De Ontwapeningsconferentie.
Een Adeltitel voor 10.000 pond
<ÏUÈA QTVHJv
mtodx.
STA TEN-GENERAAl
MUITERIJ EN GEZAG.
kruinpunten
Het Proces-Gregory.
HAARLEM'S DAGBLAD
VRIJDAG 24 FEBRUARI 1933
De unificatie der legerinrichting. De redevoering van
Pierre Cot en hoe de Duitschers er op reageerden.
(Van onzen correspondent).
Genève, 20 Februari 1933.
De Ontwapeningsconferentie heeft in de
afgeloopcn week een goeden aanvang ge
maakt met de zakelijke bespreking van één
der voornaamste onderdeelen van het Fran-
sche maximum-programma: het voorstel tot
unificatie van het legertype in de verschil
lende landen van het Europeesche continent
door ze alle in te richten als legers met kor
ten diensttijd. Wij hebben bij deze gelegen
heid een rede van Pierre Cot, den tegenwoor-
digen Franschen luchtvaartminister en
plaatsvervangend leider der Fransche dele
gatie. te aanhooren gekregen, die zoowel door
de buitengewoon knappe verdediging van dit
Fransche programmapunt als ook door den
ongewonen toenaderingsgezinden en warm-
menschelijken Loon veler sympathie voor de
zen jeugdigen Franschen staatsman ver
overde.
De rede van Pierre Cot was een meester
lijke verdediging van het voorstel tot leger-
unificatle. Cot toonde aan, hoe dit voorstel
gewenscht was van het drieërlei standpunt,
dat deze conferentie ten doel had: ontwape
ning. veiligheid, rechtsgelijkheid. Doordal. de
unificatie van legerinrichting de vergelijking
tusschen de aantallen in de verschillende
landen dienst doende soldaten zou mogelijk
maken, zou daardoor een vermindering van
het jaarlijksche contingent mogelijk worden;
doordat voor alle landen een zelfde soort le
gerinrichting zou worden voorgeschreven,
zou daardoor de door Duitschland zoo ge-
wenschtc rechtsgelijkheid op dit punt wor
den verwezenlijkt; door het verdwijnen van
alle beroepslegers op het vasteland van Euro
pa zou de zoo ..ageerde Europeesche veilig
heid belangrijk worden versterkt.
Het was vooral bemoedigend uit Cot's
mond te vernemen, hoeveel gewicht de
Franschen aan de algemeene invoering op
het Europeesche vasteland van legers met
een beperkt legerpersoneel en met korten
diensttijd hechten ook uit het oogpunt van
veiligheid. Want als de Franschen, hetgeen
zeker r.iet uitgesloten is. juist op dit punt
hun zin zouden krijgen en als bovendien dan
de door Engeland voorgestelde Europeesche
„nimmer-gewcld-verbintenls" zal worden
aangegaan, hetgeen waarschijnlijk is, dan
zou dus naar cïe erkenning der Franschen
zelf een dubbele additioneelc veiligheids
waarborg bij de reeds bestaande zijn gevoegd
en zou het Boncour dus des te moeilijker
vallen, indien het hem niet mocht gelukken
het verlangde Europeesche Veiligheidspact
tot stand te brengen, een negatieve houding
op het stuk der bewapeningsvermindering
in te nemen Misschien bereidt de Fransche
regeering wel een zekeren terugtocht van
haar eigen standpunt voor, nu zij zoo klem
mend op de legerunificatie aandringt! Het is.
alsof de regcering trachten wil het Fransche
volk van de gegrondheid van ingewilligde
bewapeningsverminderingen te overtuigen,
mits slechts de opheffing der Europeesche
beroepslegers «in dc eerste plaats natuurlijk
de Duitsche Relchswehr!een bijdrage tot
veiligheidsverhooging worden zal! De nadruk
waarmede Pierre Cot herhaalde, wat Paul-
Boncour reeds een paar dagen te voren ver
zekerd had. dat nl. de aanneming van het
het Fransche voorstel inzake de legerinrich
ting van veel invloed op de Fransche hou
ding met betrekking tot de kwalitatieve ont
wapening ten aanzien van het materiaal der
landmacht zou zijn, versterkt de hoop, dat
inderdaad de aanneming van hel. Fransche
plan van legerunificatie de succeskansen der
conferentie belangrijk verbeteren zou!
Wat zal echter de houding der -Duitschers
op dit punt zijn? Het merkwaardige was ver
leden Vrijdag, dat Nadolny nog nimmer op
zulk een scherpen, haast vijandigen toon te
gen de Fransche delegatie gesproken had als
juist dien dag tegen Pierre Cot. die toch
overtuigender van het Fransche verlangen,
om het met de Duitschers eens te worden,
had doen blijken dan eenig Fransche gedele
geerde vóór hem gedaan had! Het was een
extra-koude „douche", die Nadolny ons aan
het slot der vergadering van Vrijdag, bezorg
de. toen wij allen, voor zooverre wij oprecht
een succes der Conferentie wenschen. in de
hoop leefden, dat Pierre Cot's rede een betere
atmosfeer ter conferentie zou geschapen
hebben, en daarentegen Nadolny zich een
toon veroorloofde, dien wij nog nimmer op
deze Conferentie met al haar spanningen
vernomen hadden!
Wat kan de reden zijn geweest voor deze
Duitsche ontstemming? Was het een strikt
bevel uit Berlijn, dat de Duitsche delegatie
inderdaad niet zou mogen dulden, dat „ook
slechts een schijn van een verwijt" tegen de
Duitsche regeering gericht zou worden, en
moest Nadolny daarom zoo bits van Cot ver
langen. dat hij zijn woorden zou intrekken,
dat de vorming van Hitler's ..bruinhemden"-
organisatie en van de „Stahlhelm" (zonder
dat Cot deze beide organisaties speciaal ge
noemd had!) de Duitsche weermacht in een
anderen toestand gebracht had. als bij het
verdrag van Versailles bedoeld was?
Van een Dultsch collega hoorde ik een
eonlgszins andere verklaring: Pierre Cot
had zoo fraai, zoo verzoeningsgezind gespro
ken. dat het waarlijk moeilijk was aan zijn
verleidelijken omroep tot loyale samenwerking
weerstand te bieden. ..Als Pierre Cot Minister
President van Frankrijk was. zouden wij niet
geaarzeld hebben met vreugde naar zijn
roepstem te luisteren", zeide mij deze Duit-
scher, .doch Cot is dit ongelukkigerwijze niet
en omdat hij het niet is, is hij dc allergevaar
lijkste Franschman in de Conferentie! Want
hij zou ons kunnen doen gelooven in een
Frankrijk, dat In werkelijkheid niet bestaat.
En zoo zouden dc Duitschers' wederom het
slachtoffer van een illusie worden, zooals
zeven Jaren geleden, toen Stresemann voor de
verleiding van Briand's schoone taal bezweek
en eerst te laat bleek, dat Briand niet de
kracht an do macht had. om den Franschen
tegenstand tegen de vervulling der opge
wekte verwachtingen te breken!" Zoo be
schouwd. zou Nadolny, vreezend onder de be
koring van Pierre Cot te vallen, met zijn
scherpen toon zichzelf tegen de gevaren van
een tweeden Briand hebben willen bescher
men
Het is echter ook mogelijk, dat de Duit
schers zoo ontstemd waren, omdat zij de
groote kracht van Cot's argumenten ten
gunste van de leger-unificatie gevoelden en
inzagen, dat zij op dit. punt bezwaarlijk zich
zouden kunnen blijven verzetten, zonder de
sympathie van vele delegaties te verspelen,
iiadden de Duitschers zich niet steeds or
over beklaagd, dat het. verdrag van Ver
sailles zulk een ongelijkheid in bewapening
den Duitschers oplegde? Nu was er een
Fransch voorstel, dat de bepalingen van Ver
sailles over de Duitsche legerinriching zou
opheffen en aan Duitschland een legerorga-
nisatie van gelijken aard als die der andere
Europeesche staten zou verschaffen, en nu
zou Duitschland dit voorstel van de hand
wijzen? Inderdaad, de wereld zou een Duit
sche halsstarrigheid op dit punt bezwaarlijk
kunnen billijken! Doch de Duitsche delega
tie, die evenals trouwens de meeste andere,
de conferentie nog als een markt beschouwt,
waar men loven en bieden kan. vindt het
niets aangenaam op dit Fransche voorstel
een „ja" te laten hooren, zonder van de
Franschen daarvoor een tegenconcessie te
kunnen bedingen. De moeilijkheid, waarin
Cot's meesterlijk pleidooi voor het voorstel
der legerunificatie de Duitschers gebracht
heeft, om hun „ja" nóg van tegenconcessies
afhankelijk te stellen, zal wel mede er toe
hebben bijgedragen, dat de verzoenende geest
van Cot's rede in het antwoord van Nadolny
niet dergelijken weerklank gevonden heeft,
dat wij reeds van een aanmerkelijke ont
spanning ter conferentie mogen spreken!
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK.
DE WEG HEERENVEEN-
AFSLUITDIJK.
STAAT OP HET PROGRAMMA.
Op de desbetreffende vragen van den heer
Peereboom heeft minister Reymer geant
woord. dat de beteekenis van de verbinding
van Heerenveen met den Afsluitdijk van
Rijkswege wordt erkend. Dit kan blijken uit
het feit, dat deze weg als onderdeel van
weg no. 43 voorkomt op het Rijkswegenplan-
1932. Uit het naar aanleiding van het adres
ingestelde nadere onderzoek zal kunnen blij
ken, in hoeverre er aanleiding zal wezen tot
vervroegden aanleg van deze verbinding.
De bewering als zou de provincie Friesland,
wat de uitvoering van openbare werken be
treft, steeds bij andere streken van ons land
worden achtergesteld, mist eiken redelij
ken grond.
VERLAGING DER SPOORTARIEVEN VOOR
GOEDEREN.
Naar de Msb verneemt zal de verlaging
van de tarieven voor het: goederenvervoer bij
de Nederlandsche Spoorwegen zeer waar
schijnlijk met 1 Mei ingaan. Een van de bij
zonderheden van het nieuwe tarief is, dat de
tot nu toe voor iederen beladen wagen gehe
ven stationskosten van 50 cent geheel komen
te vervallen
DOOR EEN MOLENWIEK GETROFFEN
Te Horn werd de echtgenoote van den
njolenaar Linssen door eèn dej- wieker zijner
windgraanmolen getroffen, meldt de Msb..
Zij werd ëenigen tijd ha het ongeval door
haar man in bcwusteloozen toestand op den
molenberg met een levensgevaarlijke hoofd
wonde gevonden.
„STATENDAM" IN AANVARING.
ECHTER TOCII GEWOON VERTROKKEN.
Het Nederlandsche stoomschip ..Staten
dam" van de Holland Amerika Lijn, dat thans
een toeristenreis in de Middellandsche Zee
maakt, is Donderdagnacht te Algiers op drift
geslagen, méldt de Msb., waarbij het in aan
varing kwam met het Fransche stoom
schip „Kouang Si" en het Noorsche stoom
schip „Miranda".
Omtrent de schade is nog niets bekend,
doch de Statendam is op het volgens reis
programma vastgestelde uur van Algiers ver
trokken.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN
a 60 Cts. per regel.
AlsU Edelweiss-Zeeppoeder
gebruikt is U enthousiast over
Uw kraakheldere wasch en
U verlangt niets meer
Toch krijgt U meer.
Uw winkelier geeft thans ge
heel GRATIS bij 2 pakken
Edelweiss (ad 14 cts. per pak)
een solide theedoek, bij 3
pakken Edelweiss een sterke
witte handdoek of .2 flinke
wille zakdoeken.
KOMT ALLES TOCH TERECHT?
Optimistisch geluid uit
Duitschland.
NIETJW HANDELSVERDRAG MET
NEDERLAND?
De correspondent van het Handelsblad te
Berlijn seint aan zijn blad:
Zooals ik Donderdag van zeer goedinge-
Iichte zijde uit regeer ingskringen vernam,
kan men in de Duitsche officieele handels
politiek afwending' v^n de meestbegunsti-
ging in handelsverdragen en een principieel
nieuwe verdragsmethode tegemoetzien.
Wal. in het bijzonder de Duitsch-Neder-
landsche handelsbetrekkingen betreft, koes
tert mijn zegsman de hoop, dat beide landen
tot- een nieuw verdrag op langen termijn
zullen komen, waarbij met de wederzijdsche
belangen rekening wordt, gehouden. Hij ver
klaarde. dat het te wenschen ware. dat Ne
derland inziet dat Duitschland voorloopig
eerst zijn eigen geweldige binnenlandsche
moeilijkheden moet overwinnen. In een la
ter stadium ware dan stellig de weg te vin
den, waarop ook Nederland kon medegaan.
Hieraan kan ik toevoegen, dat ik vandaag
van invloedrijke Nederlandsche zijde de ver
zekering heb gekregen.' dat op het oogen-
blik voor al te pessimistische beschouwing
geen geldige reden aanwezig is.
EERSTE KAMER.
Wat de heer Wibaut gedaan zou hebben. Tolerante hou
ding jegens de muiters. De heer Briët op een ander stand
punt. Financieel programma van den heer Oudegeest.
Mr. Slingenberg pessimistisch.
Oppassen is daar de
boodschap! Als het
noodig is een signaal
geven, en voorrang
verleeruan aan het
verkeer van rechts.
En wie van rechts
komt, heeft geen vrij
brief doch moet óók
opletten I
23 Februari.
De Senaat heeft vandaag zijn algemeene
beschouwingen beëindigd morgen is de
regeering aan het woord.
De heer Oudegeest (s. d.) heeft zijn finan-
cieele rede voortgezet met te wijzen op mo
gelijkheden van geldwinning ten bate van de
schatkist. Hij heeft zijn oude programma uit
eengezet en gepleit voor een staatshypotheek
bankbedrijf dat de gehcele hypotheekge-
ving zou omvatten een bedrijf, dat geens
zins z. i. riskant is, gepleit voor een levens
verzekeringsbedrijf, dat volgens den Verze
keringsraad zeer solide is. voor het brengen
van het bedrijf der brandassurantie onder
den staat, voor een staats tabaksmonopolie
ook.
Voorts heeft de heer Oudegeest uitgespro
ken, dat naar zijn gevoelen het huidige eco
nomische stelsel heeft uitgediend. Hij wees
als uitweg op de s. d. productiewijze.
Wij hebben ons bij dc rede van den heer
Oudegeest er over verbaasd, dat hij zijn ad
viezen zoo uitvoerig heeft uitgesproken. Te
meer, waar de financier der soc. dem. frac
tie, Dr. Wibaut, terecht de opmerking maak
te. dat het houden van financieele beschou
wingen maar beter wachten kon tot het
nieuwe kabinet en de nieuwe minister van
Financiën er was.
De heer Slingenberg (v. d.) die den heer
Oudegeest opvolgde heeft oogenblikkelijk den
s. d. woordvoerder van critiek gediend. Hij
heeft opgemerkt, dat het misschien wel goed
is deze gedachten te lanceeren. maar dat ze
tijd noodig hebben om te bezinken. En dat
zulk bezinken ook zonder moeite zou kun
nen plaats hebben, wijl er op het oogenblik
niets van te realisecren is. De huidige be
drijven zouden, wanneer ze tot staatseigen
dom zouden worden gemaakt, moeten wor
den schadeloos gesteld. En daarvoor is geen
geld aanwezig.
De heer Sling- i.bjrg (v.d.) zag den finan-
cieelen toestand van de naaste toekomst don
ker in. Hij ziet de rijksschatkist en de finan
ciën der lagere publieke lichamen hoe lan
ger hoe meer in nood komen. Het Leenings-
fonds zal de crisislasten niet meer kunnen
opvangen, waardoor die lasten dan uit „ge
woon" moeten worden geput, de reserves uit
saldi van vorige jaren zijn ook gedaan, de
inkomens en dus de belastingen zijn gedaald
de bijdragen aan de gemeenten, wegens cri
siswerkloosheid zullen verhoogd moeten wor
den. Het komende ministerie staat in een
allerminst benijdbare positie.
En dan zegt Mr. Slingenberg doet
de heer Mendels 't nog voorkomen, alsof de
heer Marchant zoo gaarne minister is! Het
zal heusch geen aangename taak zijn, het
komende ministerschap.
Na de pauze opende Dr. Wibaut de rij der
sprekers. De heer Wibaut (s. d.) heeft, tot
betere regeling van het credietwezen de
stichting aanbevolen van een staatscircula-
liebaftk'.'waarvam hij. in tegenspraak met
andören. precies .geen inflatie verwachtte.
Dr. Wlbaht sprak voornamelijk over het
gebeurde met de Zeven Provinciën. Hij wilde
eerst afwachten wat het rapport, de offi
cieele gegevens zouden uitwijzen, begreep
niet dat anderen reeds zoo spoedig tot de
slotsom van muiterij hadden kunnen komen.
Hij keurde echter thans reeds af, dat er een
bom geworpen was op de Zeven Provinciën.
Men had hem gevraagd wat hij dan zou
gedaan hebben. Hierop gaf Dr. Wibaut het
volgende antwoord:
Als regeering zou hij aan de opstandige
bemanning den eisch hebben gesteld, dat zij
naar Soerabaja zou gaan en zich daar ter
beschikking zou stellen van den comman
dant der zeemacht. Verder zou Dr. Wibaut
die bemanning hebben medegedeeld, dat
haar geen letsei zou geschieden alvorens een
onpartijdig onderzoek zou zijn ingesteld.
Zou de bemanning niet gehoorzamen, dan
zou de Bond van Marinepersoneel deze jonge
mannen radiografisch vermaand moeten
hebben. Zou de bemanning dan nog niet ge
hoorzamen, dan zou Dr. Wibaut de ontwik-
De makelaar in onderscheidingen.
(Van onzen Londeuschen correspondent
LONDEN, 22 Februari.
Benjamin Disraeli later Lord Beacons-
field en een der grootste Conservatieve Pre
miers die Engeland heeft gekend had als
schrijver reeds naam gemaakt voordat hij
zich als politicus deed gelden. In een van
zijn romans. Sybil, het Verhaal van Twee
Naties, in 1845 verschenen, waarin met.
groote nauwkeurigheid en treffend talent
maatschappelijke toestanden van den tijd
zijn geschilderd, komt een persoon voor van
nederige geboorte en eenzijdige op duistere
praktijken gerichte schranderheid. Deze
man verlaat zijn dorpje om zijn fortuin te
gaan zoeken in Londen. Hij wordt er zaak
waarnemer en krijgt er in den loop der jaren
het vertrouwen van welgestelde menschen
met echte of vermeende geboorterechten.
Zijn kantoor is in de Temple een stads
kwartier van Londen dat ook thans nog
als centrum voor rechtskundigen bijstand
boven alle verdenking is verheven. Dc man
in Sybil wordt schatrijk met den handel
in adellijke onderscheidingen.
Het verhaal dat een der juweelen van En-
gelschc letterkunde is, zal gauw een eeuw
oud zijn. Maar het type dat een fortuin
zoekt te verdienen aan „honoraria" voor
goede diensten, bewezen in liet proces dat
iemand een officieele onderscheiding kan
bezorgen, bestaat heden ten dage nog, ge
tuige de zaak tegen den heer Gregory, re
dacteur-uitgever van de Whitehall Gazette,
dien de politie rechter in Bow Street juist
heeft veroordeeld tot twee maanden gevan
genisstraf en 100 boete en kosten.
De Whitehall Gazette is een publicatie
voor een uitgezochte schare menschen, hoog
geplaatste ambtenaren, diplomaten, spor
tieve edellieden. Hot blad verscheen (want
het zal nu wel ophouden te verschijnen' een
maal in dc maand cn een exemplaar kostte
2 1/2 shilling. Gregory koos zijn medewerkers
uit hooge bestuurskringen, de diplomatieke
en zelfs uit leden van- koninklijke families
in het buitenland.
Het voorname blad moet de indrukwek
kende vlag zijn geweest welke andere activi
teit van den redacteur dekte. Het was een
middel tot een doel. Gregory's kantoor be
vond zich in de schaduw van de departe-
ments-gebouwen van Whitehall en slechts
een paar schreden verwijderd van het ambts
huis van den Premier. Het is beschreven als
een vertrek van patricische atmosfeer en
hoog decorum. De moniimentale schrijftafel
was beladen met roodlëderen dossierdoózen
van de soort die leden van het Kabinet
gebruiken. De talrijke en gevarieex-de con
necties, welke Gregory in de hooge wereld
had, warén als gesymboliseerd in de tele
foon- en telegraaftoestellen met gekleurde
lichtjes, de zoemers en de Morse-tikkers,
waarmede het kantoor overvloedig was toe
gerust.
Aan de wanden hingen portretten van
Europeesche cn Oostersche vorsten, soms
voorzien van een persoonlijke opdracht.
Vei'dcr is van Gregory verteld dat hij zich
in het bijzonder het lot aantrok van ont
troonde vorsten, dat hij kostbare edel-
steenen van een familielid van den Tsaar
van Rusland in zijn bezit had om ze te
gelde te maken, dat hy zich met uitgezochte
kunstwerken omringde en dat hij weelderige
partijen gaf, waar de keurschare van de
tooneel- en literaire wereld aanwezig was.
Gregory was ongetwijfeld een van die
schrandere heeren van kiesche vormelijk
heid en ingetogen minzaamheid in indruk
wekkende entourage, die den gemiddelden
mensch inpalmen. Ilij gepoot het vertrouwen
van vele zoo niet van alle menschen die in
dc Londensche hooge wereld tellen.
Hoe vaak hij in den loop der jaren de be
hulpzame hand heeft geboden en daarna
opgehouden voor het verkrijgen van on
derscheidingen, kan in het, midden worden
gelaten. De rechter deed dit ook. hoewel er
getuigenis was dat Gregory meermalen geld
had gevraagd en niet zelden had ontvangen
voor het doel. Hetgeen Gregory heeft ge
daan. - waarover verder op nog eenige in
lichtingen is eerst bij een wet van 1925
strafbaar vergrijp geworden. In dit laatste
geval kwam Gregory naar het vei-keerde
kantoor. Zijn menschenkennis, of liever zijn
kennis van menschelijke zwakheden, liet
hem in den steek toen hij den oud-zee
officier Leake uitkoos voor een „knight
hood" of een Baronetschap. Leake kwam
niet onder den indruk van de roodledei'en
acte-doozen, het monumentale schrijfbureau
het aplomb en de gewichtige verschijning
van den makelaar in onderscheidingen. De
oud-zeeofficier wenschte geen partij te zijn
in een transactie, welke een Ridder van het
Britsche Rijk of een Baronet van hem zou
maken indien hij 10.000 afstond „om
deuren open te maken", hoewel 12.000 de
zaak vlugger zou afwerken". Leake vond
blijkbaar de praktijken, welke hem werden
onthuld,zoo brutaal en hij voelde zich in
zijn eigenwaarde zoo zeer gekwetst bij de ge
dachte dat men hem, als schaap dat zich
zou laten scheren, had uitgepikt dat hij
zoodra hij voldoende bewijs tegen den ma
kelaar van ondei'scheidingen had verza
meld naar den Public Prosecutor (offi
cier van Justitie) ging en dezen het verhaal
van zijn onthutsende ei-varingen deed. Daar
op is dc rechtsvervolging, de eerste sedert
de wet. U-gen misbruiken van dezen aard
tot stónd kwam, en is de veroordeeling ge
volgd.
Een vraag, welke men zou willen stellen, om
dat. het antwoord er op niet is gegeven,
gedurende het proces, is deze: Gesteld dat
Leake op de voorspiegelingen van Gregory
was ingegaan en hij hem de 10.000 of de
12.000 had overhandigd „om de zaak aan
het rollen te brengen", zou Gregory dan in
derdaad in staat zijn geweest te bewerken
dat de naam van den zee-officier, overeen
komstig zijn belofte, gedurende de confe
renties gedaan, voor zou komen in de eerst
volgende ..Honours List"?
Het antwoord kan ;ilet met stelligheid wor
den gegeven. Wel is zeker dat Gregory het
oor had van en invloed bij belangrijke per
sonages,.
keling van deix toestand nog eens hebben
aangezien.
De heer Biiët (a.r.) sprak ook over de Ze
ven Provinciën, maar tapte uit een ander
vaatje. Hij wees, wanneer de s.d. afgevaardig
den de schuld voor alle ellende op de regee
ring wierpen, op den slechten invloed, welke
z.i. de s.d. pers had uitgeoefend, de pers, die
het vuurtje van verzet stookte. Hoe zoo
vroeg Mr. Briët zouden de sociaal-demo
craten staking van personeel in publieken
dienst verdedigen?
De heer Briët ook riep de regeering op tot
krachtige gezagshandhaving, welke agitatie
voorkomt. Zulk een regeering kan, zoo be
sloot Mr. Briët. rekenen op den steun van
het Nederl. volk.
De r. k. de Bruin had vele bezwaren tegen
het huidige kabinet, dat naar zijn smaak veel
te weinig had gedaan voor de ontwikkeling
van het sociale leven. Wat had de regeering
toch gedaan om ordening te brengen in de
voortbrenging en de distributie, om te ko
men uit den maatschappelijken chaos van
het oogenblik. Wanneer er dan thans geroe-
pen wordt om staatsgezag, welnu de staat
heeft een ordenende taak op economisch
gebied. Allereerst een taak op fiscaal ge
bied hij kon maar niet begrijpen, dat wat
thans van de contribuabelen aan opcenten
gevraagd wordt als een noodoffer werd ge
kenmerkt dat weinig je.
Tenslotte bepleitte de heer de Bruin invoe
ring van den 40-urigen arbeidsweek voor het
overheidspersoneel.
De heer Smeenge sloot voor vandaag de
rij pleitend voor steun aan de aardap
pelteelt.
Morgen hooren we om te beginnen Rotter
dam's burgervader.
TWEEDE KAMER.
De Indische Begrooting.
Moeten ook de Indiërs
onzen vrijheidsheld herden
ken?
De behandeling der Indische begi-oóting
voor dit jaar is wel heel weinig levendig de
tijd schijnt stil te staan. Wat duurt een .mid
dag dan lang!
De heer Schouten (a.r.) blijkt, nu Dr. Beu-
mer de Kamer verlaten gaat, de Indische
parlementaire zorgen voor zijn fractie te
moeten dragen. Hij heeft zich. om te begin
nen, vooral verheugd in critiek op de finan
cieele politiek der s.d.a.p., vooral van Ir. Cra
mer. De heer Schouten betoogde als de
heer Feber gisteren dat de Indische
staatshuishouding op lager peil moet worden
ingericht met behoud van een vaste kern van
het bestaande. Hij concludeerde, dat de so
ciaal-democraten de regeering in Indië in
den weg staan.
De heer de Visser (Comm.) heeft een heel
lange redevoering gehouden om te betoogen,
dat het internationale kapitaal een vèrséhrik-
kelijke terreur heeft toegepast en dat. de
communistische partij het eenig juiste kolo
niale standpunt inneemt. Een standpunt-, dat
ze zal blijven verdedigen, ondanks de anti
communistische „Hetze". De heer de Visser
teekende dan de ellende van de crisis ge
volg van het internationale kapitalistische
imperialisme verschei'pt door allerlei ge
weld, welke z.i. nog komt boven de misleiding
van bourgeoisie en sociaal-demagogen, d.w.z.
de sociaal-democraten.
Dat ging zoo door, zoo maar altijd door.
En 't wordt moi-gen nog eens dunnetjes
overgedaan door den heer Wijnkoop.
De heer Joekes (v.d.) heeft ook in het kort
geschetst hoe zeer Indië te lijden heeft onder
de crisis. Als allereerste taak zag hij voor de
regeering uitgestippeld een goede voedsel
voorziening.
De v.d. Indische soecialiteit betoogde, dat
de regeering vooruit had moeten zien aanko
men. dat het bestuursanoaraat te groot zou
gaan worden. De heer Joekes zag den toe
stand voor Indië donker in. maar' hii wilde
tóch waarschuwen tegen al .te pessimistische
klanken.
De heer Joekes waarschuwde met den heer
Schouten tegen de gemakkelijke leenings-
politiek van ir. Cramer bezuiniging is
thans zeker noodig z.i. om de cultureele
krachten der inheemsche gemeenschap intact
te houden.
In tegenstelling tot Prof. Eevdmans is Mr.
Joekes geen voorstander van een afgeschei
den houden der Westersche en Oostersche
culturen.
Voorts werd gepleit voor verbetering der
rechtspositie van landsdienaren, maar hij zag
toch ook, dat er ïxiet een salarisneil kan ont
staan. hetwelk boven de draagkracht gaat
van het land. Bezuiniging wil Dr. Joekes ook
zoeken op leger en vloot, zoo noodig met ver
sterking der poütie gepaaid gaande. T.a.v. de
middelen geloofde Dr. Joekes. dat er nog wei
wat te vinden is door mijn- en vennoot -
schaosbelastingen. Bovendien zou er wat ge
vonden worden, wanneer Nedei'land alle
vlootkosten draagt.
De heer Joekes geloofde 't niet tactisch te
zijn. wanneer de bevolking zou worden ge
noopt tot het meedoen aan de herdenking
van den vriiheidsheld Wh'em van Oranje.
De heer Knottenbelt (lib.) deed nog eens
een beroep od gezagshandhaving en sprak
zeer somber over den fioanc'eelen toestond
van Indië. En de beer Ter Laan 's.d.) be
pleitte eveneens een hetere rechtspositie,
vooral van de politie-ambtenaren.
INTIMUS.
„DE ZFVFN PPOViNriëN" ALS
GELUIDSFILM.
PROPAGANDA-OBJECT VOOR RUSLAND.
Het Handelsblad meldt u«t Brussel:
Naaf de „Katholieke Wereldpost" uit
Moskou weet te melden, heeft de Sovjet-re-
geering opdi'acht gegeven ojp zoo spoedig
mogelijk een geluidsfilm „De Zeven Provin
ciën" tc vervaardigen, waarin de muiterij op
het Nederlandsche pantserschip in beeld zal
worden gebracht. Deze film zal uitsluitend
voor propagandistische doeleinden gebruikt
worden. In de opdracht zou uitdrukkelijk ver
meld staan, dat voor het vervaardigen van
deze film moeite noch kosten gespaard mo
gen worden.