In het helst van den nacht
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
J. VAN DEK SLUYS.
(.Nadruk verboden).
32)
Enkele seconden was er een vuurn. .;os
op Lizzy's gezicht maar direct wist z. -ach
volmaakt te beheerschen en terwijl naar
oogen fonkelden van verontwaardiging, riep
ze uit:
„Dacht je mc misschien op een leugen te
betrappen, Luuw.g? Of zie je me voor zoo'n
genie aan, dat ik een half dozijn officieele pa
pieren heb kunnen vervalschen, zonder dat
ooit iemand lont heeft geroken, alleen uit
ijdelheid, om voor een jaar of vijf jonger te
kunnen doorgaan, dan ik werkelijk ben? Het
is zoo klaar als een klontje dat ik precies zoo
oud ben als op mijn pas vermeld staat, dus
moet mijn geheugen mij parten hebben ge
speeld en was ik bij dat bezoek bij mijn tante
m Kiew jonger dan ik mij meende te herin
neren, of ik ben er niet negen jaar, maar
pas een jaar of vijf-zes geleden geweest. Als
je erop gesteld ben. wil ik mijn zuster wel
verzoeken mijn mededeelingen te bevestigen
dan zul je zien dat ik geen bedriegster
ben".
„Een dergelijke bevestiging heb ik niet.
noodig!" verzekerde Falkenhayn. maar zijn
stem klonk merkwaardig ernstig bij deze
woorden. Toen liep hij naar zijn schrijftafel
en ging in zijn bureaustoel zitten. „Het on
derwerp schijnt je niet bijster aangenaam te
zijn", merkte hij op. „Laten we er dus maar
van afstappen. Wanneer ben je van plan de
enveloppe met het bankbiljet naar de post
te bccrw"
•r -nd vroeg. Vandaag kan het
niet meer het is onmogelijk voor sluitings
tijd nog een van de postkantoren in de voor
steden te bereiken."
„Dat is zoo. Maar langer dan tot morgen
ochtend zul je het toch niet uitstellen, niet
waar?"
„Weineen. Ik zal als een kind zoo blij zijn,
als ik weet dat het akelige ding; onderweg is".
Ze zweeg even. Toen: „Als ik zoo vrij mas
zijn, je nog iets te zeggen, Ludwig, dan zou ik
je willen waarschuwen een beetje meer aan
dacht aan je dochter te besteden".
Met gefronste wenkbrauwen zag Falken
hayn haar aan.
„Wat bedoel je daarmee? Verbeeld je je
weer wat te hebben ontdekt, zooiets als in
dertijd die malligheid met Meuven?"
„Aan je toon te oordeelen. schijn je mijn
belangstelling in het lot van jou en je doch
ter niet bijzonder op prijs te stellen", klonk
het beleedigd. ..Mij goed. hoor: dan aal ik in
het vervolg wel oppassen mijn meening voor
mij te houden, vooral omdat ik van Traute's
kant ook al niet op veel dankbaarheid behoef
te rekenen!"
„Je begrijpt mij verkeerd", suste de ban
kier. „Het is geen seconde bij mij opgekomen,
je ongepaste inmenging in mijn zaken te
verwijten; integendeel, ik waardeer het bui
tengewoon dat Traute's geluk je zoozeer ter
harte gaat. Ik geef toe. dat ik mij noodeloos-
sclierp heb uitgedrukt, maar het eerste mo
ment deed je opmerking me eerlijk-gezegd 'n
beetje onplezierig aan ik kreeg even een
idee van typisch-vrouwelijke babbelzucht, en
er is niets, waaraan ik zoo n hekel heb. Vs*4
me nu maar wat je meent ontdekt te n<m-
ben".
Zijn verontschuldigende toon scheen Lizzy
volkomen tevreden te stellen.
„Wat ik ontdekt heb. is dit. Dat er tusschen
Traute en Dr. Roggenbach iets aan de hand
is. Ze beginnen al geheimpjes met elkaar te
hebben".
„Nu, als de zaken werkelijk zoo staan, dan
Is dat nog het slimste niet", antwoordde de
bankier. „Ik weet werkelijk niemand, dien ik
liever als schoonzoon wil hebben. Roggen
bach is van uitstekende, zeer gegoede fami
lie, heeft den naam van een hoogst bekwaam
man en staat ook wat zijn karaktereigen
schappen betreft uitnemend aangeschreven;
de algemeene opinie is dat er een schitteren
de wetenschappelijke carrière voor hem open
ligt. Op mij persoonlijk heeft hij ook een
voortreffelijken indruk gemaakt; ik mag hem
heel graag. Ik verzoek je dus, die twee jonge
lui rustig hun gang te laten gaan. Ik ben
absoluut overtuigd dat ik van een man als
Roggenbach geen onaangename verrassingen
te duchten heb".
Met oogen. groot van onthutste verbazing
er, opeengeklemde lippen had Lizzv hem aan
gehoord. Nog nooit had ze zooals nu. de be
klemmende gewaarwording gehad, dat de
grond onder haar voeten begon te wankelen;
nog nooit had de man, dien zij tot nu toe al
tijd gemeend had om haar vinger te kunnen
winden, haar met zulk een koele beslistheid
bejegend. Als het nog mogelijk was het ver
loren terrein terug te winnen, dan moest zij
in elk geval een gunstiger oogenblik dan dit
voor haar pogingen afwachten.
„Als jij daar zoo rotsvast van overtuigd
bent, heb ik zeker geen aanleiding die over
tuiging aan het wankelen te brengén'
merkte zij langs-den-neus-weg op. ,.Ik heb
gedaan, wat ik als mijn plicht beschouwde.
De verantwoordelijkheid voor Traute's geluk
rust gelukkig niet op mij".
Ze liep zwijgend naar de deur. half ver
wachtend dat Falkenhayn haar door een
woord zou terughouden. Maar ook hij bleef
zwijgen en er zat niets anders voor haar op
dan den aftocht te aanvaarden.
In haar behagelijk ingerichte slaapkamer
gekomen, deed zij de deur op slot en knielde
bij haar toilettafel om uit de diepte van de
onderste lade een in bruin papier gewikkeld
pakje te voorschijn te halen, dat zorgvuldig
verborgen lag tusschen coquet geparfumeerd
•ndergced.
Toen trok ze het Russische bankbiljet uit
de opening van haar blouse, stepte het in het
pakje en fluisterde voor zich heen:
„Een gemeene bandiet bah! En bijna
had hij mij weer bepraat bij hem le komen".
Ze deed een touw om het pakket en legcio
het weer op de plaats waar zij het vandaan
had gehaald. Daarop ging zij naar de wasch-
tafel om niet alleen met water en zeep maar
ook met behulp van poeder en rouge de spo
ren van haar tranen weg te wisschen.
Zij was zich bewust, dat het een zware
strijd was, dien zij te voeren zou hebben, en
ook wist zij. dat zij in dezen strijd over geen
andere wapens beschikte dan haar schoon
heid en charme. Maar die hadden tot nog toe
nimmer nagelaten haar overwinnaar te doen
blijven
XVI.
Nooit in zijn leven had Erich Roggenbach
minder lust gevoeld om als gids op tc treden
dan den dag. volgend op zijn gesprek met
Traute Falkenhayn. Maar hij kon zich onmo
gelijk aan dezen weinig-welkomen plicht ont
trekken, Een brief, dien hij 's morgens van
zijn vader kreeg, deelde hem mede, dat de
zoon van een goeden vriend, een jong Oostcn-
rijksch officier, hem denzelfden middag zou
komen bezoeken en verzocht hem dezen
jongeman, tijdens diens kort verblijf in Ber
lijn. zoo aangenaam mogelijk bezig tc houden.
Tegen tweeën werd de verwachte gast aan
gediend en deze maakte er met a! de inne
mende openhartigheid van zijn Weensch
temperament, allerminst een geheim van.
dat het in zijn bedoeling lag, Erich voor de
rest van den dag geheel in beslag te nemen.
Ze namen in de gebruikelijke opeenvolging de
traditioneele bezienswaardigheden in oogen-
schouw, dineerden in een van de bekendste
restaurants in het centrum van de stad en
gingen vervolgens naar de opera, welk be
zoek. zooals Erich vurig hoopte, het eind zou
beteekenen van zijn lijdensweg.
Maar hij had buiten den onverwoestbare»
levenslust van zijn metgezel gerekend.
„Nu gaan we nog naar een gezellig wijn
restaurant", verklaarde de onverzadigbare
jongeling. „Ik moet toch ook wat van het
beroemde Berlijnsche nachtleven zien".
Zonder onbeleefd te zijn kon Erich Roggen
bach dit plan niet afwijzen, maar daar de
luitenant niet verzuimd had tevoren zijn
licht bij een deskundigen vriend op te ste
ken, zag de privaat-docent zich tenminste
ontheven van den plicht, om een geschikt
établissement voor te stellen, wat hem, bij
zijn geringe bekendheid met de genoegens
van de wereldstad, niet zoo gemakkelijk zou
zijn gevallen.
De groote, met kunstmatige wijnranken
versierde en door bonte lampions fantastisch
verlichte zaal in de Leipzigerstrasse, waarop
de keuze van den Oostenrijker gevallen was,
bleek al stampvol, toen zij binnenkwamen.
Met moeite vonden zij nog een vrij tafeltje
en op het oogenblik. dat zij gingen zitten,
merkte de luitenant op:
„Ik geloof, dat u gegroet wordt, mijnheer
Roggenbach".
Erich keek op en ontdekte een vlasblonden
jongeman, die hem beleefd toeknikte, nie
mand anders dan Gerard Meuven. die half
verscholen achter een der breede pilaren zat
en waarschijnlijk niet zonder reden dif ver
borgen hoekje had uitgezocht, want hij was
niet alleen. Een allerliefst meisje, een typiste
of verkoopster of iets van dien aard leek zij
op het eerste gezicht, hield hem gezelschap
en de wijnkoeler, waaruit de zilveren hals
van een champagneflesch omhoog rees,
vormde voor Erich Roggenbach het ondub-
belzinning bewijs, dat Meuven zich op het
hoogtepunt van een escapade bevond.
(Wordt vervolgd).
H. M. DE KONINGIN MOEDER heeft Woensdagmorgen in het stemlokaal Blyenburg te den
Haag, haar stemplicht voldaan
IN DE BLOEIENDE
BETUWE.
OP HET VLIEGVELD TEMPELHOF tc Ber
lijn worden uitgebreide maatregelen genomen
voor de viering van den nationalcn arbeidsdag
op 1 Mei a.s. Op verschillende plaatsen zijn
groote tenten opgericht.
IN DE BREMERHAVEN is het grootste mo
derne Duitschc visschcrsvaartuig dezer dagen
genoemd naar den rijkskanselier Adolf Hitler.
DE BURGEMEESTER VAN LONDEN, sir Percy
Greenway, heeft persoonlijk de jonge gasten verwel
komd, die tegenwoordig waren bij het jaarlijkschc
gccostumccrdc bal tc Londen.
DE ENGELSCHE MINISTER NEVILLE CHAM
BERLAIN en zijn cchtgcnootc verlaten hun
woning om zich tc begeven naar liet Lagerhuis,
alwaar Chamberlain Woensdagmiddag zijn bc-
grooting heeft ingediend.
WANNEER je op straat een krantje loopt tc lezen, kan het wel eens
voorkomen, dat je met een leege boodschappenmand cbuis komt.
KOLONEL T- A. v. d. K AMP,
inspecteur bij de militaire
administratie tc den Haag,
zal met ingang van 1 Mei
a.s. den dienst verlaten.