De Ontwapeningsconferentie. Een Adeltitel voor 10.000 pond <ÏUÈA QTVHJv mtodx. STA TEN-GENERAAl MUITERIJ EN GEZAG. kruinpunten Het Proces-Gregory. HAARLEM'S DAGBLAD VRIJDAG 24 FEBRUARI 1933 De unificatie der legerinrichting. De redevoering van Pierre Cot en hoe de Duitschers er op reageerden. (Van onzen correspondent). Genève, 20 Februari 1933. De Ontwapeningsconferentie heeft in de afgeloopcn week een goeden aanvang ge maakt met de zakelijke bespreking van één der voornaamste onderdeelen van het Fran- sche maximum-programma: het voorstel tot unificatie van het legertype in de verschil lende landen van het Europeesche continent door ze alle in te richten als legers met kor ten diensttijd. Wij hebben bij deze gelegen heid een rede van Pierre Cot, den tegenwoor- digen Franschen luchtvaartminister en plaatsvervangend leider der Fransche dele gatie. te aanhooren gekregen, die zoowel door de buitengewoon knappe verdediging van dit Fransche programmapunt als ook door den ongewonen toenaderingsgezinden en warm- menschelijken Loon veler sympathie voor de zen jeugdigen Franschen staatsman ver overde. De rede van Pierre Cot was een meester lijke verdediging van het voorstel tot leger- unificatle. Cot toonde aan, hoe dit voorstel gewenscht was van het drieërlei standpunt, dat deze conferentie ten doel had: ontwape ning. veiligheid, rechtsgelijkheid. Doordal. de unificatie van legerinrichting de vergelijking tusschen de aantallen in de verschillende landen dienst doende soldaten zou mogelijk maken, zou daardoor een vermindering van het jaarlijksche contingent mogelijk worden; doordat voor alle landen een zelfde soort le gerinrichting zou worden voorgeschreven, zou daardoor de door Duitschland zoo ge- wenschtc rechtsgelijkheid op dit punt wor den verwezenlijkt; door het verdwijnen van alle beroepslegers op het vasteland van Euro pa zou de zoo ..ageerde Europeesche veilig heid belangrijk worden versterkt. Het was vooral bemoedigend uit Cot's mond te vernemen, hoeveel gewicht de Franschen aan de algemeene invoering op het Europeesche vasteland van legers met een beperkt legerpersoneel en met korten diensttijd hechten ook uit het oogpunt van veiligheid. Want als de Franschen, hetgeen zeker r.iet uitgesloten is. juist op dit punt hun zin zouden krijgen en als bovendien dan de door Engeland voorgestelde Europeesche „nimmer-gewcld-verbintenls" zal worden aangegaan, hetgeen waarschijnlijk is, dan zou dus naar cïe erkenning der Franschen zelf een dubbele additioneelc veiligheids waarborg bij de reeds bestaande zijn gevoegd en zou het Boncour dus des te moeilijker vallen, indien het hem niet mocht gelukken het verlangde Europeesche Veiligheidspact tot stand te brengen, een negatieve houding op het stuk der bewapeningsvermindering in te nemen Misschien bereidt de Fransche regeering wel een zekeren terugtocht van haar eigen standpunt voor, nu zij zoo klem mend op de legerunificatie aandringt! Het is. alsof de regcering trachten wil het Fransche volk van de gegrondheid van ingewilligde bewapeningsverminderingen te overtuigen, mits slechts de opheffing der Europeesche beroepslegers «in dc eerste plaats natuurlijk de Duitsche Relchswehr!een bijdrage tot veiligheidsverhooging worden zal! De nadruk waarmede Pierre Cot herhaalde, wat Paul- Boncour reeds een paar dagen te voren ver zekerd had. dat nl. de aanneming van het het Fransche voorstel inzake de legerinrich ting van veel invloed op de Fransche hou ding met betrekking tot de kwalitatieve ont wapening ten aanzien van het materiaal der landmacht zou zijn, versterkt de hoop, dat inderdaad de aanneming van hel. Fransche plan van legerunificatie de succeskansen der conferentie belangrijk verbeteren zou! Wat zal echter de houding der -Duitschers op dit punt zijn? Het merkwaardige was ver leden Vrijdag, dat Nadolny nog nimmer op zulk een scherpen, haast vijandigen toon te gen de Fransche delegatie gesproken had als juist dien dag tegen Pierre Cot. die toch overtuigender van het Fransche verlangen, om het met de Duitschers eens te worden, had doen blijken dan eenig Fransche gedele geerde vóór hem gedaan had! Het was een extra-koude „douche", die Nadolny ons aan het slot der vergadering van Vrijdag, bezorg de. toen wij allen, voor zooverre wij oprecht een succes der Conferentie wenschen. in de hoop leefden, dat Pierre Cot's rede een betere atmosfeer ter conferentie zou geschapen hebben, en daarentegen Nadolny zich een toon veroorloofde, dien wij nog nimmer op deze Conferentie met al haar spanningen vernomen hadden! Wat kan de reden zijn geweest voor deze Duitsche ontstemming? Was het een strikt bevel uit Berlijn, dat de Duitsche delegatie inderdaad niet zou mogen dulden, dat „ook slechts een schijn van een verwijt" tegen de Duitsche regeering gericht zou worden, en moest Nadolny daarom zoo bits van Cot ver langen. dat hij zijn woorden zou intrekken, dat de vorming van Hitler's ..bruinhemden"- organisatie en van de „Stahlhelm" (zonder dat Cot deze beide organisaties speciaal ge noemd had!) de Duitsche weermacht in een anderen toestand gebracht had. als bij het verdrag van Versailles bedoeld was? Van een Dultsch collega hoorde ik een eonlgszins andere verklaring: Pierre Cot had zoo fraai, zoo verzoeningsgezind gespro ken. dat het waarlijk moeilijk was aan zijn verleidelijken omroep tot loyale samenwerking weerstand te bieden. ..Als Pierre Cot Minister President van Frankrijk was. zouden wij niet geaarzeld hebben met vreugde naar zijn roepstem te luisteren", zeide mij deze Duit- scher, .doch Cot is dit ongelukkigerwijze niet en omdat hij het niet is, is hij dc allergevaar lijkste Franschman in de Conferentie! Want hij zou ons kunnen doen gelooven in een Frankrijk, dat In werkelijkheid niet bestaat. En zoo zouden dc Duitschers' wederom het slachtoffer van een illusie worden, zooals zeven Jaren geleden, toen Stresemann voor de verleiding van Briand's schoone taal bezweek en eerst te laat bleek, dat Briand niet de kracht an do macht had. om den Franschen tegenstand tegen de vervulling der opge wekte verwachtingen te breken!" Zoo be schouwd. zou Nadolny, vreezend onder de be koring van Pierre Cot te vallen, met zijn scherpen toon zichzelf tegen de gevaren van een tweeden Briand hebben willen bescher men Het is echter ook mogelijk, dat de Duit schers zoo ontstemd waren, omdat zij de groote kracht van Cot's argumenten ten gunste van de leger-unificatie gevoelden en inzagen, dat zij op dit. punt bezwaarlijk zich zouden kunnen blijven verzetten, zonder de sympathie van vele delegaties te verspelen, iiadden de Duitschers zich niet steeds or over beklaagd, dat het. verdrag van Ver sailles zulk een ongelijkheid in bewapening den Duitschers oplegde? Nu was er een Fransch voorstel, dat de bepalingen van Ver sailles over de Duitsche legerinriching zou opheffen en aan Duitschland een legerorga- nisatie van gelijken aard als die der andere Europeesche staten zou verschaffen, en nu zou Duitschland dit voorstel van de hand wijzen? Inderdaad, de wereld zou een Duit sche halsstarrigheid op dit punt bezwaarlijk kunnen billijken! Doch de Duitsche delega tie, die evenals trouwens de meeste andere, de conferentie nog als een markt beschouwt, waar men loven en bieden kan. vindt het niets aangenaam op dit Fransche voorstel een „ja" te laten hooren, zonder van de Franschen daarvoor een tegenconcessie te kunnen bedingen. De moeilijkheid, waarin Cot's meesterlijk pleidooi voor het voorstel der legerunificatie de Duitschers gebracht heeft, om hun „ja" nóg van tegenconcessies afhankelijk te stellen, zal wel mede er toe hebben bijgedragen, dat de verzoenende geest van Cot's rede in het antwoord van Nadolny niet dergelijken weerklank gevonden heeft, dat wij reeds van een aanmerkelijke ont spanning ter conferentie mogen spreken! B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. DE WEG HEERENVEEN- AFSLUITDIJK. STAAT OP HET PROGRAMMA. Op de desbetreffende vragen van den heer Peereboom heeft minister Reymer geant woord. dat de beteekenis van de verbinding van Heerenveen met den Afsluitdijk van Rijkswege wordt erkend. Dit kan blijken uit het feit, dat deze weg als onderdeel van weg no. 43 voorkomt op het Rijkswegenplan- 1932. Uit het naar aanleiding van het adres ingestelde nadere onderzoek zal kunnen blij ken, in hoeverre er aanleiding zal wezen tot vervroegden aanleg van deze verbinding. De bewering als zou de provincie Friesland, wat de uitvoering van openbare werken be treft, steeds bij andere streken van ons land worden achtergesteld, mist eiken redelij ken grond. VERLAGING DER SPOORTARIEVEN VOOR GOEDEREN. Naar de Msb verneemt zal de verlaging van de tarieven voor het: goederenvervoer bij de Nederlandsche Spoorwegen zeer waar schijnlijk met 1 Mei ingaan. Een van de bij zonderheden van het nieuwe tarief is, dat de tot nu toe voor iederen beladen wagen gehe ven stationskosten van 50 cent geheel komen te vervallen DOOR EEN MOLENWIEK GETROFFEN Te Horn werd de echtgenoote van den njolenaar Linssen door eèn dej- wieker zijner windgraanmolen getroffen, meldt de Msb.. Zij werd ëenigen tijd ha het ongeval door haar man in bcwusteloozen toestand op den molenberg met een levensgevaarlijke hoofd wonde gevonden. „STATENDAM" IN AANVARING. ECHTER TOCII GEWOON VERTROKKEN. Het Nederlandsche stoomschip ..Staten dam" van de Holland Amerika Lijn, dat thans een toeristenreis in de Middellandsche Zee maakt, is Donderdagnacht te Algiers op drift geslagen, méldt de Msb., waarbij het in aan varing kwam met het Fransche stoom schip „Kouang Si" en het Noorsche stoom schip „Miranda". Omtrent de schade is nog niets bekend, doch de Statendam is op het volgens reis programma vastgestelde uur van Algiers ver trokken. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN a 60 Cts. per regel. AlsU Edelweiss-Zeeppoeder gebruikt is U enthousiast over Uw kraakheldere wasch en U verlangt niets meer Toch krijgt U meer. Uw winkelier geeft thans ge heel GRATIS bij 2 pakken Edelweiss (ad 14 cts. per pak) een solide theedoek, bij 3 pakken Edelweiss een sterke witte handdoek of .2 flinke wille zakdoeken. KOMT ALLES TOCH TERECHT? Optimistisch geluid uit Duitschland. NIETJW HANDELSVERDRAG MET NEDERLAND? De correspondent van het Handelsblad te Berlijn seint aan zijn blad: Zooals ik Donderdag van zeer goedinge- Iichte zijde uit regeer ingskringen vernam, kan men in de Duitsche officieele handels politiek afwending' v^n de meestbegunsti- ging in handelsverdragen en een principieel nieuwe verdragsmethode tegemoetzien. Wal. in het bijzonder de Duitsch-Neder- landsche handelsbetrekkingen betreft, koes tert mijn zegsman de hoop, dat beide landen tot- een nieuw verdrag op langen termijn zullen komen, waarbij met de wederzijdsche belangen rekening wordt, gehouden. Hij ver klaarde. dat het te wenschen ware. dat Ne derland inziet dat Duitschland voorloopig eerst zijn eigen geweldige binnenlandsche moeilijkheden moet overwinnen. In een la ter stadium ware dan stellig de weg te vin den, waarop ook Nederland kon medegaan. Hieraan kan ik toevoegen, dat ik vandaag van invloedrijke Nederlandsche zijde de ver zekering heb gekregen.' dat op het oogen- blik voor al te pessimistische beschouwing geen geldige reden aanwezig is. EERSTE KAMER. Wat de heer Wibaut gedaan zou hebben. Tolerante hou ding jegens de muiters. De heer Briët op een ander stand punt. Financieel programma van den heer Oudegeest. Mr. Slingenberg pessimistisch. Oppassen is daar de boodschap! Als het noodig is een signaal geven, en voorrang verleeruan aan het verkeer van rechts. En wie van rechts komt, heeft geen vrij brief doch moet óók opletten I 23 Februari. De Senaat heeft vandaag zijn algemeene beschouwingen beëindigd morgen is de regeering aan het woord. De heer Oudegeest (s. d.) heeft zijn finan- cieele rede voortgezet met te wijzen op mo gelijkheden van geldwinning ten bate van de schatkist. Hij heeft zijn oude programma uit eengezet en gepleit voor een staatshypotheek bankbedrijf dat de gehcele hypotheekge- ving zou omvatten een bedrijf, dat geens zins z. i. riskant is, gepleit voor een levens verzekeringsbedrijf, dat volgens den Verze keringsraad zeer solide is. voor het brengen van het bedrijf der brandassurantie onder den staat, voor een staats tabaksmonopolie ook. Voorts heeft de heer Oudegeest uitgespro ken, dat naar zijn gevoelen het huidige eco nomische stelsel heeft uitgediend. Hij wees als uitweg op de s. d. productiewijze. Wij hebben ons bij dc rede van den heer Oudegeest er over verbaasd, dat hij zijn ad viezen zoo uitvoerig heeft uitgesproken. Te meer, waar de financier der soc. dem. frac tie, Dr. Wibaut, terecht de opmerking maak te. dat het houden van financieele beschou wingen maar beter wachten kon tot het nieuwe kabinet en de nieuwe minister van Financiën er was. De heer Slingenberg (v. d.) die den heer Oudegeest opvolgde heeft oogenblikkelijk den s. d. woordvoerder van critiek gediend. Hij heeft opgemerkt, dat het misschien wel goed is deze gedachten te lanceeren. maar dat ze tijd noodig hebben om te bezinken. En dat zulk bezinken ook zonder moeite zou kun nen plaats hebben, wijl er op het oogenblik niets van te realisecren is. De huidige be drijven zouden, wanneer ze tot staatseigen dom zouden worden gemaakt, moeten wor den schadeloos gesteld. En daarvoor is geen geld aanwezig. De heer Sling- i.bjrg (v.d.) zag den finan- cieelen toestand van de naaste toekomst don ker in. Hij ziet de rijksschatkist en de finan ciën der lagere publieke lichamen hoe lan ger hoe meer in nood komen. Het Leenings- fonds zal de crisislasten niet meer kunnen opvangen, waardoor die lasten dan uit „ge woon" moeten worden geput, de reserves uit saldi van vorige jaren zijn ook gedaan, de inkomens en dus de belastingen zijn gedaald de bijdragen aan de gemeenten, wegens cri siswerkloosheid zullen verhoogd moeten wor den. Het komende ministerie staat in een allerminst benijdbare positie. En dan zegt Mr. Slingenberg doet de heer Mendels 't nog voorkomen, alsof de heer Marchant zoo gaarne minister is! Het zal heusch geen aangename taak zijn, het komende ministerschap. Na de pauze opende Dr. Wibaut de rij der sprekers. De heer Wibaut (s. d.) heeft, tot betere regeling van het credietwezen de stichting aanbevolen van een staatscircula- liebaftk'.'waarvam hij. in tegenspraak met andören. precies .geen inflatie verwachtte. Dr. Wlbaht sprak voornamelijk over het gebeurde met de Zeven Provinciën. Hij wilde eerst afwachten wat het rapport, de offi cieele gegevens zouden uitwijzen, begreep niet dat anderen reeds zoo spoedig tot de slotsom van muiterij hadden kunnen komen. Hij keurde echter thans reeds af, dat er een bom geworpen was op de Zeven Provinciën. Men had hem gevraagd wat hij dan zou gedaan hebben. Hierop gaf Dr. Wibaut het volgende antwoord: Als regeering zou hij aan de opstandige bemanning den eisch hebben gesteld, dat zij naar Soerabaja zou gaan en zich daar ter beschikking zou stellen van den comman dant der zeemacht. Verder zou Dr. Wibaut die bemanning hebben medegedeeld, dat haar geen letsei zou geschieden alvorens een onpartijdig onderzoek zou zijn ingesteld. Zou de bemanning niet gehoorzamen, dan zou de Bond van Marinepersoneel deze jonge mannen radiografisch vermaand moeten hebben. Zou de bemanning dan nog niet ge hoorzamen, dan zou Dr. Wibaut de ontwik- De makelaar in onderscheidingen. (Van onzen Londeuschen correspondent LONDEN, 22 Februari. Benjamin Disraeli later Lord Beacons- field en een der grootste Conservatieve Pre miers die Engeland heeft gekend had als schrijver reeds naam gemaakt voordat hij zich als politicus deed gelden. In een van zijn romans. Sybil, het Verhaal van Twee Naties, in 1845 verschenen, waarin met. groote nauwkeurigheid en treffend talent maatschappelijke toestanden van den tijd zijn geschilderd, komt een persoon voor van nederige geboorte en eenzijdige op duistere praktijken gerichte schranderheid. Deze man verlaat zijn dorpje om zijn fortuin te gaan zoeken in Londen. Hij wordt er zaak waarnemer en krijgt er in den loop der jaren het vertrouwen van welgestelde menschen met echte of vermeende geboorterechten. Zijn kantoor is in de Temple een stads kwartier van Londen dat ook thans nog als centrum voor rechtskundigen bijstand boven alle verdenking is verheven. Dc man in Sybil wordt schatrijk met den handel in adellijke onderscheidingen. Het verhaal dat een der juweelen van En- gelschc letterkunde is, zal gauw een eeuw oud zijn. Maar het type dat een fortuin zoekt te verdienen aan „honoraria" voor goede diensten, bewezen in liet proces dat iemand een officieele onderscheiding kan bezorgen, bestaat heden ten dage nog, ge tuige de zaak tegen den heer Gregory, re dacteur-uitgever van de Whitehall Gazette, dien de politie rechter in Bow Street juist heeft veroordeeld tot twee maanden gevan genisstraf en 100 boete en kosten. De Whitehall Gazette is een publicatie voor een uitgezochte schare menschen, hoog geplaatste ambtenaren, diplomaten, spor tieve edellieden. Hot blad verscheen (want het zal nu wel ophouden te verschijnen' een maal in dc maand cn een exemplaar kostte 2 1/2 shilling. Gregory koos zijn medewerkers uit hooge bestuurskringen, de diplomatieke en zelfs uit leden van- koninklijke families in het buitenland. Het voorname blad moet de indrukwek kende vlag zijn geweest welke andere activi teit van den redacteur dekte. Het was een middel tot een doel. Gregory's kantoor be vond zich in de schaduw van de departe- ments-gebouwen van Whitehall en slechts een paar schreden verwijderd van het ambts huis van den Premier. Het is beschreven als een vertrek van patricische atmosfeer en hoog decorum. De moniimentale schrijftafel was beladen met roodlëderen dossierdoózen van de soort die leden van het Kabinet gebruiken. De talrijke en gevarieex-de con necties, welke Gregory in de hooge wereld had, warén als gesymboliseerd in de tele foon- en telegraaftoestellen met gekleurde lichtjes, de zoemers en de Morse-tikkers, waarmede het kantoor overvloedig was toe gerust. Aan de wanden hingen portretten van Europeesche cn Oostersche vorsten, soms voorzien van een persoonlijke opdracht. Vei'dcr is van Gregory verteld dat hij zich in het bijzonder het lot aantrok van ont troonde vorsten, dat hij kostbare edel- steenen van een familielid van den Tsaar van Rusland in zijn bezit had om ze te gelde te maken, dat hy zich met uitgezochte kunstwerken omringde en dat hij weelderige partijen gaf, waar de keurschare van de tooneel- en literaire wereld aanwezig was. Gregory was ongetwijfeld een van die schrandere heeren van kiesche vormelijk heid en ingetogen minzaamheid in indruk wekkende entourage, die den gemiddelden mensch inpalmen. Ilij gepoot het vertrouwen van vele zoo niet van alle menschen die in dc Londensche hooge wereld tellen. Hoe vaak hij in den loop der jaren de be hulpzame hand heeft geboden en daarna opgehouden voor het verkrijgen van on derscheidingen, kan in het, midden worden gelaten. De rechter deed dit ook. hoewel er getuigenis was dat Gregory meermalen geld had gevraagd en niet zelden had ontvangen voor het doel. Hetgeen Gregory heeft ge daan. - waarover verder op nog eenige in lichtingen is eerst bij een wet van 1925 strafbaar vergrijp geworden. In dit laatste geval kwam Gregory naar het vei-keerde kantoor. Zijn menschenkennis, of liever zijn kennis van menschelijke zwakheden, liet hem in den steek toen hij den oud-zee officier Leake uitkoos voor een „knight hood" of een Baronetschap. Leake kwam niet onder den indruk van de roodledei'en acte-doozen, het monumentale schrijfbureau het aplomb en de gewichtige verschijning van den makelaar in onderscheidingen. De oud-zeeofficier wenschte geen partij te zijn in een transactie, welke een Ridder van het Britsche Rijk of een Baronet van hem zou maken indien hij 10.000 afstond „om deuren open te maken", hoewel 12.000 de zaak vlugger zou afwerken". Leake vond blijkbaar de praktijken, welke hem werden onthuld,zoo brutaal en hij voelde zich in zijn eigenwaarde zoo zeer gekwetst bij de ge dachte dat men hem, als schaap dat zich zou laten scheren, had uitgepikt dat hij zoodra hij voldoende bewijs tegen den ma kelaar van ondei'scheidingen had verza meld naar den Public Prosecutor (offi cier van Justitie) ging en dezen het verhaal van zijn onthutsende ei-varingen deed. Daar op is dc rechtsvervolging, de eerste sedert de wet. U-gen misbruiken van dezen aard tot stónd kwam, en is de veroordeeling ge volgd. Een vraag, welke men zou willen stellen, om dat. het antwoord er op niet is gegeven, gedurende het proces, is deze: Gesteld dat Leake op de voorspiegelingen van Gregory was ingegaan en hij hem de 10.000 of de 12.000 had overhandigd „om de zaak aan het rollen te brengen", zou Gregory dan in derdaad in staat zijn geweest te bewerken dat de naam van den zee-officier, overeen komstig zijn belofte, gedurende de confe renties gedaan, voor zou komen in de eerst volgende ..Honours List"? Het antwoord kan ;ilet met stelligheid wor den gegeven. Wel is zeker dat Gregory het oor had van en invloed bij belangrijke per sonages,. keling van deix toestand nog eens hebben aangezien. De heer Biiët (a.r.) sprak ook over de Ze ven Provinciën, maar tapte uit een ander vaatje. Hij wees, wanneer de s.d. afgevaardig den de schuld voor alle ellende op de regee ring wierpen, op den slechten invloed, welke z.i. de s.d. pers had uitgeoefend, de pers, die het vuurtje van verzet stookte. Hoe zoo vroeg Mr. Briët zouden de sociaal-demo craten staking van personeel in publieken dienst verdedigen? De heer Briët ook riep de regeering op tot krachtige gezagshandhaving, welke agitatie voorkomt. Zulk een regeering kan, zoo be sloot Mr. Briët. rekenen op den steun van het Nederl. volk. De r. k. de Bruin had vele bezwaren tegen het huidige kabinet, dat naar zijn smaak veel te weinig had gedaan voor de ontwikkeling van het sociale leven. Wat had de regeering toch gedaan om ordening te brengen in de voortbrenging en de distributie, om te ko men uit den maatschappelijken chaos van het oogenblik. Wanneer er dan thans geroe- pen wordt om staatsgezag, welnu de staat heeft een ordenende taak op economisch gebied. Allereerst een taak op fiscaal ge bied hij kon maar niet begrijpen, dat wat thans van de contribuabelen aan opcenten gevraagd wordt als een noodoffer werd ge kenmerkt dat weinig je. Tenslotte bepleitte de heer de Bruin invoe ring van den 40-urigen arbeidsweek voor het overheidspersoneel. De heer Smeenge sloot voor vandaag de rij pleitend voor steun aan de aardap pelteelt. Morgen hooren we om te beginnen Rotter dam's burgervader. TWEEDE KAMER. De Indische Begrooting. Moeten ook de Indiërs onzen vrijheidsheld herden ken? De behandeling der Indische begi-oóting voor dit jaar is wel heel weinig levendig de tijd schijnt stil te staan. Wat duurt een .mid dag dan lang! De heer Schouten (a.r.) blijkt, nu Dr. Beu- mer de Kamer verlaten gaat, de Indische parlementaire zorgen voor zijn fractie te moeten dragen. Hij heeft zich. om te begin nen, vooral verheugd in critiek op de finan cieele politiek der s.d.a.p., vooral van Ir. Cra mer. De heer Schouten betoogde als de heer Feber gisteren dat de Indische staatshuishouding op lager peil moet worden ingericht met behoud van een vaste kern van het bestaande. Hij concludeerde, dat de so ciaal-democraten de regeering in Indië in den weg staan. De heer de Visser (Comm.) heeft een heel lange redevoering gehouden om te betoogen, dat het internationale kapitaal een vèrséhrik- kelijke terreur heeft toegepast en dat. de communistische partij het eenig juiste kolo niale standpunt inneemt. Een standpunt-, dat ze zal blijven verdedigen, ondanks de anti communistische „Hetze". De heer de Visser teekende dan de ellende van de crisis ge volg van het internationale kapitalistische imperialisme verschei'pt door allerlei ge weld, welke z.i. nog komt boven de misleiding van bourgeoisie en sociaal-demagogen, d.w.z. de sociaal-democraten. Dat ging zoo door, zoo maar altijd door. En 't wordt moi-gen nog eens dunnetjes overgedaan door den heer Wijnkoop. De heer Joekes (v.d.) heeft ook in het kort geschetst hoe zeer Indië te lijden heeft onder de crisis. Als allereerste taak zag hij voor de regeering uitgestippeld een goede voedsel voorziening. De v.d. Indische soecialiteit betoogde, dat de regeering vooruit had moeten zien aanko men. dat het bestuursanoaraat te groot zou gaan worden. De heer Joekes zag den toe stand voor Indië donker in. maar' hii wilde tóch waarschuwen tegen al .te pessimistische klanken. De heer Joekes waarschuwde met den heer Schouten tegen de gemakkelijke leenings- politiek van ir. Cramer bezuiniging is thans zeker noodig z.i. om de cultureele krachten der inheemsche gemeenschap intact te houden. In tegenstelling tot Prof. Eevdmans is Mr. Joekes geen voorstander van een afgeschei den houden der Westersche en Oostersche culturen. Voorts werd gepleit voor verbetering der rechtspositie van landsdienaren, maar hij zag toch ook, dat er ïxiet een salarisneil kan ont staan. hetwelk boven de draagkracht gaat van het land. Bezuiniging wil Dr. Joekes ook zoeken op leger en vloot, zoo noodig met ver sterking der poütie gepaaid gaande. T.a.v. de middelen geloofde Dr. Joekes. dat er nog wei wat te vinden is door mijn- en vennoot - schaosbelastingen. Bovendien zou er wat ge vonden worden, wanneer Nedei'land alle vlootkosten draagt. De heer Joekes geloofde 't niet tactisch te zijn. wanneer de bevolking zou worden ge noopt tot het meedoen aan de herdenking van den vriiheidsheld Wh'em van Oranje. De heer Knottenbelt (lib.) deed nog eens een beroep od gezagshandhaving en sprak zeer somber over den fioanc'eelen toestond van Indië. En de beer Ter Laan 's.d.) be pleitte eveneens een hetere rechtspositie, vooral van de politie-ambtenaren. INTIMUS. „DE ZFVFN PPOViNriëN" ALS GELUIDSFILM. PROPAGANDA-OBJECT VOOR RUSLAND. Het Handelsblad meldt u«t Brussel: Naaf de „Katholieke Wereldpost" uit Moskou weet te melden, heeft de Sovjet-re- geering opdi'acht gegeven ojp zoo spoedig mogelijk een geluidsfilm „De Zeven Provin ciën" tc vervaardigen, waarin de muiterij op het Nederlandsche pantserschip in beeld zal worden gebracht. Deze film zal uitsluitend voor propagandistische doeleinden gebruikt worden. In de opdracht zou uitdrukkelijk ver meld staan, dat voor het vervaardigen van deze film moeite noch kosten gespaard mo gen worden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 10