De parelvisscherij op Ceylon. BIOSCOOP. den steen los en schiet als een pijl naar de oppervlakte, waar hij eenigen tijd blijft en tevens zijn mand geledigd wordt. Is de duiker genoegzaam uitgerust, aan begeeft hij zich opnieuw naar beneden. De duikers werken in paren. Raakt een duiker vermoeid, dan wordt hij door zijn partner afgelost. El kander geregeld aflossend, wordt het vis- schen tot des middags voortgezet, waarna alle booten naar het strand terugkeeren. De beste duikers komen van de Perzische golf en zijn Arabieren. De gemiddelde tijd, clat een duiker onder water blijft is 60 tot 70 seconden. De Arabieren sluiten bij het- duiken hun neus af door middel van een neusknip; de inboorlingen van Ceylon stop pen hun neus met katoen of was toe, of sluiten deze met vinger en duim af. Het duiken is een inspannende en vermoeiende arbeid. Bovendien is het zeer gevaarlijk. Het is toch vele malen gebeurd dat een duiker gedurende zijn werkzaamheden door een of ander in het water levend ondier werd aan gevallen en gedood. De moeilijkste zaak bij de paarlvischerij is deze, dat lang niet alle oesters welke aan de oppervlakte van het water worden gebracht, paarlen bevatten en dat men van buiten ook niet over het in wendige kan oordeelen, hoewel de duikers zeer veel waarde hechten aan bijzondere ken- teekenen. Wanneer een schelp vele paarlen bevat, ziet deze er van buiten gewoonlijk zeer ongelijk uit. Het dier bezit in zijn schaal van 910 cM. lange sluitspieren en laat zich dus niet gemakkelijk van binnen zien. Na den dood van het dier valt dus eerst met zeker heid uit te maken, wat men gevangen of gekocht heeft. Zoodra het middag is keert de geheel-e visschersvloot naar het strand terug, het geen meestal in race-tempo gebeurt, daar het spreekwoord: „Wie het eerst komt, het eerst maalt" hier ook van toepassing is. Wanneer de booten zijn geland, dragen de duikers de oesters welke aan boord reeds in zakken zijn verpakt op hun hoofd naar het strand en ontvangen het hun toekomende gedeelte. De duikers en bootbemanningen kunnen vrij over hun aandeel beschikken, terwijl het hun is toegestaan, dit buiten den afslag te verkoopen. Bij de aankomst aan het strand worden de booten reeds opgewacht door de koop lieden, aangezien de bootbemanningen en duikers de hun toegewezen oesters zoo spoe dig mogelijk in geld trachten om te zetten. Bij dezen handel gaat het levendig toe, terwijl ieder goed toezien moet, dat hij niet bedrogen wordt. De duikers verkoopen hun oesters gewoonlijk bij kleine kwanturns te gelijk. In het jaar 1925 ontvingen zij bij het begin van het seizoen meer dan een rupee (pl.m. f 0.80) per oester. De oesters, die voor het gouvennemerzijn bestemd worden in Pearl Town publiek ver kocht. De verkoop der oesters geschiedt in partijen van 1000 stuks tegelijk. Voordat de verkoop en het bieden begint, houdt de gouvernementsafslager een flesch in de hoogte, waarin zich een aantal paarlen bevindt. Hij deelt aan de koopers, die ron- om hem geschaard zijn, mede, dat het aantal paarlen, hetwelk zich in de flesch bevindt, het product is van 1000 schelpen en een waarde van zooveel geld vertegenwoordigt. Deze paarlen dienen tevens als monster en bovendien is het een bewijs, dat de paarl- banken productief zijn. Het verkoopen der paarlen geschiedt in 3 verschillende talen, waarbij ook gebruik wordt gemaakt van tolken. Zoodra de handel is afgeloopen worden de gekochte oesters door de kooplieden naar hun z.g. „kottu's" gebracht. Een „kottu" is een geheel afgesloten ruimte, waarvan de wan den van bamboe-matten zijn vervaardigd. Nadat de schelpen gewasschen zijn, worden ze in de kottu op den grond uitgespreid. Door de brandende zonnestralen, die aan gezien het dak ontbreekt in de kottu binnendringen, gaan de schelpen van zelf open, terwijl het vleesch van de oesters tot verrotting overgaat. De ondragelijke stank, die hierdoor ontstaat verpest de geheele om geving. Deze rottende massa is reeds na eenige uren geheel bedekt met blauwe vlie gen en wormen die zich aan dit kostelijk maal te goed doen en het vleesch van de oesters totaal verorberen. Wanneer het rottingsproces, dat ongeveer 12 a 14 dagen duurt, is afgeloopen, doet men deze stinkende substantie in bakken gevuld met water. Dit wordt nu door koelies gewas schen, terwijl het vuil, dat hierdoor boven komt drijven, geregeld verwijderd wordt. Bij het wasschen wordt scherp toezicht ge houden. terwijl de koelies, die hiermede be last zijn, gedurende de werkzaamheden hun handen onder water moeten houden. Dit laatste is een maatregel om het stelen van paarlen zooveel mogelijk te voorkomen. Ontdekt een koelie een schelp, waaraan zich een uitwas bevindt, dan waarschuwt hij een man, die deze schelpen in een mand verzamelt. Is het wasschen afgeloopen dan wordt het water verwijderd, terwijl het overi ge, bestaande uit steentjes, zand, stukken van schelpen, zorgvuldig bijeen wordt gegaard en in een zak gedaan. Deze zak wordt opge hangen waardoor het water, dat zich nog tusschen dit afval bevindt, kan uitdruipen. Den volgenden dag wordt dit afval nadat het gedroogd is herhaaldelijk gezeefd en on derzocht, ten einde te voorkomen, dat ook maar het kleinste pareltje verloren gaat. De paarlvisscherij en handel is een zeer riskant bedrijf en wordt als 's wereld groot ste gokkerij beschouwd. Behalve, dat de meeste oesters, welke aan de oppervlakte worden gebracht, geen paar len bevatten en de kooplieden dus „op hoop van zegen koopen", komt de grootste risico echter op rekening van de pachters. Het gebeurt toch meermalen, dat de oesters gedurende het vischseizoen plotseling va.n de banken verdwijnen, welke dan onproduc tief worden. Even plotseling als ze ver dwijnen, keeren ze weer terug. Waar heen zij zich begeven en vanwaar zij terug keeren, valt niet met zekerheid te zeggen. Men veronderstelt echter, dat zij zich ge durende een dergelijke periode naar de West kust van Voor-Indië begeven. Dit verschijn sel heeft zich reeds van 1680 af tot heden op ongeregelde tijden herhaald. Bovendien zijn er perioden geweest dat er in 20 jaren niet gevischt kon worden. De pachters der paarlbanken, die hun pachtsom waarvoor gecontracteerd wordt, moeten betalen, hebben dit risico te aan- aanvaarden. Dat hierdoor meermalen groote kapitalen worden verspeeld, behoeft geen nader betoog. Een voordeelig oogstjaar was 1905. In dat jaar was de totale opbrengst voor het Cey- lonsche-gouvernement ongeveer 250.000. Gedurende dit seizoen werden er 49.378.616 oesters aan de oppervlakte gebracht. In het jaar 1929 werd bij een van de Zuid- zee-eilanden een oester gevonden, die een zwarte paarl bevatte, welke onmiddellijk door een Chineesche paarlhandelaar voor 110.000 fr. werd gekocht. IJ muiden-Oost. D. KRUÏJFF. {Nadruk verboden). HAARLEM'S DACBLAD ZATERDAG 11 FEBRUARI 1933 ZESDE BLAD. Oneetbare oesters met surprises. Pearl Town, de infernationale bamboe-stad. Evenals dit in meerdere zeeën het geval i3, wordt in den Indischen Oceaan aan den Noord-Westkust van het eiland Ceijlon een soort oesters (mosselen) aangetroffen, waar van het vleesch in tegenstelling met dat van onze Zeeuwsche oesters een delica tesse voor de fijnproevers oneetbaar is. Meerdere van deze schelpdieren zonderen echter in hun vleesch een zelfstandigheid af, die als „echte paarlen" reeds een lievelings sieraad der Grieksche, Indische cn Romein- sche vrouwen was en heden ten dagen nog zeer gewild eh bovendien ondanks de concurrentie van de z.g. „gecultiveerde paar len", die tegenwoordig in Japan worden ge kweekt nogal kostbaar zijn. In vroeger jaren was de zucht om zich ment laat het oogsten in eigen beheer ver richten. In het laatste geval maakt het gou vernement een overeenkomst met de duikers. Van alle oesters, die aan de oppervlakte worden gebracht, is 2/3 gedeelte voor het gouvernement bestemd, terwijl de bemannin gen der visschersbooten en de duikers, te zamen 1/3 ontvangen. Nadat de pacht- en arbeidscontracten zijn afgesloten en aan ieder de plaats is aange wezen. waar hij met een bepaald aantal vaartuigen en duikers visschen mag. begeven de bootbemanningen, duikers en andere be langhebbenden zich met hun vaartuigen naar de golf van Manaar, alwaar zij op de kust van Marichchukkadi, hun tijdelijke ver blijven opslaan. Op dit lage kustgedeelte, dat op den ach tergrond door de wildernis begrensd wordt, verrijst in één dag een volslagen stad, Pearl Town (Paarlstad) genaamd. Pearl Town heeft lange straten, terwijl de zich daarin bevindende hutten van bam- Arabische paarlduikers, die gebruik. met paarlen te kunnen tooien, tot een bijna ongelooflijke hoogte gestegen. Rijke lieden verspeelde hiermede millioenen en meerdere malen hun geheele vermogen. Ze werden niet bij enkele stuks, doch bij vele tegelijk gedra gen, zooals tegenwoordig nog het geval ls. Over het ontstaan der paarlen in de oesters zijn reeds vele eeuwen allerlei veronderstel lingen gemaakt en theorieën over verkon digd. Dat zij echter niet tot het wezen van de oesters behooren is thans algemeen be kend. De aanwezigheid van paarlen in een oester moet als een ziekte worden beschouwd Deze meening werd eveneens reeds in vroeger jaren door vele geleerden gedeeld. Men is ook nog langen tijd in de veronderstelling geweest, dat de paarlen de stof waren van toevallige verwondingen, zooals steken van boorwormen, enz. Een paarl heeft haar ont staan echter te danken aan een klein vreemd lichaam zooals een steentje,, zandkorrel of ander voorwerpje dat op een of andere wijze binnen de oesterschelp komt en zich vast zet. Rond dit voorwerp groeit een huidje en daar zich hierom geleidelijk nieuwe huid jes blijven vormen, ontstaat na verloop van 8 a 10 jaren, een paarl. Er worden dikwijls oesters gevonden waarin zich echter meer parels bevinden. Oesters met 7 a 8 paarlen zijn eveneens geen zeldzaamheid. De paarlbanken van Ceylon die ten Noord westen van dit eiland in de golf van Manaar zijn gelegen, hebben van Noord tot Zuid ge rekend een langte van ongeveer 15 mijlen (pl.m. 28 K.M.) en liggen op een diepte van 6 a 8 vadem (11 tot 14 1/2 M.) De paarlbedden zijn het eigendom van het Ceylonsche-gouvernement en worden hier door onderhouden. De gouvernements-ambtenaren, die met het toezicht over de banken zijn belast, be palen tevens wanneer de vischerij een aan vang zal nemen. Het vischseizoen begint ge woonlijk in het begin van Februari en eindigt meestal den len April, Dit laatste houdt nauw verband met de omstreeks dien tijd doorkomende moesson (storm en regentijd) die het duiken naar paarlen levensgevaarlijk of geheel onmogelijk maakt-. Het oogsten der paarlen geschiedt op tweeërlei wijze. De paarlbanken worden aan een maatschappij verpacht of het gouvernc- maken van een neusknip. boe en matten worden vervaardigd. eMerdere van deze hutten worden tot toko (winkel) ingericht, alwaar kleeren, huishoudelijke ar tikelen, levensmiddelen, dranken, enz. ver krijgbaar zijn. Bovendien is er een hospitaal, een post kantoor en een politiebureau. Ter voorkoming van epidemïën is er tevens een zeer goed georganiseerde, uitstekend ingerichte gezond heidsdienst. Daar Pearl Town gedurende het visch seizoen door duizenden personen be staande uit pachters, schippers, duikers, kooplieden, makelaars, nieuwsgierige toe schouwers enoneerlijke lieden be woond wordt, is er een groote politiemacht, aanwezig. Eenige dagen na afloop der visscherij is deze kuststrook weer geheel verlaten. Ten einde op de plaatsen waar gevischt moet worden tijdig aanwezig te zijn, begeven de bootbemanningen en duikers zich met hun vaartuigen reeds des nachts of in den vroe gen morgen naar de paarlbanken, aangezien deze 3 mijlen van de kust verwijderd zijn. Het vischen (duiken) begint des morgens te half acht en eindigt om 12 uur des mid dags. wanneer het sein door middel van een kanonschot wordt gegeven. De duikers begeven zich ongekleed te water Rondom hun schouders of om hun middel hebben zij een gordel, waaraan een mand is bevestigd, welke dient voor het verza melen der oesters, die op de banken worden gevonden. Elke duiker heeft een attendant en een steen van genoegzame zwaarte, die hij bij het neerdalen onder de voeten neemt. Deze steen is bevestigd aan een touw, dat zorgvuldig is vastgemaakt en zoodanig aan het dek is opgeschoten, dat het vrij en vlug kan uitloopen. Wanneer alles in orde is neemt de duiker den steen onder de voeten, haalt de longen vol lucht, sluit neus en ooren af en daalt vervolgens snel naar beneden'. Zoodra hij op een diepte van 60 a 70 voet de paarl banken heeft bereikt, verzamelt hij zoo snel mogelijk met beide handen de oesters die hij maar bereiken kan en vult hiermede zijn mand. Voelt hij, dat hij het onder water niet langer kan uithouden, dan laat hij Spel van Wind en Water. Een fraaie foto icit dc film Wind en Water, een Amcrikaanscü. 10 M, jacht voorstellend. De deelnemers aan. dc Paarlvisscherij, Rembrandt Theacr. LUXOR-THEATER. Dc gele kaart. In De gele kaart (The Yellow Ticket' kan men Lionel Barrymore weer bewonderen in een rol die hem prachtig ligt, dit maal als chef van de militaire politie in Petersburg, in het voor-oorlogsche Rus land. Een waardig tegenspeelster heeft hij in Elina Landi. Gisteren hebben we uitvoerige beschou wingen over dit uiterst spannende filmwerk gegeven, zoodat we volstaan Lionel Barrymore! met. <Laar" naar te verwijzen. Het voorprogramma is uitstekend en afwis selend. Een sportfilmpje, zwemmen en voor namelijk duiken behandelend, geeft fraaie opnemingen van Amerikaansche kampioe nen. waarbij het langzaam werkend apparaat de bewegingen duidelijk laat volgen. Vervol gens komen belangwekkende kijkjes in Ame rikaansche gevangenissen. Charlie Ohase, als cow-boy, is zeer vermakelijk in een dubbelrol, waarna Flip de Kikker in een geestig geluids- teekenfilmpje allerlei avonturen beleeft in een hondenkennel. In het Orion Profilti journaal treden twee harmonicaspelers op, die bedriegelijk een rij denden trein nabootsen. Voorts ziet men de vele rivier-overgangen met in aanbouw zijnde bruggen en is er voor dierenliefhebbers een alleraardigst gedeelte opgenomen. CINEMA PALACE Jenny Jugo en Max Hansen in „Geen Geldtoch Liefde". Max Hansen heeft in „Geen geldtoch Liefde" de rol van een goedmoedige vage bond. De lauwe humor, die dat ras eigen is, is ook in groote mate zijn deel. Met zijn vriend Jacob „opereeren" zij bij voorkeur op plaatsen, waar honden in bewaring worden gegeven. De een haalt den hond dan weg en de ander brengt de verloren lievelingen bij hun bedroefde eigenar(ess)en terug natuur lijk tegen een belooning. Het zaakje floreert werkelijk! Ze verdienen er aardig wat mee, en ze behoeven zich niet al te erg te ver moeien. Totdat ze tegen de lamp loopen. Juist als Max weer een „verloren" hondje bij de vrouw heeft teruggebracht en er een behoor lijke fooi voor heeft ontvangen klampt een agent, die het heele verloop gezien heeft, hem aan en verzoekt hem mee te gaan naar 't politiebureau. Op zeer listige wijze weet vriend Jacob hem uit de handen van den agent te bevrijden. Max neemt de beeneni en rent en rent, wat hij kan. De agent en een confrater zitten hem op de hielen. Een aan staand kelderraam moet hem redding geven. Hij springt naar binnen in een naar hij denkt, leege kamer. Vlug smijt hij zijn jas uit en stapt in het bed, dat daar staat, tot schrik van een jong meisje dat plotseling uit haar slaap wordt opgeschrikt. Juist als hij wil uit leggen. wat er eigenlijk gebeurd is, wordt er op de deur gebonsd en een agent verschijnt en vraagt aan het meisje, Ilse, of hier een man door het raam naar binnen is gekomen. Even een aarzelingmaar dan zegt ze, dat er niemand is binnengekomen en dat deze jonge man, die vervaarlijk ligt te snor ken en te brommen haar vriend is. De agent gelooft haar en maakt rechtsomkeer, maar de kamerverhuurster verschijnt en zegt Ilse' de huur op, diep verontwaardigd over haar twee weken achter zijn met de huur en vooral over den „vriend". Ilse gaat met haar „vriend" mee naar zijn huis, ze weet niet, waar anders heen te gaan. Ze bezit geen cent, dus ze kan nergens terecht. Maxjes angst voor agenten is oorzaak, dat hij haar iets belooft, wat hij zelf niet weet. Midden in een zware redevoering van haar tegen hem op straat, ziet hij plots een agent ver schijnen. hij verdwijnt als een haas achter, een openstaande deur en als het terrein weer veilig is en hij weer te voorschijn durft ko men, hoort hij juist Ise, die van zijn verdwij nen niets gemerkt heeft, vragen of hij heft haar belooft. Max vindt het maar het ge makkelijkst om „ja" te zeggen. Hij kan toch niet aan zijn noodlot ontko men, hij wordt toch nog opgepikt voor een paar dagen en Ilse wacht op hem. Als hij na die dagen terugkomt, vallen ze elkaar ziels gelukkig in de armen. In het Lunapark is een schoonheidswed strijd en daar wordt Ilse gekozen tot schoon heidskoningin. Ilse is gelukkig, maar Max niet, want van de feesten, waar zij de hoofd persoon is, wordt hij uitgesloten. Hij komt diep ongelukkig 's nachts thuis en vindt daar tot zijn verrassing en verrukking zijn Ilse, die het feest ter hare eere stilletjes verlaten heeft om bij Max te zijn en te blijven. Max Hansen is een allergezelligste stroeve vagebond en Jenny Jugo is een waardige partner voor hem. Het is een aardige amu sementsfilm. No. 5 van het programma „Ufabommen" voldoet van het filmische bij programma het meest. De twee Joanny's, die, alléén met hun han den, de grappigste schaduwbeelden vormen, ook gekleurd, had een hartelijk applaus in ontvangst te nemen. Het is een mooi num mer. SCHOUWBURGNIEUWS. Het is de Directie van den Schouwburg Jansweg gelukt met het Gezelschap Saalborn een overeenkomst af te sluiten voor het ge ven van een opvoering van het nieuwe succes blijspel „Het Joodsche Bruidje", met den heer Louis Saalborn in de hoofdrol. De eerste voorstelling zal plaats vinden op Vrijdag 17 Februari. Scampolo. Ditmaal moet de film wijken voor de mu ziek. De groote gebeurteis, dat Dajos Bela met zijn wereldberoemd orkest voor de eer ste maal in Nederland een bioscoopprogram ma opluistert, zal deze week aan het Rem brandt Theater een bijzondere aantrekkings kracht verleenen. Begrijpelijkerwijze onthoud ik mij van alles wat op een poging zou lijken om als leek mij te bewegen op het terrein van onzen mu- ziek-redacteur. Slechts als een onbevoegd liefhebber van buitengewone gebeurtenissen en opgewekte muziek kan ik hier uiting ge ven aan mijn gemoed. En dan moet ik zeg gen, dat er een meesleepende bekoring uit gaat van dit god gedisciplineerde strijkje, dat met gloed en virtuositeit het in zwang zijnde repertoire ten gehoore brengt. Na ouderwetsche beroemdheden als Sousa de marschkoning en St-rauss de walskoning kan de koning van de moderne „band" thans met hetzelfde recht zijn triomftocht houden. En hij doet dit in hetzelfde kader van circus achtige praal als zijn voorgangers. Een schitterend achterdoek, waar, omge ven door muzieknoten als emblemen van de kunst, e enresachtige ster zijn stralen uit schiet en daartegen de deftig gerokte fi guren, één voor één tijdens hun solo-partijen door schijn wei-pers in 't zonnetje gezet, en als primus inter pares de groote man zelf, die het heele gezelschap met het voorbeeld van zijn vitaliteit inspireert, het levert een feeslelijken aanblik op. Het publiek was enthousiast, en Dajos Bela dankte beminnelijk voor de beschaafde ova ties en voor den lauwerkrans, die de heer Bakker hem overhandigde. 'Polygoon, actueel als altijd, leidt dezen bij - zonderen avond toepasselijk in met een ge filmd strijkje vooraf, de Americaan Red Hals of zooiets (ik ben den juisten naam kwijt van dit internationale damesgezelschap, dat op het oogenblik in het Carlton-hotel musi ceert). De hoofdfilm sluit voortreffelijk bij dit muzikale festijn aan. Scampolo of De kleine Zwerfster, is onder den titel Overschotje als tooneelstuk reeds overbekend. De U. F. A. heeft onder leiding van den regisseur A. Po- tok een geluidsfilm naar dit blijspel van Da- rio Nicodemi laten vervaardigen. Het is een aardige amusementsfilm zonder eenige pre tentie geworden, met gedeelten welke wat hun artistieke hoedanigheden betreft, bo ven het peil van het gemiddelde staan. Dolly Haas is het lieftallige loopmeisje, dat in een buiten gebruik gestelde publieke telefooncel haar nachtverblijf houdt en, door de vriendelijkheid van meneer Maximilian (Carl Ludwig Diehl) uit het pension Royal getroffen, dezen met de aanhankelijkheid van een hondje het leven veraangenaamt. Zelfs kan zij haar protgé door een bij onge luk opgevangen telefoongesprek tot een rijk man maken, nadat zij hem eerst reeds door een vindingrijke methode aan den arbeid heeft gezet. Haar geduldige trouw wordt tenslotte beloond, wanneer Maximilian haar in het vliegtuig hijscht, waar ze nog juist op tijd zijn wasch aflevert, en haar hierdoor ontkaapt aan den goeden sul van een kellner die haar onzelfzuchtig bemint en tevreden is met de manchetknoopen, welke hij ter her innering aan haar mag blijven dragen. Deze Gabriel, wordt door den acteur Paul Hörbiger belichaamd. Een der aardigste brokstukken uit de film is het uitstapje van Gabriel met het meisje naar de kermesse d'été, waar hij, met een zaligen dronk over zich, in de verschillende wild in 't rond tollende inrichtingen van vermaak achtereenvolgens al zijn van de pensiongasten gegapte gala-kleedingstukken verliest. Het zal een vroolijke week worden in Rem brandt! H. G. CANNEGIETER. "Wind en Water. Dr. Manfred Curry, de winnaar van bijna 1000 prijzen voor zeilen, heeft zoowel het manuscript van deze groote en grootsche zeilfilm geschreven als de regie er over ge voerd. Hij heeft niet alleen den leek een uit stekenden kijk gegeven op den wind en de zeilsport, doch verrast ook den geroutineerd- sten zeiler met nieuwe, onvermoede geheimen op het gebied der aerodynamiek en wedstrijd tactiek. Hij toont ons de zeilschepen van vroeger, vrachtbooten en visschersschuiten, hij gunt ons kijkjes in het rijk der vogels, wier vleugelbouw den grondslag legt voor de ontwikkeling der moderne race-booten. Alba trossen, meeuwen en andere lucht„zeilers" doen zien, dat hun vleugels groote overeen stemming toonen met de zeilen. De luchtstroomen worden getoond, en vele (15) boottypen, van liet kleine zeiljacht tot de groote Engelsehe schoeners toe. In het volgende deel wordt de leek bekend gemaakt met de voorwaartsche beweging van de boot en den stand der zeilen. Trucopne mingen hebben ook hier de lucht, en wind- afwijkingen zichtbaar gemaakt. Het volgende gedeelte ..De hoogekunst van het zeilen" geeft een beeld van de moderne Regatta-taktiek van Manfred Curry. Allerlei manoeuvres worden uitgevoerd. En tenslotte zien we wedstrijden, stormen, strandingen. Fraaie fotografie is te bewonderen. Het is een bizonder interessante film. die voor leeken als voor deskundigen uiterst be langwekkend is. Men verzuime dan ook vooral niet, deze film, die Zondagmorgen in het Rembrandttheater wordt vertoond, te gaan zien. Ir. J. C. van Hoolwerff zal de film toe lichten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 20