DE MOTIE DROP VERWORPEN.
EERST VRIJDAG EEN
ONTMOETING?
In en om Genève.
STA TEN-GENERAAL
HAARLEM'S DACBLAD
8 Februari.
De gcheele vergadering van vandaag is nog
gewijd geweest aan het gebeurde met de
Zeven Provinciën.
We kunnen niet zeggen, dat alles van het
gesprokene even belangrijk was. Men begrijpt
dat sommige figuren van de mogelijkheid om
te spreken hebben gebruik gemaakt om hun
staatkundige wenschen te uiten en zich heel
vèr gingen verwijderen van hun basis: de in
terpellatie-Drop en de regeeringsverklarlng.
Haast nog verder dan 'de Zeven Provinciën
van haar basis.
Onder deze categorie van sprekers rang
schikken we allereerst de heer Kersten
(St. G.) Deze woordvoerder heeft maar heel
weinig over interpellatie en muiterij gespro
ken. zich alleen aangesloten bij de regeerings-
verklaring, welke onvoorwaardelijke overgave
eischte. Verder sprak de heer Kersten over
Curacao en gouverneur Fruytier, over het
vloeken op de vloot, over den helschen geest
der revolutie, welke bij den Marinebond
heerscht" en verwachtte alleen heil. wanneer
ons volk zich opnieuw fundeeren wilde op
„het fundament der hervorming.
Ook de heer Wijnkoop hield voornamelijk
politïek-communlstische betoogen. Dat de
heer Wijnkoop de verdediging van Dr.
Deckers niet bevredigend vond. stond reeds
van te voren vast. Z.i. was het onmogelijk,
mot wat voor maatregelen ook, de beweging
op de vloot tot „afwerping van het imperia
listische juk" tegen te gaan. Zooals het ook
op de Engelsche vloot rammelt, zoo zal de on
geregeldheid op de Nederlandsche vloot de
inleiding zijn van het in elkaar storten der
beide wereldrijken. De heer Wijnkoop hekelde
voorts iedereen en allemaal de heer Colijn
moest het ontgelden, de heer Cramer en heel
de S.D.A.P. Den heer Albarda nam hij het
kwalijk, dat deze heeft gezegd, dat de Zeven
Provinciën natuurlijk weer moet terugkeeren
onder het gezag der meerderen. Hij vroeg van
het schip wat anders, had gehoopt, dat ook
op de Java de roode vlag was geheschen.
Het. is wel zonder meer duidelijk, dat de
voorzitter der Kamer den heer Wijnkoop
meer dan eens tot de orde heeft moeten roe
pen. Menigmaal overschreed de heer Wijn
koon niet alleen de grenzen van het parle
mentair toelaatbare, maar zelfs de grenzen
der beschaving.
De heer de Visser was vandaag een trouw
kameraad. Hij heeft 't bij den aanvang der
vergadering zoo bont gemaakt, dat hem zelfs
het woord ontnomen is geworden. De com
munistische afgevaardigde namelijk wensch-
te oogenblikkelijk aan de interpellatie-Drop
heel het regeeringsbeleid in Indië aan de
orde te stellen om dat te bespreken, niet bij
de begrooting, piaar bij wijze van interpel
latie.
De voorzitter stelde voor, dat verzoek niet
in te willigen. De heer de Visser reageerde,
door bij herhaling den voorzitter te verwijten,
dat deze niet loyaal en royaal optrad, dat
deze zelfs van zijn positie gebruik maakte om
partijdig te zijn. om de rechten der minder
heden te onderdrukken. Die overigens on
houdbare en volslagen onjuiste opmerkingen
kon de president natuurlijk niet toelaten, die
den communist deswege dan ook driemaal
tot de orde riep. Toen ging de heer de Visser
den arbeiders tot verzet aansporen. De pre
sident liet opruiende taal niet toe. En toen de
communistische afgevaardigde zeide: ..ik zal
daarmede voortgaan, ik ben een beroeps
opruier", toen moest de president hem wel
het woord ontnemen.
De Kamer stelde zich met 75—2 stemmen
naast den president in het afwijzen van het
interpellatieverzoek der communisten.
Ook de hoeren Peereboom (H.G.Sen
Floris Vos 'M.P.i spraken. De eerste om te be
toogen. dat de krijgstucht noodig is op de
vloot, de tweede om de regeering beleid in
rust aan te bevelen. Twee redevoeringen, die,
aan het slot gesproken, vrijwel overbodig
waren.
De heer Cramer (s. d.> was de eerste der
sprekers, die het woord hebben gevoerd over
de Interpellatie-Drop. De heer Cramer sprak
een persoonlijk woord wij behoeven niet
te zeggen, dat elke redevoering, van welke
zijde zij ook kwam, door interrupties werd
onderbroken: het was een buitengewoon ru
moerige middag.
De heer Cramer moest een persoonlijk
woord spreken, wijl de heer Knottenbelt ge-
critiseerd had de woorden van instemming,
welke de heer Cramer had doen hooren op
de vergadering van Zondag in Odeon in den
Haag. woorden, welke van harte instemden
met wat er uit Indië was vernomen. De heer
Cramer zeide nog steeds geen spijt te heb
ben van wat hij heeft gezegd op den laatsten
Zondag, zeide er verheugd over te zijn. dat
blijkbaar het Indische volk onder het Neder
landsche juk uit wil. het volk. dat hem na
staat. Toen hierop rumoer ontstond, zeide Ir.
Cramer, dat rumoer niete te begrijpen, wijl
hij heel wat voor dat'volk heeft gedaan.
De heer Cramer, en de heer Albarda ook.
hebben uitgesproken dat zij dc verklaringen
der regeering over dc salariskortingen aller
minst bevredigend hebben gevonden. Vooral
de heer Albarda zette uiteen, dat de regee
ring had kunnen, maar ook had moeten
voorzien, dat hare telegrammen en die van
den vlootvoogd verkeerd zouden worden op
gevat.
De heer Cramer, en dc heer Albarda ook,
maar vooral de laatste heeft gewaarschuwd
tegen een Hetze, welke hij ln ons land en in
Nedcrl. Indië zich ziet aftcekcnen. De heer
Albarda sprak van gezagsfanatisme en na
tionalistische arrogantie. Beiden ook hebben
de regeering gewaarschuwd voor de geest in
Nederlandsch Indië. Beiden hebben gewaar
schuwd voor scherpe daden tegen dc schepe
lingen van de Zeven Provinciën, zooals zij die
hadden gelezen in de uitspraken van den
heer Colijn. die de Zeven Provinciën met een
torpedo maar direct naar den bodem der zee
wilde zenden. Alle menschen, schuldigen en
onsehuldigcn moesten dus maar opgeofferd
worden. De hecren Cramer en Albarda vrees
den. dot de regeering diezelfde richting uit
wil met haar verklaring, dat de menschen
d° 7even Provinciën zich hebben over te
\m op genade of ongenade. Maar vooral
- tton beiden zich tegen den heer Colijn
.1 rjn torpedo.
DONDERDAG 9 FEBRUARI 1933
Dr. Colijn is ook aan het woord geweest,
heel kort, om uit te spreken, dat hij zulk een
uiterste middel alleen „desnoods" zou willen
toepassen, dus eerst na dat andere pogingen
zijn gedaan.
In denzelfden geest sprak ook Mr, Boor»,
(lib.) Deze begreep niet, dat de heer Albarda
had gezegd, dat de regeering en andere groe
pen „bloed wilden zien". Dit achtte de heer
Boor, dwaasheid. Hij kon 't niet anders zien,
dan dat de regeering wel moet eischen, dat
de muiters zich overgeven op genade en on
genade. En ook de v. d. Marchant zeide, dat
de regeering er niet aan denken kan te ab-
dlceeren, zij moet het gebeurde blijven be-
heerschen. Bij het zoeken naar middelen
echter zal zoo luidde beider oordeel het
uiterste moeten worden gedaan om zoo eenigs
zins mogelijk bloedvergieten te voorkemen,
al zal volgens Mr. Boon bij eenige
noodzakelijkheid daartoe voor een krachtige
daad niet moeten worden teruggeschrikt. De
heer Marchant echter wilde in ieder geval
niets weten van „dc torpedo" het gebruik
daarvan keurde hij ten eencnmale af. Der
gelijke uiterste middelen kunnen ook zeer
wel vermeden worden. Wanneer de Zeven
Provinciën eenmaal is geisoleerd, dan kan
betoogde de v. d. leider 't niet lang
meer duren, of het schip zal zich zelf over
geven. De heer Marchant zou een bezoek van
den commandant aan zijn schip het meest-
juiste achten.
De minister van Defensie heeft natuurlijk
ook uitgesproken, dat. wanneer 't eenigszins
mogelijk is, tot het ultimum remedium niet
zal worden overgegaan. Hij gevoelde groote
vyaardeering voor de woorden van den heer
Aalberse (r.k.) welke vroeg om zoowel kracht
als beleid. „Niet alleen kracht als de
scherpslijpers en de krachtpatsers, maar ook
niet alleen het beleid dergenen, die reeds
thans clementie gaan pleiten voor degenen,
die nu nog altijd voortgaan misdrijf te
plegen.
De heer Albarda (s.-d.) heeft gezegd, dat
de Zeven Provinciën weer onder het gezag
der regeering moet terugkeeren. Dat achtte
hij natuurlijk Maar dat de heer Albarda
niet, als andere afgevaardigden, een woord
van ernstige afkeuring voor het gebeurde
deed hooren, was door verschillende dier af
gevaardigden (de heeren Boon (lib.) en Mar
chant (v.-d.) met name) met leedwezen ver
nomen. De heer Boon begreep dat wel
wanneer hij op de s.-d. pers lette, welker ver
bod hij zeer wel verstaan kon.
De minister heeft dat verbod ook nog eens
verdedigd met het uitspreken van zijn ver
wondering over de S.D.A.P. Deze partij, haar
blad dus ook, is er toch op uit anti-militai-
ristische propaganda te voeren? Is het dan
zoo verwonderlijk vroeg Dr. Deckers dat
deze actie op 'n moment zoo sterk wordt, dat
de eerste beginselen van wat krijgstucht is,
zich er tegen verzetten?
De discussies over het gebeurde met dc
Zeven Provinciën werden natuurlijk gehan
dicapt door het feit, dat voldoende gegevens
nog absoluut ontbreken. Heel veel werd ge
sproken over mogelijkheden over de hou
ding der officieren, over die van den com
mandant. waarvan wordt medegedeeld, dat
hij zelfs politioneel voor onlusten was gewaar
schuwd maar alle afgevaardigden, die hier
over spraken, zeiden toch ook. dat er thans
geenerlei zekerheden zijn. De heer Aalberse
(r.-k.) wilde dan ook met het critiek oefenen
wachten tot duidelijk is geworden, hoe alles
zich heeft toegedragen. Dc heer Aalberse
wenschte niets te zeggen, dat op mederegee-
ren zou wijzen. Maar wanneer alles bekend
is, dan ook publiceeren.
Intusschen heeft de minister van Defensie
wel gezegd, dat wanneer inderdaad de com
mandant der Zeven Provinciën niet juist is
opgetreden, wanneer hij gewaarschuwd ge
weest is, maar deze waarschuwingen heeft
in den wind geslagen, deze houding inder
daad afkeuring verdient, wat dan natuurlijk
ook zijn consequenties hebben zal.
Maar de minister wilde ook geenerlei defi
nitief oordeel uit spreken alvorens hij kennis
nemen kan van de feiten.
De heer Albarda achtte 't zeker niet on
mogelijk. dat de houding der officieren de
muiterij gemakkelijk tot uitvoering hebben
doen komen.
De heeren Cramer (s.-d.), Drop (s.-d.), Al
barda (s.-d.) en Marchant, (s.-d.) meenden,
dat de houding van den minister tegenover
het C.A.MB.O. niet geweest is. zooals zij had
moeten zijn, veel te hooghartig. De minister
begreep die uitspraak niet. Hij had telkens
weer de marinemannen recht gedaan. En uit
de briefwisseling over de audiëntie, die hij
het C.A.M.B.O. had toegestaan Is ln geen en
kel opzicht, naar 's ministers gevoelen, ge
bleken, dat het zich gegriefd toonde. Wat
ook niet mogelijk zou zijn meende de be
windsman. Dat zij den minister bepaalde
medodeelingcn over onrust ln Indië te doen
hadden, kon de minister zich niet, indenken,
wijl zij zulke mededeelingen te doen hebben
oogenblikkelijk en los van een audiëntie, zoo
dra dat mogelijk is.
De minister kon 't, allerminst eens zijn met
Dr. Colijn, dat de vloot onbetrouwbaar is. Er
zijn onbetrouwbare elementen, de meerder
heid is anders, zeide Dr. Deckers. Rigoreus
wil de minister niet optreden, maar die ele
menten wier hart meer trilt, volgens „de Voor
uit", bij het hooren der Internationale, dan
bij het hooren van het Wilhelmus, die in hun
vuistje lachen, wanneer anderen muiten, die
kan de minister niet achten thuis te behoo-
ren bij de Nederlandsche Marine.
Dc heer Marchant (v.-d.) achtte de ver
klaringen der regeering niet geheel bevredi
gend Inzake de salariskwestie de heeren
Colijn, Aalberse en Boon, daarentegen wel.
Toch had ook de heer Marchant geen behoef
te aan de motie-Drop: zulk een eenzijdige
uitspraak wees hij af.
Hiermede was het lot van de motie-Drop
bezegold. Zij viel met 5320 stemmen. Alleen
S.D.A.P. en Comm. stemden voor een uit
spraak van onbevredigd zijn.
Morgen de nieuwe indeeling der rechts
gebieden volgens dc agenda.
INTIMUS.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
STEUNZOLEN
naar den voet gevormd
Dr. Scholi's methode
vanaf f 4j80
per paar.
HUIZING'S
Schoenenmagazijn
CROOTE HOUTSTRAAT 42—44
Trefpunt zou Straat Soenda zijn.
Men verlangt naar rust in Indië.
Het laatste Aneta-bericht van Woensdag
over de positie van „De Zeven Provinciën"
luidt, dat het schip langs het eiland Sipora
vaart.
Een officieel communiqué meldt, dat de
„De Zeven Provinciën" om zeven uur v.m.
zich bevond ten Westen van de Zeebloem
straat. Het schip vaart met een snelheid van
zeven knoopen.
De mogelijkheid dat het schip de haven
van Padang binnen zal varen wordt praktisch
uitgesloten geacht.
„Gouden Leeuw" bij de
achtervolgers.
BATAVIA, 8 Februari (Aneta). Het eskader
dat, onder commando van den eskadercom
mandant ter zee M. H. van Duim, „De Zeven
Provinciën" tegemoet vaart, is op weg naar
Tandjong-Priok.
De „Erïdanus" zet de achtervolging van
„De Zeven Provinciën" voort. De mijnenleg-
ger „Gouden Leeuw", welke hedenorgen Pa
dang heeft verlaten, heeft zich bij de „Eri-
danus" gevoegd. Voorbereidingen worden ge
troffen om vliegtuigen naar het Westen te
concentreeren.
Commandant van de kruiser „Java" is de
kapitein ter zee J. T. A. J. Bruinsma.
Groepscommandant van de torpedobootja-
gers, tevens commandant van de „Evertsen"
is de kapitein-luitenant ter zee Doorman,
commandant van de „Piet Hein" is de luite
nant ter zee der eerste klasse J. M. de Mees
ter.
Aldebaran kon niet verder.
PADANG. 8 Februari (Aneta). De „Aldeba
ran" is heden om 11 uur 45 v.m. in Emmaha-
ven aangekomen. Het schip had slechts twee
derde der bemanning aan boord. De beman
ning was zeer vermoeid, daar zij 2 1/2 dag
onafgebroken in touw is geweest. De proviand
raakte op, het personeel werd op rantsoen
gesteld.
De te Koetaradja achtergebleven beman
ning van „De Zeven Provinciën zal worden
overgebracht naar Batavia.
Loyaliteitsbetoon aan tie
Koningin doorgegeven.
Aneta seinde verder aan de bladen:
BTAVIA, 8 Febr. De G. G. heeft officieel de
betuigingen van loyauteit welke o.a. voor het
paleis van den G. G. en op het Waterlooplein
zijn afgelegd aan de Koningin overgebracht.
Steeds meer betuigingen
van trouw.
DJEMBER. 8 Febr. Op een spontaan door
Vaderlandsche Club en Indo-Europeesch Ver
bond bijeengeroepen en gisteravond gehou
den vergadering werd besloten den G.-G. het
volgend telegram te zenden: „De ingezetenen
van Djember betuigen hun aanhankelijkheid
aan het Nederlandsch vorstenhuis. Gedachtig
aan het devies „Je Maintiendrai", spreken zij
hun volle vertrouwen uit in het beleid van
Uwe Excellentie". Men eischte in de vergade
ring de meest krasse maatregelen.
BANDOENG. 8 Febr. Te Bandoeng is een
aanhankelijkheidsbetooging georganiseerd.
Daarna woi'dt een fakkeloptocht geformeerd,
welke met militaire muziek naar het huis van
den resident zal gaan, waar een schriftelijke
betuiging van aanhankelijkheid zal worden
overhandigd.
Aan dit plan is adhaesie betuigd door het
Indo-Europeesche Verbond, de Indisch Katho
lieke Partij, de Christelijk Staatkundige Par
tij. den Politiek Economischen Bond, den Ned.
Indischen Plantersbond, de Vad. Club, en an
deren.
Ook te Malang en Padang was Woensdag
avond een loyaliteitsoptocht georganiseerd.
Aspirant-Van Speijck.
BATAVLA. 8 Febr. Verschillende regeerings
organen ontvingen bewijzen van medeleven
van de burgerij, o.a. van een achterkleinzoon
van Van Speijck. die gaarne in de gelegenheid
wordt gesteld den naam van zijn voorvader
in do geschiedenis te doen herleven.
In den Volksraad worden de belangrijke
financieele debatten overschaduwd door de
gebeurtenissen op zee.
Inheemsche tegen-
demonstraties.
BATAVIA, 8 Febr. (Aneta) De voorberei
ding vindt plaats van Inheemsche demon
straties. De nationaal-Indonesische padvin
derij roept de aangesloten padvinders op voor
een openbare demonstratie op 12 Februari
a.s. ter herdenking van den sterfdag van Dipo
Negoro.
Iemand, die desbetreffende roode pam
fletten op het Waterlooplein trachtte te ver
spreiden, werd door het publiek verwijderd.
Ook te Bandoeng zijn roodgekleurde pam
fletten van de Partai Indonesia rondgedeeld.
In deze pamfletten wordt aangekondigd dat
op 12 Februari a.s. een openbare vergadering
zal worden gehouden om ..de maag van het
proletariaat te verdedigen".
Buitenlandschc communisten
verheugen zich.
In het Handelsblad lezen wij:
Dc gebeurtenis in Ncd.-Indic besprekend,
schrijft de communistische „Humanité", dat
de beweging van de inlandsche matrozen
slechts één der aspecten is van de ontevre
denheid onder de „Indonesische" bevolking.
„Dit verklaart den wil van de regeering ze
te onderdrukken nadat zij reeds in 1927 den
opstand in Indië in bloed gesmoord heeft".
„Op 't oogenblik", vervolgt het blad, „de
roemrijke traditie volgend van de matrozen
van de „Potemkin", van de zeelieden van de
„Zwarte Zee", van de Engelsche matrozen
van de „Invergordon", die anderhalf jaar
geleden dagen lang de baas over hun schip
gebleven zijn, staan de „Indonesische" ma
trozen aan de spits van den strijd tegen de
vermindering van de salarissen en vormen
zij het eerste gelid in den strijd van het „In
donesische" volk tegen het Hollandsche
imperialisme.
„Laten wij hen krachtig steunen door over
al adressen van sympathie voor hen te doen
aannemen en protestmoties tegen de Hol
landsche regeering, om deze te verhinderen
haar misdadige plannen tot het bombar
deeren van het opstandige schip uit te voe
ren".
„Die Rote Fahne" van Woensdag bevat
een uitvoerig bericht omtrent de muiterij op
„De Zeven Provinciën".
Een feit is. aldus het blad, dat onze Ne
derlandsche broederpartij, gedachtig aan
haar grootschen plicht betreffende het be
vrijden van de door het Nederlandsche im
perialisme onderdrukte koloniale volken
reeds sedert jaren in leger en vloot een
moedige anti-militaristische activiteit aan
den dag legt. Deze geweldige muiterij zal
niet alleen den bevrijdingskamp der onder
drukte volken inluiden, doch bovendien den
strijd der uitgebuiten en onderdrukten der
geheele wereld tegen kapitalisme, en im
perialisme een geweldige impuls geven.
In België, waar men den laatsten tijd
zooveel last heeft met dienstweigering en
insubordinatie als gevolg van de propagan
da van sociaal-democraten en communisten
onder de troepen, volgt men natuurlijk met
gespannen belangstelling het verloop van de
muiterij aan boord van „De Zeven Pro
vinciën. De berichten over de achtervolging
van het muitende oorlogsschip nemen in de
Belgische bladen een ruime plaats in, maar
tot dusver heeft, tot zoover wij kunnen na
gaan. geen hunner commentaar op het ge
val geleverd.
De eenige uitzondering vormt de sociaal
democratische „Volksgazette" die Woensdag
morgen een hoofdartikel aan de quaestie
wijdt onder den titel: „De diepere gronden
van de gebeurtenissen op „De Zeven Pro
vinciën".
Als deze diepere gronden noemt zij eeuwen
lange onderdrukking, koloniale reactie, uit
buiting, politieterreurs enz.
Waar kwam de
Eridanus vandaan?
Waar de Eridanus zoo gauw vandaan
kwam om de Aldebaran te vervangen ver
klaart een lezer van het Handelsblad met
de mededeeling, dat dit vaartuig te Padang
in station ligt (zooals de Aldebaran te Oleh-
leh) en daar ter beschikking is van den re
sident van Sumatra's Westkust.
Gezagvoerder van de Eridanus is de heer
J. C. Lagaay, destijds commandant van de
Zeemeeuw, (zusterschip yan de eveneens om
geslagen Krakatau), toen dat schip in het
voorjaar van 1928 in het Westervaarwater
van Soerabaja kapseisde.
De in den wind
geslagen raad.
De nieuwe Rotterdamsche Courant zou de
juistheid van de mededeeling over de in den
wind geslagen waarschuwing aan den com
mandant tijdens het feest in de sociteitë te
Oleh-leh het liefst in twijfel trekken. Ze
is echter met zooveel bijzonderheden toege
licht, dat men haar wel als juist moet aan
nemen, schrijft het blad.
De Deli Courant, waarvan ze afkomstig
is. heeft, in Atjeh goede verbindingen en
zij is het ook geweest, die de eerste nadere
bijzonderheden omtrent het op De Zeven
Provinciën voorgevallene heeft gemeld.
„De waarschuwing als feit aannemende,
kan onze eerste indruk niet anders zijn dan
dat de houding van den commandant vol
komen onverantwoordelijk is geweest en
hij in dezen troebelen tijd daarmede in elk
geval rekening had behooren te houden.
De waarschuwing kan den commandant
tijdig genoeg hebben bereikt. Ze is ongeveer
twee uur ontvangen vóór het uitgaan van
de lichten aan boord, hetgeen om 9 uur ge
schiedde, waarna om 10 uur De Zeven Pro
vinciën wegvoer".
Afstanden grooter
dan men denkt.
Over de afstanden in Indië, die het nood
zakelijk maken, dat verscheidene dagen voor
bij gaan, voor men actief kan optreden,
doch waarvan velen hier geen voorstelling
hebben, geeft de N.R.C. de volgende bij
zonderheden:
Oleh-leh, vanwaar De Zeven Provinciën
zee heeft gekozen is ongeveer het Noordelijk
ste punt van het eiland Sumatra en ligt op
5.4 gr. N.B. en 95.10 gr. O.L. van Greenwich.
De kruiser Java en de beide torpedobooten
bevonden zich op 't oogenblik dat de muiterij
plaats greep, ergens ten Zuiden van Celebes,
d.i. dus ten minste op 120 gr. O.L. en 5.5 gr.
Z.B. Zet men deze afstanden uit op de kaart
van Europa en kiest men voor het meest
Noordelijke en Westelijk punt Amsterdam,
dan heeft men het meest Oostelijke en Zui
delijke punt te zoeken ergens in..de Zwarte
Zee.
Het eiland Sumatra, waarlangs thans de
Zeven Provinciën zich, langs den buitenkant
van de daarvoor gelegen eilanden, voortbe
weegt, strekt zich van Noord naar Zuid ge
meten uit tusschen ongeveer 11 breedtegra
den, d.i. dus over een afstand op de Euro-
peesche kaart gemeten, van Amsterdam tot
een punt in de Middellandsche Zee ten Wes
ten van Sardinië.
De Zeven Provinciën die Woensdagochtend
om 7 uur tegenover de Zeebloemstraat ge
signaleerd werd, heeft, om dezen afstand
ongeveer de helft van de kustlengte van
Sumatra af te leggen bij een vaart van
8, daarna 7 knoopen, '2 etmlaen en 9 uren
noodig gehad.
Bovenstaande globale berekeningen geven
bovendien eenig begrip van de moeilijkheden
der gezagshandhaving ln een eilandenrijk,
dat de oppervlakte heeft van een continent.
Snel optreden verlangd.
De speciale correspondent van de Tele
graaf telefoneert uit Batavia, dat de span
ning er toe neemt, naarmate de ontknooping
nadert. Tevens neemt onder de Europeesche
bevolking het verlangen naar een snel en
krachtig optreden toe.
Men verwacht Vrijdag een ontmoeting wel
ke zich dan vermoedelijk bij Straat Soenda
zal afspelen.
Men zou gezamenlijk willen ageeren, met
de vliegmachines, de torpedobooten en den
kruiser, zoodat de muiters zich zullen bevin
den tegenover een gesloten front met ge
vechtseenheden van uiteenloopenden aard.
Een gerucht omtrent een ultimatum dat
gesteld zou zijn, is onjuist.
Het gouvernementsvaartuig ..Eridanus",
dat inplaats van de „Aldebaran" de achter
volging voortzette van De Zeven Provinciën",
is thans op zijn beurt vervangen door de
„Orion".
Ontroering te Batavia.
De correspondent vervolgt:
Geheel Batavia is nog diep onder den in
druk van de grootsche spontane betuiging
van loyaliteit aan het Nederlandsche gezag
en van aanhankelijkheid aan het Vorsten
huis, die Dinsdagavond voor het paleis van
den goudverneur-generaal heeft plaats ge
had. De geweldige ovaties, die den Land
voogd werden gebracht als vertegenwoordi
ger van de Koningin hebben niet nagelaten
diepe ontroering teweeg te brengen. De woor
den van trouw en aanhankelijkheid, die door
de leiders der partij zijn gesproken vinden
allerwege instemming.
Men meent voorts, dat de muiters er toe
zouden kunnen overgaan de kustplaatsen te
beschieten.
Hoe sterk het verlangen van het over-
groote deel der Indische burgerij naar rust
en orde is, de demonstratie voor den gou
verneur-generaal. waarvan Batavia Dinsdag
avond getuige is geweest en die alles in de
schaduw heeft gesteld, wat men tot dus
ver in onzen archipel heeft meegemaakt,
heeft hiervan een welsprekend getuigenis af
gelegd.
Ook zij, die voorheen vaak zelf gevoelig
getroffen door salariskortingen critiek uit
oefenden op de autoriteiten, wenschen in
de verste verte niet een avontuur, zooals dat
met „De Zeven Provinciën", waarvan
slechts chaos en nog grooter ellende dan nu
al zoo vaak wordt geleden, het gevolg zouden
kunnen zijn.
GEEN BURGERWACHT OPGERICHT
BATAVIA, 8 Febr. (Aneta) In Soerabaja is
gisteren een vergadering belegd ter bespre
king van de mogelijkheid van oprichting van
een burgerwacht. De hoofdcommissaris van
politie deelde echter mede, dat de politieke
toestand dusdanig is, dat voor de oprichting
geen aanleiding bestaat. Een der aanwezigen
sloot zich hierbij aan, waarbij hij zei, dat
leger zoowel als politie het optreden van de
bemanning der „Zeven Provinciën ten sterk
ste afkeurden waarna van de oprichting van
een burgerwacht voorloopig werd afgezien.
William Martin's afmarsch.
(Speciale correspondentie).
GENèVE, Februari.
Een der meest besproken, bekritiseerde en
betreurde gebeurtenissen, die zich in den
laatsten tijd in de omgeving van den Volken
bond hebben afgespeeld, wordt wel gevormd
door het bedanken van William Martin als
redacteur buitenland van het Journal de
Genève.
Dat het vertrek van den redacteur buiten
land van deze courant die wat inhoud aan
gaat onder de Nederlandsche provinciale
bladen geen plaats van beteekenis zou inne
men, een bijzondere beroering te weeg heeft
weten te brengen in deze zeker niet van eve
nementen ontbloote omgeving, is gemakkelijk
te verklaren ten deele door de bijzondere
plaats ingenomen door het Journal de Ge
nève, ten deele door de persoonlijkheid van
William Martin.
Een blad als het Journal de Genève. ver
schijnend in de residentie van den Volken
bond, gelezen door een bij uitstek internatio
naal en invloedrijk publiek, moet alleen al
door deze omstandigheden als courant een
bijzondere positie innemen; een blad van be
teekenis echter is het geworden door de da-
gelijksche hoofdartikelen van William Mar
tin, door zijn artikelen over de internatio
nale politiek, waarin hij op de hem eigen on
afhankelijke wijze de beginselen van den
Volkenbond verdedigde, diens tekortkomin
gen becritiseerde, in één woord de journalis
tiek verrijkte met een onafgebroken serie be
schouwingen die al kon men het er soms
mee oneens zijn verkwikkend werkten
door de eerlijkheid waarmee hij zijn overtui
ging weergaf, een overtuiging gerespecteerd
door de belangrijkste persoonlijkheden, een
overtuiging wier invloed in de internationale
wereld vaak merkbaar was.
William Martin heeft nu het Journal dc
Genève verlaten, hij zal, na zijn reis naar
China, te Zurich de post- van professor in de
geschiedenis aanvaarden, en met hem heeft
het Journal de Genève zijn besten medewer
ker verloren, welke het. bij gebrek aan Zwit-
sersche krachten, heeft moeten inruilen
tegen twee hem moeilijk evenarende buiten-
landsche talenten.
Welke waren de redenen van dit vertrek?
Waarom heeft William Martin dezen zoo in
vloedrijken post laten vallen, heeft het Jour
nal de Genève zijn steunpilaar laten schie
ten?
Tijdsverloop heeft geleerd dat de argwaan,
door deze kwestie opgewekt, ongemotiveerd
is, dat geen vreemde invloeden deze veran
dering in krachten te weeg hebben gebracht,
maar dat de heele kwestie Is terug te bren
gen tot een simpele, interne Geneefsche
kwestie, tot de wrijving tusschen den vrij-
zinnigen William Martin en de voor het mee-
rendeel conservatieve Geneveezen. bij wie
William Martin's linksche artikelen in hun
rechtsgetinte courant, alsook zijn dikwijls
sterk partijkiezen in menig internationale
kwestie, op den duur ontstemming wekten.
Hoe. evenwel, deze gebeurtenissen over het
algemeen betreurd wordt, bleek ontegenzeg
gelijk uit het groote afscheidsdiner door de
Club International aan William Martin aan
geboden.
Meer dan vijfhonderd personen hadden
zich deze week in de weïdsche hallen der Kur
saal verzameld om William Martin hun soijt
over zijn vertrek te betuigen, hem een laatste
Geneefsche hulde te brengen; een gezelschap
even verschillend van nationaliteit als van
rang en stand. Hooggeplaatste persoonlijk
heden uit de internationale wereld zag men
er naast de eenvoudigste Volkenbondsambte
naren, terwijl het groote aantal Geneefsche
burgers William Martin duidelijk toonde dat
zijn vertrek niet met hun aller instemming
plaats vond.
Z. E. de Madariaga presideerde het ban
quet met de hem eigen levendige en geestige
inleidingen, terwijl onder de vele speeches
die van Sir Eric Drummond en Mr. Butler
directeur van het internationaal Arbeids
bureau bijzondere aandacht vroegen.
Zoo is dan William Martin uit Genève ver
dwenen en met hem een bekende en gewaar
deerde figuur van het „Volkenbondstooneel".
Dat dit voor het Journal de Genève en spe
ciaal voor den Volkenbond een verlies is.
hoeft niet te worden gezegd. Weliswaar zal
William Martin blijven werken voor de reali
satie van de beginselen van den Volkenbond,
maar de post die hem hiertoe in het bijzon
der in staat stelde heeft hij moeten verlaten,
een feit dat ln deze voor den Volkenbond zoo
moeilijke tijden niet genoeg kan worden be
treurd.
TWEEDE KAMER.
Alleen s.-d. en comm. er voor. De heer Marchant ook niet
geheel bevredigd. Fractieleiders aan het woord. Wijn
koop, De Visser en Ds. Kersten razen door. Geweld alleen
bij uiterste noodzaak. De vloot niet onbetrouwbaar. He
den minister Donner over de rechtsgebieden.