een ge
boren dief is.
Maar laat ik een paar aardige gevallen
vertellen (aardig in de beteekenis. waarop
een dokter het over een heel interessante
patient heeft). Hier had ik toevallig pas de
zaak van een Heiden, afkomstig uit Floris,
die hier al met een straf van 9 jaar wegens
moord op zijn vrouw en kind van drie jaar
zit en die in dien straftijd een „collega" met
een waterpas zoolang op zijn mond sloeg,
dat de man er aan stierf. De man, dien ik
5 jaar gaf heet Paree Rewo. De zaak zat zoo:
hij was op transport hierheen met een twin
tigtal gestraften cn ze sliepen in een kleine
pendok. Paree had een infectie aan zijn voet,
die hem pijn deed. Zijn buurslaple woelde
schijnbaar in zijn slaap, trapte zonder het te
weten tegen den zieken voet. Paree werd
kwaad, nam een waterpas cn sloeg zijn slapie
op den mond, die wilde afweren, maar Paree
sloeg door, tot de ander zich niet meer ver
roerde, toen nog een paar keer totdat het
afgeloopen was cn wilde toen weer gaan sla
pen. Maar door het lawaai waren de anderen
wakker geworden, grepen hem cn bonden
hem vast. Bij het onderzoek op de zitting
had hij heclcmaal geen berouw. Ik dacht
eerst nog dat hij misschien in plotselinge
woede had gehandeld (je kan het je voor
stellen, dat je in je slaap, plots pijn gedaan,
gekke dingen doet) maar van die redenee-
ring wilde hij niets weten. Hij vond wat hij
gedaan had, totaal in orde, want zijn rede
neering. zeer logisch voorgedragen, was als
volgt: hij deed mij pijn, ik deed het hem dus
ook. Hij deed het misschien niet met opzet,
maar daar heb ik niets mee tc maken. Ik
sloeg hem niet met opzet om hem dood te
maken, maar dat hij nu dood is, daar heb
ik nu weer niets mee te maken, dat is zijn
zaak.
Dat een ingeslagen mond heel wat erger
is dan een trap tegen je zieken voet, dat was
iets waar je volgens Paree geen rekening mee
behoefde te houden. Pijn tegen pijn. met de
gevolgen heb je niets te maken. Bij het on
derzoek informeerde ik ook eens naar de re
den waarom hij met die eerste 9 jaar was
opgeknapt. Dat was omdat hij vrouw en kind
had vermoord. „Hoe kwam je daartoe", vroeg
ik hem en toen kwam ook weer eeti zeer lo
gisch voorgedragen verhaal: „Kijk eens,
toean, ik was getrouwd en had een kind.
Toen ging ineens in de kampong het verhaal
dat ik met een andere vrouw omging. Dat
was niet waar, maar toch vertelden ze het.
Daardoor was ik natuurlijk maloe (be
schaamd) en zou nog erger maloe worden als
mijn vrouw het wist. Daarom heb ik haar
maar dood gemaakt, want dan komt ze die
kletspraat nooit te hooren en maakt ze zich
niet beroerd. En toen ik haar geparangd (pa
rang is zwaard) had, dacht ik dat ik mijn
kind ook maar moest dood maken, want haar
moeder was immers dood en ik ging natuur
lijk voor lang dc gevangenis in. Ik gaf het
kind dus ook een klap met de parang- cn
ging me bij de politie melden. Ik vroeg hem
toen waarom hij zichzelf dan ook maar niet
had afgemaakt, maar daar was hij het niet
mee eens. Hij had immers niets verkeerds
gedaan, alleen zijn vrouw en kind voor klets
praat en soesah behoed en hij zou nu toch
als gestrafte de plaats verlaten, dus geen
last van praatjes hebben.
Toen ik nog vroeg of hij geen spijt had,
en of hij het niet beroerd vond dat zijn vrouw
en kind nu dood waren, zei hij: neen spijt
heb ik niet. want het was de beste oplossing,
maar wel vind ik het jammer dat ze dood
zijn. want ik hield heel veel van hen en had
ze wel graag bij me gehouden, maar dat ging
nu eenmaal niet.
U ziet, als je zijn logische redeneering volgt,
dan heeft hij volgens zijn zeggen, nog een
goede daad verricht, nl. vrouw en kind narig
heid bespaard cn die zelf overgenomen. Hij
vond zichzelf dan ook een nette vent, wist
ook wel dat hij het eigenlijk niet had mogen
doen en zat daarom rustig zijn 9 jaar uit.
En hoewel hij die 9 jaar ten volle verdiend
heeft, kun je hem toch ook weer geen gc-
meenc moordenaar noemen, want hij heeft
er lang genoeg over gepiekerd en ging „vol
gens zijn beste weten" te werk.
Een volgend maal behandel ik ccn paar
lichtere zaakjes.