Een nieuwe brag in aanbouw.
!n het fiolst van den nacht...
DE BRUG die over Iiefc Merwedekanaal nabij
Muiden zal worden geplaatst, is bij de Ned.
Dok Mij. te Amsterdam in bewerking. Het
gevaarte dat een gewicht heeft van 1500 ton,
zal in Juli a.s. geheel afgemonteerd naar de
bouwplaats worden vervoerd op twee 1000 tons
schepen. Een kijkje op de werkzaamheden.
EEN ORIGÏNEELE WEDSTRITD voor karren
met éénmans-trekkracht bracht dezer dagen
vele Parijzcnaars op de been. De winnaar
Piroué in actie in de Ruc Lcpic te Parijs»
MENSCH EN MACHINE.
PRESIDENT LEBRUN woonde persoonlijk de
voetbal-finale van de Franschc competitie in
stadion de Colombes bij Parijs bij. - De over
winning van Excelsior ontketende bij de sap-
porters een storm van enthousiasme.
PROF. MOSCICKÏ, de huidige pres!»
dent van Polen is door de nationale
vergadering in zijn functie herkozen.
GOEDE KENNISSEN De twee kleinzoons van den Emir van Katsina, uit het land der woestijnen, HET S.S. „MELISKERK" van de Zuid Afrika Lijn arriveerde Maandag tc Rotterdam, met aan boord de leden der expeditie
die on het ooaenblik tc Londen vertoeven, mochten in den dierentuin der Engclsche hoofdstad van Lady Carrigan, die in Afrika een serie films maakte, en tevens een collectie wilde dieren meebracht die aan den dierentuin
1 a ecn ritje op een der kamcelcn maken. in Cleveland ten geschenke worden gegeven. Het overladen der levende have op het s.s. „Falcon" voor transport naar Amerika.
FEUILLETON
Naar het Duitsch bewerkt door
VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
42)
„O, dat is heel eenvoudig. Hij zag in Dr.
Roggenbach een gevaarlijke mededinger naai
de hand van juffrouw Falkenhayn. Daarom
probeerde hij hem onmogelijk te maken. Ik
moest hem alles vertellen wat ik thuis te we
ten kon komen, opdat hij er zijn voordeel
mee kon doen en ik moest juffrouw Falken
hayn gunstig voor hem stemmen. Door dat
krantenartikel
„Welk krantenartikel? Wat is dat nu weer
voor een geschiedenis?"
„Och, dat is ook een grenzeloos-gemeene
streek van Römhild geweest en ik zie niet in
waarom ik het niet zou vertellen, daar hij ook
zijn mond niet gehouden heeft. Juffrouw Fal
kenhayn stond op zeer goeden voet met een
zekeren mijnheer Meuven, een verre neef,
die door haar vader opgevoed is en als zijn
particuliere secretaris dagelijks bij hem aan
huis kwam. Er ontstond een onschuldige,
haast kinderlijke liefdesgeschiedenis tusschen
hen, die niets om het lijf had. Dat vertelde
ik Römhild en hoewel ik voor mij overtuigd
was, dat het op niets zou uitloopen, wist hij
mij te bewerken mijnheer Falkenhayn op de
hoogte te brengen van de verhouding tus
schen de twee jongelui. O, er gaat een won
derlijk suggestieve invloed van dien man
uit, ook als men hem doorziet.gelukkig
dat Traute er ongevoelig voor is! Om kort te
gaan haar vader vond dat Meuven mis
bruik van zijn positie had gemaakt en wees
hem de deur. Een paar dagen tevoren had .k
een gesprek tusschen mijnheer Falkenhayn
en zijn secretaris afgeluisterd ik had nu
eenmaal de taak op me genomen voor spion
te spelen. Ze hadden het over een plan voor
een electrische tramlijn, dat geweldige win
sten zou kunnen afwerpen. Ik vertelde dit,
zonder mij de beteekenis ervan te realiseeren
en zooals ik met alles deed, wat ik thuis op
ving, aan den dokter en een paar dagen, na
dat Meuven zijn congé gekregen had, kwam
Römhild met een artikel dat mijn man, als
door hemzelf geschreven, moest zien ge
plaatst te krijgen in een blaadje, waaraan hij
meewerkte. Ik heb het niet gelezen het
werk van mijn man interesseerde mij niet.
Het artikel verscheen en uit de opwinding
thuis merkte ik pas wat voor onheil ik had
aangericht- Het heele plan was door ontijdige
publicatie bij voorbaat mislukt en men be
schouwde die publicatie als een laaghartige
wraakneming van Meuven .zooals ook Röm-
hild's bedoeling was geweest. Hem verdacht
natuurlijk niemand en ofschoon Meuven bij
hoog en bij laag bezwoer, dat hij het stuk niet
geschreven had en ook zich tegen niemand
iets over de zaak had laten ontvallen, geloof
de mijnheer Falkenhayn hem niet. En ik kon
moeilijk vertellen wie de schrijver was
Er heerschte eenige oogenblikken stilte in
het vertrek.
„Verder heeft U niets aan Uw verklaringen
toe te voegen?" vroeg de rechter toen.
„Neen, alles wat ik weet heb ik verteld".
„Dan zal ik alles nog eens laten voorlezen.
Mevrouw Beiersdorf. Mocht u iets vergeten
hebben of ik mij op een of ander punt heb
ben vergist, zegt u het dan gerust".
De griffier las hierop de op schrift gestel
de bekentenis voor en de jonge vrouw volgde
hem met gespannen aandacht. Maar zij viel
hem geen enkele maal in de rede en toen hij
klaar was. zette zij zonder een spoor van
weifeling haar handteekening onder net
protocol.
De rechter sloot de voor hem liggende map
met akten.
„Ik ben tot mijn spijt genoodzaakt, U in
voorloopige hechtenis te stellen, mevrouw",
zei hij ernstig maar op zeldzaam vriendelijken
toon. „maar ik vertrouw, dat u ons thans de
waarheid hebt gezegd. En als het onderzoek
niets anders tegen U aan het licht brengt,
dan zult u zeker niet zwaar gestraft worden.
Het eenige strafbare feit, waaraan u zich
hebt schuldig gemaakt is het gebruik van
valsche legitimatiepapieren. En dat U zich in
het bezit gesteld hebt van iets. dat volgens
Uw meening aan uw man toebehoorde en dus
na zijn dood aan u en dat u dat direct hebt
teruggegeven, toen bleek dat u er geen recht
op had. zal u wel niet als een misdaad aange
rekend worden. U hebt dus niet in het minst
aanleiding om de toekomst donker in te
zien. En als ik iets voor u kan doen
Aarzelend hield hij op en de jonge vrouw
schudde het hoofd, terwijl zij naar den grond
staarde.
„Ik dank u", antwoordde zij met verstikte
stem. „Alles is mij nu onverschillig, nu ik
toch niet bij de Falkenhayn's kan blijven.
Het kan me niet schelen wat voor straf ik
krijg: mijn leven is bedorven en gebroken.
Als ik weer vrij ben, wil ik uit Duitschland
weg, het doet er niets toe waarheen".
Met onverholen medelijden keek Ellwanger
haar na. toen zij werd weggeleid.
Hij belde om den bode en vroeg wie van de
opgeroepen getuigen zich nog in de wacht
kamer bevonden.
„Juffrouw Falkenhayn en Dr. Roggenbach,
mijnheer Falkenhayn is er ook bij".
.Laat ze alle drie binnenkomen".
Dr. Ellwanger scheen het overbodig te ach
ten verdere verhooren af te nemen. Hij be
paalde zich ertoe den beiden mannen en het
meisje in groote trekken de mededeelingen
van Paula te herhalen en na een korte, pyn-
lijke stilte, waarin Traute zacht schreide,
voegde hij eraan toe:
„Ik voor mij beoordeel haar gedrag heel
mild en hoop, dat de rechtbank haar een
lichte straf zal opleggen. Het is duidelijk, dat
zij niet zoozeer slecht dan wel lichtzinnig ge
weest is en bijzonder ontvankelijk was voor
slechte invloeden. Hoofdzakelijk schijnt echttr
angst de drijfveer van haar handelingen te
zijn geweest, de angst haar betrekking in uw
huis te zullen verliezen, mijnheer Falken
hayn
„Natuurlijk beschouw ik het als mijn plicht
voor een verdediger te zorgen en haar ook
naderhand met raad en daad bij te staan",
verklaarde de bankier bedrukt. „Bijzondere
wenschen heeft zij niet te kennen gegeven?"
.Neen. Zij was volkomen gebroken. Maar er
is bij haar verhoor iets aan het licht geko
men, dat ik U niet mag verzwijgen. Ik kan U
tot mijn leedwezen niet verhelen, dat een
zekere dokter Römhild, uw huisdokter, in
deze heele geschiedenis een allertreurigste
rol gespeeld heeft. Voorloopig kan ik mij niet
verder over de zaak uitlaten: alleen over één
bijzonderheid moet ik U nog inlichten, om
dat de eer en ae goede naam van een ten on
rechte verdachte, daarmede gemoeid is". En
hij deed het verhaal van het aan Gerard
Meuven toegeschreven krantenartikel.
Falkenhayn was diep onder den indruk en
toen Dr. Ellwanger zweeg, wendde hij zich tot
zijn dochter:
„Aan dien armen jongen heb ik iets goed
te maken, Hij moet onder deze ongegronde
verdenking zwaar geleden hebben!"
Toen het drietal afscheid genomen had van
den rechter en op het groote plein voor het
Moabiter gerechtsgebouw bijeenstond, keek
de bankier, wiens gezicht ongewoon bleek en
somber was. snel op zijn horloge.
„Ik heb nog een dringende conferentie",
zei hij. zonder ook maar met een enkel woord
te reppen over wat- hij zoojuist had gehoord.
„Ik moet oogenblikkelijk naar de bank. Wilt
u zoo vriendelijk zijn mijn dochter naar huis
te brengen, mijnheer Roggenbach?"
De Jonge geleerde boog en in zwijgend be
grijpen drukten beide mannen elkaar d<~
hand. De bankier trok Traute even naar ziel'
toe en drukte een kus op haar voorhoofd,
voor hij in de wachtende auto stapte.
De lange weg. dien Traute en haar bege
leider naar de Hardenbergstras.se hadden af
te leggen, leidde door de Tiergarten en over
de „Leeuwenbrug". Daar bleef Traute staan;
een vuurroode blos vloog over haar gezichtje,
maar onbevangen keek zij Erich in het ern
stige gelaat.
„Ik moet u vergiffenis vragen voor het on
recht, dat ik U heb aangedaan", stamelde zij
verlegen. „Ik ik heb mij heel onaardig
tegenover U gedragen. En ik dank U van
harte dank ik U voor wat U gisteren door Uw
zwijgen voor ons hebt gedaan".
Zijn oogen schitterden en zij weerde hem
niet af. toen hij haar handen greep. „Traute
lieve Traute!" en er klonk onderdrukte
jubel in zijn stem ik mag nu wel Traute
zeggen, nietwaar? Heb je me vergeven? WH ie
vergeten hoe ik mij tegenover Jou heb gedra
gen als een malle, domme schooljongen?"
Hun van ontroering vochtige oogen ont
moetten elkaar in een langen blik. En toen
legden twee slanke meisjesarmen zich om
zijn hals en een gloeiend gezicht vlijde zich
tegen zij*» schouder.
„Ja. ik wil het vergeten lk ben het a!
vergeten" fluisterde zij. „Ik houd toch zoo
veel van je. zoo verschrikkelijk veeljon
groote. dwaze man."
Erich Roggenbach had het wel kunnen uit
schreeuwen van geluk:
„Nu laat ik ie niet meer gaan, Trauta, s!
zou de heele wereld tegen ons samenspan
nen", klonk het hr.-»*ro<>hteItjk.