H.B<
Haarlem in de 17e eeuw.
Van alles en nog wat.
Hoe het eens was. HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. Hoe het geworden is.
Hoe wij nu die plek kennen.
De Maeghden van den Hoeck.
Miriam in haar opwinding van een trapje en
brak haar enkel. Weg Zuid-Amerika!
Maar een gebroken enkel is gelukkig geen
ongeneeslijke blessure. En in plaats van de
harten der Spanjaarden veroverde zij een
goedkeurend applaus van het publiek dat
de nieuwe „music Box Revue" bezocht. De
regiseur had al gauw opgemerkt dat Miriam
tot grooter dingen in staat was. Hij gaf haar
verschillende kleine rolletjes, totdat zij op
het laatst geheel alleen een liedje voordragen
mocht. Zij had veel succes, en kreeg een
hoofdrol in „The Garrick Gaieties'*. Toen
deze show eindigde had Miriam echter met
een genoeg van de revue.
Zij voelde dat er een actrice in haar stak.
en niet slechts een zangeres, en langen tijd
deed zij vergeefsche moeite om iemand hier
van te overtuigen. Maar niemand scheen haar
au sérieux te willen nemen. Zij zagen in haar
niets anders dan een aardig, maar tamelijk
onbelangrijk revuesterretje.
Maar Miriam Hopkins liet zich niet van de
wijs brengen Maandenlang liep zij de kan
toren der theateragenten af zonder ook
maar iets nader tot haar doel te komen.
Eindelijk verloor een der agenten, die zich
aan Miriam's regelmatige verschijnen be
gon te ergeren, zijn geduld. Hij liet haar op
zijn privé-kantoor komen, sloeg met de vuist
op tafel en begon een geweldige rede. waarin
de woorden „brutaliteit" en „verbeelding" een
groote rol speelden. Toen na tien minuten
de woede van den spreker wat bedaard was,
stak hij bedaard een versche Havana op.
en legde Miriam een contract voor; zij was
geëngageerd voor een rol in „Excess Bag
gage".
Haar optreden werd een triomf op Broad
way; haar creatie was het gesprek van den
«tag. Men bood haar een hoofdrol dn het be
kende stuk „Een Kameel gaat door het oog
van een naald", dat maanden achtereen op
het repertoire bleef staan. „Lysistrata" was
haar volgende en voorloopig laatste tooneel
succes.
Paramount offreerde haar een rol in „Fast
and Loose", welke film in de New-Yorksche
studio's der maatschappij vervaardigd werd.
Haar werk in de film droeg de goedkeuring
van de studio-leiding weg, en een contract
voor langen termijn volgde. Lubitsch, die al
zoo dikwi,ils beginnelingen op den weg naar
roem geholpen had, koos haar voor de rol
van dc leelijko Prinses Anna in zijn „Lachen
de Luitenant" en later in Trouble in Paradise
En thans is Miriam Hopkins geslaagd, wat
voor een groot deel te danken is aan haar
spreuk;
„Ik wil mijn lot zelf in handen hebben.
Iedereen heeft het voor een groot deel aan
zich zelf te danken, als hij iets bereikt in de
wereld".
STUDIO SNUFJES.
Na een algemeene prijsvraag, uitgeschreven
door het Fransche tijdschrift „Pour Vous"
bleek dat de film „Fanny" vervaardigd naar
het tooneelstuk van Marcel Pagnol, algemeen
als de beste film van 1932 wordt beschouwd.
Als derde wordt de Filma film ,J)e Heer-
scheres van Atlantis" genoemd. Hieruit blijkt,
dat deze film ook in Frankrijk buitengewoon
veel succes oogst.
Henny Porten filmt op het oogenbllk niet,
doch maakt met een eigen gezelschap een
tournèe door Duitschland.
Jeanotte MacDonald gaat in Engeland spe
len voor United Artists. Zij zal echter eerst
nog eenige maanden in Parijs de hoofdrol
in een nieuwe operette vervullen.
Fritz Schulz speelde in de Engelsche versie
van Die Fledermaus de hoofdrol en na hot
beëindigen van deze film kreeg hij een be
langrijk contract van dc Britsh Gaumont
Co., aangeboden als speler en regisseur.
„Vijf en twintig graden onder nul en
we verwachten koud weer!", luidde het laat
ste telegram van W. S. Van Dijke. die in het
hooge Noorden opnemingen doet voor de
Metro film Eskimo.
Onder regie van Frank Oapra zal begon
nen worden met de opnemingen voor een film
over Sovjet Rusland, waarin de hoofdrollen
vervuld zullen worden door Wallace Beery en
Clarck Gable.
De eerste film van Colleen Moore voor de
Metroheet „Lost". Het verhaal is spe
ciaal voor de film geschreven door Lenorc
Coffee. Hierin zal Colleen Moore met Jackie
Cooper samenspelen.
IJVERIGE FIGURANTEN.
De problemen van liet filmstudio zijn vele
en verscheidene. Steeds opnieuw komt de
studio-staf voor nieuwe zorgen te staan, die
geduld, talent of doodgewone timmermans-
handigheid eischen om tot oplossing te wor
den gebracht.
Voor een scène in Cecil B. de MUle's groote
productie „Het Teekon des Krnises" kocht
men een honderdtal duiven aan. die in een
straatopneming moesten figureeren om dc
onontbeerlijke „locale kleur" voor haar reke
ning te nemen. Ten einde te voorkomen dat
de vogels zouden wegvliegen zoodra zij wer
den losgelaten werden de hokken reeds weken
van te voren op de groote binnenplaats van
het studio geplaatst, waar de buitenopnemin
gen zouden plaats hebben. Toen de tijd voor
het opnemen gekomen was, gedroegen de dui
ven zich ook inderdaad uitmuntend, en de
scène werd tot ieders groote tevredenheid ge
draaid.
Minder tevreden was men toen den volgen
den dag een andere regisseur een scène voor
een andere film wilde opnemen, en de duiven
door niets ter wereld te verdrijven waren.
Men was ten slotte genoodzaakt het geheele
decor op een ander hoekje van het studio
terrein neer te zetten, waar de al te werk
willige figuranten geen interesse voor be
toonden".
VAN TWEE ADVOCATEN.
Een der leerlingen van Pythagoras, Malus
genaamd, kwam eens bij zijn grooten meester
en verzocht hem te worden onderwezen in de
welsprekendheid en in het pleiten. Hij be
loofde hem voor dit onderricht tien talenten
(25.000 gulden in onze munt) te zullen be
talen, hetgeen een zeer belangrijke som was.
Alleen stelde hij tot voorwaarde, dat hij eerst
betalen zou na het winnen van zijn eerste
zaak.
Pythagoras vond dit goed.
Malus werd grondig door hem onderwezen,
maar toen de leertijd van dezen om was.
wilde hij geen enkele zaak op zich nemen,
in de hoop, zoo de aangegane verplichting te
ontduiken.
Pythagoras deed hem een proces aan en
toen beiden voor de rechtbank, stonden zei de
meester:
In elk geval, Malus, wordt gij veroor
deeld de tien talenten te betalen, want een
van beide, óf ik win mijn proces, óf ik verlies
het. Win ik het, dan zijt ge mij die som schul
dig, omdat zij door mij wordt geëischt; ver
lies ik het daarentgen, dan moet gij eveneens
betalen, omdat gij in dat geval uw eerste
proces gewonnen hebt en dus geen uitvlucht
meer kunt vinden, om aan uw verplichting te
ontkomen.
Maar de leerling, door den meester ge
oefend in allerlei spitsvondigheden, vatte
zonder eenige verlegenheid te toonen, den
draad derzelfde redeneering op en sprak:
Ik win mijn proces of ik verlies het.
Win ik het meester, dan betaal ik u niet, om
dat dan uw eisch afgewezen is; verlies ik
het daarentegen, dan betaal ik u evenmin,
omdat ik u, volgens onze overeenkomst,
slechts behoef te betalen, als ik mijn eerste
rechtzaak gewonnen heb".
DE RAAKS.
De Raaks is in 3/4 eeuw ook zeer veel ver
anderd. Het water met bruggetjes was vroe
ger Wel schilderachtig. Het tegenwoordige
beeld van de Raaks zal ook wel spoedig ver
dwijnen, want aan den rechtschen kant
worden de huizen die de gemeente voor dc
verbreeding der straat gekocht heeft, ge
sloopt
HEBT GIJ EEN FRAAIE
„HERSENARCHITECTUUR?
Over de verhouding van hoofdgrootte tot
hersengewicht en intelligentie zijn juist in
den laatsten tijd weer diepgaande onderzoe
kingen ingesteld. Daarbij is gebleken dat een
klein hoofd in het geheel geen bewijs is voor
een klein verstand, cn dat een groot hoofd
niet het monopolie der genieën is. Ook de be-
teekenis van een hoog of laag hersengewicht
staat niet vast.
Verder is wel gebleken, dat de schedelom-
vang ook niets zegt omtrent de grootte van
de hersenen, omdat tusschen schedelbeen en
hersenen zich nog geen ruimte bevindt, die
van wisselende grootte is. Ook de dikte van
het schedelbeen speelt een rol.
De anthropologic heeft geconstateerd, dat
verschillende rassen een typische constante
hoofdgrootte hebben. Over de intelligentie
van zoo'n volk of ras beslist dat in het ge
heel niet. De Romeinen bijvoorbeeld hadden
kleine hoofden, maar hun verstandelijke
aanleg was, zooals bekend is, zeer groot.
Veeleer hangen grootte, bouw en soort van
den schedel samen met de afmetingen van
het geheele lichaam. Tusschen man en vrouw
bestaat hier geen enkel verschil. Dat de vrouw
in doorsnee een ietwat lager hersengewicht
heeft, wordt verklaard uit haar kleinere ge
stalte. Wanneer het gaat om de afweging dei-
intelligentie van man en vrouw, dan staat
vast, dat beide geslachten gelijk gedisponeerd
zijn, middelmatige menschen, stommelingen
of genieën te worden.
Men kan dan ook nauwelijks spreken van
een gemiddeld hersengewicht van den
mensch. Sommige hersenen halen een ge
wicht van 2500 gram; de Russische dichter
Toergenieff sloeg het record: zijn hersenen
wogen iets meer dan 3000 gram. Naar bene
den heeft men een minimumgrens gevonden:
menschelijke intelligentie is niet mogelijk bij
een gewicht van hersenen van minder dan
1000 gram.
Alleen uit de windingen, uit de gecompli
ceerde hersenkronkels' is wellicht een conse
quentie te maken omtrent de gesteldheid
van het verstand en de gerichtheid van de
intelligentie. Hier zijn in ieder geval zekere
wetten opgesteld, die intusschen nog niet in
alle bijzonderheden kunnen worden bewezen.
Hoe veelvuldiger de windingen der hersenen
zijn. des te hooger taxeert men de persoon
lijkheid van dexi hezitte?-. Het hersengewicht
van Anatole France bleek slechts middelma
tig te zijn, maar zijn hersenen onderscheid
den zich door een bijzonder fraaien vorm en
talrijke windingen. Hoe primitiever het schep
sel is, des te eenvoudiger en ruwer is de „ar
chitectuur" der hersenen, des te eenvoudiger
is derhalve het centrale zenuwstelsel ge
bouwd. Dat centrale stelsel is, zooals be
kend, een wonderlijk samenstel van cellen,
waarin gewaarwordingen en gedachten wor
den geboren. Hoe meer oppervlakte deze her-
senwindingen kunnen innemen beweert
men des te meer plaats is er voor het ont
staan van een gedachte, des te grooter is de
intelligentie. Het aantal windingen staat in
verband met de grootte der intelligentie. In
het algemeen kan men zeggen, dat wij de
ruimte onzer hersenen niet genoeg gebrui
ken, dat wij onze hersenen niet genoeg trai
nen. De hersenen kunnen eerst hun volle ca
paciteit bereiken, als iedere cel in dit won
derlijke systeem benut wordt.
Een van de interessantste gedeelten van
onze oude stad is dat stuk, dat in de wan
deling „Oud-Haarlem" heet en gelegen is
tusschen Bakenessergracht, O.L. Vrouwe-
steeg, Klerksteeg, 't Krom en Koksteeg. Veel
van het oude is ook hier verloren gegaan,
maar dat wij hier staan in een stadsdeel
van respectabelen ouderdom, is zeker. Som
mige schrijvers meenen, dat hier al een O.L.-
Vrouwe-kerk gestaan heeft vóórdat Haarlem
met den ouden St. Bavo werd gesticht. Dat
nederzeltinkje rondom de Lieve Vrouwe-kerk
zou dan later geannexeerd en Oud-Haarlem
genoemd zijn.
Hoe 't ook zij ,de „Hoek", zooals dat stuk
genoemd werd, heeft vooral na de 16de
eeuw heel wat meegemaakt.
In de eerste helft van de 17de eeuw leef
den in den Hoek de „Maeghden". Zij vorm
den een vereeniging op religieusen grond
slag, zooiets als de begijntjes, het uitoefe
nen van het Katholieke geloof was in die
tijden in onze stad verboden en alle kloosters
v/aren opgeheven, zoodat een dergelijke op
lossing de eenige uitweg was. De „maeghden"
woonden in afzonderlijke huisjes, maar kwa
men voor haar godsdienstoefeningen geregeld
bijeen, waartoe ze langs geheime gangen
naar het verscholen kerkgebouwtje gingen.
Die gangen heetten „krollen", d.i. krullen, om
dat zij zoo kronkelend liepen, en tot in het
midden van de vorige eeuw waren er in de
Hoek nog van die krollen bekend, met name
St. Jochemsgang en de Moedertjesgang.
Later, toen de vereeniging der Maeghden
haar doel had verloren, werd zij opgeheven
en het voormalige gebouw van samenkomst
werd tot Katholieke kerk verheven: de z.g.
Statie van den H. Bernardus of in den Hoek.
In 1852 werd het gebouw gesloopt. Bij die
gelegenheid verhuisde een belangrijk hand
schrift voor de geschiedenis van den Hoek
naar de bibliotheek van het seminarie te
Warmond: de Levens der Maeghden, door
Catharina Jans Oly. Gheestelycke Moeder.
Dank zij dit geschrift, dat later in de Bij
dragen voor de geschiedenis van het Bisdom
Haarlem gepubliceerd is, weten we heel veel
van de zoo interessante vereeniging der
Maeghden af.
Zij woonden dan bij twee of drie in kleine
huisjes en droegen geen speciale klooster-
Toon de school om vier uur uitging hield
de meeester Piet bij de deur even staan
de.
Zeg. Piet. ik wou jc nog iets zeggen.
De jongen bleef verlegen staan. Even was
er stilte. Toen zei de onderwijzer:
Als je meent, dat appels stelen eerlijk
is. Piet en je wilt het nog es doen, is het
toch wel zoo veilig als je eerst eens goed
kijkt of ei ook iemand in den tuin is. Gis
teravond bijvoorbeeld had ik jc gemakke
lijk kunnen pakken want je ging me rake
lings voorbij. Dat had je een flink pak ransel
kunnen kosten, jongen.als ik gewild had
ga nu maar naar huis.
In de:i eersten tijd wilde bij Piet het gevoel
dat hij iets had goed te maken maar niet
wijken. Hij had inderdaad „zijn meester"
gevonden.
kleeding, al was er wel een bepaald soort
hoofdbedekking onder haar gebruikelijk. De
bedoeling van de kleeding was natuurlijk,
zoo min mogelijk op te vallen, en sober te
zijn. De „Gheesteiijcke Moeder", was te ver
gelijken met de Moeder-Overste in een ge
woon klooster; als geestelijk leidsman fun
geerde de Eerw. Overste, een priester uit de
stad.
De Klerksteeg, die de Hoek begrenst, heeft
waarschijnlijk vroeger Clarcquensteeg ge-
heeten, naar de vele „clerken" (clerici) die
in die dagen de buurt passeerden.
De Maeghden deden van alle bezittingen
afstand, hoewel zij wel nog de beschikking
schenen te behouden over haar eventueel
kapitaal: er in in de Levens telkens sprake
van schenkingen en zelfs aankoop van huizen
door sommige blijkbaar gefortuneerde
Maeghden. Zij leefden ook niet afgesloten
van de wereld, maar ontvingen bezoek en
begaven zich zelf ook in andere deelen van
de stad: toen er een epidemie uitbrak, vroeg
en kreeg een Maeghd vergunning om weg
te reizen en trok bij familie te Leiden in.
Dat zij niet geheel onafhankelijk leefden,
bewijst wel dat „vergunning" vragen. De
kloosterlijke deugd van gehoorzaamheid
werd door de Maegden wel degelijk hoogge
houden en in de Levens vinden we meer
malen staaltjes van onderwerping en plichts
besef Want Catharina Jans Oly beschrijft
zorgvuldig de geheele levensloop en al de ge
dragingen van haar Maeghden, on omdat ze 'n
geestige vrouw was met een vlotte pen, is
haar werkje prettig om te lezen. Ze somt van
iedere Maeghd de deugden en ook de fouten
op, maar bij één schijnt ze onmogelijk veel
goeds hebben kunnen zeggen, en dus staat
er alleen, niet onvermakelijk:
„Tuentgen Heindriksdochter. Desen is van
geboorten boven Utrecht; heeft ettelike
jaeren gewoont in dese vergaderinghe, met
vallen en opstaen haer tijt gepasseert, maer
is in 't eint met goet beken en berou ge
storven 1624 den 10 November".
L. S.
Dc groote niaag.
Bij een onlangs in Australië gevoerd proces,
hield een advocaat een pleidooi, dat 71 uur
duurde.
Men kan zélfs van het goeie te veel krij
gen!
Zoo nijdig als....
welke spin?
Men zegt. dat er 1100 verschillende soorten
dieren en insecten in de wereld zyn met (lui
zende variëteiten, waaronder 40000 typen vlie
gen. 50.000 typer. vlinders, en 129,000 tvpen
spinnen.
Mensch en rat.
Terwijl het aantal menschen op de aarde
geschat wordt op 1.849.500.000. noemt men als
aantal ratten op aarde het getal 10.000.000.0CO
zoodat de verhouding ongeveer 5 ratten op
een mensch is.
De Held van de Klas.
door SASKA LAJEUINE.
In een groepje stonden de jongens van
de hoogste klas op het schoolplein bijeen.
Zacht pratend alsof ze een samenzwering
beraamden en van tijd tot tijd luide scha
terend van pret.
Het zijn dikke jongens. Moet je kijken.
Mijn zakken springen haast uit mijn broek.
De jongens hadden groote pret. Nu zouden
ze hem dan toch es even fijn nemen. Veer
tien dagen lang hadden ze alles met den
nieuwen meester geprobeerd en even lang
waren alle pogingen om hem met het een
of andere grapje om den tuin te leiden, mis
lukt. Als hij met den rug naar de klas stond
zag hij nog meer, dan als hij gewoon keek!
Jullie moet er op rekenen, jongens, had
hij den eersten dag al gezegd, dat ik overal
oogen heb. Ik zie alles en wat ik niet zie,
ruik ik.
Reuzeneus, had Piet van'Berkum toen
al te luid gegromd, en dat eene woordje
had hem een half uur van zijn tijd gekost.
En dat den eersten dag al.
Hij kent de foefies. jongens, had Piet
na een paar dagen zeer ernstig aan zijn „on-
derhoorigen" meegedeeld. Met gewone dingen
vlieg je erin. 't Ls een gladde.
Toch zon dc jongen op wraak. Hij kon
het nog maar altijd niet goed zetten, dat de
onderwijzer al zijn mooie plannetjes tot dus
ver dadelijk doorzien en dat ook zeer duide
lijk getoond had.
En vooral nam Piet hem kwalijk, dat hij
nooit kwaad werd. Alles gebeurde met een
lachje van 't heeft-je-al-weer-niks-geholpen-
jongen. 1
Eindelijk had hU wat gevonden waarmee
hij de „Reuzeneus" nou es lekker te pakken
kon nemen! Het was zoo de gewoonte op
school dat dc jongens van tijd tot tijd voor
bun onderwijzer als ze'hem graag moch
ten. iets meenamen. Een paar bloemen, een
appel of peer of andere kleinigheden. In
groot vertrouwen nu had Piet zijn plannetje
aan zijn kameraden meegedeeld! 's Avonds
zou hij stiekum in den tuin klimmen die
bij het huis van den onderwijzer behoorde,
daar wat mooie appels van een boom plukken
om die dan den volgenden morge-n met een
onhoozel gezicht bij wijze van aardige attentie
den bestolene weer aan te bieden!
Je zal zien, jongens, wat ie raar zal
kijken als ie van mij een paar appels krijgt.
Ze vermaakten zich bij voorbaat kostelijk
met het plannetje en Piet had de voldoe
ning, dat hij opnieuw de held van allen en
dan toch in elk geval in 't oog van de joai-
gens weer „de baas" was.
De schoolbel luidde cn de leerlingen gingen
naar binnen. In de hoogste klasse stond de
onderwijzer scherp toe te zien of alle jongens
wel met de geboden voorzichtigheid het lo
kaal betraden en zonder oiinoodig lawaai hun
plaatsen zochten.
In stee van naar zijn plaats te gaan, liep
Piet regelrecht naar zijn vijand en overhan
digde hem onder zacht lachen van zijn
kameraden twee mooie, dikke appels.
Alstublieft, meester.
Hé, dank je wel, Piet. Da's aardig,
hoor.
Meer niet. Een scheef gezicht trekkend
ging de jongen naar zijn bank. De les nam
een aanvang.
In 't vrij kwartier hadden ze nog groote
pret over het feit, dat do meester nou zijn
eigen appels weer cadeau gekregen en mee
genomen had.
In den middag had de klas een teeken
uurtje en nadat de onderwijzer de plaat, die
afgeteckend moest worden met zyn klas zeer
nauwkeurig en van alle zijden had bekeken,
konden de leerlingen hun proeven van be
kwaamheid afleggen. Plotseling stak Piet zijn
vinger op.
Meneer, mijn teekenpotlood is weg.
Wat is dat nou weer? Heb je goed ge
keken?
Ja. meneer.
Het onderzoek begon, maar het potlood
zijn allermooiste was weg en bleef weg
en niemand van de anderen wist er iets van
af.
Tenslotte leende de onderwijzer hem een
van de zijne.
Piet onder den indruk van 't geval en
van de welwillendheid, waarmee zijn „vijand"
hem een potlood had afgestaan, deed dezen
keer zijn uitersten best op de teekening en
toen het uurtje om was, verklaarde de mees
ter. dat hij het beste werk van allen ge
leverd had en toonde hij de teekening aan
de andere jongens.
Kijk, zoo hadden jullie het nou alle
maal moeten doen!
Dit is uitstekend, hoor Piet. Ik ben heel
tevreden over je.
De jongen meende, dat de onderwijzer hem
wat spottend aankeek en sloeg zijn oogen
neer.
Jullie weten wel, dat het anders mijn
gewoonte niet is om prijzen uit te deelen,
want wij moeten ook zonder een belooning
voor ons werk ons best doen. maar omdat ik
deze teekening zoo goed vind, wil ik dezen
keer een uitzondering maken en Piet een
klein cadeautje geven. Kijk!
Met een ernstig gezicht overhandigde de
onderwijzer Piet het teekenpotlood, dat deze
verloren waande. Stom van verbazing keek
de jongen hem aan.
Kijk, Piet, dat is voor jou. Als be
looning. Jij hebt mij vanmorgen wat gegeven,
nu geef ik jou wat. Bekijk het maar eens
goed. 't Is een mooie
Niet alleen Piet herkende zijn bezit. Ook
zijn buurman in de bank zag wat dit voor
een „geschenk" was en dadelijk daarop ging
het fluisterend rond, dat Piet „zijn eigen pot
lood weer cadeau gekregen had!"
De klas begreep en lachte, maar de on
derwijzer herstelde vlug de orde en zette de
les voort.
Engeland importeert jaarlijks voor onge
veer 4.000.000.000 gulden aan levensmiddelen.
....en nooit verkeerd verbonden?
Londen heeft vijftig automatische-telefoon
centrales met 220.000 aansluitingen.
Vele kleintjes
In één jaar werden in het district Londen
niet minder dan 100.000.000 penny-stukken
door de posterijen van de publieke spreek
cellen ontvangen.
Buy British.
Practisch gesproken is al het benoodigde
telefoonmateriaal in Engeland van Britsche
herkomst, slechts 1 pet. wordt geïmporteerd.
Veilig verkeer.
412 bestuurders van motorrijtuigen kregen
van de „Safety First Association" een eere-
tak als onderscheidingsteeken. voor het feit
dat zij in meer dan 10 jaren geen enkel on-
;eluk hebben gehad.
Sahara-trcinen.
Frankrijk zal vermoedelijk in Duitschland
een order plaatsen van den bouw van twee
bliksemtreinen, type „Vliegende Hamburger".
Frankrijk zal deze treinendoor de Sa
hara laten loopen.
Luchtziekte bestrijding.
Melk is een middel tegen luchtziekte. In
Amerika worden alle vaargasten van vlieg
tuigen van een flinke hoeveelheid melk voor
zien.
Ter bestrijding van de luchtziekte volgt het
vliegtuig dus den melkweg.
Lang van stof!