BIJGELOOF VROECER EN NU.
ONDER EEN STERRENHEMEL
JEANNETTE MAC DONALD.
HOE MIRIAM HAAR
KANS KREEG.
Afkloppen" op ongeverfd hout.
„ONZE WONDERBAARLIJKE WERELD."
Het bij'geloof heeft ten allen tijde een groo-
te rol gespeeld in het menschelijke leven.
Legio is het aantal dergenen die, ook nu nog,
waarde hechten aan amuletten, talismans,
mascottes, geluksteenen, enz., welke bescher
ming moeten verleenen tegen booze machten,
lezen we in „Onze Wonderbaarlijke Wereld".
Sommige amuletten moeten op zichzelf
reeds geluk aanbrengen; andere talismans
hebben een gunstige uitwerking, omdat zij de
blikken der „boozen" tot zich trekken en op
die wijze hun ongewenschte aandacht afwen
den van den drager! Reeds bij Plutarchus
vinden wij vermeld, dat mascottes in dat op
zicht uitstekende diensten bewijzen.
Vooral in Italië, waar bijna iedereen be
vreesd is voor iemand met het booze oog
(„jettatore") geloofde men van de verschil
lende oude godinnen van de maan, dat zij
hiertegen bescherming verleenden. Men ge
bruikte er dan ook veel op de maan gelijken
de sieraden als amulet en hing deze, ook die
ren, waarop men prijs stelde, om den hals.
Men treft ze zelfs tegenwoordig nog wel aan
in het tuig van paarden.
Zilveren geldstukken, die door kleur en
vorm kunnen gelden als afbeeldingen van de
maan, gaan eveneens door voor geluksaan-
brengers; men denke aan de Engelsche
„lucky sixpence" en aan onzen halven gul
den. Een eenigszins kromgebogen geldstuk is
eigenlijk nog beter, omdat het de maansikkel
weergeeft, terwijl uit dienzelfden hoofde een
hoefijzer, dat in oude tijden meer een sikkel
vorm vertoonde, als buitengewoon gelukaan-
brengend wordt beschouwd. Te meer geloof
de men dit, omdat hoefijzers van ijzer worden
vervaardigd, en dit metaal alle kwade in
vloeden heet te weren.
Om de hiervoor genoemde reden werden In
oude tijden munten veel als amulet gedra
gen. Het is dan ook zeer waarschijnlijk, dat
de latere medaillons en medailles uitsluitend
rond werden gemaakt, om den vorm van de
maan na te bootsen en daardoor den kwaden
invloed van bewondering of afgunst tegen te
gaan. Volgens vele oude schrijvers vormde
spuwen eveneens een middel tegen den in
vloed van het booze oog: dit verklaart de ge
woonte, welke men in het Zuiden van Europa
nog vaak kan opmerken, om op een geldstuk
te spuwen.
Verschillende houtsoorten stonden in een
reuk van heiligheid bij de ouden, vooral
eikenhout. Hieraan hebben wij het vermoe
delijk te danken, dat bijgeloovlge menschen
nog steeds op ongeverfd hout „afkloppen",
wanneer zij zich op iets hebben beroemd, of
iets gezegd, dat bewondering zou kunnen op
wekken.
Kostbare steenen leiden, volgens de alge-
meene opvattingen, gemakkelijk de aandacht
van het booze oog af. Het beste was, altijd te
zorgen dat men die stëenen droeg, welke
onder bescherming stonden van de godheden
der maand, waarin men geboren was
waaruit blijkt, welk een taai leven som
mige heidensche gebruiken hebben!
Wel is waar bestond er eenig verschil van
opvatting over de juiste steenen. die bij de
diverse maanden zouden behooren, doch in
het begin van de zestiende eeuw heeft Cor
nelius Agrippa hierop orde gesteld, al is het
niet bekend, op welk gezag. Zooveel is echter
zeker, dat de meeste juweliers zich nog steeds
aan de door Agrippa aangegeven rangschik
king houden.
Zoo schrijft hij voor Januari voor de
chrysopraas, onyx en granaat; Februari:
kristal, saffier, amethyst; Maart: lapis-
lazuli, chrisoliet (een soort agaat», bloed
steen «groen met roode spikkels, aldus ge
noemd, omdat hij tegen neusbloedingen heet
te helpen!): April: sardonyx (variëteit van
onyx», amethyst, diamant: Mei: kornalijn,
agaat, smaragd; Juni: topaas, beryl, agaat;
Juli: kwartsteen, smaragd, robijn; Augustus:
jaspis, robijn, sardonyx; September, smaragd,
jaspis, saffier: October: beryl, diamant,
opaal; November: amethyst, topaas; Decem
ber: saffier, karbonkel, turkoois.
Bij de ouden was het een algemeen ver
breide gewoonte, beschermende amuletten
te dragen tegen alle kwade invloeden en on
der de Pharaos bestond er in Egypte voor
bijna elk lichaamsdeel een talisman of amu
let. Plutarchus beweert, dat Cleopatra een
speciaal sieraad droeg, dat haar beschermde
tegendronken worden (wat zij blijkbaar
wel noodig had!), terwijl de eerste Christe
lijke geestelijken zóó vol schijnen te hebben
gehangen met amuletten, dat dit officieel
moest worden verboden, eerst in 366 en later
nog eens in 721.
Bij het volk bleef de gewoonte echter be
staan: en volgens de overlevering zou men
een Engelschen rechter, die in 1386 moest
worden opgehangen, omdat hij zelf de wet
had overtreden, de trappen van het schavot,
niet op hebben kunnen krijgen, voordat hij
was ontkleed en ontdaan van zijn talismans.
In het Britschc Museum bevindt zich nog een
tasch vol amuletten van den in 1685 onthoof
den Hertog van Monmouth
Tot. de voorwerpen, waarvan velen geloover.
da* zij ongeluk aanbrengen, behooren o.a.
pauweveeren. Dit verklaart men hieruit, dat
pauwen de geheiligde vogels waren van Juno,
de schutsgodin der vrouwen, zoodat óf het
rooven van den staart dezer d'^ren als heilig
schennis wordt beschouwd, óf het gebruik
maken van de heilige veeren werd beschouwd
als een roekeloos waagstuk, omdat het de
aandacht van het booze oog op den drager
kon vestigen.
Talismans met bezweringen of aanhalin
gen uit de Schrift werden vroeger zeer veel
gebruikt. Zoo luidt de beschrijving van een
talisman, voorkomende in de uit de middel
eeuwen dagteekenende Clavicula Salomonis
'welke volgens bedoeld werk in staat ls. de
liefde on te wekken van ieder wion hij wordt
toegezonden, of wien hii zelfs slechts wordt
getoond!»: ..Trek een cirkel en teekT. in d;en
cirkel twee in het middelpunt met de top
hoeken recht op elkaar staande driehoeken.
Schrijf dwars door deze driehoeken de namen
Jahveh. Adonia, Ruachi. Achides, Aegalmiel,
Degaliel. Teeken daarboven twee kleinere
driehoeken zoodanig door elkaar heen, dat zij
een zespuntige ster vormen. Schrijf daarna
binnen in den cirkel, langs den omtrek, de
eerste helft van Genesis I, vers 28."
In den tijd, waarin wij leven, behoeft men
niet op een zoo omslachtige wijze te werk te
gaan, om zich een talisman, of, zooals ze nu
bij voorkeur heeten: een „mascotte" te ver
schaffen. Ze zijn een gewoon handelsartikel
geworden!
Hoe heel anders was het in den goeden
ouden, romantischen tijd! Wie destijds een
mascotte of talisman of amulet, of hoe men
het noemen wil. wenschte te veroveren, moest
dat meestal doen ten koste van tal van avon
turen, waarbij hij herhaaldelijk zijn leven in
de waagschaal moest stellen.
Doch, hoe meer gevaren hij er voor had
doorstaan, hoe meer geluk zoo'n kostbaar be
zit hem dan ook aanbrachtwat niet meer
dan billijk is! Zelfs in onzen verlichten tijd
is het geloof aan den talisman nog niet ge
heel uitgeroeid; alleen is hij van gedaante
veranderd, en van naam. Zulke schoone, in
drukwekkende namen als in de middel
eeuwen: Crapaudina. Epistides, Elopsides,
Galactides en dergelijke hoort men er niet
meer aangeven.
In den regel waren deze gelukssteenen (die
notabene in het geheel geen steenen waren!)
van dierlijken oorsprong. Noemen wij aller
eerst den fameuzen Paddesteen of Crapau
dina, een der krachtigste wonderdoende stee
nen dien onze voorouders kenden. Er werd
enorm veel geld voor betaald, vooral wanneer
het een witte Paddesteen was want die bezat
de meeste kracht, ten minste volgens zekeren
Leonardus Camillus.
In „As you like it" zinspeelt Shakespeare
er op in de woorden: „De padde, afschuwelijk
en giftig, draagt nochtans een kostlijk juweel
in den kop". Aan dezen steen worden de vol
gende eigenschappen toegeschreven: aan den
linkerarm bevestigd verhoedde hij, dat het
huis van den drager afbrandde, of dat zijn
schip zonk: aan den hals gehangen behoedde
hij voor pest. melaatschheid en hongersnood.
Een legende, in de Schotsche Hooglanden
in omloop, wilde, dat de steen zonderling
tegenstrijdige hoedanigheden bezat, wanneer
hij door aanvoerders op het slagveld werd
gedragen: dan zou namelijk de drager óf den
vijand schitterend verslaan, óf zijn eigen
troepen zouden tot den laatsten man in de
pan worden gehakt!
Een zestiende-eeuwsche geleerde zegt, dat
de Paddesteen alleen in den kop van de padde
wordt aangetroffen en geeft een middel aan,
waardoor men te weten kan komen, of het
een echte steen is. dien men in handen heeft
gekregen. „Houdt hem een Padde voor. sodat
hy dien goed siet en is het een echten Padde-
steenen sa sal die Padde maecken of hy die
Steene uyt u hand wilde wegrucken, overmits
die Padde den Mensch het besit van desen
Steen seer benydet."
Hoe verschaft, men zich zulk een kostbaren
steen'' Boethius de Boot leert het ons. Men
heeft slechts een oad oo een rood stuk laken
te zetten, zegt hij. Hierop zit het dier zoo
graag, en voelt het zich zoo tevreden, dat het
uit louter speelschhcid den steen uit den kop
werpt. Doch dan moet men er vlug bij zijn
om hem weer op te rapen, want anders slikt
de pad hem weer in!
Ook voor andere geluksaanbrengers schijnt
rood laken groote aantrekkelijkheid te be
zitten. Dit blijkt uit de beschrijving, welke
reeds Philostratus van Sparta gaf van de
wijze, waarop men een slangesteen kon
machtig worden. Dit was eveneens een talis
man of mascotte, waaraan groote waarde
werd toegekend. Het is een steen „van lichte
kleur, die den blinden het gezicht teruggeeft,
en alle gift opzuigt, bovenal het slangengift.
Hij maakt zijn bezitter moedig en onover
winnelijk en zeer aantrekkelijk voor het
andere geslacht." Wie zich in het bezit wilde
stellen van dezen zeer begeerlijken steen kon
dit doen op de volgende, men zou zeggen:
vrij eenvoudige wijze.
Als men had ontdekt, waar de slang zich
ophield, moest men een scharlakenrood
lagensch kleed op den grond uitspreiden voor
haar verblijfplaats. Dan moet de liefhebber
van slangesteenen eenige tooverspreuken
prevelen (hoe deze luidden, vermeldt Philo
stratus niet!), waarop de slang naar buiten
kwam kruipen, den kop op het kleed legde,
en in slaap viel. Nu maakte men zich meester
van het reptiel, sneed het den kop af en
haalde den steen er uit....
UIT DE WERELD VAN DE FILM.
WANNEER... JA WANNEER..
Door KURT VESPERMAXN.
Kurt Vespermann.
Wanneer ik niet in 't rondtrekkend tooneel-
gezelschap van mijn lieve ouders 't levens
licht aanschouwd had, dan moest ik van
rechtswege en volgens de nationaliteit van
mijn vader een echter Beier zijn. Nu noemen
goede vrienden wij een Waterpool, omdat 't
genoemde gezelschap zich bij mijn geboorte
toevallig aan de Poolsche grens bevond.
Dit had zich evengoed in Württemberg of
in Saksen of ook in Mecklenburg kunnen be
vinden. Het was juist toeval wat wou men
daar doen?! Mijn ouders leidden een eigen
rondtrekkend theatergezelschap. Wanneer zij
inplaats daarvan ergens een kruidenierszaak
hadden gehad, dan had ik vast niet al op
den jongen leeftijd van drie jaar op de plan
ken gestaan.
Het heeft mij echter geen kwaad gedaan,
integendeel.
Toen voor mij de schooltijd kwam, werd
ik in Neustrelitz in Mecklenburg achterge
laten. waar ik het Gymnasium bezocht. Na
vervulling van mijn schoolplicht trok ik weer
naar mijn familie en met hen van oord tot
oord als jeune premier.
Wanneer ik aan ons rondtrekkend tooneel
niet een geweldige oefening in het acteeren
had gekregen, was bij mij beslist niet de ge
dachte opgekomen, om naar het zomer-
theater in Celle te solliciteeren. En had
ik daar niet in het oude dramatische tooneel-
stuk „Der Hiittenbesitzer" de hevige lach
salvo's van het publiek ontketend (ik denk
nog steeds aan mijn geleenden veel te
grooten hoogen hoed, die bij de beroemde
duelscène, trots alle papiervulling. steeds
dieper over mijn ooren gleed), dan was ik
vast niet na mijn eerste en eenige optre
den ontslagen geworden. Dan was ik niet
dadelijk naar Riga gegaan, waar ik aan het
Duitsche theater in Nestroys „Hij maakt een
grap", mijn eerste groote succes oogstte. Na
beëindiging van 't seizoen te Riga kreeg ik
engagementen naar Nürnberg. Dortmund,
Dessau. Wanneer directeur Beese van het
Berlijnsch-Trianon-theater mij nu echter
niet in Dessau ontdekt had. dan was ik er
wie weet wanneer pas in gekomen. Was nu
niet, juist toen ik in de hoofdstad voor 't
eerst optreden zou. de wereldoorlog uitge*
broken, waardoor mijn contract met direc
teur Beese automatisch ontbonden werd, dan
was de kans verloren gegaan in het Duitsche
Kunsttheater in een zeer mooie rol to moe
ten invallen, een rol, die ik binnen twee
dagen onder de knie had en die me een
reuzensucces bracht.
Zoo is nu eenmaal het leven en de theater
kunst!
Aan dit succes in het Duitsche Kunst-
Theater dankte ik een engagement aan de
toenmaals Koninklijken Schouwburg. Vier
jaren lang bleef ik daar. En wanneer Mein-
hardt en Bernauer mij tenslotte niet als
jeudigen komiek en Bonvivant voor hun
theater geëngageerd hadden, dan was ik
misschien niet tot de operette overgegaan.
In de stomme film heb ik jarenlang ge
speeld, nadat ik naast Emil Jannings in
„Das grosse Licht" debuteerde. Bij de toon
film was ik een van de eersten in „Ein Tag
im Tonfilm-Atelier". onder Dr. Bagier. Daarna
heb ik zoowel in Berlijn als ook in Parijs
in een rij toon-film-schlagers meegewerkt,
tenslotte in de Ufa-toonfilm-operetle der
Stapenhorst-productie „Ronnymet Kate
von Nagy en Willy Fritsch onder regie van
Reinhold Schünzel.
Ook in Het Schot in den Morgen, en Het
Schoone Avontuur heb ik rollen vervuld.
Zoo ziet men: wanneer dit en wanneer
dat niet gebeurd was. dan dan zou ik
misschien ook niet in Wie sag lch 's meinem
Mann opgetreden zijn!
DE VROUW IN HET
GLAZEN HUIS
door GENO OHLISCHLAEGER.
Buiten in het Zuid-Westen van Berlijn, in
het stille Dahlem, ligt een bijzondere laan.
Zij begint met eigenaardige villa's in stijl der
moderne architectuur en eindigt met een
boerenhofstede. De wandelaars, die 's Zon
dags door deze laan schrijden, kunnen goed
constateeren, hoe de verhouding Ls tusschen
de boerderij en de bijbehoorende huizen, want
op een bordje staat, dat het een „Landbouw
kundige Hoogeschool" betreft. De artistieke
huizen echter, die aan beide kanten aan het
begin van deze laan staan, veroorzaken hun
hoofdbreken.
Voor enkele van deze huizen blijven de
voorbijgangers peinzend staan en vragen zich
af, wie daar wel zou wonen. Twee huizen val
len vooral op: het eene hoort eigenlijk in
Italië thuis en heeft daarbij nog de eigen
aardigheid. dat de eerste verdieping ingeno
men wordt door een sportlokaal: door de
groote ramen ziet men de touwen van een
boksring. aan het plafond bengelt een zak
zand en links is een boksbal opgehangen. Het
tweede merkwaardige huis ligt er tegenover,
de menschen noemen het „Het glazen huis":
de wanden bestaan uit reusachtige ramen en
aan den voorkant rijzen, loodrecht ter breed
te van den gevel, de in de zon schitterende
glazen wanden op.
„Daar zal wel een bokser wonen, misschien
Schmeling wel?" denken de menschen. wan
neer zij het huis met den boksring zien. en
wanneer zij het „glazen huis" bewonderen,
veronderstellen zij natuurlijk dadelijk: daar
zou een groote filmster kunnen wonen. Wat
den bokser betreft, zijn de vermoedens „on
juist": hier woont niet Schmeling, maar
Fritz Lang, de maker van de film „Metropo
lis". De veronderstelling van de fiimactrice is
echter juist: Het „glazenhuis" is het huis
vanBrigitte Helm.
MET
(Van onzen Parijschen correspondent).
hier doorloopend iets feeërieks geven, iets
onwezenlijks, iets dat ons voor een oogenblik
geheel moet losscheuren uit onze eigen omge
ving. uit onzen gedachtengang. Onze buur-
man-in-de-stalles, de rug van de dame-voor
ons, de kale schedel van den meneer naast
haar. het souffleurshokjc. dat alles moet ver
dwijnen; werkeloos, slechts in gedachten cn
in gevoel, moeten we één zijn met de scène.
En zoo. met dat Zeiss-hemeldak. met de verre
verschieten is Rex de plaats geworden waar
dit ideaal wordt bereikt. De gazen sluiers
worden ijler. Eerst vaag. dan duidelijker wanen
we ons in een zaal. We staan voor een groot
praalbed, één weelde van kant en dons. Mid
den ln de luxe. verloren bijna „un petit, bout
de femme", een kind-vrouwtje, dat wakker
wordt: Jeannette MacDonald. Jeanncttc de
magnifique blondine, Jeannette die met
Maurice Chevalier in de „Love Parade" In
eens beroemd werd, wier kristalhelder stem
metje over héél de wereld heeft geklonken.
En daar. net als in de Parade d' Amour,
schieten de nymphen toe om haar te hullen
in kanten gewaden en 't orkest verstomt om
Ineens de beroemde marche aan te vangen
voor een nieuw decor, een oud gobelin, waar
in de personagiën verlevendigen tot de ele
gante garde-soldaten uit de charmant sen-
timenteele Weensche geschiedenis. En weer
verandert het decor: nu zijn het tientallen
dancing girls die van een Amerikaansch
hakken-klakkend rhvthme overgaan In een
sleepend walsen op Wlener-Musik. Dan weer
Jeannette die in een heerlijke mengeling van
bonte lichtstralen kweelt als een nachtegaal.
De begeleidende muziek komt nu niet meer
uit een orkestkuil maar dringt tot ons door
uit het mysterieuze hemeldak, zooals de
himmliche stimme van een orgel. Zesduizend
ipenschen, ademloos, leven mee met het
Een nachtelijke hemel met honderden flon
kerende sterren. Dan drijft ineens een wolk
langs, vaagt de lichtpunten weg. En weer
vonkt het in het nachtelijk duister en weer
glijden vage wolkgroepen in grillige gestal
ten langsIn de verte, aan den einder
spookachtig hooge cypressen, wier kruinen
verdoezelen in het donker. Een oneindig
hooge toren-van-Babel, mysterieus met dc
vensters waaruit een groen licht straalt, een
sprookjesslot half-verdoken in een oranje
schijnsel en in de verte, achter gazen sluiers
en kristalhelder stemmetje dat zingt van
eeuwige „Love"
De vaste, de traditioneelc uitgang van alle
provincialen en van alle buitenlanders die in
Parijs kwamen is altijd het Casino de Paris
en de Folies Bergère geweest. Thans is er
..Rex'. theater-bioscoop-zaal van Jacques
Haïk, op den Boulevard Poissonnière. Maar
als we „zaal" hebben gezegd dan was dat
slechts uit taal-armoede. Want men heeft fn
deze enorme ruimte geen oogenblik den in
druk zich in een besloten ruimte te bevinden.
Boven ons het kunstmatige hemeldak, links
en rechts de verre sprookjesdecors en voor
zich het eene feeërieke schouwspel dat op
het andere volgt in een bonte mengeling van
kleuren en in een zoete harmonie van klan
ken. Men moge héél wat beroemde music-
halls ter wereld hebben gezien en zelfs blase
zijn, maar men komt toch in extase wanneer
men voor het eerst in Rex komt en ziet wat
de huidige techniek gediend door unieke sier
kunstenaars vermag. Hoe ver achter ons lijkt
nu de tiid van rood-pluche loges gedragen
door vergulde carvatiden en van geschilderde
draperieën en marmeren pilaren: hier vinden
we voor het eerst dc droom van alle groote
régisseurs verwezenlijkt: dc omgeving in stijl,
in dc sfeer van het kunstwerk. Men wil ons
sprookjeswonder dat zich daar voltrekt. Door
een onzichtbare hand wordt het decor weg
geschoven. er groeit een Meiboom op. een
enorme bos anjers valt uiteen en elke bloem,
gebonden aan kleurige linten waait om den
boom In heerlijk rhythmischc bewegingen.
Dan voert men ons op langs een schier einde
loos trappenhuis naar een zaal van licht
waarin als één enorme diamant de „Star"
flonkert: Jeannette MacDonald.
Een zaal (want dat blijft het toch) plaats
biedend aan 6000 bezoekers, die leder oen
breede fauteuil vinden, een enorm tooneel,
een orkestkuil voor een tachtig man, en ge
kunt nagaan welke afmetingen dit enorme
theater dat een van de grootste attracties
van Parijs ls, heeft. Want alles ls naar even
redigheid. en er is aan dc grootst mogelijke
comfort gedacht. Enorme liften om het pu
bliek naar de balcons te voeren, breede gan
gen met vestiaires cn amerlcan-bars. kap
salons. beneden zelfs pen speciale zaal ken
nels voor hen die hun hond willen meenemen
naar het theater en een speciaal personeel
om de dieren te verzorgen en dat. alles
gratis. Geen fooien, geen cxfra-kosten en
waar 't spcctable permanent ls. daar kan
men. het entreegeld eenmaal betaald, des
noods den heelen dag van al die luxe genie
ten. Is 't. wonder dat het nieuwe theater dag-
aan-dag bestormd wordt en dat héél Parijs
uitstroomt om één oogenblik te leven onder
een sterrenhemel met Jeannette MacDonald?
Het ls Sn één van de pauzen dat we in de
luxueuse kleedkamer werden toegelaten tot
Jeannette. Er wordt héél veel van deze mo
derne sprookjes-prinses gevergd, maar ze Is
ook nog zoo jong.
Yes. I wil! go to Holland, lacht ze. En ze
stelt er zich héél veel van voor. Wie heeft
toch dat sombere koningsdrama verzonnen
waarin dit popnetje een zwaar tragische rol
zou hebben gesneeld? Het ls alles leven en
levensvreugde en zonnigheid. Of ze in Hol
land ook zal ontreden?.... ze weet het nog
niet met zekerheid: may be.
Mademoiselle Mac Donald en scène,
nous allons commencer. zoo bromt de zware
stem van den regisseur. En ze zweeft weg in
een wervelwind van kant dc Regina van
Rev
IIENRY A. Til. LESTURGEQN.
Na de origineeie buitenarchitectuur Interes
seert ons ook het binnengedeelte van het
„glazen huis", en op een dag bezoeken wij dc
beroemde actrice.
Nu blijkt het voordeel van de groote ra
men: de vertrekken baden in een zee van
licht en er hcerscht een heerlijke zuidelijke
warmte. De mooie vrouw vertelt ons trotsch,
dat de binneninrichting, wat keuze en sa
menstelling betreft haar eigen werk is. Dan
worden de huisgenooten voorgesteld: .Bim
bo". een moppige Schotsche terrier, cn een
prachtige Siameesche kat. met ondoorgron-
delüker oogen dan deze of gene film-vamp.
Op de tafel in den wintertuin ligt een
eigenaardig kleed, samengesteld uit veelkleu
rige doelen, die elk afzonderlijk den titel van
een Brigitte Helm-Film dragen, en wij her
inneren ons: „Metropolis". „De leugen van
Nina Petrowna". „Manolescu", „Gloria De
Gravin van Monte Chrtsto en vele andere.
Brigitte Helm vertelt ons, dat zij veel van
haar glazen huls houdt, cn wij begrijpen dat
volkomen, niet alleen om het vele licht en dc
zon. dat het haar schenkt, neen, deze vrouw,
die altijd een eigenaardige verschijning on
der dc filmsterren van alle naties was en
blijven zal ook wanneer wij haar ln dc
film als van een heelc andere zijde zullen
leeren kennendeze vrouw kunnen wij ons
ook in haar privé-leven niet anders indenken
dan in een huis. waarvan een meer dan bui
tengewone sfeer uitgaat.
DE AANHOUDER WINT!
Miriam Hopkins cn Herbert Marshall in
„Trouble in Paradise.
Een bescheiden landhuis, gezellig gelegen
aan het strand van Malibu Beach, een der
villaparken in de nabijheid van Hollywood,
is de woonplaats van den heer en mevrouw
Austin Parker. Iedere morgen suizen dc jonge
Parkers achter een vroolijk brommenden
motor naar de stad. Hun beider doel Ls het
Paramount Studio. Hier scheiden echter hun
wegen: terwijl mijnheer zich naar de bu
reaux begeeft waar de scenario-afdceling ge
vestigd is. slaat mevrouw de laan in waaraan
de kleedkamers gelegen zijn.
U hebt nooit van mevrouw Parker ge
hoord? Let eens op hoe vlug mevrouw te
voorschijn komt als de jongen, die wordt
uitgestuurd om de spelers bij elkaar te trom
melen. met een bescheiden klopje aan dc
deur de boodschap laat hooren; „Miss Hop
kins. er wordt op U gewacht!"
Miriam Hopkins werd in 1907 le Balnbridge
in Georgia, een der Zuidelijkste der Ver-
eenlgdc Staten, geboren. Eenige jaren geleden
kwam zij voor do eerste maal met do film in
contact, toen Schulborg haar in New-York op
het tooneel zag. en haar engageerde voor een
rol in ..Fast atid Loose".
Haar carrière ln filmland is ren snelle ge
weest: „De Lachende Luitenant", „24 Uur",
„Dr. Jekyll en Mr. Hyde en „Dancers in the
Dark" hebbenu haar een geweldige populari
teit bezorgd.
Er gaat van deze vrouw een wonderlijke
bekoring uit, die ook in de film haar doel
niet mist. Een levendige geest, con wils
krachtig karakter, een onverzettelijke vast
houdendheid hebben Miriam Hopkins ge
bracht op de door zoovelen benijde plaats:
die van een ster ln een groot filmstudio.
Miriam's grootste belangstelling gaat naar
boeken uit. meest biografieën en populair
wetenschappelijke werken.
Behalve op lezen ls zij dol op schilderen.
Zij heeft les gehad aan het Chicago Art
Institute, en neemt ook in Hollywood ge
regeld les. „Ik weet wel dat mijn werk voor-
loopig niets te beteekencn heeft", bekent zij
lachend,, maar ik amuseer me er best mee.
en ik ben al tevreden als m'n man en 'n paar
vrienden er goed over denken".
Ook vioolspelen doet zij graag. Zij houdt
veel van muziek, maar er is één instrument
dat zij nooit zal aanraken: de piano. Dat
komt opdat haar moeder haar in haar Jeugd
verscheidene uren per dag liet studeeren. in
de hoop ook in haar dochter de liefde voor
haar instrument to doer, ontwaken, 't Omge
keerde was echter het geval.
Als zoovele andere grooten uit filmland
maakte zij haar debuut als danseresje in het
koor van een revue. Zij kreeg hel haantje
gemakkelijk genoeg -- veel. veel moeilijker
was het uit het koor cn dc wereld van dc
revue vandaan te komen.
In 1917 verliet Miriam het ouderlijk huis
In Savannah, om in New-York op kostschool
te paan. Dit was geen prettige periode in
haar leven. Na enkele Jaren had zij er ge
noeg van. zij üep weg. en liet zich inschrij
ven op de Vestoff-Serova dansacademie.
Jaren van hard werken volgden, en lang
zamerhand kreeg zij een groot aantal dansen
grondig onder de knie. Meisjes met talent
voor dansen hebben gewoonlijk weinig
moeite om een plaatsje te krijgen in de im
mer wisselende rijen van balletdanseresjes
der groote revues, en Miriam was zoo geluk
kig reeds enkele dagen na het verlaten van
de dansschool aangenomen te worden voor
het koor van een operette-gezelschap, dat
een tournee door Zuid-Amerika ging maken.
Na een groote vreugde laat dr tclcurstel-
ling gewoonlijk niet lang op zich wachtrn; op
den dag dat dc boot zou vertrekken viel