ABR. MEIJER
SPOT.
KeukctisekeTrnen
VOOR HET DANSSEIZOEN.
HAARLEM'S DAGBLAD
FEBRUARI 1933
Twee vriendinnen waren het oneens over
een quaestie: de eene beweerde, dat spotten
met iets dat komiek aandoet, bijvoorbeeld een
verbitterde, ernstige ruzie die in dwaasheden
ontaardt, het zout des levens is. terwijl de
andere meende, dat er dingen kunnen zijn
die zoo ernstig en diepgaand zijn, dat spotten
ermee een bewijs is van eigen oppervlakkig
heid.
Tenslotte zei de eerste: jij hebt geen gevoel
voor humor, anders zou je het gekke in de si
tuatie wel zien.
„Geen gevoel voor humor hebben", dat is
voor velen een belcediging, die niet gering is.
want dat Is een bewijs dat men die fijne ge
voeligheid mist, welke reageert op het grap
pige in een situatie, en daarbij toch vatbaar
blijft voor de menschelijke moeilijkheden die
achter het grappige verscholen zijn.
En dit nu is juist het verschil tusschen spot
en humor: de spotter ziet alleen het dwaze
van een situatie, de humoristische ziet ook
het tragische, hij heeft medelijden en mede
gevoel voor de personen die erbij betrokken
zijn
Nu kan spot op zijn tijd een gezegenden in
vloed uitoefenen, ook al is ze dan tamelijk
oppervlakkig. Spottende menschen kunnen
anderen soms op een grappige manier op
hun tekortkomingen wijzen, of zij kunnen
een frissclic toon brengen in een dwaze si
tuatie, die door den ernst der menschen was
vastgeloopen.
Een groot gevaar is er echter aan dat spot
ten verbonden: dat men namelijk spotziek
wordt, en dal Is een zeer onaangename eigen
schap.
Dat wordt een spotten met alles, wat men
op zijn weg tegenkomt. Deze menschen
brengen letterlijk in toepassing, dat alles een
komischen kant heeft; en wie zich daarop
eenmaal gaat toeleggen, kan het spotten, ook
met de meest ernstige, met de meest verheven
dingen niet meer laten. Een onvolkomenheid
aan de kleeren, een klein lichaamsgebrek,
een onhandige beweging alles is voor hem
een reden om zelfs in de meest ernstige si
tuatie in lachen uit te barsten. Zij zeggen
dan. dat zij er werkelijk niets aan kunnen
doen. zij zien nu eenmaal overal het gekke
in, dat is een soort van noodlot van hen.
Maar dat is niet waar, spotziek zijn is niets
anders dan een slecht aanwendsel. Ieder die
niet met zijn oogen in zijn zak loopt, kan
honderde malen om zich heen iets geks ont
dekken, en hoe meer men er op gaat letten,
hoe meer men op dwaze situaties raakt uitge
studeerd.
Kinderen hebben dat soms al heel sterk:
wat de juffrouw of de meneer op school doet,
wekt hun voortdurende spot- en lachlust, zoo
dat wij ze tenslotte als „onuitstaanbaar" gaan
bestempelen. Dit behoeft echter nog niet in te
houden, dat die kinderen spotzieke menschen
zullen worden: in de meeste gevallen gaan z'j
op den duur zelf inzien, dat dit een meedoo-
genlooae levenshouding is, en dat degenen,
die er het mikpunt van waren, zooveel be
langrijker eigenschappen hebben, dat de klei
nigheden wegvallen.
Toch is het goed, om kinderen voor spot
zucht tc waarschuwen, want zij hebben er
meestal bij de andere kinderen een goedkoop
succes mee, en dat sterkt hen in die nei
gingen.
Voor spotzieke menschen zijn de hoogste
idealen niet veilig meer: het gevaarlijke is
echter dat het goedkoope succes dat kinderen
ermee hebben, ook maar al te vaak bij vol
wassenen opgaat,, en zoo kan een spotter een
kring om zich heen verzamelen die geen
ernstig woord meer kunnen praten, en die aan
anderen het gevoel geven, dat zij allerakeligst
zwaar op de hand en vervelend zijn.
Maar omdat daar tegenover staat dat het
leven toch niet alleen ernst en plechtigheid
kan zijn. moet een mensch probeeren er den
vroolijken kant van te gaan inzien, niet de
gekke of komieke, maar de zonnige de opge
wekte zijde. En lach dan als er wc'.3 lachen
valt. om de humoristische situat waarin
ieder mensch zoo nu en dan een kijkje krijgt,
maar laat de ernst op zijn plaats staan en
probeer hem niet een beentje te lichten door
eeuwigdurende spot. want dan zou het leven
een zouteloos flauw ding worden zonder on
dergrond,
E. E. J.—P.
- T- **TT-i "rd
v tr v v v
Het onderstaande van de na si-gore ng is,
wat betreft de specerijen, pasklaar gemaakt
voor de Hollandsche keuken, omdat deze
scherpe toevoegsels hier bij de meesten niet
geliefd zijn en ze eventueel heel goed op
het bord kunnen worden vermengd met de
rijst. Het volgende recept van een appel
taartje bestaat uit een bak en gevlochten
deksel van bladerdeeg en een vulling van
in dunne pastij'tjes gesneden goudreinetten.
Nasi-gorcng (is gebakken rijst) 4 personen:
ongeveer 500 gr. overgebleven droge gekookte
rijst, 1 groote ui, een paar lepels jus of
bouillon. 100 gr. ham, 50 gr. boter, 2 eieren,
desverkiezende 2 knoflookpitjes en 1/4 eet
lepel sambal oedèk.
Fruit in een ijzeren potje de fijngesnipperde
ui en knoflook-pitjes lichtbruin, voeg de
sambal oelèk en wat zout toe, laat ook de
fijngesneden ham nog even meebakken.
Schud er de koude ri.ist in en laat die mee
warm worden onder toevoeging van de jus,
nu en dan roerende om vastkleven te voor
komen. Klop de eieren met wat peper en
zout, bak er met de rest van de boter een
ommeltytjes van. Schik het rijstmengsel op een
schotel cn leg er kruisgewijs de in dunne
reepen gesneden ommelette overheen.
Presenteer bij dit gerecht een schaaltje
met kroekoep oedang (50 gr.)de stukjes wor
den in niet te heet diep vet even gebakken,
zoodat zij voldoende uitgedijd zijn zonder
bruin te kleuren. Kroepoek oedang is ge
maakt van gedroogde garnalen en in elke
groote comestibleszaak te verkrijgen.
Appeltaartje (4 personen): 100 gr. bloem,
100 gr. boter. 2 flinke goudreinetten, suiker,
kaneel. 1 ei, wat abrikozenjam.
Doe bloem en boter met een snuifje zout
in een kom, snijd de boter in stukken en
voeg dan, steeds roerende, zooveel koud
water toe, totdat een samenhangende niet
te natte massa is ontstaan, leg deze op een
dik met bloem bestoven steenen aanrecht.
Rol het deeg met een met bloem bestoven
deegrol voorzichtig uit tot 1 cM. dikte en
keer hem onder het rollen nu en dan om om
vastkleven aan de .tafel te voorkomen. Vouw
de lap deeg in vieren, draai hem een kwart
slag om (dus de linkerkant wordt nu de
voorkant) en rol hem weer uit tot 1 cM.
dikte. Herhaal het uitrollen en opvouwen
nog 2 of 3 maal en strooi voortdurend bloem
op de tafel, zoodat het deeg niet kan vast
kleven.
Laat het deeg opgevouwen "een uurtje rusten
op een koele plaats: rol het daarna opnieuw
uit maar nu tot een mooie .dunne lap van
enkele millimeters dikte. Snijd, met behulp
van een deksel, een cirkel uit en leg deze
op een met bloem bestoven bakblik. Snijd
het overige deeg in reepjes van 1 cM. breedte
Bestrijk de rand van de cirkel mét water en
plak er rondom een reepje deeg op. Leg bin
nen deze rand de geschilde- en in dunne
partjes gesneden appelen regelmatig neer,
strooi er wat suiker, kaneel en bloem over
en leg de reepjes deeg ruitsgewijze als een
gevlochten deksel over het taartje heen.
Bevestig de uiteinden met wat water op het
randje en plak als afwerking nog een reepje
deeg rondom op het randje. Bestrijk het deeg
met losgeklopt ei en bak het taartje 30 a 4-0
minuten in een warme oven. Bestrijk het
taartje, als het uit de oven komt, met kokende
abrikozenjam, die met een beetje water is
verdund.
zwarte velours chiffon. Het lage decolleté
wordt door een kanten inzetsel met strik
volkomen gedekt. 4. Zilvergrijs baltoiletje
van crêpe met lange, wijde mouwen en een
pelerine, die met een breede bontstrook is af
gezet. 5. Zeer apart baljurkje van rose flu
weel, met pofmouwtjes. De garneering van
zwart fluweel, die aan de voorzijde tot een
lus is geknoopt, is in sterk contrast met het
teere rose van het jurkje. 6. Avondpelerine
van bont, met opstaanden kraag. 7. Avond-
jakje van wit velours-chiffon. De garneering
is hier donkerlila gekozen. 8. Avondmantel
met grooten bontkraag. De mouwen zijn
lang en wijd. 9. Royale avondmantel met
drievoudigen, geplooiaen kraag, uit dezelfde
stof als de mantel. Ook hier zijn de mouwen
wijd en zelfs klokkend. 10. Zeer elegante
avondmantel van witte velours chiffon. De
sjaal-achtige pelerine is met donkerkleurig
bont gegarneerd en wordt aan de voorzijde
door een met een steen bezette speld vast
gehouden. De ondermouw is hier zoo ge
maakt, dat ze aan een kleine) mof doet
denken.
Behoudens de enkele extra elegante en-
kostbare créaties, die de mode ons op dit
gebied brengt, kunnen we toch over de heele
lijn versobering, vereenvoudiging vaststel
len, waarbij de practische kant niet uit het
oog is verloren. Een baltoiletjc is niet meer,
zooals vroeger, voor niets anders meer te
gebruiken. We zullen het, met weinig of geen
verandering ook bij andere gelegenheden
kunnen dragen.
Er zijn twee soorten van menschen die in
gezelschap dadelijk opvallen. Zij. die met hun
figuur geen raad weten, en zij die overbeleefd
Z^Het zijn vaak twee uitingen van het zelfde
gebrek: gebrek aan manieren. Alleen zijn de
tweeden wat brutaler, hebben meer zelfver
trouwen dan de eersten.
Dat gebrek aan manieren werkt irriteerend
of meelijwekkend. Het is vreeselijk een tafel
buur te hebben, die geen minuut vergeet, dat
hij je aangenaam bezig moet houden, dat hij
er op moet letten of je wel van alles krijgt
en die zich eigenlijk aanhoudend zit te ver
ontschuldigen. dat hij juist je tafelbuur is.
Die glimlachende, overdreven-bescheiden be
leefdheid is nog veel irriteerender dan de zie
lige verlegenheid van iemand die geen woord
weet te zeggen en tersluiks probeert af te kij
ken hoe hij zijn vork en mes moet vasthou
den.
Goede manieren hebben. Het gaat er mee
als met gezondheid. Wat je hebt waardeer je
niet. Pas als je anderen zich uit ziet sloven
om maar wel-opgevocd te schijnen, besef je
dat behoorlijke manieren toch veel waard
zijn. En dan vraag je jc al" of hel wel goed
is', dat zoo veel tegenwoordige ouders bijna
niet meer hechten aan manieren.
Nu versta ik onder manieren niet de ake
lige plichtplegingen uit vroeger dagen. Ik
bedoel meer de manieren die in zich de pret
tige beleefdheid dragen, die menschen die el
kaar nog niet goed kennen tegenover elkaar
verschuldigd zijn. Wat maakt het bijvoorbeeld
niet een onaangenamen indruk als je ergens
op de stoep afgescheept wordt, inplaats van
even al is het maar om een minuutje te
doen in een kamer te worden gelaten. Je
bent niet zoo kleinzielig om er aanstoot aan
te nemen als iemand met een sigaar in zijn
mond tegen je spreekt maar het staal toch
wel zoo sympathiek en attent als hij die si
gaar dadelijk weglegt. Zoo zijn er duizend
kleine dingen, die iemand op het eerste ge
zicht al sympathiek of lichtelijk antipathiek
doen schijnen.
Die kleinigheden kun je op lateren leeftijd
moeilijk aanleeren. Menschen die in hun
jeugd niet door woorden, maar vooral ook
door voorbeelden hebben geleerd hoe men ziel',
tegenover vreemden gedraagt, begeven zich
altijd min of meer angstig hi gezelschap. Ze
hebben langzamerhand wel gezien hoe ande
ren zich gedragen, ze weten nu wel „hoe het
hoort" en ze zijn doodsbang vergissingen te
maken. Want er zijn nu eenmaal heel weinig
typen die uitzonderingen durven zijn, die
openlijk erkennen, dat ze alle manieren onzin
vinden, die overal de bohémien durven blijven.
De meeste menschen voelen zich als „uit
zondering" ongelukkig- Ze willen ook zijn als
de anderen, maar het lukt nooit heelemaal, ze
vergeten iets of ze worden te beleefd.
Je werkelijk onbewust goed gedragen, dat
kun je alleen als je niet beter weet of het
hoort zoo. Je denkt er niet meer bij, je breekt
er je hoofd niet over. Net zoo goed als ieder
een heeft geleerd zijn rechterhand te geven
en dat een gewoonte-gebaar is geworden. Je
maakt je ook niet bezorgd, dat je per ongeluk
je linkerhand zult geven. Zoo moet je over je
andere omgangsmanieren ook niet na hoeven
te denken.
Dat kan alleen maar als je van kind af aan
niet anders gezien hebt en gewend bent ge
weest. Als ouders niet willen, dat hun kinde
ren zich later in gezelschap „uitzonderingen"
zullen vinden, dan moeten ze hen wel voor
gaan in het betrachten van de eerste regelen
der beleefdheidskunst.
BEP OTTEN
WE CAAN VERHUIZEN....
Iemand misschien was het wel de be
kende volksmond heeft eens gezegd: „beter
driemaal afbranden dan éénmaal verhuizen".
En ik ben het roerend met hem eens. Niet
zoozeer wat btereft het afbranden, want dat
lijkt mij een wel wat erg radicale manier om
schoon schip te maken, maar wel wat het
verhuizen aangaat. Verhuizen is een van de
verdrietigste veranderingen in het mensche-
lijk bestaan. Onder omstandigheden kunnen
veranderingen óók aangenaam zijn, zooals
bijv. reizen, waardoor we in een andere om
geving komen; verandering van betrekking
of van dieet gaan meestal gepaard met
nieuwe hoop. En al dergelijke veranderingen
hebben ook niet zooveel voeten in de aarde,
omdat de noodige ballast dien men achter
laat., gewoonlijk niet al te groot is.
Maar verhuizen....! Plotseling schijnt ons
roerend bezit zich te verdrievoudigen. Was
het dan werkelijk zooveel? De kasten zijn
onuitputtelijk geworden, de stroom van klee
ren, die voor den dag komt,, schijnt eindeloos
hoewel we ons reeds lang hebben verbeeld,
dat, we eigenlijk niets hadden om aan te
trekken. Mantels, die al sedert jaren niet
meer worden gedragen, japonnetjes, die men
in oen optimistische bui weghing met het
stellige voornemen, er een ander aan te ver
anderen. Van het loffelijke standpunt uit
gaande. dat alles nog wel weer eens van pas
kan komen, hebben we in den loop der jaren
een miniatuur-museum gesticht.
Zooiets hebben we allemaal en we gelooven
ook ernstig, die dingen nog eens noodig te
kunnen hebbent,ot de verhuizing komt.
Dan wordt dit bezit tot een last!
Wat eigenlijk moet worden ingepakt cn
meegenomen is, als we het goed beschou
wen, niet eens zoo veel, en is gemakkelijk in
te deelen; zooals porcelein en glas, wasch-
goed en zilver, kleeren en boeken. Dat kan
systematisch, het een na het ander, keurig
in kisten worden gepakt, waarop dan met
een blauw potlood aangeteekend wordt, wat
er, ongeveer in zit. Daarmee zal men veel
onnoodig zoeken, straks bij het uitpakken
voorkomen. Met de meubelen bemoeit de
verhuisman zich en ook bedden en kussens
kunnen we in groote zakken doen, zoodat die
verder geen last meer geven. Maar dan komt
de eerste ernstige hindernis: de inhoud van
de schrijftafel. Onwillekeurig vervalt men bij
het leeghalen daarvan in overpeinzingen
herinneringen. We krijgen brieven in handen,
waarvan we dachten, ze reeds lang geleden
te hebben verscheurd. En vóór men er zich
van bewust is, is men al aandachtig aan het
lezenWat was dat toch ook weer voor
een handschrift, en dan dat kiekje? O ja,
dat waren de Jansens, op hun zomerreisje,
nu zes jaren geleden. Wat zou er van dié nu
geworden zijn? Dan komt de moeilijke be
slissing. De één verbrandt bij een verhuizing
resoluut alle schriftelijke herinneringen uit
een tijdperk, dat voorbij is, de ander sorteert
ze met weemoed, kan slechts met moeite be
sluiten afstand te doen van een dozijn ver
geelde rekeningen en sleept de rest mede
naar de nieuwe woning.
Als dan tenslotte alles gepakt staat, zolder
cn kelder zijn leeggehaald, in overvolle vuil
nisbakken alle overbodige rommel werd ver
wijderd en men met een zucht van verlich
ting wil gaan zitten, komen we tot de ont
dekking. dat we nog de helft hebben ver
geten. Speelgoed en vaasjes, ballen, portret
ten en dekens waarschuwen ons hoonend,
dat ze ook nog moeten worden meege
nomen
INGEZONDEN MEDEDEFLINGEN
a 60 Cts. per regel.
HET WEEKNIEUWS VAN
C|t HOUTSTRAAT 16, HAARLEM
1betreft dezen keer de bijzonder voor-
deelige aanbieding van onderjurken in
zware dubbel-geweven Charmeuse.
Deze zijden onderjurken worden ge
leverd in twee facons, namelijk: met
ronden hals tegen 2.50 per stuk, en
Empire-model, waarvoor slechts f 2.25
wordt berekendbeide aan den hals
versierd met aardig borduursel.
Bijpassende directoirs, evenals de
onderjurken verkrijgbaar in verschei
denheid van fraaie tinten kosten per
stuk f 1.35; per 1 4 dozijn, per stuk
1.25. Gegarandeerd Abr am Mc ij e r
kw al it eit.
V
UIT TWEE OUDE BLOUSES.
De blouse is weer volmaakt medern ge
worden en kan bij bijna alle gelegenheden
worden gedragen. En omdat de moderne
blouse uit twee of drie verschillende stoffen
moet zijn gemaakt komt ze bovendien nog
uitstekend tegemoet aan onze bezuinigings
pogingen. Was vroeger de blouse uit een.
stóf gemaakt, hoogstens met contrasteer en de
garneering versierd, op dit oogenblik wordt
ze uit verschillend materiaal vervaardigd.
Niets gemakkelijker dus, dan uit twee
oude blouses één hoogst moderne blouse te
tooveren. Alles is toegestaan; zijn er in de
stof van de eene blouse minder mooie plek
ken, dan kan allicht de stof van de andere
blouse redding brengen. Zijden mouwtjes en
den klein, zijden vestje in een blouse van ge
wone stof. zal uitstekend staan. De drie-
deehge blouse is hoofdzakelijk Iets voor zeer
jeugdige en slanke verschijningen. Deze
blouse is uit drie oude blouses ontstaan. liet
lichtkleurige inzetsel in de blouse van
zwart fluweel, werkt als, een zeer apart
kraagje en het geknoopte, nauwsluitende
deel lijkt, onder de wijde mouwen, uit een
andere stof. veel op een vestje. En in de
kleurencombinatie mag de vrouw haar per
soonlijken smaak laten gelden, want geen
bepaalde kleur behoeft de voorkeur te heb
ben.
ONDERJURK.
Versier een zijden
jurk door volgens
de teekening op re
gelmatige afstan
den open zoomen te
maken, hetzij rond
om. hetzij alleen
van voren. Maak in
de vierkantjes die
zoo ontstaan, bloe
metjes in de be
kende broderie a la
minute. Neem
voor ecruzïjde bijv.
zachtblauw. zacht
groen en zachtgeel.
kunstzijden onder-
heeft géén decolleté!
neering overeenstemmend is gekozen. Van
de zijden stoffen wordt de crêpestof het
meest gedragen. Daar. wat de kleuren be
treft, de modetendenz neigt naar lila, licht
blauw en rose, is het begrijpelijk, dat de
matte crêpestof fen aanbevelenswaardig
zijn.
Anderzijds wordt sterk-glanzende zijde,
zooals satijn e.d. door bewerking met kant.
terdege getemperd. Ook fluweel en daar
van vooral de matte tinten, speelt dit sei
zoen een groote rol. Buibengewoon elegant
kleedt fluweel met bontgarneering, zooals
bij de korte avondmanteltjes, die overigens
deze mode kenmerken. De lijnen van deze
nauwsluitende manteltjes worden naar be
neden gewerkt, wat mogelijk wordt ge
maakt door de wijde armsgaten. Op de teeke
ning brengen we enkele aparte modelleitjes
van dansjurkjes.
1. Een baltoiletje van brocaat. Het van
volants voorziene bovenstuk van don rok uit
dun goudbrocaat, valt over den ivoorkleuri-
gen, geplisseerd-mousselinen rok. Het boven
stuk ligt in de taille in dwarsplooitjes. 2.
Een baljurkje uit witte crêpe-satin in heel
eenvoudige coupe, met wijden, klokkenden
rok. Daarover een -zwart-fluweel jakje met
pofmouwtjes. 3. Elegant avondtoilet van
Hef nieuwe balfoilefje
Al zal, gezien de tijdsomstandigheden, in
het algemeen het feestprogramma soberder
zijn dan in voorgaande jaren het geval was,
heelemaal zonder een dansje zullen velen
van ons het niet willen doen. De baltoiletjes
zijn trouwens heel wat eenvoudiger gehou
den, dan bijv. enkele jaren geleden. Het uit
gesproken decolleté .van toen is geheel ver
dwenen en nog slechts toegestaan bij buiten
gewone gelegenheden. Ook het geheel
mouwlooze bal- en avondtoiletje heeft meer
en meer plaats moeten maken voor het jurk
je met de charmante pofmouwtjes. Die
grappige, korte mouwtjes geven de heele
modelijn iets jeugdigs en maken het moge
lijk het danskleedje ook bij eenvoudiger ge
legenheden te dragen. De garneering van
schouders en mouwen kan men bovendien op
veelvoudige wijze varieeren. Van de simpele
blouse-mouw tot de royaal - overvallende cape
of pelerine alle mogelijkheden zijn voor ons
open gelaten. Evenals er bij de kleurenkeuze
voldoende ruimte is gelaten voor onze eigen
fantasie. De modekleur van dezen winter
is lila in alle nuances. Jeugdige verschijnin
gen zullen de voorkeur geven aan de lich
tere. heliotroop-tinten, die nog meer tot haar
recht komen als in het toiletje ook banen
van donkerder toon zijn gebracht en de gar-