OVER DE RAILS BIJ NACHT.
HAARLEM'S DAGBLAD
VIJFDE BLAD
VRIJDAG 7 APRIL 1933
Haarlem's goederenstation op z'n drukst.
Een klein gedeelte der tientallen wagens.
Terwijl de stad slaapt
is het een en al bedrijvigheid op bet
stuk grond dat tusschen de Pijl sla an en de
Westergracht ligt, en in welks centrum het
goederenstation onder leiding van den chef
den heer J. Hermes, goederen in- en uit
laadt, 'treinen vormt en weer uit elkaar haalt,
wagens rangeert enz. enz.
„Komt u maar om een uur of acht 's avonds
dan neemt de bedrijvigheid een aanvang, er
komt dan een trein uit IJmuiden, veelal met
wagens visch, die zoo spoedig mogelijk weer
verder moeten, want visch is niet bepaald
een artikel dat je lang kan bewaren
aldus luidde de uitnoodiging van den chef.
Inderdaad even na acht uur kwam er een
lange goederentrein aangepuft (over het
aparte goederenspoor dat van Haarlem naar
het goederenstation loopten bij het langs
rijden was de inhoud reeds duidelijk te de-
finieeren. Knarsend hield de sleep stil. en
direct werd begonnen den trein uit elkaar
te halen. Want dat is nu juist een der voor
naamste bezigheden waarmede men zich des
nachts onledig houdt. De geheele trein wordt
naar een bepaald punt gereden, telkens
krijgt een losgekoppelde wagen een duw en
in zijn eentje loopt hij de spoorbaan af.
Telkenmale worden de wissels in een andere
stand gezet, zoodat men uit een langen trein
in zeer korten tijd de wagens, die eerst ver
van elkaar verwijderd stonden, achter el
kander heeft gezet. Een nieuwe trein is ge
vormd.
Het lijkt eenvoudig, maar in werkelijkheid
is het dat niet. Stel u vor een trein met
zeventig wagons, waarvan de derde, de zeven
tiende en de negen en vijftigste wagon bij
elkaar moeten
De heer Hermes begeleidt me over het
lange emplacement. Voor het gemak loop ik
tusschen de rails, over de dwarsliggers, maar
dit is niet in orde, en hij zegt: „Laten we
dat nu afspreken, dat u naast de rails gaat
loopen. want dat is hier zoo de gewoonte.
Een ongeluk ligt in een klein hoekje!" En
even later staan we (naast de rails) temid
den van de rollende wagens en ik neem me
heilig voor nooit meer onnoodigerwijs tus
schen de rails te gaan staan!
Ondertusschen komen er weer andere
treinen binnen, en de bedrijvigheid neemt
toe; alle sporen zijn nagenoeg in beslag ge
nomen döor rangeerende treinen en overal
zien we de 'alleen loopende. afgeduwde
wagens. Telkens fluit een rangeerder, de
machinist geeft den wagen een zet. en heel
rustig rolt- hij tot aan de plek waar hij moet
komen. Precies uitgemikt.
Inmiddels is er reeds een trein in elkaar
gezet, met bestemming Amsterdam. Een on
afzienbaar tang eind. Eén locomotief ervoor,
en één erachter. De 'eerste trekt, de laatste
duwt. En dat is wel nood.ig, wamt het verschil
in hoogte met het goederenstation en hel
per sonenstation bedraagt ongeveer 4 meter.
De voorste "fluit, de achterste fluit, en daar
gaat de sleep. Honderd assen telt-ie, want
bij het spoor rekenen ze met assen.
Meer dan 103 assen mag hij niet hebben,
voor het geval dat de trein in Halfweg „aan
den kant gezet moet worden" d.w.z. dat in
Halfweg een personentrein voorbij moet
rijden en de goederentrein dus op een neven-
spoor gereden wordt.
Het wordt al voller en voller, een locomo
tief die verkeerd staat wordt op de draaibrug
gereden en na twee keer probeeren staat
de machine zóó. dat de brug precies in even
wicht ligt, en desnoods één man brug en
zware locomotief kan ronddraaien.
Het is een feeëriek schouwspel, die vele
lichtjes. Er zijn groene, roode, witte, ronde,
vierkante, driehoekige, platte, lange, enz. enz.
„Kan het nu nooit gebeuren, dat een
machinist een lichtje niet ziet, of dat de
treindienstleider (dat is de man die alle be
velen over het geheele terrein uitdeelt en
telefonisch de orders aan de centrale post
geeft in het stationsgebouw, die ze dan weer
verder seint) vergeten is. dat het een of
andere spoor bezet is, en dus een trein
laat binnenkomen terwijl het niet kan?",
vraag ik bezorgd en bedenk welk 'n ruïne er
dan wellicht vannacht nog te zien zal zijn!
Maar de heer Hermes stelt me gerust met
de verzekering, dat vergissen nu eenmaal
uitgesloten is: een spoor man vergist zich
niet, en daarmee basta. Enmocht het
toch nog eens gebeuren, dan zorgt het- in
gewikkeld, doch prachtig ingenieuse sein-
stelsel met zijn schijven en bellen er wel
voor, dat automatisch een fout. die in het
menschelijk brein is ontstaan, teniet wordt
gedaan!
Treinen rijden weg. treinen komen binnen.
„Trains that pass in the night.De foto
graaf wordt even overmoedig en maakt een
foto van een rangeerenden trein, wel er voor
zorgend dat hij bijtijds weer uit de voeten,
of beter: uit de rails is. De machinist heeft
liet echter in de gaten gehad, klautert van
zijin machine en vraagt om een exemplaar
van de krant waarin de foto komt. Hij noemt
zijn adres en naam. De woorden
stokten me in de keel, als ik vraag „Blij-
dorppolder„M'n eigen dochter", is het
antwoord. Wij zwijgen alle vier: de chef, de
machinist, de fotogiraaf en ik. De nacht lijkt
eens zoo donker' te worden. Het is een pijn
lijk zwijgen, waaraan ik ietwat onbeholpen
een einde maak met de vraag of ik de loco
motief eens mag zien. En terwijl wij over
het donkere terrein heen en weer rijden,
•toont hij me, bijgestaan door den stoker,
alle finesses van de machine. Ik begrijp er
natuurlijk bitter weinig van, doch bewonder
de wijze waarop deze menschen in hun werk
op gaan, hoe zij leven voor hun machine en
hoe de machine schijnt te leven voor hen.
Over de' electrische tractie heb ik toen maar
niets gevraagd
De electrische treinen denderen tot half
een voortdurend langs, afgewisseld door e:n
heel enkelen stoomtrein. Op de 24 sporen van
het goederenemplacement wordt voortdurend
gerangeerd
De heer Hermes loodst ons al weer tusschen
de vele gevaren door en we komen in den
goederen-opslagplaats, waarover in een vol
gend artikel meer.
Het wordt kouder, het is al lang na mid
dernacht. De lichten van de huizen in de
buurt zijn nagenoeg alle gedoofd. De stad
slaapt. Maar hier wordt gewerkt, neen ge
zwoegd. Lange treinen komen voortdurend
binnen, en vaak moeten ze binnen een uur
klaar zijn.
Ei- valt nog veel te vertellen: over de ran
geerders die op en van de rijdende
machines springen, het gevaar niet meer
kennend, dat een buitenstaander daar zoo
dubbel en dwars van ziet.
Over de „waterkolom", het apparaat dat de
dorstige locomotieven van duizenden liters
water voorziet, over de werking van de lucht-
remmen die, (in tegenstelling met de post
gevatte meening) de meeste goederentreinen
grootendeels bezitten. Over de fluit- en licht
signalen van de rangeerders en de locomo
tieven. maarsteeds komt het weer op
het zelfde neer: het is de zekerheid die den
leek treft, de zekerheid waarmede men
rangeert, de zekerheid waarmede de wagens
worden aangekoppeld, de zekerheid waar
mede men weet op tijd te kunnen vertrek
ken. altijd weer de zekerheid, die ook bij
nacht het spoorwegverkeer tot een veilig be
drijf maken. Een zekerheid die werd verkre
gen door de order. ..lijdelijk" aan seinen en
bevelen te gehoorzamen.
In den goederenloods, waar we even een
slok heete koffie gebruiken, komt de heer
Hermes aan het woord.
W. Sch.
HAARLEMSCHE REDDINGS
BRIGADE.
VIERING '20-JARIG BESTAAN.
Op 26 Juni a-s. is het twintig jaar geleden,
dat de heer A. J. Meijerink met nog eenige
menschllevende staögenooten de Haariem-
sche Reddingsbrigade voor Drenkelingen op
richtte, waartoe hij kwam omdat het aantal
personen, dat jaarlijks den dood door ver
drinking vond. onheilspellend grooter werd.
Hij was en is het nog steeds van mee
ning. dat dit onmogelijk moest zijn. als er
maar voortdurend propaganda voor de zwem
sport in het algemeen en voor het zwemmend
redden in het bijzonder werd gemaakt. En
hoewel zijn streven twintig jaar geleden
groote belangstelling" trok, werd het welsla
gen er van toch in twijfel getrokken. Er wa
ren er zelfs die hun schouders ophaalden en
tamelijk hardop vroegen: ,.of de heer Meije
rink wel goed bij het hoofd was!" Deze trok
zich echter van dit alles niets aan en ging
bedaard ivoor zoover dat met zijn bruisend
enthousiasme mogelijk was) zijn gang. Hij
twijfelde niet aan het welslagen! En de uit
komst heeft hem gelijk gegeven Twintig jaar
lang heeft de Brigade haar zegenrijk werk
verricht en ook nu, bij de viering van het
vierde lustrum, verkeert zij in een bloeienden
toestand. Dat kan den heer Meijerink, die ja
ren lang leider-voorzitter-instructeur is ge
weest en die nu eerelid is, niet anders dan
aangenaam zijn.
Dezer dagen werd in Hotel Royal door het
bestuur en de pers- en propagan'dacommissie
van de Reddingsbrigade onder leiding van
den heer Joh. M. Schmidt een vergadering
gehouden, waar de plannen voor de herden
king werden besproken Ook de heeT Meije
rink was daarbij tegenwoordig. Het algemeen
gevoelen was. dat het een waardige herden
king moest wezen. Zij zal bestaan in het hou
den van een tentoonstelling van 1924 Juni
in het gebouw van den Haarl. Kegelbond aan
de Tempeliersstraat van de reddingsmidde
len, die overal in ons land gebruikt worden.
Er zullen geen vermakelijkheden aan ver
bonden worden. Wel zal er op Zondag 25 Juni
in de nieuwe gemeentelijke zweminrichting
aan de Houtvaart een nationale wedstrijd in
het zwemmend redden plaats hebben, die
uiterst belangrijk belooft te worden.
We komen hierop nader terug.
DE MATINEE IN HET REMBRANDT-
THEATER
BRACHT ONGEVEER 230.— OP.
Donderdagmiddag heeft de voorstelling in
het Rembrandt Theater plaats gehad, waar
van de opbrengst geheel voor de H.O.V. be
stemd was.
De zaal was helaas niet uitverkocht, doch
was vrij goed gevuld. Allereerst werd het
Polygoon-journaal vertoond, waarbij o.a.
worstelwedstrijden, hondententoonstellingen
en een demonstratie van den nieuwsten Pa-
rijschen modedans, le Béguine, door Lissje
van Zanten en Cor Klinkert gedanst, te zien
waren.
En vervolgens rezen het scherm en het
witte doek en zag men het voltallige orkes»
der H O.V. op het tooneel. Het werd met
applaus begroet, evenals de dirigent, de heer
Frits Schuurman.
Als eerste nummer is de Piet Hein Rhap-
sodie van dr. Peter van Anrooy ten gehoore
gebracht, een paraphrase van het bekende
lied der Zilvervloot. De ouverture Dichter und
Bauer van Franz von Suppé volgde, terwijl
als slot van het concert en als voorberei
ding op wat de film zou geven de walsen
uit de operette Ein Walzertraum van Oscar
Strauss gebracht zijn. Na elk nummer had
de dirigent van het aandachtige auditorium
een applaus in ontvangst te nemen, waarin
hij na afloop van het programma het orkest
liet deelen.
Hierna kreeg men de film De lachende lui
tenant (Ein Walzertraum) te zien. We hebben
er gisteren al iets over gezegd, en we kunnen
dus thans volstaan met te zeggen, dat men
genoten heeft van Lubitsch' geestig product,
waarin de oolijke glimlach van Chevalier, de
na'ïve houding en stem van Miriam Hopkins
en de zielige figuur van Claudette Colbert
troffen.
Naar wij vernemen heeft de matinee onge
veer f 230 opgebracht.
SCHOUWBURG JAXSWEG.
Zondag 9 April zal door het Gezelschap
Verkade één voorstelling worden gegeven van
..Robert. Bertram Co", de beroemde succes
klucht van Heyermans.
Hierin treden op de dames: Ank van dei-
Moer, Mies Elout. Georgette Reïewskv, en de
heeren Cor Hermus, Paul Huf, Frits van Dijk.
Hans van Meerten, Jan Teulings, e.a.
„DE LICHTHOEVE" TE SANTPOORT.
We ontvingen het Aprilnummer van „De
Lichthoeve", het orgaan van het bekencte
Kinder-Sanatorium aan de Kweekerslaan te
Santpoort. Zuster J. Th. Kuyck. de directrice,
beschrijft in een hoofdartikel het. karakter
van een klein jongetje. Ook vertelt zij van
kinderen van gescheiden ouders. J. C. O.
schrijft een „Filmpje". Deze geeft ook een
verslag van den Haarlemschen propaganda-
avond op 23 Maart. Jr. H. V. begint een ar
tikel. getiteld: ..Nog eens de Lichthoeve en
de film".
HET TEKORT BIJ DE MARINE.
UIT VRIJWILLIGERS NIET AAN TE VULLEN
BATAVIA, 4 April (Aneta). Het lid van
den Volksraad de heer Van Lonkhuyzen had
bij de regeering de schriftelijke vraag in
gediend of zij bereid is op andere wijze dan
door oproep van zeemiliciens, b.v. door in
dienstneming van vrijwilligers, in het be
staande personeelstekort te voorzien.
De Regeering heeft hierop geantwoord,
dat vrijwillige dienstneming door geoefende
militieplichtigen bij de Zeemacht niet vol
doende is om in het tekort te voorzien.
HET TOONEEL
Stoomkracht en snelheid.
HET SCHOUWTOONEEL.
Eerst kwam het bericht, dat mevrouw
Esther de Boer—van Rijk in het volgend sei
zoen met eenige leden van Het Schouwtoo-
neel een jubileum-tournee zou gaan maken
en thans heeft ook Jan Musch officieel mede
gedeeld. dat hij het gezelschap, waaraan hij
behalve een tusschenpoos van één jaar
voor een reis naar Indië veertien jaar ver
bonden is geweest, gaat verlaten. Door het
heengaan van mevrouw de Boer en Jan Musch
verliest. Het Schouwtooneel twee van de voor
naamste steunpilaren, waaraan het zijn groot
ste successen te danken heeft gehad en wij
kunnen dan ook wel zeggen, dat hiermee fei
telijk het doodvonnis over het gezelschap van
Adriaan .van der Horst is uitgesproken. Het is
natuurlijk wel mogelijk, dat Het Schouwtoo-
neel voor het behoud van zijn subsidies en
om de groote belangen die het heeft bij de
pacht van den stadsschouwburg te Utrecht,
zal blijven bestaan, maar dan zal het toch
zoo moeten worden gewijzigd en aangevuld,
dat het in wezen een nieuw gezelschap zal
zijn, hetwelk alleen nog maar den naam met
het oude Schouwtooneel gemeen zal hebben.
Het Schouwtooneel heeft zich in zijn te-
genwoordigen vorm merkwaardig lang kun
nen handhaven. In dit gezelschap leefden
nog altijd eenigszins de tradities van de eens
zoo vermaarde oude Nederlandsche Tooneel-
vereeniging voort. Het echtpaar Van der
Horst, mevrouw de Boervan Rijk en Jan
Musch waren er de sterkste krachten van ge
weest en brachten de oude tradities als van
zelf in dit ensemble mede. Zij hadden alle
vier den glorietijd van de naturalistische
school meegemaakt en zij zijn die school ook
allen min of meer trouw gebleven. De stukken
van Heijermans en Ibsen kwamen geregeld op
het repertoire voor en het was vooral met
deze naturalistische stukken, dat Het Schouw
tooneel het spoor volgde van zijn voorgang
ster, de Tooneelvereenïging.
Er heeft altijd een nauw contact tusschen
Het Schouwtooneel en Haarlem bestaan, al Is
dit ensemble dan ook nooit een echt Haar
lemsch gezelschap geworden, zooals men oor
spronkelijk had gehoopt, dat het zou worden.
Ik herinner mij nog, dat Jan Musch in April
1919 dus nu 14 jaar geleden bij mij
kwam om met mij in mijn toenmalige
functie van secretaris van de Commissie van
Beheer van den Stadsschouwburg de moge
lijkheid te bespreken van de oprichting van
een vast gezelschap voor onzen toen nog
nieuwen schouwburg.
In het. eerste jaar van Het Schouwtooneel
leek het werkelijk of dat plan kans van slagen
had. Het was de tijd van de hoogconjunctuur,
het publiek ging veel uit en het schouwburg
bezoek was ongemeen groot. Daarbij kwam.
dat Het Schouwtooneel in dat eerste seizoen
een buitengewoon succes had met zijn reper
toire en wel het meest met De Paradijsvloek
en Vadertje Langbeen, welke twee stukken
goudbronnen voor het nieuwe gezelschap ble
ken te zijn. Vadertje Langbeen werd met
Greet Lobo in de hoofdrol hier in onzen
stadsschouwburg alleen meer dan 20 maal in
één winter gespeeld een tot nu toe onge
slagen record voor Haarlem en in het ge
heel kon Het Schouwtooneel hier bijna 81
opvoeringen in dat eerste seizoen geven. In
dien tijd werd het dan ook algemeen het
Haarlemsche gezelschap genoemd.
Later echter bleek het, dat een te groot
aantal speelavonden noch in het belang van
onzen stadsschouwburg noch in dat van het
gezelschap van Van der Horst en Musch was
en langzamerhand is het aantal dan ook ver
minderd. Toen de directie van Het Schouw
tooneel den Stadsschouwburg t-e Utrecht
pachtte, kreeg het meer en grootere belangen
in Utrecht dan in onze stad en het contract
met Haarlem werd dan ook geleidelijk min
der. Werden de premieres van Het Schouw
tooneel in de eerste jaren geregeld op het
Wilsonsplein gegeven, na de verbintenis met
Utrecht werd dit anders en deelden Utrecht
en Haarlem samen de eer. En in de laatste
jaren was het- nog maar hooge uitzondering,
wanneer Het Schouwtooneel hier een eerste
voorstelling gaf.
Toch was Het Schouwtooneel nog altijd de
tooneeltroep. welke het meest geregeld te
Haarlem optrad en dat het in onze stad nog
altijd zijn vast publiek had, werd telkens
weer bewezen, zoodra de directie een geluk
kige keuze had gedaan. Elias weet het beter
kon 15 keer in één seizoen hier worden ge
speeld. De Baas in Huis maakte eveneens
een mooie serie en mevrouw de Boer heeft
hier herhaaldelijk volle zalen gehad als
Kniertje, Eva Bonheur en de Meid. zooals
ook Jan Musch het had. wanneer hij hier
als Hans de Kater verscheen.
Het is opmerkelijk, hoe stabiel Het Schouw
tooneel al die jaren is geweest. Ko van Dijk
en Ezerman, om naast mevrouw de Boer en
Jan Musch, de beste krachten te noemen,
zijn het gezelschap al die 14 jaar trouw ge
bleven en deze twee ras-acteurs hebben ze
ker niet het minst bijgedragen tot den
roem van Het Schouwtooneel. Ook de dames
Van Dijk-Riecker. Hesje Rijken-van Rijk,
Mientje van der Lugt en Lena Kley. zijn sinds
de oprichting aan het gezelschap verbon
den. En wanneer wij over Het Schouwtooneel
schrijven, mogen wij niet vergeten sr/ilhel-
mina van der Horst—van der Lugt Melsert en
Stine van der Gaag te noemen, die in de
beste jaren van het gezelschap in verschil
lende groote rollen er glans a;.n hebben ge
geven.
Wanneer wij liet repertoire van Het Schouw
tooneel overzien, dan kunnen wij zeggen,
dat het zijn plaats onder de Nederlandsche
gezelschappen steeds met eere heeft ingeno
men. Het Wederzijds Huwelijksbedrog van
Langendijk De Paradijsvloek, Othello. De
universeele Erfgenaam van Regnard
De ingebeelde Zieke. Vrijheid het expres
sionistische experiment van Krantz—Ma-
riken van Nieumeghen. Strindberg's Paschen,
Schnitzler's De eenzame Weg. Ibsen's De
Comedic van de Liefde en Een Vijand van
het Volk. Björn son's Als de jonge wijn bloeit.
Maeterlinck's Pelléas en Melisande, De Naak
ten Kleeden en De Consequentie van het Fat
soen van Pirandello. Cyrano de Bergerac,
Peer Gynt. de stukken van Heyermans,
waarlijk. Het Schouwtooneel heeft bewezen,
dat het recht op een plaats in de zon had.
Hoe de toekomst voor de leden van Het
Schouwtooneel zal zijn na het uittreden van
Jan Musch en mevrouw de Boer? Moeilijk
zal die zeker wezen, vooral in dezen tijd, nu
er zoovele gezelschappen wankel staan en
ook Cor van der Lugt Melsert het Hofstad
Tooneel gaat inkrimpen tot een gezelschap
van niet meer dan 10 personen en er dus ook
in den Haag vele acteurs en actrices zonder
emplooi zullen komen.
Misschien zullen de beste spelers Ko
van Dijk. Co Arnoldi en Ezerman met
Adriaan van der Horst een nieuw, stevig en
semble kunnen vormen, maar het oude
Schouwtooneel zal het dan niet meer zijn.
Dat is met het heengaan van Jan Musch en
mevrouw de Boer gestorven.
J. B. SCHUIL.
EARL DERR B1GGERS OVERLEDEN.
Uit Pasadena in Californië wordt gemeld,
dat de bekende Amerikaansche schrijver Earl
Derr Biggers, op 48-jarigen leeftijd aan de
gevolgen van de beroerte, die hem tien da
gen geleden trof, is overleden, aldus het Alg.
Handelsblad.
Earl Derr Biggers heeft o.a. vele spannende
detective-verhalen geschreven, die in vele
talen zijn vertaald. Een zijner bekendste ro
mans. die ook als tooneelstuk is bewerkt en
herhaaldelijk is opgevoerd is „The Seven
Keys to Baldpate", bij ons vertoond door hot
gezelschap „Comoedla" onder den titel „De
Zeven Sleutels van Baldpate".
Van zijn werk, dat in het Nederlandsch is
vertaald door Lia Belinfante, noemen wij
verder: Love Insurance, The Agony Column,
The House Without a Key. Fifty Cantles. The
Chinese Parrot, Behind the Curtain, en The
Biack Camel.
HET SCHOUWTOONEEL
DE WECCELOOPEN BRUID.
In den Stadsschouwburg heeft het Schouw
tooneel gisteravond een aardige vertooning
gegeven van een op zichzelf nu wel niet zoo
erg belangrijk, maar toch vermakelijk detec
tive-stuk, een uit het Amerikaansch van G.
Middleton door Ed. J. M. Terlingen vertaald
blijspel: De weggeloopen bruid.
Hel is voornamelijk door het boeiende spel
van mevrouw Esther de Boervan Rijk en
van Ezerman geweest, dat de aandacht heel
den avond gaande werd gehouden. Het lijkt
niet loffelijk, altijd maar weer naar den leef
tijd van deze actrice te verwijzen, die in geen
enkel opzicht dc allures toont van een be
jaarde vrouw. Mevrouw De Boervan Rijk
beschikt over een onuitputtelijke vitaliteit,
welke' haar in staat stelt, haar talent bij elke
nieuwe voorstelling weer volkomen te ont
plooien. Haar kracht als tooneelspeelster Is
nog geheel gaaf.
Hoeveel acteurs zijn er, die reeds op veel
jonger leeftijd eigenlijk op hun ouden roem
teren en tot geen nieuwe rol meer in staat
zijn. Esther de Boer heeft in dit stuk een ta
melijk uitgebreiden tekst op zich genomen,
maar het memoreeren schijnt haar niet den
minsten last te veroorzaken.
Het is een genot naar het rustige, klare
en beheerschte spel van deze actrice te kijken
en tc luisteren naar haar duidelijke en prach
tig gearticuleerde voordracht en naar haar
zuivere cn geestige intonatie. In tegenstelling
met een bedenkelijk groot percent onder de
jongere generaties kenmerkt haar optreden
zich door het brecde en gulle gebaar, dat op
den toeschouwer zoo aangenaam werkt. Zij
maakt het hem zoo gemakkelijk door haar
natuurlijke, rechtstreeksche en toch van elke
hinderlijke nadrukkelijkheid gespeende sug
gestie. Alles staat zoo kordaat en concreet
overeind en wekt toch door de innige sfeer
van haar wezen illusie.
Als de oude tante, die haar beide neven in
hun vrijgezellenbestaan wat emotie wil bij
brengen en hierbij de zonderlingste denk
beelden ontvouwt, levert zij nogmaals het ge
tuigenis van haar typeerend talent.
De belde vrijgezellen zijn belichaamd door
Folkert Kramer cn Ezerman. Ook de eerste is
wel vermakelijk, maar zijn parodie is in haar
in den superlatief blijvende onstuimigheid te
eentonig. Bij Ezerman gaat geen trekje ver
loren van een rijk geschakeerden humor, die
door zijn leukheid en droogheid onophoude
lijk indruk maakt.
Ezerman is de acteur, die de soberheid tot
zijn wapen en werktuig gekozen heeft. En de
rol van den braven, wantrouwigen vrijgezel,
met zijn naïeve houding jegens de vrouwen,
is een nieuw succes geworden in de lange
reeks. Koddig is zijn verbijstering door dc
komst van het bekoorlijke schepseltje, dat
inderdaad tantes wensch in vervulling brengt
door emotie in het taaie bestaan der twee
broers te brengen.
Dit meisje, de eigenlijke hoofdpersoon van
het stuk. wordt door Dogi Rugans met een
vlotte, ondeugende lieftalligheid gespeeld.
Vermoedelijk zou een actrice van een ander
soortig kaliber wat meer geraffineerdheid,
misschien zelfs iets daemonisch in deze
waarlijk niet onschuldige rol hebben gelegd.
Een belangrijk aandeel in de geschiedenis
neemt ook de butler, door Willem de Vries
met de stcrioticpe correctheid van deze rol
verpersoonlijkt. Voorts gaf Hein Harms met
zijn sanguinische en ongelikte inspecteur van
politie nogmaals een staaltje van zijn eigen
aardig scheppend vermogen.
Aan G. J. van Staaiduijnen en Emile van
Stuwe waren een paar schilderachtige maar
onwaarschijnlijke bijrollen toebedeeld, welke
het stuk in een sleepende passage met een
kleurig incidentje lardeerden.
Adriaan van der Horst, die de regie in han
den heeft gehad, heeft hier en daar de teu
gels wel eens wat laten vieren, waardoor het
stuk een wat rommelig aanzien kreeg. Maar
er waren toch allerlei momenten in dezen
avond, die een tweede voorstelling, en dan
voor een talrijker publiek, rechtvaardigen.
H. G. CANNEGIETER.