H.B< Haarlem in de 17e eeuw. Van alles en nog wat. Hoe het eens was. HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. Hoe het geworden is. Hoe wij nu die plek kennen. De Maeghden van den Hoeck. Miriam in haar opwinding van een trapje en brak haar enkel. Weg Zuid-Amerika! Maar een gebroken enkel is gelukkig geen ongeneeslijke blessure. En in plaats van de harten der Spanjaarden veroverde zij een goedkeurend applaus van het publiek dat de nieuwe „music Box Revue" bezocht. De regiseur had al gauw opgemerkt dat Miriam tot grooter dingen in staat was. Hij gaf haar verschillende kleine rolletjes, totdat zij op het laatst geheel alleen een liedje voordragen mocht. Zij had veel succes, en kreeg een hoofdrol in „The Garrick Gaieties'*. Toen deze show eindigde had Miriam echter met een genoeg van de revue. Zij voelde dat er een actrice in haar stak. en niet slechts een zangeres, en langen tijd deed zij vergeefsche moeite om iemand hier van te overtuigen. Maar niemand scheen haar au sérieux te willen nemen. Zij zagen in haar niets anders dan een aardig, maar tamelijk onbelangrijk revuesterretje. Maar Miriam Hopkins liet zich niet van de wijs brengen Maandenlang liep zij de kan toren der theateragenten af zonder ook maar iets nader tot haar doel te komen. Eindelijk verloor een der agenten, die zich aan Miriam's regelmatige verschijnen be gon te ergeren, zijn geduld. Hij liet haar op zijn privé-kantoor komen, sloeg met de vuist op tafel en begon een geweldige rede. waarin de woorden „brutaliteit" en „verbeelding" een groote rol speelden. Toen na tien minuten de woede van den spreker wat bedaard was, stak hij bedaard een versche Havana op. en legde Miriam een contract voor; zij was geëngageerd voor een rol in „Excess Bag gage". Haar optreden werd een triomf op Broad way; haar creatie was het gesprek van den «tag. Men bood haar een hoofdrol dn het be kende stuk „Een Kameel gaat door het oog van een naald", dat maanden achtereen op het repertoire bleef staan. „Lysistrata" was haar volgende en voorloopig laatste tooneel succes. Paramount offreerde haar een rol in „Fast and Loose", welke film in de New-Yorksche studio's der maatschappij vervaardigd werd. Haar werk in de film droeg de goedkeuring van de studio-leiding weg, en een contract voor langen termijn volgde. Lubitsch, die al zoo dikwi,ils beginnelingen op den weg naar roem geholpen had, koos haar voor de rol van dc leelijko Prinses Anna in zijn „Lachen de Luitenant" en later in Trouble in Paradise En thans is Miriam Hopkins geslaagd, wat voor een groot deel te danken is aan haar spreuk; „Ik wil mijn lot zelf in handen hebben. Iedereen heeft het voor een groot deel aan zich zelf te danken, als hij iets bereikt in de wereld". STUDIO SNUFJES. Na een algemeene prijsvraag, uitgeschreven door het Fransche tijdschrift „Pour Vous" bleek dat de film „Fanny" vervaardigd naar het tooneelstuk van Marcel Pagnol, algemeen als de beste film van 1932 wordt beschouwd. Als derde wordt de Filma film ,J)e Heer- scheres van Atlantis" genoemd. Hieruit blijkt, dat deze film ook in Frankrijk buitengewoon veel succes oogst. Henny Porten filmt op het oogenbllk niet, doch maakt met een eigen gezelschap een tournèe door Duitschland. Jeanotte MacDonald gaat in Engeland spe len voor United Artists. Zij zal echter eerst nog eenige maanden in Parijs de hoofdrol in een nieuwe operette vervullen. Fritz Schulz speelde in de Engelsche versie van Die Fledermaus de hoofdrol en na hot beëindigen van deze film kreeg hij een be langrijk contract van dc Britsh Gaumont Co., aangeboden als speler en regisseur. „Vijf en twintig graden onder nul en we verwachten koud weer!", luidde het laat ste telegram van W. S. Van Dijke. die in het hooge Noorden opnemingen doet voor de Metro film Eskimo. Onder regie van Frank Oapra zal begon nen worden met de opnemingen voor een film over Sovjet Rusland, waarin de hoofdrollen vervuld zullen worden door Wallace Beery en Clarck Gable. De eerste film van Colleen Moore voor de Metroheet „Lost". Het verhaal is spe ciaal voor de film geschreven door Lenorc Coffee. Hierin zal Colleen Moore met Jackie Cooper samenspelen. IJVERIGE FIGURANTEN. De problemen van liet filmstudio zijn vele en verscheidene. Steeds opnieuw komt de studio-staf voor nieuwe zorgen te staan, die geduld, talent of doodgewone timmermans- handigheid eischen om tot oplossing te wor den gebracht. Voor een scène in Cecil B. de MUle's groote productie „Het Teekon des Krnises" kocht men een honderdtal duiven aan. die in een straatopneming moesten figureeren om dc onontbeerlijke „locale kleur" voor haar reke ning te nemen. Ten einde te voorkomen dat de vogels zouden wegvliegen zoodra zij wer den losgelaten werden de hokken reeds weken van te voren op de groote binnenplaats van het studio geplaatst, waar de buitenopnemin gen zouden plaats hebben. Toen de tijd voor het opnemen gekomen was, gedroegen de dui ven zich ook inderdaad uitmuntend, en de scène werd tot ieders groote tevredenheid ge draaid. Minder tevreden was men toen den volgen den dag een andere regisseur een scène voor een andere film wilde opnemen, en de duiven door niets ter wereld te verdrijven waren. Men was ten slotte genoodzaakt het geheele decor op een ander hoekje van het studio terrein neer te zetten, waar de al te werk willige figuranten geen interesse voor be toonden". VAN TWEE ADVOCATEN. Een der leerlingen van Pythagoras, Malus genaamd, kwam eens bij zijn grooten meester en verzocht hem te worden onderwezen in de welsprekendheid en in het pleiten. Hij be loofde hem voor dit onderricht tien talenten (25.000 gulden in onze munt) te zullen be talen, hetgeen een zeer belangrijke som was. Alleen stelde hij tot voorwaarde, dat hij eerst betalen zou na het winnen van zijn eerste zaak. Pythagoras vond dit goed. Malus werd grondig door hem onderwezen, maar toen de leertijd van dezen om was. wilde hij geen enkele zaak op zich nemen, in de hoop, zoo de aangegane verplichting te ontduiken. Pythagoras deed hem een proces aan en toen beiden voor de rechtbank, stonden zei de meester: In elk geval, Malus, wordt gij veroor deeld de tien talenten te betalen, want een van beide, óf ik win mijn proces, óf ik verlies het. Win ik het, dan zijt ge mij die som schul dig, omdat zij door mij wordt geëischt; ver lies ik het daarentgen, dan moet gij eveneens betalen, omdat gij in dat geval uw eerste proces gewonnen hebt en dus geen uitvlucht meer kunt vinden, om aan uw verplichting te ontkomen. Maar de leerling, door den meester ge oefend in allerlei spitsvondigheden, vatte zonder eenige verlegenheid te toonen, den draad derzelfde redeneering op en sprak: Ik win mijn proces of ik verlies het. Win ik het meester, dan betaal ik u niet, om dat dan uw eisch afgewezen is; verlies ik het daarentegen, dan betaal ik u evenmin, omdat ik u, volgens onze overeenkomst, slechts behoef te betalen, als ik mijn eerste rechtzaak gewonnen heb". DE RAAKS. De Raaks is in 3/4 eeuw ook zeer veel ver anderd. Het water met bruggetjes was vroe ger Wel schilderachtig. Het tegenwoordige beeld van de Raaks zal ook wel spoedig ver dwijnen, want aan den rechtschen kant worden de huizen die de gemeente voor dc verbreeding der straat gekocht heeft, ge sloopt HEBT GIJ EEN FRAAIE „HERSENARCHITECTUUR? Over de verhouding van hoofdgrootte tot hersengewicht en intelligentie zijn juist in den laatsten tijd weer diepgaande onderzoe kingen ingesteld. Daarbij is gebleken dat een klein hoofd in het geheel geen bewijs is voor een klein verstand, cn dat een groot hoofd niet het monopolie der genieën is. Ook de be- teekenis van een hoog of laag hersengewicht staat niet vast. Verder is wel gebleken, dat de schedelom- vang ook niets zegt omtrent de grootte van de hersenen, omdat tusschen schedelbeen en hersenen zich nog geen ruimte bevindt, die van wisselende grootte is. Ook de dikte van het schedelbeen speelt een rol. De anthropologic heeft geconstateerd, dat verschillende rassen een typische constante hoofdgrootte hebben. Over de intelligentie van zoo'n volk of ras beslist dat in het ge heel niet. De Romeinen bijvoorbeeld hadden kleine hoofden, maar hun verstandelijke aanleg was, zooals bekend is, zeer groot. Veeleer hangen grootte, bouw en soort van den schedel samen met de afmetingen van het geheele lichaam. Tusschen man en vrouw bestaat hier geen enkel verschil. Dat de vrouw in doorsnee een ietwat lager hersengewicht heeft, wordt verklaard uit haar kleinere ge stalte. Wanneer het gaat om de afweging dei- intelligentie van man en vrouw, dan staat vast, dat beide geslachten gelijk gedisponeerd zijn, middelmatige menschen, stommelingen of genieën te worden. Men kan dan ook nauwelijks spreken van een gemiddeld hersengewicht van den mensch. Sommige hersenen halen een ge wicht van 2500 gram; de Russische dichter Toergenieff sloeg het record: zijn hersenen wogen iets meer dan 3000 gram. Naar bene den heeft men een minimumgrens gevonden: menschelijke intelligentie is niet mogelijk bij een gewicht van hersenen van minder dan 1000 gram. Alleen uit de windingen, uit de gecompli ceerde hersenkronkels' is wellicht een conse quentie te maken omtrent de gesteldheid van het verstand en de gerichtheid van de intelligentie. Hier zijn in ieder geval zekere wetten opgesteld, die intusschen nog niet in alle bijzonderheden kunnen worden bewezen. Hoe veelvuldiger de windingen der hersenen zijn. des te hooger taxeert men de persoon lijkheid van dexi hezitte?-. Het hersengewicht van Anatole France bleek slechts middelma tig te zijn, maar zijn hersenen onderscheid den zich door een bijzonder fraaien vorm en talrijke windingen. Hoe primitiever het schep sel is, des te eenvoudiger en ruwer is de „ar chitectuur" der hersenen, des te eenvoudiger is derhalve het centrale zenuwstelsel ge bouwd. Dat centrale stelsel is, zooals be kend, een wonderlijk samenstel van cellen, waarin gewaarwordingen en gedachten wor den geboren. Hoe meer oppervlakte deze her- senwindingen kunnen innemen beweert men des te meer plaats is er voor het ont staan van een gedachte, des te grooter is de intelligentie. Het aantal windingen staat in verband met de grootte der intelligentie. In het algemeen kan men zeggen, dat wij de ruimte onzer hersenen niet genoeg gebrui ken, dat wij onze hersenen niet genoeg trai nen. De hersenen kunnen eerst hun volle ca paciteit bereiken, als iedere cel in dit won derlijke systeem benut wordt. Een van de interessantste gedeelten van onze oude stad is dat stuk, dat in de wan deling „Oud-Haarlem" heet en gelegen is tusschen Bakenessergracht, O.L. Vrouwe- steeg, Klerksteeg, 't Krom en Koksteeg. Veel van het oude is ook hier verloren gegaan, maar dat wij hier staan in een stadsdeel van respectabelen ouderdom, is zeker. Som mige schrijvers meenen, dat hier al een O.L.- Vrouwe-kerk gestaan heeft vóórdat Haarlem met den ouden St. Bavo werd gesticht. Dat nederzeltinkje rondom de Lieve Vrouwe-kerk zou dan later geannexeerd en Oud-Haarlem genoemd zijn. Hoe 't ook zij ,de „Hoek", zooals dat stuk genoemd werd, heeft vooral na de 16de eeuw heel wat meegemaakt. In de eerste helft van de 17de eeuw leef den in den Hoek de „Maeghden". Zij vorm den een vereeniging op religieusen grond slag, zooiets als de begijntjes, het uitoefe nen van het Katholieke geloof was in die tijden in onze stad verboden en alle kloosters v/aren opgeheven, zoodat een dergelijke op lossing de eenige uitweg was. De „maeghden" woonden in afzonderlijke huisjes, maar kwa men voor haar godsdienstoefeningen geregeld bijeen, waartoe ze langs geheime gangen naar het verscholen kerkgebouwtje gingen. Die gangen heetten „krollen", d.i. krullen, om dat zij zoo kronkelend liepen, en tot in het midden van de vorige eeuw waren er in de Hoek nog van die krollen bekend, met name St. Jochemsgang en de Moedertjesgang. Later, toen de vereeniging der Maeghden haar doel had verloren, werd zij opgeheven en het voormalige gebouw van samenkomst werd tot Katholieke kerk verheven: de z.g. Statie van den H. Bernardus of in den Hoek. In 1852 werd het gebouw gesloopt. Bij die gelegenheid verhuisde een belangrijk hand schrift voor de geschiedenis van den Hoek naar de bibliotheek van het seminarie te Warmond: de Levens der Maeghden, door Catharina Jans Oly. Gheestelycke Moeder. Dank zij dit geschrift, dat later in de Bij dragen voor de geschiedenis van het Bisdom Haarlem gepubliceerd is, weten we heel veel van de zoo interessante vereeniging der Maeghden af. Zij woonden dan bij twee of drie in kleine huisjes en droegen geen speciale klooster- Toon de school om vier uur uitging hield de meeester Piet bij de deur even staan de. Zeg. Piet. ik wou jc nog iets zeggen. De jongen bleef verlegen staan. Even was er stilte. Toen zei de onderwijzer: Als je meent, dat appels stelen eerlijk is. Piet en je wilt het nog es doen, is het toch wel zoo veilig als je eerst eens goed kijkt of ei ook iemand in den tuin is. Gis teravond bijvoorbeeld had ik jc gemakke lijk kunnen pakken want je ging me rake lings voorbij. Dat had je een flink pak ransel kunnen kosten, jongen.als ik gewild had ga nu maar naar huis. In de:i eersten tijd wilde bij Piet het gevoel dat hij iets had goed te maken maar niet wijken. Hij had inderdaad „zijn meester" gevonden. kleeding, al was er wel een bepaald soort hoofdbedekking onder haar gebruikelijk. De bedoeling van de kleeding was natuurlijk, zoo min mogelijk op te vallen, en sober te zijn. De „Gheesteiijcke Moeder", was te ver gelijken met de Moeder-Overste in een ge woon klooster; als geestelijk leidsman fun geerde de Eerw. Overste, een priester uit de stad. De Klerksteeg, die de Hoek begrenst, heeft waarschijnlijk vroeger Clarcquensteeg ge- heeten, naar de vele „clerken" (clerici) die in die dagen de buurt passeerden. De Maeghden deden van alle bezittingen afstand, hoewel zij wel nog de beschikking schenen te behouden over haar eventueel kapitaal: er in in de Levens telkens sprake van schenkingen en zelfs aankoop van huizen door sommige blijkbaar gefortuneerde Maeghden. Zij leefden ook niet afgesloten van de wereld, maar ontvingen bezoek en begaven zich zelf ook in andere deelen van de stad: toen er een epidemie uitbrak, vroeg en kreeg een Maeghd vergunning om weg te reizen en trok bij familie te Leiden in. Dat zij niet geheel onafhankelijk leefden, bewijst wel dat „vergunning" vragen. De kloosterlijke deugd van gehoorzaamheid werd door de Maegden wel degelijk hoogge houden en in de Levens vinden we meer malen staaltjes van onderwerping en plichts besef Want Catharina Jans Oly beschrijft zorgvuldig de geheele levensloop en al de ge dragingen van haar Maeghden, on omdat ze 'n geestige vrouw was met een vlotte pen, is haar werkje prettig om te lezen. Ze somt van iedere Maeghd de deugden en ook de fouten op, maar bij één schijnt ze onmogelijk veel goeds hebben kunnen zeggen, en dus staat er alleen, niet onvermakelijk: „Tuentgen Heindriksdochter. Desen is van geboorten boven Utrecht; heeft ettelike jaeren gewoont in dese vergaderinghe, met vallen en opstaen haer tijt gepasseert, maer is in 't eint met goet beken en berou ge storven 1624 den 10 November". L. S. Dc groote niaag. Bij een onlangs in Australië gevoerd proces, hield een advocaat een pleidooi, dat 71 uur duurde. Men kan zélfs van het goeie te veel krij gen! Zoo nijdig als.... welke spin? Men zegt. dat er 1100 verschillende soorten dieren en insecten in de wereld zyn met (lui zende variëteiten, waaronder 40000 typen vlie gen. 50.000 typer. vlinders, en 129,000 tvpen spinnen. Mensch en rat. Terwijl het aantal menschen op de aarde geschat wordt op 1.849.500.000. noemt men als aantal ratten op aarde het getal 10.000.000.0CO zoodat de verhouding ongeveer 5 ratten op een mensch is. De Held van de Klas. door SASKA LAJEUINE. In een groepje stonden de jongens van de hoogste klas op het schoolplein bijeen. Zacht pratend alsof ze een samenzwering beraamden en van tijd tot tijd luide scha terend van pret. Het zijn dikke jongens. Moet je kijken. Mijn zakken springen haast uit mijn broek. De jongens hadden groote pret. Nu zouden ze hem dan toch es even fijn nemen. Veer tien dagen lang hadden ze alles met den nieuwen meester geprobeerd en even lang waren alle pogingen om hem met het een of andere grapje om den tuin te leiden, mis lukt. Als hij met den rug naar de klas stond zag hij nog meer, dan als hij gewoon keek! Jullie moet er op rekenen, jongens, had hij den eersten dag al gezegd, dat ik overal oogen heb. Ik zie alles en wat ik niet zie, ruik ik. Reuzeneus, had Piet van'Berkum toen al te luid gegromd, en dat eene woordje had hem een half uur van zijn tijd gekost. En dat den eersten dag al. Hij kent de foefies. jongens, had Piet na een paar dagen zeer ernstig aan zijn „on- derhoorigen" meegedeeld. Met gewone dingen vlieg je erin. 't Ls een gladde. Toch zon dc jongen op wraak. Hij kon het nog maar altijd niet goed zetten, dat de onderwijzer al zijn mooie plannetjes tot dus ver dadelijk doorzien en dat ook zeer duide lijk getoond had. En vooral nam Piet hem kwalijk, dat hij nooit kwaad werd. Alles gebeurde met een lachje van 't heeft-je-al-weer-niks-geholpen- jongen. 1 Eindelijk had hU wat gevonden waarmee hij de „Reuzeneus" nou es lekker te pakken kon nemen! Het was zoo de gewoonte op school dat dc jongens van tijd tot tijd voor bun onderwijzer als ze'hem graag moch ten. iets meenamen. Een paar bloemen, een appel of peer of andere kleinigheden. In groot vertrouwen nu had Piet zijn plannetje aan zijn kameraden meegedeeld! 's Avonds zou hij stiekum in den tuin klimmen die bij het huis van den onderwijzer behoorde, daar wat mooie appels van een boom plukken om die dan den volgenden morge-n met een onhoozel gezicht bij wijze van aardige attentie den bestolene weer aan te bieden! Je zal zien, jongens, wat ie raar zal kijken als ie van mij een paar appels krijgt. Ze vermaakten zich bij voorbaat kostelijk met het plannetje en Piet had de voldoe ning, dat hij opnieuw de held van allen en dan toch in elk geval in 't oog van de joai- gens weer „de baas" was. De schoolbel luidde cn de leerlingen gingen naar binnen. In de hoogste klasse stond de onderwijzer scherp toe te zien of alle jongens wel met de geboden voorzichtigheid het lo kaal betraden en zonder oiinoodig lawaai hun plaatsen zochten. In stee van naar zijn plaats te gaan, liep Piet regelrecht naar zijn vijand en overhan digde hem onder zacht lachen van zijn kameraden twee mooie, dikke appels. Alstublieft, meester. Hé, dank je wel, Piet. Da's aardig, hoor. Meer niet. Een scheef gezicht trekkend ging de jongen naar zijn bank. De les nam een aanvang. In 't vrij kwartier hadden ze nog groote pret over het feit, dat do meester nou zijn eigen appels weer cadeau gekregen en mee genomen had. In den middag had de klas een teeken uurtje en nadat de onderwijzer de plaat, die afgeteckend moest worden met zyn klas zeer nauwkeurig en van alle zijden had bekeken, konden de leerlingen hun proeven van be kwaamheid afleggen. Plotseling stak Piet zijn vinger op. Meneer, mijn teekenpotlood is weg. Wat is dat nou weer? Heb je goed ge keken? Ja. meneer. Het onderzoek begon, maar het potlood zijn allermooiste was weg en bleef weg en niemand van de anderen wist er iets van af. Tenslotte leende de onderwijzer hem een van de zijne. Piet onder den indruk van 't geval en van de welwillendheid, waarmee zijn „vijand" hem een potlood had afgestaan, deed dezen keer zijn uitersten best op de teekening en toen het uurtje om was, verklaarde de mees ter. dat hij het beste werk van allen ge leverd had en toonde hij de teekening aan de andere jongens. Kijk, zoo hadden jullie het nou alle maal moeten doen! Dit is uitstekend, hoor Piet. Ik ben heel tevreden over je. De jongen meende, dat de onderwijzer hem wat spottend aankeek en sloeg zijn oogen neer. Jullie weten wel, dat het anders mijn gewoonte niet is om prijzen uit te deelen, want wij moeten ook zonder een belooning voor ons werk ons best doen. maar omdat ik deze teekening zoo goed vind, wil ik dezen keer een uitzondering maken en Piet een klein cadeautje geven. Kijk! Met een ernstig gezicht overhandigde de onderwijzer Piet het teekenpotlood, dat deze verloren waande. Stom van verbazing keek de jongen hem aan. Kijk, Piet, dat is voor jou. Als be looning. Jij hebt mij vanmorgen wat gegeven, nu geef ik jou wat. Bekijk het maar eens goed. 't Is een mooie Niet alleen Piet herkende zijn bezit. Ook zijn buurman in de bank zag wat dit voor een „geschenk" was en dadelijk daarop ging het fluisterend rond, dat Piet „zijn eigen pot lood weer cadeau gekregen had!" De klas begreep en lachte, maar de on derwijzer herstelde vlug de orde en zette de les voort. Engeland importeert jaarlijks voor onge veer 4.000.000.000 gulden aan levensmiddelen. ....en nooit verkeerd verbonden? Londen heeft vijftig automatische-telefoon centrales met 220.000 aansluitingen. Vele kleintjes In één jaar werden in het district Londen niet minder dan 100.000.000 penny-stukken door de posterijen van de publieke spreek cellen ontvangen. Buy British. Practisch gesproken is al het benoodigde telefoonmateriaal in Engeland van Britsche herkomst, slechts 1 pet. wordt geïmporteerd. Veilig verkeer. 412 bestuurders van motorrijtuigen kregen van de „Safety First Association" een eere- tak als onderscheidingsteeken. voor het feit dat zij in meer dan 10 jaren geen enkel on- ;eluk hebben gehad. Sahara-trcinen. Frankrijk zal vermoedelijk in Duitschland een order plaatsen van den bouw van twee bliksemtreinen, type „Vliegende Hamburger". Frankrijk zal deze treinendoor de Sa hara laten loopen. Luchtziekte bestrijding. Melk is een middel tegen luchtziekte. In Amerika worden alle vaargasten van vlieg tuigen van een flinke hoeveelheid melk voor zien. Ter bestrijding van de luchtziekte volgt het vliegtuig dus den melkweg. Lang van stof!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 16