DE MOTIE DROP VERWORPEN. EERST VRIJDAG EEN ONTMOETING? In en om Genève. STA TEN-GENERAAL HAARLEM'S DACBLAD 8 Februari. De gcheele vergadering van vandaag is nog gewijd geweest aan het gebeurde met de Zeven Provinciën. We kunnen niet zeggen, dat alles van het gesprokene even belangrijk was. Men begrijpt dat sommige figuren van de mogelijkheid om te spreken hebben gebruik gemaakt om hun staatkundige wenschen te uiten en zich heel vèr gingen verwijderen van hun basis: de in terpellatie-Drop en de regeeringsverklarlng. Haast nog verder dan 'de Zeven Provinciën van haar basis. Onder deze categorie van sprekers rang schikken we allereerst de heer Kersten (St. G.) Deze woordvoerder heeft maar heel weinig over interpellatie en muiterij gespro ken. zich alleen aangesloten bij de regeerings- verklaring, welke onvoorwaardelijke overgave eischte. Verder sprak de heer Kersten over Curacao en gouverneur Fruytier, over het vloeken op de vloot, over den helschen geest der revolutie, welke bij den Marinebond heerscht" en verwachtte alleen heil. wanneer ons volk zich opnieuw fundeeren wilde op „het fundament der hervorming. Ook de heer Wijnkoop hield voornamelijk politïek-communlstische betoogen. Dat de heer Wijnkoop de verdediging van Dr. Deckers niet bevredigend vond. stond reeds van te voren vast. Z.i. was het onmogelijk, mot wat voor maatregelen ook, de beweging op de vloot tot „afwerping van het imperia listische juk" tegen te gaan. Zooals het ook op de Engelsche vloot rammelt, zoo zal de on geregeldheid op de Nederlandsche vloot de inleiding zijn van het in elkaar storten der beide wereldrijken. De heer Wijnkoop hekelde voorts iedereen en allemaal de heer Colijn moest het ontgelden, de heer Cramer en heel de S.D.A.P. Den heer Albarda nam hij het kwalijk, dat deze heeft gezegd, dat de Zeven Provinciën natuurlijk weer moet terugkeeren onder het gezag der meerderen. Hij vroeg van het schip wat anders, had gehoopt, dat ook op de Java de roode vlag was geheschen. Het. is wel zonder meer duidelijk, dat de voorzitter der Kamer den heer Wijnkoop meer dan eens tot de orde heeft moeten roe pen. Menigmaal overschreed de heer Wijn koon niet alleen de grenzen van het parle mentair toelaatbare, maar zelfs de grenzen der beschaving. De heer de Visser was vandaag een trouw kameraad. Hij heeft 't bij den aanvang der vergadering zoo bont gemaakt, dat hem zelfs het woord ontnomen is geworden. De com munistische afgevaardigde namelijk wensch- te oogenblikkelijk aan de interpellatie-Drop heel het regeeringsbeleid in Indië aan de orde te stellen om dat te bespreken, niet bij de begrooting, piaar bij wijze van interpel latie. De voorzitter stelde voor, dat verzoek niet in te willigen. De heer de Visser reageerde, door bij herhaling den voorzitter te verwijten, dat deze niet loyaal en royaal optrad, dat deze zelfs van zijn positie gebruik maakte om partijdig te zijn. om de rechten der minder heden te onderdrukken. Die overigens on houdbare en volslagen onjuiste opmerkingen kon de president natuurlijk niet toelaten, die den communist deswege dan ook driemaal tot de orde riep. Toen ging de heer de Visser den arbeiders tot verzet aansporen. De pre sident liet opruiende taal niet toe. En toen de communistische afgevaardigde zeide: ..ik zal daarmede voortgaan, ik ben een beroeps opruier", toen moest de president hem wel het woord ontnemen. De Kamer stelde zich met 75—2 stemmen naast den president in het afwijzen van het interpellatieverzoek der communisten. Ook de hoeren Peereboom (H.G.Sen Floris Vos 'M.P.i spraken. De eerste om te be toogen. dat de krijgstucht noodig is op de vloot, de tweede om de regeering beleid in rust aan te bevelen. Twee redevoeringen, die, aan het slot gesproken, vrijwel overbodig waren. De heer Cramer (s. d.> was de eerste der sprekers, die het woord hebben gevoerd over de Interpellatie-Drop. De heer Cramer sprak een persoonlijk woord wij behoeven niet te zeggen, dat elke redevoering, van welke zijde zij ook kwam, door interrupties werd onderbroken: het was een buitengewoon ru moerige middag. De heer Cramer moest een persoonlijk woord spreken, wijl de heer Knottenbelt ge- critiseerd had de woorden van instemming, welke de heer Cramer had doen hooren op de vergadering van Zondag in Odeon in den Haag. woorden, welke van harte instemden met wat er uit Indië was vernomen. De heer Cramer zeide nog steeds geen spijt te heb ben van wat hij heeft gezegd op den laatsten Zondag, zeide er verheugd over te zijn. dat blijkbaar het Indische volk onder het Neder landsche juk uit wil. het volk. dat hem na staat. Toen hierop rumoer ontstond, zeide Ir. Cramer, dat rumoer niete te begrijpen, wijl hij heel wat voor dat'volk heeft gedaan. De heer Cramer, en de heer Albarda ook. hebben uitgesproken dat zij dc verklaringen der regeering over dc salariskortingen aller minst bevredigend hebben gevonden. Vooral de heer Albarda zette uiteen, dat de regee ring had kunnen, maar ook had moeten voorzien, dat hare telegrammen en die van den vlootvoogd verkeerd zouden worden op gevat. De heer Cramer, en dc heer Albarda ook, maar vooral de laatste heeft gewaarschuwd tegen een Hetze, welke hij ln ons land en in Nedcrl. Indië zich ziet aftcekcnen. De heer Albarda sprak van gezagsfanatisme en na tionalistische arrogantie. Beiden ook hebben de regeering gewaarschuwd voor de geest in Nederlandsch Indië. Beiden hebben gewaar schuwd voor scherpe daden tegen dc schepe lingen van de Zeven Provinciën, zooals zij die hadden gelezen in de uitspraken van den heer Colijn. die de Zeven Provinciën met een torpedo maar direct naar den bodem der zee wilde zenden. Alle menschen, schuldigen en onsehuldigcn moesten dus maar opgeofferd worden. De hecren Cramer en Albarda vrees den. dot de regeering diezelfde richting uit wil met haar verklaring, dat de menschen d° 7even Provinciën zich hebben over te \m op genade of ongenade. Maar vooral - tton beiden zich tegen den heer Colijn .1 rjn torpedo. DONDERDAG 9 FEBRUARI 1933 Dr. Colijn is ook aan het woord geweest, heel kort, om uit te spreken, dat hij zulk een uiterste middel alleen „desnoods" zou willen toepassen, dus eerst na dat andere pogingen zijn gedaan. In denzelfden geest sprak ook Mr, Boor», (lib.) Deze begreep niet, dat de heer Albarda had gezegd, dat de regeering en andere groe pen „bloed wilden zien". Dit achtte de heer Boor, dwaasheid. Hij kon 't niet anders zien, dan dat de regeering wel moet eischen, dat de muiters zich overgeven op genade en on genade. En ook de v. d. Marchant zeide, dat de regeering er niet aan denken kan te ab- dlceeren, zij moet het gebeurde blijven be- heerschen. Bij het zoeken naar middelen echter zal zoo luidde beider oordeel het uiterste moeten worden gedaan om zoo eenigs zins mogelijk bloedvergieten te voorkemen, al zal volgens Mr. Boon bij eenige noodzakelijkheid daartoe voor een krachtige daad niet moeten worden teruggeschrikt. De heer Marchant echter wilde in ieder geval niets weten van „dc torpedo" het gebruik daarvan keurde hij ten eencnmale af. Der gelijke uiterste middelen kunnen ook zeer wel vermeden worden. Wanneer de Zeven Provinciën eenmaal is geisoleerd, dan kan betoogde de v. d. leider 't niet lang meer duren, of het schip zal zich zelf over geven. De heer Marchant zou een bezoek van den commandant aan zijn schip het meest- juiste achten. De minister van Defensie heeft natuurlijk ook uitgesproken, dat. wanneer 't eenigszins mogelijk is, tot het ultimum remedium niet zal worden overgegaan. Hij gevoelde groote vyaardeering voor de woorden van den heer Aalberse (r.k.) welke vroeg om zoowel kracht als beleid. „Niet alleen kracht als de scherpslijpers en de krachtpatsers, maar ook niet alleen het beleid dergenen, die reeds thans clementie gaan pleiten voor degenen, die nu nog altijd voortgaan misdrijf te plegen. De heer Albarda (s.-d.) heeft gezegd, dat de Zeven Provinciën weer onder het gezag der regeering moet terugkeeren. Dat achtte hij natuurlijk Maar dat de heer Albarda niet, als andere afgevaardigden, een woord van ernstige afkeuring voor het gebeurde deed hooren, was door verschillende dier af gevaardigden (de heeren Boon (lib.) en Mar chant (v.-d.) met name) met leedwezen ver nomen. De heer Boon begreep dat wel wanneer hij op de s.-d. pers lette, welker ver bod hij zeer wel verstaan kon. De minister heeft dat verbod ook nog eens verdedigd met het uitspreken van zijn ver wondering over de S.D.A.P. Deze partij, haar blad dus ook, is er toch op uit anti-militai- ristische propaganda te voeren? Is het dan zoo verwonderlijk vroeg Dr. Deckers dat deze actie op 'n moment zoo sterk wordt, dat de eerste beginselen van wat krijgstucht is, zich er tegen verzetten? De discussies over het gebeurde met dc Zeven Provinciën werden natuurlijk gehan dicapt door het feit, dat voldoende gegevens nog absoluut ontbreken. Heel veel werd ge sproken over mogelijkheden over de hou ding der officieren, over die van den com mandant. waarvan wordt medegedeeld, dat hij zelfs politioneel voor onlusten was gewaar schuwd maar alle afgevaardigden, die hier over spraken, zeiden toch ook. dat er thans geenerlei zekerheden zijn. De heer Aalberse (r.-k.) wilde dan ook met het critiek oefenen wachten tot duidelijk is geworden, hoe alles zich heeft toegedragen. Dc heer Aalberse wenschte niets te zeggen, dat op mederegee- ren zou wijzen. Maar wanneer alles bekend is, dan ook publiceeren. Intusschen heeft de minister van Defensie wel gezegd, dat wanneer inderdaad de com mandant der Zeven Provinciën niet juist is opgetreden, wanneer hij gewaarschuwd ge weest is, maar deze waarschuwingen heeft in den wind geslagen, deze houding inder daad afkeuring verdient, wat dan natuurlijk ook zijn consequenties hebben zal. Maar de minister wilde ook geenerlei defi nitief oordeel uit spreken alvorens hij kennis nemen kan van de feiten. De heer Albarda achtte 't zeker niet on mogelijk. dat de houding der officieren de muiterij gemakkelijk tot uitvoering hebben doen komen. De heeren Cramer (s.-d.), Drop (s.-d.), Al barda (s.-d.) en Marchant, (s.-d.) meenden, dat de houding van den minister tegenover het C.A.MB.O. niet geweest is. zooals zij had moeten zijn, veel te hooghartig. De minister begreep die uitspraak niet. Hij had telkens weer de marinemannen recht gedaan. En uit de briefwisseling over de audiëntie, die hij het C.A.M.B.O. had toegestaan Is ln geen en kel opzicht, naar 's ministers gevoelen, ge bleken, dat het zich gegriefd toonde. Wat ook niet mogelijk zou zijn meende de be windsman. Dat zij den minister bepaalde medodeelingcn over onrust ln Indië te doen hadden, kon de minister zich niet, indenken, wijl zij zulke mededeelingen te doen hebben oogenblikkelijk en los van een audiëntie, zoo dra dat mogelijk is. De minister kon 't, allerminst eens zijn met Dr. Colijn, dat de vloot onbetrouwbaar is. Er zijn onbetrouwbare elementen, de meerder heid is anders, zeide Dr. Deckers. Rigoreus wil de minister niet optreden, maar die ele menten wier hart meer trilt, volgens „de Voor uit", bij het hooren der Internationale, dan bij het hooren van het Wilhelmus, die in hun vuistje lachen, wanneer anderen muiten, die kan de minister niet achten thuis te behoo- ren bij de Nederlandsche Marine. Dc heer Marchant (v.-d.) achtte de ver klaringen der regeering niet geheel bevredi gend Inzake de salariskwestie de heeren Colijn, Aalberse en Boon, daarentegen wel. Toch had ook de heer Marchant geen behoef te aan de motie-Drop: zulk een eenzijdige uitspraak wees hij af. Hiermede was het lot van de motie-Drop bezegold. Zij viel met 5320 stemmen. Alleen S.D.A.P. en Comm. stemden voor een uit spraak van onbevredigd zijn. Morgen de nieuwe indeeling der rechts gebieden volgens dc agenda. INTIMUS. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. STEUNZOLEN naar den voet gevormd Dr. Scholi's methode vanaf f 4j80 per paar. HUIZING'S Schoenenmagazijn CROOTE HOUTSTRAAT 42—44 Trefpunt zou Straat Soenda zijn. Men verlangt naar rust in Indië. Het laatste Aneta-bericht van Woensdag over de positie van „De Zeven Provinciën" luidt, dat het schip langs het eiland Sipora vaart. Een officieel communiqué meldt, dat de „De Zeven Provinciën" om zeven uur v.m. zich bevond ten Westen van de Zeebloem straat. Het schip vaart met een snelheid van zeven knoopen. De mogelijkheid dat het schip de haven van Padang binnen zal varen wordt praktisch uitgesloten geacht. „Gouden Leeuw" bij de achtervolgers. BATAVIA, 8 Februari (Aneta). Het eskader dat, onder commando van den eskadercom mandant ter zee M. H. van Duim, „De Zeven Provinciën" tegemoet vaart, is op weg naar Tandjong-Priok. De „Erïdanus" zet de achtervolging van „De Zeven Provinciën" voort. De mijnenleg- ger „Gouden Leeuw", welke hedenorgen Pa dang heeft verlaten, heeft zich bij de „Eri- danus" gevoegd. Voorbereidingen worden ge troffen om vliegtuigen naar het Westen te concentreeren. Commandant van de kruiser „Java" is de kapitein ter zee J. T. A. J. Bruinsma. Groepscommandant van de torpedobootja- gers, tevens commandant van de „Evertsen" is de kapitein-luitenant ter zee Doorman, commandant van de „Piet Hein" is de luite nant ter zee der eerste klasse J. M. de Mees ter. Aldebaran kon niet verder. PADANG. 8 Februari (Aneta). De „Aldeba ran" is heden om 11 uur 45 v.m. in Emmaha- ven aangekomen. Het schip had slechts twee derde der bemanning aan boord. De beman ning was zeer vermoeid, daar zij 2 1/2 dag onafgebroken in touw is geweest. De proviand raakte op, het personeel werd op rantsoen gesteld. De te Koetaradja achtergebleven beman ning van „De Zeven Provinciën zal worden overgebracht naar Batavia. Loyaliteitsbetoon aan tie Koningin doorgegeven. Aneta seinde verder aan de bladen: BTAVIA, 8 Febr. De G. G. heeft officieel de betuigingen van loyauteit welke o.a. voor het paleis van den G. G. en op het Waterlooplein zijn afgelegd aan de Koningin overgebracht. Steeds meer betuigingen van trouw. DJEMBER. 8 Febr. Op een spontaan door Vaderlandsche Club en Indo-Europeesch Ver bond bijeengeroepen en gisteravond gehou den vergadering werd besloten den G.-G. het volgend telegram te zenden: „De ingezetenen van Djember betuigen hun aanhankelijkheid aan het Nederlandsch vorstenhuis. Gedachtig aan het devies „Je Maintiendrai", spreken zij hun volle vertrouwen uit in het beleid van Uwe Excellentie". Men eischte in de vergade ring de meest krasse maatregelen. BANDOENG. 8 Febr. Te Bandoeng is een aanhankelijkheidsbetooging georganiseerd. Daarna woi'dt een fakkeloptocht geformeerd, welke met militaire muziek naar het huis van den resident zal gaan, waar een schriftelijke betuiging van aanhankelijkheid zal worden overhandigd. Aan dit plan is adhaesie betuigd door het Indo-Europeesche Verbond, de Indisch Katho lieke Partij, de Christelijk Staatkundige Par tij. den Politiek Economischen Bond, den Ned. Indischen Plantersbond, de Vad. Club, en an deren. Ook te Malang en Padang was Woensdag avond een loyaliteitsoptocht georganiseerd. Aspirant-Van Speijck. BATAVLA. 8 Febr. Verschillende regeerings organen ontvingen bewijzen van medeleven van de burgerij, o.a. van een achterkleinzoon van Van Speijck. die gaarne in de gelegenheid wordt gesteld den naam van zijn voorvader in do geschiedenis te doen herleven. In den Volksraad worden de belangrijke financieele debatten overschaduwd door de gebeurtenissen op zee. Inheemsche tegen- demonstraties. BATAVIA, 8 Febr. (Aneta) De voorberei ding vindt plaats van Inheemsche demon straties. De nationaal-Indonesische padvin derij roept de aangesloten padvinders op voor een openbare demonstratie op 12 Februari a.s. ter herdenking van den sterfdag van Dipo Negoro. Iemand, die desbetreffende roode pam fletten op het Waterlooplein trachtte te ver spreiden, werd door het publiek verwijderd. Ook te Bandoeng zijn roodgekleurde pam fletten van de Partai Indonesia rondgedeeld. In deze pamfletten wordt aangekondigd dat op 12 Februari a.s. een openbare vergadering zal worden gehouden om ..de maag van het proletariaat te verdedigen". Buitenlandschc communisten verheugen zich. In het Handelsblad lezen wij: Dc gebeurtenis in Ncd.-Indic besprekend, schrijft de communistische „Humanité", dat de beweging van de inlandsche matrozen slechts één der aspecten is van de ontevre denheid onder de „Indonesische" bevolking. „Dit verklaart den wil van de regeering ze te onderdrukken nadat zij reeds in 1927 den opstand in Indië in bloed gesmoord heeft". „Op 't oogenblik", vervolgt het blad, „de roemrijke traditie volgend van de matrozen van de „Potemkin", van de zeelieden van de „Zwarte Zee", van de Engelsche matrozen van de „Invergordon", die anderhalf jaar geleden dagen lang de baas over hun schip gebleven zijn, staan de „Indonesische" ma trozen aan de spits van den strijd tegen de vermindering van de salarissen en vormen zij het eerste gelid in den strijd van het „In donesische" volk tegen het Hollandsche imperialisme. „Laten wij hen krachtig steunen door over al adressen van sympathie voor hen te doen aannemen en protestmoties tegen de Hol landsche regeering, om deze te verhinderen haar misdadige plannen tot het bombar deeren van het opstandige schip uit te voe ren". „Die Rote Fahne" van Woensdag bevat een uitvoerig bericht omtrent de muiterij op „De Zeven Provinciën". Een feit is. aldus het blad, dat onze Ne derlandsche broederpartij, gedachtig aan haar grootschen plicht betreffende het be vrijden van de door het Nederlandsche im perialisme onderdrukte koloniale volken reeds sedert jaren in leger en vloot een moedige anti-militaristische activiteit aan den dag legt. Deze geweldige muiterij zal niet alleen den bevrijdingskamp der onder drukte volken inluiden, doch bovendien den strijd der uitgebuiten en onderdrukten der geheele wereld tegen kapitalisme, en im perialisme een geweldige impuls geven. In België, waar men den laatsten tijd zooveel last heeft met dienstweigering en insubordinatie als gevolg van de propagan da van sociaal-democraten en communisten onder de troepen, volgt men natuurlijk met gespannen belangstelling het verloop van de muiterij aan boord van „De Zeven Pro vinciën. De berichten over de achtervolging van het muitende oorlogsschip nemen in de Belgische bladen een ruime plaats in, maar tot dusver heeft, tot zoover wij kunnen na gaan. geen hunner commentaar op het ge val geleverd. De eenige uitzondering vormt de sociaal democratische „Volksgazette" die Woensdag morgen een hoofdartikel aan de quaestie wijdt onder den titel: „De diepere gronden van de gebeurtenissen op „De Zeven Pro vinciën". Als deze diepere gronden noemt zij eeuwen lange onderdrukking, koloniale reactie, uit buiting, politieterreurs enz. Waar kwam de Eridanus vandaan? Waar de Eridanus zoo gauw vandaan kwam om de Aldebaran te vervangen ver klaart een lezer van het Handelsblad met de mededeeling, dat dit vaartuig te Padang in station ligt (zooals de Aldebaran te Oleh- leh) en daar ter beschikking is van den re sident van Sumatra's Westkust. Gezagvoerder van de Eridanus is de heer J. C. Lagaay, destijds commandant van de Zeemeeuw, (zusterschip yan de eveneens om geslagen Krakatau), toen dat schip in het voorjaar van 1928 in het Westervaarwater van Soerabaja kapseisde. De in den wind geslagen raad. De nieuwe Rotterdamsche Courant zou de juistheid van de mededeeling over de in den wind geslagen waarschuwing aan den com mandant tijdens het feest in de sociteitë te Oleh-leh het liefst in twijfel trekken. Ze is echter met zooveel bijzonderheden toege licht, dat men haar wel als juist moet aan nemen, schrijft het blad. De Deli Courant, waarvan ze afkomstig is. heeft, in Atjeh goede verbindingen en zij is het ook geweest, die de eerste nadere bijzonderheden omtrent het op De Zeven Provinciën voorgevallene heeft gemeld. „De waarschuwing als feit aannemende, kan onze eerste indruk niet anders zijn dan dat de houding van den commandant vol komen onverantwoordelijk is geweest en hij in dezen troebelen tijd daarmede in elk geval rekening had behooren te houden. De waarschuwing kan den commandant tijdig genoeg hebben bereikt. Ze is ongeveer twee uur ontvangen vóór het uitgaan van de lichten aan boord, hetgeen om 9 uur ge schiedde, waarna om 10 uur De Zeven Pro vinciën wegvoer". Afstanden grooter dan men denkt. Over de afstanden in Indië, die het nood zakelijk maken, dat verscheidene dagen voor bij gaan, voor men actief kan optreden, doch waarvan velen hier geen voorstelling hebben, geeft de N.R.C. de volgende bij zonderheden: Oleh-leh, vanwaar De Zeven Provinciën zee heeft gekozen is ongeveer het Noordelijk ste punt van het eiland Sumatra en ligt op 5.4 gr. N.B. en 95.10 gr. O.L. van Greenwich. De kruiser Java en de beide torpedobooten bevonden zich op 't oogenblik dat de muiterij plaats greep, ergens ten Zuiden van Celebes, d.i. dus ten minste op 120 gr. O.L. en 5.5 gr. Z.B. Zet men deze afstanden uit op de kaart van Europa en kiest men voor het meest Noordelijke en Westelijk punt Amsterdam, dan heeft men het meest Oostelijke en Zui delijke punt te zoeken ergens in..de Zwarte Zee. Het eiland Sumatra, waarlangs thans de Zeven Provinciën zich, langs den buitenkant van de daarvoor gelegen eilanden, voortbe weegt, strekt zich van Noord naar Zuid ge meten uit tusschen ongeveer 11 breedtegra den, d.i. dus over een afstand op de Euro- peesche kaart gemeten, van Amsterdam tot een punt in de Middellandsche Zee ten Wes ten van Sardinië. De Zeven Provinciën die Woensdagochtend om 7 uur tegenover de Zeebloemstraat ge signaleerd werd, heeft, om dezen afstand ongeveer de helft van de kustlengte van Sumatra af te leggen bij een vaart van 8, daarna 7 knoopen, '2 etmlaen en 9 uren noodig gehad. Bovenstaande globale berekeningen geven bovendien eenig begrip van de moeilijkheden der gezagshandhaving ln een eilandenrijk, dat de oppervlakte heeft van een continent. Snel optreden verlangd. De speciale correspondent van de Tele graaf telefoneert uit Batavia, dat de span ning er toe neemt, naarmate de ontknooping nadert. Tevens neemt onder de Europeesche bevolking het verlangen naar een snel en krachtig optreden toe. Men verwacht Vrijdag een ontmoeting wel ke zich dan vermoedelijk bij Straat Soenda zal afspelen. Men zou gezamenlijk willen ageeren, met de vliegmachines, de torpedobooten en den kruiser, zoodat de muiters zich zullen bevin den tegenover een gesloten front met ge vechtseenheden van uiteenloopenden aard. Een gerucht omtrent een ultimatum dat gesteld zou zijn, is onjuist. Het gouvernementsvaartuig ..Eridanus", dat inplaats van de „Aldebaran" de achter volging voortzette van De Zeven Provinciën", is thans op zijn beurt vervangen door de „Orion". Ontroering te Batavia. De correspondent vervolgt: Geheel Batavia is nog diep onder den in druk van de grootsche spontane betuiging van loyaliteit aan het Nederlandsche gezag en van aanhankelijkheid aan het Vorsten huis, die Dinsdagavond voor het paleis van den goudverneur-generaal heeft plaats ge had. De geweldige ovaties, die den Land voogd werden gebracht als vertegenwoordi ger van de Koningin hebben niet nagelaten diepe ontroering teweeg te brengen. De woor den van trouw en aanhankelijkheid, die door de leiders der partij zijn gesproken vinden allerwege instemming. Men meent voorts, dat de muiters er toe zouden kunnen overgaan de kustplaatsen te beschieten. Hoe sterk het verlangen van het over- groote deel der Indische burgerij naar rust en orde is, de demonstratie voor den gou verneur-generaal. waarvan Batavia Dinsdag avond getuige is geweest en die alles in de schaduw heeft gesteld, wat men tot dus ver in onzen archipel heeft meegemaakt, heeft hiervan een welsprekend getuigenis af gelegd. Ook zij, die voorheen vaak zelf gevoelig getroffen door salariskortingen critiek uit oefenden op de autoriteiten, wenschen in de verste verte niet een avontuur, zooals dat met „De Zeven Provinciën", waarvan slechts chaos en nog grooter ellende dan nu al zoo vaak wordt geleden, het gevolg zouden kunnen zijn. GEEN BURGERWACHT OPGERICHT BATAVIA, 8 Febr. (Aneta) In Soerabaja is gisteren een vergadering belegd ter bespre king van de mogelijkheid van oprichting van een burgerwacht. De hoofdcommissaris van politie deelde echter mede, dat de politieke toestand dusdanig is, dat voor de oprichting geen aanleiding bestaat. Een der aanwezigen sloot zich hierbij aan, waarbij hij zei, dat leger zoowel als politie het optreden van de bemanning der „Zeven Provinciën ten sterk ste afkeurden waarna van de oprichting van een burgerwacht voorloopig werd afgezien. William Martin's afmarsch. (Speciale correspondentie). GENèVE, Februari. Een der meest besproken, bekritiseerde en betreurde gebeurtenissen, die zich in den laatsten tijd in de omgeving van den Volken bond hebben afgespeeld, wordt wel gevormd door het bedanken van William Martin als redacteur buitenland van het Journal de Genève. Dat het vertrek van den redacteur buiten land van deze courant die wat inhoud aan gaat onder de Nederlandsche provinciale bladen geen plaats van beteekenis zou inne men, een bijzondere beroering te weeg heeft weten te brengen in deze zeker niet van eve nementen ontbloote omgeving, is gemakkelijk te verklaren ten deele door de bijzondere plaats ingenomen door het Journal de Ge nève, ten deele door de persoonlijkheid van William Martin. Een blad als het Journal de Genève. ver schijnend in de residentie van den Volken bond, gelezen door een bij uitstek internatio naal en invloedrijk publiek, moet alleen al door deze omstandigheden als courant een bijzondere positie innemen; een blad van be teekenis echter is het geworden door de da- gelijksche hoofdartikelen van William Mar tin, door zijn artikelen over de internatio nale politiek, waarin hij op de hem eigen on afhankelijke wijze de beginselen van den Volkenbond verdedigde, diens tekortkomin gen becritiseerde, in één woord de journalis tiek verrijkte met een onafgebroken serie be schouwingen die al kon men het er soms mee oneens zijn verkwikkend werkten door de eerlijkheid waarmee hij zijn overtui ging weergaf, een overtuiging gerespecteerd door de belangrijkste persoonlijkheden, een overtuiging wier invloed in de internationale wereld vaak merkbaar was. William Martin heeft nu het Journal dc Genève verlaten, hij zal, na zijn reis naar China, te Zurich de post- van professor in de geschiedenis aanvaarden, en met hem heeft het Journal de Genève zijn besten medewer ker verloren, welke het. bij gebrek aan Zwit- sersche krachten, heeft moeten inruilen tegen twee hem moeilijk evenarende buiten- landsche talenten. Welke waren de redenen van dit vertrek? Waarom heeft William Martin dezen zoo in vloedrijken post laten vallen, heeft het Jour nal de Genève zijn steunpilaar laten schie ten? Tijdsverloop heeft geleerd dat de argwaan, door deze kwestie opgewekt, ongemotiveerd is, dat geen vreemde invloeden deze veran dering in krachten te weeg hebben gebracht, maar dat de heele kwestie Is terug te bren gen tot een simpele, interne Geneefsche kwestie, tot de wrijving tusschen den vrij- zinnigen William Martin en de voor het mee- rendeel conservatieve Geneveezen. bij wie William Martin's linksche artikelen in hun rechtsgetinte courant, alsook zijn dikwijls sterk partijkiezen in menig internationale kwestie, op den duur ontstemming wekten. Hoe. evenwel, deze gebeurtenissen over het algemeen betreurd wordt, bleek ontegenzeg gelijk uit het groote afscheidsdiner door de Club International aan William Martin aan geboden. Meer dan vijfhonderd personen hadden zich deze week in de weïdsche hallen der Kur saal verzameld om William Martin hun soijt over zijn vertrek te betuigen, hem een laatste Geneefsche hulde te brengen; een gezelschap even verschillend van nationaliteit als van rang en stand. Hooggeplaatste persoonlijk heden uit de internationale wereld zag men er naast de eenvoudigste Volkenbondsambte naren, terwijl het groote aantal Geneefsche burgers William Martin duidelijk toonde dat zijn vertrek niet met hun aller instemming plaats vond. Z. E. de Madariaga presideerde het ban quet met de hem eigen levendige en geestige inleidingen, terwijl onder de vele speeches die van Sir Eric Drummond en Mr. Butler directeur van het internationaal Arbeids bureau bijzondere aandacht vroegen. Zoo is dan William Martin uit Genève ver dwenen en met hem een bekende en gewaar deerde figuur van het „Volkenbondstooneel". Dat dit voor het Journal de Genève en spe ciaal voor den Volkenbond een verlies is. hoeft niet te worden gezegd. Weliswaar zal William Martin blijven werken voor de reali satie van de beginselen van den Volkenbond, maar de post die hem hiertoe in het bijzon der in staat stelde heeft hij moeten verlaten, een feit dat ln deze voor den Volkenbond zoo moeilijke tijden niet genoeg kan worden be treurd. TWEEDE KAMER. Alleen s.-d. en comm. er voor. De heer Marchant ook niet geheel bevredigd. Fractieleiders aan het woord. Wijn koop, De Visser en Ds. Kersten razen door. Geweld alleen bij uiterste noodzaak. De vloot niet onbetrouwbaar. He den minister Donner over de rechtsgebieden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 6