Het Persoonlijkheidsonderwij: PUROL Van de Nieuwe School. WERKHANDEN GEEN LENTE LOTTGERING CONTINCENTEERINC VOOR OVERHEMDEN EN ZAKDOEKEN. VICTORIA-WATER HAARLEM'S DACBLAD WOENSDAC 22 MAART 1933 Aan de Ouders. n „Jan iheeft het niet heelemaal naar zijn zin op school", „Onze Piet springt zoo gauw eens uit de band; hij is vlug in 't leeren en nu schiet de meester niet hard genoeg op naar zijn zin" ,,Wim komt soms verdrietig thuis; hij kan niet zoo heel best mee en nu kan de meester niet op hem wachten, hij voelt, dat hij achter raakt". Meermalen hoorden we dergelijke opmer kingen van ouders, als zij nadachten over de school, over de waarde van het onderwijs voor de ontwikkeling van hun kind. Velen hadden er wel eens van gehoord, dat er scholen komen, waar meer met de ver schillende aanleg van elk kind rekening wordt gehouden, doch de juiste gang van zaken bleef voor hen verborgen. Sommigen, nog meer actief in hun belang stelling, kwamen met de logische vraag „Kunnen de onderwijzers ons niet eens wat meer voorlichting geven, opdat wij beter mee kunnen oordeelen, of dat nieuwere onderwijs onze kinderen meer tot hun recht doet ko men?" Men dacht zich nog eens in de eigen kin derjaren terug. Dergelijke vragen van ouders, die zich door hun kind met de toekomst bezig houden, heb ben er toe geleid, dat de Persoonlijkheidson der wijsconcentratie de medewerking van Haarlem's Dagblad heeft ingeroepen, bij welks krachtige sociale bemoeiingen o.a. op het terrein der vredesgedachte en werkloos heidsbestrijding. sociaal-paedagogische pro blemen onmiddellijk aansluiten. Immers, voor het plaats vinden van veranderingen in de menschelijke samenleving dient een vóór- arbeid vooraf te gaan, die reeds bij den jon gen mensch kan beginnen. Met een open oog voor cultureele waarden heeft I-Iaarlem's Daglbad zijn kolommen opengesteld, om in een serie artikelen van de hand van den tweeden ondergeteekende aan het verlangen der ouders tegemoet te komen. Het eerste artikel volgt hier onder: W. HOGE VEEN. J. A J. HEIJTMAJER. GAAT DE SCHOOL VERANDEREN, EN MOET ZE VERANDEREN? Tijden wisselen; een nieuwe tijd stelt nieu we eischen en doet het oude vergaan. Dat oude was waai-devol op eigen plan; 't kan evenwel niet verder mee. Zoo hebben we af stand gedaan van diligence en trekschuit als vervoermiddelen, hoe goed bruikbaar in hun tijd en ondanks de rust en charme, die on tegenzeggelijk van hen uitgingen, terwille van snelheid en gerief der moderne verkeers middelen. Zoo zal ook een andere school thuis be- hoorend in een nieuwen tijd. Beluisteren-we don tijd en stellen dan de vraag: „Is er veel veranderd?" De laatste eeuw, of anderhalve eeuw bracht 'groote wijzigingen in phllosophisch en psy chologisch inzicht, en in maatschappelijke verhoudingen. A. De Aufklarung met z'n intellectualisti sche tendenzen en het Rationalisme gingen voorbij. De meening, dat begrijpen ook bele ven is, dat de wezensgrond der dingen te be reiken valt langs den weg van verstandelijk inzicht, is vervallen. Geestig bespot Goethe die opvatting in de uiting van Wagner, de contrastfiguur van Faust (le deel), het type van den beperkten verstandsmensch, waar hij hem laat zeggen: „Und wie.wir's dann zuletzt so herrlich weit gebracht". 1) Analy seeren, begrijpen, steeds meer ontwikkeling van 't verstand zou de weg zijn tot een juiste, harmonische levenshouding? Het begrip de eenige leidende factor? Die meening zijn we te boven gekomen, evenals we boven het ma terialisme als wetenschap zijn uitgegroeid. Toch is ons onderwijs, en dat betreft vol strekt niet alleen het lager, nog sterk intel lectualistisch gericht: Verstandso-twikkeling, geheugenwerk, parate kennis maar een te kort aan oordeelkundig toegediend voedsel voor de overige, zeer zeker de diepere roer selen van het menschenbestaan. „Das Geheimnis der jungen Seele ist unendlich viel gröszer und reicher als die magere Intcllektualitat". (Spranger-Psych. des Jug.) 2) B. Ook het psychologisch inzicht is geheel anders geworden. We meenen niet meer, dat. do mensch met een ziel geboren wordt, die gelijk is aan een blanco vel papier, waar de Indrukken door waarneming, opvoeding, on derwijs etc. de eenige inhoud zouden vormen, zoodat er sprake zou kunnen zijn van ge lijke vorming bij gelijke omstandigheden. We krijgen mee een ziel van eigen structuur bij ieder verschillend, van een zeer persoonlijke kleur. De natuurlijke ontwikkeling daarvan eischt een verwerkelijking van binnen uit. Dan geldt niet in de eerste plaats wat or wordt aangebracht maar hoe dat geschiedt. Dit moet noodzakelijk uiteenloopend zijn. Uitteraard is de massabehandeling onnatuur lijk. Dit veroordeelt het klassikaal onderwijs. En het veroordeelt tevens het voor ieder even veel en even snel van elk vak. Verouderd is bovendien dc opvatting, dat ieder hetzelfde onderwijsraam voor zijn ont wikkeling noodig heeft. Het Rationalisme heeft dc meening doen ontstaan: „Geef ieder evenveel onderricht, dan is hij ten allen tijde bruikbaar op een openkomende plaats in de maatschappij. „Dc nieuwe psychologie weet: „Niet wat we zoo al aan kennis hebben ge slikt, maar de bijzonderheden, die onze per soonlijkheid stempelen, de juiste ontwikke ling van den natuurlijken aanleg, die tot wer kelijk geestelijk eigendom leidt, maken ons geschikt, om met succes een plaats in de maatschappij in te nemen". We zijn niet pas klaar te maken naar één model. Die gedachte is psychologisch onjuist en maatschappelijk ongegrond. Geen ontwikkeling, zoo algemeen mogelijk, maar zoo grondig en diep mogelijk, voortkomend uit innerlijken aanleg en eigen impulsen, hebben we noodig. Ook maatschap pelijk is dit juist. Onze ingewikkelde maat schappij eischt specialisatie. C. Maatschappelijke verhoudingen wijzigen 1) Wat hebben we het tenslotte schitterend ver gebracht. 2) Hot geheim der jonge ziel is oneindig veel groolcr en rijker dan de magere intel lectualiteit. i zich. Deze wonderlijk verwarde tijd is daarvan het bewijs. Zie alleen maar eens naar het feit, dat het economisch net der verschillen de landen zóó nauw verweven is, dat het ééne land niet meer kan floreeren, als het andere landen laat verkommeren. De gebiedende eisch van samenwerking en waardeering van eens anders capaciteiten van afstand doen van een gedeelte van het zijne ter wille van het geheel, is niet alleen door de humaniteit, maar door de noodzakelijkheid geboden. Er moet internationaal ernstig gezocht worden naar de juiste samenwerking op het gebied van productie en arbeidsverdeeling. Het be perkt nationale inzicht van „sluit de gren zen", richt tariefmuren op en steunt in de eerste plaats groepen werkers in het eigen land, is in dezen tijd een lapmiddel, dat de eigenlijke kwaal niet wegneemt, eerder ver ergert. Toch zal er pas een begin gevormd worden van werken aan een goede oplossing als niet langer voorop staat, om in de eerste plaats de belangen van het eigen land te die nen, maar het inzicht ruim genoeg wordt om de moeilijkheden internationaal te regelen, alsof we allen één land en één volk waren; waai'bij heusch wel eens een offer van een natie op het internationaal altaar zal moe ten worden gebracht. De mentaliteit, die dat mogelijk maakt, moet uit de volken groeien, uit het bewustzijn van u en mij; geen regee ring, geen bond van regeeringen kan dat zonder die juiste geesteshouding tot uitvoe ring brengen. Nemen we nog een probleem als voorbeeld het zoo urgente probleem van de opheffing der werkloosheid. Er is arbeidskracht te veel. en tekort aan arbeid. Al werkt men nog zoo hard en goed, zoodat men iets van het zijne kan afzonderen voor werkloozensteun, dan voorkomt men de degeneratie niet, die het gevolg is van gemis aan arbeid. Geen maat schappelijke groep kan het op den duur meer wel gaan, als het andere groeoen laat ver kommeren; we staan dus weer voor den ge biedenden eisch om een oplossing te zoeken. Ook deze oplossing zal offers vragen; per soonlijke offers ter wille van het geheel. De moeilijkheden worden nog vergroot doordat voorloopige oplossingen nieuwe problemen stellen. Bijv. dit: Bij een eerlijker verdeeling der voor de maatschappij benoodigde arbeids uren (b.v. 5-urige arbeidsdag) de quaestie van het individueel verantwoordelijkheids gevoel ten opzichte van de verdeelde werk taak en die van het opvoeden tot en de mid delen verschaffen voor het goed gebruiken van den vrijen tijd. Als we hierin niet allen bewust meeleven en naar de mate van onze k ra elite n meewerken om bevredigende op lossingen te verkrijgen, dan zal er niet veel bereikt kixnnen worden. Geen dictator kan de juiste mentaliteit oproepen om ver beteringen te doen slagen. Het is duidelijk, dat voor deze verandei'de geesteshouding een nieuwe mensch noodig is; een nieuwe mensch, die een vernieuwde op voeding van noode heeft. Eén, die van het begin tot het einde doortrokken is van: sa menwerken. ondex'ling hulpbetoon, wederzijd- sche waardeering en aanvulling van eikaars krachten en capaciteiten. Zoo mag in de school niet rneer gelden: werk en leer voor je zelf, bemoei je niet met het werk van een ander, concurreer voort durend met behaalde resultaten ten opzichte van anderen. Over de heele linie dient het onderwijs zooveel mogelijk doortrokken te zijn van de idee: „Zoek en werk gezamenlijk, deel uw kunnen en kennen met de anderen, helpt elkander bij het leeren en werken, sla, waar mogelijk de handen ineen, om een werk stuk gezamenlijk te voltooien, of een opgave te verwerken, zoek de daaxwoor noodige werk verdeeling onder goede leidixxg. Zoo groeit niet alleen de samenwerkixxg, maar ook de natuurlijke waardeering voor wat anderen beter kunnen; en tevens de verantwoordelijk heid om van eigexx kunnen niet alleen te pro- fiteeren, maar er behulpzaam mee te zijn. Het offer, door het kind gebracht uit na tuurlijk gegroeid saamhoorigheidsbegrip, al is het nog zoo klein, (b.v. het opgeven van een plannetje of eigen liefhebberijtje, liefst ook eens van een bezit) is toch van onschat bare waarde voor zijn opvoeding tot lid van de goed georganiseerde werkgemeenschap, die internationaal onze modex-ne maatschap pij dient te worden op straffe van ondergang. Wanneer mij nu gevraagd wordt, of ik meen, dat de school in staat zal zijn de juiste le venshouding aan te brengen, die de van oude smetten gezuiverde gemeenschap der toe komst noodig heeft, dan zeg ik als nuchter denkend mensch natuurlijk „neen". Het groo te, volle leven, met zijn rijkdom aan invloe den zal dit langs een schoonexi, maar ïxxoei- zamen weg moeten veroorzaken. Maar de school moet de vonk, die bij het kind aanwe zig is, aanblazexx, de sociale eigenschappen, die naast de cgoistische bij de individuen aanwezig zijn. op de goede manier aankwee- ken, er de schoolwerkgemeenschap op bou wen. dan werkt ze mee aan de grondslagen en dat is juist haar taak. Ieder gebouw heeft fundamenten noodig; aldus moet het Lager Onderwijs beginnen zich te wijzigen; het M. O. zal zeker niet achter blijven. Vanzelf sprekend moet er een rijke en sterke invloed uitgaan van den opvoeder, „de man vóór, of liever in de klas". Het. contact van den leider met iedere leerling afzonderlijk is hierbij van dc grootst mogelijke waarde. Wij hebben aangetoond, dat er een ingrij pende verandering xxoodzakelijk is, die op drie gronden berust: le. Een philosopliischc: „Ver bovexi het in tellectualisme uit". 2c. Een psychologische: „Het recht der in geboren persoonlijkheid op ontwikkeling van binnen uit, langs eigen wegen". 3c. Een ixxaatschappelijke: „Een van onder ling hulpbetoon en zuivere waardeering". Er wordt gefronst? Men voelt bezorgdheid, als men denkt aan de zware eischexx, die het practische leven aan de jeugdige menschen stelt, en meent, dat daaraan niet kan wor den voldaan, als men de nieuwe gezichtspun ten in het oog houdt? Men kan gerust zijn. Er is een stelsel ge groeid in de practijk van het Hollandsche schoolleven, dat de brug heeft gelegd tus- schen de verouderde paedagogische inzichten en de praktijk van het leven, een stelsel, dat in Amsterdam reeds acht jaren wordt toege past exx niet gunstige resultaten, op beide ter reinen: „Het persoonlijkheidsonderwijs". Hierover licht ik u nog nader in. Vooraf ga echter de vraag: Zijn de resul taten van het klassikale systeem hetwelk we zijn leeh|k M.V en iedereen ziet ze. 6 Als Uw handen ruw, rood of sfuk zijn, dan worden ze weer vlug gaaf,zacht en blank met Doos 30 en 60 ct.Bij Apoth.en Drogist«n. (Adv. Ingez. Med.) tot heden nog volgen, zóó, dat we er ondanks deze nieuwe gezichtspunten noode afstand van kunnen doen? Inderdaad kunnen we ons verbeugen over het groote aantal knappe, dikwijls zeer toe gewijde onderwijzers én leeraren, aan wie de opvoeding van onze jeugd is toevertrouwd; en over de technische verzorging der leer methodes en het daarbij behoorende mate riaal, maar bij een onbevooroordeelde be schouwing der resultaten komen er wel de gelijk klachten naar voren. Van deze klachten, die hier volstrekt niet voor het eerst worden geuit, noemen we: Met de parate kennis is het in het dage- lïjksch leven poover gesteld. Het kennispeil blijkt na het verlaten der school uiterst snel terug te loopen. Wat al tijd en ure is er be steed, om ze in het geheugen te stampen. Vergeefsch! De aansluiting bij het Middel baar Ondex*wijs is een veelbesproken struikel blok. Bij de leerlingen veelal gemis aan zelf standigheid, om onder het stelsel van vak- leerax-en de geboden stof voldoende te ver werken, met als gevolg bijwerken en over matige inspanning; op de Middelbare School de eisch aan allen, om van ieder vak, in het zelfde tempo, evenveel te venverken, onver schillig op welk terrein de aanleg ligt. Hoe staat het met de invloed der school op de karaktervorming? Die wordt door sommi gen betwijfeld. We moeten in dit verband eens een helder licht laten vallen op de werk sfeer, de werkverhouding in een klasse: „het ieder voor zich" (terwijl oxxs karakter immers in hoofdzaak gevormd wordt door ons con tact met anderen!) en bovendien op het stel sel van cijfers geven, hier en daar mag men wel spreken van overdadig cijfex-s toekenxxen, dat een sterke concurrentiegeest doet ont staan, waaraan niet alleen leerlingen, maar ook ijdele ouderparen, ja zelfs eerzuchtige leerkrachten ten slachtoffer vallen. De so ciale gevoelens worden op die wijze xxiet ont wikkeld. Men heeft gesproken van de eeuw van het kind. Inderdaad is er verandering gekomen in de rechten van het kind. Er is een tijd ge weest, waarin het spel „tijd vermorsen" was en het kind aan de tafel der volwassenen slechts staande mocht mee-eten. Dit is voor bijMaar heeft het onderwijssysteem zich voldoende aangepast aan de rechten, die de kinderlijke psyche volgens zijn structuur moet doen gelden? Komt de natuurlijke ont wikkeling der persoonlijkheid tot haar recht en stelt zy voor een gezonde paedagogiek haar onafwendbare eischen? ZONDER STOOIHEN DEKENS GORDIJNEN <i TAPIJTREINIOEN VERVERIJ EN CHEM. WASSCHERIJ GROOTE HOUTSTRAAT 5 a TELEF. 10771 (Adv. Ingez. Med.) VEREEN. VAN HUISVROUWEN LEZING OVER „DE JAPANSCHE VROUW". Voor de afdeeling Haarlem der Ned. Ver- eeniging van Huisvrouwexx, hield Maandag middag de heer Pilger uit Amstex-dam in de Turnzaal van het Gemeentelijk Concertge bouw een lezing over het onderwerp: „De Japansche Vx-ouw". De Japansche vrouw, zoo begon spr. had in zeer oude tijden, veel te beteekenen. Maar laxxgzamerhand verminderde deze be- teekenis, naarmate de militaire kaste de overhand kreeg. Eerst veel later werden de toestanden voor de vrouw in Japan beter; de Japansche universiteiten zijn nu ook voor vrouwen opengesteld. Men vindt in Japan veel gegradueerde vrouwen, maar niet onder den middenstand. De vrouwen uit dien stand toch vinden de studie voor haar niet gepast. Reeds vroeg wordt de vrouwen in Japan ingeprent: een huishouden is de hemel op aarde exi je xxian moet je god zijn. De man is dan ook abso luut de baas in huis en de vrouwen voelen zich over 't algemeen wel behagelijk in deze situatie, waarin de vrouwenbeweging wel verandering tracht te brengen, maar met zeer weinig succes. De Japansche vrouw is een goede huishoudster en een goede moeder maar geen echte levensgezellin. De man moet niet verwachten dat hij haar kan raadplegen of met haar kan overleggen. De groote industrieën in Japan werken voor 70 pet. met vrouwelijke werkkrachten, die een zeer schamel loon verdienen. Van daar dat Japan zoo goedkoop kan leveren; Nederland kan daar niet tegen op. Van die werkende vrouwen vexwaehten de mannen toch, dat zij óók het geheele huishouden en de kinderen verzorgen. De meeste Japansche vrouwen zijn dan ook min of meer „sloven". Het prettigste leven hebben zij als jong meisje; in haar huwelijk gaan zij spoedig haar uiterlijk schoon verwaarloozen. Dat de „Westersche beschaving" van den Japannees niets dan een dik vernis is, blijkt wel uit zijn houding tegenover zijn vrouw; draagt hij Westersche kleeding, dan meent hij tegenover haar tot hoffelijkheid verplicht te zijn. Niet zoodra echter heeft hij de Wes tersche kleeding door de kimono vervangen of er komt ook een eind aan zijn beleefd heid en hij gedraagt zich tegenover zijn vrouw op de meest onbeschofte wijze. Na de pauze behandelde spr. het Geisha leven en de „orions" (prostituees). „Gei-sha" beteekent: beschaafde opleiding De geisha toch leert dansen; honderden sierlijken bewegingen maken met haar waaier, welke bewegingen alle een bijzondere beteekenis hebben; de ceremoniën van het theeschenken; bepaalde instrumenten bespe len en zingen. Maar niet met haar natuur lijke stem, want den Japanneezen klinkt de hooge, vrouwelijke zangstem afschuwelijk in de ooren. De geisha leert dus yoor Kaar zang een Belangrijk voor onze katoenindustrie. Het wetsontwerp, houdende bepalingen tot regeling van den invoer van ovex'hemden en zakdoeken, is een gevolg van het bepaalde in artikel 3 der Crisisinvoerwet 1931, dat on verwijld een voorstel van wet aan de Staten Generaal noodig maakt, ter voorziening van een verbod van invoer, geregeld in een Ko- kinklijk Besluit. Dit ontwerp is de wettelijke voorziening van de regeling, neergelegd in het Koninklijk Besluit van 21 Januari 1933, No. 12, waarbij de invoer van genoemde goe deren voor den tijd van zes maanden aan een invoerbeperking is onderworpen. Onze overhemdenindustrie aldus de Me morie van Toelichting is grootendeels in Twente gevestigd. Met de katoenindustrie is zij geleidelijk opgekomen en daarmede in sterke mate samengegroeid. De katoen industrie voorziet de overhemden industrie grootendeels van grondstoffen. Dit geldt niet alleen voor Twente. Ook voor zoover de over hemdenindustrie elders is gevestigd, is zij voor de inheemsche katoenindustrie van groote beteekenis. De voorgestelde contingen- teeringsmaatregel dient dan ook beoordeeld te worden naar het verband hetwelk bestaat tusschen de grondstoffen produceerende en verwerkende industrie. De overmatige invoer, welke vooral in 1932 tot stand kwam, heeft beide bedrijfstakken ernstig benadeeld en deV teruggaande omzetten der overhemdenfabx-ie- ken maakten de reeds sterk ingekrompen afzetmogelijkheden der katoenindustrie nog ongunstiger. Als bewijs hoe de invoer vaxx overhemden zich ontwikkeld heeft, moge het volgende overzicht dienen. Invoer van over hemden, in tonnen, in 1929: 312 ton, in 1930: 329 ton. in 1931: 303 ton en in 1932: 692 ton. De groote stijging van den invoer is dus eerst vast te stellen in 1932. Daartegenover is de daling van dexx uitvoer zeer regelmatig ge gaan en over verschillende jaren verdeeld, terwijl deze export in 1932 tot een onbetee- kenend cijfer van 19 ton is teruggevallen. In 1929, 1930 en 1931 bedroeg de uitvoer van overhemden nog: 129, 116 en 54 ton. Gezien deze cijfers behoeft het niet te vex-bazen, dat men een contingenteering van den invoer noodzakelijk acht. Ook de beperking van den invoer van zak doeken is tot stand gekomen om den ernsti- gen toestand in de katoenindustrie eeniger- mate te lenigen. Voor tal van katoenbedrtf- ven is het artikel zakdoeken van overwegen de beteekenis. In 1932 werden deze bedrijven bedreigd door een abnormalen invoer van zakdoeken uit landen met gedeprecieerde va luta. De omzetten van een aantal fabrieken liepen in 1932, naar de hoeveelheid, met circa 30 procent terug, vergeleken bij 1931. Maar de invoer van dit artikel nam op onrustba rende wijze toe. Post 766 der Handelsstatis tiek toont dit. De abnormale invoer van overhemden was reeds te weren bij een betrekkelijk hoog per centage, zoodat dit is vastgesteld op 100 pro cent van de waarde van hetgeen gemiddeld per 6 maanden in de jaren 1930 en 1931 werd ingevoerd. Voor de beperking van den in voer van zakdoeken heeft men het percen tage vastgesteld op 90 naar de waarde, waar- bi.] als basisjaren zijn vastgesteld de jaren 1930 en 1931. MQLLERUS. lage en absoluut-mannelijke stem aan, waarvan spr. door middel van een gramo- foonplaat een staaltje deed hooren, dat onzen Westerschen ooren al bijzonder onsympa thiek aandeed. De taak van de geisha's die volstrekt geen oneerbare meisjes zijn, is: het leven van anderen op te vroolijken, terwijl haar eigen leven allesbehalve rooskleurig is: zij dansen en zingen en bespelen haar eigen aardige instrumenten en vertellen sproken en legenden bij diners en op partijen en doen dus haar werk altijd gedurende den avond en eexx groot deel vaxx den nacht. Voorts deelde spr. nog het een en ander mede van de verschrikkelijke toestanden ixx de buurten die den naam „Yoshxwara" dragen waar de „orions" wonen. Op het tooneel worden vrouwenrollen altijd door mannen vervuld, omdat het publiek vindt dat de mannen sterker spel kunnen geven en het is verbluffend te zien, hoe de acteurs die hiervoor zijn aangewezen in uiterlijk, stem en gebaar vrouwen weten uit te beelden. Zeer mooie en duidelijke lichtbeelden gaven een denkbeeld van het huiselijk leven en de kleederdrachten en vooral ook van het xxatuurschoon in „het land van de rijzen de zon". De presidente, mevr. Cohen Tervaert Koch. dankte den heer Pilger voor zijn interessante causerie, die zeker Japan nader tot de aanwezigen had gebracht. KON. NED. MAATSCHAPPIJ VOOR TUINBOUW EN PLANTKUNDE. In Lion d'Or hield de Koninklijke Neder- landsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde een vergaderig. waar o.m. de secretaris de heer R. M. v. d. Hart een lezing hield over „Parijs uit oogpunt van luxestad en aanplanting", waarin hij op onderhou dende wijze veel wetenswaardigs over deze stad mededeelde. De lezing werd geïllumi neerd met talrijke interessante lichtbeelden. In de pauze werd een geanimeerde verloting gehouden. DE UNIEKE GEVEL HOUT MARKT 17. UIT HELLENDEN STAND RECHT GETROKKEN. Zooals we reeds gemeld hebben is de ge vel Houtmarkt 17 die belangrijk voorover helde en met ondergang bedreigd werd, ten slotte behouden gebleven, dank zij de sa- ixienwerking van de Vereenigingen Hendrick de Keyser, Heemschut en Haarlem met den eigenaar den heer Blesgraaf, die bereid was volledige medewerking te verleenen om den gevel in zijn ouden toestand te herstellen. En zoo heeft mexi het werk aangepakt, archi tect A. A. Kok. uit Amsterdam had de lei ding aannemer Nelissen voerde het uit. De op dezen gevel toegepaste restaixratie Is de tweede aldus uitgevoerd. De gevel hing niet minder dan 40 c.M. voorover, geknikt ter hoogte van de vloeren. De bouw van de kade nu 3 jaar geleden, heeft groote schade aan het huis toegebracht. Tot voor kort wer den zoodanige gevels afgebroken en van de oude materialen weer opgebouwd. De heer Kok heeft echter de volgende restauratie- wijze uitgedacht exx uitgevoerd. De gevel werd losgemaakt van zijmuren, dak exx ankers aaxx voor en achterkant in hout ingepakt, waar 10 dagen mee gexxxoeid waren. Toen werd hij langzaam aaxxgetrok- ken exx in den juisten stand gezet, d.i. nog 10 c.M. hellend, Want vroeger liet men ïxxet opzet de gevels eenigszixxs voorover hellen, om het lekken vaxx water langs deix gevel te voorkomen. De volgorde der werkzaamheden kwam hierop neer, dat de gevel flink gestut werd, losgemaakt en met schroeftakels gedwoxx- gen werd in den juisten stand. Op de plaat sen, waar de gevelvlakken moestexx schar nieren. werd aan de binxxenzijde een sleuf gemaakt- De onderdeelen zijn na het rechttrekken weer hersteld en nu staat deze hoogst merk waardige oude Haarlemsche halsgevel met een gebogen fronton er op. een type, uniek voor Haarlem, zoowel als Amsterdam, weer recht. Doordat de straat in den loop der jaren hooger is geworden, ligt de vensterbank dicht bij den weg exx moet meix eeixige treden af dalen om in de woning te komen. Den eigenaar komt een woord van dank toe voor zijn bereidwilligheid mede waardoor een fraaie gevel behouden kon blijven. OBERLAHNSTEIN NATUURLIJK BRONWATER Bevordert de spijsvertering NEDERLANDSCHE Mij - Opgericht 1887 (Adv. Ingez. Med.) EMMABX.OEMCOLX.ECTE AANBEVOLEN. Door de Koningin-Moeder zelf. SAMENWERKING IN SLECHTE TIJDEN NOODIG. Op verzoek van den voorzitter van de Në- derlandsche Centrale Vereeniging tot Be strijding der Tuberculose is de Koningin- Moeder bex-eid gevonden om de navolgende aaxxbeveling te verstrekken ten bate van de aanstaande „Enxma-bloem collecte". Daar Rijk, provincie en gexxxeente helaas genoodzaakt zijn, den steun aan de tubercu losebestrijding te verminderen en ook zeer vele particulierexx hunne contributies heb ben moeten beperken, dreigt deze zoo nood zakelijke arbeid te worden verlamd. Dit groote gevaar kaxx alleen voorkomen worden door eendrachtige samenwerking van geheel ons volk. De Emmabloem-collecte stelt een ieder in de gelegenheid, hiervoor een offer te bren gen en "ook denkleine en allerkleinste gaven zullen er toe bijdragen, den nood en het leed der tuberculoselijders te helpen lenigen. Moge nxijn eenige wensch worden vervuld, dat deze collecte door eexx groote opbrengst xxwe vereeniging steune in het volbrengen van uwen nxoeilijkejx, zegenrijken arbeid. Aan onze kwartaal- en maandabonnés. De administratie vindt het "bijzonder prettig als een groot aantal abonnés het verschuldigde abonnementsgeld per post- of bankgiro voldoet. Men bedenke evenwel dat het een nog grootere tijdsbesparing geeft als men gireert vóór de kwitanties bij de incas~ seerders zijn. Formulieren voor automatische giro verstrekken wij gaarne en gratis. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven. DE ACTIE VOOR NEDER- LANDSCH FABRIKAAT. Geachte redactie, Juist de objectiviteit, waarmede, zooals meermalen blijkt, verschillende onderwerpen in uw blad beoordeeld worden, geeft mij hoop, dat u het onderstaande daarin wilt opnemen. Bij de thans gevoerde actie ten bate van het Nederlaxxdsche product, wordt o.m. ixx advertenties gesproken van „het belang van de toekoxxxst van 3.000.000 Nedexlandsche kixxderen". Zonder ixx polemiek te willen treden over het al dan niet juiste van zulk een actie, zou ik toch met klem willen aanradexx ook te bedenken, hoevele duizexxden Nederlan ders hun bestaan rechtstreeks of zijdelings te danken hebben aan buitenlaxxdschen han del of buitenlandsche industrie. Is het wel rechtvaardig het belang van deze Nederlanders met hun vele duizenden kinderen buiten beschouwing te laten? En moet, vooral in advertenties als be doeld, niet juist gestreefd wox'den naar de zoo zeer begeerde „waarheid in reclame?" U bij voorbaat ten zeerste dankend, ver blijf ik, W. VERHORST. Haarlem, 20 Maart 1933.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1933 | | pagina 10