De viering van den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana.
Nationale arbeidsdag te Berlijn.
In het holst van den nacht...
IN VERBAND MET DE OLYMPISCHE SPELEN te Berlijn in 1936
ontvangt een groot aantal leden der Berlijnsche schupo onderricht in
het Engelscb, Fransch en Spaansch.
DUIZENDEN SUPPORTERS van de
beide aan den eup-final-wcdstrijd in
het Wembly-stadicmdeelnemende clubs
waren voor deze gelegenheid naar
Londen gekomen. Een vroolijk tweetal.
IN HET PALAIS DU TROCADERO
TE PARIJS is een grootc tentoonstel
ling geopend, betrekking hebbend op
Afrika. Een Afrikaan schc oorlog s tooi
in bizarren vorm»
TER GELEGENHEID van den verjaardag van H. K. H. Prinses Tuliana werd
Maandagmiddag langs het Paleis aan het Noordeindc te den Haag. door ver
schillende corporaties gedefileerd. Op het balcon Prinses Juliana cn Prins
Hendrik»
DE ZUID-AFRIKAANSCHE GEZANT, exc. de Viniers, verlaat met
zijn secretaris het paleis van H. M. Koningin Moeder aan de Lange
Voorhout te den Haag, na er het felicitatie-register getcekcnd te
hebben bij gelegenheid van den verjaardag van H. K. H. Prinses Juliana.
DE VIERING van den nationalen arbeidsdag in Duitschland. President von Hindenburg begaf zich in geselschap van den Duitschcn Rijkskanselier
Adolf Hitler naar de groote bijeenkomst in den Lustgarten te Berlijn, alwaar von Hindenburg een rede heeft gehouden»
EEN BLOEMENHULDE voor onze Prinses: Parmantig stapt de
kleine meid het Paleis binnen om H. K. H. een bloemenhulde
te overhandigen.
FEUILLETON
Naar het Duïtsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
30)
Hieronder laten wij de détails van de mis
daad, waarover wij begin September uitvoerig
schreven, nog eens volgen:
In Juli van dit jaar trad bij de Centrale
Russische Machine enMotorenfabriek in
Charkow, de boekhouder Stefan Scheffranek
in functie, die op grond van uitnemende ge
tuigschriften, welke echter later bleken ver-
valscht te zijn, in dienst genomen was. De
man wist door zijn voorbeeldig gedrag en
grooten ijver, het vertrouwen van de leiders
der onderneming te winnen; maar desniet
tegenstaande was het hem niet mogelijk de
groote safe der fabriek te betreden zonder
het vervullen van bepaalde formaliteiten,
waarbij de medewerking van anderen ver-
eischt werd. Het is dan ook niet opgehelderd
hoe hij den diefstal heeft kunnen plegen.
Men verdacht enkele employés van de kas-
afdeeling ervan hem handlangersdiensten te
hebben verleend, maar het onderzoek in deze
richting liep op niets uit. Hoe het ook zij, op
30 Augustus, toen, zooals hij wist, een groot
bedrag voor het betalen van wissels en sala
rissen in de kluis aanwezig was, zag hij kans
zijn slag te slaan. Hij moet met groote zeker
heid en snelheid hebben gehandeld, anders
zou hij zeer waarschijnlijk zijn betrapt. Een
som van bijna honderddertig duizend Mark
viel hem in handen en hij had het moment
van den diefstal zoo goed gekozen, dat hij
ongehinderd het kantoorgebouw verlaten kon
om zich met een van tevoren klaargezetten
handkoffer naar het station te begeven. Maar
het duurde niet lang of het ontbreken van
het geld werd ontdekt en twee uur later was
men den misdadiger op het spoor; de tele
graaf werkte en op een station tusschcn
Charkow en de Poolsche grens werd Schef
franek aangehouden. Hij was nog slechts in
het bezit van circa tienduizend Mark van het
gestolen geld; de rest van den buit was en
bleef spoorloos verdwenen. De veronderstel
ling ligt voor de hand dat Cheffranek een
medeplichtige moet hebben gehad, wien hij.
met het oog op een eventueele arrestatie, het
geld direct overhandigde. Maar alle naspo
ringen en aanhoudingen in verband met dit
vermoeden, bleken vruchteloos. Een ding
staat echter vast en wel dat de dader niet
onder een aangenomen naam optrad; hij is
de op 29 Juni 1887 in Praag geboren zoon van
een zekeren. Wenzel Scheffranek. die na een
veelbewogen leven in een Oostenrijksche ge
vangenis" gestorven is. Ook Stefan Scheffra
nek had reeds verschillende straffen onder
gaan. Drie dagen na zijn gevangenneming
zou hij naar Charkow getransporteerd wor
den: tijdens het oponthoud op een klein tus-
schenstation zag hij kans door een gesimu-
leerden epileptischen aanval zijn bewakers
om den tuin te leiden en te ontsnappen.
Hoewel er natuurlijk dadelijk jacht op hem
werd gemaakt, slaagde men er niet in den
vluchteling weer te pakken te krijgen, Waar
schijnlijk heeft hij zich in de dichte bosschen,
die de spoorlijn, op het punt waar hij ont
snapte, kruist, een poosje schuilgehouden
en is het hem gelukt, met behulp van ver-
valschte papieren naar het buitenland te ko
men. Er zijn zelfs zekere aanwijzingen, dat hij
vermoedelijk naar Duitschland gevlucht is.
De wijze echter, waarop het gestolen geld in
de brievenbus van het Berlijnsche hoofd
bureau terecht is gekomen, vormt op het
oogenblik een ondoorgrondelijk mysterie;
misschien heeft men hier te doen met een
wraakneming van den onvlndbaren mede
plichtige na een twist over de verdeeling van
den buit. De politie heeft echter de hoop niet
opgegeven, dit mysterie binnenkort te kun
nen ontsluieren".
Georg Heynitz frommelde de krant met
driftige bewegingen ineen en oen ongearti
culeerde kreet, als van een in het nauw ge
dreven wild dier. kwam over zijn kleurlooze
lippen. Toen bleef hij geruimen tijd onbewe
gelijk en ineengedoken voor zich uitstaren.
Zijn oogen waren half gesloten, er kwam een
grimmige, wreede trek om zijn mond het
was de gelaatsuitdrukking van iemand, die
zich schrap zet voor een laatsten strijd op
leven en dood.
Maar al heel gauw slaagde hij erin zich te
beheerschen. Op het oogenblik. dat de kellner
de bestelde gerechten voor hem neerzette,
zat hij rechtop en alleen het venijnig schit
teren van zijn oogen en het nerveuze trillen
van zijn handen verrieden iet-s van den
storm, die in zijn binnenste woedde.
„Neem dat allemaal maar weer mee", beet
hij den man toe, „het valt me opeens m. dat
ik een dringende afspraak heb. Vlug hoe
veel ben ik schuldig?"
Geen kwartier later belde hij aan de wo
ning van Dr. Roggenbach. Joachim Bentick
deed open en het gezicht van den grijzen be
diende stond allesbehalve vriendelijk toen hij
den bezoeker herkende. Georg Heynitz liet
zich echter daardoor niet afschrikken: in
tegendeel, op een toon, zooals waarschijnlijk
nog nooit iemand tegen den ouden getrouwe
had aangeslagen, snauwde hij dezen toe:
„Dien mij onmiddellijk bij mijnheer Rog
genbach aan! En zeg hem, dat ik onder geen
voorwaarde van plan ben mij met een kluitje
in het riet te laten sturen. Heb je het goed
gehoord onder geen voorwaarde
Joachim was zoo van zijn stuk gebracht,
dat hij het onbeschaamde heerschap niet
eens belette, hem voorbij te loopen en de ves
tibule binnen te treden. Toen kreeg zijn er
gernis echter de overhand op zijn verbijste
ring en vuurrood van woede antwoordde hij
„Kalmpjes aan, mijnheer! U moet hier
wachten. Ik zal u natuurlijk aandienen, maar
ik hoop. dat u.
Hij maakte den zin niet af, maar zijn be
doeling iiet aan duidelijkheid niets te wen-
schen over. Toen ging hij met afgemeten pas
sen naar de kamer van den privaat-docent.
„Daar is die vent weer mijnheer Erich,
u weet wel die mij heeft willen uithooren".
bromde hy, „en hij zegt dat hij zich onder
geen voorwaarde laat wegsturen."
Roggenbach zat aan zyn schrijftafel te
werken. Hij legde de pen neer en zijn gezicht,
dat duidelijke sporen droeg van de emoties,
waaraan hij den laatsten tijd ten prooi was
geweest, wendde zich naar zijn bediende.
„Als het mijnheer Heynitz is, dien Je be
doelt, laat hem dan binnen", klonk het rustig.
Hij stond niet op en een scherpe rimpel
teekende zich tusschen zijn wenkbrauwen
af. toen zijn bezoeker, die niet de moeite
nam hem te groeten, binnentrad.
Op Heynitz* tanige wangen gloeiden een
paar koortsachtige roode vlekken en er was
een valsche, haast duivelschc glinstering in
zyn oogen.
„Daar hebt u dus den tijd voor gebruikt,
dien ik u in mijn dwaze edelmoedigheid heb
gelaten!" viel hij uit met een stem. die tril
de en schor klonk van woeste opwinding.
„Inplaats mij mijn rechtmatig eigendom
terug te geven, hebt u er de voorkeur aan ge
geven u er op die manier van te ontdoen!
Maar zoo komt u niet van mij af, waarde
heer".
Erich Roggenbach's hand bewoog langzaam
naar de bel. die hij op zijn schrijftafel had
staan. Hij was eenigszins bleeker geworden,
maar zijn kalmte verliet hem niet.
„Zoudt u misschien zoo goed wl'lèn zijn mij
te zeggen wat u eigenlijk van mij wilt en
wat uw raadselachtige beschuldiging te be-
teekenen heeft?"
„Is die heusch zoo raadselachtig? Nu
dan zal ik u op een duidelijke manier aan
het verstand brengen wat ik wil. Mijn geld
wil ik hebben dat u van mij gestolen
hebt! Ik moet hier vandaan en als u mij
niet dadelijk een paar duizend Mark geeft.."
„Joachim!"
Op hetzelfde moment dat hij de bel luidde,
was hij George Heynitz op zoo'n ijskouden,
snijdenden toon in de rede gevallen, dat deze
onwillekeurig verstomde. En Joachim moest
wel in de onmiddellijke nabijheid gebleven
zijn, want geen seconde nadat zijn meester
hem geroepen had, stond hU in de deurope
ning.
Erich Roggenbach wees met een gebiedend
gebaar naar den bezoeker, de werktuigelijk
een paar passen achteruit had gedaan.
„Wijs meneer alsjeblieft op welke wijze hij
het vlugst naar beneden komen kan!"
„Met plezier, mijnheer Erich, als het aa.n
my had gelegen had ik hem direct al eruit
gegooid!"
En de snelheid, waarmee de beer Heynitz
werd „uitgelaten" vormde een vleiende getui
genis voor de lichaamskracht van den ouden
Joachim. De onwelkome bezoeker kwam zoo
onzacht op den vloer te land. dat hy tegen
den muur aantuimelde en het volgende mo
ment hoorde hij de deur met een harden
smak achter zich dichtvallen. Wat er eigen-
lyk precies met hem gebeurd was, drong pas
op straat tot hem door.
Machteloos in zijn razenden toorn, balde
hy zijn vuisten tegen het huis. dat hij in een
zoo weinig ceremonieelen stijl verlaten had.
Daarop keek hy besluitenoos om zich heen;
hij wist blijkbaar niet goed, wat nu te begin
nen. Eindelyk riep hij een toevallig passee-
rende taxi aan en noemde den chauffeur een
adres in het Noorden van de stad.
Voor een vuil-uitziend, vervallen hotelletje
in een armelyke volksbuurt, stopte de auto,
Heyntz betaalde den chauffeur en met een
korten groet wilde hij den morsigen kellner
voorbij loopen. die in de deur naar buiten
stond te kijken. De man hield hem echter
staande.
fWordt vervokg».