De hooge
EEN WONDERLIJKE
GELIJKENIS.
EEN NIEUWE "LONG" voor ile Staatsmijn Hendrik te Brunssum. Midden op de hei bij Nieuwen lianen, op een afstand van 5 K.M.
der mijn gelegen. is een ruim 3ÖU M. diepen (lichtschacht gebouwd ten behoeve der Iuchtvcrversching van de Staatsmijn Hendrik.
Links het rnachinegebouw. rechts de schachttoren.
KRASSE MAATREGELEN. Het Karl Liebknechthaus te Ber
lijn is bezet. Dc politie op weg orn haar bezettingstaak te
volbrengen.
OUD-MINISTER POSTHUMA opende Vrijdag te den Haag
het congres voor dc binnenvaart, uitgaande van. het comité
van actie inzaike liet wetsontwerp, houdende tijdelijke maat
regelen ter bevordering van een evenredige vrachtverdeeling
in de binnen-scheepvaart.
WAT ER NOG OVERGEBLEVEN IS. De laatste resten van de Indische, ten
toonstelling in het Westbroekpark te den Haag worden opgeruimd. Eenige beel
den staan nog eenzaam en verlaten temidden van den chaos van den afbraak.
GRAAF HELLDORF. die naar verluidt,
benoemd zal worden tot chef der Ber-
lijnsche politie.
EEN ERNSTIGE AUTOBOTSING heeft Vrijdagavond tusschen Halfweg en Haarlem op den
Haarlemmerweg plaats gehad, waarbij drie wagens werden vernield. Een persoon kwam om
liet leven. De wrakstukken van een der auto's.
FEUILLETON
Hit het Engelsch van
JOSEPH HOCKING.
(Nadruk verboden.)
„Dat Iaat zich begrijpen!" meende Trevor.
„Mijn broer Dick zeitrouwens altijd dat je in
den grond een goede kerel was."
„Wat voert Dick tegenwoordig uit, vroeg
Endellion.
„Dick? Die is getrouwd met de dochter
van den ouden Beeson?"
„Wat Beeson van Blackdown?"
PreciesJa, die heeft gauw zijn weg
gevonden; heeft twee jongens en is de groo-
Piet in zijn omgeving."
Wat een geluksvogel!"
„We hebben ons wel eens ongerust over
tiem gemaakt, omdat hij nooit last had van
overmaat van hersens enfin dat weet je-
■elf. en nubij de volgende verkiezingen
oal hij wel in het parlement komen voor
lijn district".
„Je meent het niet".
„Dat is zoo zeker als iets. En zijn land
bouw bedrijf floreert ook buiten-gewoon
hy maakt het werkelijk schitterend. En dan
te bedenken dat lui met tienmaal zooveel
verstand als Dick, het niet hebben kunnen
bolwerken. Het is zooals ik zei, het kan raar
loopen in de wereld.
Neem jezelf nu maar eens als voorbeeld.
Je ging uit Oxford weg omdat nu ja, laten
wc maar zeggen, omdat je niet goed in het
gareel kon loopen en nu ben je op weg naar
ingeland als eigenaar yan een van de mooi
ste en rijkste landgoederen van Devonshire.
Gesteld dat je gestorven was of dat bericht
van de courant was je nooit onder de oogen
gekomen, dan...."
„Dan zouden oom Arthur en zijn zoon al
les gekregen hebben".
„Juist. Zoo zie je hoe 'n kolossale rol toe
val of geluk of hoe je het noemen wilt, in het
leven van den mensch speelt. We hadden
het net over lui, die het tegengeloopen is.
Daar heb je bij voorbeeld dien beklagens-
waardigen Endellion, de zoon van dien vent.
die.... Enfin, je zult het je wel herinneren,
dat moet zich afgespeeld hebben, kort voor
dat je uit Engeland wegging. Tusschen haak
jes, kende jij den jongen Endellion?"
„Oppervlakkig.... ik heb hem een paar
maal ontmoet."
Endellion's stem klonk volkomen rustig en
de hand waarmee hij een sigaret aanstak,
beefde niet. Toen ging hij voort: „Wat is er
van hem terecht gekomen?"
„Ik weet het niet. Er wordt beweerd dat
hij dood is. Ja, een verschrikkelijke geschie
denis was dat. Hij moet zeldzaam begaafd
zijn geweest. Zeg, hij leek een beetje op jou."
„Dat zeiden ze meer. Maar als ik me goed
herinner was hij bleek en mager".
„Ja, maar Dick beweerde altijd, dat hij
een stalen constitutie had 'n taaie pezige
knaap. Hij maakte niet zoo'n forschen,
krachtigen indruk als jij nu doet, maar dat
neemt niet weg, dat er toch een gelijkenis
tusschen jullie was. Maar als je van pech
spreekt, die jongen heeft pech gehad.
Leefde in de overtuiging dat hij de zoon van
een millionair was en de schitterends-denk
bare vooruitzichten had en toen
„Toen barstte de bom en was de gewaande
millionairszoon een verstootene, een melaat-
sche".
Het werd zonder een zweem van bitter
heid gezegd, met een soort van medelijdende
noodzakelijkheid, als betrof het inderdaad
een wildvreemde.
„Het was natuurlijk ontzettend hard",
sprak Trevor verder, „maar wat .was er aan
te doen? De vader bleek de grootste schooier,
die ooit Engeland onveilig had gemaakt. En
dat had vanzelf tot gevolg, dat de zoon met
een onmogelijk was gewordende men-
schen konden hem toch niet meer bij zich
thuis ontvangen of op publieke plaatsen in
zijn gezelschap gezien worden. Bovendien
bezat hij geen penny meer. geloof ik."
„Neen. hij schijnt niets uit den brand te
hebben kunnen redden", verklaarde Endel
lion. Zijn gezicht bleef onbewogen gedu
rende dit gesprek door niets verried hij
ook maar de minste emotie. „Maar hoe dan
ook, het was hard voor hem".
„Zeker, maar niemand die het verhelpen
kon. Hij koos de wijste partij en verdween
van het tooneel. Zei je niet dat hij dood
was?"
„Ik hoorde zooiets vertellen ergens
venveg gestorven. Het zou misschien maar
het gelukkigst voor hem zijn, als het waar
was. Wanneer je zooiets verschrikkelijks
doorgemaakt heb als hij. moet de dood een
uitkomst voor je wezen".
„Maar op hemzelf was toch niets aan te
merken, voor zoover ik weet."
„Neen. maar met een naam als de zijne en
met zoo'n vader
Een poosje rookten de beide mannen zwij
gend hun sigaret.
Endellion had een zware pijnlijke vuur
proef doorstaan, maar in zekeren zin gaf
deze foltering hem een gevoel van voldoe
ning. Hij was in staat geweest over zichzelf
te praten als over een ander. Hij was ge
waar geworden, hoe een vreemde over hem
dacht en hij betrapte zich erop dat ondanks
zichzelf, zijn comedie hem een grimmig ge
noegen verschafte.
Eindelijk verbrak Trevor de stilte. „Zin in
een whiskey-soda?"
.Neen, dank je. Ik drink geen druppel
meer."
De ander keek hem enkele oogenblikken
onderzoekend aan.
..Ik kan 't me gewoonweg niet voorstellen,
Dulverton", zei hij toen.
„Wat kun je je niet voorstellen?"
„Die reusachtige verandering in jou. Maar
ik twijfel niet of je zult hec onder deze om
standigheden uitstekend kunnen stellen op
Dulverton Manor."
„Ik hoop hetik zal me alleen den eer
sten tijd wel vreemd voelen."
„Dat spreekt vanzelf", gaf Trevor toe.
De reis verliep verder zonder eenige bij
zondere gebeurtenis.
Trevor had aan verschillende passagiers
verteld, dat zijn vriend naar Engeland terug-
rensde om als erfgenaam het bezit van een
prachtig landgoed in Devonshire te aanvaar
den en dit weldra algemeen bekende feit,
gevoegd bij zijn persoonlijke eigenschappen,
maakte Ralph Endellion buitengewoon popu
lair aan boord en toen de boot tenslotte
Plymouth «aderde, klonk van alle kanten te
leurstelling, dat hij besloten had daar reeds
de „Queen Victoria" te verlaten.
Op een avond in het begin van April,
stoomde het schip de haven van Plymouth
binnen. Toen Endellion uit Australië vertrok
ken was, was het daar midden-zomer ge
weest en door naar Engeland te reizen was
hij den winter ontvlucht en hij kwam in een
van de lieflijkste streken van zijn geboorte
land in den lief lij ksten tijd van het jaar. Het
was een vroegen lente dat jaar en ofschoon
de jongeman zich diep doordrongen voelde
van het bewustzijn, dat zijn thuiskomst ver
re van ideaal was, kon hij toch een gewaar
wording van vreugde niet onderdrukken,
toen hij het waas van 'n jong. teer groen zag
dat over de heuvelen en dalen gespreid lag.
Zoo moesten de uitgestrekte gronden van
Dulverton eruit zien stelde hij zich voor;
toen verloor hij zich in gepeins over zijn
verdere plannen en vroeg zich nieuwsgierig
af. waarop dit alles tenslotte zou uitloopen.
Ralp Endellion's verzoeking was verre van
licht. In zijn hart woonde bitterheid tegen de
wereld. Hij was, volmaakt onschuldig van
zijn geboorteland verdreven. Hij had, met
inspanning van al zijn krachten geworsteld,
om den smaad uit de wisschen, die aan zijn.
naam kleefde maar het was vergeefsch ge
weest. En nu was er een kans op zijn le
vensweg geworpen, zooals een man er zelden
een krijgt. Nog steeds weigerde hij om die
kans te grijpen, maar zijn verlangen om
het te doen, groeide met den dag, mis
schien had Trevor's houding tegenover hem
grooter invloed op zijn gemoedsgesteldheid
gehad dan hijzelf dacht en door hetgeen dat
hij, na het gebeurde met zijn vader, van zijn
medemenschen te verduren had gehad, was
zijn moreel onderscheidingsvermogen min
der scherp geworden. Hij verlangde wraak op
een wereld die hem schuldeloos zoo had la
ten lijden, verlangde ook de poorten van
den tempel der levensvreugde, die al die ja^
ren voor hem gesloten waren geweest, weer
binnen te gaan. En Devonshire leek een
aardsch paradijs, toen de „Queen Victoria"
dien lenteavond de historische haven bin
nenliep. Lichte, donzig blanke wolkjes dreven
aan den blauwen lucht en de vroolijke voor
jaarszon zette alles in gouden gloed. Hij
kwam thuis
Met Ralph Endellion gingen verscheidene
passagiers in Plymouth van boord, maar hij
was de eenige die daar bleef overnachten.
Allen, behalve Trevor namen zij den express
naar Londen en laatstgenoemde ontdekte
tot zijn blijdschap, dat er een lokaaltreintje
reed. dat hem nog laat in den avond zijn
woonplaats zou doen bereiken.
„Ik kom je eens gauw opzoeken", zei hij bij
het afscheid tot Endellion. „Je zult van harte
welkom zijn." luidde het antwoord.
Toen hij alleen was in zijn hotelkamer, las
Ralph alle papieren van Dulverton nog eens
door. Niet dat dit noodig was; toen hij
Australië verliet, kende hij ze vrijwel uit
het hoofd. Hij was niet bang, dat hij zijn rol
niet zou kunnen spelen en hij had in dat
opzicht bovendien heel veel gehad aan zijn
lange gesprekken met Horace Trevor, want
deze kende Dulverton Manor sinds zijn prille
jeugd en had hem onwillekeurig met allerlei
bijzonderheden op de hoogte gebracht.
.(Wordt vervolgd.);