BRIEVEN VAN EEN CONTROLEUR B.B. 1 BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD TRUCS IN DE FILM-STUDIO'S. DE MODERNE ROBINSON CRUSOE. EEN BURGERLIJKE STAND VOOR KUNSTWERKEN GEVRAAGD. E VIERDE BLAD. ZATERDAC 4 FEBRUAR11933 P Over breekbare stoelen en nachttreinen. Door L'Esfrange Fawcetf. De camera liegt alleen als het strict noodig is. Vele film-gevechten brengen verstuikte polsen en enkels en talrijke andere kwetsu ren met zich mee en meer dan één film acteur is van een pier gesprongen of in een hoop roet gedoken alleen om het publiek te' laten lachen. Zulke tooneeltjes komen het best uit, als ze in werkelijkheid gebeurd zijn, zonder hulp van trucs of kunstgrepen. Men zegt, dat voor een der bekendste vliegfilms 6 personen hun leven verloren hebben bij de opnemin gen. Maar de huidige vergevorderde techniek op het gebied van fotografie kan veel, heel veel bereiken en elke truc, die tijd en geld spaart, die de gevaren voor spelers en came ramen vermindert en in staat stelt in de stu dio's te blijven werken, wordt dankbaar en gretig aanvaard. Als een wolkenkrabber of ander groot ge bouw, een fabriek e.d. op den filmband wordt neergelegd, dan geschiedt dit, doordat men een combinatie filmt van een op ware grootte gebouwd stuk decor en een model. In de studio richt men bijv. een achtergrond op, het on derste deel van een huis, met deuren en ra men, op ware grootte. Het bovenstuk van dat gebouw wordt alleen als model gemaakt, waarvan een weerkaatsing door middel van spiegels, geworpen wordt in de cameralens zóó, dat het precies aansluit op het op de gewone grootte in de studio gebouwde gedeel te van het huis. Moeilijker is hét, om nét té doen of iemand door een straat in Londen of Parijs loopt, terwijl hij daar nooit geweest is en slechts door de studio wandelt. Men neemt den wan delaar in de studio op, voor een neutralen achtergrond met een camera, waarin inge zet is een stuk film, genomen van den ver- eischten achtergrond. Als de uiteindelijke combinatie van die beide opnemingen op het doek wordt geprojecteerd is er een deskun dige voor noodig om uit te, kunnen maken of de acteur werkelijk gefotografeerd is in Lon den of Parijs of niet. Plet is duidelijk, dat het makkelijker eii onopvallerder is een film toestel in een gesloten auto met het „oog" al leen op de straat gericht door Parijs te rijden om den achtergrond op te nemen, dan een acteur daar werkelijk te laten loopen. Voor dat een meter gedraaid was, zou de straat zwart van de nieuwsgierigen zijn en de po litie zou een dringend verzoek doen aan de filmmenschen weg te gaan. Als bij een filmruzie in een café ëen der meespelenden een slag op zijn hoofd krijgt met een flesch, dan moet u zich niet vergis sen en te goed vertrouwend zijn! Het is nooit veilig om iemand met een flesch te slaan! Er worden bij zulke karweitjes speciale bleek-flesschen gebruikt, die van een bizon der (zacht!) materiaal zijn, in de studio's „suiker" genaamd. Het voordeel van deze breekbare stof is, dat ze nooit iemand kwet sen kan en niet versplintert. U. kunt gerust uw hoofd of hand door zoo'n stuk „glas" ste ken want ge zult geen schrammetje krijgen! Een ander veel-gebruikt materiaal in nogal „wilde" scènes is het z-.g. yacca-hout. Daar worden o.a. stoelen en bankjes van gemaakt, die er precies zoo uitzien als echt-houten meubels, doch die ongelooflijk licht en breek baar zijn en geen spijkers bezitten. Speciaal geschikt in komische films. Als de niet op prijs gestelde schoonzoon door de hal wordt gegooid door een nijdig en schoonpa en een prachtigen Chippendale stoel in puin trapt, dan moet men deze twee dingen begrijpen: ten eerste, dat het lichaam van den acteur geen nadeel mag ondervinden en ten tweede dat echte Chippendale-stoelen zoo duur zijn, dat zelfs in een superfilm zoo weinig mogelijk echte gebroken moeten worden. Het is verwonderlijk, wat in de studio kan worden bereikt met verlichting. Stel U voor, dat ge met den nachttrein reist en dat ge het effect van het voorbijschietend landschap op den filmband wilt vastleggen. Wanneer ge dat zoudt probeeren in werkelijkheid, dan zou zelfs de gevoeligste film slechts vlekken en strepen vertoonen, vooral als de trein snel rijdt. En als de trein langzaam zou rij den, dan zou het heele effect van de spoor verloren gaan. Men doet het nu meestal als volgt. In de studio schildert men een miniatuur landschap in den vorm van een grooten cirkel. Daarvoor worden van hout en gips stationnetjes ge bouwd, huizen, boomen, telegraafpalen enz. enz. Midden in dien cirkel wordt de camera opgesteld, die op het statief ronddraaiende, dit miniatuur landschap opneemt. Naast de camera, meedraaiend, bevindt zich een lichtbron, die den achtergrond verlicht, zoo als een landschap uit den nachttrein verlicht zou worden. Zoo filmt de camera en fotografeert alles, den indruk wekkend, of ze dat uit een trein doet. Ze filmt net zoo lang. tot de vereischte filmlengte is bereikt, en het kan dus voor komen, dat ze vaker dan één maal dien cir kel-achtergrond neemt. Maar het publiek let niet zoozeer daarop, dat het opvalt, dat het zelfde stuk nóg eens op het doek verschijnt. Als nu opgenomen moet worden, wat in den coupé geschiedt, plaatst men transpa rante schermen in de ramen van den studio coupé en projecteert daarop de film van den gebouwden achtergrond gemaakt. En nu wor den de acteerende personen gefilmd en het coupéraam, dat dus eigenlijk een bioscoop doek is. Zoo krijgen de toeschouwers de illu sie, dat de spelers werkelijk in een rijdenden nachttrein zitten. Er zijn geen grenzen aan de vindingrijk heid van het studio-personeel en veel voor beelden zouden aan te halen zijn. Hier is er één, dat me sterk trof. Het ging over een ko miek, die uit de lucht kwam vallen met een paraplu als parachute en die in een dade lijk wegrijdende auto terechtkwam. Het was natuurlijk onmogelijk den „kostbaren" ko miek van eenige hoogte in een auto te laten ploffen. Maar wel kon men de auto met den pian cr in achteruit laten rijden en den man aan een touw, vastgemaakt boven op de pa raplu, eruit trekken. „Maar", zult ge zeggen, „dan zie je hem niet uit de lucht vallen in de auto!" O, jawel, als de camera maar bij het opne men teruggedraaid wordt! Dan zal bij het projecteeren het gewenschte effect verkregen worden, en het is grappig ook, dat is zeker! Er worden vele trucs in de studio's toege past, zeer vele. Doch de bioscoopbezoeker trekt zich hiervan weinig aan, zoolang hij maar de illusie heeft, dat het „echt" is, wat hij ziet. STUDIO SNUFJES. Schlumpsi, de internationaal bekende Ber- lïjnsche ruigharige terrier, is aan honden ziekte overleden. Schlumpsi speelde de hoofd rol in de amusementsfilm Tingeltangel en in de tweeacter Schlumpsi gaat naar de Win tersport. Het hondje was zeer populair. Behalve Martha Eggerth en Iwan Petro- witch heeft regisseur Richard Oswald thans ook Ernst Verebes, den bekenden Hongaar- schen acteur, voor Die Blume von Hawaii, Paul Abraham's vermaarde operette geënga geerd. De opnamen zijn onlangs begonnen. De Vandor Film te Parijs heeft het plan opgevat den beroemden roman Der Tunnel van Kellermann te verfilmen. Dit werk is in de stomme periode reeds tweemaal verfilmd en thans zal regisseur Dupont er zijn krach ten aan geven. De mannelijke hoofdrol wordt gespeeld door Paul Hartmann, terwijl onder handelingen gaande zijn met Werner Krauss voor de rol van den millionair. Mariene Dietrich begint dezer dagen on der leiding van Rouben Mamoulian met de opnamen voor haar nieuwe film „The Song of Songs" gebaseerd op Hermann Suder- mann's „Das Hohe Lied". Deze rol was eerst bedoeld voor Miriam Hopkins, doch nu Marlene's nieuwe vonStern- berg film „Hurricane" vaar de baan is. heeft men Mariene gekozen voor Song of Songs. Paramount heeft een scenario aangekocht dat geschreven werd door de populaire Oceaanvliegster Amelia Earhardt, en dat ge titeld is „Twelve Hours to Paris". Het ma- nuscrip behandelt een toekomstige luchtvel'- keerdienst tussclien Europa en Amerika. Norman Taurog, de regisseur van „Skippy" die met deze film de regieprijs voor het jaar 1931 van de Academy of Motion Picture Arts and Sciences won, zal de leiding op zich ne men van de nieuwe Maurice Chevalier film „The Way to Love". Charlie Ruggles en Ed ward Everett Horton zijn reeds door hem ge ëngageerd om de komische rollen in deze film te spelen, de vrouwelijke hoofdrol speelt Carole Lombard. De zwemkampioene Helen Madison, die kort geleden professional geworden is, werd door Mack Sennett geëngageerd om op te treden in een komische twee-acter voor Pa ramount. De bekende komiek Charley Ohase, zal de hoofdrol vervullen in een klucht Tarzan in the Wrong, waarin de vrouwelijke hoofd rol vervuld zal worden door Mui-iel Evans. WIST DAT.... Claudette Colbert, in Parijs geboren, op Kerstdag 1924 haar debuut maaküe aan het tooneel? Marie Dressier en Charlie Chaplin vroeger tesamen zijn opgetreden in de film: Tilley's Punctured Romance? Dorothy Jordan oorspronkelijk geen enga gement in de studio's kon krijgen, omdat men naar te jong vond en dacht, dat zij van school weggeloopen was? Buster Keaton met beide handen even goed kan schrijven? Buster Keaton, die als gewoon soldaat dienst nam, het gedurende den oorlog tot sergeant-majoor bracht? In mijn vorïgen brief schreef ik u dat ik eens wat uitvoeriger over de Kerapatan (In- heemsche Rechtbank) zou schrijven en ik zal daar maar eens een apart epistel over maken. Ik heb weer een week vol van die zaakjes achter den rug en dat gaat je zoo langzamerhand knapjes vervelen, zult me dat moeten toegeven als ik u vertel dat ik in de anderhalf jaar dat ik hier zit. 151 za ken heb behandeld, waarbij 19 beklaagden tot een totaal van 238 jaar en 7 maanden werden veroordeeld (u ziet ik houd de statis tiek goed bij, maar dat hoort nu eenmaal bij je baantje!) En dat zou allemaal aardig zijn. als al die zaken aardige oftewel interessante gevallen waren, maar dat is hier in de Ma- leische (beter gezegd Soembawareesche) lan den haast nooit het geval. Het grootste deel zijn diefstalzaken, die dan nog zoo stom zijn bedreven, dat je je zelfs niet kunt bekwamen op detective- of kruisverhoor kundigheden, waarbij nog komt dat de beklaagden meestal zelfs te stom zijn om te ontkennen. Alleen zoo af en toe, één op de tien, komt er eens een interessante zaak en dat betreft dan Dit is de Berlijnsche dokter Ritter in zijn luchtige woning op de Galapagos-eilanden, waar hij al eenigen tijd vertoeft, omdat de Westersche beschaving hem niet meer aan staat. Naast hem een zijner volgelingen. Een werk voor den Volkenbond. El- is een nieuwe ijkwet in aantocht. Niet alleen onze zilveren lepels, maar ook onze gasmeters enz. zullen worden geijkt. Wordt er niet iets kostbaarders dan zil veren lepels en gasmeters bij die ijkerij ver geten? Ik heb het oog op kunstwerken, de kinderen van den geest. Men moet dien tijd met slapen hebben ge sleten, als men niet al eens gehoord heeft van den heer Wacker, die zoo wakker was met de van Goghs, en van de la Faille, die een failure beging met diezelfde van Goghs. Een toen kwamen de schilderijen van Chanterou uit BrusselWelk een blamage! En hebt -ge soms vergeten, hoe die trieste kleinzoon van Jan Frangois Millet kort ge leden schandegeld kon verzamelen, doordat zijn grootvader's schilderijen nooit waren ge registreerd en geijkt? Men weet, dat dit heer schap, Charles Millet, die van der jeugd af aan „in den trant" van zijn grootvader schil derijtjes fabriceerde, welke hij door de naamsgelijkenis niet kwaad verkocht 'dit hoefde in 't begin geen bedrog te zijn), lang zamerhand is overgegaan tot het signeeren van copieën of variaties niet alleen met den roemruchten familienaam van den grootvader, maar ook met de voorletters J. F. Ten slotte was hij zoover afgedwaald, dat hij allerlei copieën naar andere grootheden, zoo als Degas en Corot, valschelijk onderteekende. Hij is er toen ingeloopen. de kleinzoon en naamdrager! Moge de groote schim van Jean Francois er nooit iets van ervaren hebben! Maar, de gedachte dringt zich op: is aan al zulke narigheid nu niets te.... voorkomen? Zou de verwarring niet een beetje kunnen worden opgeheven, die bestaat op het gebied der naamgeving aan oude, en zelfs' aan piepjonge kunstwerken? Zou het zoo duur zijn, of zou het te Inge wikkeld wezen om een kunstwerken-register in te richten en internationaal bij te houden, zooals er bevolkings-registers bestaan die (natuurlijk!) zelf niet onfeilbaar zijn; en dus zullen de kunstwerken-registers ook niet on feilbaar zijn, maar ook zij zullen hun reden van bestaan kunnen hebben. Het dunkt ons, dat de goede wil hier alles zou vermogen, de goede internationale wil wel te verstaan. De kunstkenners, wier werken van blijven de waarde zijn, weten zelf heel goed, dat deze van blijvende waarde zijn. Van hun medewerking kan men (gegeven het groote morcclc en soms tockomstig-financiccie be lang. dat voor hen in registreering gelegen is) steeds verzekerd wezen, indien men ten minste zorg draagt, dat geen aangifte-kosten van hen gevergd worden, en dat zij evenmin door hun aangifte gevaar loopen naderhand economisch nadeel te ondervinden. (Bijvoor beeld moeten de registers geen aanwijzingen geven voor den belasting-inspecteur). Naast de kunstenaars van blijvende betee- kenis leven honderden kleine kunstenaars nagenoeg zonder blijvende beteekenis. En behalve deze honderden telt Europa duizen den, die schilderen of beelhouwen "of bouwen zonder dat hun werk persoonlijkheid of in nerlijke waarde bezit. Voor de geschiedenis van de kunst bleef het precies hetzelfde, in dien hun werk er nooit geweest was. Deze kleine kunstenaars, en ook het meerendeel van de ijeelemaal-niet-kunstenaars, zullen hun werken natuurlijk ook willen ingeschre ven zien, en voor zooveel mogelijk door een of ander bewijs geïdentificeerd, net als de producten der echte meesters, boven wie zij zich trouwens dikwijls verheven achten, en boven wie de menigte ze bij hun leven dik wijls verre verheft (zooals Lairesse tijdens zijn leven wereldberoemd was, een poos zelfs ver boven zijn tijdgenoot Rembrandt). Maar wat is er tégen zoo'n complete regis- treering? Zelfs zonder de schilderijen, beeld houwwerken enz. te verplaatsen zal een in schrijving per gemeente mogelijk zijn, zoo lang de auteurs van de werken nog leven. Voor de levende schilders zou dit nuttig zijn. Nog onlangs leurde iemand, die zich voor een onzer bekendste Nederlandsche schilders uit gaf, met vervalschingen, en hij kon dit ge makkelijk doen. Had bij Vincent van Gogh's leven een kunstwerken-register bestaan, Theo van Gogh zou zeer zeker de werken van den toen zoo onberoemden broer hebben doen in schrijven en waarmerken, en de affaire van de valsche van Gogh's had niet zooveel stof opgewaaid. De menschheid ware zekerder geweest omtrent haar onvervreemdbaren eigendom. Het spreekt, vanzelf, dat geen kunstenaar zou mogen verplicht worden, werk dat hij nog onder zich had, te laten registreeren. Menigmaal acht een artist een bepaald werk niet rijp genoeg om het te „erkennen". Dwang het te erkennen zou soms op betreu renswaardige wijze er toe leiden, dat de man zijn werk nog liever vernietigde. Is de kun stenaar gestorven, dan kunnen de erven be slissen, of de Staat. Nu zijn er echter niet alleen werken van levende kunstenaars in onze musea, bij de kunsthandelaren en in de particuliere ver zamelingen. Er zijn er duizenden, waarvan de schepper sinds eeuwen dood Is. En wat is daarvan echt? De Amerikaansclie „private galleries" zitten, naar uitstekende getuige nissen ons geleerd hebben, stikvol schijn- Rembrandts. simili-Vermeers van Delft en pseudo-DonatelIo-beelden De volkenbond zou een commissie van b.v. drie kunstkenners moeten benoemen, wier eerlijkheid internationaal is erkend, figuren als Nansen op zijn gebied was, en dezen zon den in de verschillende landen subcommissies kunnen instellen tot het garandeeren, na tuurlijk onder reserve, maar officieel, van de echtheid re oude schilderijen, beeldhouw werken. enz. Voor dien arbeid moest men liefst geen kosten in rekening brengen aan de eigenaars, al zijn ze nog zoo rijk. Lr elk geval geen kosten, indien de door dezen op gegeven kunstenaarsnaam door de commissie erkend werd. Maar zulk een internationale waarmerking zou dan ook liefst van den Volkenbond moe ten uitgaan, of van een andere, door de heele beschaafde wereld erkende instantie. De groote vereenigingen van beeldende kunste naars in alle landen zouden in deze zaak met vrucht kunnen voorgaan. Ja, mocht aan een internationale of zelfs nationale organisatie met officieel karakter niet kunnen worden gedacht, dan zouden landsgewijs hoogstaan de persoonlijkheden een registratie, als hier bedoeld is, kunnen in de hand nemen. Wil men het kunstwerk, hoewel een kind des geestes, niet de behandeling gunnen van de op het stadhuis ingeschreven „denkende" wezens? Zijn zij niet goed genoeg voor een „Burger lijke Stand"? Dan is er in de wereld van de stomme ma terie nog een parallel te vinden: wij begon nen dit opstel immers met tc herinneren aan den ijk van edele metalen, maten en ge wichten? Wie onzer, die ergens een zoogezegd gou den sieraad in handen neemt, of al is het maar een zilveren lepel, beziet niet de rijks merkjes, die erin gedrukt staan, en wie onzer is er onbekend mee, dat de gezellige koperen gewichten alle keurig gewaarmerkt zijn. en soms vele malen, door het Rijk? Nu zal men ook electrische meters en gasmeters enz. enz. gaan ijken. Zouden er geen keurmeesters denkbaar zijn, die formulieren invulden te zamen met de artisten, en aan deze artisten bewijzen achterlieten („merken") op. bij of in het kunstwerk, terwijl de keurmeesters zelf lijsten bijhielden van alle kunstwerken van hun ressort, gedateerd naar tijd van vol tooiing? Zelfs de koetjes en de kalfjes hebben ten onzent, en bijna overal trouwens in de we reld, hun Burgerlijken Stand, al is daarbij geèn afdeeling Huwelijken eerste, tweede en derde klasse. maar er is een afdeeling Ge boorten. daar komt het op aan en zou- dpn dan ook niet kunstwerken, die geestes kinderen, recht hebben op Geboorteregisters? Mr. W. ELAND. Inlandsche rechtszaken. meestal moord, doodslag, mishandeling of ook overspel of schaking. Jullie vindt het misschien erg onzedelijk of sadistisch dat ik het zeg, maar als ik zoo'n zaak in het regis ter zie staan, spits ik mijn ooren en vlas op sensatie en een aardige (pardon interessante) zaak. Maar dat valt hier ook meestal nog tegen, omdat de Socmbawarees moordt of schaakt, op dc meest prozaïsche gronden. Het was vroeger op Borneo heel wat interessanter: hier doorgaans alleen als je een Tlmorees of eentje van Flores of Soemba voor de groene tafel krijgt. Dan merk je zoo heel goed het verschil tussclien den flcgmatieken, ik zou haast zeggen beschaafden Islamiet (Maleier en wat dies meer heet) en den spontane, on- beschaafden Heiden. De Maleier steelt uit ge makzucht, luiheid of armoede; moordt alleen uit gemeenheid of slaat dood als hij niet an ders kan, of als hij eens, wat hoogst zelden gebeurt, door woede of wat ook. uit den plooi raakt. Hij schaakt of pleegt overspel omdat hem dat goedkoopcr uitkomt, or prettiger is. zonder kans op lichamelijk gevaar. Hij weet steeds dat wat hij doet. verkeerd is. maar hij overweegt dat dc eventueele straf, die hij misschien wel, misschien ook niet krijgt, ook wel weer tc overleven valt en nieL zoo heel erg is (gevangenisstraf is voor een Inlander geen schande). De Heiden, ik denk hier aan de Dajaks die ik zoo goed ken. en de Alfoeren die ik hier soms ontmoet, gaan alleen vol gens hun eigen redeneering te werk en ko men dan met die redeneering totaal in strijd met de wet en dus ook voor den rechter. Ste len doet de man heel weinig, alleen als het erg noodig is of als hij nu eenmaal een ge boren dief is. Maar laat ik een paar aardige gevallen vertellen (aardig in de beteekenis. waarop een dokter het over een heel interessante patient heeft). Hier had ik toevallig pas de zaak van een Heiden, afkomstig uit Floris, die hier al met een straf van 9 jaar wegens moord op zijn vrouw en kind van drie jaar zit en die in dien straftijd een „collega" met een waterpas zoolang op zijn mond sloeg, dat de man er aan stierf. De man, dien ik 5 jaar gaf heet Paree Rewo. De zaak zat zoo: hij was op transport hierheen met een twin tigtal gestraften cn ze sliepen in een kleine pendok. Paree had een infectie aan zijn voet, die hem pijn deed. Zijn buurslaple woelde schijnbaar in zijn slaap, trapte zonder het te weten tegen den zieken voet. Paree werd kwaad, nam een waterpas cn sloeg zijn slapie op den mond, die wilde afweren, maar Paree sloeg door, tot de ander zich niet meer ver roerde, toen nog een paar keer totdat het afgeloopen was cn wilde toen weer gaan sla pen. Maar door het lawaai waren de anderen wakker geworden, grepen hem cn bonden hem vast. Bij het onderzoek op de zitting had hij heclcmaal geen berouw. Ik dacht eerst nog dat hij misschien in plotselinge woede had gehandeld (je kan het je voor stellen, dat je in je slaap, plots pijn gedaan, gekke dingen doet) maar van die redenee- ring wilde hij niets weten. Hij vond wat hij gedaan had, totaal in orde, want zijn rede neering. zeer logisch voorgedragen, was als volgt: hij deed mij pijn, ik deed het hem dus ook. Hij deed het misschien niet met opzet, maar daar heb ik niets mee tc maken. Ik sloeg hem niet met opzet om hem dood te maken, maar dat hij nu dood is, daar heb ik nu weer niets mee te maken, dat is zijn zaak. Dat een ingeslagen mond heel wat erger is dan een trap tegen je zieken voet, dat was iets waar je volgens Paree geen rekening mee behoefde te houden. Pijn tegen pijn. met de gevolgen heb je niets te maken. Bij het on derzoek informeerde ik ook eens naar de re den waarom hij met die eerste 9 jaar was opgeknapt. Dat was omdat hij vrouw en kind had vermoord. „Hoe kwam je daartoe", vroeg ik hem en toen kwam ook weer eeti zeer lo gisch voorgedragen verhaal: „Kijk eens, toean, ik was getrouwd en had een kind. Toen ging ineens in de kampong het verhaal dat ik met een andere vrouw omging. Dat was niet waar, maar toch vertelden ze het. Daardoor was ik natuurlijk maloe (be schaamd) en zou nog erger maloe worden als mijn vrouw het wist. Daarom heb ik haar maar dood gemaakt, want dan komt ze die kletspraat nooit te hooren en maakt ze zich niet beroerd. En toen ik haar geparangd (pa rang is zwaard) had, dacht ik dat ik mijn kind ook maar moest dood maken, want haar moeder was immers dood en ik ging natuur lijk voor lang dc gevangenis in. Ik gaf het kind dus ook een klap met de parang- cn ging me bij de politie melden. Ik vroeg hem toen waarom hij zichzelf dan ook maar niet had afgemaakt, maar daar was hij het niet mee eens. Hij had immers niets verkeerds gedaan, alleen zijn vrouw en kind voor klets praat en soesah behoed en hij zou nu toch als gestrafte de plaats verlaten, dus geen last van praatjes hebben. Toen ik nog vroeg of hij geen spijt had, en of hij het niet beroerd vond dat zijn vrouw en kind nu dood waren, zei hij: neen spijt heb ik niet. want het was de beste oplossing, maar wel vind ik het jammer dat ze dood zijn. want ik hield heel veel van hen en had ze wel graag bij me gehouden, maar dat ging nu eenmaal niet. U ziet, als je zijn logische redeneering volgt, dan heeft hij volgens zijn zeggen, nog een goede daad verricht, nl. vrouw en kind narig heid bespaard cn die zelf overgenomen. Hij vond zichzelf dan ook een nette vent, wist ook wel dat hij het eigenlijk niet had mogen doen en zat daarom rustig zijn 9 jaar uit. En hoewel hij die 9 jaar ten volle verdiend heeft, kun je hem toch ook weer geen gc- meenc moordenaar noemen, want hij heeft er lang genoeg over gepiekerd en ging „vol gens zijn beste weten" te werk. Een volgend maal behandel ik ccn paar lichtere zaakjes.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 13